Kampbewoners, die zelf hun kost moeten verdienen Beëdiging van vijf Marine-officieren „DE NAAMLOZEN Stadsnieuws Erfprins Palleter hakt kachelhoutjes Cabaretavond in Casino n ihans ook naar den Helder Tweede toneelevenement ii. (Slot). De nieuwe commandant van Erfprins Is een man met ervaring van het kamp leven. Hij was, voordat hij naar Erfprins kwam, commandant van een groot man nenkamp in Gelderland en van een vrouwenkamp in dezelfde provincie. Hij is een militair èn een mens. Dat zijn twee onmisbare eigenschappen voor den commandant van een gevangenkamp. Er moet strikte orde en regelmaat zijn en men moet bij de beoordeling van ge vangenen altijd uitgaan van de stelling, dat men mensen voor zich heeft. Diep gevallen mensen vaak, maar wezens toch waar eens de goddelijke vonk in ontstoken is. „Mijn eerste werk", vertelt de com mandant. de heer Hayemaye. „was om een scherpe selectie toe te passen. Alles zat'hier bij elkaar. De mentaliteit van het geheel was laag en om de mensen niet meer te demoraliseren, moest ik scherp selecteren". „Jongens van 15 tot 18 jaar zijn apart ondergebracht. De jongens van 18 jaar en ouder zijn weggehaald. De echte S.S.- ers zitten bij elkaar. De rijksduitsers zitten apart. Ook zijn de invaliden in een eigen lokaliteit. „Er zijn bij de echte S.S.-ers tal van misdadige elementen en die hadden een slechte invloed, vooral op de jonge jon gens, kinderen nog, die hier ook ge vangen zijn gezet. Een week zijn ze nu in andere omgeving en je kan merken, dat dat van betekenis is geweest. Er is bij die jongens weer levensmoed, er is weer hoop op de toekomst. Verschillende van die kinderen er zijn er 35 onder de achttien, zijn aangelokt door valse voor spiegelingen of verleid door vrienden, 't Was niet goed, neen, maar er la toch verschil tussen den ene en den anderen verdachte". Dat verschil zien we, als we later met 'den kampcommandant onze ronde maken en in een cel komen, waar een van de bewakers van Vught zit opgesloten, die een mede-gevangene op Erfprins mis handeld heeft. Wat een onguur uiterlijk! Zo'n type is tot alles in staat en die liet Mussert op de beste leden van ons volk los. Palleter aan de slag. In de gang naar de eenzaam opge- slotenen horen we houthakken. We lopen langs een schemerig hok en daar zit.... Palleter, de gewezen Duitse werfdirecteur voor het hakblok. Hij springt in de houding als de comman dant binnenkomt. Deze man zagen we enige maanden geleden, na de capitu latie, nog met opgeheven hoofd van de werf stappen. Deze man liet een aantal Nederlandse marine-officieren en min deren, liet de topleiding van de werf wachten, omdat hij zijn zaken nog niet afgedaan had. Hij spreekt gebroken Hollands. Weg is alle glorie, Palleter buigt zich weer over zijn hakblok en laat zijn bijl vallen.... We praten met den commandant over de bewaking van het kamp. Hij voelt, met den commandant van de gezags- troepen, kapitein Jaeobsen, voor het leggen van landmijnen, omdat dit af doende is. We hebben het over de grote kosten aan dit kamp verbonden. „Die zal ik bestrijden", zegt comman dant Hayemaye. „Als het enigszins mo gelijk is, moeten de gevangenen zelf de kosten dragen, die hun gevangenschap vraagt. Dit kamp biedt vele mogelijk heden, omdat er zo'n prachtig terrein bij is. Ik zal trachten, door het uit voeren van werk, een z.g. binnen- lndustrie, zoveel mogelijk te verdienen om daaruit de kampkosten te bestrijden. Er zijn onder de gevangenen veel vak mensen. Laat ze dus werken voor de gemeenschap. En wie geen vak kent, die gaat maar stenen bikken. Er is puin genoeg in Den Helder. De eerste ploegen zijn al begonnen met het ruimen Van puin". „Alleen de lichtste gevallen komen buiten de kampmuren, natuurlijk ook onder sterke bewaking, De S.S.-ers blij ven in en bij de bunkers van zeefront, waaromheen nog weer een flinke afras tering van prikkeldraad staat. Die SS.- ers krijgen geen bezoek, mogen geen post ontvangen, zijn dus streng geïsoleerd. Ik wil trachten door werk weer mensen van ze te maken. Dat bereiken we nooit door schreeuwen en blaffen, want dat hebben ze genoeg gehoord en dat ken den de Duitsers toch altijd beter dan wij en dat imponeert ze niet. Alleen streng heid en het eisen van absolute gehoor zaamheid". Er wordt van Mei tot October van e 3Q u. tot 6 u. gewerkt, van November tot April van 7,30 tot 6 uur. Om 8 uur 's avonds gaan alle lichten uit. Het eten is het burgerrantsoen zonder versnape ringen. „Is er schuldbesef?'" vragen we den commandant. „Het merendeel voelt zich volkomen onschuldig en is verontwaardigd dat ze zitten. Ze hebben uit pure vaderlands liefde gehandeld".... Het is altijd weer het oude lied.... wij zijn onschuldig. Dat is het hopeloze van deze gevallen. Bij den dokter. We brengen nog een bezoek bij den dokter. Hij heeft 92 patiënten, waarvan 2/3 dysenterie heeft, enigen typhus hebben en verschillende t.b.