DOOR SNELLEN OmZET ÉL 1 mmu VIF MELBA EpEHC HEERLUK KAHKEL Gemeenschappelijk opvoedingsideaal een belang voor onze zelfstandigheid. Waar en wanneer za! de invasie plaals vinden? De strijd aan het Italiaansche front. KEb IN EIGEN WINKELS STEEDS VERSCH KOFFIE. SURROGAAT De Gruyter Het is geen tref, dat U in een VIVO-winkel zoo goed wordt geholpen.VIVO krui deniers nemen persóón- lijk Uw belangen waar! Mannen - en oolc Vrouwen Zit er róóm door V.I.F.-pudding? De oude dorpsschool steunpilaar der dorpsgemeenschap. WILT UEENS IETS LEKKERS DRINKEN ook al 15 het h surrogaat koop dan maar een pakje pitt0 WM*JS!É!i2F naam op staat Niemeijer's Adviezen van den Voedingsraad. DE KOFFIE- EN THEEZAAK LEVENSMIDDELEN-WINKELS VAN DEN KOFFIEVAKMAN KOFFIESURROGAAT PER PAKJE 36 CENT die de veertig zijn gepasseerd en lijden aan Rheumatische pijnen, moeten voor komen dat ze de dupe worden van hun leeftijd. Met de jaren verslappen de bloedzuiverende organen, verzwakt ook de spijsvertering. Dan gaan zich onzui verheden vormen in hel bloed, en die hoopen zich op. Zulke menschen moeten Kruschen nemen. Kruschen wordt over de heele wereld erkend als hef middel tegen rheumatische pijnen en als voor behoedmiddel tegen ontijdige ouder- domskwaaltjes. Bij Apoth. en Drog. 1.47 0.76, 0.41, uitsl. In de bekende gele verpakking. N.V. Rowntree, A'dam. Wat zeg! de dokter? KALK MET D! Kalk.... voor de opbouw van baby's lichaam. En Vitamine D om die kalk zeker haar werk te laten doen. Zonder Vita mine D gaat dat niet DAGRAVIT-tabletten nemenl O A. do Graaft Handel industrie OAGRA C.V_ Potlfc 405. A'dam-C, Het recept? Neem V.I.F.-pud ding, wontK./.F.-pudding her kent U blindelings door den vollen, sterken roomsmaak, dien elke pudding van ons naost zijn vanille- of vruchten- smook nog heeft. PUDDING EN VLA Ontbindende krachten van den schoolstrijd. Onze medewerker op het gebied van Opvoeding en Onderwijs ver volgt in dit tweede artikel zUn beschouwing over de opvoeding, zooals deze zonder gemeenschap pelijk en zonder gemeenschappe lijk ideaal wordt gegeven. Voor het eerste artikel verwijzen wij naar ons nummer van Zater dag 20 Mei J.I., 3e pagina. n. Wij zijn de vorige maal geëindigd met het stellen van de vraag, of wij bij ons volk nog wel het recht hebben van volk te spreken. Deze vraag is zoo uiterst be langrijk en zij raakt zoo het wezen van ons volksbestaan, dat het goed is er nog eenige aandacht aan te besteden. Wij kwamen tot het stellen van die vraag doordat, zooals wij zagen, de opvoeding van ons volk uiteengevallen ls in ver schillende soorten opvoeding. Die soor ten opvoeding, voor verschillende deelen partijen van ons volk, stonden en staan vreemd en vijandig tegenover el kaar en ook de deelen der jeugd, aldus door èf-zonderlljke en tegenstrijdige be langengemeenschappen opgevoed, moes ten vreemd en vijandig tegenover elkaar komen te staan. Dit is de consequentie van dit soort op voeding zonder gemeenschappelijk belang en zonder gemeenschappelijk ideaal. Hoe kan het anders? Al zeer vroeg wordt de gemeenschappelijke jeugd van ons volk in groepen of deelen partijen vèrdeeld. Elke groep, die in trotsch isolement zich souverein in eigen kring weet, meent en verkondigt het ware op- voedingsdoel en daarmede de ware op voeding te bezitten. Hierdoor ontstaat bil iedere groep, maar ook bij elk lid van een bepaalde groep, een superioriteits gevoel met als begeleidend verschijnsel een minachting ten aanzien van de ande re groepen. Er is dan ook voor de be paalde groep geen enkele reden om het isolement ten aanzien van een andere groep op te geven. Integendeel! Naar mate de ,,ware" opvoeding tot een