DOOR
SNELLEN
OmZET
ÉL
1
mmu
VIF
MELBA
EpEHC
HEERLUK
KAHKEL
Gemeenschappelijk opvoedingsideaal een
belang voor onze zelfstandigheid.
Waar en wanneer za! de invasie plaals vinden?
De strijd aan het Italiaansche front.
KEb
IN
EIGEN WINKELS
STEEDS VERSCH
KOFFIE.
SURROGAAT
De Gruyter
Het is geen tref, dat U in
een VIVO-winkel zoo goed
wordt geholpen.VIVO krui
deniers nemen persóón-
lijk Uw belangen waar!
Mannen -
en oolc Vrouwen
Zit er
róóm door
V.I.F.-pudding?
De oude dorpsschool steunpilaar der
dorpsgemeenschap.
WILT UEENS IETS
LEKKERS DRINKEN
ook al 15 het h
surrogaat
koop dan maar
een pakje pitt0
WM*JS!É!i2F
naam op staat
Niemeijer's
Adviezen van den Voedingsraad.
DE KOFFIE- EN THEEZAAK
LEVENSMIDDELEN-WINKELS
VAN DEN KOFFIEVAKMAN
KOFFIESURROGAAT PER PAKJE 36 CENT
die de veertig zijn gepasseerd en lijden
aan Rheumatische pijnen, moeten voor
komen dat ze de dupe worden van hun
leeftijd. Met de jaren verslappen de
bloedzuiverende organen, verzwakt ook
de spijsvertering. Dan gaan zich onzui
verheden vormen in hel bloed, en die
hoopen zich op. Zulke menschen moeten
Kruschen nemen. Kruschen wordt over
de heele wereld erkend als hef middel
tegen rheumatische pijnen en als voor
behoedmiddel tegen ontijdige ouder-
domskwaaltjes. Bij Apoth. en Drog. 1.47
0.76, 0.41, uitsl. In de bekende gele
verpakking. N.V. Rowntree, A'dam.
Wat zeg! de dokter?
KALK MET D!
Kalk.... voor de opbouw van
baby's lichaam. En Vitamine D
om die kalk zeker haar werk
te laten doen. Zonder Vita
mine D gaat dat niet
DAGRAVIT-tabletten nemenl
O A. do Graaft Handel industrie
OAGRA C.V_ Potlfc 405. A'dam-C,
Het recept? Neem V.I.F.-pud
ding, wontK./.F.-pudding her
kent U blindelings door den
vollen, sterken roomsmaak,
dien elke pudding van ons
naost zijn vanille- of vruchten-
smook nog heeft.
PUDDING
EN VLA
Ontbindende krachten
van den schoolstrijd.
Onze medewerker op het gebied
van Opvoeding en Onderwijs ver
volgt in dit tweede artikel zUn
beschouwing over de opvoeding,
zooals deze zonder gemeenschap
pelijk en zonder gemeenschappe
lijk ideaal wordt gegeven.
Voor het eerste artikel verwijzen
wij naar ons nummer van Zater
dag 20 Mei J.I., 3e pagina.
n.
Wij zijn de vorige maal geëindigd met
het stellen van de vraag, of wij bij ons
volk nog wel het recht hebben van volk
te spreken. Deze vraag is zoo uiterst be
langrijk en zij raakt zoo het wezen van
ons volksbestaan, dat het goed is er
nog eenige aandacht aan te besteden.
Wij kwamen tot het stellen van die vraag
doordat, zooals wij zagen, de opvoeding
van ons volk uiteengevallen ls in ver
schillende soorten opvoeding. Die soor
ten opvoeding, voor verschillende deelen
partijen van ons volk, stonden en
staan vreemd en vijandig tegenover el
kaar en ook de deelen der jeugd, aldus
door èf-zonderlljke en tegenstrijdige be
langengemeenschappen opgevoed, moes
ten vreemd en vijandig tegenover elkaar
komen te staan.
Dit is de consequentie van dit soort op
voeding zonder gemeenschappelijk belang
en zonder gemeenschappelijk ideaal.
