Storm op zaal Waar Madonna's in de oudheid in vreedzame beschouwing leven SFEER VAN KUNST EN KERSTMIS IN BRUGGE De mislukking van een reiziger in Kerstvieringen Hans Memiing, Madonna met het Kind. WE wel eens het voorrecht heeft gehad op of omstreeks de Kerst dagen in Brugge te vertoeven, zal de ervaring hebben opgedaan dat de sfeer in deze Vlaamsche stad bij uit stek gunstig is om gedachten over het Kerstwonder te doen overglanzen door het licht dat afstraalt van kunst werken door groote meesters ge schapen, „akten van geloof', wonde- Ten van technisch kunnen, onvergete lijke symphonieën van heldere en schitterende kleuren. In den loop der eeuwen is Kerstmis door vele kun stenaars tot onderwerp hunner com posities gekozen. Het bevel tot de volkstelling door bereden soldaten van Herodes over het land gedragen, de consternatie die dit bevel veroor zaakte ónder timmerlieden, steenkap pers, metselaars, pottenbakkers, we vers en tuiniers, het optrekken van de huisvaders naar de hoofdstad van de streek, naar Sephoris en de reis van Jozef en Maria met als wereld- zaligend Intermezzo: de geboorte ln den stal van Bethlehem, deze feiten, hoe simpel ook weergegeven, hebben de schilders naar hun palet doen grij pen en nog heden ten dage zijn wij er dankbaar voor dat bij velen het ge loof in het Christuskind basis hunner KERSTVERHAAL 1"YE Jonge hulpprediker liep te fluiten door de sneeuw. Hjj was een beetje een ander mensch geworden sedert kort en dat kwam door Titine. „Je cherche après Titine, Titine, chère Titine...." De rest van het oude liedje was hem ontschoten, maar het wijsje zong weer ln hem en Ti tine.... Titine was er weer. Twee weken geleden was ze gekomen: was ze zoo maar opnieuw in z'n georden de bestaan gestapt en had er alles overhoop gesmeten. „Man, wat zie je in vredesnaam ln die achterkamer!" hadden z'n vrienden gezegd toen hij verhuisde. „Daken en zoldervensters!" maar voor hem was dit uitzicht, waren deze als noncha lant neergeworpen daken en muur tjes, uitbouwen en nissen Montmartre; de vijf lieflijkste maanden van zijn leven; iets, dat als een zoete geur door zijn dorre dagen had gewaaid en hem gewekt had tot ongekende le vensvreugde. Gezegend oude peet tante Ingetje, die hem het legaat had nagelaten ter voltooiing van z'n stu die en dubbel geprezen zijn eigen koppigheid om tegen alle bedreigin gen van thuis in naar Parijs te zijn getrokken. Vijf maanden. Toen riep de gespannen toestand hem terug en hij had met een wrokkend hart de tranen weggekust van de donkere wimpers. Titine, chère Titine.... Hij had gevoeld, dat het voor altijd was en eenmaal thuis had hij zich wanho pig in de werveling van gebeurtenis sen geworpen en de vijf maanden van licht en geur werden weggevaagd door den gruwelijksten storm, die de wereld ooit geteisterd had. Voor het oog een rustig hulpprediker, had hij zich met z'n heele hart en ziel in het ondergrondsche werk geworpen tegen den bezetter. De smaak van het avon tuur was hem steeds aangenamer ge worden. zelfs onontbeerlijk, zoodat er bij de bevrijding een leegte ln zijn bestaan viel, die hij nauwelijks wist te vullen met zijn dagelijksch werk. Nu was hij dan écht hulpprediker en hoezeer hij ook tegen beter weten in kon hunkeren naar de spanning van de voorbije jaren, toch wist hij zich zóó om te schakelen, dat nie mand vermoedde hoeveel moeite het hem kostte zijn rol goed te blijven spelen. Rol.... ja, dat was het Toen onder het