De tijd is Duitschlands bondgenoot. Duiischland zal nief capiiuleeren. Vergelijk meiBolsjewisme onmogelijk. Bolsjewisme is dierlijk en wreed. Vervolg van pagina X. Hetgeen zij thans als overwinnin gen betitelen, hebben zij bij ons eer tijds voorgesteld als volkomen on belangrijke operaties. Alleen door ■eze toenmalige onbelangrijke ope- vuties is het geweldige gevechtster rein gevormd, waarop zich de hui dige volkerenworsteling in hoofd zaak afspeelt. Naast onzen grooten bondgenoot in Oost-Azië hebben ook Europeesche vol ken in een duidelijk inzicht de grootte van de historische taken ingezien en dienovereenkomstig hun offers ge bracht. Het verraad in Italië. Wanneer de offers van den met ons verbonden grootsten Europeeschen staat tenslotte min of meer tever- geefsch geworden zijn, dan is dit alleen toe te schrijven aan de stelselmatige sabotage van een erbarmelijke kliek, die na jarenlang weifelen zich ten slotte heeft vermand tot een enkele daad, die echter in de geschiedenis als schaamteloosheid zeker aanspraak kan maken op den roem van het e^pmallge. Ik ben gelukkig, dat het ons gelukt is uit de handen van deze treurigste verschijningen van dit overigens zoo geweldige tijdvak tenminste den man te redden, die zelf alles gedaan heeft, niet alleen om zijn volk groot, sterk en gelukkig te maken, doch ook om het te laten deelnemen aan een historisch con flict, dat tenslotte het lot en de cul tuur van dit continent zal bepalen. Dat de Italiaansche ineenstorting met al haar consequenties niet zonder te rugslag kon blijven op het geheele oor logsgebeuren is vanzelfsprekend. Des ondanks zijn de verwachtingen van on ze vijanden ook hier tevergeefsch. Wat zij dadelijk bij het begin gehoopt heb ben. is niet ontstaan en zal ook niet ontstaan. ZU hadden gehojpt, dat met één slag de Duitsche divisies In Italië afgesneden en vernietigd zouden worden, d .t de Duitsche eilandbe zettingen hierdoor verloren zouden gaan, dat de Balkan als een rjjpe vrucht In hun schoot zou vallen en dat zij dan het oorlogsgebeuren met één slag naar de Duitsche grens zouden kunnen overbrengen. De stormloop naar den Brenner is ge worden tot een offensief met een slakkengang ver ten Zuiden van Rome. Hij zal nu zijn tol aan bloed eischen, en wel niet naar goedvinden van on ze vijanden, doch in groote lijnen vol gens onze plannen. Elke nieuwe lan ding zal hen dwingen steeds meer scheepsruimte te binden. Zij zal de strijdkrachten van onze vijanden ver splinteren en het gebruik van onze wa pens nieuwe mogelijkheden geven. Waar ook maar een dergelijke landing wordt gedaan stuit zij op onze paraat heid en men zal dan wel de ervaring opdoen, dat het om nu eens met Churchill te spreken: „een ding is om tegenover de Italianen op Sicilië te landen en het een geheel ander ding is om tegenover de Duitschers aan het Kanaal, in Frankrijk. Denemarken of in Noorwegen te landen". Dan zal ook blijken, of onze terughoudendheid op menige gebieden zwakheid of koele be rekening was. De strijd aan het Oostfront. De strijd ln het Oosten is de zwaar ste, dien het Duitsche volk ooit te door staan heeft gehad. Wat onze mannen hier verdragen, kan in het geheel niet vergeleken worden met dat, wat onze vijanden prestee-en. Ook hier zal het uiteindelijke doel, het Duitsche front tot een ineenstorting te brengen, niet alleen niet bereikt worden, doch zoo als steeds in de wereldgeschiedenis zal alleen.de laatste slag de beslissing brengen. Deze slag echter zal dat volk in zijn credit kunnen boeken, dat met de grootste innerlijke waarde, met de grootste standvastigheid en met het grootste fanatisme het beslissende uur gebruikt. Wat ik derhalve van Duitsche sol daten eisch, is ontzaglijk. Het is de taak van het front, dat het tenslotte het schijnbaar onmogelijke mogelijk maakt. Het is de taak van het va derland, dat het front ln zijn strijd tegen datgene wat onmogelijk of onmogelijk te dragen schijnt, steunt en sterkt, dat 't zich in volle duide lijkheid ervan bewust wordt hoe het lot van ons geheele volk, van vronw en kind en van onze geheele toe komst daar van afhangt, dat met in spanning van de laatste kracht de beslissing ln ons voordeel afgedwon gen wordt. Dat elk offer, dat wij thans bren gen in geen verhouding staat tot de offers, die van ons geëischt zouden worden, wanneer wij den oorlog niet zouden winnen. Dat er derhalve zelfs geen andere gedachte kan zijn dan den oorlog onverbiddelijk te voeren met het onveranderlijke loei van het beha len der overwinning, geheel onverschil lig, hoe telkens de toestand moge zijn en geheel onverschillig, waar wij tel kens moeten vechten. Toen het verraad van den koning van Italië, den kroonprins