;r„ ™T.ïrei"d« 0 DE KERSr# Een verrassing in het gesticht Als de Kerst klokken luiden Wij luisteren <p V «JU;. cl Kerstmaaltijden met Kerstmis r.aar ...^J Nekkramp aan boord van de „Indrapoera" Rijksduitser „kidnapt" zijn zoontje Hei Kerstgeschenk DE DRIE SLOEPEN Er lijn dagen, die elk jaar weder» keren en die altijd weer dezelfde stem» ming en dezelfde stille vermaning bren» gen. s Het is elk jaar Kerstfeest, hoe de wereld er ook uitziet en wat 's mensen lot ook moge zijn. j stonden kerstboompjes in de on» t" ,r^ P08,^0 van alle legermachten j ,Zenden verminkt en k^tHeH.°P S'agvelden Iagen> er zijn gezongen in gevangenis» sen door mensen, die wisten, dat ieder ogenblik de celdeur kon opengaan en mtfln ™"ln dit jJaar kerstboompjes £"?,Jn hu,ze°- die door het oorlogs» nl„ntlVern,,eld Zijn' waar men met mükf t. en,JaPPen ee" woonplaats ge» brek™ waar,vaak n°g ruiten ont» l/n j de T'lnd en de le"e vorst al» len. die daar bijeen zijn, doen verstij» n^rmIU"e'1 °Tera! kerstlichtjes zijn en o k mensen, die door zo'n simpel licht» je in de stemming voor deze dag zul» len komen. Kerstfeest is geen feest van haat verbittering, maar van toenadering en aaneensluiting van allen, die van goeden wille zijn. 3 zijn de laatste tijd tal van inzame» iL ^n,geh0,uden voor SeId en levens, middelen, glas en alles waaraan op dit ogenbhk zo dringend behoefte bestaat. T allfs ls naar de zwaarst geteister» de streken van ons land gezonden, op» dat daar althans de ergste nood kan worden gelenigd. .„u tu COIrlJté' dat zich belangeloos be» schikbaar heeft gesteld voor de ver» koop van kinderpostzegels draagt er weer zorg voor, dat de misdeelde jeugd niet zal worden vergeten. De Öuden van dagen zal een gelukkig Kerstfeest worden bereid en het Leger des Heils neett zijn kerstpotten weer neergezet op de hoeken der voornaamste straten opdat met milde hand aan de armsten fler armen kan worden gegeven. Want Kerstfeest is het Vredesfeest, waarop alles, wat wij in ons leven aan goede gedachten en goede voornemens hadden, weer in ons opkomt. Hoe lang is het geleden, dat wij als kinderen om de kerstboom zaten en met verrukte ogen naar de sprookjes» «chtige verlichting keken, terwijl een zangkoortje een indrukwekkende kerst» zang deed horen! - „Ere zij God in de hoge, in mensen «en welbehagen". Hoevelen zijn op kerstavonden niet uit volle kerken huiswaarts gekeerd met het gevoel dat wij mensen moeten ge» ven en moeten doen wat wij kunnen, om anderen gelukkig te maken en hun leed te verzachten. Wat is het, dat op Kerstavond zelfs de meest verstokten het hoofd doet heffen en met ontroering doet luiste» ren? Dat is het aloude kerstverhaal van het Kindeke, dat in een armzalige stal werd geboren, het verhaal van de ster, die aan de hemel verscheen en de her» dei-s deed opkijken toen de engelen het „Vrede op aarde" zongen. „Vrede op aarde!" Vrede, daar waar een vertrapte en ontwrichte wereld zich losworstelt uit een bloedig verleden, waar in een sfeer van wantrouwen nog onrecht gedaan en geduld wordt. Nog altijd staat de wereld in het teken van egoïsme, maar hoe goed doet het te weten, dat er weer een kerstdag is gekomen, waarin wij niet alleen aan het „Vrede op aarde", maar ook aan het „In mensen een welbehagen" wor» den herinnerd. Moge dan in het donkerste der da» gen de kerstgedachte de kracht der ontroering hebben opdat wij opnieuw tot het besef komen, dat ons leven niet op egoïsme, maar op naastenliefde en zelfopoffering moet gebouwd zijn. Dan zullen de Kerstklokken dit jaar voor ons niet tevergeefs hebben ge» klonken. Een blauwe hemel koepelt over Ara» bië. Het blauw wordt getemperd door een vage sluier