HELDERSCHE COURANT
Nota van Prof. Gerbrandy bij de
Staten-Generaal ingediend
Ontroerende plechtigheid op het
executieveld van kamp Vught
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Over het vertrek van Koningin en Kabinet
naar Londen
Weerbericht.
Een zoete buit
Officieren eerste
viiegdekschip der K.M.
Gratieverzoek van Mussert
afgewezen
Spanje levert Duitse
bezittingen uit
Nederland herdenkt zijn gevallenen
Rede van H.M. d* Koningin
MAANDAG 6 MEI 1946.
'6e Jaargang No. 9736,
VERSCHIJNT DAGELIJKS
Advertenties II cent per millimeter
Telefoon 2345, Den Helder.
Directeur: S. KONING.
Hoofdredacteur: J. BIJLSMA.
Uitgave: N.V. Uitg. MD. Holl. Noorderkwartier.
ABONNEMENT PER KWARTAAL; Stad en
omgeving t 2.60. Postabonnementen f 3.00
Gironummer 16066, N.V, DrukkerU v.h. C. de Boer Jr.
Thans is aan de Staten-Generaal toegezonden het rapport, door Prof. Mr. P.
S. Gerbrandy op verzoek van de regering, samengesteld met betrekking tot het
in Londen gedurende de oorlogsjaren gevoerde beleid.
Blijkens zijn inleiding bedoelde Prof. Gerbrandy niet een beschrijving te
geven van al de hoofdwerkzaamheden der regering in Londen, maar in korte
trekken een beeld te schetsen van het gevoerde beleid, door o.a. over belangrijke
regeringsdaden enkele mededelingen te doen, welke gedurende de oorlog niet
konden worden verstrekt.
Hij achtte het gewenst, zich te be
perken tot een kleine 20 onderwerpen,
waarvan wij noemen:
Het vertrek der regering (koningin en
kabinet) naar Londen.
Het heengaan van minister de Geer.
Zijn vertrek naar Lissabon, vervolgens
naar Nederland, de houding der re
gering in Londen hiertegenover.
De regeling van de beschikbaarstelling
der Nederlandse handelsvloot ten bate
der geallieerde oorlogvoering.
De wijze, waarop onze militaire
kracht, met name de Koninklijke Ma
rine, tot de oorlogvoering werd aan
gewend.
De positie van het Koninkrijk der
Nederlanden te midden van de staten
der wereld.
Het" herstel (aanknopen) van de be
trekkingen met de Ü.S.S.R.
Het herstel van het gezantschap bij
het Vaticaan.
De oorlogsverklaring aan Japan
(hierbij de voorafgaande onderhande
lingen) en de voorbereiding tot de
oorlog.
De oorlogvoering in de Pacific, de rol
door Nederland gespeeld.
De opzet der bevrijding van Neder
land, de stoot op 17 September 1944 en
volgende dagen, de eis der Nederlandse
regering tot directe verlossing of tot
relief.
De hulp aan Noord-West-Nederland
met voedsel en medicijnen.
De verhouding tot de overzeese ge
biedsdelen.
Terugblik op het door de regering in
Londen gevoerde beleid gedurende de
oorlog 1940-1945.
Ter documentatie gaat het rapport
vergezeld van een aantal bijlagen. Het
beslaat tezamen 250 bladzijden. Het
volgende is eraan ontleend:
Het vertrek der regering.
Koningin en Kabinet naar
Londen.
Op de dag van de inval, 10 Mei 1940,
besloot het Kabinet in zijn met spoed
bijeengeroepen vergadering, de Minis
ters van Buitenlandse Zaken en van
Koloniën, de heren Van Kleffens en
Weiter, af te vaardigen naar Londen
(en Parijs), om het nodige contact met
de verbonden regering(en) op te nemen.
De heer Van Kleffens was vice-presi-
dent van de Ministerraad, zodat het
geven van leiding in deze moeilijke
dagen op den heer De Geer alleen
rustte.
Het liet zich spoedig aanzien, dat de
strijd niet lang kon worden volgehou
den. Op Zaterdag 11 Mei 1940 nam het
Kabinet het besluit, H.M. de Koningin
aan te raden, wegens het toen reeds
voor Den Haag dreigende gevaar, maat-
GUUR.
Aanvankelijk nog krachtige Noor
delijke wind. Later op de dag ge
leidelijk iets afnemend. Wisselende
bewolking met hier en daar nog een
paar buien. Guur weer.
