De koperjacht WIERINGERMEER Jaarsma vertelt Mei een verkenningsvliegtuig INGEZONDEN. Cas tno heropent boven de- Speciale verslaggeving Als de Duitsers dat hadden! geweten II. Verdronken bloei Ongeveer bij dè Westlriese sluis komen we boven de polder; we vliegen nu op geringe hoogte. De Wieringer- meerpolder is niet meerHet is weer Wieringermeer geworden. We zien het nu... Verdronken land. Aan de rand van de dijk staat niet veel water, naar schatting een meter. De boerderijen die echter een paar honderd meter van de dijk verwijderd liggen, staan geheel in het water, dat tot aan de dakranden reikt. Bij een boerderij, die ernstig beschadigd is, ligt een schuit. Men is bezig om de pannen van het dak te halen. Ook bij andere boerderijen zien we kleine boten liggen en is men bezig om nog het een "en ander van het boven water uitstekende deel te redden. Dat kan nu, het water is rustig- We vliegen een rondje en men wuift naar ons. Een donkere hemel spant zich over de verlatenheid, over het gebied, waar ^bnder noodzaak een catastrophe werd veroorzaakt, waardoor duizenden men sen hun levenswerk en broodwinning ontnomen werd. Rijen dunne bomen wijzen ons waar eens de wegen het land doorsneden. Soms steken een paar witte brugleuningen boven het water uit. Telegraafpalen drijven rond ■en worden slechts door de draden bij elkaar gehouden. Sommige boerderijen zijn als kaartenhuizen in elkaar ge klapt en overal drijven schotten rond. Middenmeer biedt een ontredderde aanblik. De kerken lijken ons onher stelbaar. Bij Wieringerwerf ligt een klein terreintje droog, ertegen aange spoeld liggen grote hoeveelheden schotten, planken en palen. Een schuit ligt hout te laden. Kostbaar .materiaal, dat nu misschien nog elders dienst kan doen- Van het dorp zelf zal ook niet veel te redden zijn. De daken der huizen zijn aangevreten en kapot ge slagen. muren zijn weggespoeld. Bij enkele woningen konden we gewoon onder de kap door kijken De kap zelf wordt dan nog opgehouden door een paar brokken muur. hoe lang nog? Vernieling en ontreddering Alle boerenplaatsen zijn zo gehavend, dat er wel niet één hersteld zal kunnen worden. Alles zal tegen de grond moe ten. Maar we vrezen, dat water en wind de afbraak binnen niet al te lange tijd zullen voltooien, als ie ziet wat er in die enkele weken tijds al niet verdwenen is. Het enige, wat ons nog te redden lijkt, zijn de grote land- bouwhangars. Deze waren voor zoo ver waar te nemen nog intact. We vliegen nu over de dijk bij de Oude Zeug. Daar zijn de grote gaten, waardoor het water naar binnen stroomde. Twee grote brokken zijn uit de dijk geslagen, ertussen bleef een klein gedeelte liggen. We cirkelen een keer rond boven deze droeve plek, waar het drama een aanvang nam. Hier heerst nu de stilte. Geen mens is op de dijk te zien. Aan de ene zijde het IJselmeer. aan de andere kant het land, dat ten onder ging We keren terug. Laag scheert het vliegtuig over het water. Vissende sterntjes hangen boven de witkuivende golfjes van de dode zee Een Spit- fire kruist, onze baan. met een reuze vaart schiet hij als een snelle meeuw over het water en verdwijnt in de wolken. Weer zien we de ellende onder ons voorbijschuiven. Drijfhoutin elkaar gevallen woningen kapot geslagen daken. Wij, die zelf lange tijd mochten meebouwen aan het in cultuur brengen van de Noordoostpolder sn weten welk een ontzaglijke inspanning een derge lijke onderneming kost, beseffen diep, dat hier een misdaad werd begaan, die niet uitgewist kan worden. Als we weer boven het „vasteland" vliegen, breekt even de zon door de sombere wolken en werpt lichtplekken op het land ons ons. Weiden met bij elkaar hokkende koeien, schapen met dartelende lammeren. Een paard, dat gaat hollen, door