van lichtgrijze damp, die de trillende hitte boven de berg» massieven en het smalle strand laat op» trekken Fel glinsterend ligt Makallah onder de rode rotsen, glanzend wit en schit» terend. Witte muren, witte daken, een witte toren van een moskee er boven uit. De zon werpt grillige schaduwen in de steile ravijnen tussen de bergmassa's die van boven recht afgesneden zijn, als met een mes door een reus gehan» teerd... Langzaam nadert de „Semarang" de kust. Vanmorgen vroeg, 25 December, kwam aan de kim een flauwe lijn op» duiken, die millimeter voor millimeter uit het water leek op te stijgen, schijn» baar los van de zee, door de hitte... Maar naarmate de „Semarang" nader» bij kwam, werd de lijn een dikke streep, en nog later een lage muur, die dreigend in de verre verte stond. De machinekamer»telegraaf klonk luid door de hete tropenmiddag en de regelmati» ge cadans van de machine verminder» de van tempo. De witte schuimstreep, die al vanaf de hoek van Sokotra recht achter het schip aansleepte in een brede baan met kleine kolkjes, werd smaller en smallerEn alles wat er over bleef was een spoor precies van de breedte van het schip, aan stuurboord gebobbeld door het uitstromende koel» water. De vijf»en»zeventig tussendeks»passa» giers, opgeschrikt uit hun lethargie door de veranderde geluiden uit de buik van het schip, beginnen door elkaar te kri» oelen, hun kakelende geluiden klinken luid»op naar de brug. Vijf»en»zeventig Arabieren, rijk geworden in Indië, ke» ren naar huis terug, naar Makallah, dat daar ligt als een wit lidteken tussen het gestolde bloed van de rode rotsen. Ara» bieren, met hun levende have, die hun onderweg voedsel verstrekte, met hun bagage, bijeengenaaid met grove lappen jute, gepakt in stoffige hutkoffers en slordig opgestapeld aan dek... Dat die Arabieren op Kerstdag thuis» komen, daar hebben ze geen benul van. Zij kennen geen Kerstfeest. Iedere mor» gen, zodra de zon bloedrood van achter de Oostelijke kim te voorschijn kroop, kwam één van hen naar boven, naar de brug, om te vragen, in welke richting Mekka lag, en als ze dat eenmaal wis» ten, kwamen de matjes te voorschijn en lag daar iedere Arabier geknield, met zijn gezicht naar de plaats waar hun heilige Kaaba staat. Monotoon klonk hun litanie door de morgenstilte, rythmisoh bewogen hun armen en han» den, als op commando bogen de licha» men voorover, achterover, voorover Hoog torent de rotsmuur uit het wa» ter op. De „Semarang" verliest haar vaart, loopt uit, stil is het beneden in de machinekamer, stil wordt het aan dek, waar de passagiers over de railing hangen, om hun vaderland te zien na» derkomen Een smalle boot steekt van het strand, geroeid door zes bruine kerels: de loods komt aan boord. Die komt alleen om wat te verdienen, want een haven is er niet, een vuurtoren is een onbekende weelde, kaden en werven ontbreken Stil ligt nu het schip. Met een grote boog komt de sloep langszij en de „loods" klautert naar boven. Een Ara» bier met een witte burnous, zeelaarzen en een stro»hoed. In gebroken Engels komen er een paar roer»commando's en na tien minuten is de „Semarang" ge» zwaaid en komt ten anker, stijf onder de kust. Kerstdag op de Arabische kust.Ge» werkt wordt er als altijd, de Arabieren willen aan land. Hun bagage hebben ze overal dèar neergezet, waar die zoveel mogelijk in de weg staat, de luiken lig» gen open en van diep onder in de buik van het schip komen nog meer eigen» dommen naar boven. Daar ligt het han» delskapitaal van de heren, balen melas» se»suiker, waar, door het wekenlange liggen de stroop uitdruipt en in het tus» sendek staan hun automobielen. Een Griek is nu