KLAIOEN MELBA f ;7f De Bangert STEEDS VERSCH K A< KLOKPOEDER I I l JEUGDHERINNERINGEN 1 De Klopperwacht KOFFIE- SURROGAAT 225.000 NUTRiCIA Niemeii ijer s p wmam/ sn-sjt i en QUAKER ff geven U nieuwe 7 kracht voor het dagelijksch werk JE ROMAN VAN EEN SPINNEWIEL E ven voorgaar r? SPROOKJESTUIN VAN NOORD-HOLLAND Land van boomgaarden en bruggetjes. Zóó schoon is de Bangert in bloei VAN EEN ZAANKANT ER 0 VAN OMSTREEKS 1 880^ 0 DOOR SNELLEN OMZET IN EIGEN WINKELS gengil verdwenen flesschen Je bisschopsstad is "eoain denkbaar 'der zgo trotschen, in toren, •Is de Hollander zon- rijn kopje koffie Daar» u bel toe Ptttij, dal wjj de traditie tan eeo gen "1 bakje troon koo- neo voortsettea, dank sfi tAÉl 'ALM koffiesurrogaat Melba prsterkt i»ekker! De kinderen d>ken het graag en het dó ze zoo goed. De Varserkende Kinderrank Voor leder kd tot 13 jaar een pa Heeft fn verpakking raarde Wanneepp een verpakking de naati voorkonr waarde, houd uit W. A. Scholten dan heeft deze )an bestaat de in- oede waar. samen gesteld lit zuivere, verant woorde rondstoffen. Voor beelden daarvan zijn W A. Schflten's Albumona. Butarona. Transparants, sago, verpakt aardappel meel. ett. W.A.SCIIOLTEXs A ardappelmeeljabrieken VKAAG UW WINKELIER 'lllimi\nU\\ door M. BRUINSMA. HS.ii48tormt* Ik beb moeite op mijn fiets te blijven zitten op den eenzamen weg, waar de wind vrij spel heeft. Af en toe, als Ik één der verspreid liggende boer- derijtjes passeer, heb ik even luwte, maar dan komen de vlagen ook nog eens zoo verwoed opzetten, ik word heen en weer geslingerd, van links naar rechts, als een te klein schip bij woelige zee. Het water in de sloot wil de rivieren imlteeren en is in voortdurende beweging, in machte- looze poging tot het verwekken van schuim. Het is Zondagmiddag en de boeren en arbeiders, die in deze streek wonen, zijn blij, met dit weer rustig thuis te kunnen zitten, een oogenblik nog, tot het melk tijd is. Ik vorder langzaam, maar eindelijk toch ontdek ik in de verte het huisje, waar ik vanmiddag verwacht word. Nog op een behoorlijken afstand zie ik al een ge daante achter het raam, een hand, die wuift. Ik rijd over het bruggetje en daar na het erf op. De deur gaat open en Aafke verschijnt. ..Wat fijn, dat je toch gekomen bent, een zware tocht gehad zeker?" Ze duwt me het halletje binnen en zet mijn fiets weg. Als ik me wat opgeknapt heb, gaan we de kamer binnen en maak ik kennis met haar vader. De kamer is gezellig. Aan drie zijden glas-in-lood- vensters, waardoor je het lage land ziet, met daarachter de duinen. Heel vaag staan ze daar, als kinderen, die elkaar de hand reiken en één lange rij vormen, waar niemand door mag. Veel ouderwetsche dingen staan in het vertrek. Er brandt een open vuur, een koperen ketel Hangt er boven en schom melt af en toe zachtjes heen en weer. als de wind het huisje doet trillen. We drin ken thee uit groote boerenkommen. De vader van Aafke is een gemoedelijk man, die onderhoudend weet te praten. Hij vertelt hoe zijn familie hier gewoond heeft, van geslacht op geslacht. Veel kin deren zijn er telkens naar elders vertrok ken, hebben hun geluk in de stad be proefd of gemonsterd op een schip. Maar altijd is er één uit het gezin geweest, die de traditie handhaafde en bleef wonen in het kleine huis, te midden van de groene weilanden, te midden van de boe ren met hun