juk, toen had hij geleefd Nu speelde hij. En hij speelde goed' Soms wist hij zelf niet eens meer. dat hij speelde en als hij zich een enkele maal er van bewust werd, dan kon hij walgen van zichzelf. Dan zou hij liefst de heele boel er bij neer ge gooid hebben, maar hij deed het niet Hij speelde verder, want zijn rol lag hem goed. Maar nu was opeens Titine geko- men en alsof een oude bruidskist na jaren geopend werd, zoo dreef onver wachts 't prikkelend parfum der her innering door zijn hooge achterkamer. Op een ochtend gebeurde het. Het zolderraam, waar hij van achter z'n bureau op uit zag werd geopend ep Iemand zette twee potten bloeiende geraniums op de vensterbank. Toen boog zich een meisje over het kozijn heen naar buiten en ademloos had hij zitten kijken naar 't smalle gezichtje tusschen die twee fel-roode bloem trossen. Ze wès het! Hij wist het heel zeker. Dat donker gladde haar, die krullen in den nek. Op dat oogenblik was de juffrouw binnengekomen met z'n ontbijt en had hem weten te ver tellen, dat daar achter hem een In disch meisje was komen wonen met haar moeder. De dochter scheen bui tenshuis te werken. Meer was hij niet van haar te weten gekomen en na dien eenen keer had hij haar ook niet meer gezien. Maar ze wès er! Je cherche après Titine.... Luchtig floot hij het wijsie, terwijl hij de be bouwde kom weer naderde, de witte gebouwen van 't Sanatorium, dat uit zag over de besneeuwde velden waarboven een hooge lucht zich welfde, die alle geluid ijl deed ver waaien. De ochtendwandeling had hem goed gedaan. Het werd hem den laatsten tijd wat te machtig. Steeds meer collega's vielen uit wegens ziekte, steeds vaker moest hij invallen bij Kerstvieringen en diensten. Het dreigde hem nog over den kop te loopen. „Er is telefoon voor u geweest", zei de juffrouw, toen hij de trap naar zijn kamer wilde opklimmen, ,,'t Sanato rium". „Merkwaardig", dacht hij. „In maanden er niet langs geweest. Dit heele jaar nog niet er binnen en nu dit telefoontie. terwijl hij er nog geen half uur geleden voorbij ging. Hij nam den hoorn op. „Alsjeblieft niet nóg een Kerstfeest." flitste hem door het hoofd Maar 't wès een Kerst feest „Vanmiddag om viif uur." De predikant van bet huis plotseling ziek. alles al geregeld, vele anderen ver geefs opgebeld. „Vooruit dan maar," had hij wat korzelig geantwoord. „U bent num mer dertien. Ik zal komen." Maa kten hij wilde afhangen, hoorde hij aan de andere zijde nog dringend zijn naam roepen „Is u daar nog' Denkt u er vooral aan het is een heel moei Hike zaal. Jonge oorlogsslachtoffers U begrijpt Dien middag haastte hij zich na het natuurlijk weer te lang gerekte Kerst feest van de Wijkvereeniging, naar onvergelijkelijke, onovertroffen kunst schatten is geweest Brugge bezit vele schilderijen van Hans Memiing, den grooten Maria- schilder en men behoeft, komende van het standbeeld van Guido Gezelle bij de O.L.V. Kerk. slechts de straat over te steken om het St Janshospitaal te bereiken, waar deze schilderiien te vinden zijn. Daarheen, vóórdat de Kerstklokken gaan luiden' Wat kan men daar goed verstaan, dien triomf van Christus' geboorte, de nederig heid van Maria, dienstmaagd des Heeren en de dynamische werking van het geloof. Het heeft lang geduurd vooraleer men bijzonderheden wist te vertellen over het leven van Memiing. Avon tuurlijke legenden en verzinsels wer den op papier gesteld, maar geschied kundige feiten ontbraken nog. Eerst ln 1861 wist