5
hoogspanning
Hoe de ambtelijke malle
molen maalt
u«mm
Wij spelen Bridge
Duitslands nieuwe
koers
Van Holland naar Indonesië
Bittere ontgoocheling
xxn.
Wij luisteren morgen
naar
Geplaagd door Rheumatiek
Handdruk van vijf
geslachten
Een communistisch
opleidingskamp
Van Boek ioi Boek
ItsffM.
Feuilleton
maanden
(Indische correspondentie).
BATAVIA, Mei 1947.
De Jeugd van Nederland komt
naar Indonesië. CU alle delen van
ons kleine vaderland trekken hon
derden entbonlaste Jonge mannen
en vrouwen naar die gordel van
smaragd, die xtch slingert om de
evenaar, besteld van hoge Idealen
en bereid om al him krachten te
geven aan de opbouw van 'n nieuwe
samenleving, waarin bruin en blank
gesamenltfk en in volkomen harmo
nie de problemen oplossen, waar
voor men sich In de nabtfe toekomst
gesteld sal sten.
Vele Nederlandse soldaten hebben
dit altijd-xonnige-land leren liefheb
ben, ondanks de vaak zeer moeilijke
Omstandigheden, waaronder zij hun
plicht moeten vervullen. Zij willen
hier blijven, omdat ze diep doordron
gen zijn van het besef, dat er een
grootse taak voor hen is weggelegd
als dadelijk stengun en kanon verwis
seld kunnen worden voor werktuigen
des vredes.
Maar spoedig bemerken «ij, dat er
In Indonesië krachten aan het werk
gijn, die al het mogelijke doen om hun
bet leven onaangenaam te maken, die
hen liever zien gaan dan komen, om
dat zij hen vrezen als de dragers van
nieuwe Idealen, die onder geen beding
tlch zullen laten spannen voor het
Karretje van hun koloniale wensdroom.
In Den Haag begint de misère
Da stille tegenwerking obstructie
b mlschien een Juister woord be
gint reeds in Nederland. O zeker, ten
departemente (Overzeese Gebiedsde
len) is men uitermate voorkomend en
beleefd. Alleen.... er is geen mens,
die in staat is iemand volledige in te
lichten over alles wat men nu eenmaal
behoort te weten als men staat voor
bet nemen van een zo vérstrekkend
besluit als het gaan naar Indonesië.
Mijnheer Jansen licht IJ in over het
salaris, mijnheer Pieterse over de
functie, die U gaat vervullen (heel
vaak gooit men zelfs hier met de pet
naar), maar als U om inlichtingen
vraagt over voeding, woonruimte, ge
zinshereniging, uitrustingskosten en
wat dies meer zij, dan is er eigenlijk
niemand, die U aan de hand van een
of ander voor iedereen geldend regle
ment het Juiste kan (of wil) vertellen.
Zo komt het, dat velen de moed
In onze vorige rubriek gaven wij het
volgende spel:
De kaartverdeling was als volgt:
S. 4-2
H. 10-6-5-4-2
R. aas-4
KI. h-9-8-3
S. h-10-8-5 S. b-9-7-6
H. a-9 H. h-8-7
B. v-8-7-2 H. b-9-6-5-3
KL -v-b-4 KI. 5
S. a-v-3
H. v-b-3
R. h-10
KI. a-10-7-8-2
Het bieden tussen Z. en N. ging 1 kl.
1 harten 2 harten 3 klaver
3 sans. West kwam uit met sch. 5, N.
de 2, Oost de boer en Zuid de vrouw.
Uit het opkomen van West met de 5,
moogt gij, omdat gij zelf in de hand en
in de blinde 4-3-2 van schoppen hebt,
afleiden dat West met de laagste van
een vierkaart is uitgekomen. Gij kunt
dus in schoppen niet meer dan twee
slagen verliezen en daarom twee har
ten slagen cadeau geven, waardoor het
contract veilig is.
Daarom in de twee-slag harten
vrouw. Oost komt aan slag met de
heer en speelt schoppen 6 terug. Zuid
duikt. West neemt en forceert bij Zuid
de sch. aas, door sch. terug te spelen.
Nu harten boer uit de hand. West
neemt met het aas en maakt nog sch.
10, waarop in N. en Z. een klaver. Dan
speelt West ruiten 2. Noord het aas en
daarna nog harten 10, 6 en 5 en dan
twee klaverslagen en 1 ruiten-slag.
