De Marinewerf moest doorwerken De grote betekenis van de zelfwerkzaamheid Hoe Sam en Slokkie op reis gingen Stadsnieuws Rondom de Werfzaivering Men saboteerde, maar dikwijls stom Waar gaan we heen? DISTRIBUTIE-NIEUWS. Niet wie weinig heeft maar wie Teel nodig heeit. is arm. Seneca. On derwijsvernieuwing Geleidelijke verfrissing m*) We willen dus vandaag nader ingaan op de houding van leiding en personeel van de Marinewerf. Velen hebben zich de vraag gesteld, waarom is de werf niet direct bij de capitulatie gesloten? De leiding van de werf had zich in dit opzicht te houden aan de capitulatie-voor waarden, getekend door generaal Winkel man en die hielden in, dat de Marinewerf door moest werken. In het z.g. Zusatzproto- koll, een aanhangsel op het capitulatiebe- sluit, wordt o.m. gezegd, ten aanzien van de voorwaarden voor overgave van de Ne derlandse weermacht, dat de gezamenlijke instellingen van de Koninklijke Neder landse Marine, w.o. de Marinewerf enz. in de toestand van het ogenblik moeten worden overgegeven De commandanten zijn verplicht iedere sabotage te verhin deren en reeds veroorzaakte beschadigin gen te herstellen. De arbeid op de Ma rinewerf werd voorlopig gestaakt, alleen het werk voor water- en pompwerken, elektrische stroom en sluizen enz. moest worden voortgezet. Zo stond de zaak er op 14 Mei 1940 voor. Toen enkele dagen daarna, op er- der van schout bij nacht Jolles, door den toenmaligen directeur, den heer Visman, het personeel werd teruggeroepen, om de door de Nederlandse militairen ver richte vernielingen te herstellen, k ram hit personeel terug. Het had ook moei lijk anders kunnen doen. De terugkeer was volkomen in over eenstemming met de bepalingen, door onze regering ondertekend. Van onder duiken was in die eerste tijd trouwens geen sprake en men ging dus aan de ar beid. Hoe werkte men? Maar hoe ging men aan de arbeid? Wij kunnen gerust zeggen, dat het personeel onder leiding van zijn directie, bazen en commandeurs, van het begin van zijn terugkeer tot het einde van de oorlog heeft gesaboteerd. Gesaboteerd, door zo traag mogelijk te werken, door veel ma teriaal te verstoppen of in het water te gooien. De heer P. Marbus, die voor een ge denkboek verschillende gegevens ver strekte, schrijft o.m., dat ongeveer 10.000 ex-Vrij Nederland werden gestencild en verspreid, dat duizenden kilo's koper zijn begraven of te water gegooid, dat mee geholpen is aan de briefpost voor Enge land (pl.m. 160 brieven werden verzon den) terwijl ook een drie viertal teke ningen werden doorgegeven. Voorts werd ongeveer 300 meter kachelpijp verwerkt voor particulieren, vele platte pijpen en kachels werden gemaakt van het mate riaal, dat de Duitsers nodig hadden. Bij het halen van materiaal uit de magazij nen, werd steeds zoveel gehaald, dat zo het niet voor huishoudelijk gebruik ge schikt was, minstens de helft te water ging. Er werd een vereniging „Vrij Neder land" gesticht, die gelden bijeen bracht voor illegaal werk. Niet allen hebben natuurlijk aan deze actieve sabotage deelgenomen. Wel prac- tisch allen hebben deelgenomen aan het lijdelijk verzet, aan het opzettelijk ver tragen van de arbeid. Dit was de Duitse directie, die daarvan niet onkundig kon blijven, een grote ergenis. Ontactisch optreden. De ontactische wijze waarop deze sa botage dikwijls plaats had, bracht meer malen de positie van de bazen en com mandeurs in gevaar. Zij werden