EEN STADJE 5 hoogspanning waar geen bus kan komen J Argentijnen beloven te veel Uitweg - Nederland heeft een gemeente van 5000 zielen, die niet voor enig vervoermiddel bereikbaar is RJKKI, Of! Vlekken? In de mist verdwaald. Wij luisteren morgen neer Dit mag niet zo blijven! De mijnramp te Heerlen Het land geen dorado voor Nederlandse boeren Men zij voorzichtig met emigratieplannen Feuilleton maanden (Van onzen specialen verslaggever). Als Ik U zou vertellen, dat ergens in Nederland een stadje ligt met vijfduizend Inwoners, dat niet in het wegenstelsel van ons land ls opgeno men, dat zelfs niet, gelijk sommige dorpen in het Noordhollandse of Friese Waterland, aan het uiteinde van een doodlopend macadamstraatje ls ge legen; een stadje, waar geen trein, geen tram en geen bus kan komen; een stadje, dat schier elk jaar een tijdlang onbereikbaar ls voor de buiten wereld, dan zoudt l" mij niet geloven. En toch is het zo. Het stadje heet Urk. Misschien is Urk geen stadje in uw verbeelding, misschien stelt TT zich deze Nederlandse gemeente, die in dezelfde provincie ligt als de hoofd stad des lands, voor als een armzalig visschersdorpje op die eenzame keileemrots midden in de voormalige Zuiderzee, maar dan vergist U zich toch. Zo was TJrk In de vorige eeuw. Sinds een jaar of tien ls dat anders. In 198® toch is de bedijking van het TJrkerland begonnen en sedertdien is Urk hoe langer hoe harder in zielental gaan groeien. Nauwelijks tien jaar zijn er nodig geweest om het aantal inwoners van drie- of vijfduizend te brengen. IS BAT? TJrk zelf heeft zich daar wel 't meest over verbaasd. Het meende ten dode gedoemd te zijn sedert in 1932 zen gevolge van de voltooiing van de ai- sluitdijk de haring wegbleef uli uet IJsselmeer, maar het leerde kort daarop de snoekbaars kennen. De visserij is een bloeiend bedrijf geble ven op Urk. En daar is dan de pol der bijgekomen als een enorm achter land. Doorgewinterde vissers hebben daar weliswaar weinig fiducie in „wat baat het of mijn zoon de akker ploegen zal", zong Mariap, de «dich teres van Urk, die met een visser ge trouwd is maar het jongvolk gaat met de Shell praten over een benzine pomp en zo. Hetgeen zeer vooruit strevend is voor een eiland, dat als zodanig nooit enige autoverkeer heeft gekend. Er is echter nog weinig te doen voor een benzinepomp op Urk, want er loopt geen enkele weg naar toe, waarlangs dit voormalige eiland te bereiken zou zijn. Wel heeft men kunnen lezen, dat er deze winter auto's zijn geweest, maar die reden over een inderhaast provisorisch ver breed fietspad over de dijk. En hoe deden zij dat! Een zwangere vrouw, die wegens een te vrezen com plicatie naar een ziekenhuis moest worden vervoerd, had zo van het ver voer te lijden, dat zij na aankomst te Zwolle overleed. Een ander verhaal, dat ik uit de mond van een Urker optekende, il lustreert de toestand. Er was dan, zo vsrtelde hij, een zoon van het eiland, die enige jaren vóór de oorlog naar het buitenland was vertrokken en pas tegen het einde van het vorig jaar kans zag zijn geboortegrond weer op te zoeken. Hij repte zich om voor de Eerste Kerstdag te midden van de kring van familieleden en oude vrienden te kunnen zijn. De 24ste December, laat in de middag, kwam hij te Kampen aan, nam daar de bus naar het Urkerland, waarvan hij het bestaan slechts uit brieven kende. De wagen zat vol Urkers, be kenden en onbekenden. Te Emmel- oord, midden in de polder, op 