ii De verdwenen Baard i—jjs
I Een Sint Nicolaas-schets Dri
Open brief aan Sinterklaas
comp
Toen de kinderen naar school waren
kwam mevrouw van Balenmet haar
dagenlang zorgvuldig voorbereid plan
netje op de proppen.
Man!
Geen antwoord.
Man, luister eens.
De krant, waarachter haar weder
helft zat verscholen, maakte een hoek
van negentig graden voorwaarts.
Ja, wat is er?
Heb je er aan gedacht, dat het
Dinsdag over ean week Sint Nicolaas
Is?
O, ja, 5 December, hè? Dat heb
ik nog onthouden van verleden jaar,
antwoordde mijnheer een beetje spot
tend.
Toe, wees nu eens even ernstig,
vroeg mevrouw ongeduldig.
Ik ben ernstig genoeg, klonk het
van de andere kant der tafel; ernstiger
dan jij. Zet dit jaar de Sinterklaas-
pret maar uit je hoofd, want er kan
niets van komen. Het zakendoen in de-,
ze tijd is nogal erg prettig. We hebben
ternauwernood voldoende om fatsoen»
lijk te leven.
Maar Jan, de kinderen....
De kinderen, barstte mijnheer los.
de kinderen van tegenwoordig zijn
geen kinderen meer. Greet is boven
dien al tien jaar en Jantje wordt de
volgende maand al acht. Nee. zet het
dit jaar maar gerust uit je hoofd,
want ik heb er geen geld voor te mis
sen.
Maar luister nu eens, drong me
vrouw volhardend aan, het behoeft
toch niet altijd zóóvéél geld te kosten
Alleen maar ean paar kleinigheden
Voor de kinderen; die zijn al gauw te
vreden.
Goed. dat zou nog kunnen, repli
ceerde mijnheer van Balen, maar de
Sint zelf? Die kost ook geld.
Zijn vrouw glimlachte even.
Als jij dit jaar nu eens voor
Sint Nicolaas speelde?
Mijnheer, die net een slok thee nam,
Verslikte zich en proestte het uit.
Lk voor Sint Nicolaas spelen? Ha.
ha! Neen maar, die is goed! Ik zie
mezelf al rennen met e;n grote staf
in de hand en een mijter op m'n
hoofd. Brrr. Merci, niets voor mij.
En na dit weinigzeggende argument
Verdiepte hij zich weer in het och
tendblad.
Maar je broer Gerrit dan?
Nu ja, Gerrit is altijd zo'n mal
loot geweest. Die heeft z'n carrière
misgelopen en had clown moeten wor
den in esn of ander circus. En dan nog
bovendien: waar zouden we de kleren
vandaan moeten halen?
Die zou je van Gerrit lenen; hij
heeft nog steeds 'n compleet costuum
in zijn bezit en nu hun kinderen gro
ter zijn, zal het dit jaar toch wel niet
gebruikt worden, temeer, omdat hij
nu in dienst is.
Mijnheer was al half gewonnen.
Ach, de kinderen zouden me im-
tners direct herkennen?
Dat geloof ik niet. Mevrouw
schudde ontkennend het hoofd. Wan
neer je je. goed schminkt en je stem
een beetje verandert, zul je zien, dat
Greet en Jan er geen van beide een
flauw benul van hebben, dat het hun
vader is. Zal ik vanmiddag even naar
Gerrit gaan en vragen of wij de kle
ren voor die avond kunnen lenen?
Hij haalde de schouders op.
Voor mijn part: vooruit dan maar.
Doch reken er op, dat ik niet meer
dan een tientje voor de kinderen kan
missen, hoe graag ik het zelf ook zou
willen.
Mevrouw glimlachte voldaan. De
hoofdzaak was, dat haar man voor het
•plan gewonnen was. Bovendian had ze
zelf immers de laatste weken wat van
haar huishoudgeld opzij gelegd. En al
le beetjes hielpen.
Een paar dagen later toonde me
vrouw van Balen met trots de Sinter
klaas-attributen, die ze van haar zwa
ger in bruikleen had gekregen: een
prachtige bisschopsmantel, een mijter,
ean staf, en baard en zelfs een paar
kunstig met gouddraad bestikte linnen
schoenen ontbraken niet.
Mijnheer meesmuilde: Mooi spul.
En het zal je werkelijk goed staan,
voegde mevrouw er met voldoening
aan toe. We hebben bovendien zelfs
nog enkele pijpjes schmink. Je zoudt in
dat pakje warempel op Sint Nicolaas-
avond nog wat kunnen verdienen!
Ja, toe maar, bromde mijnheer.