koeien, te midden van de eenvoudigen, die op hun simpele wijze van het leven genieten. Het doet den man goed, weer eens de oude familie overleveringen te kunnen vertellen en hij vindt bij ons een luisterend oor. Hoewel Aafke de meeste verhalen wel kent, hoort ze toch vol belangstelling toe en brengt hem door een vraag weer nieu we dingen in herinnering. In den hoek van de kamer heb ik een spinnewiel zien staan. Heel oud, anders dan ze tegenwoordig overal in de winkels staan, sprekender en fijner afgewerkt. Telkens gaat mijn blik dien kant uit en Aafkés vader, die dat merkt, glimlacht eens tegen me. Ja, dat ding daar zouden we niet graag willen missen, het hoort bij het huis, zegt hij en Aafke knikt bevestigend. Op mijn vragend kijken stopt hij zijn pijp nog eens en begint te vertellen. „Lang geleden, in den tijd, dat mijn grootvader een jonge man van een jaar of vijf en twintig was, woonde er in het dorp, dat je verderop ziet liggen, een schilder. Nu was het in die dagen zoo, dat de boeren iemand, die niet zijn brood verdiende met in den grond werken eh onder de koeien zitten, niet in hun kring opnamen. Zij groetten den burgemeester, den dominee en den dokter, maar voor de rest waren zij tevreden als ze bij de ge boorte van een kind, of bij een sterfge val, eens bij elkander kwamen; waarna ze weer verder leefden als altijd. Zonder eenige interesse voor de buitenwereld, maar ook zonder verlangen naar de din gen, die buiten hun bereik lagen. Die schilder nu was hier komen wonen en trok er 's zomers op uit. Zijn dochter vergezelde hem op al zijn tochten en was hem als een vriend. Een vrouw had hij piet mepr. Het meisje groeide eenzaam op, de kinderen uit het dorp bemoeiden zich niet met haar en de kleine kring van no tabelen liet haar en haar vader links liggen. Toen ze nog een kind was, had ze genoeg aan haar vader en had geen be hoefte aan méér. Maar tóen ze een jaar of achttien was, begon ze in te zien, dat Eenmaal zag ik wolken zweven, wit. ja wit, ja wondenwit, wolkan in een wolkenwereld, wit, ja wit, ja wonderwit, en ze kusten elkaar in het krullende haar, wit, ach wit, ach wonderwit, en ze grepen elkaar in het flodderend haar, wit, zoo wit, zoo wonderwit Eenmaal zag ik zonnestralen. goud, ja goud, ja wondergoud, stralend uit een hemel dalen. goud. ja goudT ja wondergoud, en ze kusten elkaar In het rossige haai, goud. ach goud, ach alles goud, en. ze grepen elkaar in net 1 flonkerend haar, goud. ach goud. ach èlles goud Eenmaal zag ik waterdroppen blank, ja blank, ja schaterblank. droppen aan wat bloemenknoppen.- blank, ja blank, ja schaterblank. en ze blonken tegaar. en vertelden elkaar, stil. ach stil, ach wonderstil, van die zwellende knoppen, met koppen vol droppen, stil. zoo stil, zoo wonderstil Gré de Reus. ze toch eigenlijk een leven leidde, dat veel rijker en mooier kon zijn. Ze werd stiller en liet haar vader meer en meer alleen gaan, als hij zijn zwerftochten on dernam. Ze zat vaak achter het raam en keek naar buiten, 0roomend zonder ge dachten: De oudste broer van mijn grootvader, die al een tijd verloofd was met één* der meisjes uit het dorp, zou in den herfst gaan trouwen. Nu was het de gewoonte, dat alle broers dan een meisje uitnoodig- den om bruiloft mco te houden. Grootva der, die Anke ook nlleen kende van de keeren, dat zij met haar vader langs ons huis