en zijn militaire kliek steeds duidelijker werd, was onze positie niet mooi, in de oogen van me nigeen zelfs wanhopig. De beide dicta toren der democratieën hoopten reeds, in Washington gemeenschappelijk de vernietiging der Duitsche legers en de uitlevering van mijn vriend als een ver makelijk schouwspel te kunnen vieren. En toch werd het bijna onmogelijk lij kende in enkele weken mogelijk ge maakt. Uit een bijna onafwendbare ca tastrofe kwamen letterlijk in één slag een reeks van de roemrijkste handelin gen voort, die leidden tot een volledig herstel van onze positie, ja, in menig opzicht tot een verbetering. Als deze oorlog eens geëindigd zal zijn, dan zullen derhalve de grootste lauweren meer moeten worden toege schreven aan ons geloof en onze volhar ding dan aan de incidenteele daadkracht en afzonderlijke acties. Daartegen zal en moet ook elke propaganda onzer vijan den falen. Evenals in den wereldoorlog hopen zij niet zoo zeer op de overwin ning der wapenen, als wel op de uitwer king van hun frazen, hun dreigementen en hun bluf. Eerst geloofden zij aan de dreigementen met den tijd, den honger, den winter enzoovoort. Daarna geloof den zij, dat de bomterreur alleen al vol doende zou zijn om het Duitsche volk in het binnenland murw te maken. Maar, terwijl in den eersten wereldoorlog het Duitsche volk in het binnenland, bijna zonder vijandelijken invloed, ineen stortte, zal het thans ook onder den zwaarsten druk de kracht van zijn weer stand nooit verliezen. Er zijn veel of fers gebracht dan dat iemand het recht zou hebben, zich te onttrekken aan deze offers voor de toekomst. De Führer wees erop, dat de tegen standers van het Duitsche Rijk gelooven het Duitsche volk thans in de eerste plaats door bluf en propaganda murw te kunnen maken, door te doen alsof zij de overwinning reeds behaald had den. Als het niet zoo ernstig was, zou men menigmaal om dit optreden kunnen lachen. Op hetzelfde oogenblik, dat zij zich van de eene conferentie naar de andere haasten, om hun verschillende oneenigheden bij te leggen, doen zij als of zij reeds overwinnaars waren. Zij roepen commissies bijeen voor de „or ganisatie der wëreld na de overwin ning". Het zou veel doelmatiger zijn, als zij zich bezighielden met de organisatie van hun eigen wereld. Zij roepen com missies bijeen, die ervoor moeten zor gen, dat de wereld na den oorlog van levensmiddelen wordt voorzien. Het zou beter zijn, als zij.thans hun eigen volken van levensmiddelen zouden voorzien, die door den hongersdood bedreigd worden. Britsch-joodsche brutaliteit. Het is een echte Britsch-joodsche bru taliteit, als zij doen alsof zij in staat wa ren, de wereldproblemen op te lossen, terwijl zij hun eigen problemen niet hebben kunnen meester worden en den oorlo - noodig hadden om zich te ont trekken aan het afleggen van een ver antwoording, waartoe zij wegens hun falen door hun eigen volken zouden zijn gedwongen. Een land als Amerika bij voorbeeld telde dertien millioen werk- loozen en de leiding van het land, die het met dat probleem niet kon klaar spelen, doet het thans voorkomen alsof zij in staat was het werkloozenprobleem der geheele wereld op te lossen. Het is waar, een kapitalistische uitplundering kunnen zij weer organiseeren. Dat ech ter bij deze uitplundering hun eigen vol ken te gronde gaan, interesseert hen weinig. Hun propagandamaatregelen volgen den weg, dien wij nog van den wereldoorlog kennen. Zij probeerden eerst, door een vloed van papier bij het Duitsche volk en nog meer bij de vol ken onzer bondgenooten den indruk te wekken, alsof niet alleen de oorlog reeds door hen gewonnen was, maar ook bij de volken breede kringen naar een dergelijke ontwikkeling zouden verlan gen. Ik weet niet of er onder het Duitsche volk menschen zijn, die werkelijk van een overwinning der geallieerden iets verwachten. Ieder, die met het volk ver bonden is, weet precies, wat de over winning onzer vijanden zou beteekenen. Er zijn in Duitschland ook geen lagen, die op die overwinning hopen. Er zün hoogstens enkele misdadi gers, die misschien meenen daardoor hun eigen lot te kunnen verbeteren. Maar in dit opzicht behoeft men niet te twüfelen en zichzelf te mis leiden, met deze misdadigers rekenen wU af. Wat in het jaar 1918 gebeur de, zal zich in Duitschland niet her halen. Als aan het front tienduizen den van de beste menschen, van on ze geliefdste volksgenooten vallen, zullen wjj er niet voor terugschrik ken, in het binnenland eenige mis dadigers ter dood.te brengen. In den eersten wereldoorlog was het offer der soldaten iets dat vanzelf sprak. Maar even natuurlijk waren de rijke, geldverdienende zwendelaar, de oorlogswinstmaker, de