het gedaver van het vliegtuig boven hem. Opgroeiend graan en bloeiende koolzaadvelden. Dat onder het milde licht van de doorbrekende zon, het vormt wel een heel scherp contrast met wat wij zo juist achter ons lieten. Het land. dat ten onder ging De polder zal herrijzen! Ja. we weten het- De Wieringermeer- polder zal herrijzen! Over enkele jaren zullen de korenvelden weer golven in de" zomerwind en zal men in het na jaar weer de eentonige dreun van de dorsmachine in het land vernemen. Maar we zullen de misdaad niet ver geten. Als we na de landing de vlieg- weide verlaten en afscheid nemen van den vlieger-kapitein, "-zijn we ons er van bewust, dat de Nederlandse eisen voor annexatie van Duits grondgebied zeker gerechtvaardigd zijn. W. Kok. Tante Pos herstelt zich Lang bleef Tante Pos ons trouw; maar de laatste tijd voor de capitulatie liet ook zij ons lelijk in de steek. Het is een verheugend feit, dat hier direct na de capitulatie verandering in is ge komen. Briefkaarten en brieven tot 200 gram worden weer verzonden. Vanaf- Den Helder gaat vrijwel iedere dag post weg. De postverbindingen zijn door geheel Nederland nagenoeg weer nor maal geworden- De post voor Den Helder komt dikwijls - maar nog wissel vallig binnen. Elke dag vinden stads- bestellingen plaats. Ook de giro werkt normaal, zo-zelfs, dat de grote achter stand, tijdens de „nood"-toestand ont staan, reeds geheel is ingehaald. Na de bevrijding van Zuid-Nederland werd in Eindhoven een tijdelijk hoofd- postbestuur gevestigd, terwijl Nijmegen doorzendstation voor de verbinding Noord-Zuid werd. Na de algehele vrij wording van Nederland werden direct op de belangrijke trajecten autodien sten georganiseerd om de postverbin dingen gaande te maken in afwachting van het hervatten van de spoorweg diensten. Voor postzegelverzamelaars nog een bizonderheid: in Zuid-Nederland wer den na de bevrijding noodpostzegels uitgegeven, waarop o.a. de beeltenis van de koningin was afgedrukt; nood- briefkaarten werden eveneens in cir culatie gpbracht. Naar wij vernemen, zal men binnenkort een nieuwe zegel gaan uitgeven, natuurlijk ook met de beeltenis van onze vorstin erop. De Duitsers waren gek op koper. Als Ahlers of Palleter op hun tal loze wandelingen over het werfter- rein een koperen bout of spijker op de weg vonden, dan was de wereld te klein, want dan beteekende dat voor hen, dat het personeel veel te onver schillig met dit kostbare materiaal omging. De eerste Duitse directeur, Ahlers, liet reeds alle koperen kapstokken uit de toiletten weghalen en vervangen door ijzeren. Ze hadden het moeten weten, die Duitse „heren", dat er ton nen koper verborgen waren op dat zelfde werfterrein en dat ze n.b. zelf mee hadden geholpen om tonnen koper weg te werken. Onder schuil plaats I, de grote betonnen schuil plaats vooraan op het werfterrein, liggen n.1. duizenden kilo's koper ver borgen en de Duitsers hebben ge holpen aan de bouw van die schuil plaats. Op onze wandeling over het werf terrein, op zoek naar de verborgen schatten, komen we in een werk plaats, behorend tot het torpedo-ate lier. Het eerste wat we zien zijn sta pels Manillatouw. Ze waren veilig opgeborgen en zijn, nimmer ontdekt, maar voor het koper moeten we niet boven, maar onder de grond zijn. Een arbeider komt met een breek ijzer, steekt dat onder een betonnen luik van ongeveer 40 bij 40 cm en tilt het er met moeite af. Dan duikt hij naar beneden. Wij, dat is de directie van de werf en de man van de krant, wachten met spanning wat het resultaat van het ondefzoek zal zijn. Een lucifer wordt aangestreken in het donkere gat. Er moet papier komen. Een flambouw is nodig om te zoeken in deze kelder, waarin water en modder staat. Het duurt niet lang of een torpedo-deksel, onder de mod der, komt boven, gevolgd door een afvuurinrichting van een torpedo buis, hogere-luchtdruk-afsluitringen, doppen en moeren komen naar bo ven. 