In de finale van het meesterkam-
pioenschap van New York, waaraan 44
viertallen deelnamen, kwam, (toen
reeds 42 waren afgevallen), in de strijd
tussen de twee laatst aangebleven vier
tallen bijna aan het slot, toen, laten wij
zeggen partij A. 1020 scorepunten voor
stond, het spel voor dat de beslissing
bracht.
De kaartverdeling was:
Noord: Sch. b-10-5-4, H. h-9, R. 10-8-7-
3-2, Kl. b-5.
Oost: Sch. h-8-3, H. aas-10, R. h-v-b-9
-5, Kl. 9-8-2.
Zuid: Sch. H. v-b-8-7-5-4,3, R
KJ. a-h-10-6-4
West: Sch. a-v-9-7-6-2, H. 6-2. R. a-6-
4. Kl. v-3.
Partij B. speelde aan de ene tafel met
de NZ. kaarten 6 harten gedoubleerd,
die precies gemaakt werden, en aan de
andere tafel met de O-W-kaarten 5 sch.
gedoubleerd, die ook precies gemaakt
werden. Partij B won op dit spel luim
2500 punten en zette de achterstand
van 1020 punten dus om in een voor
sprong van pl.m. 1500 punten. Misschien
komen wij nog wel eens op dit spel te
rug
Er komen dus onder de meesterspe-
lers ook wel eens verrassende resulta
ten voor.
Volgende maal een ander spel ter
overdenking.
reeds opgeven, voordat ze de ambte
lijke mallemolen tot het bittere ein
de hebben gepasseerd. Zij zien het
land, dat hun werkkracht zo goed
zou kunnen gebruiken en dat hun
Idealisme zo. hard nodig heeft, nooit.
De meesten hunner zijn gestrand op
de onbekwaamheid van enkele men
sen. die niet voor hun verantwoor
delijke taak berekend zijn of op de
georganiseerde onwil van oud-Indisch-
gasten, die het niet eens zijn met
de politiek der huidige regering en
die menen, dat zij hun zaak het bes
te dienen door reeds bij voorbaat
de dragers van nieuwe idealen te we
ren uit „ons Indië". De doorzetters
echter zullen hun lijdensbeker tot op
de bodem moeten ledigen. Hun
wacht iets als zij eenmaal in de ar
chipel zijn aangekomen, dat alle be
schrijving tart en dat zo ongelofelijk
is, dat de baroe zo noemt men hier
de nieuweling en heel vaak zit er
iets minachtends in al heel spoedig
tot het besef komt op welk een gran-
diose wijze men hem te pakken heeft.
Het blijkt hem, dat het weinige
houvast dat hij aan zijn contract
dacht te hebben, volkomen denkbeel
dig is. In zeer vele gevallen krijgt hij
hier een lagere functie dan waarop
hij ia uitgekomen en zijn salaris daalt
in dezelfde verhouding. Van de tal
loze mondelinge toezeggingen komt
helemaal nooit iets terecht. Hij komt
hier zonder een cent aan en het eerste
wat "ie dus doet Is vragen om zijn
uitrustingskosten van f 1000. Maar.,
waarde lezer, het wordt hem al gauw
aan zijn verstand gebracht, dat het
gouvernement niet van plan is hem
ook maar een sou uitrustingskosten
te betalen. Het is dat helemaal niet
verplicht, want in het bij het con
tract behorende reglement zijnde
twee gestencilde papiertjes staat
„dat hem een tegemoetkoming in de
uitrustingskosten kan worden ver
leend, bedragende ten hoogste f 1000"
en ondanks het feit, dat vele baroes
de mondelinge verzekering hebben
gehad, dat dit kan „natuurlijk bete
kent, dat men ais men eenmaal de
plaats van bestemming heeft bereikt,
dat geld krijgt, want per slot van re
kening houdt het gouvernement zich
niet op met chicanes", is men op het
departement van Financiën in Bata
via blijkbaar een andere mening toe
gedaan en vindt men het beter dit
kan te vertalen met: wij doen het
niet Dit is des te ernstiger, omdat
alles hier schreeuwend duur is en
een prijsbeheersing hier tot de vrome
wensen behoort.