meer principieele uitdrukking gekomen is. wordt de afsluiting van elkaar sterker en de behoefte aan gemeenschap geringer, ja. we moeten zelfs zeggen, dat de vij andschap grooter wordt. Onder deze omstandigheden kan een gemeenschappelijke basis van de op voeding en een gemeenschappelijk op voedingsideaal niet gevonden worden. Trouwens, het moge duidelijk zijn geworden, zij, die deze „opvoeding" van ons volk voorstaan, wènschen geen gemeenschappelijke basis en nog veel minder een gemeenschappelijk opvoedingsideaal. Want de gemeen schappelijke basis, die van nature aanwezig is, doordat we kinderen van één volk zijn, wordt uit principieele overwegingen vernield. Zoo ontstaathet beeld van een ver deeld volk zonder gemeenschappelijke jeugd; ook van een partij-jeugd zonder gemeenschappelijk ideaal. Maar. dat bij een verdeeld volk, dat bij een partii- jeugd, die zonder gemeenschappelijk ideaal opgevoed wordt, ook elk begrip en gevoel voor het geheel, voor het volk. waarvan elk kind lid is, ontbreken moet. is vanzelfsprekend. Er is in de laatste jaren nog al eens over verraad gesproken, maar wanneer we zien, hoe de jeugd van ons volk sinds tientallen jaren „opgevoed" wordt, dan vragen wij ons onwillekeurig af, of en door die „opvoeding" misschien verraad gepleegd is aan ons volk. aan zijn zelf standigheid en voortbestaan. "Want dit wordt langzamerhand steeds méér kinderen van ons volk be wust: wee de toekomst van een volk, dat geen gemeenschanneltjke jeuard en geen gemeenschappelijke opvoedings idealen meer heeft! Zoo'n volk gaat te gronde: zoo'n volk is ten onder gang gedoemd. Er zijn dan ook geen gronden te noe men, waarop deze toestand verdédigd kan worden. Zelfs indien men op de meest persoonlijke, ja op religieuze gron den deze toestand zou willen verdedi gen, dan mag men nooit vergeten, dat een verdeeld volk vroeg of laat naar buiten onvoldoende kracht zal blijken te bezit ten en hierdoor zijn zelfstandigheid en onafhankelijk bestaan een einde neemt, met alle gevolgen van dien, ook voor de opvoeding. In ieder geval ls het een verheugend feit, dat de gevolgen, die deze opvoeding voor het voortbestaan en de zelfstandig heid van ons volk heeft, thnns, in de ure der ontnuchtering en bezinning, in toene mende mate ons volk bewust worden Men begint zich inderdaad te bezinnen op het probleem van onze zelfstandigheid en op de vraagstukken, die hiermede samenhangen. Het is zeker niet toeval lig, dat men dan al heel spoedig op onze opvoeding stoot, een opvoeding, die niet de eenheid en zelfstandigheid van ons volk bevordert, doch de verdeeldheid en dus afhankelijkheid: een opvoeding, waarbij niet het welzijn van ons volk als doel voor oogen staat, doch het welzijn van de groep, van het deel, van de partij. Hoezeer deze, ons noodlottig geworden partij-opvoeding onze opvoeding be- heerscht, willen we thans nader be schouwen. Door een tientallen jaren durenden „schoolstrijd" is de toestand op onder- wijs- en dus opvoedingsgebied tot stand gekomen, zooals we dien thans nog aan wezig vinden zelfs na een vierjarige nationaal-socialistische bezetting. Het heeft geen zin de geschiedenis van dezen strijd na te gaan; we willen slechts het feit constateeren, dat deze strijd zeer diep ging, bijkans heel het volk aan greep en de geschiedenis van ons volk gedurende zeer langen tijd bepaalde. Ook is het totaal overbodig de strijdvraag op te werpen bij wie de schuld van dezen onverkwikkelij ken strijd ligt. Wel kun nen we zeggen, dat uit dezen strijd blijkt, dat ons volk niet meer een open en ruimen blik naar buiten heeft, doch slechts een bekrompen blik naar bin nen: bovendien, dat er