't Is een goede vangst. Dan gaan we naar het torpedo-atelier of liever naar de open ruimte, waar eens het torpedo-atelier stond. Er is een grote ravage, nog wat gescheurde mu ren, versplinterd glas, verbogen stan gen en platen. Een troosteloos ge zicht. Een van de overigens weinige plaatsen, Öie nog lang zal herinneren aan de vijf jaren van oorlog en verschrikking. Tn het midden van deze ruimte is een put. Het deksel wordt er met een breekijzer afgelicht en dan zien w« het grauwe water tot op een meter beneden de putrand. Ook hier ligt koper begraven, maar we moeten de hoop opgeven het vandaag boven te krijgen. De put zal eerst leeggepompt moeten worden. Dat is goed, we heb- HÜ stevent met zün naar Nieuwediep. „Folkert" M. H„ In UW blad van 16 Mei j-l. komt een stukje voor over de „Zwarte duivels". Bij deze ben ik zo vrij U er op te wijzen, dat de Afsluitdijk in de oorlogs dagen van Mei 1940 niet is verdedigd door de Mariniers, maar door het De tachement Kornwerderzand, hetwelk bestond uit dienstplichtige militairen van de landmacht. Zie aangaande deze verdediging het werkje van Z. E. min. mr. van Kleffens, „De overweldiging van de Nederlanden", blz. 97 en 98. Een dpi. Kornwerderzander. (De Kornwerderzander heeft gelijk- Ere wien ere toekomt. Red, H. Crt.) Ja, daar lag de „Folkert" van loods JaarSma. Voor d» nacht had hij voor zijn jacht ligplaats gekozen bij de spoorbrug in Alkmaar. We stappen aan boord en worden in de gezellige kajuit hartelijk welkom geheten. Als Jaarsma hoort, dat we van Den Helder komen, klaart zijn ge zicht helemaal op en we moeten hem direct voor een abonnement op onze krant noteren. Ja, dan blijven we weer op de hoogte van het leven in Nieuwe diep. Was het wonder, met ons gesprek zitten we direct op dat puntje van Holland, waar altijd de zilte zeewind waait en je "S nachts in je bed zo stil kon liggen luisteren naar het gepof van de uitvarende botters Dg jaren van druk en honger zijn den heer Jaarsma en zijn vrouw niet zon der meer voorbijgegaan. Als je hem in lang niet zag, zou je hem niet meer terug kennen. Maar hij is nog dezelfde zeeman in hart en nieren, zoals we hem kenden, zoals we hem altijd aan troffen aan de haven. Vijf jaar lang moest ook hij de zee missen en we kunnen ons voorstellen hoef da.t vooral voor hem een marteling moet geweest zijn. Maar gelukkig had hij zijn schip nog, ben de tijd, het zit daar goed ver bergen. Gemakkelijker is de voorraad weg te halen uit een andere werkplaats, waar hoge-druk-pijpleidingen verbor gen liggen in een goot, die met ijzeren deksels is afgesloten. Die leidingen zijn veel geld waard en opk die zijn de Duitsers netjes door de neus ge boord. En nog zijn we niet aan het eind van onze tocht. Meerdere schatten liggen verborgen. We vertellen daar over in een volgend nummer. Stadgenoten in ballingschap -We hebben de laatste dagen tal van brieven en briefkaarten ontvangen van stadgenoten in ballingschap. Er waren er uit Friesland en Groningen, uit Gelderland en dichterbij. Er wa ren gelukwensen met de terugkeer van de Heldersche Courant, die over al met vreugde ontvangen was, er waren kaarten van oude Nieuwedie- pers, die onze bemiddeling verzoch ten, hen weer zo spoedig mogelijk in Nieuwediep terug te brengen. Het deed ons goed zoveel instem ming te ontvangen met het opnièuw .verschijnen van onze krant. We zijn helaas niet in staat al deze brieven en kaarten persoonlijk te beantwoor den. Voor zover zij verzoeken betref fen zullen wij deze met de betreffen de autoriteiten behandelen en via de krant