-patiënten zijn. Al deze gevangenen zijn nog van 15 tot -20 procent ondervoed. Hij vertelt nog van een meesterlijke simulant, een gewezen circusartist van Sarrasani, die overal in kampen gezeten heeft en tel kens wist te ontvluchten. Zelfs zag hij kans uit een groot Duits gevangenkamp weg te komen. Hij was de enige, die daarin slaagde en levend wegkwam. Hier hadden we hem door, zegt de dok ter en nu zit hij in een cel. We zien hem. Een jongen met een armoedig ge zicht, een grote bos ongekamd haar en een onnozele blik.... De dokter moet met primitieve midde len werken. Hij kwam in een kamp waar weinig medicamenten waren, maar dokter Schoorl kent het klappen van de zweep. Het was niet voor het eerst eat hij voor zo'n taak gezet werd. Dirks Admiraal stond ook onder zijn medische verzorging en ook daar was alles door de Duitsers weggeroofd. De ziekenbarakken zijn vrij flink be zet. 92 patiënten, plus de lopende pa- tienten, geven handen vol werk en daar in de kamer van den dokter komen heel wat tongen los en daar zou interessante copie te halen zijn, maar dat is afge sloten terrein. Ook aan de geestelijke verzorging wordt aandacht besteed. Er zijn weke lijks kerkdiensten voor katholieken en protestanten. Als we de poort van Erfprins achter ons laten, dan hebben we de overtui ging, dat daar mensen zijn bij wie de leiding in goede handen is, die zeker niet met zich laten sollen, maar die ook nooit zullen vergeten, dat iedere delin quent ook een mens is. Het was in 1939. dat de laatste beëdi ging van Marine officieren op de bin nenplaats van het Koninklijk Instituut plaats vond. Het stafmuziekcorps der Kon. Marine speelde ons volkslied en een twintigtal jonge mensen stonden op gesteld en verbeidden het momnt dat zij deel zouden uitmaken van onze Ko ninklijke Nederlandse Marine. Wat zou den de komende Jaren hun brengen Het is oorlog geweest en zij hebben hun leven gewaagd voor de bevrijding van ons vaderland. Verschillende zijn misschien niet teruggekeerd en heb ben het offer van hun leven gebracht. Maar ons land is bevrijd en zij hebben hun leven niet tevergeefs gelaten in de strijd. Met hun bezielend voorbeeld voor ogen staan hier opnieuw 5 jonge offi cieren aangetreden om beëdigd te wor den. Een korte plechtigheid, maar waar in consequenties aanvaard worden, die verstrekkend kunnen zijn. De beëdiging. In de amusementszaal van het Kon. Instituut staan hoofdofficieren, officie ren en minderen opgesteld. Een afdeling van het corps Mariniers staat aange treden en verschillende familieleden van de te beëdigen officieren zijn aan wezig. De te beëdigen officieren zijn: Lt. t. Zee der 3e kl. A. Oosterveld, Lt. t. Zee der 3e kl. K.M.R. F. M. Beukers, Offic. van admin. 3e kl. K.M.R. F. Vermeeren, Adelborst M.S.D. Ie kl. K. M.R. C. Broere, Adelborst admin. Ie kl. K.M.R. E. J. de Goede. Klokslag 11 uur treedt overste F H- M. van Straelen, commandant der Ma rine te Den Helder, met zijn staf, de zaal binnen. „Wij Wilhelmina, bij de gratie Gods Koningin der Nederlanden. Prinses van Oranje Nassau enz. hebben goedgevon den en verstaan", rustig klinkt de stem van den commandant wanneer hij ach tereenvolgens de namen der 5 officieren opnoemt en dan volgt het afnemen van de eed. „Ik zweer trouw aan de Ko ningin. gehoorzaamheid aan de wetten, onderwerping aan de krijgstucht, zo waarlijk helpe mij God almachtig." Toespraak van den commandant. Daarna spreekt overste Van Straelen deze jonge officieren toe: „Vandaag zijt gij opgenomen in het corps van officie ren der Kon. Nederlandse Marine. Met de onderscheiding, die U heden te beurt is gevallen, bied ik U mijn beste geluk wensen aan. Als oudere collega wil ik aan deze gelukwens enkele raadgevin gen toevoegen. In de eerste plaats moet. U niet den ken alles beter te weten, dan degenen, die onder U staan. Velen hebben meer ervaring dan U. Zij zullen V eerst dan respecteren, indien U hen die achting en dat respect betoont waarop zij recht hebben. Wanneer zij U vertrouwen, zul len zij U die medewerking verlenen, zonder welke U niets bereikt. Ondanks de perfectionnering van de oorlogswapens is de primaire