James Weale aan te too- nen, dat Memiing een vooraanstaand poorter van Brugge was. reeds ln 1466 gevestigd in de Wulhuusstraat en in 1467 vrijmeester van het gilde van St. Lucas. En als wil ons goed herin neren, dan Is In 1938 op het nog wei nig doorzochte archief van de stad Brugge, de geboorteplaats van M-m- ling achterhaald kunnen worden. Het desbetreffende document bevat de volgende woorden: „Jan MimmeMn- ghe. Harmans Zuene Gheboren. Za- leghenstat, poorter 30 In Laumaent 1465 omne 24 Schellljnghen groot»n" Enkele schrijvers meenen dat hij vóór 1435 werd geboren, anderen houden het er voor. dat zijn geboortedag tus schen 1430 en 1450 valt. In leder geval zou Memiing te Brussel een leerling van Rogier van der Welfden zijn ge weest. (Vasaril. Men vraagt zich ech ter af of Memiing te Keulen de fraaie schilderijen van Stefaan Lochner en diens kunstgenooten niet heeft ge kend, vooraleer naar Brussel te ko men. Ettelijke afbeeldingen die den achtergrond uitmaken van verschei dene tafereelen van de RUve van de H. Ursula zlln nauwkeurige stadsge zichten van Keulen. Maar hier willen we nu niet over In détails treden. Wij gaan met u het St. Janshospitaal binnen. Let nu op die Madonna's van Mem iing, hier diep teruggetrokken ln de stilte van een klooster. In een ruime eenvoudige kamer. Ge loopt vele gangen door en komt aan de kamer van Nazareth waar Maria en het Kind in vreedzame beschouwing leven. Let eens op de oogen die Memiing schilderde: Marla's oogen zijn onme telijk stil, oogen door de eeuwfgheld geschapen. Zil zlln zwart, omdat zij geen kleuren noodig hebben om he- melsch te zijn en omdat zwart ook de kleur is van rouw en droefheid Mem- ling's Madonna is ook de Moeder van den Man van Smarten. Zooals Maria's oogen op die schilderijen boven het Christuskind heendrijven naar onge kende verten, zoo varen ook de blik ken boven het leven van Jezus, boven het Sanatorium, waar de directrice ln een nerveuze onrust hem wachtte. „De zaal is erg moeililk." viel ze met de deur ln huls. Hij moest er maar dadelijk heen gaan en hen niet laten wachten. Het zusterkoortje was al boven en ook de dames van de bibliotheek waren er met den boom en de versnaperingen. Neen, neen, zijzelf kwam direct Moest even een dringende tnterlocaal afwachten. Ze wees hem de lift. Zuster Gonda zou hem boven wel opvangen en naar de zaal brengen. En toen hij uit de lift stante. was het Titine. „Titine," had hij in verwarring ge stameld maar het zustertje had met een vluchtig lachje, dat als een licht glans over het ernstige, smalle ge zichtje gleed, van neen geschud. „Zuster Gonda," verbeterde ze. Hii was zich zelf al weer meester en dwong zich eveneens tot een lach. „Dat kan niet," zei hij. „Die naam past absoluut niet bij u." Hii stelde zich voor. „Ik ben uw achterbuur man." Zuster Gonda knikte en even lichtten haar oogen op. Das gei ze zonder eenigen overgang: „de zaal is erg moeilijk. Durft u het aan?" Nu moest de hulpprediker toch werkelijk lachen „Ik heb we! voor heeter vuren gestaan," verzekerde hii „Bovendien doe ik tegenwoordig nie* anders. Je kriigt routine. Ik vo°l me als een handelsreiziger ln Kerst vieringen." De kleine zuster bleef plotseling midden in de gang staan, alsof ze hem den weg wilde versperren, haar handen in afweer opgeheven „Domi nee'" Haar wat heesche stem klonk dringend. „U meent dit niet' U mag dit niet zóó zien. Dan kunt n beter weggaan. De zaal Is moeilijk!" Een warm rood deed het