Drie persstemmen
wer de „Bevrijding"
Vergeefse Sowjet-aanvallen in Zuid-
Pommeren en West-Pruisen
Critiek in
Zuid-Nederland
Verkenningsactiviteit in het Westen
Russen in centrum van Posen
Sneeuwval in Amerika
Attentie
In de ..Contemperary Review" schrijft
ïeorge Glascon, sedert ruim 20 jaar met
iet overzicht van de buitenlandse politiek
„De duivel moet zich over het duistere
ilemma vermaken, waarin de wereld ver-
trikt. De „uiteindelijke overwinning van
11e vredelievende naties'' was een even
erleidelijk als verraderlijk fata morgana.
Iet oproer van na de oorlog is reeds on-
ijdig ontketend. In de ijver van de ge-
echten, die nog onbeslist waren, hebben
■ij bereidwillig iedere hulp aangenomen,
reike ons geboden werd, zonder het ge-
even paard in de mond te zien. Wij staan
chter in de bevrijde landen van Europa
hans voor een toestand van tegenspraak
n verscheurdheid, die aanleiding geeft
>t de ergste vrezen. De bevrijding is
venmin de goede zaak gebleken, waarvoor
rij ze gehouden hebben, als de overwin-
iing van diegenen, die haar bevorderd
ebben
En nu de „Oost-Brabander", een der
ieuwe bladen in het bevrijde Nederlandse
ebied:
„Zijn wii werkelijk volkomen bevrijd?"
raagt zij d.d. 24 Januari J.I.," bevrijd van
e kankergeest, van kleinzielige naiiver, van
enepen egoïsme, van haat, niid en win-
ucht? Zijn wij bevrijd? Innerlijk bevrijd?
•r is in bevrijd gebied geen oorlog meer.
at wil zeggen, er zijn geen Duitsers meer
n er is ook geen strijdtoneel meer. En
ach. sedert September 1944 is er een oor-
>g. of liever een reeks van duizenden
leine oorlogjes uitgebroken in bevrijd ge-
ied. De Nederlanders ziin altijd nogal cri-
isch geweest, maar sedert de bevrijding
■ordt er op los gekankerd op een wiize. die
11e perken te buiten gaat. Bevriid Neder-
ind lijkt op een groep slot-zusters, die
ens een dagje mogen uitgaan met de toe-
temming te praten. Vier jaar lang zijn
aze monden gesnoerd geweest en nu mogen
•ij weer praten. En gepraat wordt er. Te
eel, veel te veel. Zoals altijd als er gepraat
ordt, wordt er slechts kwaad gesproken
n geroddeld. En zo woeden er sedert de
eugelijke bevrijding kleine, felle en ver
eten gevechten tussen werkgevers en werk-
eraers, mevrouwen en dienstboden, klan-
ïn en winkeliers. De werkgevers zeggen:
Ze vertikken het te werken." En de werk-
emer ziet in den werkgver nog steeds den
apitallstischen uitbuiter, die tijdens de be-
etting niets heeft geleden. Zii. die werken,
ijken met scheve ogen naar hen, die niets
oen en die den gehelen dag tiid hebben
den boer" op te gaan en de gelegenheid
ebben vrienden te maken bii de Engelse
antine. Mevrouw is wanhopig, omdat zij
een dienstmeisje kan vinden en de dienst-
ïeisjes zijn boos. omdat mevrouw ze als
ienstmeisje behandelt. De moeder beklaagt
lch over de dochter, omdat zi1 de hele dag
let thuis is en dochterlief ls kwaad op
loeder, „omdat ze nog van die ouderwetse
ieeën heeft". De ouden schudden het
oofd over de Jongen, die denken alles
eter te weten en de Jongeren vinden, dat
e ouderen maar helemaal niets meer te
eggen moeten hebben."
Het blad eindigt: „Wii bidden om de
rede en in onze kortzichtigheid zien wij
iet, dat wii zo nooit vrede krijgen. Holland
il na de bevrijding van zijn gebied nog
orlog voeren."
De beide beschouwingen raken elkaar
het woord over de bevrijding. Zij zijn
an elkaar zo sterk gescheiden, als het
ederlandse en Engelse volk, minder nog
oor geaardheid, dan door taak en plaats
de wereldgeschiedenis verschillend zijn.
faar zij belichten twee kanten van de-
jlfde kwestie, de ene naar de buitenwe-
ïld gekeerd, de ander vol leven naar bin-
en.
