Storm op zaal
Waar Madonna's
in de oudheid
in vreedzame beschouwing leven
SFEER VAN KUNST EN
KERSTMIS IN BRUGGE
De mislukking van een
reiziger in Kerstvieringen
Hans Memiing, Madonna met het Kind.
WE wel eens het voorrecht heeft
gehad op of omstreeks de Kerst
dagen in Brugge te vertoeven, zal de
ervaring hebben opgedaan dat de
sfeer in deze Vlaamsche stad bij uit
stek gunstig is om gedachten over het
Kerstwonder te doen overglanzen
door het licht dat afstraalt van kunst
werken door groote meesters ge
schapen, „akten van geloof', wonde-
Ten van technisch kunnen, onvergete
lijke symphonieën van heldere en
schitterende kleuren. In den loop der
eeuwen is Kerstmis door vele kun
stenaars tot onderwerp hunner com
posities gekozen. Het bevel tot de
volkstelling door bereden soldaten
van Herodes over het land gedragen,
de consternatie die dit bevel veroor
zaakte ónder timmerlieden, steenkap
pers, metselaars, pottenbakkers, we
vers en tuiniers, het optrekken van
de huisvaders naar de hoofdstad van
de streek, naar Sephoris en de reis
van Jozef en Maria met als wereld-
zaligend Intermezzo: de geboorte ln
den stal van Bethlehem, deze feiten,
hoe simpel ook weergegeven, hebben
de schilders naar hun palet doen grij
pen en nog heden ten dage zijn wij
er dankbaar voor dat bij velen het ge
loof in het Christuskind basis hunner
KERSTVERHAAL
1"YE Jonge hulpprediker liep te fluiten
door de sneeuw. Hjj was een
beetje een ander mensch geworden
sedert kort en dat kwam door Titine.
„Je cherche après Titine, Titine,
chère Titine...." De rest van het
oude liedje was hem ontschoten, maar
het wijsje zong weer ln hem en Ti
tine.... Titine was er weer. Twee
weken geleden was ze gekomen: was
ze zoo maar opnieuw in z'n georden
de bestaan gestapt en had er alles
overhoop gesmeten.
„Man, wat zie je in vredesnaam ln
die achterkamer!" hadden z'n vrienden
gezegd toen hij verhuisde. „Daken en
zoldervensters!" maar voor hem was
dit uitzicht, waren deze als noncha
lant neergeworpen daken en muur
tjes, uitbouwen en nissen Montmartre;
de vijf lieflijkste maanden van zijn
leven; iets, dat als een zoete geur
door zijn dorre dagen had gewaaid en
hem gewekt had tot ongekende le
vensvreugde. Gezegend oude peet
tante Ingetje, die hem het legaat had
nagelaten ter voltooiing van z'n stu
die en dubbel geprezen zijn eigen
koppigheid om tegen alle bedreigin
gen van thuis in naar Parijs te zijn
getrokken. Vijf maanden. Toen riep
de gespannen toestand hem terug en
hij had met een wrokkend hart de
tranen weggekust van de donkere
wimpers. Titine, chère Titine.... Hij
had gevoeld, dat het voor altijd was
en eenmaal thuis had hij zich wanho
pig in de werveling van gebeurtenis
sen geworpen en de vijf maanden van
licht en geur werden weggevaagd
door den gruwelijksten storm, die de
wereld ooit geteisterd had. Voor het
oog een rustig hulpprediker, had hij
zich met z'n heele hart en ziel in het
ondergrondsche werk geworpen tegen
den bezetter. De smaak van het avon
tuur was hem steeds aangenamer ge
worden. zelfs onontbeerlijk, zoodat er
bij de bevrijding een leegte ln zijn
bestaan viel, die hij nauwelijks wist
te vullen met zijn dagelijksch werk.
Nu was hij dan écht hulpprediker
en hoezeer hij ook tegen beter weten
in kon hunkeren naar de spanning
van de voorbije jaren, toch wist hij
zich zóó om te schakelen, dat nie
mand vermoedde hoeveel moeite het
hem kostte zijn rol goed te blijven
spelen. Rol.... ja, dat was het Toen
onder het juk, toen had hij geleefd
Nu speelde hij. En hij speelde goed'
Soms wist hij zelf niet eens meer. dat
hij speelde en als hij zich een enkele
maal er van bewust werd, dan kon
hij walgen van zichzelf. Dan zou hij
liefst de heele boel er bij neer ge
gooid hebben, maar hij deed het niet
Hij speelde verder, want zijn rol lag
hem goed.