veel waars in de uitspraak schuilt, dat leder volk die re geering heeft, die zij verdient Want dat het regeeringsbeleid tientallen jaren voor een groot deel bepaald kon worden door dezen bekrompen blik naar binnen, en de „regeerders" geen besef hadden of maar zoo deden van het gevaar, waar in zij ons volk en dus den Staat der Ne derlanden met zijn prachtig koloniaal be zit resultaat van een open en ruimen blik naar buiten! brachten, is niet be paald verheffend voor volk en „regeer ders". De toestand is thans zoo. dat. wanneer de kinderen van ons volk zes Jaar ge worden zijn en ze naar school moeten, ze verdeeld worden In twee groote groe pen: in hen. die de openbare, d.w.z. de neutraled) «taatsschool. en hen. die de bijzondere school bezoeken. Deze laat- sten. ongeveer twee derden van de kin deren. worden dan wederom verdeeld in de bezoekers van de R.K. scholen en van de diverse soorten christelijke scholen (christelijke scholen, gereformeerde scho len, scholen met den bijbel enz.) en enkele neutrale scholen. We laten nu de kleuterscholen van di verse richting, dus het feit. dat ook reeds de kleuters, dus de kinderen van ons volk van 36 jaar, in deze groepen ver deeld word®n. maar buiten beschouwing De z.g vrijwillige keuze van de ouders, het kind hoort immers aan de ouders. de vraag naar vrijwilligheid en !n hoe verre de school in werkelijkheid door de ouders gewild en georganiseerd werd laten we rusten beslist over de opvoe ding van het kind tot het einde van den leemlfchtigen leeftijd Op deze scholen nu wordt onderwijs gegeven en opgevoed <Sf tot een niets zeggende neutraliteit, èf tot een bepaald geloof, maar In beide gevallen is iedere bewustmaking van het feit. dat het kind naast zijn kunstmatig behooren tot een bepaald deel. In de eerste plaats behoort tot het natuurlijke geheel van zijn volk en hieruit bepaalde plichten voortkomen, totaal zoek Zelfs de verschillende leerboekjes o.a lees-, taal- en geschiedenisboekjes habben niets meer met elkaar gemeen Het blükt overduidelijk, dat de verschil lende soorten seholen een totaal ander doel nastreven Wel is de Nederlandsehe taal de taal. die gebruikt wordt, maar daarmede is. wat eenheidsmoment aan gaat. rian ook alles genoemd Zelfs de gezongen moedertaal laat een totaal verscheiden geluid hooren. Iedere soort school zingt haar eigen liederen over de volksliederen zul len we maar zwijgen en terecht ls de opmerking gemaakt, dat aan de liederen, die gezongen worden, de soort school herkend kan worden. Deze verdeeiing in soorten scholen is zoo consequent doorgevoerd, dat in prac- tisch iedere plaats verschillende soorten scholen aanwezig zijn met uitzonde ring hee* vaak van een openbare staats school, wafrin, in naam althans, de staatsgedachte het meest tot bewustzijn zou komen maar o, bittere Ironie, in hoevele staatsscholen werd tot voor kort geweigerd het volkslied te zingen! Voor het platteland beteekende deze schoolstrijd veelal het vernielen van de goedbevolkte openbare school ten bate van een aantal slecht bevolkte dwerg- schooltjes van diverse richting. De Jeugd van het dorp werd eens in eenheid door een prima hoofd der school ingewijd in de eerste uitingen van een cultuur, die er zijn mocht; zij groeide in haar ge heel in de samenleving der dorpsge meenschap, welke vaak geestelijk gedra gen werd door het hoofd der school. Hoevele ouderen dragen ook thans nog vele schoone herinneringen aan deze op voeding mee door het leven. Doch deze eenheid in de dorpsgemeenschap was uit den booze. Deze verdraagzaamheid over verdraagzaamheid gesproken was des duivels en indien de ware belangen van het volk door deze