HELDERSCHE COURANT Twee historische redevoeringen. Rede H.M. de Koningin Een beroep op allen. Het nieuwe Ministerie ingeleid. Het toekomstig regeringsbeleid. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, HOEGRAS TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULQWNA Prof. Schermerhorn DONDERDAG 88 JUNI 1945. t)en Held«f» VERSCHIJNT DAGELIJKS Advertenties 11 cent per millimeter HOOFDREDACTEUR: J. BIJLSMA ABONNEMENT PER KWARTAAL: Stad en omgeving f 2.60, Postabonnementen f 3.00 Gisteravond heeft Zijne Excellentie Prof. Ir. W. Schermerhorn, voorzitter van de ministerraad, belast met de aigemene oorlogvoering, een uitvoe rige rede gehouden voor de microfoon van de zender „Herrijzend Neder land', waaraan wij het volgende ontlenen: Land- en rijksgenoten, Nadat het thans optredende kabinet het grote voorrecht heeft gehad door H.M. de Koningin bij U te zijn inge leid, rust op ons de plicht U allen een inzicht te geven, zowel in de alge mene gedachten, die de fofmateurs hebben geleid, als wel zeer in het bij zonder omtrent het te voeren beleid. Zelden of nooit zal misschien een regering in ons land zijn opgetreden onder zwaarder omstandigheden dan thans het geval is. Na er op gewezen te hebben, dat een nieuwe strijd be gint op een ander front, met andere wapens dan door de voorgangers van deze regering zijn gehanteerd was.'t spreker een behoefte namens het Ne- derlandsche volk te spreken over en tot hen, die ons voorafgingen, op wier arbeid wij thans varder bou wen, door wier geestkracht, door wier zweet, bloed en tranen het ons moge lijk is geworden de weg omhoog weer te betreden. Voorts willen wij, zoo zeide hij, hier ook onze erkentelijkheid betui gen voor de hulp, die ons beroofde vaderland na de bevrijling op zo menig gebied van de geallieerden heeft ontvangen. Het is ons een waarborg, dat wij ook in de toe komst, waarin wij nog sterk van hun hulp afhankelijk zullen zijn, niet te vergeefs een beroep op hen zullen doen. Hierna gewaagde de min.-pres. met grote waardering van het beleid van minister Gerbrandy en H.M. de Koningin. Eenmaal zal de geschiedenis, ver volgde spreker, beter dan wij dat op het ogenblik kunnen, oordelen over de betekenis van hetgeen het Lon- densche kabinet voor Nederland is fri'.vaest. Het is ons een voorrecht te kun nen mededelen, dat prof. Ger brandy zich bereid verklaard heeft zijn volledige ervaring, zijn kennis van de verhoudingen en ook de persoonlijke vriendschappen, die hij zich in Engeland verwierf, ten dienste van het vaderland te blij ven stellen, zulks in samenwerking met de huidige regering en op de wijze als door de omstandigheden zal worden geboden. ..Herstel en vernieuwing". Het lijdt geen twijfel, dat in de omschrijving van de opdracht ge dachten zijn uitgedrukt, die de taak der regering bepalen, ten aanzien van °ns geteisterde vaderland zelf. Niet de eenvoudige leuze: het moet alles anders worden, zal ons moeten leiden, maar wel een hersteld en verdiept besef van goed en kwaad, van hetgeen voor de samenleving be hoort te volgen uit het belijden van ieders diepste levensbeginselen, hoe verschillend die op zichzelf ook mo gen zijn H. M. de Koningin heeft gisteravond de volgende rede voering uitgesproken: Landgenoten, Het nieuwe bewincl is thans gevormd, het eerste, dat op va derlandse bodem is ontstaan na onze bevrijding en waarvan op twee na alle leden de bezetting hebben megemaakt. Wij staan nu als volk in zijn geheel klaar om te beginnen aan de opbouw van onze toekomst. Het visioen, dat onze helden en heldinnen voor de geest stond, toen zij hun leven gaven voor recht en voor vrijheid, wil len wij thans tot werkelijkheid maken. Nu is het wachten voorbij en tevens de alom gevoelde onze kerheid. Het ogenblik is aange broken, waarop