Maar nu was opeens Titine geko-
men en alsof een oude bruidskist na
jaren geopend werd, zoo dreef onver
wachts 't prikkelend parfum der her
innering door zijn hooge achterkamer.
Op een ochtend gebeurde het. Het
zolderraam, waar hij van achter z'n
bureau op uit zag werd geopend ep
Iemand zette twee potten bloeiende
geraniums op de vensterbank. Toen
boog zich een meisje over het kozijn
heen naar buiten en ademloos had hij
zitten kijken naar 't smalle gezichtje
tusschen die twee fel-roode bloem
trossen. Ze wès het! Hij wist het heel
zeker. Dat donker gladde haar, die
krullen in den nek. Op dat oogenblik
was de juffrouw binnengekomen met
z'n ontbijt en had hem weten te ver
tellen, dat daar achter hem een In
disch meisje was komen wonen met
haar moeder. De dochter scheen bui
tenshuis te werken. Meer was hij niet
van haar te weten gekomen en na
dien eenen keer had hij haar ook niet
meer gezien. Maar ze wès er!
Je cherche après Titine.... Luchtig
floot hij het wijsie, terwijl hij de be
bouwde kom weer naderde, de witte
gebouwen van 't Sanatorium, dat uit
zag over de besneeuwde velden
waarboven een hooge lucht zich
welfde, die alle geluid ijl deed ver
waaien. De ochtendwandeling had
hem goed gedaan. Het werd hem den
laatsten tijd wat te machtig. Steeds
meer collega's vielen uit wegens
ziekte, steeds vaker moest hij invallen
bij Kerstvieringen en diensten. Het
dreigde hem nog over den kop te
loopen.
„Er is telefoon voor u geweest", zei
de juffrouw, toen hij de trap naar zijn
kamer wilde opklimmen, ,,'t Sanato
rium".
„Merkwaardig", dacht hij. „In
maanden er niet langs geweest. Dit
heele jaar nog niet er binnen en nu
dit telefoontie. terwijl hij er nog geen
half uur geleden voorbij ging. Hij
nam den hoorn op. „Alsjeblieft niet
nóg een Kerstfeest." flitste hem door
het hoofd Maar 't wès een Kerst
feest „Vanmiddag om viif uur." De
predikant van bet huis plotseling ziek.
alles al geregeld, vele anderen ver
geefs opgebeld.
„Vooruit dan maar," had hij wat
korzelig geantwoord. „U bent num
mer dertien. Ik zal komen." Maa
kten hij wilde afhangen, hoorde hij
aan de andere zijde nog dringend zijn
naam roepen „Is u daar nog' Denkt
u er vooral aan het is een heel moei
Hike zaal. Jonge oorlogsslachtoffers
U begrijpt
Dien middag haastte hij zich na het
natuurlijk weer te lang gerekte Kerst
feest van de Wijkvereeniging, naar
onvergelijkelijke, onovertroffen kunst
schatten is geweest
Brugge bezit vele schilderijen van
Hans Memiing, den grooten Maria-
schilder en men behoeft, komende van
het standbeeld van Guido Gezelle bij
de O.L.V. Kerk. slechts de straat over
te steken om het St Janshospitaal te
bereiken, waar deze schilderiien te
vinden zijn. Daarheen, vóórdat de
Kerstklokken gaan luiden' Wat kan
men daar goed verstaan, dien triomf
van Christus' geboorte, de nederig
heid van Maria, dienstmaagd des
Heeren en de dynamische werking
van het geloof.