Hoe kan het anders? Al zeer vroeg
wordt de gemeenschappelijke jeugd van
ons volk in groepen of deelen partijen
vèrdeeld. Elke groep, die in trotsch
isolement zich souverein in eigen kring
weet, meent en verkondigt het ware op-
voedingsdoel en daarmede de ware op
voeding te bezitten. Hierdoor ontstaat bil
iedere groep, maar ook bij elk lid van
een bepaalde groep, een superioriteits
gevoel met als begeleidend verschijnsel
een minachting ten aanzien van de ande
re groepen. Er is dan ook voor de be
paalde groep geen enkele reden om het
isolement ten aanzien van een andere
groep op te geven. Integendeel! Naar
mate de ,,ware" opvoeding tot een meer
principieele uitdrukking gekomen is.
wordt de afsluiting van elkaar sterker en
de behoefte aan gemeenschap geringer,
ja. we moeten zelfs zeggen, dat de vij
andschap grooter wordt.
Onder deze omstandigheden kan een
gemeenschappelijke basis van de op
voeding en een gemeenschappelijk op
voedingsideaal niet gevonden worden.
Trouwens, het moge duidelijk zijn
geworden, zij, die deze „opvoeding"
van ons volk voorstaan, wènschen
geen gemeenschappelijke basis en nog
veel minder een gemeenschappelijk
opvoedingsideaal. Want de gemeen
schappelijke basis, die van nature
aanwezig is, doordat we kinderen van
één volk zijn, wordt uit principieele
overwegingen vernield.
Zoo ontstaathet beeld van een ver
deeld volk zonder gemeenschappelijke
jeugd; ook van een partij-jeugd zonder
gemeenschappelijk ideaal. Maar. dat bij
een verdeeld volk, dat bij een partii-
jeugd, die zonder gemeenschappelijk
ideaal opgevoed wordt, ook elk begrip en
gevoel voor het geheel, voor het volk.
waarvan elk kind lid is, ontbreken moet.
is vanzelfsprekend.
Er is in de laatste jaren nog al eens
over verraad gesproken, maar wanneer
we zien, hoe de jeugd van ons volk sinds
tientallen jaren „opgevoed" wordt, dan
vragen wij ons onwillekeurig af, of en
door die „opvoeding" misschien verraad
gepleegd is aan ons volk. aan zijn zelf
standigheid en voortbestaan.
"Want dit wordt langzamerhand
steeds méér kinderen van ons volk be
wust: wee de toekomst van een volk,
dat geen gemeenschanneltjke jeuard en
geen gemeenschappelijke opvoedings
idealen meer heeft! Zoo'n volk gaat
te gronde: zoo'n volk is ten onder
gang gedoemd.
Er zijn dan ook geen gronden te noe
men, waarop deze toestand verdédigd
kan worden. Zelfs indien men op de
meest persoonlijke, ja op religieuze gron
den deze toestand zou willen verdedi
gen, dan mag men nooit vergeten, dat een
verdeeld volk vroeg of laat naar buiten
onvoldoende kracht zal blijken te bezit
ten en hierdoor zijn zelfstandigheid en
onafhankelijk bestaan een einde neemt,
met alle gevolgen van dien, ook voor de
opvoeding.
In ieder geval ls het een verheugend
feit, dat de gevolgen, die deze opvoeding
voor het voortbestaan en de zelfstandig
heid van ons volk heeft, thnns, in de ure
der ontnuchtering en bezinning, in toene
mende mate ons volk bewust worden
Men begint zich inderdaad te bezinnen
op het probleem van onze zelfstandigheid
en op de vraagstukken, die hiermede
samenhangen. Het is zeker niet toeval
lig, dat men dan al heel spoedig op onze
opvoeding stoot, een opvoeding, die niet
de eenheid en zelfstandigheid van ons
volk bevordert, doch de verdeeldheid en
dus afhankelijkheid: een opvoeding,
waarbij niet het welzijn van ons volk als
doel voor oogen staat, doch het welzijn
van de groep, van het deel, van de
partij.
Hoezeer deze, ons noodlottig geworden
partij-opvoeding onze opvoeding be-
heerscht, willen we thans nader be
schouwen.
Door een tientallen jaren durenden
„schoolstrijd" is de toestand op onder-
wijs- en dus opvoedingsgebied tot stand
gekomen, zooals we dien thans nog aan
wezig vinden zelfs na een vierjarige
nationaal-socialistische bezetting.