matte b'eek van haar gezicht gloeien en gaf haar nog sterker ge'ijkenis met de Titine van vroeger. Hii glimlachte om haar op winding. „We gaan naar binnen, zei hij. Maar op het moment, dat Zuster Gonda de deur achter hem sloot voelde hij een beklemming over zich komen, die hem volkomen vreemd was. Zijn gewone vrijmoedigheid, zijn Bethlehem. Nazareth. Genesareth. Je ruzalem en Golgotha. Memiing legde niet alleen Kerstmis in zijn werk. hij schilderde in zijn Madonna's met Kind. ook de Verrijzenis en Hemel vaart Deze kleurrijke beelden spreken een onmiddellijk klare taal; men gevoelt aanstonds, dat men bier voor iets buitengewoons staat en men weet. dat zij ons iets te zeggen hebben van gToot belang. Men zoekt, naarmate de stilte spreekt, met gespannen nauw keurigheid, met eerbied en eindelijk met de grootste bewondering. Het Ideaal is hier naast vas'e be ginselen volgehouden In alle deelen er heersrht een oedar-Me waarin en waaronder alles harmonieerend is ge schikt Beschouwt men d» meesterstukken aandachtig, dan wordt men hoe langer hoe meer ingetogen, men sore°kt niet me°r maar srhouwt met eerbied op Zijn er nog velen, die in de-ren „atoom-tijd" oov hebben voor deze waarden of wordt met den dag groo- ter het aantal dergenen die op „oud voed" niet willen teren, die meenen d't eeuwige waarden ons alléén onder nieuwe vormen moeten treffen omdat de gevoeligheid anders ;g afgestemd Men zou het wel denken. Maar het andere is ook van belang wie Mem'ing's werken heeft gezien zucht over de menschhefd. want hij zag ie'« van het mene tekel der ver ganke'ijkheid: beschavingen ontstaan bloeien tanen en vergaan. Er is in d° zurht naar afwisseling hij ieder van ons, niets minderwaardigs, dat een ASTRONOMIE WE zijn geneigd, de Wijzen uit het Oosten te zien als de vertegen woordigers der oude astronomen. Deze magiërs treden ons immers uit de sfeer van het Kerstverhaal tege moet als sterrenkundigen, die acht gaven op de teekenen des hemels. De astronomie gaat echter nog tientallen eeuwen vérder terug Reeds de volken der grijze Oudheid, bekoord door de betooverende pracht van den Ooster- schen sterrenhemel, wijdden zich aan de beoefening van de sterrenkunde, de oudste van alle wetenschappen. Het nachtelijk uitspansel met zijn tal- looze flonkerende sterren en tinte lende lichtstippen was voor hen een mysterieuze, bovenaardsche wereld van licht en schoonheid, waarin hun kinderlijke fantasie allerlei beelden en gestalten sch'ep. Het eigenlijke centrum van de be oefening der sterrenkunde lag in Chaldea Bijna elke groote stad van het oude Babylonië had haar sterren wacht, waar geregeld waarnemingen werden verricht. De beroemde biblio- joviale vlotheid verstarden onder de leege, nietszeggende blikken van deze mannen. Hij liep de bedden langs probeerde hier en daar een gesprek, maar hij kon evengoed tegen den muur spreken. Men keek langs hem heen. Hii was lucht, lucht, minder dan lucht. Twintig, negentien bedden met vijanden. Eén stond achter een scherm. De hoofdzuster haalde de schouders op. „Afgesproken werk," fluisterde ze „niet aan1* storeri. We beginnen met het koor en den boom. Dan gaat het wel beter." Zuster Gonda verdween naar de gang en dadelijk daarop drongen zangstemmen de vijandige stilte binnen. Oude, vertrouwde klan ken. maar de mannen bleven door lezen De directrice kwam op zaal met de bibllotheekdames, die het ver sierde boompje op een tafel zetten en de kaarsies aanstaken, maar