Het heeft lang geduurd vooraleer
men bijzonderheden wist te vertellen
over het leven van Memiing. Avon
tuurlijke legenden en verzinsels wer
den op papier gesteld, maar geschied
kundige feiten ontbraken nog. Eerst
ln 1861 wist James Weale aan te too-
nen, dat Memiing een vooraanstaand
poorter van Brugge was. reeds ln 1466
gevestigd in de Wulhuusstraat en in
1467 vrijmeester van het gilde van
St. Lucas. En als wil ons goed herin
neren, dan Is In 1938 op het nog wei
nig doorzochte archief van de stad
Brugge, de geboorteplaats van M-m-
ling achterhaald kunnen worden. Het
desbetreffende document bevat de
volgende woorden: „Jan MimmeMn-
ghe. Harmans Zuene Gheboren. Za-
leghenstat, poorter 30 In Laumaent
1465 omne 24 Schellljnghen groot»n"
Enkele schrijvers meenen dat hij vóór
1435 werd geboren, anderen houden
het er voor. dat zijn geboortedag tus
schen 1430 en 1450 valt. In leder geval
zou Memiing te Brussel een leerling
van Rogier van der Welfden zijn ge
weest. (Vasaril. Men vraagt zich ech
ter af of Memiing te Keulen de fraaie
schilderijen van Stefaan Lochner en
diens kunstgenooten niet heeft ge
kend, vooraleer naar Brussel te ko
men. Ettelijke afbeeldingen die den
achtergrond uitmaken van verschei
dene tafereelen van de RUve van de
H. Ursula zlln nauwkeurige stadsge
zichten van Keulen.
Maar hier willen we nu niet over
In détails treden. Wij gaan met u het
St. Janshospitaal binnen.
Let nu op die Madonna's van Mem
iing, hier diep teruggetrokken ln de
stilte van een klooster. In een ruime
eenvoudige kamer. Ge loopt vele
gangen door en komt aan de kamer
van Nazareth waar Maria en het Kind
in vreedzame beschouwing leven.
Let eens op de oogen die Memiing
schilderde: Marla's oogen zijn onme
telijk stil, oogen door de eeuwfgheld
geschapen. Zil zlln zwart, omdat zij
geen kleuren noodig hebben om he-
melsch te zijn en omdat zwart ook de
kleur is van rouw en droefheid Mem-
ling's Madonna is ook de Moeder van
den Man van Smarten. Zooals Maria's
oogen op die schilderijen boven het
Christuskind heendrijven naar onge
kende verten, zoo varen ook de blik
ken boven het leven van Jezus, boven
het Sanatorium, waar de directrice ln
een nerveuze onrust hem wachtte.
„De zaal is erg moeililk." viel ze
met de deur ln huls. Hij moest er
maar dadelijk heen gaan en hen niet
laten wachten. Het zusterkoortje was
al boven en ook de dames van de
bibliotheek waren er met den boom
en de versnaperingen. Neen, neen,
zijzelf kwam direct Moest even een
dringende tnterlocaal afwachten. Ze
wees hem de lift. Zuster Gonda zou
hem boven wel opvangen en naar de
zaal brengen. En toen hij uit de lift
stante. was het Titine.
„Titine," had hij in verwarring ge
stameld maar het zustertje had met
een vluchtig lachje, dat als een licht
glans over het ernstige, smalle ge
zichtje gleed, van neen geschud.
„Zuster Gonda," verbeterde ze.
Hii was zich zelf al weer meester
en dwong zich eveneens tot een lach.
„Dat kan niet," zei hij. „Die naam
past absoluut niet bij u." Hii stelde
zich voor. „Ik ben uw achterbuur
man." Zuster Gonda knikte en even
lichtten haar oogen op. Das gei ze
zonder eenigen overgang: „de zaal is
erg moeilijk. Durft u het aan?"
Nu moest de hulpprediker toch
werkelijk lachen „Ik heb we! voor
heeter vuren gestaan," verzekerde hii
„Bovendien doe ik tegenwoordig nie*
anders. Je kriigt routine. Ik vo°l me
als een handelsreiziger ln Kerst
vieringen."
De kleine zuster bleef plotseling
midden in de gang staan, alsof ze
hem den weg wilde versperren, haar
handen in afweer opgeheven „Domi
nee'" Haar wat heesche stem klonk
dringend. „U meent dit niet' U mag
dit niet zóó zien. Dan kunt n beter
weggaan. De zaal Is moeilijk!" Een
warm rood deed het matte b'eek van
haar gezicht gloeien en gaf haar nog
sterker ge'ijkenis met de Titine van
vroeger. Hii glimlachte om haar op
winding. „We gaan naar binnen,
zei hij.
