HELDERSCHE COURANT
Minister Lieftinck over de déblokkering
Zekere gelden worden vrijgegeven,
maar besmette saldi blijven
voor 100 pet. geblokkeerd
De moord op P.
commandant B.
Zwart, gewestelijk
S. Zaanstreek
Brandende kwesties
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL .WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Op naar een gezonde volksgemeenschap
Waar hei om gaal
Krijgsraad te Velde
Onze lezers
aan hei woordt
DONDERDAG 21 SEPTEMBER 194S.
te Jaargang No. 546.
VERSCHIJNT DAGELIJKS
Advertenties 11 cent per millimeter
HOOFDREDACTEURJ. BIJLSMA
ABONNEMENT PER KWARTAAL: Stad en
omgeving i 2.60Postabonnementen i 3.00
Nadat het Nederlandse volk gedurende de afgelopen veertien dagen aijn
bankpapier en zilverbons voor het grootste deel heeft ingeleverd, deed minister
Lieftinck gisteravond via de radio mededeling van de door de regering voorbe
reide maatregelen ter déblokkering. Uit zijn rede bleek, dat ieder voorlopig zijn
uitgaven zal moeten bestrijden uit zijn normale inkomsten. Bovendien zullen ech
ter zowel huishoudingen als bedrijven over een normale kasreserve kunnen be
schikken. Voor het giraal verkeer gaat de déblokkering zelfs tot een bedrag van
10.000.—
Ook dit bezit dient aan het daglicht te
Komen.
De minister riep alle goedgezinden op
daarbij behulpzaam te zijn. De belas
tinginspecteurs is last gegeven om
plaatselijk uit de kringen der loyale
burgers een aantal vertrouwenspersonen
koopkracht gelijk. Ik i le kiezen om hen behulpzaam te zijn bij
het aan het licht brengen van gevallen
van belastingontduiking en van over
tredingen der geldzuiveringsvoorschrif-
ten.
Zie vervolg pag. 2.
Het veldtochtsplan inzake de geld-
vernieuwing is bezig zich te voltrek
ken, aldus begon minister Lieftinck
zijn redevoering. Een week van be
perkingen staat voor de deur. Voor 't
eerst in de geschiedenis van ons volk
staan allen in
hoop, dat dit enkele feit, al was het
slechts door een technische noodzaak
geboden, zal medewerken tot verster
king van het besef, dat iedere Neder
lander ook in dit opzicht een even
redige bijdrage zal hebben te leveren
tot het financieele herstel van ons land
ca dat daardoor het gevoel van saam
horigheid en gemeenschappelijke ver
antwoordelijkheid bij U allen zal wor
den verstevigd.
Een grote onrust is gevallen over hen.
die zich door de zwarte handel hebben
verrijkt. Zij worden gedreven tot da
den. die bij ieder mens met moreel besef
slechts afschuw en verachting kunnen
wekken. Ik geef u daarvan een voor
beeld uit vele:
Zelfs „zwarte graven".
Vrijwel alles in ons land kwam reeds
voor in het „zwart". In deze dagen van
geldvernieuwing zijn daarbij de_ „zwarte
graven" gekomen. In één onzer grote
steden heeft zich het feit voorgedaan,
dat een aantal door de geldzuivering in
bet nauw gedreven lieden met hun zwar
te geld zich op een begraafplaats de
eigendom van vele straks te delven gra
ven hebben verschaft, om deze t.z.t. wel
1'cht tegen nieuw geld van de hand te
doen.
Ik behoef over eeu dergelijk bedrijf
maar weinig te zegggn. Laten zij in
tussen niet menen, dat hun grimmig
spel zal gelukken. Het Departement
van Financiën heeft goede informa
ties. Ook de hamsteraars van het zin
gen geld, die zich aan mijn dringende
•Proep om het kleine betalingsverkeer
■iet te ontwrichten niet stoorden, wor
den thans uit hun schuilplaatsen op
gejaagd. De opsporingsdiensten, die
hiervoor speciaal zijn geïnstrueerd,
hebben reeds een aantal grote klappen
■itgedeeld en daarbij zal het niet blij—
vea- Het onsociale optreden met be
trekking tot de pasmunt heeft mijn
bijzondere aandacht; men houde zich
voor het laatst gewaarschuwd.
ve'', ^'e door het oppotten van zit—
meenden zich veilig te kunnen
tlSt. er\ zullen weldra bemerken, dat de
115 over goede speurders beschikt.