Het heeft geen zin de geschiedenis van
dezen strijd na te gaan; we willen slechts
het feit constateeren, dat deze strijd zeer
diep ging, bijkans heel het volk aan
greep en de geschiedenis van ons volk
gedurende zeer langen tijd bepaalde. Ook
is het totaal overbodig de strijdvraag op
te werpen bij wie de schuld van dezen
onverkwikkelij ken strijd ligt. Wel kun
nen we zeggen, dat uit dezen strijd
blijkt, dat ons volk niet meer een open
en ruimen blik naar buiten heeft, doch
slechts een bekrompen blik naar bin
nen: bovendien, dat er veel waars in de
uitspraak schuilt, dat leder volk die re
geering heeft, die zij verdient Want dat
het regeeringsbeleid tientallen jaren voor
een groot deel bepaald kon worden door
dezen bekrompen blik naar binnen, en
de „regeerders" geen besef hadden of
maar zoo deden van het gevaar, waar
in zij ons volk en dus den Staat der Ne
derlanden met zijn prachtig koloniaal be
zit resultaat van een open en ruimen
blik naar buiten! brachten, is niet be
paald verheffend voor volk en „regeer
ders".
De toestand is thans zoo. dat. wanneer
de kinderen van ons volk zes Jaar ge
worden zijn en ze naar school moeten,
ze verdeeld worden In twee groote groe
pen: in hen. die de openbare, d.w.z. de
neutraled) «taatsschool. en hen. die de
bijzondere school bezoeken. Deze laat-
sten. ongeveer twee derden van de kin
deren. worden dan wederom verdeeld in
de bezoekers van de R.K. scholen en van
de diverse soorten christelijke scholen
(christelijke scholen, gereformeerde scho
len, scholen met den bijbel enz.) en
enkele neutrale scholen.
We laten nu de kleuterscholen van di
verse richting, dus het feit. dat ook reeds
de kleuters, dus de kinderen van ons
volk van 36 jaar, in deze groepen ver
deeld word®n. maar buiten beschouwing
De z.g vrijwillige keuze van de ouders,
het kind hoort immers aan de ouders.
de vraag naar vrijwilligheid en !n hoe
verre de school in werkelijkheid door de
ouders gewild en georganiseerd werd
laten we rusten beslist over de opvoe
ding van het kind tot het einde van den
leemlfchtigen leeftijd
Op deze scholen nu wordt onderwijs
gegeven en opgevoed <Sf tot een niets
zeggende neutraliteit, èf tot een bepaald
geloof, maar In beide gevallen is iedere
bewustmaking van het feit. dat het kind
naast zijn kunstmatig behooren tot een
bepaald deel. In de eerste plaats behoort
tot het natuurlijke geheel van zijn volk
en hieruit bepaalde plichten voortkomen,
totaal zoek
Zelfs de verschillende leerboekjes
o.a lees-, taal- en geschiedenisboekjes
habben niets meer met elkaar gemeen
Het blükt overduidelijk, dat de verschil
lende soorten seholen een totaal ander
doel nastreven Wel is de Nederlandsehe
taal de taal. die gebruikt wordt, maar
daarmede is. wat eenheidsmoment aan
gaat. rian ook alles genoemd
Zelfs de gezongen moedertaal laat
een totaal verscheiden geluid hooren.
Iedere soort school zingt haar eigen
liederen over de volksliederen zul
len we maar zwijgen en terecht ls
de opmerking gemaakt, dat aan de
liederen, die gezongen worden, de
soort school herkend kan worden.
Deze verdeeiing in soorten scholen is
zoo consequent doorgevoerd, dat in prac-
tisch iedere plaats verschillende soorten
scholen aanwezig zijn met uitzonde
ring hee* vaak van een openbare staats
school, wafrin, in naam althans, de
staatsgedachte het meest tot bewustzijn
zou komen maar o, bittere Ironie, in
hoevele staatsscholen werd tot voor kort
geweigerd het volkslied te zingen!
Voor het platteland beteekende deze
schoolstrijd veelal het vernielen van de
goedbevolkte openbare school ten bate
van een aantal slecht bevolkte dwerg-
schooltjes van diverse richting. De Jeugd
van het dorp werd eens in eenheid door
een prima hoofd der school ingewijd in
de eerste uitingen van een cultuur, die
er zijn mocht; zij groeide in haar ge
heel in de samenleving der dorpsge
meenschap, welke vaak geestelijk gedra
gen werd door het hoofd der school.
