EEN PRINS j leefde voor zijn Volk D EEN VREUGDEGOLF ging door het Land N r K. eerland juicht! Toen TRIX geboren werd door Maurits Uyldert Leven en strijd van den Vader des Vaderlands Bij de geboorte van een Oranje-telg gaan onze ge dachte onwillekeurig terug naar den eersten Oranje vorst, die zijn levenslot aan dat der lage landen ver bonden heeftaan wiens toegewijde zorg en bedacht zaam beleid wij ons vrij volksbestaan voor een niet gering deel danken. Hij is voor ons volk, in onze grootste benardheid, tot hulp en heil geweest, hij, Willem, graaf van Nassau, Prins van Oranje. e Stamboom der Oranjes De verwantschap van ona Koningshuis met de Romanows ORANJE NASSAU De naam: „Oranje-Nassau Ooe sober, hoe eenvoudig werd de ge» boorte van deze later zo grote poli» tieke figuur wereldkundig gemaakt! Wij laten hier die aankondiging in de irspronkelijke taal en mét de fouten, zoals zij aan ons overgeleverd is, vol» gen: "Anno Cr. '33 üff Doenstag den XXni tag Aprillis hat die wol» geb. Juliana von Stolberg zwi» schen zweyen und dreyen, doch Aldus laat de dichter van het „Wilhelmus" den prins spre» ken. Wij weten reeds van de schoolbanken, hoe hard deze strijd is geweest, hoe zwaar de tegenslagen waren en hoe traag de triomfen elkaar hebben gevolgd. Waarlijk, men moest wei sterk van geloof en overtuiging zijn om ondanks alles deze strijd levenslang vol te houden. Maar de prins bezat de op» wel SCdCII £WCVCU UIIU VJl t V til, UUVU --- uv 1' LUI., lll'-01 ut 11 gave van het geduld, de geestkracht, allernechts dryen uhren morges het ge|u,d geboren H„ r mittag in Schosz Dillenburg S{0nd tegenover zijn koning, maar niet iii-!_ lij-i- J- li- majesteit van God. de majesteit gesteld heeft vor aiunu Lc^cnuvcr zijn Kuning, maar mei ein kyndlein menliches Ge» als verrader. Hij bestreed zijn koning j slechts, der nam soll Wilhelm a's een man die boven de menselijke heiszen, zur Welt geboren. Voor Godt wil ick belijden End zijner grooter Macht, Dat ick tot gheenen tijden Den Coninck heb veracht: Dan dat ick Godt den Heere Der Hoochster Majesteyt, Heb moeten obediëren, In der gherechticheyt. Dit bericht over de geboorte van een staatsman en vorst aan wien de Nederlander nog altijd onschatbare dank verschuldigd is voor hetgeen hij ter bevrijding van zijn geboortegrond heeft verricht, steekt in zijn eenvoud wel scherp af bij de vorm van publi» J--:l__ De verbindipg met de andere gewes» ten. Hoewel de prins voor de bevr. der Nederlanders inderdaad Jij en goet" veil heeft gehad, heeft hij ook van hen veel miskenning en zelfs tegenkanting ondervonden. Oranje was in geloofszaken een ruim, een gema» tigd, een verdraagzaam man en ver» draagzaamheid jegens andersdenken» den was, in het Holland dier dagen, zeldzaam en werd weinig gewaardeerd. Vandaar veel wanbegrip, verguizing en wantrouwen. Prins Willem heeft de verwezenlij king van het grote doel, dat hij zich gesteld had, niet beleefd: het stichten van één grote Nederlandse staat, waarin de zuidelijke en de noordelijke, gewesten broederlijk waren vereend De sectarische, particularistische nei» gingen van de Nederlanders hebben een spoedige bekroning van zijn werk belemmerd. Maar zijn staatkundig streven is er niet minder groot om en hij heeft tenminste weten te bereiken, dat de gewetensvrijheid in ons staats» recht bezegeld werd. Dit opzichzelf mag, in een tijd van zo hevige geloofs» verdeeldheid, een grote