VRIJ KOMT:
1. Na 3 Oct. het normale loon, pen
sioen, wachtgeld, rente of perio
dieke uitkering.
2. Van het saldo op uw geldkaart
of van een reeds van te voren
verrichte storting, indien het
zulk een bedrag aanwijst, f 100.
3. Voor het herstel van het „giraal
verkeer" bovendien 1000.plus
25* van het saldo naar de stand
van 12 Sept. 1945. Dit uitsluitend
ten behoeve van overschrijvingen.
4. Voor zover dit geld nuttig kan
worden besteed ten behoeve van
getroffenen. oorlogsslachtoffers,
voor het doen van grotere beta
lingen bij geboorte, huwelijken,
sterfgevallen, etc.
5. De hoofdsom van het kapitaal,
waarop personen aangewezen
zijn bij gemis aan looninkomen,
in die mate als voor hun levens
omstandigheden vereist is.
Kwaadsprekerij de oorzaak
(Van onzen specialen verslaggever).
Gistermiddag werd op een zitting
van de krijgsraad te velde onder pre
sidium van overste Mr. J. W. U.
Doornbos in het gerechtsgebouw te
Alkmaar de zaak-Zwart behandeld.
P. J. Zwart, gew. commandant van
de N. B. S. in de Zaanstreek, werd op
5 April '45 na rijpelijk overleg door
een lid van de 3. S. Johan Bak, uit
Krommenie, neergeschoten op de
Hoogstraat te Koog aan de Zaan.
Andere beklaagden waren: van Hei
ningen, die Bak inlichtingen verschaf
te, Bunsma, die opzettelijk hert
misdrijf heeft uitgelokt en Mannessen,
onderwijzer te Krommenie, die Buns
ma opdracht gaf, dat Zwart uit de weg
moest worden geruimd.
Na de opening kwam als eerste be
klaagde Bak naar voren. Hij is thans
cipier in een bewakingskamp. Na het
voorlezen van de dagvaarding door
den auditeur-militair, kap. mr. W. de
Vries, begon de ondervraging.
Bak kende Zwart niet. Pres.: „Vond
U uw handelwijze normaal?" B.:
„Neen, maar iets dergelijks gebeurde
wel meer. Toen ik '"">n Bunsma de op
dracht kreeg- moe- :k die aannemen
en kon niet nagsa" f het bevel van
hogerhand kwam". B*»"i wist niet wel
ke functie Zw had.
Volgt beklaagde van Heiningen, die
Zwart aan Bak had aangewezen. Dit
deed hij in opdracht van Bunsma. Van
H. kznde Zw. alleen van voorkomen en
wist evenmin welke functie hij ver
vulde.
Gekleed in zijn blauwe overall
met de oranjebaod om de linkerarm
verschijnt nu Bunsma voor het hekje.
B. is van mening, dat hij e;n bevel
moet opvolgen. Hg had verder *elf
niets onderzocht. Ten huize van Man
nessen hoorde hij van het geval.
In een gesprek zei de co.mp. com.
mandant: „Schiet hem maar neer". Ik
beschouwde dit als een opdracht V1
ging verder: Ik koos Bak en van Hei
ningen, omdat deze te vertrouwen wa
ren.
Volgt H. Mannessen, sectiecomman
dant..
Pres.: „U hebt het plan voorgesteld?"
M.: „Neen".
Pres.: „Vertelt U eens".
M.: ,,We hebben nooit iets geweten;
wat ons werd opgedragen, voerden we
uit".
Pres.: „U had allerlei bezwaren te
gen Zw. en was wat blij, dat dit ge
sprek zich zo ontwikkelde. Toen er ge
zegd was: „Schiet hem neer", ging U
aan 't werk. U was het onmiddelijk met
Uw comm. eens? Kon Zw. niet op een
andere manier uitgeschakeld worden?"
M.: Er ging een transport gevange
nen onder leiding van de Duitsers naar
het Zuiden. We wilden dit onderschep
pen. Het mislukte en we waren van
mening, dat Zw. hier de oorzaak van
was door contact met de D."