Maar op het moment, dat Zuster
Gonda de deur achter hem sloot
voelde hij een beklemming over zich
komen, die hem volkomen vreemd
was. Zijn gewone vrijmoedigheid, zijn
Bethlehem. Nazareth. Genesareth. Je
ruzalem en Golgotha. Memiing legde
niet alleen Kerstmis in zijn werk. hij
schilderde in zijn Madonna's met
Kind. ook de Verrijzenis en Hemel
vaart
Deze kleurrijke beelden spreken een
onmiddellijk klare taal; men gevoelt
aanstonds, dat men bier voor iets
buitengewoons staat en men weet. dat
zij ons iets te zeggen hebben van
gToot belang. Men zoekt, naarmate de
stilte spreekt, met gespannen nauw
keurigheid, met eerbied en eindelijk
met de grootste bewondering.
Het Ideaal is hier naast vas'e be
ginselen volgehouden In alle deelen
er heersrht een oedar-Me waarin en
waaronder alles harmonieerend is ge
schikt
Beschouwt men d» meesterstukken
aandachtig, dan wordt men hoe langer
hoe meer ingetogen, men sore°kt niet
me°r maar srhouwt met eerbied op
Zijn er nog velen, die in de-ren
„atoom-tijd" oov hebben voor deze
waarden of wordt met den dag groo-
ter het aantal dergenen die op „oud
voed" niet willen teren, die meenen
d't eeuwige waarden ons alléén onder
nieuwe vormen moeten treffen omdat
de gevoeligheid anders ;g afgestemd
Men zou het wel denken.
Maar het andere is ook van belang
wie Mem'ing's werken heeft gezien
zucht over de menschhefd. want hij
zag ie'« van het mene tekel der ver
ganke'ijkheid: beschavingen ontstaan
bloeien tanen en vergaan. Er is in d°
zurht naar afwisseling hij ieder van
ons, niets minderwaardigs, dat een
ASTRONOMIE
WE zijn geneigd, de Wijzen uit het
Oosten te zien als de vertegen
woordigers der oude astronomen.
Deze magiërs treden ons immers uit
de sfeer van het Kerstverhaal tege
moet als sterrenkundigen, die acht
gaven op de teekenen des hemels. De
astronomie gaat echter nog tientallen
eeuwen vérder terug Reeds de volken
der grijze Oudheid, bekoord door de
betooverende pracht van den Ooster-
schen sterrenhemel, wijdden zich aan
de beoefening van de sterrenkunde,
de oudste van alle wetenschappen.
Het nachtelijk uitspansel met zijn tal-
looze flonkerende sterren en tinte
lende lichtstippen was voor hen een
mysterieuze, bovenaardsche wereld
van licht en schoonheid, waarin hun
kinderlijke fantasie allerlei beelden en
gestalten sch'ep.
Het eigenlijke centrum van de be
oefening der sterrenkunde lag in
Chaldea Bijna elke groote stad van
het oude Babylonië had haar sterren
wacht, waar geregeld waarnemingen
werden verricht. De beroemde biblio-
joviale vlotheid verstarden onder de
leege, nietszeggende blikken van deze
mannen. Hij liep de bedden langs
probeerde hier en daar een gesprek,
maar hij kon evengoed tegen den
muur spreken. Men keek langs hem
heen. Hii was lucht, lucht, minder dan
lucht. Twintig, negentien bedden met
vijanden. Eén stond achter een
scherm.
De hoofdzuster haalde de schouders
op. „Afgesproken werk," fluisterde ze
„niet aan1* storeri. We beginnen met
het koor en den boom. Dan gaat het
wel beter." Zuster Gonda verdween
naar de gang en dadelijk daarop
drongen zangstemmen de vijandige
stilte binnen. Oude, vertrouwde klan
ken. maar de mannen bleven door
lezen De directrice kwam op zaal
met de bibllotheekdames, die het ver
sierde boompje op een tafel zetten en
de kaarsies aanstaken, maar er werd
niet naar gekeken. Bed aan bed
brachten ze bakies fruit rond. Men
nam er geen notitie van.