verant woordelijk gesteld voor het afleveren van het werk, zij moesten de stoot opvangen en zich tegenover de Duitsers verantwoor den Zo ging op 20 Deecmber '44 de volgende order vaq Pelleter uit: De Deutsche Werftaufsicht heeft reeds meerdere malen vastgesteld, dat de ba zen en commandeurs niet in voldoende mate hun plichten tot het houden van toezicht nakomen. Ondanks dat er van Duitse zijde menigmaal op deze tekortko mingen is gewezen, duren de volgende toestanden nog steeds voort: 1. Het te laat beginnen van de arbeid. De arbeiders staan in groepen, roken en blijven staan praten zonder ver kleed te zijn. Dit vind ook plaats in tegenwoordigheid der commandeurs. 2. Het niet in acht nemen van de schaft tijd. In één der werkplaatsen werd zelfs 10 tot 15 minuten vóór de schaft tijd het werk beëindigd. Ook het ein de van de schafttijd werd niet in acht genomen. 3. Het einde van de werktijd. De arbei ders verkleedden en wasten zich even eens een kwartier te vroeg. Alleen door deze nalatigheden gaat da gelijks reeds één uur werken verloren. De Deutsche Werftaufsicht der Rijks werf te Den Helder wijst er op, dat dergelijke toestanden in de huidige situatie niet geoorloofd kunnen wor den. Het toezichthebbencf personeel der werkplaatsen wordt er nogmaals na drukkelijk op gewezen, dat zij hun plichten nauwkeurig moeten nakomen. Na de bekendmaking van deze waarschuwing wordt bij alle voorko mende gevallen van plichtsverzuim streng ingegrepen. Grote voorzichtigheid nodig! Men begrijpt, dat de bazen én comman deurs, na deze dreigende order, van het onder hen staande personeel groter voor zichtigheid eisten en dat zij, toen vele arbeiders, die weinig risico liepen, door hun houding, hen in gevaar brachten, tegen die „stomme arbeiders" wel eens van leer zijn getrokken. Het bij elkaar staan in groepen en op deze wijze openlijk demonstreren, dat er niets werd uitgeroerd, was in hoge mate ontactisch ^en gevaarlijk en wij kunnen ons begrijpen, dat een commandeur of baas, die zijn arbeiders daar telkens weer op betrapte, gezegd heeft, dat hij het vertikte voor hen naar Duitsland te wor den gezonden en dat ze bij hun bank of werk moesten gaan staan om zo althans de schijn te redden, dat er gewerkt werd Dat enkele van deze arbeiders, bij hun aanklacht, deze „houding van hun supe rieuren" als pro-Duits hebben gekarak teriseerd is een schande en dat de ad vies-commissie dit aanvaard heeft, be treuren we in hoge mate. Want hiermee wordt aan goede Nederlanders een groot onrecht gedaan. We komen daarop in een van onze vol gende artikelen nader terug. Ds. d. FLIER SPREEKT! Het tweede artikel is opgenomen in ons nr. van Zaterdag 2 Febr. Men schrijft ons: A.s. Dinsdag- en Woensdagavond om half acht hoopt de bekende predikant-evangelist, ds. H. C. v. d. Flier, van Enschedé, te spreken over het onderwerp: „Christus Triumphator" en „Christus Salvator". Ds. v. d. Flier is voor Den Helder geen onbekende. Reeds meermalen trok hij stampvolle zalen. Ook nu zullen velen dezen gloedvollen spreker willen beluis teren. De bijeenkomsten worden gehouden in de zaal van „Het Leger des Heils", Spoorgracht 35. Woensdag 6 Febr. Casino, Ned. Reis- vereniging. Lezing met lichtbeelden met bil na. 8 uur. Vrijdag 8 Febr. MULO-Vereniging. Uit voering. 