eenmaal slimmer dan een Hollander, en een Arabier slimmer dan een Griek en als de Javanen zich wil» len laten afzetten door de Arabische toko's, is dat hun zaak en een auto wordt er wel aan verdiend... Kerstdag in de Hadramaut... De zon zinkt vèrweg, achter Aden in zee, maar het werk gaat door. Al wel duizend keer zijn de smalle prauwen heen en weer gevaren. De melasse is gelost. Dan de auto's. Twej prauwen tegen el» kaar aan gesjord zijn net voldoende om een wagen te dragen en aan land te varen Uren duurt het gezwoeg, het gedaver, het lawaai Dan valt er opnieuw stilte over het schip. De passagiers zijn weg, de lading is weg. Aan wal worden de Studebakers en de Packards door kamelen wegge» sleept want er zijn wel rijke Arabie» ren in Makallah, maar er is geen ben» zine Kismet, noodlot Kerstavond in Makallah... Donkerte valt over de aarde, tegen de hellingen, die van rood, bruin en van bruin, zwart geworden zijn.Donkerte kruipt over het water aan, vanuit het Oosten, eer enkel lichtje pinkt nog aan wal, van een walmend olie»pitje, een kaarslantaarn. Kerstnacht onder de tropenhemel Helder staan de sterren, de maan blijft nog wat weg.... Koelte komt er niet, de warme landwind brengt alleen maar stof en een ranzige lucht van kamelen en dierlijk vet Een geel»rode ster verschiet... Morgen zal de „Semarang" haar weg verder zoeken door de nauwe Rode Zee, naar het Noorden ,naar Holland, maar als zij daar aankomt, zal de Kerst» nacht van dit jaar allang vergeten zijn, vergeten door hen die schaatsen reden en de kaarsen in de boom aanstaken Kerstnacht, ver van huiszij, die die nachten beléven, vergeten ze nooit. W. Oliemans. EERSTE KERSTDAG HILVERSUM 1 VARA; 8 Kerstklokken 9 Kerstverhaal 10 VPRO: Kerstpoëzie 10,30 Kerstdienst 12,35 VARA: Mijlpalen op de weg naar de vrede; 14,45 Operette pro gramma; 15,55 Op bezoek bij zieken; 17,30 Kinderkoor; 19,30 VPRO: Kerstdienst voor kinderen 21,25 VARA: Operette „De Be- delstudent; 23,15 Langs de steden der wereld HILVERSUM II NCRV; 7 Kerstzang- dienst; f,30 KRO* Hoogmis; 10 IKOR; Kerkdienst; 11,30 NCRV: Kerstklanken; 12,15 Concert door NCRV Klein orkest; 13,45 Kerstmis in de muziek; 14,45 Kerst- programma voor de jeugd; 16,30 Matro- zenkoor; 17 Kerkdienst; 18,30 Kerstliede- renprogramma; 20,30 Kerstdeclamatorium; 21,20 Kinderzang uit verschillende landen; 22,30 Harmonie-orkest; 22,45 Avondover denking; 23 Werken van Betehoven TWEEDE KERSTDAG HILVERSUM I AVRO; 8,15 Kerstklok ken; 9,15 Morgenwijding; 9,30 Declamatie; 10 VPRO: De brandende fakkel; 12 AVRO: Weihnachtsoratorium; 12,40 Clavecimbel- spel; 14,30 Muziek mozaïek; 16,15 Hoorspel 19,20 Gramofoonplaten (verzoekprogram ma) 21,30 Kerstpralines HILVERSUM n NCRV; 8,15 Jongens sopraan; 8,30 Studiodienst; 10— KRO- Hoogmis; 13,45 Kerstlegende; 14 NCRV: Kerstsextet; 14,30 Kleuteruitzending; 15,45 Kerstfeestviering in milit hospitaal te Nijmegen; 17 Het Kerstlied klinkt; 20,05 Fragmenten uit „The Messiah" van Höndel; 21,30 „Kerstnacht" declamatie; 23,15 Avondconcert Kruiswoordpuzzie voor iedereen Horizontaal: Verticaal: 1. Medeklinker; 2. Recreatie en alg. 1. Mooiste Kerstboomversiering; 2. Ontwikkeling; 4. vaartuig; 5. Aanschrij» Wiel; 3. In orde!; 5. Lichtbron; 6. Win» ven; 7. Vul in: G C I; 9. Afbakening; terspeelgoed; 7. Warmte; 8. Ik (Duits); 11. Vuurmaker; 13. Nee (Eng.); 14. 