7 Mei: Zon op: 5.01. Onder: 20.13
Maan op: 10.13. Onder: 2.12
De nota Gerbrandy is tè groot (het
gehele document beslaat 250 pagina's)
om het in een enkel nummer van
een krant van dit formaat, zij het in
beperkte zin, te publiceren. Daarom
besloten wij in de volgende nummers
van ons blad de verschillende delen
van de nota te behandelen. Deze
wijze stelt ons :'n staat op een en
ander uitvoeriger in te gaan.
regelen te nemen, ten einde de resi
dentie te verlaten.
De houding van De Geer.
Over wat het Kabinet te doen stond,
wanneer de vijand verder opdrong, was
geen beslissing genomen. De op Zondag
12 Mei 1940 in de late namiddag ver
kregen inlichtingen, het opdringen van
pantser-afdelingen in de richting Rot
terdam en Den Haag, maakten duidelijk,
dat een beslissing niet zeer lang kon
worden uitgesteld. De heer De Geer
was Vrijdagavond en Zaterdagavond tel
kens naar zijn woning vertrokken, ten
einde 's nachts thuis te zijn; de meeste
andere ministers bleven permanent ln
het gebouw van het Ministerie van Eco
nomische Zaken ten einde op alles voor
bereid te zijn. Op Zondagavond 12 Mei
1940 was de heer De Geer, ondanks ster
ke aandrang op hem uitgeoefend, niet
bereid met de andere ministers in het
gebouw aan het Bezuidenhout te blij
ven, maar verliet als te voren zijn col
lega's, ten einde thuis te zijn.
(Vervolg op pag. 3.)
Bij de suikerwerkenfabriek van
de firma Jac. van Vliet en Zn. te
Alphen a. d. Rijn kwam dezer dagen
in het holst van de nacht een grote
vrachtauto voorrijden. Nadat inzit
tenden aan de achterzijde van het
pand een ruit hadden ingedrukt, kon
men binnenkomen.
De straatdeuren konden van bin
nen uit zonder bezwaar worden ge
opend. Daarop werd de vrachtauto
volgeladen, o.a. met 45 balen suiker,
36 dozen elk met GO chocolade.repen,
150 kiko chocolaadjes en bonbons, 300
a 400 kilo chocolade en ruim 50 kilo
suikerwerken.
De chocolade-artikelen waren een
halve dag tevoren bij de firma Van
Vliet aangekomen, zodat het ver
moeden voor de hand ligt, dat de
daders van de aanwezigheid van
deze grote partij op de hoogte wa
ren. Een ooggetuige heeft alles uit
een nis aan de overzijde gadegesla
gen, evenwel zonder argwaan te
krijgen. Van de daders ontbreekt
tot dusver elk spoor.
DE HAVENSTAKING IN AMSTERDAM
De toestand in de Amsterdamse haven
is stationnair. Het conflict bevindt zich
nog steeds op het dode punt. Een acht
tal schepen ligt inmiddels op lossing te
wachten.
Bij K. B. zijn met ingang van de
datum van indienststelling van het
eerste viiegdekschip der Kon. Marine,
tijdelijk bevorderd tot de naasthogere
rang: de kapitein-luitenant ter zee A.
de Booij, commandant, de luitenant ter
zee eerste klasse L. J. Goslings, eerste-
officier, de officier M. S. D. eerste
klasse B. W. Vinke, hoofd machine
kamer, de officier-vlieger eerste klasse
jhr. P. J. Elias, hoofd vliegdienst, de
officier-vlieger tweede klasse K. M. R.
H. H. Vader, staf-officier vliegdienst.
AMSTERDAM—AMERSFOORT 3 JUNI
GESLECTRIFICEERD.
De Nederlandse Spoorwegen streven er
naar om met ingang van 3 Juni de dienst
op het baanvak AmsterdamHilversum
Amersfoort met electrische treinen te gaan
onderhouden.
-7- De minister van Justitie maakt be
kend, dat door I&M. het gratieverzoek,
ingediend ten behoeve van ir. A. A. Mus
sert, is afgewezen.
Het Spaanse kabinet heeft beslo.
ten alle Duitse bezittingen van open-
baar of officieel karakter, welke
zich in Spanje bevinden, aan de
geallieerde controlecommissie over
te dragen. Deze mededeling is af
komstig van den minister van na
tionale opvoeding senor Jose Ibanez
Martin.
Alom in den lande werden aan de
vooravond van de nationale feestdag
plechtige herdenkingstochten gehouden
en samenkomsten belegd langs en bij
de plaatsen, waar Nederlandse mannen
en vrouwen hun verzetsstrijd hebben
geboet met hun leven.