eenheid bevor derd mochten worden en de staat deze verdraagzaamheid mocht waardeeren. zoo was deze staat evenzeer des duivels en een christelijke staat onwaardig. En dus moest de eene flinke dorps school, die vaak cultuurcentrum van het dorp was, kapot gemaakt worden, niet in het belang van het volk, maar tot meerdere glorie van de politisee- rende geestelijken. De gevallen staan niet in het belang van het volk, maar wil van de ouders doch tégen den uitdrukkelljken wil der ouders in de bijzondere school door de politiseeren- de geestelijken doorgedreven is. Thans zijn echter in elk dorp ook de bijzondere scholen van diverse pluimage aanwezig. Als er een school ontbreekt, is het meestal de openbare, de z.g. staats- school(l) Het resultaat van dezen prln- cipieelen strijd is, dat de dorpsgemeen schap verscheurd is en dat vele kinderen kilometers moeten loopen om bij „hun" soort school te komen, terwijl de vroe gere gemeenschappelijke school naast de deur ligt. Velen, die in dankbare herin nering aan hun jeugd en hun dorps school met het bekwame hoofd terugden ken, zullen voelen, dat hier iets niet in orde is. Hetgeen voor de dorpsgemeenschap geldt, geldt echter eveneens voor onze volksgemeenschap. Wat zich ln de dorps gemeenschap afgespeeld heeft, heeft zich evenzoo in de volksgemeenschap afge speeld. Zij ls verscheurd, zij is in vol komen vreemd en vijandig tegenover el kaar staande deelen partijen zon der belangstelling voor elkaar en voor het geheel, uiteengevallen; haar jeugd is „verkwanseld" en, zoo vragen we ons af, ln wiens belang? In het belang van de eenheid van ons volk, en dus in het be lang van zijn zelfstandigheid misschien? Zou er dan toch verraad gepleegd zijn? Buitenlandsch overzicht. W. G. K. Nu het onomstootelijk vast staat, dat de geallieerden moeten over gaan tot de massale operaties, die zij reeds in alle toonaarden als de invasie hebben aangekondigd, wordt de aan dacht gespannen gehouden door de vraag: waar en wanneer zal de invasie plaats vinden? JJET is deze vraag die ook de geallieer den zelf bezig houdt al reeds meer dan twee jaar bezig gehouden heeft. Sedert begin 1942 klinkt in het geallieerde kamp de roep om een twee de front. Er is sedertdien geen confe rentie gehouden tusschen Churchill en Roosevelt waar de kwestie van het tweede front niet ter sprake kwam. Maar steeds heeft Churchill „neen" gezegd. Dit zei hij ook nog te Cassa- blanca, tijdens de conferentie, die daar in Januari 1943 gehouden werd, dit hield hij vol in Mei en Juni van verleden jaar te Washington. Maar tenslotte werd de roep om een tweede front ook Churchill te sterk. Het beëindigen van den veldtocht in Tunis, die aan de Europeesche oorlogsvoering niets ver anderde, maakte de noodzakelijkheid voor de geallieerden nu ook werkelijk op het Europeesche hoofdoorlogsterrein een tweede front te vormen dringender dan ooit. De vraag was nu echter of men in West-Europa of op den Balkan zou aanvallen. De Amerikaansche ge neraals en Moskou kozen West-Europa, de Britten den Balken. Een compromis. yENSLOTTE werd men het er over eens elkaar halverwege te ontmoeten en Italië als invasiedoel te kiezen. Hier bij werd dan het argument uitgespeeld, dat de bezetting van Zuid-Itallë nood zakelijk was om de geallieerde scheep vaart in de MIddellandsche Zee tegen het duikbootgevaar te beschermen. Een opmarsch over de volle lengte van het strategisch moeilijk begaanbare Ape- nijnsche schiereiland lokte echter nie mand aan, noch den Britten, noch den Amerikanen. En toen de Italiaansche veldtocht dan ook het voor de geallieer den teleurstellend gevolg had, dat de operaties in slakkengang