deserteur of de gene, die het volk ondermijnde en daar voor door het buitenland betaald werd. Deze elementen werden toen ontzien, terwijl de dappere soldaat zijn leven moest offeren. Dat is thans echter an ders geworden. De bomoorlog en de vergelding. Een ander middel, waarop onze vijan den rekenen, is de bomoorlog. Wat het Duitsche vaderland hier heeft te door staan, is ons allen bekend. En wat ik persoonlijk daarbij gevoel, kunt ge u voorsteren. Toen deze oorlog begon, heeft de Amerikaansche president zich op huichelachtige wijze tot mij gewend met het verzoek, geen bomoorlog te voeren. Wij hebben dat ook niet gedaan. Maar dit verzoek werd slechts gedaan met het doel onze vijanden den tijd te verschaffen, om van hun kant dezen oorlog voor te bereiden en te zijner tijd te ontketenen. Twee dingen zou ik hier over willen zeggen: wat mij smart ver oorzaakt, zijn uitsluitend de slachtoffers in het vaderland, vooral de slachtofffers onder de vrouwen en kinder—Wat mij pijn doet, is dat deze menschen hun have en goed veriiezen. Daarentegen is de schade aan onze industrie veel minder belangrijk. Zij verhindert niet in het geringst de voortdurende stijging onzer bewapeningsprestaties. En hiervan kan men overtuigd zijn: onze steden bouwen wij weer op, schoo- ner dan ooit tevorer. en wel in den kortst mogelijken tijd. Als een volk in staat is om een oorlog tegen een gehee le wereld te voeren, in een jaar zes of acht of tien millioen kubieken meter beton in vestingen te verwerken en dui zenden wapenbedrijven uit den grond te stampen, dan zal het zulk een volk ook mogelijk zijn, twee of drie millioen wo ningen te bouwen. De Amerikanen en Engelschen maken op het oogenblik plannen voor den wederopbouw van de wereld. Ik maak op het oogenblik plan nen voor den wederopbouw van Duitsch land. Er zal echter één verschil zijn: terwijl de wederopbouw van de wereld door de Amerikanen en Engelschen niet zal plaats hebben, zal de wederopbouw van Duitschland door het nationaal-so- cialisme nauwkeurig en volgens de plan nen worden uitgevoerd. Dan worden onze massa-organisaties, te beginnen met de OT tot aan den Arbeidsdienst met inbegrip van het geheele overige Duitsche economische leven gebruikt plus de oorlogsmisdadigers. Zij zullen daar voor het eerst in hun leven nuttig werk verrichten. Dat is het eerste wat ik hierover zeggen moet, en het tweede: De heeren mogen het gelooven of niet, maar het uur der vergelding zal komen. Ook wanneer wjj op het oogenblik Amerika niet kunnen be reiken, dan ligt toch God zjj dank een staat tastbaar dlchtbU en daar mede zullen w|j ons bezighouden. En dan wil ik in de derde plaats hier nog iets aan toeyoegen: de meening van onze vijanden, dat zij door hun lucht- terreur de intensiviteit van den Duit- schen oorlogswll kunnen verminderen berust op een drogreden. Diegene name lijk, die nu eenmaal zijn bezittingen ver loren heeft kan maai één wensch heb ben. dat deze oorlog nooit verloren wordt, want alleen de overwinning kan hem weer eens in het bezit van zijn goed stellen. Zoo vormen de honderdduizen den, die door de bommen alles verloren hebben, de avantgarde van de wraak. En nog iets anders, waarmede onze vijanden thans niet zoo dikwijls meer als vroeger, maar toch nog steeds, ope- reeren, dat is'het parool, de tijd werkt voor hen. De tjjd als bondgenoot. Het spijt mij zeer, dat ik onzen ar beid ia vredestijd niet heb kunnen Kompa» lezen, marcheeren, veldspel enz. alle» leer je ln de weersport- kampen van de Germaaniche Jeugd. Bij «por» en ipel leeren de Jongen» van alle Germaaniche landen elkaar kennen en reipecteeren. Wil je hier ook bij zijn? Meld je dan «nel aanl Door den enormen toeloop word» nog een» gelegenheid tot keuring geboden. Alle jongen» van 16-18 jaar kunnen zich op Woensdag 10 November van 9-12 uur in den Dierentuin te Den Haag hiervoor melden. Het reisgeld wordt terugbetaald op de plaats van keuring. Kosten zijn er niet aan ver bonden Patroons en scholen zijn verplicht vrij te geven Margrit Heyer/Stapf/Pax m voorzetten. Maar daar dit nu eenmaal niet mogelijk is zullen wij nooit te vroeg den strijd eindigen, doch den tijd als onzen bondgenoot beschouwen. Deze oorlog kan duren zoo lang hij wil. Duitschland zal nooit capi- tuleeren. Wij zullen nooit de fout van 1918 herhalen, n.1. om kwart voor twaalf de wapens neer te leg gen. Hiervan kan men zeker zjjn: Diegene, die de wapens als aller laatste neerlegt, zal Duitschland zijn, en wel vijf minuten over twaalf. Zij mogen hopen ons door zware bloedoffers klein te krijgen. Alleen deze keer is het met deze bloedoffers zoo gesteld, dat op elk Duitsch bloedoffer. 