daad worden genoemd. \J^illem van Oranje is niet slechts als staatsman maar ook als mens een figuur van groot f< rmaat geweest. Hij bezat, zo schrijft dr. L. Knappert, aan wiens werk over Willem I wij een en ander voor dit artikel hebben ont» leend, „een grote barmhartigheid en meedoogendheid. Deze bewogen hem toen nog te Brussel in zijn Hof, een schavuit die hem bestolen had. van de strop redde. Deze bezielden hem. toen hij. gedurende het beleg van Lei» den te Rotterdam ziek liggende, zijne dienaren wegzond, uit vrees dat hij hen besmetten zou Waardoor anders was het. dat hij, bij zijn blijden intocht binnen Utrecht, 18 Aug. 1577, toen de kleine Lijsbetje van Leeuwen, een ne» genjarig meisje, uit een raam op straat doodgevallen was, vlak vóór de 1. 1. -A. J Jaureguv aan Marnix schrijven liet dat de medeplichtigen niet moesten gepij» nigd worden, maar, als zij 't verdiend hadden, een korten dood sterven. Ik ge» denk daarnaast zijn jovialiteit en opge» wekten aard die hem zelfs op aangrij» pend drukke en zorgelijke dagen ver» poozing deed vinden in onderhoudend tafelgesprek, zodat geen bijnaam slech» ter bij hem past dan die van den Zwij» ger. In 't kort van welke zijde gij den prins nadert in de laatste jaren zijns levens, gij vindt een van die uitverko» renen, die, wijs en scherpzinnig in hun denken, meteen vertrouwen op God en hun goed recht waardoor zij naar Jesaja's woord de kracht vernieuwen en opvaren als met adelaarsvleugelen en gij ondergaat de diepe indruk van het grootsch»verhevene door het zuiver menschelijke aantrekkelijk en bemin» nelijk gemaakt." Ondanks zijn hoge geesteshouding heeft de prins tot in zijn laatste levens» jaren aan vijandige laster bloot ge» staan. Maar Oranje's karakter toont zich ook daartegenover groot en ver» heven. Tegen lasterlijke aantijgingen is hij zelden ingegaan. Roem, eerbe» toon, warme, huldigende genegenheid zijn den prins echter ook ruimschoots ten deel gevallen. Aan gelukkige dagen heeft het hem in zijn wisselvallig leven niet ontbroken. Zijn tocht door Hol» lands Noorderkwartier in de zomer van 1577 is, om een enkel voorbeeld te noemen, een ware triomftocht ge» weest. Aan dit rijke leven is helaas al te vroeg, door moordenaarshand, een einde gekomen. Men weet dat prins Willem op Dinsdag 10 Juli 1584 in het Prinsenhof te Delft verraderlijk neer» geschoten werd en dat zijn laatste woorden naar zijn, ons volk uitgegaan De verwantschap onzer Koningin met het Huis Romanow»Holsrein Gottorp is, naar het Officieel Ge* denkboek 1938 meldt, ontstaan door het huwelijk van Haar grootvader met Grootvorstin Anna Paulowna, zuster van Tsaar Nicolaas I, zodat Willem III en keizer Alexander II neven waren. Koningin Wilhelmina was de ach» temicht van den in 1918 met zijn ge» zin door de bolsjewiki vermoorden Keizer Nicolaas II en van diens broeder Grootvorst Wladimir. die in 1894 gehuwd was met Maria Paulow» na, Hertogin van Mecklenburg en halfzuster van Prins Hendrik. Hun zoon. Grootvorst Kvrill van Rusland, noemde zich in 1922 Kei» zer aller Russen. Zijn dochter. Prin» ses Kvra, was bruidsmeisje bij het huwelijk van Prinses Juliana. De fa» miliebetrekking van Tsaar Nicolaas en onze Koningin is een der oorza» ken geweest, waarom de eerste vre» desconferentie in den Haag werd ge» houden. De zoon van den zo ongelukkig omgekomen uit, welke eertijds door het huwelijk van Claude en Hendrik III de namen Oranje