De hulpprediker stond geleund te
gen de middentafel. Even kwam Zr
Gonda naast hem staan. Ze zag wit
..Gaat u weg," zei ze zacht., „Gaat
u alstublieft weg!" Maar hij schudde
het hoofd en nam z'n bijbel op „Man
nen." zei hij. „ik lees jullie voor uit
het Kerst-evangelie...." „Jij leest
niks voor'" Pen «rhorre stem kwam
vanuit een bed bil het raam. Het was
een groote forsrhe kerel, die daar
lag, oogenschijnlijk gezond Hij lag
achteloos ln een boek te bladeren
maar met een schuin oog taxeerde hii
de uitwerking van zijn woorden Toen
herhaald» hii met nog wat meer na
druk: „Jii 'eest heetemaal niks voor'
Begrepen' We hebhen met 'onw evan
gelie niks te maken We zullen zonder
dat wei kreoe»ren."
De hulpprediker de»d of hij nie*s
boord» en begon te lezen- „Fn er wa
ren herd°rs In diezelfde landstreek
zich houdende In het ve'd...." Hii
was koud van spanning, maar er ge.
beurde niets. en dp env-1 relde
tot hem: vreest niet want ziet. Ik ver
kondig u groote blijdschap."
„Hou je bek met Ie blijdschap.'
kwam een s'era uit een anderen hoek
en op hetzelfde oogenblik suisde een
appel rakelings langs zijn hoofd ..En
donder nou op met je blijdschap.'
kwam de stem weer van deD raam
kant „Die bestaat voor ons ni»t De
hulpprediker schudde het hoofd maar
voor hij iets kon zeggen, trof een
andere apoel hem tegen z'n s«-honder
en d't was het sein tot een algemeen
gesradjt en geschreeuw Tevergeef»
trachtten de directrice en de hoofd
zuster den storm te bezweren De
bonte versierselen uit het boomoie
spatten aan srherven en kaarsies klet
teTden brandend op de tafel Haastig
voorkwam Zt Gon 'a met een natte
spons verdere ongelukken maar he'
'uroölt nam steeds toe en de verwar
ring werd groot er De dames van de
hibliothe-V nrobeerden lp hun «rhrik
-en goed heenkomen «p roek-n naar
de gang; wat echter niet gelukte
verwijt van oppervlakkigheid zou
verdienen- het is een zuiver mensche
lijk verschijnsel. Alleen zou er grond
voor pessimistische beschouwingen
zfjn. wanneer wij vaststellen, dat be
paalde kunstvormen zich wijzigen of
verschimmen De wereld gaat eenvou
dig haar gang en voor wat rtl hier
verwerpt, rijst verder een tegenwaarde
op, welke vaak alleen het verworpen*
<S onder anderen vorm. Er Is geen
teruggang.
Memiing heeft dit zelf ook moeten
ervaren- zo-der de voorgang-rs g-er
na volgers Zelf werd hri de dtine van
de zucht naar afwisseling want Mem-
lings faam die hii rijn leven zoo schit
terend was g-w-est ronk al gauw
daarna weg ln de schaduw Toen In
1520 Albrocht Diirer ziin vermaard-
reis naar Vlaanderen ond-mam w-rd
er reeds n'et me-r over den M»°ster
Mem'ing g-snroVen. wi-ns aa-denken
uansrh verdwenen scheen te zijn
Brugge's verval, de snelle ontwikke
llng van de Brusselsche. T-PUvensrhe
ep Antwerpsrhp scholen d» blival van
het Itallanisme In de schilderkunst
hpbhen hnn weerslag gehad op de
kunstproductie Weoens den nmo'en
luister van de barokkunst tijdens de
17e eeuw werd-n alle vorige werken
als verachtelijke „Gothiek' bestem
peld Deze groote mtskpnning van de
kostbaarste stukken der oude Vaam
srhp school duurde to» omstreeks In
het m'dden van de tóe eeuw Tater
heeft men h-grenen dat de geest van
de oude Vaamsrhe mees'ers hoven
theek tn het paleis van Sanhirib te
Ninevé bestond voor een aanzienlijk
gedeelte uit astronomische werk-n
wel een bewijs, dat in de Oud-Babv
Ionische beschaving de astronomie
een belangiljke plaats innam ln Ur
de stad van Abraham heeft men een
tempel gevonden die gewild was aan
den maangod De Egyptische pyrami-
den waren op den sterrenhemel ge
oriënteerd Voor de sterren, waarnaar
ze hun kalender regelden bouwden de
Egvptenaren zelfs afzonderlijke tem
pels Zoo spreken ons na meer dan
50 eeuwen de oude beschavingen nog
van de beoefening der astronomie
Reeds de oeroude volken richtten dus
het oog naar de sterren „hoog boven
hun sterfelijk hoofd" een schoone
en tevens treffende symboliek.