Zij beide zijn, als blijk van wel zeer
tppe ontgoocheling, tevens een les. Zij
ren ons, zij blijven leren, dat wij, mid-
sn in een van de vreselijkste oorlogen,
elke de mensheid in zich verdeeld heb-
nï, nog altijd blindelings naar een uit
eg tasten. Een van de namen, waaronder
ij om een uitweg roepen, is die van be
rijding. Maar het ontbreekt ons aan het
egrip, waarin die bevrijding zou moeten
astaan. Wij begrijpen de bevrijding even-
lin als de oorlog zelf. Wij begrijpen haar
iet. omdat wij de oorlog niet begrijpen,
tij leven nog altijd aan de rand van een
;hoput van leuze en „slagwoorden", wij
agen ons nog altijd niet aan de werke-
jkheid.
Alles draait voor ons om de oorlog. De
ïvrijding is voor ons, met iedere ultbrei-
ng van het begrip, dat voor de bezette
ibieden geldt, bevrijding van en uit deze
achtmerrie. En we zien niet, willen niet
en, dat de oorlog wel iets heel vreselijks,
har in wezen toch slechts een symptoom
in de werkelijke kwaal van onze tijd is,
Jt het niet eens een kwaal van deze tijd
maar een, die zich reeds in de loop van
vorige eeuw is gaan ontwikkelen, uit
s maatschappelijke nood van steeds
eerderen tot die sociale noodtoestand
aaruit geen bevrijding meer mogelijk is
in door een regelrechte revolutie. Een
■voluLie, welke indien eerder ingetreden
tot volledig resultaat gekomen, oorlo-
;n had kunnen voorkomen en waarvan
oorlogen, die in deze eeuw uitgebroken
jn, des te dringender de noodzaak onder-
repen.
Het is een groot adagio, dat heersers
heersende groepen het op buitenlandse
irlogen laten aankomen, wannéér zij an
us geen kans zien binnenlandse onlusten
voorkpmen. In de phase van kapitalisti-
he ontwikkeling, welke onze maatschap-
j heeft bereikt, zou nauwelijks uit te
aken zijn, wie in het bijzonder de oor-
g in die zin zou hebben gewild en be
er kt. Maar hij komt voort uit de on-
pudbaar geworden tegenstellingen bin-
Uit het Hoofdkwartier van den Führer,
maakt het Opperbevel van de Weermacht
bekend:
In het zuidelijke grensgebied van S1 o-
wakije en ten noorden van de West
Beskiden werden enkele penctraiie-
plekken die de vijand kon behalen, afge
grendeld. In het stedelijke gebied rondom
de burcht te Budapest biedt het gar
nizoen nog steeds heldhaftig verzet tegen
de met oiermachtige strijdkrachten aan
vallende Bolsjewisten.
Aan het Oder-front werden tijdens
harde aanvals- en afweergevechten tussen
Ratibor en Glogau 71 vijandelijke
tanks stukgeschoten, waarvan alleen 22
door het garnizoen van B r i e g. Ten zuid
westen van B r i e g kon de vijand zijn
bruggenhoofd ondanks taai verzet van
onze troepen uitbreiden. De pionier Justus
Jürgensen van het reserve pionierbouw-
en opleidingsbataljon Crossen aan de
O d e r heeft met opoffering van zijn eigen
leven de brug over de O der bij Für-
stenberg opgeblazen. Hij werd post-
huum onderscheiden met het ridderkruis
vanhet ijzeren kruis. Vijandelijke aanvallen
on or"e versnerringsstellingen ten oosten
van Frankfort aan de Oder en op
Kustrin werden afgeslagen. De Sowjets
slaagden er gisteren in het centrum van
Posen binnen te dringen. Zware gevech
ten om de huizen zijn daar gaande.
In het zuidelijke aeel van P o m m e-
ren en West-Pruisen viel de vij
and zonder resultaat aan. 51 tanks en
71 stukken geschut werden in deze ge
vechten vernietigd. Het garnizoen van de
stad Elbing verdedigde zich taai tegen
de stormlopende bolsjewisten.
Aan het gehele front in Oost-Prui
sen duren de verbitterde gevechten
voort. Tegenaanvallen van onze forma
ties verkleinden de vijandelijke penetra-
tieplekken.
In Koerland verliep de dag zonder
belangrijke krijgsoperaties.
In het westen zetten de Engelsen en
Amerikanen langs het gehele Roerfront
hun verkenningsactiviteit deels met het
leggen van een zwaar nevelgordijn voort.
In het gevechtsgebied van S c h 1 e i-
d e n sloegen onze troepen talrijke vijan
delijke aanvallen af, terwijl het den
vijand gelukte ten zuiden van de U r f t
Talsperre plaatselijk op te dringen.