13 ki lometer van Urk, moesten allen uit stappen. Dichterbij kon de bus niet komen. De boot, die door een polder vaart vandaar de verbinding met Urk onderhield, voer niet meer we gens ijsgang Er zat niets anders op dan te gaan lopen door de onontgonnen woestenij tussen Emmeloord en Urk Het grootste deel van het gezel schap koos de veiligste weg, langs de oever van het kanaal. Maar de jongeman, die de halve wereld doorgetrokken was, trok met twee andere durvers rechttoe-rechtaan het land In, het vuurtorenlicht als baken in het oog houdende. Na dat zij een uur gelopen hadden, kwam een dikke mist over het land hangen. Alle oriëntering raakten de drie zwervers kwijt. Toen zij acht uur gelopen hadden, zagen zij een licht. Verheugd spoedden zij zich naar het huisje, waar zij ont dektenweer in Emmeloord te Hilversum I, 301. M: 8, 13, 19, 20, 22 Nieuws. 8.15 K.R.O.: Pluk de dag. 9.05 Ochtendconcert. 10.00 N.C.R.V.: Leger des Heilskwartier- tje. 10.15 Morgendienst. 11.00 K.R.O.: „De Zonnebloem". 12 30 Lunchconcert. 1.45 „Van de hak op de tak". 2.40 Voor de vrouw. 3.00 Pianoduo. 4.00 Bijbellezing. 5.30 Spaanse en Zuid-Amerikaanse dansen. 6.00 Orgelspel door Jan v. Weelden. 7.15 André Kostelannetz en zijn orkest. 8.08 Ontspanning na inspanning. 9.30 Met band en plaat voor U paraat. 10.30 Zang. 10.45 Avondoverdenking. Hilversum H, 415 M.; 8, 13, 18, 20, 23 Nieuws. 9.15 A.V.R.O.: Morgen wijding. 9.50 Arbeidsvitaminen. 11.15 Uit de wereldpers. 12.30 In 't spionnetje. 2.00 De vrouw bin nen en buiten haar huis. 3.00 Voor zieken en gezonden. 4.15 De ca mera loopt. 5.30 Pianoduo. 6.15 „The Skymasters". 7.05 Liedjes over Schotland. 8.15 Radio Philh. «fckest. 9.15 „Het woord". 9.45 „Confetti". 10.45 „De bloedtrans fusiedienst van het Rode Kruia", staan. Bij daglicht, op de eerste Kerstdag, wandelden zjj langs de poldervaart naar Urk. Zoiets deed zich voor ruim 4 jaar nadat het Urkerland was drooggeval len. Urk behoort sedertdien tot het vasteland, maar nog steeds kent het geen andere verbinding mét wat daar nog steeds „de vaste wal" heet dan de E.U.S.O.-boten naar Enkhuizen en Kampen en wat beurtschipperij. Er is een weg naar Urk getraceerd, maar nog nooit aangelegd. Materiaal gebrek? Tegenslag? Of een verzuim van de Dienst der Zuiderzeewerken? Ik zal mij van een oordeel onthou den, maar het is duidelijk; dit mag zo niet blijven. Het is absurd. Daarbij heeft Urk, dat nooit ge bombardeerd is en derhalve niet on der het begrip noodgebieden valt, een nijpend tekort aan woningen. Twintig mensen, drie of vier gezinnen, in een kleine visserswoning, is geen zeld zaamheid. De Hagenaars, die in de oorlog 24.000 woningen zijn kwijtge raakt, wonen voor het merendeel vorstelijk vergeleken bij de Urkers. En alles is navenant. Er staat een school voor 600 kinderen, maar er zijn 1000 leerlingen. De kleuterschool wordt gehouden in het bijgebouw van een kerk, waar ook begrafenisdien sten worden gehouden. Een gymnas tiekzaal kent Urk niet. Zo zou ik kun nen doorgaan. Maar waarom nog meer opgesomd? Aan Urk is iets goed te maken. Keer he' gevlekte kledingstuk binnen ste bulten en leg onder de vlek een scho ne, oude doek Deze dient om het vlek- kenmiddel met het vuil op te nemen Ver schuif af en toe de onderliggende doek. zodat steeds een schoon stuk onder de vlek komt te liggen b Gebruik voor het uitmaken van de vlek een lapje van dezelfde «tof of een lapje dat niet pluist e Bevochtig het