De Grieken hebben omstreeks 500
j. v Chr. de sterrenkunde nieuw leven
ingeblazen. Veertien eeuwen later wa
ren het voorat de Arabieren, die zich
wijdden aan de bestudeering van den
sterrenhemel.
Zooals reeds werd opgemerkt, heb
ben de oude volken den sterrenhemel
met allerhande figuren „bevolkt". Het
is niet bekend, wanneer voor het
eerst de sterren groepen in verband
werden gebracht met dramatische be
levenissen van menschep en dieren
maar het gebruik Is s'eltlg zeer oud
De Babylonlërs kenden omstreeks
3000 j v Chr reeds de heelden van
den dierenriem: zll hadden deze ont
leend aan nog oudere volken Om
doordat de toegestroomde zusters van
het koor de deuropening versperden
Toen viel het witte scherm om.
Naast het nu zichtbaar geworden
bed stond een jonge vrouw ontzet de
zaal tn te staren: de uanden tegen de
ooren gedrukt en hoog in de kussens
lag een man Zijn wangen waren tn
gevallen en felle vlekken teekenden
zijn uitstekende jukbeenderen Hii
hoestte en wenkte met z'n, eene hand
terwijl h steunende op de andere een
poging deed overeind te komen Zr
Gonda vloog op hem af „Stil toch
o toe. schel iullie toch uit'" De tranen
liepen haar langs het smalle ge
zlchtle. Ze boog zich o"er den zieken
man er. steunde hem Dan wenkte ze
d=n hulpprediker „Laat ze zwijgen. In
Godsnaam Hl] vraagt het!"
Toen sprong de hulDprediker met
één zwaai boven op de tafel Daai
sto-d hij wijdbeens met z'n hooge
riizlee gestalte en z'n gezonde li
eh»ara naast den omvergeworpen
boom ..Stilte'" donderde zijn stem
Het bloed gonsde hem in de ooren
en hij bad het onwezenliikp gevoel
dat een ander daar stond dan hii
„Zwijg jullie' Zie je dan niet dal
ie hem vermoordt!"
Als een deksel vip! de stilte plotse
ling over de wanorde van de zaa'
heen De zieke oppnde zijn mond en
'rachtte een woord te vormen maa*
het gelukte hem niet Gesnannen en
onbewegelijk staarde de mannen in
hnn onordelijke h-dden naar hnn om
löcht worstelenden kameraad De
hulpprediker du'fd» rlch niet te ver
roeren boven op de tafel To-n kwam
et geluld Een getuid dat nauwelijks
meer stem te noemen was „Toch...."
Een hoestbui deed het vermagTdp
lichaam schokken.... „Toch.... blijd
de zucht naar afwisseling uitgaat en
een hart-grondige kennismaking met
Memlings BHbelsche heelden leidt tot
de erkenning, dat deze kunst ge
wrocht werd in een hoek van het le
ven waar de drang naar afwisseling
buiten haar dagelijksche atmosfeer Is
getild En is de vrede die van deze
kunstwerken uitgaat iets anders dan
zichtbare hem-'ptorfe en een straal
eeuwigheidslicb"
Er zfin nauwk»nrige g-gevens over
de opeenvolgende dateeringep der
ziften van Memlings schi'derijen aan
het ^int Jansgasthuis te Brugge Het
hiie-nb-engen van de»e schlid-cfi-Tl,
heeft Descamns aanleiding gegeven
lol verhalen Viardot en Mlrhle's rijn
hem hierin gevolgd en schreven een
roman waarnit in onre dagen e»n
spannend fPmsc-nario gehaald zou
hunnen worden Maar gehleken Is dat
di' al'es onverantwoord was en de
h'storie hoeft de In h-doe'de verhalen
vPTne'de f-i'en gelogenstraft Mem
'ing is nooit In d't Hospitaal ver-
ole-od zooals de schrijvers beweerd
hebben.