Uit de sector van de Westwall ten
oosten van S t. V i t h worden hevige ge
vechten om plaatsen en kazematten ge
meld. Onze artillerie bestookte vijande
lijke concentraties bij Bischweiler
met geconcentreerd vuur.
De ten noorden van de 111 in de Vo
gezen liggende Duitse formaties baan
den zich overeenkomstig het bevel al
strijdende de weg over de rivier terug.
ten der sociale revolutie, welke zich baan
breekt. De oorlog gaat er in wezen om,
onder welk machtsteken de revolutie zich
zal doorzetten. Maar doorzetten zal zij
zich, wie de oorlog ook wint en of het 'n
kracht is, welke haar bevordert of tegen
werkt. Niet de oorlog beslist over het lot
der revoluties, de revoluties zijn de laat
ste beslissing in de oorlog. En in en door
de revoluties komt de werkelijke bevrij
ding.
Dat moge een hard woord om fe horen
zijn, als men nog volop onderhevig is aan
het oorlogsgeweld en de daaruit voort
vloeiende ontberingen, maar het heeft
geen zin het te verzwijgen. Die het spreekt,
wil de wereld niet in nog groter ellende
storten dan nu reeds haar doel is. Een
juist gezicht op de oorlog, een open blik
voor zijn samenhang met de sociale nood,
het besef dat niet de gang der oorlogsge
beurtenissen over onze bevrijding Deslist,
maar de sociale revolutie, waarvan zij de
voortekenen zijn dit kan de werkelijke
bevrijding slechts verhaasten. Het leed
dat er aan voorafgaat vermindert, door
dat men niet blijft stilstaan waar de weg
nog verder roept, doordat men niet tracht
tegen te houden, wat onweerhoudbaar is.
Het zou een slag in het gelaat ener
gruwbare werkelijkheid zijn, te zeggen,
dat de uitslag van de oorlog er niet op
aankomt. Hij komt er zozeer op aan, dat
hij de gunstige of ongunstige voorwaar
den bepaalt, waaronder de revolutie zich
doorzet. Maar juist hier, waar wij op deze
uitslag maar weinig rechtstreekse invloed
vermogen te oefenen, waar niet alle
kracht en alle macht door de regelrechte
oorlogsinspanning wordt opgeslorpt kan
worden ingezien en gezegd, dat onder alle
omstandigheden de sociale revolutie zich
doorzet en degeen, die dit beseft en daar
op zijn verwachtingen van een werkelijke
bevrijding bouwt, zal dan ook voor geen
situatie terugdeinzen, waarin de strijd
om de sociale revolutie in die zin van de
socialistische gemeenschap moet worden
voortgezet. De socialistische gemeenschap,
waarin mensen en volkeren werkelijk be
vrijding zullen vinden uit de hel, waarin
zij leven en waarvan de oorlog slechts een
voortdurend terugkerend verschijnsel zal
blijven, zolang zij niet verwezenlijkt is
de enige, die voor deze tijd een samen
vatting van alle lactoren van leven en
De vijand, die in de distanciëringsbewe-
gingen trachtte te stoten, werd afgesla
gen. Na krachtige voorbereidingen door
de artillerie ondernomen vijandelijke
aanvallen uit Ensisheim mislukten
met zware verliezen voor den vijand.
In Midden-Italië heroverden onze
troepen in het dal van de S e r g i o bij
Gallicano tijdelijk verloren gegane
stellingen in eer. tegenaanval. Verkennings-
aanvallen van den vijand ten zuiden van
Bologna bleven zonder resultaat.
In Oost-Kroatië werden aanvallen
van benden op het front in Syrmie met
zware verliezen voor den vijand afgeslagen.
Aan de middenloop van de D r i n a ver
overden onze grenadiers na harde ge
vechten de stad Zvornik.
Amerikaanse terreurbommenwerpers
vielen gisteren overdag Regensburg
en andere plaatsen in het zuidelijke Rijks
gebied aan. In de nacht drongen Britse
gevechtsvliegtuigen tot de Rijkshoofd-
s t a d door.
Naar uit New York gemeld wordt,
wordt het vervoer in de Verenigde Staten
sterk belemmerd door de aanhoudende
zware sneeuwstormen. In de industriege
bieden van Pittsburgh moesten ruim 200
fabrieken van de oorlogsindustrie door
gebrek aan kolen, benzine en vrachtauto's
het bedrijf staken. Sinds een week is het
gehele verkeer voor burgers stopgezet.