Hoevele ouderen dragen ook thans nog
vele schoone herinneringen aan deze op
voeding mee door het leven. Doch deze
eenheid in de dorpsgemeenschap was uit
den booze. Deze verdraagzaamheid
over verdraagzaamheid gesproken was
des duivels en indien de ware belangen
van het volk door deze eenheid bevor
derd mochten worden en de staat deze
verdraagzaamheid mocht waardeeren. zoo
was deze staat evenzeer des duivels en
een christelijke staat onwaardig.
En dus moest de eene flinke dorps
school, die vaak cultuurcentrum van
het dorp was, kapot gemaakt worden,
niet in het belang van het volk, maar
tot meerdere glorie van de politisee-
rende geestelijken. De gevallen staan
niet in het belang van het volk, maar
wil van de ouders doch tégen den
uitdrukkelljken wil der ouders in de
bijzondere school door de politiseeren-
de geestelijken doorgedreven is.
Thans zijn echter in elk dorp ook de
bijzondere scholen van diverse pluimage
aanwezig. Als er een school ontbreekt, is
het meestal de openbare, de z.g. staats-
school(l) Het resultaat van dezen prln-
cipieelen strijd is, dat de dorpsgemeen
schap verscheurd is en dat vele kinderen
kilometers moeten loopen om bij „hun"
soort school te komen, terwijl de vroe
gere gemeenschappelijke school naast de
deur ligt. Velen, die in dankbare herin
nering aan hun jeugd en hun dorps
school met het bekwame hoofd terugden
ken, zullen voelen, dat hier iets niet in
orde is.
Hetgeen voor de dorpsgemeenschap
geldt, geldt echter eveneens voor onze
volksgemeenschap. Wat zich ln de dorps
gemeenschap afgespeeld heeft, heeft zich
evenzoo in de volksgemeenschap afge
speeld. Zij ls verscheurd, zij is in vol
komen vreemd en vijandig tegenover el
kaar staande deelen partijen zon
der belangstelling voor elkaar en voor
het geheel, uiteengevallen; haar jeugd is
„verkwanseld" en, zoo vragen we ons af,
ln wiens belang? In het belang van de
eenheid van ons volk, en dus in het be
lang van zijn zelfstandigheid misschien?
Zou er dan toch verraad gepleegd zijn?
Buitenlandsch overzicht.
W. G. K. Nu het onomstootelijk vast
staat, dat de geallieerden moeten over
gaan tot de massale operaties, die zij
reeds in alle toonaarden als de invasie
hebben aangekondigd, wordt de aan
dacht gespannen gehouden door de
vraag: waar en wanneer zal de invasie
plaats vinden?
JJET is deze vraag die ook de geallieer
den zelf bezig houdt al reeds
meer dan twee jaar bezig gehouden
heeft. Sedert begin 1942 klinkt in het
geallieerde kamp de roep om een twee
de front. Er is sedertdien geen confe
rentie gehouden tusschen Churchill en
Roosevelt waar de kwestie van het
tweede front niet ter sprake kwam.
Maar steeds heeft Churchill „neen"
gezegd. Dit zei hij ook nog te Cassa-
blanca, tijdens de conferentie, die daar
in Januari 1943 gehouden werd, dit hield
hij vol in Mei en Juni van verleden
jaar te Washington. Maar tenslotte werd
de roep om een tweede front ook
Churchill te sterk. Het beëindigen van
den veldtocht in Tunis, die aan de
Europeesche oorlogsvoering niets ver
anderde, maakte de noodzakelijkheid
voor de geallieerden nu ook werkelijk
op het Europeesche hoofdoorlogsterrein
een tweede front te vormen dringender
dan ooit. De vraag was nu echter of
men in West-Europa of op den Balkan
zou aanvallen. De Amerikaansche ge
neraals en Moskou kozen West-Europa,
de Britten den Balken.
Een compromis.
yENSLOTTE werd men het er over
eens elkaar halverwege te ontmoeten
en Italië als invasiedoel te kiezen. Hier
bij werd dan het argument uitgespeeld,
dat de bezetting van Zuid-Itallë nood
zakelijk was om de geallieerde scheep
vaart in de MIddellandsche Zee tegen
het duikbootgevaar te beschermen. Een
opmarsch over de volle lengte van het
strategisch moeilijk begaanbare Ape-
nijnsche schiereiland lokte echter nie
mand aan, noch den Britten, noch den
Amerikanen. En toen de Italiaansche
veldtocht dan ook het voor de geallieer
den teleurstellend gevolg had, dat de
operaties in slakkengang ten Zuiden
van Rome bleven steken, was Churchill
opnieuw in de gelegenheid zijn oude
afkeer tegen een tweede front ln West-
Europa uit te spelen. Van hem stamt
uit dien tijd het denkbeeld de invasie
in het Westen uit te stellen totdat de
Dultsche vliegtuigindustrie door Anglo-
Amerikaansche bombardementen ver
nietigd zou zijn. Bovendien zag hij nu
een gunstige gelegenheid zijn Balkan
plannen weer ter sprake te brengen.