Moet «ik misschien ook nog ean adver
tentie plaatsen: Sint Nicolaas aan huis,
een gulden per uur, of een Zwarte
Piet huren?
't Zou heus zo gek niet zijn, lach
te z'n wederhelft.
Ja. ja, het zou wat moois zijn, als
de lui op kantoor er achter kwamen.
Ik had misschien meteen een bijnaam:
Sinterklaas of zoiets.
Mevrouw schaterde het uit.
Enfin, besloot mijnheer geamu
seerd, berg die spullen maar gauw op,
vóór de kinderen ze zien.
ïtgegeven,
Die avond gingen beide enkele inko
pen doen voor de kinderen, terwijl het
daghitje voor deze gelegenheid in hifis
oppaste. Veel wérd er niet gekocht,
doch het aanvankelijke budget van
tien gulden en de spaarcenten werd"
tamelijk overschreden.
Ziezo, zei hij tegen z'n vrouw, lk
heb vanavond niet op een paar cen
ten gekeken, maar reken er dan al
vast op. dat ik de eerstkomende maan
den absoluut niets extra's te missen
heb, hoor. Ik heb al meer uil
dan ik feitelijk kan missen.
Toen de lang verwachte dag was
aangebroken, vroegen de .kinderen je-
ker wel twintigmaal: En komt Sint Ni
colaas nu heus vanavond hier, mama?
En mevrouw van Balen werd niet
moe even zovéél keren opnieuw te be
togen, dat de Sint werkelijk van
avond zou komen, maar hoe laat dat
wist mevrouw niet. Hij had beloofd, dat
hij zou komen en dan kwam hij zeker.
Toen mijnheer des avonds thuis
kwam. werd er vlug gegeten, zodat er
noe een lange avond voor de Sint Ni-
colaai-ret disponibel was.
Liggen de spullen klaar? infor
meerde hij, toen de kinderen zo lang
naar de keuken gedirigeerd waren.
Mevrouw knikte.
Het meisje heeft alles in de lo
geerkamer gebracht; de schmink kun
je in de lade van de toilettafel vinden
en ik zal voor wat warm water zor
gen en vaseline om je af te schmin
ken en te wassen, als je klaar bent.
Mooi, dan zullen we maar begin
nen. Denk er om, dat de kinderen be
neden blijven en leg de pakjes alvajjfr
in de gang.
Even later was mijnheer boven en
begon zich te verkleden. Hij kreeg nu
werkelijk schik in z'n rol. Het was
per slot van rekening toch altijd aar
dig voor de kinderen. Hoe had hij er
zelf vroeger niet altijd plezier in ge
had, ook toen hij al groter was ge
worden en bek md raakte met het fa
beltje van Sint Nicolaas. Dat nam niet
weg. dat er toch ieder jaar weer op
nieuw bekoring lag in het Sint Nico-
laasfeest, zelfs voor de volwassenen.
Het schminken was vlug gebeurd:
nu eerst maar eens de mantel aan. Hij
paste wonderwel, wat eigenlijk niet
zo vreemd was, want Gerrit was im
mers bijna even groot. Ook de linnen
muilen sloten goed om z'n voeten. Nu
de baard nog even "bevestigen. Hij
keek links en rechts.... geen baard.
Wat drommel, waar was dat ding
nu? Hij zocht in de laden van de toi
lettafel, het nachtkastje, voelde in de
mijter, betastte z'n bisschopsmantel.,
geen baard te vinden.
Waar zouden ze dat ding nu weer
gelaten hebben? Dat zou je nu altijd
,i|en: inplaats dat z'n vrouw zich nu
ervan overtuigd had, of alles
compleet was
Driftig opende hij de deur en stak
z'n hoofd over de trap-opening:
Vrouw!
Haastig kwam er iemand de keuken
uitlopen, de gang in,
Ja, wat is er?
Kom eens boven, riep hij onge
duldig. en toen mevrouw de trappen
beklommen had: Waar ia m'n baard?
Je baard? vroeg ze verwonderd,
wel, die moet er zijn. Lag-ie niet op de
stoel?
Neen, natuurlijk niet, was het
korte antwoord, anders had ik dat
ding wel gezien. Waarom overtuig jij
je niet, of alles compleet is?
Maar man, ik heb vanmidag alles
zelf van zolder" gehaald. Niemand kan
er aan geweest zijn.
Was die baard er vanmiddag dan
ook bij?
Tja. dat denk ik wel.
Zie je wel? Het oude liedje weer.
Zoek jij hém dan maar eens op.
Mevrouw inspecteerde op haar beurt
van boven tot onder de logeerkamer,
maar de baard was en bleef weg. Ze
keek nog eens op de zolder, maar al
wat er lag: geen baard.