ten Zuiden van Rome bleven steken, was Churchill opnieuw in de gelegenheid zijn oude afkeer tegen een tweede front ln West- Europa uit te spelen. Van hem stamt uit dien tijd het denkbeeld de invasie in het Westen uit te stellen totdat de Dultsche vliegtuigindustrie door Anglo- Amerikaansche bombardementen ver nietigd zou zijn. Bovendien zag hij nu een gunstige gelegenheid zijn Balkan plannen weer ter sprake te brengen. Toen Churchill, verleden jaar Juni, na de conferentie te Washington, naar Noord-Afrika vloog en wel in gezel schap van Marshall, heette het in ge allieerde kringen, dat deze laatste Churchill moest bewaken, teneinde te voorkomen, dat de Britsche premier de gelegenheid zou waarnemen Eisenho- wer toch nog tot een aanval op den Balkan te bepraten. Te Algiers is dit inderdaad door Churchill ter sprake gebracht en wel in den vorm van een plan tot een aanval uit twee richtin gen: vanuit Zuid-Italië (waarbij men reeds toen rekening hield met een ver raad door de op den Balkan staande Italianenen vanuit het Oosten. Wij weten, dat dit plan te Algiers tot hef tige uiteenzettingen aanleiding heeft gegeven, maar tenslotte moest Chur chill zijn voorstel onder sterke Ame- rikaanschen en bolsjewistischen druk toch laten vallen. Italië was intusschen een impasse geworden en de roep naar invasie klonk luider dan ooit. Een beschouwing der Europee sche kusten. gINDSDIEN is wel geen der bezette Europeesche kusten eraan ontkomen voor korter of langer tijd de aandacht te trekken als mogelijke Invasie-kust. En ook de niet door ^itschland bezet te kusten der neutralen deelden in die aandacht, hetgeen dan meestentijds sa menhing met een door de geallieerden uitgeoefenden druk op Spanje, Turkije en Zweden. Intusschen kan men, af gaande op uitingen van deskundigen, die over bijzondere, niet gepubliceerde inlichtingen beschikken de strategische beteekenis van dezen politieken druk niet hoog meer aanslaan, terwijl, vol gens dezelfde deskundigen, ook de waarschijnlijkheid van andere dan af leidingsmanoeuvres aan de kust van Blskaja en ln de MIddellandsche Zee, niet groot Is. Sterker valt de aandacht, die ook aan het vermoeden naar de in- vasiekust, die de geallieerden gekozen hebben, richting geeft, op de Duitsche Bocht en de door het Kattegat onder broken Deensch-Noorsche kustlijn tot Kirkenes en verder op de Fransch- Belgische Kanaalkust. Eenerzijds is een aanval op de Deensche kust immers het aanlokkelijkst omdat het achter land van de Duitsche Atlantikwal, als gevolg der Zweedsche neutraliteit, hier het smalst is en een doorbraak door Denemarken het Duitsche verdedi gingsfront in tweeën snijdt en in de Oostzee geheel nieuwe politieke ver houdingen zou scheppen, die ook Mos kou welkom zijn. Anderzijds zal de ra- vitaillcering van een aanval over het Kanaal het eenvoudigst zijn. De mogelijkheid van verras sing. JJIT dit alles blijkt, dat van Duitsch standpunt gezien, de onzekerheid over de richting, die de verwachte aanval zal hebben, niet onbeperkt is en dat men als gevolg daarvan de moge lijkheid van verrassing niet mag over schatten. Beslissend is echter, dat de aanval, hoe dan ook. op of nabij den Atlantikwal zal plaats vinden en deze is door de Duitsche weermacht ver sterkt op een wijze, die haar weerga in de krijgsgeschiedenis niet heeft. En in dit verband is het tevens duidelijk, dat men in Duitsche militaire kringen van de gevechtshandelingen in Italië, welke hevigheid die ook aannemen, niet spreekt als van een offensief. Een werkelijk offensief, dat ook aan de verwachtingen in de geallieerde landen van de invasie gekoesterd, tegemoet komt, kan slechts in het Westen