lapje met de verkeerde kant Maak het lapje nooit te nat en werk van de rand van de vlek naar binnen toe Hierdoor wordt het ontataan van kringen voorkomen d Spoel bijtende vlekkenmlddelen (zu ringzout, citroenzuur, bleekwater) direct uit Benzine, tetra en vlekkenwater ver dampen snel en moeten met een schone doek worden drooggewreven e Strijk de vochtige plek, nadat de stof is uitgeknepen ln een doek, aan de ach terkant droog Het ineens droog strijken kan kringen veroorzaken 5600 teleurgestelde Belgen Bij de Belgische Voetbalbond kwamen 7600 verzoeken binnen om plaatskaarten voor de wed strijd NederlandBelgië op 7 April te Amsterdam. De K. N. V. B. heeft echter slechts 2000 plaatsen voor België gereserveerd, zodat het wel op knobbelen zal uitdraaien. Gisteren vertrok de minister van economische zaken, dr. G. W. M. Huysmans per vliegtuig naar Heerlen in verband met de ramp in de staats mijn Hendrik. r (Van onzen Haagsen redacteur.) Toen in het najaar van 1946 mr. W. J. van Balen, een der beste ken ners van Zuid-Amerika, naar de La tijnse wereld vertrok, hebben wü hem verzocht een onderzoek in te te stellen naar de mogelijkheid voor Nederlandse boeren om zich te ves tigen in dit gebied. Aanleiding tot dit verzoek was het feit, dat een Argentijnse landbouwcommissie hier te lande rondreisde en gul allerlei beloften deed aan asplrant-emlgran- De Theems veroorzaakt overstromingen. Men ziet de straat van een typische Engelse stad met verkeerspaaltjes enz., welke thans volkomen onder water gezet is. ten, waarvoor veel belangstelling bestond. De waarde van die beloften kon hier echter niet gepeild worden. Mr. van Balen echter was ginds in de gelegenheid contact op te nemen met kenners van land en volk, het geen h(j te onzen gerieve heeft ge daan. Hier -«volgen in enige artikelen de vragen, die wU hem stelden, en de antwoorden, die hij ons kortge leden zond. Vraag 1.»De Argentijnse regering belooft prima huizen met land voor die categorie Nederlandse emigranten, die 1000 pesos per maand kunnen verdie nen. Welke categorie is dat en welke eisen worden gesteld? Betreft dit alleen landbouwers en veetelers? Wat zijn prima huizen volgens Argentijnse be Tgrippen? Hoeveel land zullen deze mensen ontvangen? Antwoord: Van beloften, door de Argentijnse regering of een harer of ficiële organen, of een der Argentijnse provinices of hare officiële organen gedaan, is geen sprake. Het betreft hier klaarblijkelijk plannen van enige particulieren, waarschijnlijk gedaan met doeleinden van speculatieve aard, en die stellig zeer nauwkeurig onder zocht zullen moeten worden, teneinde na te kunnen gaan óf er enige werke lijkheid achter zit. Van een categorie Immigranten, welke in landbouw en/of veeteelt 1000 pesos per maand zou kunnen verdienen, is geen sprake; het denkbeeld doet dengene, die ook maar enigermate thuis ls in Argentijnse landbouwtoestanden, glimlachen. In dagbladberichten, uit ons land ontvan gen, wordt gesproken van geschoold personeel voor landbouw, en van pri ma huizen, zeer geriefelijk ingericht .,en o.a. voorzien van warm en koud water". Dergelijke huizen bestaan op het land in Argentinië niet, behalve hoogstens de zeer weelderig ingerichte huizen van sommige groot-grondbezit ters zelf. die kwalijk ter beschikking van Immigranten gesteld zullen wor den. Het gebruikelijke huis voor der gelijke immigranten is een rancho of puesto d.i. knechts-huis of zetboer- huis met