en Nassau met elkaar verbonden. H. M. de Koningin stamt rechtstreeks af van Jan den Ouden, den oudsten broeder van den Zwijger niet minder bekend dan Prins Willem zelf en zijn UlUEMOeZ' 'GEB PW.UIUEM WILLEM OERUKf JAMDE OliOE e.cnvMK* I UFREQEBIK H CSSIMIRD wel scherp af bij de vorm van publi» Y^en denken, dat H. M. achterkleinzoon van wpIL'p in on7p Hopen öehruike- de Koningin rechtstreeks Prins Willem van Oran* Jan Willem Friso Wk geworden is 2 gebruike- wm<fm den Zwijger de famihetak Willem IV - werd erf» Staatsman en vorst, zeiden wij, en stamt, wat niet juist is, wij laten met reden de kenschetsing omdat de directe a*s*?!T!' staatsman aan de titel van vorst voor* relingen van Prins Wil* afgaan. Want hoe vorstelijk prins Wil-- lem me* x17.,, lem zich ook gedurende heel zijn veel? stadhouder Willem 11 bewogen leven gedragen heeft; hoe Kind van Staat vorstelijk ook zijn houding geweest die onfj5* leidin£ mag zijn; voor onze burgerij is hij in Jan de Wit onmondig de eerste plaats staatsman geweest en gehouden, maar in een staatsman met zeldzame gaven en £et rampjaar 16/2 stad' v.n oiiiirp houder werd toen het Het is waar dat hij, nadat hij op zijn volk in ziin 8r°ten n00,d d^fneSriee ^Lo elfde jaar het rijke Prinsdom Oranje weer naar een Oranje als die bq Heihgerlee en La van zijn neef René had geëerfd, en toen hoofd van de staat ver» dewijh en Hendrik, die hij als trouw trawant van Keizer Ka» Ongele, zijn uitgestorven ,n dc sUg op de Moo» rel V aan het hof te Brussel, waar hij Met dezen Willem III, kerheide sneuvelden, groot was gebracht, verbleef, zich ont popt heeft als een zwierig en in vele opzichten lichtzinnig hoveling; maar al leidde hij een leven van feesten in pracht en praal en al verkwistte hij schatten, zodat hij, ondanks zijn enor» me revenuen, vaak onder schulden ge» bukt ging, die lichtzinnigheid van den nauwelijks twintigjarigen jongeling moet meer schijn dan wezen zijn ge» weest. Want hoe is het anders te ver» klaren, dat Keizer Karei, die toen waarlijk niet meer de leeftijd noch de gezindheid had om door lichtzinnig» heid te worden bekoord, juist op de» zen vorstelijken knaap al zijn vertrou» wen heeft gesteld? Karei moet onder de schijn van pracht» en praal»lievend» heid het wezen van de beleidvolle staatsmanskunst»in»aanleg hebben ont» dekt. Zoals ook zijn zoon, de latere Filips II, dit wezen heeft onderkend, heeft gehaat en gevreesd. De prins mag dan, als rijk en beminnelijk jonk» man, in de geest van zijn tijd licht» zinnig zijn geweest, het is zeker dat hij aan de ernst van de tijd niet voorbij ging en, hoe joviaal en spraakzaam ook, te zwijgen wist wanneer de voor» zichtigheid dit gebood. Niet voor niets werd hem, die allerminst in gezelschap zwijgzaam placht te zijn, de bijnaam „de Zwijger" gegeven. Want hij ver» stond die kunst, welke slechts wordt beheerst door hem, die het gevaarlijke van het gesproken woord beseft, en die de wijsheid bezit, waaruit dit besef ge» boren wordt. Over de godsdienstige overtuiging van Willem van Oranje is veel ge» schreven en getwist. Men kan alleen met volstrekte zekerheid zeggen dat hij een man van ruim inzicht is geweest, voor wien gewetensvrijheid een heili» ge zaak geworden was en die daarom Van de bloedige vervolgingen der In» quisitie een hartgrondige afkeer had. „Ik kan de gewoonte der vorsten niet goedkeuren om door hun wil en ge» bod der mensep geloof en godsdienst