kwam, voelde zich zeer tot het meis je aangetrokken. Hoewel hij wist. dat ze nooit in gezelschap gezien werd, verman de hij zich en liep eens langs haar woning, in de hoop, haar te kunnen spreken. An ke zat voor het raam. Op grootvaders groet glimlachte ze, waarna hij haar be duidde, dat hij haar iets te vertellen had. Je begrijpt, dat Anke direct toestemde op zijn verzoek. Zij beschouwde dit im mers als haar kans, eens met anderen in contact te komen, en wellicht ook te blij ven. Voortaan, als grootvader in het dorp moest zijn, of 's Zondags na de kerk, maakten die twree zoo eens een praatje, en het duurde niet lang, of ze werden goede kameraden. Toen dan ook de tijd van het feest ge komen was, waren zij lang geen onbeken den meer voor elkaar. Ik behoef jullie niet te vertellen, hoe het verder ging. Ruim een jaar later was er wéér bruiloft. Anke's vader was blij, dat zijn kind haar bestemming gevonden had. Hij wilde niet alleen in hun huisje blijven wonen en ging weer zwerven, als vóór zijn huwelijk. De trouwerij moet heel gezellig geweest zijn. ,Zóó zelfs, dat er nog jaren over gesproken is door heel het dorp. Het bruidje had vele geschen ken gehad en daarbij was ook het spinne wiel. dat je daar ziet staan. Het werd haar geschonken door een oom van haar, die het zelf gemaakt had. Lang was hij er aan bezig geweest, zorgvuldig alles afwerken^ en zoo fijn mogelijk snijdend. Er was echter één voorwaarde aan ver bonden, toen het geschenk overging in de handen van grootmoeder Anke. Voor elk kind, -dat geboren zou worden, moesten de eerste kleertjes gemaakt zijn van het garen, dat op dit wiel gesponnen was. Zoolang dat gebod opgevolgd werd, zou het spinnewiel zijn taak blijven doen. Zoo dra er evenwel iemand zou zijn, die de traditie ontrouw werd, gaat het wiel den dienst weigeren,' de ouderdom laat zich gelden en het vermolmt. Tot nu toe hebben alle vrouwen zich stipt aan het voorschrift gehouden. Ket is gewoonte geworden, als een jonge man uit ons geslacht, die in dit huis zal blijven wonen, trouwt, hij eerst aan zijn toekom stige vrouw vraagt, of zij de traditie zal handhaven. Eerst, ate zij daarop toestem mend geantwoord heeft, is hij verzekerd van een gelukkige toekomst. Aafke ls on ze eenige dochter en ik weet wel zeker, dat zij de gewoonte niet ontrouw zal wor den." Ik weet niet, in hoeverre Aafke's vader waarheid en fantasie gescheiden heeft ge houden. Toch maakte het verhaal indruk op mij en ik hoop hem ook later weer eens tot vertellen te kunnen bewegen. C3IIOIIOIIOIIOIICDIIC3IIC3C3 0IIOIIOIICDIIO!IOIIOItC3IIO 0 Als leder j?ar voltrekt zich ook thans voor het oog der wereld het fes tijn van de lachende len te, de geboorte van nieuw leven, dat zich onweerstaanbaar baan breekt, dat knoppen bers ten doet en bloemen laat ontluiken in het grastapijt van gezapig groen. En als ieder jaar zijn we al hebben de verschrikkingen van de zen tijd ons ook in vele opzichten immuun ge maakt voor wat rondom ons geschiedt - weer ont vankelijk voor 't groote wonder, dat zich in de natuur voltrekt en dat wij in al zijn rijkheid aanvaarden als 'n mach tig Godsgeschenk. Voorjaar het wekt gedachten op aan grazige weiden, san ontbottende boomen, die weldra zul len prijken in hun feest- kleedij van onzegbaar teer groen en aan bloeiende bongerds, waarvan iedere boom op zich is als een stralend