er werd niet naar gekeken. Bed aan bed brachten ze bakies fruit rond. Men nam er geen notitie van. De hulpprediker stond geleund te gen de middentafel. Even kwam Zr Gonda naast hem staan. Ze zag wit ..Gaat u weg," zei ze zacht., „Gaat u alstublieft weg!" Maar hij schudde het hoofd en nam z'n bijbel op „Man nen." zei hij. „ik lees jullie voor uit het Kerst-evangelie...." „Jij leest niks voor'" Pen «rhorre stem kwam vanuit een bed bil het raam. Het was een groote forsrhe kerel, die daar lag, oogenschijnlijk gezond Hij lag achteloos ln een boek te bladeren maar met een schuin oog taxeerde hii de uitwerking van zijn woorden Toen herhaald» hii met nog wat meer na druk: „Jii 'eest heetemaal niks voor' Begrepen' We hebhen met 'onw evan gelie niks te maken We zullen zonder dat wei kreoe»ren." De hulpprediker de»d of hij nie*s boord» en begon te lezen- „Fn er wa ren herd°rs In diezelfde landstreek zich houdende In het ve'd...." Hii was koud van spanning, maar er ge. beurde niets. en dp env-1 relde tot hem: vreest niet want ziet. Ik ver kondig u groote blijdschap." „Hou je bek met Ie blijdschap.' kwam een s'era uit een anderen hoek en op hetzelfde oogenblik suisde een appel rakelings langs zijn hoofd ..En donder nou op met je blijdschap.' kwam de stem weer van deD raam kant „Die bestaat voor ons ni»t De hulpprediker schudde het hoofd maar voor hij iets kon zeggen, trof een andere apoel hem tegen z'n s«-honder en d't was het sein tot een algemeen gesradjt en geschreeuw Tevergeef» trachtten de directrice en de hoofd zuster den storm te bezweren De bonte versierselen uit het boomoie spatten aan srherven en kaarsies klet teTden brandend op de tafel Haastig voorkwam Zt Gon 'a met een natte spons verdere ongelukken maar he' 'uroölt nam steeds toe en de verwar ring werd groot er De dames van de hibliothe-V nrobeerden lp hun «rhrik -en goed heenkomen «p roek-n naar de gang; wat echter niet gelukte verwijt van oppervlakkigheid zou verdienen- het is een zuiver mensche lijk verschijnsel. Alleen zou er grond voor pessimistische beschouwingen zfjn. wanneer wij vaststellen, dat be paalde kunstvormen zich wijzigen of verschimmen De wereld gaat eenvou dig haar gang en voor wat rtl hier verwerpt, rijst verder een tegenwaarde op, welke vaak alleen het verworpen* <S onder anderen vorm. Er Is geen teruggang. Memiing heeft dit zelf ook moeten ervaren- zo-der de voorgang-rs g-er na volgers Zelf werd hri de dtine van de zucht naar afwisseling want Mem- lings faam die hii rijn leven zoo schit terend was g-w-est ronk al gauw daarna weg ln de schaduw Toen In 1520 Albrocht Diirer ziin vermaard- reis naar Vlaanderen ond-mam w-rd er reeds n'et me-r over den M»°ster Mem'ing g-snroVen. wi-ns aa-denken uansrh verdwenen scheen te zijn Brugge's verval, de snelle ontwikke llng van de Brusselsche. T-PUvensrhe ep Antwerpsrhp scholen d» blival van het Itallanisme In de schilderkunst hpbhen hnn weerslag gehad op de kunstproductie Weoens den nmo'en luister van de barokkunst tijdens de 17e eeuw werd-n alle vorige werken als verachtelijke „Gothiek' bestem peld Deze groote mtskpnning van de kostbaarste stukken der oude Vaam srhp school duurde to» omstreeks In het m'dden van de tóe eeuw Tater heeft men h-grenen dat de geest van de oude Vaamsrhe mees'ers hoven theek tn het paleis van Sanhirib te Ninevé bestond voor een aanzienlijk gedeelte uit astronomische werk-n wel een bewijs, dat in de Oud-Babv Ionische beschaving de