2, 3 en 4 slacht offers van onze vijand komen. Hoe zwaar deze offers ook voor ons zijn, zij kunnen ons toch alleen nog sterker verplichten. Het zal niet te vergeefs zijn, wat wij aan offers bren gen. Uit deze offers moet voor ons volk een voordeel groeien en niet alleen voor ons volk, doch tenslotte ook voor geheel Europa. En dan tenslotte nog één ding: Ik lees iedere week minstens drie of viermaal, dat ik een zenuwinstorting gekregen heb. Ge kun* ervan overtuigd zijn: alles is mogelijk, maar dat tk mijn zenuwen vérlies, is totaal uitgesloten. In dit verband karakteriseerde de Führer ook de belachelijkheid van de geruchten over oneenigheden tusschen hem en zijn vriend Göring, tusschen weermacht en partij, tusschen hem en zijn generaals. Zonneschijn kan iedereen verdragen, maar wanneer het onweert en stormt, dan pas komen de harde karakters naar voren en dan ziet men ook den zwak keling. Wanneer het eens moeilijk wordt dan blijkt pas wie werkelijk een kerel is en wie in dergelijke uren zijn zenuwen niet verliest, doch hardnekkig en standvastig blijft en nooit aan een capitulatie denkt. Dank aan de Voorzienigheid. Tenslotte wil ik ook dengenen, die mij steeds over religie spreken, iets zeggen: ook ik ben religieus, en wel in mijn diepste innerlijk religieus. En ik geloof, dat de Voorzienigheid de wenschen weegt, en dat degene die de proef der Voorzienigheid niet kan doorstaan, maar daaronder bezwijkt, door de Voorzienigheid ook niet voor grootere dingen bestemd is. Het Is een uit de natuur voortvloeiende noodzakelijkheid, dat bij de selectie slechts de sterkeren overblijven. Het Duische volk, zooals ik het in de massa zijner vormen heb leeren kennen, is Gode zij dank sterk en kerngezond. Wat al successen heeft de Voorzie nigheid ons niet gegeven, wat voor grootsche overwinningen heeft zij ons niet doen behalen. Hoe hebben wij in enkele jaren een bijna wanhcpigen toe stand van ons land en ons Rijk vol komen veranderd. Hoe heeft ons de Voorzienigheid ook bijna nopelooze si tuaties, zooals de Italiaansche ineen storting, meester doen worden. En zou den wij dan zoo erbarmelijk zijn om aan deze Voorzienigheid te versagen of te vertwijfelen? In dankbaarheid buig ik mij voor den Almachtige, dat Hij ons zoo gezegend heeft en ons geen zwaardere beproe vingen, den strijd op Duitschen bodem, gezonden heeft, maar dat wij er in ge slaagd zijn, tegen een wereld van over macht dezen strijd met succes tot ver buiten de grenzen van het Rijk te voe ren. Ik ben er trotsch op, aldus vervolgde Hitier, de Führer van dit volk te zijn, niet alleen in gelukkige dagen, maar ook in moeilijke. Het verheugt mij, dat ik in dergelijke dagen het volk van mijzelf uit kracht en vertrouwen kan geven en kan zeggen: „Duitsch volk, wees volkomen gerust. Wat er ook mag komen, wij zullen het meester worden. Aan het einde staat de over winning." De Führer herinnerde de partij en de Nationaal-Socialistische leiding aan haar taak, de eerste draagster van het geloof der natie te zijn. „Ik ben," aldus besloot hfl, „slech's voor enkele uren hier gekomen, om tot u, mijn oude aanhangers, te spre ken, en morgen ga ik reeds weer te rug en neem een schoone herinnering aan mjjn oude strijdmakkers en onze strjjdperiode mede. Ook gjj moet van hier gaan met het fanatieke vertrou wen en het fanatieke geloof, dat er absoluut niets anders mogelijk is dan onze overwinning. Daarvoor strijden wij, daarvoor zijn zeer velen geval len, daarvoor zullen nog anderen het zelfde offer brengen. Daarvoor leven generaties, en niet alleen nu, maar ook in de toekomst. Het bloed, dat wij thans offeren, zal eens rijkelijk aan ons volk vergolden worden. Wij her inneren ons aldus al onze kameraden, die als Nationaal-Socialistische strij ders voorgegaan zjjn op een weg, die slechts de weg van de grootheid van ons vaderland, van de grootheid van ons Duitsche volk kan zijn." Dr. Seyss-Inquart vervolgde zijn rede aldus: Uit deze beide eigenschappen en haar politieke uitwerking kunt u zich het wezen van het bolsjewisme en van den bolsjewistischen massamensch ver klaren. Vergelijking niet mogelijk. Tevens kunt u daaraan zien, dat wij hier te doen hebben met menschen en een systeem, waarmede wij het vol gens Europeesche spelregels nooit zul len klaarspelen. Dat moeten wij dui delijk inzien. Een vergelijk met het bolsjewisme is niet mogelijk, alleen een tegenover elkaar staan, hoogstens een scherpe afbakening. Het bolsje wisme draagt zijn gevaarlijkheid niet zoozeer in zijn methoden als wel in zijn doelstelling. Het bolsjewisme dr kt het individu terneer tot een minimale levenshouding, opdat het de krachten, die zich aldus verzamelen, samenge bundeld voor een bepaald politiek doel kan