Een bed krijg je niet onder de f 200;
een zitje bestaande uit vier stoel
tjes en een klein tafeltje kost al
niet minder en als Je iets hoger
eisen zou stellen en een koelkast
zou willen hebben geen overbo
dige luxe in dit klimaat dan kun
je die alleen 2e hands kopen en
dan betaal je ongeveer f 3000.
Er is mij slechts één geval bekend
van mensen, die wel de uitrustings
kosten ontvangen hebben. Een groep
je onderwijzers, die in Holland om
dit geld gevraagd hebben omdat ze
er koffers en andere uitrustingsstuk
ken voor wilden kopen en die, toen
men hen ook wilde afschepen met
het verhaal, dat ze het in Indonesië
uitbetaald zouden krijgen, eenparig
hun sollicitatie introkken. Enige da
gen later werden zij telegrafisch uit
genodigd het geld in ontvangst te ko
men nemen. Blijkbaar bestaat er toch
wel een voorschrift dat daartoe
machtigt als de een of andere me
neer vreest, dat er schandaal gemaakt
zal worden.
Hilversum I, 301 M. geeft nieuws
om 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur. A.V.R.O.:
8.15 Ochtendrhythme. 9.15 Morgen
wijding. 9.45 Arbeidsvitaminen. 10.35
Spaarnse volksmuziek. 11.00 Vergeet
U het niet? 12.30 In het spionnetje.
1.45 Gramofoonmuzlek. 2.20 Kamer
muziek van Beethoven. 3.00 Voor zie
ken en gezonden. 4.00 U kunt het
geloven of niet. 5.00 A.V.R.O.-kalei-
doscoop. 5.20 Welk dier deze week?
6.16 Sportpraatje. 7.16 Radio-volKs-
muziekschool. 8.05 Met de microfoon
bfl8.15 Radio Philharmonisch or
kest. 9.15 Zo ziet de oorlog er uit.
10.00 Die winter is vergangen. 11.15
Operette-concert.
Hilversum n, 415 M. geeft nieuws
om 7, 8, 1, 7, 8 en 10.30 uur. K.R.O.:
7.45 Ochtendgloren. 8.15 Pluk de dag.
9.00 Ochtendconcert. 10.00 N.C.R.V.:
Leger des Heilskwartiertje. 10.15
Morgendienst. 11.00 K.R.O.: De Zon
nebloem. 12.03 Pianoconcert. 1.45
Van de hak op de tak, 2.40 N.C.R.V.:
Voor de vrouw. 3.00 Vrolijke klanken
by de thee. 4.00 Bijbellezing. 5.25
gr.pl. 6.00 Orgelconcert. 6.45 Neer-
Op de tweede verjaardag van onze
bevrijding werd het bevrijdingsvuur,
dat vorig jaar van Normandlë naar
Nijmegen werd gebracht, van Nij
megen naar Amsterdam vervoerd,
waar het officieel door den burge
meester van Amsterdam, mr. Arn.
d'AIlly op de Dam werd ontstoken.
Reeds bij de geringste aanwijzing van
rheumatische pijnen moet ge Kruschen
Salts nemen. Duizenden over de hele
wereld deden dit reeds en bleven re
gelmatige gebruikers. De kleine dage
lijkse dosis Kruschen doet wonderen;
de aansporende werking op de bloed
zuiverende organen is heilzaam voor
Uw hele gestel, 't Bloed gaat sneller
stromen en de schadelijke zuren oor
zaak van Uw lijden en pijn verdwij
nen vanzelf. Vraag Kruschen Salts bij
Uw Apotheker of Drogist.
(Ingezonden Mededeling).
Slechts weinige Nederlanders
zullen er zich op kunnen beroe
men, dat zij van vijf geslachten
van het Huis van Oranje een
handdruk hebben ontvangen.
Toch is er zo iemand.
Het is de luitenant-generaal b.d.
jhr. W. Roëll, die tijdens een
voordracht te Arnhem vertelde,
een dergelijke handdruk te
hebben ontvangen van Prins
i'rederik, van Prins Hendrik,
(de broeder van Koning Wil
lem ni), van Koning Willem III
van H. M. de Koningin, van
H. K. H. Prinses Juliana en van
de Prinsesjes Beatrix en Irene.
bos en wg. 7.30 Zang en piano. 8.05
Wie gaat mee over zee? 9.50 Hoera,
daar is de lente. 11.00 Nieuwe Neder
landse muziek. 11.30 Tegen midaer-
nacht
Enigszins verwarde geruchten doen
in Berlijn de ronde over een groot
Duits krijgsgevangenenkamp, 50 km.
ten Westen van Moskou, waar de
Duitsers zouden worden opgevoed
tot de communistische leer. Deze
methode zou, zo wordt te Berlijn
verteld, begonnen zijn tijdens de
oorlog toen het comité „Vrij Duits
land" werd gesticht, waarvan o.a.
bekende Duitse officieren als gene
raal Walther von Seydlitz en veld
maarschalk Friedrich von Paulus, de
verdediger van Stallngrad, deel uit
maken.