binnen willekeurige grenzen te beper» ken sprak de een»en»dertigjarige prins in de Raad van State op Oude» jaarsavond 1564, en daarmee gaf hij met slechts blijk van zijn barmhartig» u Van Z'jn voor gewetens» vrijheid en van zijn zedelijke moed, doch ook van het feit, dat hij, hoezeer "'.'J °?k te zwijgen wist als de voorzich» tigheid dit gebood, niet huiverig was te spreken wanneer het noodzakelijk 'HOOI uuvugv.auw» paarden van zijn koets, zich het doode kindje liet brengen, zijn droefheid er» over uitsprak en het daarna het huis der bedroefde ouders binnen droeg Daardoor dat hij na den aanslag van zijn. Met hem viel de ziel van Hollands vrijheidsstrijd, maar zijn nageslacht heeft het werk van den groten voor» zaat voortgezet tot in deze tijd. En het is goed, bij de geboorte van ieder kind uit het Oranje«geslacht, te her» denken wat deze grote man voor ons volk tot stand heeft gebracht, wat wij te danken hebben aan Oranje. SALUUTSCHOTEN. Het is een traditionele gebeurtenis vreugdeschoten te lossen bij de ge» boorte van een vorstenkind en bij de millioenen schoten, welke er in de oor» logsjaren weerklonken hebben, zijn dit in ons land weer de eerste geweest, welke ons niet schrikwekkend in de oren hebben geklonken. Een oud gebruik is ook ditmaal weer in ere gehouden. Maar de mens van deze tijd heeft geen vijftig kanonschoten af te wach» ten om te weten waaraan hij zich te houden heeft. Er zijn nu snellere mid» delen van berichtgeving en nog vóór de helft der schoten weerklonk, wist men in Nederland en ver over onze grenzen in elk huis, dat over een radio beschikt, het grote nieuws. JAM WILLEM FRIS6 I wiiienH i WILLEM X i WILLEM I I WILLEMS I WILLEMS! I Wil HEI MINA ot jonesiE loot AAN M 0VOI S'AM beatris stadhouder van Holland en Zeeland en diens zoon is de Oranjetelg, die ten tijde van Napoleon's schrikbewind naar Enge» land is vertrokken. Het was zijn zoon, die in 1813 te Scheveningen aan land stapte en met groot enthousiasme in zijn va» derland werd binnenge» haald, waar hij het vol» gend jaar Koning van Nederland is geworden Zijn kleinzoon Wil» lem III was de vader van H. M. de Koningin, die met Haar Kind en Kleinkinderen dus direct afstamt van het geslacht Nassau. Veel, zeer veel heeft ons land aan de Oranje's te danken. Zij gaven vrij» willig goed en bloed voor de zaak der Neder» landen. Toen stadhouder Willem III kinderloos overleed, maakte Lodewijk XIV zich onverwijld van het Prinsdom Oranje mees» ter, dat sindsdien tot Frankrijk behoord heeft. Ernst Casimir, een der zonen van Jan de Oude was stadhouder van Friesland en achtereen volgens waren dat in de rechte lijn Willem Frede» rik, Hendrik Casimir II en diens z i»n, de beken» de Jan Willem Friso van wien ieder school kind weet, dat hij bij de Moerdijk is verdronken. Al was het prinsdom Oranje verloren gegaan, de drie laatstgenoemden hadden van Stadhouder Willem III de titel van „Prins van Oranje" ge» erfd. De galante Hertog Maria Theresia van Oostenrijk had 5 zonen en 11 dochters. Toen haar zoon Leopold, groothertog van Toscane en later Duits keizer, in 1768 voor het eerst vader werd, ontving Zij dit be» richt nog diezelfde avond. Buiten zich» zelf van vreugde rende zij in haar nachtgewaad door de eindeloze ver» trekkenreeks naar het Burgtheater, waar zij vanuit de koninklijke loge door de volle zaal schreeuwde: „Leopold heeft een zoon gekregen, juist op mijn verjaardag.... Of