plaats hebben. De vraag naar het „wanneer" kan niet zoo duidelijk beantwoord worden. Wel kan men tot zekere vermoedens komen door de factoren, die hierop in vloed uitoefenen in hun onderlingen samenhang te ordenen. Druk, met het doel de invasie te bespoedigen wordt uitgeoefend door Washington, waar men den toestand in Oost-Azië beoordee- lend van meening is. dat er „haast gemaakt moet worden" in Europa, waar men den oorlog snel beëindigd wil zien en door Mosoku, dat nu wel eens een tegenprestatie wil zien voor de bloedige offers, die het in de afgeloopen jaren heeft gebracht. Londen daarentegen blijkt, kennelijk terugschrikkend voor de ontzaggelijke gevaren, waaraan de inavsie Engeland en het Engelsche volk bloot stelt (ook daar beseft men maar al te goed dat de aangekondigde ver gelding geen looze praat is), nog te wil len remlnen, al koestert men in Dow- ning Street schijnbaar geheime ver langens door de invasie de bolsjewisti sche machtshonger te kunnen beteuge len. Maar: er is een verschil tusschen willen en kunnen. Noodzakelijk overwicht in de lucht. Om tot de aangekondigde invasie te kunnen overgaan moet men ten eerste zulk een overwicht in de lucht bereikt hebben, dat het mogelijk is de eigen operaties voldoende „af te scher men" en tevens de ravitailleeringslij- nen van den tegenstander zoo grondig te verwoesten en door steeds weer her haalde bombardeering verwoest te hou den, dat herstel met mogelijk is en diens étappeverkeer verstoord wordt. Ten tweede moet men niet alleen voor d. vorming van een invasiefront, maar ook om dit in stand te houden over voldoende scheepsruimte beschikken. Ten derde moet men voldoende reser ves van den tegenstander binden, ten vierde moeten onberekenbare factoren als weer, wind, maan, eb en vloed meewerken en tenslotte moet het aan de onderneming verbonden risico dra gelijk zijn, vooral voor de eigen bevol king, wat dan in het bijzonder voor Engeland geldt. De kans van slagen. Wij zagen wat de geallieerden de in- vasie doet willen. Gaan wij nu na in hoeverre aan de elschen voldaan is, die voorwaarden zijn om de invasie ook te kunnen ondernemen. De alleen heerschappij in de lucht is door de ge allieerden niet bereikt. Hierover be staat geen verschil van meening. De bombardementen in het Westen heb ben de Duitsche etappe niet op ingrij pende wijze verstoord; de voor deze étappe belangrijke schade kan in snel ler tempo hersteld worden dan de ge allieerden aanvallen. Noch het Oost front, noch Italië, noch de bendenoor- log op den Balkan binden voor het Westen vrijgemaakte reserves. Een af zonderlijke beschouwing zou gewijd moeten zijn aan de stemming in Enge land, want het is alleszins duidelijk, dat deze niet zoo schitterend is, dat zij het risico van groote tegenslagen zou kun nen verdragen. Ten slotte staat voor elk der geallil eerden achter het beeld, dat zij zich reeds van toekomstige operaties geves tigd hebben als groote onbekende de onzekerheid hunner toekomstige on derlinge betrekkingen, een onzekerheid, die dagelijks door wantrouwen gevoed wordt. Het zijn deze, door ons opgesomde factoren, die wij overigens ook niet allen nauwkeurig kunnen beoordeelen, die beslissen over de vraag wanneer de invasie zal losbreken. OFFICIEELE LANDBOUWMEDEDEELINGEN. Handel ln nuchtere kalveren. De handel in kalveren, zoowel manne lijke als vrouwelijke, met een gewicht van ten hoogste 60 kg., is voortaan toe gestaan buiten de taxatlemarkt Wel moet het gewicht van deze dieren wor den overgeschreven van den leverings plicht van den verkooper op dien van den kooper. Omtrent het verhandelen met of zonder weging kan men zich wenden tot