Het beste is, antwoordde me
vrouw kalm. dat ik het meisje maar
even naar een feestwinkel 6tuur om
een andere baard.
Als ze er daar nog een hebben,
zei mijnheer pessimistisch.
Z'n voorspelling bleek niet onge
grond; er waren geen baarden meer
voorradig.
Daar zat men nu. En ondertussen
werd het steeds later, de kinderen in
de keuken werden ongeduldig. Ten
slotte besloot men, dat Sint Nicolaas
zich een baard zou schminken en men
in de voorkamer alleen maar de grote
schemerlamp zou aansteken, zodat het
licht gedempt bleef. Zodoende zou de
kans op herkenning zo klein mogelijk
zijn.
Aldus gebeurde en het bezoek van
Sint Nicolaas bleek boven alle ver
wachting nog een succes te zijn. Al-
3
leen Jantje was wat bevreesd, toen
hij de Sint een handje moest geven en
beloven z'n zusje niet meer te plagen.
Toen Sint. afgeschminkt en weder ge»
metamorphoseerd tot mijnheer van
Balen, naar beneden liep en de huis
kamer binnenstapte, die nu weer in,
een zee licht baadde, sprongen de
kinderen tegemoet: Papa, Sint Ni
colaas is er geweest!
Ja, voegde Greet er aan toe, en
Janneman moest hem een handje ge
ven en htj was zo bang.
O, nee, antwoordde de kleine baas
verontwaardigd, want Zwarte Piet was
er niet eens.
Van Balen lachte eens hartelijk. De
kinderen hadden hem dus niet her
kend.
En jij, Greet, vroeg hij aan z'n
oudste, was jij niet bang voor Sint
Nicolaas?
Neen, antwoordde z'n dochtertje,
bang niet, maar ik vond Sint Nicolaas
wel een beetje griezelig, want hij had
zo'n gek kort baardje.
Teen proestten de ouders het allebei
uit.
De volgende morgen werd het my»,
sterie van de verdwenen baard opge
helderd.
Greet was door Sint bedacht met een
mooie grote pop en toen het ontbijt
gereed was. kwam de kleine Jan met
haar nieuwe pop triomfantelijk £e
huiskamer binnen en zei oolijk: Kijk-
es, Sint Nicolaas!
Van Balen liet van schrik bijna z'n
ochtendblad vallen: de pop was aan
gekleed met ean grote, uit een krant
geknipte mijter, had de pook tussen de
stijve poppenhanden en de verdwenen
baard prijkte in alle glorie om de kin
van het poppengezicht.
Maar kind, mopperde mevrouw,
die moeite had, om haar lachen in te
houden, hoe kom je aan die baard?
Gevonden op zo'ier, lachte da
kleine man met tintelende ogen, gis
teren, tussen wat oude lappen in eet
stuk papier. Is het niet mooi?
Geweldig, antwoordde vader, en
hij verslikte zich haast in z'n thee.
(Nadruk verboden).
Sinterklaas, ik wil je spreken
'k Hoop, dat je mijn naam nog weet
Héél veel jaren zijn verstreken
Wéét je nog wel hoe ik heet?
lk heb veel van je gehouden
Toen ik klein was, lieve Sint.lfl
Ach, jij bent toch de vertrouwde,
De illusie van elk kind?
'k Zette ieder jaar m'n schoentje
En de brief vergat ik niet
met „Voor Sinterklaas een zoentje"
en „een hand voor Zwarte Piet"
Mijn vertrouwen was volkomen,
M'n geloof in jou oprecht!
Tot het eind kwam aan mijn dromen,
toen mijn Moeder ,,'t" heeft gezégd
Tranen sprongen in mijn ogen
en ik beet m'n lipje stuk
't Was niet waarhet was gelogen!
Ach, kapot was mijn geluk....
Nóg ben ik je niet vergeten.
Jij hebt écht voor mij bestaan
En (dat mag je óók wel weten)
Je hebt nóg niet afgedaan
'k Wilde je zo graag iets vragen
Als een klein, eenvoudig kind.,».
„Wil je ons, in deze dagen
Niet vergeten, lieve Sint?"
„Deer ons weer wat goed of slecht is
Wat het ware geven is
Deer, wat willekeur of récht is
Deer óók, wat vergeven is...«
Schenk ons weer zo'n sterk vertrouwen
Geef ons weer zo'n goede wil
Als op vijf Decemberavond
Maak ons weer zó blij en stil.,..
Dan zal in ons landje komen
Vreugd' en vrede. Sinterklaas
Zie, de maan schijnt door de bomen,
Makkers, staakt Uw wild geraas!
CORRY M. DE F