Ook de aanvoer van levensmiddelen uit
het Westen is gestagneerd. In de Noord
oostelijke staten noemt men deze winter
de koudste sinds geruime tijd en het
rijkst aan sneeuw en stormen. In vele
plaatsen van het Noorden zijn December
en Januari de koudste maanden geweest
sinds 1919 en de sneeuwval heeft vele
records geslagen. In New York zijn alle
inrichtingen van vermaak gesloten om
kolen te sparen. Door de verkeersmoei
lijkheden is er enig tekort aan levens-
middelen ontstaan. Zowel in Engeland als
in de verenigde Staten wreekt zich thans
de sterke verontachtzaming der steen-
koolproductie in de laatste tien jaar voor
de oorlog. De ontstane moeilijkheden zijn
n.1. grotendeels te wijten aan het kolen-
gebrek. dat ontstaan is door het toegeno
men verbruik voor stookdoeleinden en de
bijzonder kleine voorraden.
Strijd in buitenwijken van Manilla
Naar „Domei" meldt, bevond het
Japanse garnizoen van Manilla zich op
4 Febr. in hevige tegenaanvallen op de
vijandelijke troepen die het Noordelijke
deel der stad waren binnengedrongen en
bracht hun zware verliezen toe. De Ame
rikanen versterkten hun strijdkrachten
te land en in de lucht in de provincie
Batange. Japanse troepen boden ook aan
deze vijandelijke aanvallen het hoofd
Bij de gevechten in de buitenwijken van
Manilla verloren de Amerikanen ruim
1600 man, alsmede 17 tanks, 26 vracht
auto's en 20 kanonnen.
Waarschuwing van Roosevelt
aan Zuid-Amerikaanse Staten
Naar de New Yorkse correspondent van
„Svenska Dagbladet", meldt heeft Roose
velt aan Uruguay, Peru, Ecuador Para
guay, Venezuela, Chili en Argentinië een
boodschap gericht, waarin hij deze lan
den waarschuwt, omdat zij totdusver
alleen de diplomatieke betrekkingen met
Duitsland hebben verbroken en nog geen
Oorlogsverklaring hebben gezonden. Zou
dit bericht, aldus de Zweedse correspon
dent, in bijzonderheden bevestigd worden
dan zou deze boodschap van Roosevelt
een sterke terugslag kunnen hebben op
de aanstaande Inter-Amerikaanse confe
rentie in Mexico aan het eind van deze
maand.
Ook Bulgarije erkent Loeblin
Naar „United Press" uit Londen meldt
heeft de Bulgaarse regering het voor
beeld van de regering Benesj gevolgd en
het Poolse kabinet van Loeblin erkend
In Londen verwacht men thans alge
meen, dat ook de uitgeweken Joegoslavi
sche regering en Roemenië binnenkort
Loeblin zullen erkennen. De uitgeweken
Noorse regering te Londen zou het voor
nemen hebben naar het voorbeeld van
Frankrijk een vertegenwoordiger naar
Loeblin te sturen, zonder evenwel het
Comité van Loeblin formeel te erkennen.
Van bevoegde zijde wordt er op ge
wezen, dat het ongeoorloofd onttrek
ken van electrische stroom aan afge
sloten leidingen op grond van de Be
schikking van den Rijkscommissaris
over de Uitzonderingstoestand ak het
in gevaar brengen van de verzorging
vervolgd zal worden.
Slechts de autoriteiten, bureau's, in
richtingen, bedrijven en personen die
daartoe van bevoegde zijde uitdruk
kelijk gemachtigd zijn mogen stroom
gebruiken.
Ieder optreden dat de voorziening
in gevaar brengt, wordt op grond van
het decreet van den Rijkscommissa
ris voor het bezette Nederlandse ge
bied betreffende de Uitzonderingstoe
stand van 12 Mei 1944 met de dood
gestraft.