den P B.H. De kalveren moeten zijn voorzien van een registratie- merk. Het bovenstaande heeft geen be trekking op den handel tusschen stam- boeftleden. Het Inname-systeem Oogst 1944. Het Bedrijfschap voor Granen, Zaden en Peulvruchten maakt bekend, dat voor den oogst 1944 een belangrijke wijziging is gebracht in het systeem van „Inname van de volgende producten". Groep 1. Oliehoudende zaden. Groep 2. Tarwe, rogge, erwten. Groep 3 Gerst, haver, veldboonen. Groep 4 stamboonen. Door plaatselijke deskundigen tn de gemeenten zullen deze gewassen naar de opbrengst worden geclassificeerd. Hier bij wordt rekening gehouden met de bodemkwaliteit, verhouding tusschen ka dastrale en gemeten maat, stand der ge wassen enz Van elk gewas wordt aldus een hoe veelheid in kg. bepaald, welke hoeveel heid minstens Ingeleverd moet worden De teler krijgt van deze classificatie van elk gewas afzonderlijk, schriftelijk be richt. Tegen dezen aanslag kan hij tn beroep komen binnen 3 dagen na ont vangst hiervan, tegen betaling van f10 per ha. of deel van een ha van het ge was waarvoor hertaxatie wordt aange vraagd. Dit bedrag wordt terugbetaald, indien de teler ln het gelijk wordt ge steld. Aan de hand van oogstwaarnemingen zal worden nagegaan ln hoeverre de classificatie Juist ls geweest. Bij belang rijke verschillen zal de „voorloopige aan slag" gewijzigd worden. Op de dan defi nitief geworden aanslag ls geen beroep meer mogelijk. Wanneer het bedrijf meer opbrengt dan de vastgestelde defi nitieve aanslag, zal de teler van dit meerdere de helft mogen behouden en onder bepaalde voorwaarden mogen ge bruiken. Van de oliehoudende zaden moet echter de geheele gedorsehte hoe veelheid worden ingeleverd Voor de helft van het boven den aanslag gele verde. ontvangt de teler bonnen voor geraffineerde spijsolie terug. Als een te ler voor een bepaald produet niet aan zijn verplichting kan voldoen, zal hij van een ander product uit dezelfde groep het ontbrekende kwantum bij mogen leve ren Deze verwisseling is toegestaan voor ten hoogste 20«/« De gewassen van groeD 2. 3 en 4 mogen met toestemming van den P.B.H ook onderling worden ge ruild. eveneens voor ten hoogste 20»/« Bij deze laatste verwisseling staat 100 kg product van groep 2 gelijk met 125 kg van groep 3 en met 80 kg. van groep 4. Is de productie op een bepaald be drijf ta laag, dan beataat da mogelijk heid het ontbrekende te laten leveren uit het overachot van andere telers. Het ln te leveren product moet marktschoon en droog zijn. Eventueele onreinheden worden derhalve ln mindering gebracht, evenals vocht vanaf 18°/». Deze kortingen worden tegelijk met den uitslag van de ter monstering aangeboden partij be kend gemaakt. (De kosten van sehoonen en drogen worden den teler zooals ge bruikelijk ln rekening gebracht). Wanneer een teler uiteindelijk niet ten volle aan zijn verplichting voldoet, wor den hem automatisch en zonder vorm van proces verschillende gunsten ont houden. De voornaamste zijn: 1 De vergunning tot huisslachting wordt niet uitgereikt (Deze vergunning wordt in het algemeen pas afgegeven, nadat de boer aan zijn leveringsplicht heeft voldaan). 2. Het houden van kippen wordt ver boden. 3. Alle premlën worden Ingehouden. 