Toen Churchill, verleden jaar Juni, na
de conferentie te Washington, naar
Noord-Afrika vloog en wel in gezel
schap van Marshall, heette het in ge
allieerde kringen, dat deze laatste
Churchill moest bewaken, teneinde te
voorkomen, dat de Britsche premier de
gelegenheid zou waarnemen Eisenho-
wer toch nog tot een aanval op den
Balkan te bepraten. Te Algiers is dit
inderdaad door Churchill ter sprake
gebracht en wel in den vorm van een
plan tot een aanval uit twee richtin
gen: vanuit Zuid-Italië (waarbij men
reeds toen rekening hield met een ver
raad door de op den Balkan staande
Italianenen vanuit het Oosten. Wij
weten, dat dit plan te Algiers tot hef
tige uiteenzettingen aanleiding heeft
gegeven, maar tenslotte moest Chur
chill zijn voorstel onder sterke Ame-
rikaanschen en bolsjewistischen druk
toch laten vallen. Italië was intusschen
een impasse geworden en de roep naar
invasie klonk luider dan ooit.
Een beschouwing der Europee
sche kusten.
gINDSDIEN is wel geen der bezette
Europeesche kusten eraan ontkomen
voor korter of langer tijd de aandacht
te trekken als mogelijke Invasie-kust.
En ook de niet door ^itschland bezet
te kusten der neutralen deelden in die
aandacht, hetgeen dan meestentijds sa
menhing met een door de geallieerden
uitgeoefenden druk op Spanje, Turkije
en Zweden. Intusschen kan men, af
gaande op uitingen van deskundigen,
die over bijzondere, niet gepubliceerde
inlichtingen beschikken de strategische
beteekenis van dezen politieken druk
niet hoog meer aanslaan, terwijl, vol
gens dezelfde deskundigen, ook de
waarschijnlijkheid van andere dan af
leidingsmanoeuvres aan de kust van
Blskaja en ln de MIddellandsche Zee,
niet groot Is. Sterker valt de aandacht,
die ook aan het vermoeden naar de in-
vasiekust, die de geallieerden gekozen
hebben, richting geeft, op de Duitsche
Bocht en de door het Kattegat onder
broken Deensch-Noorsche kustlijn tot
Kirkenes en verder op de Fransch-
Belgische Kanaalkust. Eenerzijds is een
aanval op de Deensche kust immers
het aanlokkelijkst omdat het achter
land van de Duitsche Atlantikwal, als
gevolg der Zweedsche neutraliteit, hier
het smalst is en een doorbraak door
Denemarken het Duitsche verdedi
gingsfront in tweeën snijdt en in de
Oostzee geheel nieuwe politieke ver
houdingen zou scheppen, die ook Mos
kou welkom zijn. Anderzijds zal de ra-
vitaillcering van een aanval over het
Kanaal het eenvoudigst zijn.
De mogelijkheid van verras
sing.
JJIT dit alles blijkt, dat van Duitsch
standpunt gezien, de onzekerheid
over de richting, die de verwachte
aanval zal hebben, niet onbeperkt is en
dat men als gevolg daarvan de moge
lijkheid van verrassing niet mag over
schatten. Beslissend is echter, dat de
aanval, hoe dan ook. op of nabij den
Atlantikwal zal plaats vinden en deze
is door de Duitsche weermacht ver
sterkt op een wijze, die haar weerga
in de krijgsgeschiedenis niet heeft. En
in dit verband is het tevens duidelijk,
dat men in Duitsche militaire kringen
van de gevechtshandelingen in Italië,
welke hevigheid die ook aannemen,
niet spreekt als van een offensief. Een
werkelijk offensief, dat ook aan de
verwachtingen in de geallieerde landen
van de invasie gekoesterd, tegemoet
komt, kan slechts in het Westen plaats
hebben.