leemen vloer en een bron- put oo het erf. hoogstens maar zelden voorzien van een Amerikaansen water molen. Vraag 2. Waar ligt het gebied, dat men voor de Nederlandse emigranten heeft bestemd? Zijn de bedoelde hui zen er reeds of zullen zij alsnog door de regering gebouwd worden? Is het een onontgonnen woestenij of reeds een gecultiveerde streek? Antwoord: Deze vraag is reeds be antwoord sub 1. Het is niet uitgesloten, dat enige Argentijnse grootgrondbezit ters bereid zouden zijn, ervaren Ne- Spreekt U er ook zo vaak over? Of bepaalt U zich tot luisteren en lezen? U weet Immers al wèarover. Over de noodzaak van grotere industrialisatie in deze tijd. Het zou dè uitweg zijn uit de grote nood van nu en straks, die vast staat. Voor wie daarover wil oor delen staat vast, dat ons kleine grond gebied niet noemenswaard zal toenemen, staat verder vast, dat met cijfers kan worden bewezen, dat de grote bevol kingsdichtheid nog belangrijk zal toe nemen, staat tenslotte vast, dat indus trialisatie in onze maatschappij moet betekenen: uitbreiding van bestaande of vestiging van nieuwe individuële ondernemingen. Lang en hardnekkig kunnen wfj strij den over de vraag, welke wijze van industrialisatie de beste is en welk tempo moet worden gekozen. Maar dit verdere industrialisering voor Ne derland het behoud kan betekenen van een zekere welvaart, waaraan wij ge wend en waardoor wij verwend zijn, wordt maar zelden bestreden. Ook op andere gronden vraagt <le Vereniging „Nederlands Fabrikaat" hiervoor reeds sinds 1915 aller aandacht. Opinie-onderzoek leerde, hoevelen vervuM zijn van emigratieplannen. Van vertrouwen in eigen toekomst in eigen land getuigt dit maar weinig. Het getuigt van veelal slechts intuïtief begrip voor de beperkte mogelijkheden hier. Wie weet, hoe moeilijk emigratie op grote schaal zal zijn, zoekt be staansmogelijkheden in eigen land. Een volk kan het zoeken in land bouw, in de internationale han 'al ,en in de Industrie. Het n°8 maar beperkte opnemingsvermogen van landbouw en handel is bekend. Waj blijft dan anders dan de nijverheid? In onze maartschappij-vorm moeten beleggers, banken, exporteurs, onder nemers daar iets ln zién. Zij moeten „industry-gninded" zijn of worden, om dat het zonder hun medewerking niet gagt. Alle plannen moeten elk voor zich worden gewogen. Scholing en om scholing moet, mogelijk zijn. Alles accoord. Maar zonder de instemming van alle werkers, die in deze richting vrijelijk hun beroep moeten kiezen gaat 't ook niet. En willen wij allen in dezen tets doen dan openen wij de ogen "aor een maatschappelijk en persoonlijk verant woorde beroepskeuze. Het bereiken van de uitweg is er van afhankelijk. Dr. J. F. Duyverman, Alg Secr-Penningm Ver ,,Ned Fabrikaat" De tijd van gedwongen rust voor de binnenschippers is nu voorbij. De vaartuigen worden schoongemaakt of gekalefaterd. Ook de roeibootjes krijgen een beurt. AHF P. derlandse boeren in dienst te nemen en voor eigen gebruik een stukje land te hunner beschikking te stellen, maar dat zou in elk geval nauwkeurig door competente mensen onderzocht moeten worden. De krantenberichten, uit ons land ontvangen, spreken o.a. van „een (particulier) bedrijf van 3000 hectaren met 3000 dieren". Dat zou dus zijn in de provincie Buenos Aires, waar geen woestenijen meer te vinden zijn. De beschrijving wijst op weideland, dat op 30 kilometer van Buenos Aires inder daad te vinden is, maar stellig niet kan