4. Al de producten moeten geheel worden ingeleverd, dus ook de nog aan wezige hoeveelheden voor zelfverzorging. telerspremie of van andere toewijzingen Onverminderd de Inhouding dezer gun sten zal de in gebreke gestelde teler voor den Tuchtrechter hebben te bewij zen, dat hij, door oorzaken buiten zijn schuld, de hem opgelegde hoeveelheid niet heeft kunnen leveren. De teler, die niet aan zijn verplichtingen heeft vol daan en bij wien gedurende het seizoen een overtreding ls geconstateerd, die direct of indirect in verband staat met de Inlevering van oogstproducten, ver valt bovendien automatisch ln den plicht tot betaling van een zeer hooge schade loosstelling, waartegen beroep niet mo gelijk is. De sub 1 t.m. 4 genoemde maatrege len zullen eveneens worden toegepast op die telers, waarvan wordt vastgesteld, dat de, op de aanstaande Mel-lnventart- satle van akkerbouwproducten vermelde oppervlakten, beteeld met de diverse gewassen, onjuist blijken te zijn. Inlevering granen, zaden en peulvruchten Zooals reeds ls medegedeeld, zijn de telers van granen, zaden en peulvruch ten verplicht de volgende door hen voor handen of in voorraad gehouden, dan wel bij derden opgeslagen producten, vóór 18 Juni 1944 in gedorschten toestand ln te leveren bij een door of vanwege het Aan- en Verkoopbureau van Akker bouwproducten (P.A.V.A.) aan te wijzen pakhuis of laadplaats: granen, met inbe grip van boekweit: peulvruchten met uitzondering van die, welke groen ge plukt zijn, doch met inbegrip van wik ken en lupinen; lijnzaad, kanariezaad, koolzaad, raapzaad, blauwmaanzaad. karwijzaad. geel- en bruin mosterdzaad, alsmede de producten, waarvan de bo vengenoemde een bestanddeel uitmaken (bijv. gemengd graan), met uitzondering van mengvoeder, dat op regelmatige wijze is betrokken. Hoeveelheden van deze producten, na 18 Juni 1944 op het bedrijf aangetroffen, en niet van Inlevering vrijgesteld door teeltpremie of zelfverzorging, zullen, ten zij door den Voedselcommtssaris onthef fing ls verleend, worden in beslag geno men. DE VOEDSELCOMMISSARIS VOOR NOORD-HOLLAND. Om de Voedingswaarde alleen el moet ge de kinderen Melba geven. Ze drinken het graag, wani Melba Is lekkerI De Versterkende Kinderdrank. Voor ieder kind tot 13 jaar een pak. VENLO herkent ge reeds van verre aan zijn ranken St. Martinus- toren, zooals men den Nederlander herkent aan zijn goede, oude tradi ties, gelijk die van het dageljjksche bakje troost. Gelukkig dat wij die tradities ook nu nog kunnen voort- zetten dank zq 'Ml!» t' I' a 'W' PALM koffiesurrogaat - - - 3 04^ ff? V W W W U >;X puddingen ge daan? OFFICIEELE PUBLICATIE. Gebruik eens karnemelk. Voor degenen, die karnemelk en kar- nemelkgerechten weinig kennen, ver dient het aanbeveling, dit melkproduct te gebruiken. Karnemelk, frlsch van smaak, ls een aangename drank, en licht verteerbaar doordat de er ln voorkomen de eiwitten reeds eenigszins omgezet zijn. Een goed smakende pap van gort of gortgrutten is er van te maken, ter wijl als nagerecht de volgende recepten het probeeren waard zijn. Karnemelkpndding. Pl.m. 8 kopjes (8 dl.) karnemelk, pl.m. 7 lepels aardappelgriesmeel, pl.m. 3 le pels suiker citroenessence. Het aardap pelgriesmeel met de karnemelk vermen gen en onder voortdurend roeren aan de kook brengen en eenige minuten laten doorkoken. Nasr smaak citroenessence en suiker toevoegen en de massa in een met water omgespoelden vorm gieten. De pudding koud laten worden. Karnemelkvla. 8 kopjes (8 dl.) karnemelk, pl.m. 4 le pels veredeld aardappelmeel, bruine bas terdsuiker en stroop Het aardappelmeel met 3 kopjes (2 dl.) karnmelk aanmen gen en onder voortdurend roeren aan de kook brengen. Wat karnemelk toevoegen en de massa steeds roerende weer aan de kook brengen Zoo doorgaan totdat alle karnemelk is toegevoegd. Van het vuur af naar smaak pl.m 3 lepels don kerbruine basterdsuiker of 2 lepels don kerbruine basterdsuiker en 2 lepels stroop toevoegen. De vla koud laten worden en ln een schaal overdoen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1944 | | pagina 3