De vraag naar het „wanneer" kan
niet zoo duidelijk beantwoord worden.
Wel kan men tot zekere vermoedens
komen door de factoren, die hierop in
vloed uitoefenen in hun onderlingen
samenhang te ordenen. Druk, met het
doel de invasie te bespoedigen wordt
uitgeoefend door Washington, waar men
den toestand in Oost-Azië beoordee-
lend van meening is. dat er „haast
gemaakt moet worden" in Europa, waar
men den oorlog snel beëindigd wil zien
en door Mosoku, dat nu wel eens een
tegenprestatie wil zien voor de bloedige
offers, die het in de afgeloopen jaren
heeft gebracht. Londen daarentegen
blijkt, kennelijk terugschrikkend voor
de ontzaggelijke gevaren, waaraan de
inavsie Engeland en het Engelsche volk
bloot stelt (ook daar beseft men maar
al te goed dat de aangekondigde ver
gelding geen looze praat is), nog te wil
len remlnen, al koestert men in Dow-
ning Street schijnbaar geheime ver
langens door de invasie de bolsjewisti
sche machtshonger te kunnen beteuge
len. Maar: er is een verschil tusschen
willen en kunnen.
Noodzakelijk overwicht in
de lucht.
Om tot de aangekondigde invasie te
kunnen overgaan moet men ten
eerste zulk een overwicht in de lucht
bereikt hebben, dat het mogelijk is de
eigen operaties voldoende „af te scher
men" en tevens de ravitailleeringslij-
nen van den tegenstander zoo grondig
te verwoesten en door steeds weer her
haalde bombardeering verwoest te hou
den, dat herstel met mogelijk is en
diens étappeverkeer verstoord wordt.
Ten tweede moet men niet alleen voor
d. vorming van een invasiefront, maar
ook om dit in stand te houden over
voldoende scheepsruimte beschikken.
Ten derde moet men voldoende reser
ves van den tegenstander binden, ten
vierde moeten onberekenbare factoren
als weer, wind, maan, eb en vloed
meewerken en tenslotte moet het aan
de onderneming verbonden risico dra
gelijk zijn, vooral voor de eigen bevol
king, wat dan in het bijzonder voor
Engeland geldt.
De kans van slagen.
Wij zagen wat de geallieerden de in-
vasie doet willen. Gaan wij nu na
in hoeverre aan de elschen voldaan is,
die voorwaarden zijn om de invasie
ook te kunnen ondernemen. De alleen
heerschappij in de lucht is door de ge
allieerden niet bereikt. Hierover be
staat geen verschil van meening. De
bombardementen in het Westen heb
ben de Duitsche etappe niet op ingrij
pende wijze verstoord; de voor deze
étappe belangrijke schade kan in snel
ler tempo hersteld worden dan de ge
allieerden aanvallen. Noch het Oost
front, noch Italië, noch de bendenoor-
log op den Balkan binden voor het
Westen vrijgemaakte reserves. Een af
zonderlijke beschouwing zou gewijd
moeten zijn aan de stemming in Enge
land, want het is alleszins duidelijk, dat
deze niet zoo schitterend is, dat zij het
risico van groote tegenslagen zou kun
nen verdragen.
Ten slotte staat voor elk der geallil
eerden achter het beeld, dat zij zich
reeds van toekomstige operaties geves
tigd hebben als groote onbekende de
onzekerheid hunner toekomstige on
derlinge betrekkingen, een onzekerheid,
die dagelijks door wantrouwen gevoed
wordt.
Het zijn deze, door ons opgesomde
factoren, die wij overigens ook niet
allen nauwkeurig kunnen beoordeelen,
die beslissen over de vraag wanneer de
invasie zal losbreken.
OFFICIEELE
LANDBOUWMEDEDEELINGEN.
Handel ln nuchtere kalveren.
De handel in kalveren, zoowel manne
lijke als vrouwelijke, met een gewicht
van ten hoogste 60 kg., is voortaan toe
gestaan buiten de taxatlemarkt Wel
moet het gewicht van deze dieren wor
den overgeschreven van den leverings
plicht van den verkooper op dien van
den kooper. Omtrent het verhandelen
met of zonder weging kan men zich
wenden tot den P B.H. De kalveren
moeten zijn voorzien van een registratie-
merk. Het bovenstaande heeft geen be
trekking op den handel tusschen stam-
boeftleden.