beantwoorden aan de financiële en woningsvoorwaarden, hierboven ge noemd. Maar er i s geen land „dat men voor Nederlandse emigranten heeft bestemd", noch daar, noch elders in Argentinië, en van reeds door de re gering gebouwde of nog te bouwen huizen is geen sprake. Vraag 3: Wat voor een bodem treft men aan? Toont hij enige overeen komst met de Nederlandse bodem? Is de bewerking, bemesting enz. gelijk aan die in Nederland? Zo neen, i6 er een instituut zoals er in Frankrijk een bestaat dat de nieuwe bewoners vertrouwd maakt met de plaatselijke landbouwmethodes, de landbouw-wet- geving en de taal? Antwoord: Wederom: concreet is er niets toegezegd noch voorbereid noch beschikbaar. Argentinië heeft inder daad nog plaats voor tal van immi granten: landbouwers, veetelers e.a., en de meest verschillende soorten van grond, vanaf onontgonnen gebieden vér van Buenos Aires tot landerijen dicht bij de hoofdstad, die op verschil lende wijzen te kopen, te pachten of te bewerken zijn. Er is grond in de grootste verscheidenheid; de nationale regering en sommige provinciale re geringen hebben nog overheidsland, dat over het algemeen vér ligt; de rest is in particuliere handen. Over het algemeen kan gezegd worden, zowel voor landbouw als voor veeteelt, dat het bedrijf in Argentinië intensief is. Waar men zjjn licht kan opsteken. Het instituut, waarop de vraag zin speelt, ls de Stichting Centrale Land- bouw-Emigratie, Lange Voorhout 72, Den Haag, die inderdaad reeds in Frankrijk en sindt kort ook in Brazilië bezig is, emigratie van Nederlandse landbouwers te leiden resp. voor te bereiden en op welker programma iets dergelijks ook voor Argentinië staat, waar echter nog geen aanvang ge maakt is. Het doel dezer met staats steun werkende niet-commerciële on derneming is, georganiseerde emigratie te ontwerpen, en deze stichting zal gaarne bereid zijn, alle inlichtingen op het gebied van landbouw-emigratie te verschaffen, waarvoor zij practisch geoutilleerd is. Er bestaat op het ogen blik een regeling tussen de NedeV- landse regering en deze stichting, in gevolge welke deviezen voor adspi- rant-landbouwers-emlgranten alleen beschikbaar gesteld worden als bedoel de stichting daartoe adviseert in het geval van elk individu c.q. groep. (Slot volgt). 24 door Tj. Adema Een mannetje in het zwart, dat be zig was op een oliesteen een ouder wets scheermes te slijpen, keek ver rast op. „Ah, die Dirk" riep hij, ,hoe is het man, ben je kapitalist geworre?" „Hoezo?" vroeg Dirk, kwasi onno zel. „Omdat je van deze week voor de tweede keer komt", zei Van der Kop, maar op hetzelfde ogenblik zag hij Hans en veranderde zijn vriendschap pelijke toon in een zakelijk „Goeden middag, mannen". „Ik kom je een nieuwe klant brenge", zei Dirk trots. ..As d'r soms provisie an zit, mot je het maar op mijn gironummer storte. Dan hoor lk het wel van mijn bankier". „Altijd even lollig", glimlachte het mannetje, dat de scherpte van het scheermes voorzichtig op zijn nagel toetste. „Altijd even lollig, dat kleine kereltje, maar affijn, breng jij Klaas de klante maar an. As 't een blijvertje is, scheer ik je twee weken voor niks. Gaat u zitten, meneer". Dat laatste was tegen Hans, die zich gemakkelijk in de scheerstoel zette, terwijl oude Dirk de ledige plaats van den eigenaar innam. „Je zou het van buiten niet zeg gen", zei Hans, „dat 't hier nog zo'n gezellig keldertje is". „Je mot", zei Van der Kop, terwijl hij zijn