vorm gegeven kan worden aan onze toekomst. De toekomst eist een democratisch beleid, met vastberadenheid uif- gestippeld, welk beleid U zo straks in de regeringsverklaring zal worden uiteengezet. Ik behoef U niet te zeggen, dat er talloze moeilijkheden en bezwaren, ja soms schier on overkomelijke, op onze weg lig gen- Naast de schaduwen kan ik echter Goddank op sterke licht punten wijzen: het feit, dat wij in de donkere tijd, die achter ons ligt, naar elkaar gegroeid zijn, het duidelijk merkbare verlangen naar eendracht, de groeiende gemeenschapszin en het onderling vertrouwen en naastenliefde. Een onzer eerste plichten te genover God, tegenover onze volksgemeenschap en tegenover onszelf is de beslaande drang naar saamhorigheid verder te ontwikkelen en het hoogste en beste wat in ons leeft in dienst te stellen van onze volksgemeen schap. Wij willen ons ertoe zetten onszelf geestelijk op te bouwen en onze kinderen, elkeen naar eigen overtuiging opdat wij als volk de moeilijkheden, die wij op onze .weg zullen ondervinden, te boven kunnen komen. Immers, wij willen trachten voortrekkers en baanb'r-''^"s +e zijn voor de nieuwe tijd, die vóór ons ligt. Een wereldtekort aan grond- Nog steeds: in oorlog. In onze 20ste eeuw is vaak gespro ken over de zedelijke verplichting van Nederland tegenover Indië. Deze oorlog zal aan ons allen hoge eisen blijven stellen en zal ook ons mate riële herstel belemmeren. Wij waren na de val van Java tot het ogenblik van de nederlaag van Duitsland niet in staat overeen komstig onze betekenis deel te nemen aan de oorlogvoering tegen Japan en aan de strijd ter bevrijding van In donesië. De historische slag in de Java-zee, waarin de beste tradities van de Koninklijke Marine, zoals die zijn gevormd ia de glorietijd van ons stoffen, aan afgewerkte goederen en aan sommige soorten van voedsel en hierbij, zij niet vergeten de gebrekkige moge lijkheden van vervoer dringt voorlopig de gedachte, dat wij onze toekomst geheel in eigen hand hebben, naar de achter grond. Gaarne doe ik een beroep op de vriendschap onzer bondgeno ten om ons zoveel in hun ver mogen ligt tegemoet te komen. Wij zijn hun erkentelijk voor hun geschenken en voor het geen zij ons leveren jn onze nood. Ook doe ik een beroep op hen om te bereiken, dat uit Neder land geroofde en als zodanig te herkennen goederen, die in Duitsland worden aangetroffen, zo spoedig als dat kan aan Ne derland worden teruggegeven. Wij zullen onze bondgenoten in geestelijk opzicht hun hulp vergoeden door een steunpilaar te zijn in het nieuw ontstaande Europa en wanneer wij ons land weder kunnen opbouwen zullen wii hun tonen, dat wij sterk zijn. Ik heb mij overtuigd van de verwoestingen en van het ge brek, dat er geleden wordt in de meest geteisterde streken- Ik doe een klemmend beroep op al len die iets bezitten, dat de bit tere nood kan lenigen, dit af te staan ten behoeve van onze zo zwaar beproefde broeders en zusters. Zij hebben letterlijk aan alles gebrek, aan het meest eenvoudige en allerrtödigste. Als wij ons straks mogen ver heugen in de bevrijding varf gro ter Nederland onder de keer kringen. waaraan onze jongek ng-^ schap, zo bereid is haar «J>este krachten te geven, zal op ons de plicht rusten het vernieuwde koninkrijk op te bouwen. De taak die ons wacht, en de verantwoordelijkheid, zowel jen opzichte van het vad»-iand - «'s ten opzichte van ons Koninkrijk, zijn ontzaggelijk gre' Oo d't historisch ogenblik geldt voorze ker de spreuk: Nu of nooit. Wij aanvaarden met vertrou wen die taak. Ons jongste ver leden heeft bewezen wat wij kunnen. Zij zal blijken niet .te groot of te zwaar voor ons te zijn. God zal ons helpen. volksbestaan, zijn gehandhaafd en misschien overtroffen, was het brandpunt in de wanhopige