bruidsbouquet. In deze dagen was steeds de groote trek naar de Betuwe, die zich door den toover- staf van de lente lichte lijk beroerd herscha pen zag in een waren lusthof van weelderigé bloesempracht. Een rijk en gezegend land, die Betuwe, in den bloeitijd een onvolprezen oord. doch hebt ge zou ik willen vragen de boomgaarden van Zuid- Limburg wel eens in bloei gezien? Hier. in het glooiende heuvelland, be koort U een schoonheid, welke die van de Betuwe zoo mogelijk nog over treft. En kent ge mis schien ook de boomgaar den van Walcheren, of om dichter bij huis te blijven hebt ge zoo te gen de Meidagen de bloeiende Bangert wel eens doorkruist? Een uniek plekje. Tien tegen één, dat Uw antwoord een ontkenning inhoudt, vijf tegen één, dat ge niet eens wfeet. waar ge de Bangert zoeken moet, dat men U nimmer sprak van de fruitstreek achter Hoorn, die toch wel moet worden gerekend tot de unieke plekjes van ons land. Want uniek is de Bangert in vele opzichten, al zou het slechts zijn door haar bekoorlijke intimi teit. Ge treft er niet, zooals in de Be tuwe, het wijde land met vergezichten vanaf den hoogen dijk, men mist er de j rustieke boerderijen, her en der ver spreid, doch wat men wel treft, dat zijn de smalle weggetjes met slooten aan weerszij, dat zijn de ontelbare vonder tjes, rank en mank, waardoor het wa ter wordt overbrugd dat zijn de pitto reske huisjes in de fleurigste omlijsting, die zich maar denken laat. De bloeiende (Cliché Archief.) Bangert is als een sprookjestuin, waarin men kan ronddwalen en waarin iedere honderd meter een nieuwe verrassing biedt. De streek tusschen Blokker en Zwaag. is een klein paradijs, waar men in enkele uren voldoende schoonheid kan opdoen voor een geheel jaar. En wie over een fiets beschikt, die strekke zijn tocht uit naar de dorpen Wijdenes en Schellinkhout, waar de landweg zich slingert door de bloeiende bongerds heen en waar als men den dijk op komt het uitzicht over het IJsselmeer een openbaring is. De Bangert, zoo is aangekondigd, staat thans in vollen bloei en haar luister duurt slechts korten tijd. Wie de zen aanschouwen wil, hij make zich op en hij ga naar de oude stede Hoorn om van daar uit op ontdekkingstocht te gaan in eigen land. Hij zal er buiten kijf een groote vreugde *an beleven. JAC. BROERSBN. Voorheen wazze d'r hier. an de Zaen. heel wet. loitjes, die dat baentje bal de 0— hand hadde. In de stede wiere die rustverstoorders „porder" enpemd. 't Wazze meest bejaerde manne. die glen aer werk meer konne waerneme. Dat 'r hier voor die lol zooveul werk ande winkel was, zat m deerin, 0— dat 'r een hoop molenaers wazze, die altaid vroeg óp moste. De dagmaelders, onder de ollesla- 0- gers, moste soches om vier ure „voor derloi werk staen". pus die moste zoowet om drie ure toe d'rloi bed oit, want meestetaid moste ze nag puur zoo'n entje loope, Z eer ze van hols, ande mole wazze 0— Veul moles stonde diep int veld, in deer wazze d'r bai, deer je gien iens loopende komme konne, deer most je den nag mit 'n skoitje overvare. Dat was in de winter ok gien lolletje, in Z hard-stikke donkers, deur 't ais te moete vroete. H De houtzagers begonne, in de zeu- Z mer, om vaif ure, in de pampiermae- kers ok, in dat was mit de aere mo- H ienaers meest allegaer vans gelaike. X De Delders hadde deur de bank gien klopperwacht van noode, want die