Poging en deelneming zijn op ge
lijke wijze strafbaar als het voltooide
strafbare feit
De Arabieren in Palestina
Naar „Reuter" uit Jeruzalem meldt
blijkt uit een proclamatie, uitgegeven door
de Arabische Hoesseinipartij in Palestina,
dat de Arabieren onvoorwaardelijk vast
houden aan de drie volgende eisen: onaf
hankelijkheid van Palestina onder een
Arabische regering, afschaffing van het
Joods Nationaal Tehuis en eenheid onder
de Arabische volken. Deze proclamatie
werd gepubliceerd naar aanleiding van
een verklaring, onlangs afgelegd door den
™nisl-ei' van koloniën, die zeide,
Het aftreden van mr. Burger heefi in
de pers van Zuid-Nederland nogal critiek
verwekt. Het „Helmondse Dagblad" van
27 Jan. zegt b.v. onder het opschrift
„Rechtsgevoel" dat het bericht over het
aftreden van mr. Burger klonk als een
donderslag bij heldere vrieslucht. Het was
den opmerkzamen lezer en aandachtigen
hoorder niet ontgaan, dat geschillen wa
ren gerezen tussen den minister van Bin
nenlandse Zaken (Burger) en dien van
Justitie (van Heuven Goedhart) ten een
re en met name den Ministerpresident
(Gerbrandy) ten andere zijde. Deze geschil
len waren reeds dikwijls tot uitdrukking ge
komen in artikelen, in redevoeringen en
in persconferenties, maar dat zij zo spoe
dig tot een breuk zouden leiden, had men
nog niet zo spoedig verwacht.
Het verrassende karakter vindt zijn
vevfclaring vooral in de merkwaardige
status, waarin ons land op het ogenblik
nog verkeert. Ofschoon slechts een ge
ringe minderheid er aan denkt de oude
democratische beginselen prijs te geven,
is Nederland thans de facto geen parle
mentaire staat. De- tegenstellingen, die
men in normale tijden ziet groeien, ont
wikkelen zich thans achter gesloten deu
ren, binnenskamers, in de openbare me
ning of wat daarvoor doorgaat. Zo gezien
mag men de open brief, welke de ge
meenschap van oud illegale werkers heeft
uitgegeven, wellicht als een motie van
wantrouwen in het beleid van minister
Burger beschouwen. Of deze motie inder
daad door de quantitatieve meerderheid
van ons volk wordt gesteund, is uitei>
aard moeilijk na te gaan. En daarmede
raken wij tegelijkertijd de zwakke plek
van deze democratie in optima forma,
waarbij „the man in the street" de staf
kan breken over bewindslieden. Een in
de open brief zeer opmerkelijke passage
is de volgende: „Wij hebben ons oor te
luisteren gelegd bij het volk en bij den
eenvoudigen boer en burger". Deze zin
snede klinkt het „Helmondse Dagblad"
ietwat demagogisch in de oren. Zi.i riekt,
aldus het blad, naar een god zij dank
voorbije periode, waarin het volk alleen
zuiver was en waarin het bijna zondig
was intellectueel te zijn. Het zij verre van
ons de mening der massa, welke over het
algemeen goed gebleven is in dit tijdsge
wricht, te miskennen of zelfs te onder
schatten. Door haar echter het monopolie
van zuiverheid en eerlijkheid toe te ken
nen, kan men niet vermijden andere
groepen der bevolking onrecht te doen.
Het R.K. Weekblad „Nieuwe Eeuw"
schrijft een artikel, dat de titel draagt:
„Minister Burger de eerste?" In deze kop
zit dus de verwachting, dat meerderen
zullen volgen. De ondertitel luidt: „De
koppen rollen". Het blad begint er aan te
herinneren, dat de gemeenschap von oud
illegale werkers verklaarde niet aan poli
tiek te doen, waarbij, aldus de „Nieuwe
Eeuw", wellicht bedoeld wordt: partijpoli
tiek. Toch deed zij een flinke duit in het
zakje bij het geval van mr. Burger die
zich de toom van den minister-president
op de hals haalde door een enkele minder
goed geredigeerde zinsnede in zijn be
toog. Het is zonder twijfel als een geval
van vernieuwing te beschouwen «lat een
nieuw politiek lichaam een minister ten
▼al brengt maar het is een nieuwheid, die
hopelijk spoedg aan ouderdom:* wakte zal
bezwijken. Dat men een minister uit
stoot, na een redevoering die zonder twij
fel overweging verdient en waarvan het
niet vaststaat, dat zij voor den gemiddel
den Nederlander niet aanvaardbaar is,
lijkt ons echter zeer goed aanvechtbaar.
Wanneer men een winkelier die tijdens
de bezetting nooit iets te koop had, maar
thans huizen laat bouwen zonder een
spaander bouwmateriaal op vergunning,
laat lopen waarom zou men dan een mi
nister wegjagen?
Aan het slot zegt het blad dat het
noopt, dat er iemand voor mr. Burger
terug zal komen, die met dezelfde reele
kijk op bevrijd Nederland zal handelen
ais zijn voorganger, hoewel hii dan snel
vallen zal. Maar als de premier twee of
van dergelijke ministers heeft gehad,
zal hij misschien een katholieken min»"
',r_ n<f"?en' d'e zirh zal haasten te ze?"
gen „wie zonr|er ^Men is. b'1 werne de