M-m'tnps Madonna en de zooveel
and-re werken d'e wij hier nog on
vermeld hebben gelaten, bieden een
marhtio voedsel voor den geest e»n
onovertroffen rijkdom aan mensche-
IHke vormschoonheid en l-vensware
h-w-olno ln Brugge.... dan moogt
ge het St TanshosDÏtaal niet voorbil
loonen zeker niet a's g- er OP of
omstreeks Kerstmis ver»neft
KAREI VAN DEN BERG.
streeks 2500 j. v Chr hadden de
Chineezen hun rijk al Ingedeeld naar
de 12 gordels van den dierenriem en
de 28 „huizen' van de maan. De Chi
neezen noemen zich dan ook nog
gaarne „de zoneD van het Hemelsche
Rilk" Met vrii groote zekerheid kan
men zeggen, dat de namen der ster
renheelden die tot on heden bewaard
gebleven zijn, omstreeks 2700 v.
Chr ziln omstaan en uit Mesopotamië
stammen. Ze zijn dus hoogstwaar
schijnlijk van Chaldeeuwschen oor
sprong. De klassieke sterrenbeelden
van den tegenwoordtgen hemel zijn
ontleend aan den vermaarden hemel
globe van den geleerden Griek Eudo
xus Ipl m 370 j. v Chr.) Eudnxus had
de sterrenbeelden beschreven ln een
tweetal werken, die echter verloren
zijn gegaan Dat de kennis van de
klassieke sterrenbeelden tocb tot ons
gekomen is danken we aan den
Griekschen dichter Aratus (pl.m. 270
j. v. Chr.j. die van de bedoelde ge
schriften van Eudoxus een berijmde
bewerking gaf Deze bewerking ts ge
lukkig voor het nageslacht bewaard
gebleven. De dirhter zegt er uitdruk
kelijk in, dat de beelden den Grieken
uit een onbekende oudheid ziln over
geleverd. Naar beweerd wordt, moet
de hemelglobe van Eudoxus den ster
renhemel weergegeven hebben om
streeks 2000 j. v. Chr. Hii bevatte 45
beelden Hieraan zijn naderhand door
verschillende zeevaarders en astrono
men nog 41 beelden toegevoeed
schap" Dan zakte hii terug.
Zonder Iets te zeggen zette de di
rectrice het scherm weer voor het
bed De hulpprediker sprong van de
tafel Het bleef stil zoolang hij achter
het scherm zat. Toen hij daarna de
zaal verliet, keerde hij zich btj de
deur nog eenmaal om Alle gezichten
waren naai hem toegewend, maar hij
voelde geeo vijandigheid meer tn hun
blikken Nog lag de stilte over de
zaal „Mannen," zei hij. „God helpe
ons allen."
Toen hij weer op rijn kamer geko
men was. maakte hij g*-en licht, fn
een helder witte baan scheen da maan
naar hinnen Lang zat hij met 't hoofd
in de handpn achter z'n bureau Een
verlammende moeheid drukte hem
neer en zijn slapen bonsden. „Als een
handelsreiziger een handelsreizi
gerdreunde het in z'n hersens.
En ze hadd-n de deur voor hem d'cht-
gefmeten Niels ooodig Geep «t.afzui-
ger G-en evangelie Koopwaar'
Zonder te zien staarde hij naar de
silhnupi'en van dp daken die zich af-
teekendep 'egen het aanstroorpende
licht „Titine." dacht hij Zij had hem
gewaarschuwd Neen zij had hem
doorzien' En scherp als de contouren
van dak daar In het maanlicht zag
hij plotseling zichzelf „God vergeef
me stamelde hij en sloeg z'n handen
voor z'n oogen Als -en koopman had
hii zlln waar aan den man gebracht
Nog aangeprezen ook' Maar de wer
kelijke Waarde had hij niet geweten.
Hii stond op ep strekte zfin hand uit
naar het glanzende raam ..Maar (tj
weet het Titine.' zei Mf s'sof het
meisie tegenover hem stond Help
me een beetje.... alsjeblieft....
Titine...,"