Obleve veulal de heele week ande mole. Ze sliepe deer den ok, in kooie, die op 't skuurzolder 'etummerd wazze. OEte koke dede ze in de hut, dus zol- lie hadde zoo'n bietje 'n hoishouwin- kie op derloi aigen hand ODat 'r in hullies gezinne van hoiselek- haid 'n bitter bietje over 't vuur M kwam, zai zoo maer effles, tusse twee haekies op 'emorreke. Ze werkte, az- zer wind genog was. achttien ure van (J de vierentwintig, dus 't was aigelek ok gien moeite om né hols te gaen. De olieslagers bleve zestien ure ande M mole, in as 'r 'n stalve wind was, namme ze deer temet glen taid öf om te ete; want die mense hadde glen [1 vast loon. X Ze werrekte „bai 't last", d.w.z.: ze krege betaeld né de hoeveulhaid zeed f] die ze vermaelde. As 'r dus wind was, X moste ze d'rloi slag waerneme, want G- mit stilte verdiende ze niks De houtzaegers maelde van soches vaif tot sevens acht ure. dat was den, in de zeumer de „normale" dag, maer f] as wind genog was den knoopte ze X deer meestal nag twee ure an, dus den was 't tien ure azze ze né hols f] gonge. Ok 'n gnap dachie! X De ambachtsloi begonne ok soches om vaif ure in die hadde sevens om Oacht ure hailig. Né zoo'n lange werrekdag wazze de mense, zoo as wel te begraipe is, Oheelekendal of-étreuxeld, tn d'r wazze d'r maer 'n bietje die op taid, oLt'rloi aigen wakker wiere; want ze sliepe Oas osse. In deerom liete ze d'rloi maer klop- pe deur de wacht, den hadde ze gien Onood, datte ze te laet kwamme. Dat kostte 'n stooter (12'/s cent) of drie stoivers ln de .week, in den ko'je Oje hoofd gerust neerlegge, want je konne d'r van op an, dat de klopper- wacht je niet verbai liep. Die had in Odie vroege ochenure 'n drok bestek. Op 'n dribbeldraffie liep ie van de iene klant né de aer, in z'n hand 'n Ohoute hamertje mit 'n lange steel, dat ie wel as wandelstok hadde kenne ge il broike, maer den was ie niet op taid Oklaer 'ekomme. Hai had 'r toch al 'n heele toer an om 't iederien né 't sin Z te maeke, in aaigelek lukte 'm dat ok Oniet. Want de klante weunde natuur lek niet allegaer vlak bai mekaer, dus as ie 'r 'n stik of wet hadde die o op dezelfde taid 'eklopt worre moste den wazze d'r deer altaid bai, deer ia Z te vroeg kwam. Maer, dat wist ie den wel te ver- deele, deur z'n loopie om de aere dag n om te draaie. 't Was hum nou lemael I ok niet meugelek om overal gelaik te weze. Dat wiste z'n klante ok wel, al wazze 'r deer wel onder „die mop- I perde omdat ze deurdeur van d'rlQi korte nachie nag 'n kertier of twin tig menoite misse moste. Maer de wacht wist dat bien den wel weer in 't lid te zette, deur d'rloi JT an d'rloi verstand te brenge, dat le zoo- L veul meugelek z'n best deen. maer dat ie ok gien aizer mit hande kon breke. n Mit z'n hamertje klopte ie op de houte weeg, want stiene hoize wafcze d'r toe temet nag niet. temenste niet n deer werkloi in weunde. Al nè gelang ie mit 'n vaste sleper te doen hadde, of mit ientje die gauw asem gaf, sloeg r le harder of zachter, maer hai gong niet vort vóór le antwoord 'ehoord hadde. 't Beurde wel. dat ien van de klante f weer ofzakte in te laet op z'n werk kwam. Den kreeg de wacht de skuld, die hadde 'm vast over 'esloege. As 't wachie dat an de weet kwam, den was ie, dat lalt in de rede. in z'n eer 'etast in den peperde te dat zoon' kwaedspreker, niet zoo effetjes in. Hai roffelde den bai hum ongese- neerd op de weeg, in riep: „Kom voor n 'n dag 'k moet je eerst voor de rame z, zien, aers'ze' je strakkies weer, dattik je niet 'eklopt hew. 