taak van den officier leiding te geven aan zijn ondergeschikten en hen ln de uren des gevaars voor te gaan. Hij moet door drongen zijn van zijn ideaal en zijn geestdrift overbrengen op degenen, die onder hem staan. Boven deze zaal staat „Kennis is macht. Karakter is meer", denkt om de ze woorden. Denkt aan degenen, die het allerhoogste offer hebben gebracht in de oorlog en vergeet de vier laatste re gels van het eerste couplet van het adelborstenlied niet: Wordt nog eens in later dagen Neerlands vlag ten strijd ontplooid Stervend zullen wij haar schragen, Maar die vlag verlaten nooit! Op dit ogenblik gaan onze gedachten uit naar onze geliefde Koningin. Zij is voor ons een lichtend voorbeeld ge- Een jong cabaretgezelschap brenet Maandagavond 3 December a.s. j Casino de cabaret-revue „Kunst en 1 vliegwerk", een aaneenschakeling van aardige -Hollandse, Engelse en Franse liedjes,, pittige sketches en vlotte conté- rence. Een aantal jonge amusementsartis- ten werken eraan mede, o.a. Loek Noren die lange tijd in het cabaret „Don Juan' te Parijs heeft gewerkt. Twee der andere 1 medewerkenden, André Meurs en Gert t van Vreeswijk, leerden elkaar kennen i in een Duits concentratiekamp, waar zij door hun liedjes en chansons meerdere l malen voor zichzelf en hun medegevan- genen een betere behandeling wisten te verkrijgen. In dat kamp ook werden de plannen voor de oprichting van een cabaretgezelschap beraamd, die na de bevrijding verder konden worden uitge- j werkt. Het gezelschap is in verschillende 1 plaatsen reeds met succes opgetreden. Wij zijn benieuwd naar hun prestaties. Wij verwachten een avond van beschaafd amusement. ARBEIDSVERGUNNINGEN VOOR VREEMDELINGEN. Wij wijzen belanghebbenden er op, dat voortaan aanvragen om toestemming tot het in dienst nemen van vreemdel'ngen kunnen worden ingediend bij het ar beidsbureau in de plaats van vestiging van het bedrijf. De desbetreffende aanvraagformulieren zijn eveneens op de arbeidsbureau* ver krijgbaar. weest van trouw, karaktervastheid en moed. Leve de Koningin." Met deze woorden besloot overste Van Straelen zijn toespraak, waarna de eerste beëdiging van Marineofficieren na de oorlog weer tot het verleden behoorde. Het applaus van de eerste „grote" op voering klinkt nog na in onze oren, als wij reeds een tweede evenement op to neelgebied kennen aankondigen, dat mo gelijk nog groter zal zijn dan wat wij eergisteren meemaakten. Dinsdagavond a.s. kunnen we namelijk de komst tegemoet zien van het belang rijkste toneelgezelschap van ons land. het Amsterdams-Rotterdams Toneelgezel schap onder artistieke leiding van A van Dalsum en A. Defresne. Zi) zullen .voor ons opvoeren „De Naamlozen van 1S42", geschreven door A. Defresne. Dit toneelstuk geeft een brok leven, zoals dat door honderdduizenden landgenoten tn de afgelopen vijf jaren van verschrik king werd geleefd. Onze naamlozen Elke oorlog heeft zijn „naamlozen", mensen, aan wie veel dank verschuldigd is, doch die door de geschiedschrijvers niet worden genoemd. Ook in de jaren van de Duitse bezetting zijn er vele naamlozen geweest, mede door wier hou ding en daden Nederland zijn vrijheids strijd heeft kunnen strijden. Hun namen zijn niet bekend geworden, soms zelfs verkeren hun naaste familieleden nog steeds in onzekerheid omtrent hun lot. De auteur heeft ln zijn grootse werk de nagedachtenis van deze stille strijders willen eren. Dat een dergelijk werk thans opgevoerd kan worden, bewijst, dat de vrije >tuns uiting weer is herleefd, en dat onr schouwburgen weer gebruikt kunne worden om den volke de kunst te gen, zoals de vrije wereld die all^ed den kan. Glorie-tfiur»ef' Deze tragl-comedie in vijf bed; iiv^a werd voor de eerste maal opgevoerd 7 Juli van dit jaar, in de Stadsschol» burg te Amsterdam, en het heeft na een onafgebroken glorietocht door ge ons land gemaakt. Honderddertig aanéén voor uitverkochte zalen! Twaalf der meest vooraanstaande neelspelers werken er aan mede, en opvoering zal geheel gelijk zijn aaI\l0,e in de hoofdstad, wat uiteraard zee;r R kosten met zich brengt. De efl directie heeft niettemin gemeend, '(noe. zo kort? f'jd een tweede 'proef e f,t>t ten nemen, want zij stelt zich J" ots. standpunt, dat de oude "üur'n0 e t e voorstellingen weer terug komen. et dit Wij kunnen ons volkomen derna)ve standpunt verenigen, en roepen,„.er, va„ ledereen, die waarlijk wil ge" aVond toneelkunst met een grote T, oe» bjj te wonen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1945 | | pagina 2