Het Inname-systeem Oogst 1944.
Het Bedrijfschap voor Granen, Zaden
en Peulvruchten maakt bekend, dat voor
den oogst 1944 een belangrijke wijziging
is gebracht in het systeem van „Inname
van de volgende producten".
Groep 1. Oliehoudende zaden.
Groep 2. Tarwe, rogge, erwten.
Groep 3 Gerst, haver, veldboonen.
Groep 4 stamboonen.
Door plaatselijke deskundigen tn de
gemeenten zullen deze gewassen naar de
opbrengst worden geclassificeerd. Hier
bij wordt rekening gehouden met de
bodemkwaliteit, verhouding tusschen ka
dastrale en gemeten maat, stand der ge
wassen enz
Van elk gewas wordt aldus een hoe
veelheid in kg. bepaald, welke hoeveel
heid minstens Ingeleverd moet worden
De teler krijgt van deze classificatie van
elk gewas afzonderlijk, schriftelijk be
richt. Tegen dezen aanslag kan hij tn
beroep komen binnen 3 dagen na ont
vangst hiervan, tegen betaling van f10
per ha. of deel van een ha van het ge
was waarvoor hertaxatie wordt aange
vraagd. Dit bedrag wordt terugbetaald,
indien de teler ln het gelijk wordt ge
steld.
Aan de hand van oogstwaarnemingen
zal worden nagegaan ln hoeverre de
classificatie Juist ls geweest. Bij belang
rijke verschillen zal de „voorloopige aan
slag" gewijzigd worden. Op de dan defi
nitief geworden aanslag ls geen beroep
meer mogelijk. Wanneer het bedrijf
meer opbrengt dan de vastgestelde defi
nitieve aanslag, zal de teler van dit
meerdere de helft mogen behouden en
onder bepaalde voorwaarden mogen ge
bruiken. Van de oliehoudende zaden
moet echter de geheele gedorsehte hoe
veelheid worden ingeleverd Voor de
helft van het boven den aanslag gele
verde. ontvangt de teler bonnen voor
geraffineerde spijsolie terug. Als een te
ler voor een bepaald produet niet aan
zijn verplichting kan voldoen, zal hij van
een ander product uit dezelfde groep het
ontbrekende kwantum bij mogen leve
ren Deze verwisseling is toegestaan voor
ten hoogste 20«/« De gewassen van groeD
2. 3 en 4 mogen met toestemming van
den P.B.H ook onderling worden ge
ruild. eveneens voor ten hoogste 20»/«
Bij deze laatste verwisseling staat 100
kg product van groep 2 gelijk met 125
kg van groep 3 en met 80 kg. van groep
4. Is de productie op een bepaald be
drijf ta laag, dan beataat da mogelijk
heid het ontbrekende te laten leveren
uit het overachot van andere telers. Het
ln te leveren product moet marktschoon
en droog zijn. Eventueele onreinheden
worden derhalve ln mindering gebracht,
evenals vocht vanaf 18°/». Deze kortingen
worden tegelijk met den uitslag van de
ter monstering aangeboden partij be
kend gemaakt. (De kosten van sehoonen
en drogen worden den teler zooals ge
bruikelijk ln rekening gebracht).
Wanneer een teler uiteindelijk niet ten
volle aan zijn verplichting voldoet, wor
den hem automatisch en zonder vorm
van proces verschillende gunsten ont
houden. De voornaamste zijn:
1 De vergunning tot huisslachting
wordt niet uitgereikt (Deze vergunning
wordt in het algemeen pas afgegeven,
nadat de boer aan zijn leveringsplicht
heeft voldaan).
2. Het houden van kippen wordt ver
boden.
3. Alle premlën worden Ingehouden.
4. Al de producten moeten geheel
worden ingeleverd, dus ook de nog aan
wezige hoeveelheden voor zelfverzorging.
telerspremie of van andere toewijzingen
Onverminderd de Inhouding dezer gun
sten zal de in gebreke gestelde teler
voor den Tuchtrechter hebben te bewij
zen, dat hij, door oorzaken buiten zijn
schuld, de hem opgelegde hoeveelheid
niet heeft kunnen leveren. De teler, die
niet aan zijn verplichtingen heeft vol
daan en bij wien gedurende het seizoen
een overtreding ls geconstateerd, die
direct of indirect in verband staat met
de Inlevering van oogstproducten, ver
valt bovendien automatisch ln den plicht
tot betaling van een zeer hooge schade
loosstelling, waartegen beroep niet mo
gelijk is.