Pres.: „Een comp. comm en een
sectiecomm. beslissen dus zo maar, dat
iemand uit de weg geruimd moet wor
den? Dat is krankzinnig. Zw. was ad
judant van den distrist comm. Had deze
dan niet eerst geraadpleegd moeten
worden?"
M.: „Deze stond onder invloed van
Zw., dit werd mij verteld door Buns
ma.
Pres.: „De D. C. had opdracht moe
ten geven".
Getuige Sabel, een goed vriend van
Zw, verklaarde dat Zw. 'n goed ille
gaal werker was. Zij deden de laatste
2 jaar alles samen. Hij verstrekte een
groot aantal bonkaarten en «teunde
daadwerkelijk de illegale pen
Wat doen we met de N. S. B.-ers?
Onze abonné G. schrijft ons over
een paar vraagstukken, die hij. met
het „geveugelde woord van den gro
ten Nazi-knecht Max Blokzijl", gaarne
onder het hoofd „brandende kwesties"
zag opgenomen.
Spr. stelt allereerst de vraag hoe de
betreffende autoriteiten denken over
de wenselijkheid van een spoedige in
enting tegen het steeds meer toene
mend gevaar van besmettelijke ziek
ten als typhus, dyphtherie enz.Dedroe
ve ervaring, na de vorige wereldoor
log, ligt ons nog vers in het geheugen,
toen duizenden van ons volk door de
z.g. Spaanse griep ten grave werden
gedragen.
Wij menen G. in dit opzicht gerust
te kunnen stellen door erop te wijzen,
dat in de afgelopen oorlogsjaren die
inentingen regelmatig hebben plaats
gehad en duizenden van deze gelegen
heid hebben gebruik gemaakt. Wij
twijfelen er niet aan of de geneeskun
dige dienst is in deze op haar qui vive.
Iets van andere aard is de berech
ting van de N. S. B.-ers, zo schrijft
G. En hij vervolgt dan: „Er kwam in
uw blad o.m. een beschouwing voor
over het uitspreken van het doodvon
nis tegen den N. S. B. burgemeester
van Wassenaar. In dat artikel werd
eigenlijk de doodstraf tegen dat indi
vidu te zwaar geacht. Laten we ons
toch niet in slaap sussen met de ge-"
dachte, dat tegenover dergelijke lie
den, die ons volk vertrapt en vervolgd
hebben, een geëiste straf ooit te zwaar
zou zijn. Dit heerschap, dat mogelijk
de dood van ezn deel van ons Joodse
volk 'op zijn geweten heeft, daarvoor
is de kogel nog te goed.
In een ander geval werd de com
mandant van de landwacht te Pijn-
acker tot 20. jaar veroordeeld. Dit su
jet had een onderduiker neergeschoten.
Ook voor een dergelijk heerschap is
de doodstraf het enige wat hem toe
komt. Waarom gebruikt men conside
ratie met een man, die een veelbelo
vende jongemart in koelen bloede van
het leven beroofde.
Laten onze rechters op z'n minst de
doodstraf eisen tegen hen, die één on
zer mannen of vrouwen hebben ge
dood of .door hun toedoen, op welke
wijze ook, om het leven hebben ge
bracht".
Tenslotte dringt schrijver aan op een
snelle berechting en op een verban
ning van de veroordeelden naar
Groenland, Nova Zembla en de Zuid-
pool-eilanden.
Tot zover onze abonné G.
Het vraagstuk van de berechting
van N. S. B.-ers en van de te geven
straffen, van hun verbanning of te
rugkeer in de maatschappij, is inder
daad een probleem, dat de publieke
belangstelling heeft. Door de tijd, dia
verstreken is na hun gevangenneming,
is het oordeel rustiger en objectiever
geworden en wij zullen het op prijs
stellen, als onze abonné's zich ook
over dit probleem willen uitspreken.
Liefst kort en zakelijk. Wij zullen dan
waarschijnlijk, aan het slot van dia
beschouwingen. weer oen enquête
kunnen houden, waarbij de massa zich
kan uitspreken.
Wie volgt?
B.
(Trouw).
Dit werd mede verklaard door een
bzroer van het slachtoffer.
(Wegens plaatsgebrek geven wij in
ons no. van mqrgzn het vervolg van
ons verslag).