'k Gaen niet vort, vóór 'k je 'ezien hew!" Dat gong niet zoo erg soetsappig, in de bure wazze ok mitien wakker. Wet f] die ervan dochte in 2iaie, van die u wacht in van derloi buman, nou, dat zei k maer niet overbrieve. Maer, dat kwam maer zelde voor, 't gong meestetais nag al gemoedelek in z'n werk. Vooral as 't olieslagers wazze, weer ie op weeg klopte. Den ko' je 'm, meer as iens, hoore zegge, ,,'t Is taid, Klaesbuur. D'r is 'n slap hallef wer- rekie, oit 'n Zoie, in 't regent. D'r hangt niet veul oit!" n Slap hallef werrekie": zwakke wind zoodat de molen ter nauwer- nood de helft van het „gaandewerk" in beweging kon houden. „D'r hangt niet veul oit" Het is niet te verwach ten dat de wind .sterker zal worden. Bai aere weersgesteldhaid. loidde z'n bericht: „Maek dat je d'r oit komme, Kees D'r is 'n vlugge - volle - werks- wind, oit 'n Noord-Weste. Maek vort, maet, d'r is wet te verdiene vandaeg!' Wet ze mit dat kloppe verdiende, deer konne die mense meestal niet van bestaan. Ze hadde d'r 'n vente- n raitje of wet aers bat, in zoo akar- U relde ze derloi kossie op Toe de wek kers oitkwamme, was dat 'n lillek kloitje oit d'rloi pap. Die klokkies kwamme op lest zoowet bai iederien in hois, in deerdeur raekte 't werrek van de klopperwacht an 'n end. \De moles gonge weg, ja alles is aers 'eworre.%Neem allienig maer d'rs de werktaie. Dat skeelt zoowet de halft, bai van vroeger. Deer komt bai, datte de werk- U mense nou lang niet zoo loof benne as se sevens te bed gaene, want of je achttien of zestien ure in weer benne of acht, dat skeelt nag al 'n porsie. Deerdeur kenne ze ok veul makke- leker toe d'r loi bed oit komme, asset taid is. Temenste. dat zou je zoo wel zegge. Zoo het den alles 'r toe bai 'edroege om de klopperwacht van de baen te hellepe. In zoo isser meer. Deerover op 'n aere keer. CDIICDIiail CDIICDIICDIICDIIOII CD CD CD1ICDIICDII Oll CDIIC=)IICDIIC3 OFFICIEELE PUBLICATIE. Distributieregeling voederaardappelen. Voederaardappelen mogen niet meer vrij worden verhandeld. Als voorwaarde, bedoeld in de artikelen 11 en 14 der ver ordening Voederaardappelen 1943, wordt gesteld, dat voor het verkoopen en afle veren van voederaardappelen door telers door of vanwege den provincialen voed- selcommissaris voor den verkoop en de aflevering vergunning moet zijn verleend, tenzij het betreft verkoop en aflevering aan de .V.B.N.A. Hieruit volgt onder meer, dat de telers hun voederaardappelen uit sluitend mogen verkoopen en afleveren aan de V.B.N.A., terwijl voor den handel van boer tot boer een vergunning van den P.V.C. ls vereischt, welke vergunning wordt verleend door het uitreiken van een geleidebiljet voor het vervoer der partij. Dit geleidebiljet dient te worden aangevraagd bij den P.B.H. van het dis trict. Als voorwaarde, bedoeld in de artike len 19 en 22 der verordening Voederaardap pelen 1943, wordt gesteld, dat grossiers in voederaardappelen slechts voedaraard- appelen mogen verkoopen en afleveren met vergunning van de V.B.N.A. Als ver dere voorwaarde, voor zoover het betreft het verkoopen en afleveren van voeder aardappelen door detaillisten, wordt ge steld, dat de detaillist voor het verkoo pen en afleveren van voederaardappelen