8 uur. OMRUILING MELKBONNEN. Het Centraal Distributiekantoor deelt mede, dat men in den vervolge melk- bonnen bij het plaatselijk distributie kantoor kan ruilen tegen rantsoenbon nen voor taptemelk, waarop karnemelk en taptemelk-yoghurt verkrijgbaar zijn. NEDERLANDSE SCHEPEN, WELKE VIA SCHEVENINGEN-RADIO BEREIKBAAR ZIJN. Sigorab, Amstelkerk, Boskoop, Cot. tica, Delltdijk, Johan van Oldenbarne- veldt, Kota Gede, Maaskerk, Niger- stroom, Noordam, Oranje, Pericles, Randfontein, Socrates, Stuyvesant, Ter- borch, Tjibesar, Tarakan, Tjimanoek, van Heutsz. >ruk: Dagblad v. Noord-Holland N V. Zaterdagmorgen waren in de raadzaal een kleine honderd onderwijsmensen bij een, afkomstig uit de gehele kop van Noorcf-Holland en uit alle takken en richtingen van onderwijs, om te luisteren naar hetgeen de heer P. Bakkum, in specteur in de 3e onderwijsinspectie te Amsterdam, te vertellen had over de on derwijsvernieuwing. En zij hebben met zeer veel genoegen geluisterd naar het bezielende woord van dezen paedagoog- met-hart-en-ziel, die met zoveel overtui ging kon spreken over wat de onderwijs wereld in zo ruime kring bezig houdt. Nadat de heer Van Zandwijk, die we gens ziekte van den voorzitter, dr. de Vries, deze dag de leiding had, een kort openingswoord had gesproken, ving de heer Bakkum zijn causerie aan. Wat staat te gebeuren? „Het begint zo langzamerhand on duidelijk te worden", aldus spr., „wat precies onder vernieuwing wordt ver staan. Men heeft de indruk, dat er zoiets geweldigs staat te gebeuren, en dat de steven geheel zal worden ge wend. Niets ls echter minder waar. De vernieuwing is niet iets van van daag of gisteren, maar is zeker reeds 40 jaar aan de gang, een vernieuwing, die bij alle werk ontstaat uit een ge voel van onbevredigdheid over het geen bereikt is". De heer Bakkum noemde in dit ver band namen als Ligthart en Thijsse, die bij hun vernieuwing vooral het accent legden op de leerstof, en die met artis tieke verontwaardiging konden spreken en schrijven over de vele ballast, die in de kinderhersentjes werd geladen. Thans wordt het accent ook gelegd op de leer vorm: op welke wijze worden de kinde ren onderwezen? De uiterste toppen van de vernieuwing in deze zin zijn een Mon- tesorri en een Boeke, die beide zeer veel hebben bereikt, maar wier methodeeen heroriëntatie vereist, die voor het gehele corps onbereikbaar is. Mee? zelfwerkzaamheid. Wij mogen vooral niet beginnen met een pasklaar systeem, maar we kunnen er wel naar streven, ook in het klassikale verband, de kinderen meer zelf te laten doen, en hen enigs zins te differentiëren naar aanleg en door G. TH. ROTMAN. (Nadruk verboden). 77. „Ik kan er hier onmogelijk uit," zei hij; „ik zal een stuk verder zwemmen, tot ginds, waar de oever minder hoog is, en daar aan land komen!" Onze vrien den klommen dus weer naar boven en liepen naar de plaats, die dr. Dikpoot had aangewezen. Sam was in het wagen tje gaan zitten. Kijk, daarginds stond de dokter al, druipend en wel en wenkte hun toe. Met des dokters eigen hoed, die hij zo juist had opgeraapt, zwaaide Sam al uit de verte terug. 