laten optreden. In dit opzicht is het alle andere systemen de baas, om maar in het geheel niet te spreken over een liberaal of over een democra tisch systeem. In die systemen gaan alle mogelijke energieën op in de be vrediging van de eigen behoeften, cul- tureele wenschen enz. Deze energieën eischt het bolsjewisme voor zich op. De mensch moet werken, hij moet hee rendiensten verrichten, hij wordt ge knecht, opdat de volledige som van zijn prestaties gestoken wordt in een bepaald politiek doel, in dit geval de proletarische wereld. Dit doel echter is van een vernieti gend karakter. Ook de totale oorlog, kameraden, dwingt ons thans tot soort gelijke methoden. Echter hier is de impuls onze belijdenis aan het volk en het vaderland, dat ons er toe brengt nier meer aan ons zrif te denken en alles wat wij bezitten te richten op een enkel doel. namelijk op de verdediging van ons volk en van ons vaderland. Maar dat is een positief, een mooi. een edel doel, terwijl het bolsje wisme de knechting en concentratie van zijn menschen wijdt aan het vernietigende en onna- natuurlijke doel van de proletarische wereld revolutie Het proletariaat vormt op zichzelf een speculatief begrip. Niet de orga nische eenheid van het volk, maar een tot de eigenmachtige klasse gemaakte economische laag moet de alleen be voegde en daartoe geroepen klasse zijn om alle anderen te vernietigen, Ook gaat het bolsjewisme ervan uit, dat -r onder alle volkeren en rassen om zoo te zeggen zonder onderscheid een zoo danige klasse aanwezig is. Dat is de groote vergissing van het bolsjewisme. Het proletariaat is het resultaat van een maatschappelijk en economisch ge faalde ontwikkeling. En ook deze klasse, wanneer zij dan ontstaan is, wordt weer bepaald door de raskenmer ken van elk volk. Dat bespeurt het bolsjewisme. Het bemerkt hier een fout in zijn berekening en komt derhalve tot een methode der physieke vernie tiging van alle andere klassen en be roepsstanden van een volk en der phy sieke vernietiging van de zuiverheid van ras van een volk doör de rassen vermenging. Daaruit valt te verklaren de tot millioenen uitgemoorde beroeps klassen in Rusland en de in de mil lioenen loopende deportaties. Dat zijn niet zoozeer politieke maatregelen met het doel een politieken tegenstander van dit oogenblik te vernietigen, neen. dat zijn maatregelen, om de volksche substantie van de afzonderlijke stam men, die in Rusland leven, uit te wis- schen en te vernietigen, opdat er juist een proletariaat zonder onderscheid zal ontstaan. Wanneer U enkele dagen geleden in de courant gelezen hebt, dat de bolsje wisten als oorlogsschadeloosstellin? verlangen, dat millioenen Duitsche ar beiders naar Siberië gebracht zullen worden om daar te werken en wanneer eenige politieke narren meenen, dat dit een heel juiste herstelmaatregel zou zijn, dan is het doel en de zin van dezen maatregel toch in het geheel niet een schadeloosstelling, maar het doel ls uit sluitend de volksche substantie van het Duitsche volk te vernietigen door het millioenen mannen te ontnemen en daarvoor millioenen Aziaten en Mongo len over te sturen. En wat voor het Duitsche volk geldt, geldt voor alle andere volken. Want een ding moet men duidelijk In zien: een vergelijk is met het bolsje wisme niet mogelijk, omdat het niet op den bodem eener organische maat schappelijke orde staat, maar omdat het een gefaalde ontwikkeling tot draag ster van zijn ontwikkeling- maakt en zijn doel de vernietiging is van de volksche substantie onder de afzonder lijke volken en naties. Er wordt soms gesproken over een zachtaardig communisme. Menschen, die zoo praten, hebben geen idee wat het bolsjewisme ts Dat zijn gedegenereerde salonbolsjewisten, of politieke gezond- bidders, die op het oogenblik, dat zij de pistool van den commissaris in hun nek voelen altijd nog zeggen, dat hij het zoo kwaad niet meent. Het com munisme moet echter dien weg opgaan, want zoolang er nog een niet-bolsje- wistisch-geordende staat bestaat, is hij een eeuwige aanklacht tegen het bolsje wistische stelsel. Het bolsjewisme kan in het geheel niet dulden, dat er er gens een economische ordening bestaat, die organisch natuurlijk is opgebouwd. Wanneer het zich wil blijven handha ven, moet het alle andere maatschap pelijke en economische vormen vernie tigen. Het Amerikanisme onder de loupe Ook ln het Westen kunnen wij een verschijnsel waarnemen, dat wij juist als Nationaal-Socialisten van den ver standelijken kant moeten bekijken, om het gevaar voor onze beschaving va«t te stellen. Hier is Jat niet zoo eenvoudig, want het Amerikanisme dat op ons afkomt, wordt door ons niet zoo zonder meer onze tegenstander geacht: le. Wij mee nen namelijk, dat de menschen daar ginds toch de nakomelingen van onze eigen voorvaderen zijn, die eens uit Europa zijn geëmigreerd. Wij hebben het gevoel, dat zij menschen zijn van ons bloed. Maar de nakomelingen van alle Europeesche volken daar ginds zijn in een smeltkroes geworpen met ne groïden en joodsche bijvoegsels. Daar ontwikkelt zich een geslacht, dat over eenige generaties ook door ons als niet meer Europeesch zal worden erkend Wanneer U thans tot een Amerikaan uit de Ver. Staten zoudt zeggen, dat hij toch eigenlijk een Europeaan is, dan ben ik ervan overtuigd, dat hij deze meening in zijn verwaandheid zou af wijzen en handtastelijk zou worden, want in zich draagt hij reeds het gevoel geen Europeaan meer te zijn. Ten tweede is de methode, de aard en wijze waarop deze Amerikaansche geest tot ons komt, voor ons niet onaange naam. Hij komt tot ons met die tech nische vindingen, die het leven aange naam maken - met zijn conserven en ijskastenbeschavlng, die vele zorgen ln de huishouding verlichten, maakt hij zich bemind en aangenaam. Schijnbaar is het nog de puriteinsche geest, die daarginds heerscht. In wer keliikheid echter heeft de teugelloos heid die ook aan dit continent In zijn onbegrensdheid eigen is uit de leer van de predestinatie van het Purdeinisn, geleid tot een teugelloos vrijbuiterdom dat in het geheel slechts een vrijheid kent- de vrijheid van da meest meedoo- genlooze uitbuiting van deneven- mensch. Voor ons persoonlijk komt er noe iets bij dat ons de leiders van de ze menschen moeilijk verdraagbaar maakt en dat wij aanvoelen als naam- looze huichelarij: degenen, die bepaald het tegenvoorbeeld van de naastenlicf de geven, hebben voortdurend bijbel spreuken' ln den mond. Dat doet ons deze menschen zoo oneerlijk en onop recht voorkomen en maakt ze voor ons onsympathiek. De categorische imperatief, waardoor dit amerikanisme geleld wordt, is niet de Inschakeling van het Individu in een organische gemeenschap, maar ls techniek, haar prestaties en vooral het persoonlijke economtscne succes. Dat alleen zijn de beweegredenen waar door de Amerikaansche menschen zich laten leiden. Dat moet ons Europeanen en ons Germanen in oljzondere mate vreemd zijn, want wij bespeuren altijd als den categorischen imperatief van ons handelen het besef van het ge meenschappelijke bloed, dat ons in een hoogere lotsgemeenschap verbindt. Het resultaat van dit amerikanisme is het tot een schabloon maken van alle be schaving. Alles moet netzeifde zijn en er bestaat in Amerika niets gevaarlij- kers dan wanneer iemand uit den toon zou vallen. Gelijkheid is bij de vrijen een recht, bij de onvrijen wordt de ge lijkheid tot een verdomden plicht. Dat is thans in Amerika het geval. De men schen moeten gelijk zijn, want wie zich niet in de rij schikt, wordt uit- gestooten en economisch vernietigd. Zij mogen in Amerika naar hun aard gelukkig worden, in onze verhoudin gen dienen zij zich niet te mengen. Arm, klein Engeland Kameraden! Bij deze beschouwing heb ijc aan een machtsfactor nog in het geheel niet gedacht, die tot voor kort een zeer groote rol heeft gespeeld: het Britsche wereldrijk Engeland. Dat was niet opzettelijk. Dat is bepaald onbe wust ontstaan, want wanneer wij he den ten dage de krachten beschouwen die vorm geven aan de wereld, dan is voor ons allen Engeland sterk op den achtergrond getreden. De Engelschen hopen, dat zU in dit conflict tusschen het bolsjewis me en het amerikanisme zooiets als scheidsrechter of als wijzer aan de weegschaal zullen zijn. Daarbij ver geten zij echter, dat de essentieele voorwaarde voor een scheidsrech ter het eigen gezag is, d.w.z. de eigen kracht, die zij verloren heb ben. Wie zou er bij de bolsjewisten of bij de Amerikanen nog op het idee komen een Engelschman i.an te wijzen als bemiddelaar, een En gelschman, die toch geen machts middelen meer bezit, waarmede hij zijn wil zou kunnen doorzetten', im mers, zijn dominions zijn min of meer door de Amerikaansche we reld opgeslokt, zijn buitenlandsche saldi zijn opgeteerd, zijn groote koopvaardijvloot verdwijnt in toe nemende mate naar den bodem der zee, terwijl de Amerikanen t in koopvaardijvloot machtig uitbrei den. Belden, vooral de Amerikanen, doch ook de bolsjewisten, zfln veel te nuchtere zakenlieden om zoo te zeggen iemand provisie te betalen voor de bemiddeling, die zjj niet noodig hebben en die zij zich kun nen besparen. Het is reeds zoo, zoo als onlangs een Engelsch weekblad schreef: Arm, klein Engeland, je zit voor de omheining en wacht.... Men verwijt ons soms, dat wij, na tionaal socialisten, aanspraak maken op wereldheerschappij. De beide eenige mogendheden echter, die