een vergunning behoeft van den provln- c^plen voedsélcommlssaris. Deze vergun ning dient de detaillist aan te vragen bij den P.B.H. van zijn district door het over leggen van zijn bestellijst ln duplo waar bij tevens een geleidebiljet dient te wor den aangevraagd. Bovenstaande regeling geldt eveneens voor de inundatlegebieden ln Zuid-Holland en Zeeland, evenwel met dien verstande, dat den teler door de V.B.N.A. een afle- veringsbewijs ten name van het Rijks bureau voor de Voedselvoorziening ln oorlogstijd (afd. Bureau Ontruiming) wordt uitgereikt, dat hij voor latere ver antwoording zorgvuldig dient te bewaren. Voorshands mogen slechts de bij de V B. N A. aangesloten grossiers en detaillisten irt voederaardappelen in deze producten handelen. Verzameltoewfizlngen boter. Met Ingang van 1 Mei a.s. kunnen de detaillisten en de grossiers slechts éénmaal oer week toewijzingen boter Inleveren ter verkrijging van verzameltoewijzingen voor boter. PROVINCIALE PUBLICATIE VAN HET DEP. VAN LANDBOUW EN VISRCHERI.T. Inlevering restanten zaaigranen. De Provinciale Voedselcommissaris voor Noord-Holland maakt hiermede aan de erkende zaaizaadhandelaren ln de pro vincie Noord-Holland bekend, dat alle restanten zaalzaden (uitgezonderd stam- boonen) en de uitschoonsels van alle zaaizaden ten spoedigste, doch uiterlijk vóór 15 Mei 1944 moeten worden Ingele verd bij het Aan- en Verkoopbureau voor akkerbouwproducten, afd. Noord-Holland, te Alkmaar. De Inlevering dient te ge schieden bij den dichtstbljzljnden erkenden pakhulshoudex Contractteelt landbouwraden oogst 1944. De Provinciale Voedselcommissaris voor Noord-Holland maakt bekend, dat con tracttelers van klaver, spuri'ie, saradella. lupinen en wikken voor zaadwinning oogst 1944 verplicht zijn hun teeltcontract per omgaande ter registratie op te zen den (voor zoover dit nog niet is ge schiedt) aan het Hoofdbedrijfschap voor Akkerbouwproducten, afd. Alg. Land- bouwaangelegenheden, Plein no. 4, 's-Gra- venhage. Na registratie zal hetteeltcon tract met de daarbij vereischte teeltver gunning aan de telers worden geretour neerd. Telers, die bij controle niet in het bezit van een teeltvergunning zijn stellen zich aan vervolging bloot. Op de contracten moeten 't District No. en Reg. No. zijn vermeld. Contracten, welke on volledig zijn of na 15 Mei op het Hoofd bedrijfschap binnen komen, worden niet. meer in behandeling genomen. Verder wordt belanghebbenden er op gewezen, dat de teelt van klaver voor zaadwinning oogst 1944 uitsluitend op contract met den daartoe bevoegden handelaar of coöperatie mag plaats vinden. De namen en adres sen van deze handelaren en coöperaties zullen op aanvraag worden verstrekt. BEKENDMAKING VAN DEN GEMACHTIGDE VOOR DE PRIJZEN, Op grond van het uitvoeringsvoorschrift van het prfisvormlngsbesluit inlichtingen fabrikanten lndustrleele producten no. 2. Inlichtingen verzoetingsmiddelen. Ieder, die al dan niet met andere stof fen vermengde synthetische verzoetings middelen ln kleinhandelsverpakking ver vaardigt, alsmede ieder, die de vorenbe- -do'elde verzoetingsmiddelen, hetzij van binnenlandsche hetzij van buttenlandsche herkomst, van derden betrekt en deze onder eigen naam of merk en in eigen kleinhandelsverpakking verkoopt, is ver plicht de volgende Inlichtingen te ver schaffen; a. Naam der onderneming. b. Kantooradres; straat, huisnummer en gemeente. c. Vorm der onderneming: N.V., ven nootschap onder firma e.d. d. Namen der firmanten, eigenaren of directeuren. e. Nummer van de bedrijfsvergunnlng en datum, waarop deze is verleend. f. De benaming, waaronder de diverse artikelen in den handel worden gebracht, hoeveelheid, g. Netto gewichtslnhoud per verpakte hoeveelheid. h. Naam en samenstelling, uitgedrukt ln gewichtshoeveelheden van het gebruikte verzoetingsmiddel. 