9. Vul in: HFT; 10. Gedeelte van Lidwoord; 15. Ouderwetse slee; 17. He» Kerstslinger; 12. Europeaan; 16. Als mellichaam; 21. Beroemde Kerk in U» 15 horizontaal; 17. Kerstboom; 18. Berg trecht; 22. Meisjesnaam; 23. Litermaat; van steen; 19. Drank; 20. Ontkenning; 24. Meubelstuk; 25. Schrijfgereedschap; 22. Pers. Voornaamwoord; 23 Ouder» 26. Bekende Dierentuin; 27. Kerstlek» wetse meisjesnaam; 25. Vader, kernij. Gedurende de thuisreis van het repatriëringsschip ms „Indrapoera" deed zich onder de passagiers dd 6 December een geval voor van nek kramp. Gedurende het verdere ver loop van de reis volgden onder de passagiers nog negen ziektegevallen, waarvan in zeven gevallen met ze kerheid dezelfde diagnose kon wor den gesteld. Van déze tien patiënten overle den er zes (vier van de zekere en de twee genoemde onzekere gevallen). Een patiënt werd in een ziekenhuis in Gibraltar opgenomen en is vol gens telegrafisch bericht herstel lend. Drie patiënten werden bij aan komst te Rotterdam in een zieken huis aldaar opgenomen. WEDSTRIJDPROGRAMMA KNVB Naar wij vernemen zullen tijdens de Kerstdagen geen wedstrijden van de KNVB worden gespeeld. Het programma voor Zondag 29 December blijft in principe gehand haafd lste Kerstdag: Kippensoep. Kip, aardappelen, appelmoes. Chocoladepudding met room. Ze Kerstdag: Kop bouillon. Saucijsjes, aardappelen, witlof. Rumpudding met biscuit. Een Rijksduitser, die tijdens de oorlog een verhouding had met een Nederlandse, kwam enkele dagen geleden clandestien over de Neden- iandse grens. Zaterdagavond heeft hij zijn 2Y, jarig zoontje, uit een woning in de Nicolaas Beetsstraat te Amsterdam, tijdens de afwezighela van de moeder, ontvoerd. De laatste gegevens cie do politie bekend zijn, houden in dat vader en zoon bij Kaldenkirchen opnieuw de grens in Oostelijke richting zijn ge passeerd. Ruut hield zUn adem ln. Nu werd hi) voor de tweede keer wakker van dat vreemde geluid. Het klonk alsof er iemand aan de benedendeur rammelde Maanlicht viel door de bevroren ruiten en liet iets zien van de vijf witte ledi kanten waarin de anderen sliepen. Die anderen waren Heitje, Bart, Knob bel, Saffie eii Puk Hoe ze in werkelijk heid heetten wist Ruut niet eens. In het gesticht werden ze door iederéén zo ge noemd. Daar heb Je het weer. Ruut stak een arm uit en stootte Saffie aan, „Hoor je dat óók?" Nors draalde Saffie zich af. .Ze zullen Je niet opbikke.en sliep verder. De Jongens waren laat naar bed gegaan Ze hadden samen geploeterd om het ge sticht zo gezellig mogelijk te maken voor de Kerstdagen. Deze avond waren ze het er allen over eens geweest, dat het ln een opvoedings gesticht soms nog beter was dan thuis. Allen, behalve Ruut, de nieuweling Hij had nog geen vrienden gemaakt De jon gens waren anders dan hij. Als ze even de kans kregen, gooiden ze ruiten kapot, en haalden andere flauwlgheden uit, waar mee Je alleen maar jezelf had Ruut kon het niet helpen, maar hij vond ze zo stóm. Het was geen peuleschllletje waarvoor hij was opgepakt Hij had op de Nieu- wendijk in Amsterdam zwarte textielpun ten en boterbonnen verkocht. Eerst met tegenzin, omdat hij graag naar de Am bachtsschool had gewild om voor mecha- nlciën te leren Maar hij moest van ome Jo, bij wien hen sinds moeders dood ln huis was. Later had hij tóch de smaak te pakken gekregen. En als een échte zwarte handelaar wist hij alle prijzen uit het hoofd. Verstopte bonkaarten ln de voering van rijn jas, ln een „dubbele sok" en zorgde zo, nooit door de mand te zakken. Als een agent iets vroeg, stond hij ln de lij voor een bioscoopkaartje, Is-te goed of niet? Schéppen geld verdiende hij.... en al kreeg hij van ome Jo alleen twee kwar ties zakgeld, hij zorgde tóch wel, dat-ie „binnen" kwam. Voor zijn opgespaarde geld had hij mooie dingen gekocht. Een fiets en een hond. Vooral van de hond had hij veel ple zier gehad, al was er elke dag ruzie om met ome Jo. Maar daar had je dat gebonk alweer. Zou niemand het horen? Het