op dit oogen blik aanspraak maken op wereldheer schappij zijn de bolsjewisten en het grootkapitalisme van den heer Roose- velt. Die willen zonder met de naties rekening te houden de heele wereld on der hun heerschappij brengen en vóór alles met hen geestelijk gelijkschake len. Wij niet! Wij weten heel precies, dat de ordening, die wij willen heb ben, op ons bloed is opgebouwd en dat onze aanspraak op ordening of onze wensch naar ordening de gemeen' schap van ens eigen bloed niet te bui ten kan gaan. Wat is Europa? Maar nu vraag ik mij af, wanneer wij het bolsjewisme en het Amerikanisme op hun geestelijken inhoud onderzocht hebben: Wat zijn wij? Wat is Europa? Ik geloof dat wij ons deze vraag zeer zelden voorleggen, want wij Europea nen hebben totdusverre in het geheel niet de behoefte ons voor te stellen wat Europa is. Het leek ons niet noodig. Pas thans, nu wij de verschillen tus schen het Oosten en het Westen bele ven, moeten wij ons afvragen, wat wij eigenlijk zijn. Werpen wij eens een blik op de land kaart. Dit Europa onderscheidt zich van de groote samenhangende massa's land als Amerika, Afrika of Azië in kenmerkende mate door de omstan digheid, dat het een ongemeen rijk ge vormde schepping is. Het bevat schier eilanden, het bevat baaien, het bevat hooggebergten, middelgebergten, het bevat rivier- en dallandschappen. Dat is allemaal veel rijker en gevarieerder dan in eenig werelddeel en in dit door de natuur ingedeelde gebied is het ari sche ras en in het bijzonder het noordsch ingestelde ras ontstaan en heeft hier zijn bakermat. Het ken merk van Europa is de ongemeene veelvuldigheid, de rijkdom aan bloe sems van de culturen en volkspersoon lijkheden, die eigen zijn aan den aard en door bloed gebonden, die hier in de afzonderlijke landen en gewesten als in groote en fraaie door de natuur op- gedischte schalen, hun volksaard ont wikkeld hebben. Wij zouden ophouden Europeanen te zijn, wanneer wij er niet meer onze roeping in zouden zien de zen rijkdom aan bloesem van de aan aard eigen en door bloed gebonden cul tures der Europeesche volken te be houden en te bevorderen. Wanneer wij dit ons kenmerk duidelijk voor oogen houden, dan zien wij het vernietigende in van den Invloed uit het Oosten, die onze rassen wil uitroeien, doch ook het verderfelijke van den invloed uit het Westen, die immers ook onze volksper soonlijkheden wil nivelleeren, opdat de menschen hier er allemaal uitzien zoo als in Amerika, alsof zij aan den loo penden band bij millioenen tegelijk zijn voortgebracht. Penetraties uit het Westen. Juist deze veelvuldigheid van onze cultures biedt natuurlijk ook de moge lijkheid van voortdurende penetraties uit het Oosten en uit het Westen. De westelijke geest dringt bij on» vooral door In de burgerlijke lagen en in de kringen der intelligentie en wel de. te stérker naarmate wij meer de wertkust van Europa naderen. 7eker het is een aangename bescha vingsvorm, die van ginds tot ons komt - en bij dezen beschavingsvorm ziet men meestal over het hoofd, dat men daarbij tot een schabloon gemaakt en genivel- ïé„d wordt. De gevolgen van dien westelijken invloed verlammen het be grip van de laatste wortelen waaruit wü zijn geboren en er ontstaat nog slechts een streven naar de internationalismen. Het internationalis me alleen is troef. Het volk en de ver bondenheid met het volk wordt be schouwd als verouderd en belachelijk. Een volksch, naar hun aard eigen be wustzijn hebben deze lieden niet meer en daarom zijn zij volkomen vreemd aan het '.even geworden. Zoo is het laatste slot van alle wijsheid in dit land om de menschelijke betrekkingen te ordenen volgens de fair play Alsof de bolsjewisten de zeer hardhandige Ame rikanen thans wel aan een fair play zouden denken. Wanneer het om de laatste dingen van een volk gaat, moet men reeds het richtsnoer van het eigen handelen uit een ander diepergaande zedelijkheid verkrijgen, uit de overtui- ging dat men voor zijn volk tot het uiterste moet opkomen. Qok dan wan neer de maatregelen, die men moet ne. men en waarvoor men moet instaan, vervloekt hard zijn. Men verdraagt ze, omdat men op een hoogere verantwoor delijkheid staat en gesteld is voor de grootere taak, die het lot ons heeft toe vertrouwd. Nationaal socialisten, minstens even groot echter zijn de penetraties die uit het Oosten komen, penetraties van hei collectivisme in onze Europeesche maatschappij, of dat nu marxisme of bolsjewisme is, die zich Immers alleen onderscheiden in de methode bij het bereiken van hun doel en niet princi pieel verschillen. Men moet ook in dit land de oogen niet sluiten. De meening der mijnwerker» in Limburg. Ik herinner aan een