HELDERSCHE COURANT
Telegramwisseling tussen H. M. de Koningin
en den Koning van Engeland
20 iot 25.000 man naar Indië
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WEERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Ook Prins Karei wenst geluk.
20.000 Japanners geven
zich over
Aflijn moet goud leveren
Weerbericht.
Doodvonnis van Petain.
Rotterdamse havenarbeiders
blameren zich
Scherpe maatregelen vereist
Voor gezagshandhaving en opruiming
eventuele weerstand
Mogen wij zwijgen
Gevaarlijke
Canadezen
ZATERDAG 1* AUGUSTUS 1945.
69e Jaargang No, '411
GEDRUKT OP DE GEVORDERDE PERSEN VAN HET DAGBLAD VOOR NOORD-HOLLAND N.V.
twH.ier
VERSCHIJNT DAGELIJKS
Advertenties 11 cent per millimeter
HOOFDREDACTEUR: J. BIJLSMA
ABONNEMENT PER KWARTAAL: Stad en
omgeving 1 2.60 Postabonnementen i 3.00
Oen Helds*
H.M. de Koningin heeft van Z.M. den Koning van Engeland het navol
gende telegram ontvangen:
„In dit grootse uur, nu ten langen leste de krachten van tyrannie en
agressie in de gehele wereld definitief en volkomen overweldigd zijn, is -
het mij een groot genoegen, Uwe Majesteit mijn oprechte gelukwensen
met deze triomfantelijke en totale overwinning te doen toekomen. Mijn
regering, Mijn volk en Ik zullen nooit vergeten, dat Uwe Majesteit de
eerste was, die vrijwillig deelnam aan de strijd tegen den Japansen vijand,
toen deze, na de verraderlijke bomaanval op Peari Harbour, de oorlog
verklaarde aan Mijn land en de Verenigde Staten.
Wij hebben de grootste bewondering gehad voor de dappere daden van
Uwer Majesteits gewapende macht bij de verdediging van Uwer Majesteits
gebiedsdelen in het Verre Oosten tegen verre overmachtige vijandelijke
strijdkrachten, en met bezorgdheid hebben wij de lotgevallen gevolgd van
Uwer Majesteits getrouwe onderdanen van velerlei ras, die leden onder
de wrede onderdrukking van een meedogenlozen vijand.
Eén in vreugde over het vooruitzicht op hun spoedige bevrijding zien
wij met vertrouwen de komende gelukkiger dagen van vrede tegemoet,
als beloning voor Uw eensgezinde krachtsinspanning en die van onze
bondgenoten in de gigantische strijd, welke thans tot zulk een roemrijk
einde is gebracht.
GEORGE R. I."
H.M. de Koningin heeft den Koning van Engeland hierop het volgende
antwoord doen toekomen:
„Overgelukkig, dat de laatste der overweldigers volkomen overwonnen
is en dat de vrede in de wereld is weergekeerd, dank ik Uwe Majesteit
allerhartelijkst voor Uw vriendelijk telegram. Ik bied U mijn diepgevoelde
gelukwensen bij deze beslissende overwinning aan en betuig U mijn be
wondering en dankbaarheid voor de schitterende verrichtingen van Uw
dappere strijdkrachten te land en ter zee, welker moed, volharding en
kunde, tezamen met die van onze bondgenoten, zo zeer hebben bijgedragen
'ot deze eindoverwinning over de machten van duisternis en onderdruk
king.
Ook ik verheug mij in het vooruitzicht van de spoedige bevrijding van
"yin lijdende volken in de overzeese gebiedsdelen van mijn Koninkrijk,
die nooit zullen vergeten, wat zij te danken hebben aan al degenen, die
n meedogenloze onderdrukkers ten val hebben gebracht.
WILHELMINA".
geboden
overtuigd,
Ter gelegenheid van de Japanse ca-
u a''e beeft de Belgische prins-
Hm he' navo'sende telegram aan
Ti!- de k°ning'n gezonden:
Uw in de §rote vreugde, die
se 6 Jra^es'eH, evenals het Nederland-
disi moet gevoelen bij de aankon-
Ik h-B Van de caPHulatie van Japan.
r(.pht'eci aan ^we Majesteit mijn op
vrij.,6 Selukwensen aan voor de be-
hoiav"? van Nederlands-Indië dat
San a weerstand heeft
j, de Japanse verdrukking',
een er diep van overtuigd, dat
Weliiw °eds nauwere en meer vertrou-
'and 6 samenwerking onze beide
ho-cfl zal verenigen bij de taak van
stel en van de vrede.
gistl' ®0wiet legercommuniqué van
pen r ."^e'dt, dat de Japanse troe-
van u aan verschillende sectoren
Ven f fr°nt beginnen over te ge-
Van?.„r werden 20.000 Japannezen ge-
n genomen.
hehT"10erde autoriteiten te Ber-
dezer atus" bevolen, dat de bevolking
voor- innen 10 dagen alle gou-
■^eten Tyerpen we'ke zij bezitten,
'nleveren.