De sub 1 t.m. 4 genoemde maatrege
len zullen eveneens worden toegepast op
die telers, waarvan wordt vastgesteld,
dat de, op de aanstaande Mel-lnventart-
satle van akkerbouwproducten vermelde
oppervlakten, beteeld met de diverse
gewassen, onjuist blijken te zijn.
Inlevering granen, zaden en peulvruchten
Zooals reeds ls medegedeeld, zijn de
telers van granen, zaden en peulvruch
ten verplicht de volgende door hen voor
handen of in voorraad gehouden, dan
wel bij derden opgeslagen producten,
vóór 18 Juni 1944 in gedorschten toestand
ln te leveren bij een door of vanwege
het Aan- en Verkoopbureau van Akker
bouwproducten (P.A.V.A.) aan te wijzen
pakhuis of laadplaats: granen, met inbe
grip van boekweit: peulvruchten met
uitzondering van die, welke groen ge
plukt zijn, doch met inbegrip van wik
ken en lupinen; lijnzaad, kanariezaad,
koolzaad, raapzaad, blauwmaanzaad.
karwijzaad. geel- en bruin mosterdzaad,
alsmede de producten, waarvan de bo
vengenoemde een bestanddeel uitmaken
(bijv. gemengd graan), met uitzondering
van mengvoeder, dat op regelmatige
wijze is betrokken.
Hoeveelheden van deze producten, na
18 Juni 1944 op het bedrijf aangetroffen,
en niet van Inlevering vrijgesteld door
teeltpremie of zelfverzorging, zullen, ten
zij door den Voedselcommtssaris onthef
fing ls verleend, worden in beslag geno
men. DE VOEDSELCOMMISSARIS
VOOR NOORD-HOLLAND.
Om de
Voedingswaarde
alleen el moet ge de kinderen
Melba geven. Ze drinken het
graag, wani Melba Is lekkerI
De Versterkende
Kinderdrank.
Voor ieder kind tot
13 jaar een pak.
VENLO
herkent ge reeds
van verre aan zijn
ranken St. Martinus-
toren, zooals men
den Nederlander
herkent aan zijn
goede, oude tradi
ties, gelijk die van
het dageljjksche
bakje troost.
Gelukkig dat wij
die tradities ook nu
nog kunnen voort-
zetten dank zq
'Ml!» t' I' a 'W'
PALM koffiesurrogaat
- - - 3 04^
ff? V W W W U >;X
puddingen ge daan?
OFFICIEELE PUBLICATIE.
Gebruik eens karnemelk.
Voor degenen, die karnemelk en kar-
nemelkgerechten weinig kennen, ver
dient het aanbeveling, dit melkproduct
te gebruiken. Karnemelk, frlsch van
smaak, ls een aangename drank, en licht
verteerbaar doordat de er ln voorkomen
de eiwitten reeds eenigszins omgezet
zijn. Een goed smakende pap van gort
of gortgrutten is er van te maken, ter
wijl als nagerecht de volgende recepten
het probeeren waard zijn.
Karnemelkpndding.
Pl.m. 8 kopjes (8 dl.) karnemelk, pl.m.
7 lepels aardappelgriesmeel, pl.m. 3 le
pels suiker citroenessence. Het aardap
pelgriesmeel met de karnemelk vermen
gen en onder voortdurend roeren aan de
kook brengen en eenige minuten laten
doorkoken. Nasr smaak citroenessence en
suiker toevoegen en de massa in een
met water omgespoelden vorm gieten.
De pudding koud laten worden.
Karnemelkvla.
8 kopjes (8 dl.) karnemelk, pl.m. 4 le
pels veredeld aardappelmeel, bruine bas
terdsuiker en stroop Het aardappelmeel
met 3 kopjes (2 dl.) karnmelk aanmen
gen en onder voortdurend roeren aan de
kook brengen. Wat karnemelk toevoegen
en de massa steeds roerende weer aan
de kook brengen Zoo doorgaan totdat
alle karnemelk is toegevoegd. Van het
vuur af naar smaak pl.m 3 lepels don
kerbruine basterdsuiker of 2 lepels don
kerbruine basterdsuiker en 2 lepels
stroop toevoegen. De vla koud laten
worden en ln een schaal overdoen.