beantwoorden. Mep leze dé krant dus, waarin men ook alle berichten zal vinden over een mogelijke terugkeer naar Den Helder. Zeer zeker zullen onze auto riteiten de oude Nieuwediepers ook niet langer in ballingschap laten dan dringend nodig is. Naar wij van de directie vernemen, zal Casino Zaterdagavond 16 Juni a.s. heropenen. In het gebouw van de R. K. Volksbond, waarin Gasino tij delijk ondergebracht is, zal die avond gelegenheid zijn tot dansen. De Zon dag d.a.v. zal een dansmiddag en -avond gehouden worden. Een dans- orkestje zal zijn medewerking ver lenen. Een en ander is mogelijk geworden door medewerking van het bestuur van de R. K. Volksbond. De heer Wassink heeft enkele ver beteringen en verfraaiingen laten aanbrengen in het voorlopige Casi no, o.a. is beneden een buffet inge richt, terwijl ook de bovenzaal voor kleinere danspartijen gebruikt zal kunnen worden. Casino zal daardoor zijn traditionele plaats in de Helder- se amusementsijwereld weer innemen Mutatie PTT Onze stadgenoot, de heer J. Koene, chef-monteur du- P. T. T„ is met te rugwerkende kfticht van 1 Januari 1945 bevorderd tot opzichter der Rijks Telegrafie en Telefonie, met stand plaats Den Helder. de .Folkert". Het jacht is oud. maar niet in de zin van versleten. Het is nog steeds in goede conditie, alleen de zeilen moeten zo gauw mogelijk ver vangen worden. Vroeger was het een reddingboot van het Amerikaanse schip Western Aleta, dat echter bij Ter schelling op een mijn liep. Van April tot diep in September zaten we op de Loosdrechtse plassen, vertelt Jaarsma ons. We hebben daar velen geholpen. Ook herbergden we dikwijls onderdui kers. Vele opgejaagden hebben daar op en bij de plassen rondgezworven en er een ellendig bestaan gehad. Zo kwam ik eens op een klein eilandje. Tussen de struiken stond een hooibult. Een dame komt naar me toe en zegt tegen me. dat het er verboden toegang is. Ik wist al genoeg De heer van Hangel, vroeger kom- mandant van vliegkamp ,de Mok", bracht me eens een bezoek- Jaarsma, zei hij,- is je boot nog goed? Kunnen we er mee naar Engeland? Mocht het nodig zijn, ze konden mijn boot krij gen. Voor dat doel wel. Ze zijn niet meer terug geweest. Klaas Smelik, de bekende schrijver en oud-Nieuwedieper, kwam eens bij me. 's Winters zat Jaarsma bij zijn kin deren in Bussum. Dat leven verfoeide hij. Jekunt in zo'n stad niet leven. Als er één per ongeluk een kwartje meer yerdient dan een ander, kijken ze elkaar niet aan. Wat een volk! Neen, geef mij Nieuwediep maar! Ge-' lukkig, dat ik kon schildeken, ik had materiaal genoeg en goede vrienden hielpen me als ik in nood,zat. 't Schilderen bield me er boven op. Als ik op zolder tussen mijn schilde rijen zat. was het of ik in Den Helder was- Ja, zegt zijn vrouw, dat heeft hem in het leven gehouden. Op zekere dag kwam er iemand uit Den Helder bij me. Hij zag mijn schilderijen en kreeg de tranen in zijn ogen Ook Jaarsma verlangt naar Den Helder. Als het kon, zeilde ik er van avond nog heen. Ik heb me aangeboden als reserve-loods. De heer Jaarsma weet veel. tg^.vertellen. Hier in de ka juit van het licht schommelende schiP hangt de sfeer van Nieuwediep. J'1, Nieuwediep hangt er letterlijk 0n twee van Jaarsma's schilderstukke versieren de wand- De zee wanne zullen we de zee weer zien? Voorlopig zal de heer Jaarsma to schip ergens in de buurt van Schoo - dam vastleggen. De zomer komt en hebben rust nodig. Maar als we na Den Helder mogen de We nemen afscheid en spreken wens uit, dat de heer Jaarsma rt spoedig zat mogen staan aan de bu! n kant. waar ook nu nog de meeuo0;e scheren over het water en de r° krabben scharrelen onder de je teigers van he haven. W. K-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1945 | | pagina 2