konden In brekers zijn. Of een overstroming, door dat de waterleiding gesprongen was. Dat gebeurde meer bij strenge vorst Ruut gleed uit bed. Liet zich langa da leuning de trap afzakken. Stond dan la de achterhal. Was dèt mogelijk? Daar blafte let» Daar krabde iets aan de deur. Een hond. Ruut's hart bonsde een roffel van schrHt en blijdschap. Hoe kón dat? Daar stond Banjo.... zijn Banjo Maar gunst, de deur was op slot, Rn hoe moest dat nou allemaal? «s In de kamer van den directeur set Ruut ln zijn gestichtshemd. En op blote voeten. „Het ls m Ij n hond, meneer. Maar, tk weet niet, hoe hij hier komt Echt niet." De directeur, die tot diep ln de nacht had zitten schrijven, legde zijn vulpen neer „Zo. Jongen. Dat lijkt me andere verdacht toevallig. Ik geloof best, dat er speurhonden bestaand, maar honden, dia hun baas in het gesticht opzoeken., nee. Heb je geen vriendje, die daar voor ge zorgd heeft?" Ruut zweeg koppig. „Nee", schudde hl) „Nou", zei de directeur, „ln elk gevel mag die hond vannacht in de schuur slapen Breng hem maar ln de gereed» schapslods. En dan als de drommel ln bed. Mars! Hier ls de sleutel." Het werd het mooiste Kerstfeest, dat Ruut ooit beleefd had. Want het bleek, dat de conciërge juist een goede hond kon gebruiken. Er waren ratten op het terrein en bo vendien zou Banjo een goede waakhond zijn. Rutgers werd al wat doof.... Met een stralend gezicht maakte Ruut op Kerstmorgen een terrein-wandeling met Banjo, Een taal zonder woorden, dia heel goed begrepen werd. „Nou zien we elkaar elke dag", juichte Ruur. „Nou heb ik hier tóch een vriend." Eerst veel later hoorde Ruut waaraan hij Banjo's komst te danken had. Een kennis van de zwarte markt had aloh over het beest ontfermd en het, toen hij er genoeg van kreeg in „Heideveld" ge bracht. Het zou dan wel een onderkomen vinden, dacht hij. En het vónd een onderkomen. Bij het baasje zelf. Dat nu helemaal niet meer tegen het Jaar ln het gesticht opzag! Het was een préchtlg Kerst geschenk, waarvoor Ruut de hele wereld wel zou willen bedanken. Ome Jo en den directeur Incluis! STEN, 7) In de schemering van die Novem» ber«avond verdronken vele mannen van de „Zaandam". Niemand zal ooit kunnen navertellen de wanhoop die er was in de harten van al die jonge men» sen, waarvan er geen ooit meer New York bereikte, doch die omkwamen in het lauwe water van de South Atlan» tic. Niemand zal hun laatste gedachten weten, niemand hun laatste woord, waarmee ze de gevloekte oorlog ver» wensten die een einde aan hun kort be» staan maakte. Niemand de haat tegen het redeloze noodlot dat hen deed on dergaan op 600 mijl afstand van de wa! van Zuid Amerika. Niemand zal ooit weten de angst van die mat. en die moesten sterven op een eenzame zee, waarover in de verte het geluid klonk van het hulpgeroep der andere matro» zen, die evenals zij vochten tegen olie en uitputting. En niemand zal ooit we» ten de tragedie van hen die hun dood vonden door de haaien, waarvan het wemelde op de plaats, waar het goede schip „Zaandam" tenonder was ge» gaan. Een der officieren, J. de Lange, kon een vlot bereiken, tegelijk met een paar andere mannen. Ze zagen kans naar een omgeslagen boot te peddelen •ïie ernstig beschadigd was en waarvan 'e drinkwatertank opengescheurd '■•leek. Er zaten geen mensen meer in die boot. Het had geen zin zich af te ragen waar die gebleven waren. De mge en de mannen die met hem waren, zagen kans een aantal drenke» lingen op te pikken die wanhopig ronddreven en zo lang gingen zij er» mee door dat er 34 man gered werden. Intussen zagen ze kans de sloep een beetje te herstellen en bevaarbaar te maken. De sloep die niet