Vught.
Op het executieveld op de Vughter-
heide nabij het voormalige Duitse con
centratiekamp werd een plechtige her
denking gehouden van de gevallenen
in de oorlogsjaren 19401945, welke her
denking door de aanwezigheid van Hare
Majesteit de Koningin, tal van autori
teiten en nabestaanden van slachtoffers
uit het gehele land een nationaal ka
rakter droeg. Duizenden hadden zich
verzameld op deze historische martel
plaats en zij waren getuigen van een
sobere plechtigheid, die echter juist
door haar eenvoud uitzonderlijk indruk
wekkend was.
Vóór de aanvang der plechtigheid leg
de minister Beel namens de regering
een krans bij het houten kruis, hetgeen
eveneens geschiedde door vele anderen,
zodat bij het einde der plechtigheid de
ze gewijde en met bloed doordrenkte
grond met een schat van bloemen was
overdekt.
Om kwart voor zes kwam Koningin
Wilhelmina op 't executieveld aan. Ter
wijl de duizenden eerbiedig zwegen en
de 'gemengde zangkoren van Vught en
Den gosch „Wilt heden nu treden" zon
gen, schreed zij door de honderden me
ters lange haag van padvinders, die tus
sen de menigte een brede gang vrijhiel
den. Aangekomen op de kleine vlakte
voor het kruis, nam de Koningin de
enorme krans van haar adjudant over,
ging daarmede, terwijl het gevolg ach
terbleef, geheel alleen verder en legde
deze neer aan de voet van het kruis. In
gedachten verzonken bleef de vorstin
daarna op deze plaats staan en met haar
herdacht de menigte de gevallenen ge
durende één minuut stilte.
H. M. de Koningin spreekt.
..Daarna klonk haar Koninklijk woord
van troost voor de nabestaanden, van
dankbaarheid voor de helden, die hun
leven gaven, en van droefheid om het
lot van de 13.600 vaderlanders, die in
het Vughtse kamp om het leven kwa
men, en van aansporing voor het gehele
volk.
Hare Majesteit sprak op bewogen,
doch krachtige toon en zeide o.a.:
„Wij komen sam op deze plek, die
gedrenkt is door het bloed van zovele
germartelden, mannen en vrouwen, va
derlanders. die hier het hoogste offer
brachten, dat een mens kan geven, na
een strijd en een lijden te hebben door
streden, waarvan wij de verschrikking
nimmer ten volle kunnen peilen.
Samengekomen zijn wij om op de
vooravond van de herdenking onzer be
vrijding hun aller nagedachtenis eerbie
dig hulde te brengen en getuigenis af
te leggen van onze niet onder woorden
te brengen dankbaarheid.
Levendig voor onze geest staan onze
mannen, die bij de overrompeling in
1940 tegenover de overmachtige vijand
pal stonden tot de dood, de mannen en
vrouwen, die de strijd hebben voortge
zet in het verzet, en onze strijdkrach
ten ter zee. te land en in de lucht, on
ze koopvaarders en vissers, die vier
jaar lang buiten ons grondgebied met
onze bondgenoten, schouder aan schou
der hebben gevochten tot de ure der
bevrijding sloeg.
Daarna hebben wij dié strijd op va
derlandse bodem voortgezet.
Op deze dag, gedenk ik bijzonder
met grote dank en waardering de tal
loze offers, die de strijdkrachten onzer
bondgenoten voor ons hebben gebracht
en hulde aan hun dapperen mannen,
die in de ètrijd zijn gevallen. Hulde
breng ik aan de Irene-brigade, die
medegestreden heeft van Normandië
tot aan het hart des lands, hulde aan
onze binnenlandse strijdkrachten, die
vaak onder zo ongekende moeilijke om
standigheden op zo voortreffelijke
wijze hun soldaten plicht hebben ge
daan.
God alleen weet van al het leed, dat
er geleden wordt en van alle rouw »n
de harten. Dit is te heilig en te teer
om door mensen te worden aange
roerd.
Ik ben zeker, dat ik namens alle
aanwezigen en de duizenden en dui
zenden. die niet hier kunnen zyn,
spreek,, als ik zeg, dat wjj diep bewo
gen zwijgend het hoofd buigen voor
wat zij n-eedragen in hun hart".
Voor de radio sprak min.-pres- Scher-
merhorn een herdenkingsrede uit.