ïoteertVtrWachtin8
18.00 koel,
wind t- "nPenae en afne
men bewolkfn kC regfcn' later ge~
en ruimende wind.
In levenslange gevangenisstraf
veranderd.
Generaal de Gaullc heeft het dood
vonnis van maarschalk Petain veran
derd in levenslange gevangenisstraf.
De situatie in de haven van Rot
terdam is nog steeds ongewijzigd, dat
wil zeggen, dat van de enkele dui
zenden havenarbeiders er slechts een
honderdtal werkt. Het voornaamste
punt is, dat de arbeiders weigeren iet
half zes door te werken.
Het gevolg is, dat thans 31 schepen
in de haven liggen, welke niet gelist
kunnen worden. De schepen zijn ge
laden met hout, wol, iarwe, lever
traan, honing, katoen en kleding. Bo
vendien is gistermorgen een Deensch
schip, geladen met 80.000 kilo boter,
eeren en spek, bestemd voor de bur
gerbevolking, aangekomen, dat even
eens niet gelost kan worden. Vier
Liberty-schepen, elk met 8000 ton
graan en meel aan boord, hebben
de haven weer verlaten en koers ge
zet naar Antwerpen. Vermoedelijk zal
de lading voor ons land verloren zijn
Wij ontvingen dit bericht en het
deed ons een ogenblik perplex staan.
Door ons gaat een gevoel van schaam
te en verontwaardiging. In de eerste
plaats schaamte, omdat ons land de
ze smet op zich ziet geworden door
enkele duizendtallen obstinate arbei
ders. Over de gehele wereld worden
hulpacties gevoerd om «ns land te
helpen, getuige o.a. het genoemde
Deensche schip. In het land zelf doen
tallozen hun best om een zo groot
mogelijke oogst binnen te halen. En
wat doen de Rotterdamse havenar
beiders? Zij willen niet tot half zes
werken! Begrijpen zij niet dat zij het
ganse volk in het groot benadelen en
bovendien «ie naam van Rotterdam in
de ganse wereld te grabbel gooien?
Als deze individuen dan niet wijs ge
noeg zijn, dient de regering op de
scherpste wijze in te grijpen. Zij moet
niet met zich laten sollen. Het ver
antwoordelijke gedoe in Rotterdam
van de Eenheidsvakbeweging, die hier
uit politieke munt denkt te slaan, heeft
nu lang genoeg geduurd. Het Neder-
landes volk eist een spoedige radi
cale oplossing.
Wü vernemen van officiële zgde: De nieuwe toestand in Indië heeft ertoe ge
leid maatregelen te nemen, om op korte termün een zo groot mogelgk aantal,
althans enigszins geoefende legermacht in Ned.-Indië ter beschikking te hebben,
teneinde de gezagshandhaving aldaar van de geallieerden over te nemen en
eventueel resten van weerstand - wellicht in de vorm van gueriUa - op te
ruimen.
De geallieerden hebben toegezegd ^e
voor zulke transporten nodige scheeps-
ruimte en uitrusting beschikbaar te
zullen stellen. Dientengevolge is de
regering voornemens in September en
October een tiental z.g.n. lichte in-
fanterie-bataljons tezamen ongeveer
8000 man, thans dienende onder den
bevelhebber Nederlandse strijdkrach
ten (B. N. S.) naar Indië te laten ver
trekken. Daarop zullen volgen enige
z-g. gezagsbataljons, samengesteld uit
oorlogsvrijwilligers, die thans reeds
zijn ingedeeld bij de troepen van de
B. N. S. en derhalve enigermate ge
oefend.
In het begin van 1946 zullen nog
enkele lichte infanteriebataljons wor
den uitgezonden en tenslotte bestaat
het plan enige gezagsbataljons te vor
men uit oorlogsvrijwilligers, die thans
nog niet in dienst zijn en voor wier
kleding dus nog moet word in gezorgd.