hij ook galant is!" - - J- ^Ja zijn uitwijken voor Alva in April 1567, begint dan de openlijke strijd van Oranje tegen de Spaanse dwingelandij, een strijd waarbij hij door al zijn trawanten broederlijk dersteund hij JHHHH on» dersteund wordt. Het was een oorlog van Vorst tegen Vorst, maar door Oranje gestreden aan de zijde der Ne» derlanders en ten behoeve van hen, een strijd voor de vrijheid van het ge» loof, van welke richting dit ook wezen mocht. Een vervolger van andersden» kenden heeft Oranje nooit kunnen zijn. Lijf en goet al te samen Heb ick u niet verschoont. Mijn Broeders hoogh van Naw Hebbent u oock vertoont: Graaf Adolf is ghebleven, In Vrieslandt in den Slach, Zijn Siel int eewich Leven Verwacht den Jongsten dach. Januari 1938. Baarn, Badhotel. De telex ,de gong, de telefooncellen, het journalistenkwartier. Invasie van nieuwsgierigen in het stille Stichtse dorp. Nederland, ja, heel West»Euro» pa en Amerika, in gespannen verwach» ting, wekenlang. Corypheeën uit de in» ternationale dagbladwereld, die al wat belangrijk was in de wereld, het „front» page»news", hadden verslagen. De ner» veuze Jules Sauerwein van de Franse „Matin", die steeds weer het paleis wilde opbellen; de stille Stewart Eme» ny van de „News Chronicle", die juist de veldtocht in Abessinië achter de rug had en zijn „gelukspijp" acht» tien uren van het etmaal in de mond had; hij moet hem kwijt geweest zijn, toen hij, samen met generaal „Jungle» Wyngate" in Siam te pletter viel; Frank Bullock van de „Yorkshire Post", altijd welgemoed en vol vertrouwen op „die merkwaardige statistiek der Oranjes", met de geboortedatum aan het begin of het slot van een maand; Mary Ferguson, die later zo kranig werk deed tijdens „the Blitz" over Londen, en nog verscheidene meer. Blanke sneeuw op de statige coni» feren in het park, op de gazons van de paleistuinen en op de.chako van Jean Christoffel, den stoeren grenadier, bij de tuinhoek, die ons in geduldig wachten veruit de baas was. Het Noorderlicht, dat nooit tevoren zo subliem schitterde aan de hemel boven de pyramide in de verte tegen» over het paleis. Een gelukkig voor» teken, gelijk de Soestdijkse bevolking het uitlegde. De eerste lenteboden, de prille elze» katjes langs de slootrand rondom het paleis, waar het overdag een va et vient was van jonge rpoeaers met haar baby's in de kinderwagens en waar 's avonds laat onze stappen hol klon» ken, als we nog éven ,,'n ommetje maakten" om te zien of misschien een venster in de rechterpaleisvleugel alarmerend verlicht was. Dagen en nachten vol spanning en onrust, maar welk een vredige tijd desondanks ver» geleken bij die, welke wij nu beleven H. M. op haar fiets het brede hek in» of uitrijdend, een stevige mantel aan en een das om de hals gevouwen; de Prinses wandelend in 't park of met de auto naar Spakenburg, waar alleen de flegmatieke Stewart Emeny en één zijner Nederlandse collega's de lucht van hadden gekregen; prins Bernhard, nauwelijks hersteld van het ernstige auto»ongeluk, dat hem bij Diemen overkwam, in zijn sport»auto met een zekeren chauffeur aan het wiel; dr. de Groot, minzaam, hoffelijk, maar ge sloten als een sfinx; Trijntje Boonstra de verpleegster, Snijdewind, dê cerbe» rus der telex»apparaten. Namen en herinneringen, die weer levend worden nu weder ons een Prinsekind werd geboren. In de nacht van 30 op 31 Januari was één journalist wakende gebleven Frank»van»de»statistiek. Zijn stelling had hem volstrekte rust gegeven in de afgelopen weken. Nu werd hij waak» zaam en zette zich bij de deur naar het streng bewaakte telex=apparaat, waar de twee kaarsen en het met een touwtje gekluisterde doosje lucifers wachtten op hun eventueel gebruik. 