1. Verzoetend vermogen per verpakte hoeveelheid, uitgedrukt in kilogrammen of grammen suiker. J. De prijs, waarvoor de diverse artike len in den handel worden gebracht, be nevens vermelding der leverings- en beta lingsvoorwaarden (franco of niet franco, betalings- en hoeveelheldskortingen e.d.). k. Verbruikersprijs. Nummer, datum en autoriteit van eventueel vroeger verleende prljsvaststel- ingen. onder welke benaming of ln wel ken vorm ook verleend. D« bovengenoemd» gegevens dienen voor OE KOFFIE- EN THEEZAAK, -605- Heeft U éèn ^van die Tienduizenden Nu tri cis» flesschen, die nu doelloos en leeg in kasten en kel ders liggen, kunnen met fijne Nutricia-babyvoeding gevuld worden. Geef de verdwenen flesschen terug! IT EEN LICHTPUNT IN DE DUISTERNIS..., fe KLOKPOEDER in dezen tijd van zeep» sehoarschte* KLOKPOEDER is in den schoon* maaktijd een ware uitkomst voor de huis vrouw, die prat gaat op de helderheid in haar* huis. KLOKPOEDER is onmisbaar in de keuken* -"r N.V. ZEEPFABRIEK «DE KLOK" - FsWA.m. .w:S.»«wv.iL RikoW. KMvkAW KUw. Iedere samenstelling of klelnhandelsver- pakking, afzonderlijk opgesteld, tezamen met twee monsters van ieder afzonderlijk artikel, waaraan labels zijn bevestigd, ver meldende naam van het artikel en adres als bovenvermeld vóór 30 April 1944 te worden ingezonden bij de Sectie Prijsvor ming Chemie, Madoerastraat 5 te 's-Gra- venhage. Voor verzoetingsmiddelen in kleinhan- delsverpakking, welke na 30 April 1944 voor het eerst of opnieuw tn den handel worden gebracht, dient aan bovengenoem de verplichtingen voldaan te worden, vóór het artikel in den handel wordt gebracht. publicatie van den gemachtigde voor de prijzen. Bericht no. 295. Huurprijzen drlewieiigc bakfietsen. driewielige bakfietsen mogen ten berekend^6 gende huurprijzen worden Pe.r uu/- voor de eerste twee uren of f°r'er fO-40; voor ieder volgend uur f 0.15, per dag f 1; toeslag bij terugkeer bij den verhuurder na 18 uur ten hoog ste fjj.25. Een begonnen uur telt voor een heel Bij uren aansluitende op dagen is net tarief voor deze uren ten hoogste f 0.15 per uur. Per weel- f 4.50, per maand f 16.Toeslag bij regelmatigen te rugkeer bij den verhuurder na 18 uur ten hoogste f 1 per week of f 3.50 per maand. Op weken en maanden aanslui tende deelen vau weken of maanden worden volgens het week- of maandtarief naar evenredigheid berekend. OFFIC. LANDBOUWMEDEDEELINGEN. Voederbieten. Telers, die een vordering tot ter be schikking houden van voederbleten heb ben ontvangen, kunnen. Indien de bieten nog niet door den daarvoor aangewezen handelaar zijn afgenomen, deze vordering als vervallen beschouwen en de bleten op eigen bedrijf vervoederen of vrij verkoo pen met Inachtneming der daarvoor vast gestelde prijzen. Deze regeling geldt «let voor degenen, bij wie bleten in bezit zf)n genomen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1944 | | pagina 3