Dit laatste is slechts mogelijk, wan
neer de geallieerden deze kleding tijdig
in Nederland beschikbaar stellen. Het
totaal zou dan 20 tot 25.000 man her
dragen.
De encadrering der genoemde batal
jons zal moeten worden versterkt of
gevormd uit daartoe op te roepen re
serve-officieren.
Half December a.s- zullen nog om
streeks 20.000 oorlogsvrijwilligers naar
Engeland worden uitgezonden ter vor
ming van de eerste divisie.
Tenslotte zullen bij de in Nederland
en Duitsland blijvende troepen van de
B. N. S. een aantal beroeps- en re
serve-officieren worden ingedeeld, ter
wijl ouderen van deze groepen nodig
zijn voor de encadrering der gezags-
compagnieën in Nederland onder den
territorialen bevelhebber in Neder
land.
Er is de laatste weken in de pers ge
wezen op een gevaar, dat in het bi
zonder onze vrouwelijke jeugd be
dreigt. Het gevaar van den Canadesen
soldaat. Het blijkt, dat er onder onze
bevrijders vele avonturiers zijn, die
zich niet ontzien de eer van onze meis
jes te grabbel te gooien, die zich niet
ontzien onze meisjes als deernen te
gebruiken. Deze soldaten, die door het
oorlogsleven van vijf lange jaren ver
ruwd zijn, die geen moraal meer ken
nen, die in iedere stad een andere
schat hebben gehad, misbruik an de
vriendelijkheid en gastvrijheid op een
wijzz, die we niet anders kunnen
aanduiden dan als misdadig.
Of onze meisjes dan niet schuldig
zijn? Ongetwijfeld. Er zijn er maar ai
te veel, die „een avontuurtje" wel aan
durven. Die aan de gevolgen van hun
immoraliteit niet denken. Die hun ge
zondheid en de gezondheid van hun
nakomelingen vergooien door zich te
laten gaan in een ongepaste verhou
ding met mannen, die ze nauwelijks
van1 naam kennen.
Maar er zijn ook vele meisjs, die er
min of meer onschuldig invliegen. Wij
hebben immers aangedrongen op een
vriendschappelijke houding tegenover
onzz bevrijders. Wij hebben gezegd:
„Maak het hun gezellig. Stel uw-htris
stel uw gezin open voor de mannen,
die hun leven in de waagschaal heb
ben gesteld voor de bevrijding van ons
land en volk". Wij hebben ontspan-
ningsav". georganiseerd en de Canade
zen gevierd. En in de beste kringen
zijn de jongens met hun vlotte uniform
binnengekomen en hebben aangezeten
aan onze tafels. En van die gastvrij
heid hebben helaas velen misbruik ge
maakt en hebben zich dingen veroor
loofd die ongepast waren. Zij verpes
ten onze volksgezondheid.
Of het dan zo erg is? Ja. het is erg.
Tal van artsen hebben er ernstig voor
gewaarschuwd. In het openbaar zijn
dingen gezegd, met verzoek om die te
publiceren, waarover men gewoon is
te zwijgen. De geslachtsziekten nemen
op onrustbarende wijze toe Hier dreigt
een gevaar voor de kracht van ons
volk. Hier gaat een geslacht ten onder
door lichtzinnigheid en als we niet met
z'n allen stelling nemen tegen deze
onzedelijkheid, dan zal ons nageslacht
er de bittere vruchten van plukken-
Straks zijn de Canadezen weg. En
onze meisjes blijven zitten met de ge
volgen van hun lichtzinnige omgang
met deze soldaten. Onze gezinnen wor
den er door verwoest en het leed. dat
straks, als zij tot bezinning gekomen
zijn, over onze meisjes komt, is ont
zaggelijk groot.
Het lijkt hard om deze dingen te
zeggen. Maar hier is een gevaar waar
over niet langer gezwegen mag wor
den. We moeten de ongerechtigheid
niet met de mantel der liefde be
dekken.
Wij willen niet generaliseren. We
zouden niet graag beweren, dat er
niet vele Canadezen zijn, die hun hou
ding wel kennen, die de eer van hun
familie, die hun gezondheid en de eer
van het Hollandse meisje vol
doende hoog weten te schatten. Maar
het aantal, dat geen moraal meer kent,
Is waarschijnlijk zeer groot.
En daarom is er maar één weg. De
omgang van onze meisjes met Cana
dese soldaten tegen te gaan. Zet uw
huis voor hen open, maar waag
kinderen niet aan avonturiers.
B.