Reeds zijn vele „opgevoede" gevan
genen in Duitsland teruggekeerd om
belangrijke functies in hun vaderland
op zich te nemen. Honderden anderen,
die tot het communisme zijn overge
gaan, zouden wachten op hun terug
keer zodra een post voor hen beschik
baar zou zijn. Tot degenen uit het co
mité „Vrij Duitsland" afkomstig, be
horen reeds Wilhelm Pieck, voorzitter
van de Socialistische Eenheidspartij,
Hermann Matern, voorzitter van die
party, afdeling Beriyn, Walter Ul-
bricht, lid van het bestuur dier partij,
Paul Markgraf, politiepresident van
Berlgn, Ru dolf Hernnstadt, hoofdre
dacteur van de Berliner Zeitung, An-
ton Ackermann, hoofdredacteur van de
„Neues Deutschland", Bernard Bech-
ler, minister van Binnenlandse Zaken
in Brandenburg, Gustav Sobottk» vl-
ce-president in het departement van
Brandstof in de Russische zöne.
Mensen als von Paulus staan in
nauw contact met de Russische ge
nerale staf, zo wordt gezegd. Duitse
officieren zouden lezingen houden
aan Russische militaire scholen. Ook
zouden sommige leden van „Vry
Duitsland" in het communistische
opleidingskamp met wapenen zijn
uitgerust, om minder bereidwillige
collega's tot de orde te kunnen roe
pen.
Wat is er van waar?
Het is uiteraard zeer moeilijk na te
gaan wat hiervan, en van de ontken
ning, waar is. Een voormalig hoog of
ficier van het Duitse leger en over
tuigd lid van „Vry Duitsland" ver
klaarde ons desgevraagd, dat al deze
verhalen onwaar zyn. Hij ontkende 't
bestaan van een „opleidingskamp". De
Russen hebben niet voldoende ver
trouwen in hun gevangenen om zoiets
te ondernemen, zo zeide hy.
De gevangenen, die terugkeren uit
Rusland, blijven echter deze en derge
lijke verhalen verspreiden, en de juist
heid of onjuistheid ervan kan niet
worden vastgesteld.
De uitgever J. Philip Kruseman, Den
Haag, bracht onlangs drie vertaalde
werken uit de Noordse landen uit.
Speciaal willen wy hier de aandacht
vragen voor het door M. J. Molanus
Stamperius uit het Zweeds vertaalde
boek: „Storm over Braviken", ge
schreven door Tora Feuk.
Zy neemt ons in haar werk mee
naar het vlakke land van Zweden,
het land van weiden, bossen en meren.
Daar domineert het oude landgoed
Gardsjö en daar speelt zich het leven
af in alle volheid, in alle schoonheid,
in alle ellende.
Het is het leven van den losbandi-
ken kapitein Boija, dat van zyn zoon
Henrik en diens echtgenote, de scho
ne Britta, die zij ons tekent. Na een
leven dat tastend en zoekend bleef tot
het einde, sterft kapitein Bolja. Hen-
rik heeft tenslotte meer aandacht
voor het wel en wee van zijn landgoed
dan voor zijn vrouw. Tot deze zich tot
een ander wendt en Henrik haar ver
stoot. Als geitenhoedster trekt zy daar
na door het land.
Tora Feuk geeft ons een zeer sterke
uitbeelding van karakters en tekent
het leven zoals het is met alle hoogte
en dieptepunten. Haar taal is zuiver
en ryk. Daarbij getuigt haar beschrij
ving van natuur en landschap van
grote gevoeligheid en opmerkingsgave.
We kunnen de schrijfster, die met deze
vertaling in ons land debuteert zeker
gelijk stellen (voor zover een verge
lijking door te voeren is) met de beste
auteurs uit de Noordse landen.