astronomie een belangiljke plaats innam ln Ur de stad van Abraham heeft men een tempel gevonden die gewild was aan den maangod De Egyptische pyrami- den waren op den sterrenhemel ge oriënteerd Voor de sterren, waarnaar ze hun kalender regelden bouwden de Egvptenaren zelfs afzonderlijke tem pels Zoo spreken ons na meer dan 50 eeuwen de oude beschavingen nog van de beoefening der astronomie Reeds de oeroude volken richtten dus het oog naar de sterren „hoog boven hun sterfelijk hoofd" een schoone en tevens treffende symboliek. De Grieken hebben omstreeks 500 j. v Chr. de sterrenkunde nieuw leven ingeblazen. Veertien eeuwen later wa ren het voorat de Arabieren, die zich wijdden aan de bestudeering van den sterrenhemel. Zooals reeds werd opgemerkt, heb ben de oude volken den sterrenhemel met allerhande figuren „bevolkt". Het is niet bekend, wanneer voor het eerst de sterren groepen in verband werden gebracht met dramatische be levenissen van menschep en dieren maar het gebruik Is s'eltlg zeer oud De Babylonlërs kenden omstreeks 3000 j v Chr reeds de heelden van den dierenriem: zll hadden deze ont leend aan nog oudere volken Om doordat de toegestroomde zusters van het koor de deuropening versperden Toen viel het witte scherm om. Naast het nu zichtbaar geworden bed stond een jonge vrouw ontzet de zaal tn te staren: de uanden tegen de ooren gedrukt en hoog in de kussens lag een man Zijn wangen waren tn gevallen en felle vlekken teekenden zijn uitstekende jukbeenderen Hii hoestte en wenkte met z'n, eene hand terwijl h steunende op de andere een poging deed overeind te komen Zr Gonda vloog op hem af „Stil toch o toe. schel iullie toch uit'" De tranen liepen haar langs het smalle ge zlchtle. Ze boog zich o"er den zieken man er. steunde hem Dan wenkte ze d=n hulpprediker „Laat ze zwijgen. In Godsnaam Hl] vraagt het!" Toen sprong de hulDprediker met één zwaai boven op de tafel Daai sto-d hij wijdbeens met z'n hooge riizlee gestalte en z'n gezonde li eh»ara naast den omvergeworpen boom ..Stilte'" donderde zijn stem Het bloed gonsde hem in de ooren en hij bad het onwezenliikp gevoel dat een ander daar stond dan hii „Zwijg jullie' Zie je dan niet dal ie hem vermoordt!" Als een deksel vip! de stilte plotse ling over de wanorde van de zaa' heen De zieke oppnde zijn mond en 'rachtte een woord te vormen maa* het gelukte hem niet Gesnannen en onbewegelijk staarde de mannen in hnn onordelijke h-dden naar hnn om löcht worstelenden kameraad De hulpprediker du'fd» rlch niet te ver roeren boven op de tafel To-n kwam et geluld Een getuid dat nauwelijks meer stem te noemen was „Toch...." Een hoestbui deed het vermagTdp lichaam schokken.... „Toch.... blijd de zucht naar afwisseling uitgaat en een hart-grondige kennismaking met Memlings BHbelsche heelden leidt tot de erkenning, dat deze kunst ge wrocht werd in een hoek van het le ven waar de drang naar afwisseling buiten haar dagelijksche atmosfeer Is getild En is de vrede die van deze kunstwerken uitgaat iets anders dan zichtbare hem-'ptorfe en een straal eeuwigheidslicb" Er zfin nauwk»nrige g-gevens over de opeenvolgende dateeringep der ziften van Memlings schi'derijen aan het ^int Jansgasthuis te Brugge Het hiie-nb-engen van de»e schlid-cfi-Tl, heeft Descamns aanleiding gegeven lol verhalen Viardot en Mlrhle's rijn hem hierin gevolgd en schreven een roman waarnit in onre dagen e»n spannend fPmsc-nario gehaald zou hunnen worden Maar gehleken Is