78. Weldra zat de dokter weer op z'n p.aats en nu ging het regelrecht op het oerwoud af. Want ze konden er toch niet aan ontkomen, er door te trekken. Niet zodra echter hadden ze de eerste bomen bereikt, of het wagentje geraakte onverwrikbaar klem tussen de dikke stammen en kon noch vóór, noch achter uit.... tempo. Juist die zelfwerkzaamheid is het kenmerkende, dat alle vernieu wingspogingen gemeen hebben. We moeten dat niet zodanig opvatten, dat op de huidige school niets aan zelf werkzaamheid wordt gedaan, evenmin als het volkomen dwaas ls om de „oude" school te typeren als de „luis- terschool" en de „nieuwe" als de „doeschool". Deze typering is te ge vaarlijker, wanneer die juist wordt gegeven om er een tegenstelling mee aan te geven. Wederzijdse eisen.. Bij het streven naar vernieuwing wil men de kinderen meer voorbereiden tot het leven, dan opleiden in een „examen sfeer". De maatschappij stelt zeer vele eisen aan de school, vooral op het punt van het zelfstandig leren denken. De eisen die de school aan de maatschappij stelt, zijn weinige, die niet eens alle worden vervuld. Zo zou spr.'s ideaal zijn: alle scholen openluchtscholen, met IJ klassen, met vakopleiding, die ge schiedt door leerkrachten met een betere salariëring dan thans. The Dalton-Plan. Spr. stond daarna stil bij Miss Fark- hurst en haar „Dalton-plan", dat vooral invloed heeft gehad op de Engelse scho len. Kenmerkend is het werken volgens taken („assignments"), dat de kinderen oefent in zelfwerkzaamheid, arbeidzaam heid hulpvaardigheid. Wij kunnen voor Nederland dat „systeem" niet als uitgangspunt nemen. Wel kunnen wij ons onderwijs meer doen aansluiten bij het Fröbelonderwijs, zowel in geest als in methodiek. Op 'ie „bewaarschool" leren de kinderen heel aardig met de schaar omgaan; waarom moet dat instrument dan tijdens de eer ste drie schooljaren taboe zijn? Waarom beginnen met „aap, noot mies", als we het net zo goed kunnen doen met ,,ik-ga-naar-school", dat weken lang in de gedachtenwereld van het kind heeft geculmineerd. Het eigen heem. Ook bij het aardrijkskunde-, geschie denis- en kennis dér natuur-onderwijs kunnen wij met uitstekende resultaten uitgaan van het eigen „heem". De heer Bakkum gaf hiervan interessante en leerzame voorbeelden. En het was ook bijzonder prettig, dat hij een uitgebreide collectie „demonstratie-materiaal" had meegebracht, die een ieder in de gele genheid stelde kennis te nemen van het geen in Amsterdam reeds is bereikt. Practische punten. Tijdens de gedachtenwisseling kwamen nog tal van practische punten naar vo ren. Op parate, overtuigende en vaak geestige wijze wist de heer Bakkum de vragenstellers te bevredigen. Interessant was hetgeen hij zeide over het samen werken der leerlingen; dit vereist een andere instelling van den onderwijzer, die een geheel andere beoordeling moet toe passen. Het samen oplossen van een probleem en het elkander helpen bij be uitvoeren van een taak zijn prachtige hulpmiddelen bij het aankweken van de gemeenschapszin; de kinderen zullen om leren denken, met hun spreken de anderen niet te hinderen. In het Herbar- tiaanse onderwijs is de leerkracht degenei die de voorstellingen en begrippen aan de leerlingen doorgeeft; in het meer ge- daltoniseerde onderwijs ontstaat de hoeksverhoudtng" onderwijzer-leerstof leerling, waarbij ook het verwerven van voorstellingen en begrippen zijn plan krÜSt- onzekerheid. Het hindert niet, wanneer we in alles wat we over de onderwijsvernieuwing horen en lezen, zoveel goeds opmerken, dat we tenslotte „door de bomen het ho niet meer zien" en eigenlijk alles we zouden willen navolgen, want, aldus spr ker,« „het kan geen kwaad, eens een in de onzekerheid te zijn". Dat activee ons nadenken over de zaak en eenma zullen onze gedachten wel tot rijping k°" men.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1946 | | pagina 2