klant een handdoek ombond, „je mot nooit overdrijve. Ik ken ook wel grote borden uithange: Salon de Coiffure en Wave Perkamente, of weet ik veel, maar ik hou niet van die flauwe kul. Een barbiersstaf. rood en wit, die mot je hebbe en die hangt bj» mijn naast de deur en verder is de reclame allenig maar van binne. Ik scheer m'n klante twee keer. één keer naar ondere en één keer naar boveen dan zit d'r geen haartje meer op der- lui bakkes. Is 't waar of niet, Dirk?" „Je benne een meester in 't vak", zei Dirk. „Ze kenne bij jou nog een lessie neme". „Vroeger", zei van der Kop, terwijl hij een kwast met vettige scheerzeep over de kin van Hans haalde, „vroeger heb ik hier een verpleegster gehad, die most leren scheren en dan kwam ze 's avonds hier. Ze zeggen wellerus, dat verpleegsters t op derlui eigen knie leren, maar dat is flauwe kul. Toen ik jongen was en voor de baas voor 't eerst mocht scheren, kwam ie met een hoge hoed andrage. Die was nog van z'n trouwen en dan zei ie, dat ik 'min most zepe en dat ik al dat haar van die hoed most scheren en ik geloofde 't waarachtig ook. Denk je, zei die, dat ik m'n klanten an die slagersneiginge van jou ten offer laat valle? Want ie kon 't zo fraai zegge, dat was een me- rakel. En die andere jongen, die d'r al drie maanden was, lachte zich een pot- pourrie, want die snapte natuurlijk wel, dat de baas mijn d'r in wou late lope. Is 't mes goed, meneer?" „Bést", zei Hans, terwijl hij met de wijsvinger van zijn rechterhand het schuim van zijn lippen streek. „Vroeger", vertelde van der Kop, „maar nou spreek ik van lang gelede, dan kostte het schere zeve cente. Dan werd je netjes afgekrabt met een bak kie water d'r naast. Voor vijf cente werd d'r geen kwast gebruikt, dan werd je met de hand ingezeept en je kon ook nog voor drie cente terecht, maar dan werd d'r geen water ge bruikt". „Geen water?" vroeg Hans verbaasd. „Nee", zei van der Kop, terwijl' hij zijn grote duim in het linker neusgat van de klant stak om diens hoofd in de goede richting te dirigeren, dan was d'r zo gezeid geen water. Dan spoog de baas je in je bakkes en dan gong ie daar met de kwast overheen". Ouwe Dirk zat te schudden van het lachen op zijn wankele stoeltje. „Je mot 'm niet gelove hoor!" riep hij. „Dat 's allemaal fantasie, dat heb z'n vader me hier vroeger ook allerus verteld". „Ziezo, meneer", zei van der Kop, terwijl hij Hans' gezicht met een hand doek af bette. „Dat 's alweer gebeurd. Uw kin is zo glad. dat je d'r wel op kan schaatserije. Wil u 'n aluintje?" „Dank u", zei Hans, „wat ben lk u schuldig?" „Een dubbeltje", vertelde van der Kop, terwijl hij de handdoek, die blijk baar voor de beter gesitueerde klanten bestemd was, voorzichtig opvouwde en in een muurkastje legde. „Nou", zei Dirk, „dan gane me maar weer. Tot Zaterdag, Klaas, en goeie za ken". „Middag, heren", zei Van der Kop, minzaam, terwijl hij zich weer aan het siijpen van zijn scheermes zette, „en bij gelegenheid alsjeblieft". „Ziezo", zei Dirk, toen ze weer in het zonnetje buiten stonden. „Nou ga ik naar huis en jij gaat naar baas Go- vers en dan laat je de brief maar leze en je vraagt of je morregeochtend ef- fetjes weg mag. En as je d'r geweest ben, hou ik me aangerikkemedeerd voor je bezoek, want ik ben d'r van overtuigd, dat 't wat goeds is en dat zou ik vreselijk prettig voor je vinde". (wordt vervolgd) 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1947 | | pagina 3