worste ling, waarin Nederlands-Indië tijde lijk ten onder ging. Oude en nieuwe scheidingslijnen. Bij de poging om een regering samen te stellen op een wijze die niet te schril afsteekt bij de geest waarin tijdens de bezetting duizenden het of fer van hun leven brachten, moesten de formateurs ook nog met andere factoren rekening houden dan met beginselen en programma's der par tijen, welke bii het uitbreken van de oorlog in de volksvertegenwoordiging waren gerepresenteerd. Hierbij wees spreker op de houding der voormalige illegaliteit tegenover, de zgn. legale wereld. Het behoeft echter geen verwonde ring te wekken, dat bij de gegeven zeer grote verscheidenheid van over wegingen een volkomen synthese opj ieder gebied niet kon worden bereikt. Niettemin mag van het kabinet ge-sj zegd worden, dat het op brede basis tot stand is gekomen. Nederland in de wereld. En thans iets over het te voeren beleid: t| Betreffende het buitenlands beleid verklaart de regering, dat die naas# de deelneming aan de oorlog tegen Japan zal zijn gericht op.de interna-^ tionaïe samenwerking met al onze) bondgenoten, ter bevordering va: vreedzame internationale verhoudin gen en ter beveiliging van de positl van het Koninkrijk en mitsdien v«w< zijn samenstellende delen. Het herstel van het interna tionalei handelsverkeer heeft de bijzondere^ aandacht der regering. De vooiucn- ting van het buitenland over hetier- land en die van ons volk over ne buitenrand heeft haar actieve belang stelling. De buiteniandsche dienst za] worden gemoderniseerd, de piannei daarvoor liggen gereed. De ministei zonder portefeuille, dr. J. H. var Royen, zal den minister van lui.en- landsche zaken bijstaan en hem bi; afwezigheid kunnen vervangen ondei de primaire verantwoordelijkheid van laatstgenoemden. Meer dan ooit heeft de buitere and. sche politiek onze aandacht. De; culmineert in de vraag naar on; verhouding tot het verslagen Duits land. Het Nederlandse volk hee; daarmee een rekening te vereffenen op schier elk gebied. Wij zullen daar j bij voor onze rechten strijden en niet* dulden, dat daaraan tekort wordK gedaan terwille van de wederopbouw*! van het Duitse bedri: De Nederlandse regering zal bij dd. geallieerde mogendheden haar eisenn tot schadevergoeding indienen en itt het bijzonder krachtig aandringen opji teruggave van door de Duitsers ge stolen goederen en vervanging daar-i^ van door andere goederen, indien zij niet meer te achter'.s'en zijn. In d'k -'V.e yerhend aanvaardt diï kabinet ook de gedachte van minister1 van Kleffens om de mogeliikheid toÉ schadevergoeding door middel van annexatie van Duits gebied open te houden. Deze annexatie is echter zo-* zeer een zaak, die gedragen of ver worpen moet worden door het zede* iiik be=ef en het zakelijk inzicht vaiï ons volk. dat de regering er nrijs xi stelt te bevorderen, dat door eert' nneobn-e discussie de publieke me ning zich hierover in bezonkenheid vormen kan- I eger en vloot. Een nieuw Nederlands leger is Irt wording, waarvoor o.m. in Australië? 22.000 man worden opgeleid. Tot welke sterkte de Koninklijke! Marine kan worden 'opgebouwde wordt op het ogenblik nog uitsluitend bepaald door de mogelijkheden welkgl bestaan voor de verkrijging van ma* terieel en door het beschikbare aantal officieren en onderofficieren en man* schappen met oorlogservaring ert kennis van modern materieel. De K(M ninkliike Marine leed gedurende oorlog zware verliezen en het ovew gebleven personeel aangevuld meff officieren, onderofficieren en man* schappen die in Nederland achterb'.e* ven na 14 Mei 1940, en met norlogs* vrijwilligers zullen in een verhoiw ding "van ongeveer één op Jrie 64 nieuwe vloot bemannen die aan

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1945 | | pagina 1