dat di' al'es onverantwoord was en de h'storie hoeft de In h-doe'de verhalen vPTne'de f-i'en gelogenstraft Mem 'ing is nooit In d't Hospitaal ver- ole-od zooals de schrijvers beweerd hebben. M-m'tnps Madonna en de zooveel and-re werken d'e wij hier nog on vermeld hebben gelaten, bieden een marhtio voedsel voor den geest e»n onovertroffen rijkdom aan mensche- IHke vormschoonheid en l-vensware h-w-olno ln Brugge.... dan moogt ge het St TanshosDÏtaal niet voorbil loonen zeker niet a's g- er OP of omstreeks Kerstmis ver»neft KAREI VAN DEN BERG. streeks 2500 j. v Chr hadden de Chineezen hun rijk al Ingedeeld naar de 12 gordels van den dierenriem en de 28 „huizen' van de maan. De Chi neezen noemen zich dan ook nog gaarne „de zoneD van het Hemelsche Rilk" Met vrii groote zekerheid kan men zeggen, dat de namen der ster renheelden die tot on heden bewaard gebleven zijn, omstreeks 2700 v. Chr ziln omstaan en uit Mesopotamië stammen. Ze zijn dus hoogstwaar schijnlijk van Chaldeeuwschen oor sprong. De klassieke sterrenbeelden van den tegenwoordtgen hemel zijn ontleend aan den vermaarden hemel globe van den geleerden Griek Eudo xus Ipl m 370 j. v Chr.) Eudnxus had de sterrenbeelden beschreven ln een tweetal werken, die echter verloren zijn gegaan Dat de kennis van de klassieke sterrenbeelden tocb tot ons gekomen is danken we aan den Griekschen dichter Aratus (pl.m. 270 j. v. Chr.j. die van de bedoelde ge schriften van Eudoxus een berijmde bewerking gaf Deze bewerking ts ge lukkig voor het nageslacht bewaard gebleven. De dirhter zegt er uitdruk kelijk in, dat de beelden den Grieken uit een onbekende oudheid ziln over geleverd. Naar beweerd wordt, moet de hemelglobe van Eudoxus den ster renhemel weergegeven hebben om streeks 2000 j. v. Chr. Hii bevatte 45 beelden Hieraan zijn naderhand door verschillende zeevaarders en astrono men nog 41 beelden toegevoeed schap" Dan zakte hii terug. Zonder Iets te zeggen zette de di rectrice het scherm weer voor het bed De hulpprediker sprong van de tafel Het bleef stil zoolang hij achter het scherm zat. Toen hij daarna de zaal verliet, keerde hij zich btj de deur nog eenmaal om Alle gezichten waren naai hem toegewend, maar hij voelde geeo vijandigheid meer tn hun blikken Nog lag de stilte over de zaal „Mannen," zei hij. „God helpe ons allen." Toen hij weer op rijn kamer geko men was. maakte hij g*-en licht, fn een helder witte baan scheen da maan naar hinnen Lang zat hij met 't hoofd in de handpn achter z'n bureau Een verlammende moeheid drukte hem neer en zijn slapen bonsden. „Als een handelsreiziger een handelsreizi gerdreunde het in z'n hersens. En ze hadd-n de deur voor hem d'cht- gefmeten Niels ooodig Geep «t.afzui- ger G-en evangelie Koopwaar' Zonder te zien staarde hij naar de silhnupi'en van dp daken die zich af- teekendep 'egen het aanstroorpende licht „Titine." dacht hij Zij had hem gewaarschuwd Neen zij had hem doorzien' En scherp als de contouren van dak daar In het maanlicht zag hij plotseling zichzelf „God vergeef me stamelde hij en sloeg z'n handen voor z'n oogen Als -en koopman had hii zlln waar aan den man gebracht Nog aangeprezen ook' Maar de wer kelijke Waarde had hij niet geweten. Hii stond op ep strekte zfin hand uit naar het glanzende raam ..Maar (tj weet het Titine.' zei Mf s'sof het meisie tegenover hem stond Help me een beetje.... alsjeblieft.... Titine...,"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1946 | | pagina 7