gebeurtenis, die ik kortgeleden meemaakte. Ik streef ei- naar zooveel mogelijk de provincies t.e bereizen en daar met onze kameraden Nederlanders en Duitschers, te spre ken en ik ben dankbaar dat onze ka meraden heel openlijk tot mij komen en mij zeggen, wat zij gezien hebben. Zoo bevond ik mij onlangs in Lim burg waar ik een gesprek aanknoopte met een mijnwerker en hem vroeg: „Nu, wat denken eigenlijk de mijnwer kers in het Limburgsche?" Mijn zegs man zeide mij heel eerlijk: „Ik wil heel openlijk met U praten. Er bestaat een zeer groot aantal mijnwerkers, die voor het Nationaal-Socialisme geen be grip hebben. Zij willen niet, dat Duitschland overwint, maar zij willen ook niet dat de Engelschen en Ameri kanen overwinnen". Toen heb ik ge vraagd, wie er dan de overhand moest krijgen. Mijn zegsman antwoordde mij: „Ja, wanne.gr men met deze menschen ter plaatse spreekt, dus daar, waar zij afgesloten van de rest van de wereld niet lichtvaardig denken, krijgt men ten antwoord: „De Russen". Dat is opmer kelijk. In Limburg heerscht onder een niet gering deel van de mijnwerkers de meening, dat de Russen moeten win nen. Waarschijnlijk hebben zij daarbij een onduidelijke voorstelling wat dat eigen lijk voor een winst en een overwinning zou zijn. Maar deze meening is er en zij is bijzonder opmerkelijk, omdat wij toch heelemaal weten, dat ln Limburg de katholieke kerk een ongemeen grooten invloed op deze menschen uit oefent, en stellig niet in de richting die de bolsjewisten vertegenwoordigen. Dat bewijst echter aan den anderen kënt, dat de politieke vormingskracht van de confessies, hoe sterk zij ook eenmaal geweest is, thans verloren is gegaan. Met de confessies kan men de menschen blijkbaar niet meer binnen een bepaalden vorm van gemeenschap houden. Hetzelfde is aan den dag gere den in Italië, toen Badoglio probeerde het fascisme terzijde te dringen. Wat is er toen gekomen? Een liberaal of de mocratische impuls? De jongste demo craat, die daar verschijnt is de oude graaf Sforza. Ik geloof, dat hij 72 jaar oud is en dan is er nog een ander bij, die, naar ik hoorde, 77 jaar is. Dat is wat het liberalistische en democratische burgerdom thans nog kan leveren. Een katholiek communisme, Daarvoor is ln Zuid-Italië een katholiek-communistische partij ont staan. De leider van den katholieke actie in Italië heeft nu nadrukkelijk verklaard, dat de katholieke actie in Italië in het geheel niets met deze katholiek-communistische partij te maken heeft maar achter de republl- keinsch-fascistische partij staat. Die is namelijk niet ver van schot. Hij weet, wat er uit dezen toestand kan ontstaan. Op den Balkan is het precies zoo, Daar hebben zich groepen van verzet gevormd, die de bosschen zijn ingetrok ken en partisanen geworden zijn. Oor spronkelijk waren het meerendeels mi litairen, die waren nog nationalistisch, Nu Is dat ook anders geworden. Op den Balkan heeft nu de communist Tito de leiding in handen, dien Stalin tot bols- jewistengeneraal benoemd heeft en Nieuw-Zeelandsche en Engelsche offi cieren. die aan valschermen bij Griek- sche partisanengroepen werden neerge laten, werden juist door die partisanen doodgeschoten. Dat zijn geen toevallig heden, dat zijn allemaal teekenen,- die erop duiden, in welke richting de ont wikkeling kan gaan. Houdt U een ding voor oogen, deh totalen oorlog en zijn uit het steeds toenemend gebrek aan goederen voort spruitende gevolgen. Het is thans reeds zoo, althans de tijd is niet al te ver meer. dat degene in Duitschland, die van" vroeger, volkomen wettelijk en ln orde, nog een goedingerichte woning heeft, dit bezit mettertijd zal aanvoelen als een druk tegenover die volksgenoo ten. die inmiddels alles verloren heb ben, en dezen van hun kant zouden denzelfden toestand aanvoelen als een onrecht. Wanneer de slachtoffers van de bombardementen in Duitschland geen Nationaal-Socialisten zouden zUn> zouden de terreurvliegers der Engel schen en Amerikanen Inmiddels het bolsjewisme in Duitschland sterk heb ben aangekweekt. Ik heb Juist gesproken met den burgemeester van Bochum, een zwaar geteisterde stad. HU heeft mU bevestigd, dat »Un lieden alles op zich nemen, maar voor alles hun geboorteland niet wilden verlaten. ZU komen terug, bouwen zich ver blijfplaatsen ln de bergen. Zij leven in de meest primitieve omstandighe den. Versagen kennen deze men schen niet. Alleen een vreeselUke verbittering. Deze menschen willen hun lot verdragen en wanneer men hun zegt, dat de oorlog nog Jaren kan duren, dan antwoorden ali: „Dat geeft ook niets, slechts Iets willen wü, vergelding en wraak utoeteo wj) beleven".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1943 | | pagina 2