8 uur, 9 uur, half 10, 10 minuten vóór tien De alarmschei van de telex begon te rinkelen, een enorme slag deed de gong in de hotelhall daverend galmen. Hét ogenblik, waarop enkele tiental» len hier en vele, vele millioenen daar» buiten verlangend hadden uitgezien was gekomen: Op het papier van de telexrol sloe gen de letters het bericht: „te 9.47 uur prinses geboren". Een paar minuten later donderde het eerste der 51 saluutschoten over het winterse land te Baarn en Soest» dijk. Het werk in de huizen, in de fa» brieken, in de kantoren en scholen werd neergelegd. De klokken luidden, vlaggen verschenen aan de gevels. Binnen het kwartier dreunden de per» sen in Fleetstreet en nauwelijks een halfuur na de komst van het bericht lazen honderdduizenden Londenaars het heugelijke nieuws. - Nederland juichte en dankte. Oranje was ons nader gekomen dan 1 ooit Eens zou het nóg dichter bij het ganse volk komen. In een donkere, barre tijd. Maar in de lichtblauwe hemel, die zich op deze dag boven het witte paleis spande, viel dit nog niet te lezen. De Staatscourant van 27 October 1937 (Staatsblad No. 5) bevatte een Koninklijk Besluit van den 26sten t.v., waarbij werd bepaald, dat de naam „Oranje»Nassau" zal worden gedra» gen door alle kinderen van Prinses Juliana, met en benevens de naam, welke zij aan het geslacht van hun vader ontlenen, met dien verstande, dat aan laatstbedoelde naam zal voorafgaan de naam „OranjejNas» sau", zodat genoemde kinderen, on» verminderd de titel van Prins of Prinses der Nederlanden en de hun verder toekomende titels, zullen worden genoemd: „Prins (Prinses) van Oranje<Nassau, Prins (Prinses) van Lippe»Biesterfeld". Dit Koninklijk Besluit was een uit» vloeisel van het KoninWlijk Besluit van 8 Februari 1901, no. 5, waarbij Hare Majesteit de Koningin Haar verlangen uitsprak de naam van het geslacht waaruit Zij was gesproten en waaraan voor Haar en voor het Ne» derlandse volk zo dierbare herinne» ringen zijn verbonden, ook voor Haar nakomelingen behouden te doen blij» ven door de naam Oranje»Nassau te doen dragen door alle Prinsen en Prinsessen der Nederlanden, Harer Majesteits wettige nakomelingen, met en benevens de naam, die Zij aan het geslacht van hunnen vader ont» lenen, met dien verstande, dat aan laatstbedoelde 'naam of namen zal voorafgaan de naam Oranje«Nassau. 't Is feest, 't is feest in Nederland, Een feest als nooit tevoren. De mare klinkt aan alle kant: „Een Prinsenkind geboren"l De jubel zwelt met blij geluid, De kind'ren juichen, springen. Terwijl hoog boven alles uit, De oude torens zingen. De vreugd, die ons beschoren is En aller hart doet branden. Omdat dit Kind geboren is. Trilt voort langs alle stranden. In Oost en West, in Zuid en Noord, Op zeeën en rivieren, Waér onze taal maar wordt gehoord, Ziet men de vlaggen zwieren. 9 Behoed ons Vorstenhuis, o, Heer, Zo zij ons aller bede. Dat Gij het voorspoed geev' en eer En ongestoorde vrede. En breken donk're tijden aan. Of dreigende gevaren, Wfj zullen als één man ons salm Wéér om Oranje scharen Huib Fenijn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1947 | | pagina 5