al te beschadigd van de „Zaandam was vrijgekomen, was gevuld met 72 mannen, hoewel zij een capaciteit had van 62 man. Ze lag met het boord gelijk met het water. De leiding in dit vaartuig had de 2e offi» cier K. Karssen. Deze sloep werd ge» praaid door de duikboot, die Karssen met machinegeweren en handgranaten dreigde als hij geen inlichtingen wilde verschaffen. Karssen verschafte inlich» tingen maar ze hadden slechts weinig met de waarheid te maken. Daarna verdween de duikboot. Deze sloep nam de andere, die van De Lange, op sleeptouw. De derde sloep kon niet worden bereikt Er werd een zeil gehesen en zo zet» ten deze mannen koers naar Brazilië. Er was wat water en voedsel aan boord en dank zij het karige rantsoen zagen ze kans het 5 dagen uit te hou» den. Die vijfde dag verscheen een Yankee tanker die de mannen over» nam en in Trinidad aan wal zette. Twee mannen overleden op die tocht door ontbering. En dan was daar die derde sloep. Dat was de sloep onder leiding van den 2en officier W. Broekhof, die nadat hij overboord gesprongen was met een paar andere mannen terstond getracht had de zwaar beschadigde boot recht te trekken en daarin slaagde. Ze von» den hierin de lijken van den hoofd» machinist en 3 Javaanse bedienden. Broekhof en zijn mannen begonnen itirect met het oppikken van de dren» kelingen en ze slaagden er in, intussen steeds hozend, er 60 op te pikken, som» migen meer dood dan levend. De vol» gende dag werd de sloep zo goed en zo kwaad als het ging hersteld met stuk» ken zeildoek. Er was geen kompas in die boot. Wel enig voedsel en drink» water. Er kon geen man meer bij, hoe» wel er nog verscheidene ronddreven. Was er nog één drenkeling bijgekomen, dan was de sloep gezonken. Het was een zwaar besluit weg te gaan. De afstand naar de wal werd geschat op 430 mijl en met Oostenwind werd een zeiltje gehesen. Op 3 November ving. west»zuid»west sturend, deze tocht aan. Er werden wachten ingesteld voor het hozen en wachten voor het sturen. De sloep bleef lekken, wat er ook aan gedaan werd. Op 5 November nam de wind in sterkte toe en er kwam veel water over, dat het verblijf in het kleine overladen vaartuig tg* mm 4w lopende marteling maakte. Er werd ex» tra gehoosd maar hoe hard men ook hoosde, het water liep even snel weer binnen. De deining nam steeds toe en de sloep stampte en slingerde. Velen waren doodziek doch dank zij het be» leid van Broekhof werd veel ellende voorkomen. Op de 6e November was het ruw weer en de toestand in het kleine scheepje werd uiterst critiek. Iedereen begreep dat het elk moment zou kunnen omslaan. Maar de voorzie» nigheid wilde blijkbaar dit groepje mensen niet laten ondergaan en het wonder gebeurde dat op de 9de No» vember de monding van de Rio Per» guinas bereikt werd. Er waren toen slechts enkele doden te betreuren. Alvorens de mannen goed en wel ln bewoonbare streken waren gekomen moest er nog heel wat gebeuren dat echter buiten het bestek van dit re» laas valt. Zo er echter één ding bewe» zen werd, dan was dat het aangeboren leiderschap van Broekhof, die als een waarachtig schipper naast God deze tocht tot een goed einde wist te bren» gen. Dit is ln het kort de geschiedenis der drie boten van de „Zaandam". Zij die mochten slagen een plaats er in te krijgen hadden geluk. Er waren er evenwel die dit geluk niet hadden en eenzaam op zee ach» terbleven. Voor hen was er geen wal. geen schip en geen uitkomst. Bijna al» len kwamen om in het water van de South Atlantic. Dat heet dan in oorlogsterminologie dat zij hun tol betaald hebben aan de zaak der Vrijheid. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1946 | | pagina 8