Dit boek heeft ons veel te zeggen. In
alles vertelt het ons van de grote
schat, de rijkdom, die de mens in het
leven gegeven is. Het leert ons het
leven hoog te schatten, te eerbiedigen
en geeft ons dit ter overdenking mee
als het eindigt met de woorden, ge
gesproken door de in het boek telkens
terugkerende bijzondere figuur van
DodenElna: „Geen mens is zo sterk,
dat de dood hem niet overwint. Wel
staat er in de Schrift, dat Gods barm
hartigheid zo groot is, dat ze alle
zonden en schuld vergeeft, maar het
leven., gans het heerlijke leven,., is
toch verwoest en dat keert nimmer
terug."
Bij denzelfden uitgever verscheen
„Dokter in het land van sneeuw en
ijs" van Eimar Wallquist. Uit het
Zweeds vertaald door Mr. J. J. ten
Siethoff). Reeds eerder verscheen van
dezen schrijver een boek in Neder
landse vertaling en wel: „Dokter in
Lapland". Ook dit boek nu speelt in
het nog zo onbekende hoge Noorden
van Zweden. In een reeks op zich zelf
staande schetsen voert de schrijver ons
mee in het land der Lappen en vertelt
op eenvoudige, maar. uiterst boeiende
wyze over het leven van deze mensen.
De fijne crayontekeningen van den
schrijver zelf als inleiding bij elk ge
deelte verhogen de aantrekkelijkheid
van het boek ten zeerste. Wij zijn er
zeker van, dat ook dit werk zijn weg
in Nederland wel zal vinden.
Eveneens bij dezen uitgever ver
scheen: Richard Vaidess „Mannen van
de zee", een roman uit het Letlandse
zeemansleven. Dit boek vermocht ons
niet te boeien. De vertaling is boven
dien styf. W. K.
Het is ons een genoegen deel I en
XI van het prachtige, veertiendelige
historiewerk „Dispereert niet. Twintig
eeuwen geschiedenis der Nederlanden"
door A. Algra en H. Algra (T. Wever,
Franeker) te mogen aanbevelen.
Alle bezwaren, die men tegen het
lezen van geschiedenis hebben hen.
verdwynen als sneeuw voor de zon,
wanneer men met de lezing van dit
werk begint. Dit is geen dorre aaneen
rijging van historische gebeurtenissen
geen relaas van tegen elkaar strijden
de heerszuchtige graven, hertogen en
koningen, maar een boeiend# beschry-
ving van de wordingsgeschiedenis van
ons land en volk, van onze maat
schappij en staat. Dit is cultuurge
schiedenis.
Het is boeiend als een roman en
toch speelt de fantasie den schrijver
geen ogenblik parten. Wij voelen het
by het lezen: het is deze schrijvers
vóór alles om de waarheid te doen.
Zij beschikken over een vaardige
pen; zij verstaan de kunst deze objec
tieve beschryving te geven in een taal,
die den lezer van begin tot einde
boeit, zodat het lezen van deze ge
schiedenis een waar genot is. Boven
dien is deze geschiedenis „bü". De
schrijvers hebben hun voordeel gedaan
met het resultaat van de opgravingen,
die ons een zoveel beter inzicht in de
Oudheid gegeven hebben. Het eerste
deeltje handelt tot 1323, toen Vlaande
ren afstand deed van de Zeeuwse ei
landen en Zeeland voortaan nauw met
Holland verbonden zou zyn. Het elfde
deeltje behandelt onze koloniale poli
tiek van het begin der negentiende
eeuw tot kort voor de laatste wereld
oorlog. De grote objectiviteit van de
schrijvers biykt uit de waardige cri-
tiek, die ze op het regeringsbeleid
oefenen.
Hier is niet de zucht om onze ko
loniale politiek door dik en dun te
rechtvaardigen, maar hier wordt het
onomwonden uitgesproken, „dat onze
staatkunde met haar cultuurstelsel en
haar stelselmatige tegenwerking van
het christendom geen andere grond
had dan zelfzucht en geldgierigheid".
Maar ook het goede, dat vooral in
onze eeuw voor Indië werd gedaan,
toen in ons land de ogen waren open
gegaan voor de zedelijke verplichtin
gen. die wij tegenover onze koloniën
hebben, wordt niet verzwegen
C. F. B.
-- T"
jé
Sri
éT i
Op Houtrust te den Haag had de
start plaats voor een internationale
ballonvaart. Een der deelnemers op
weg naar hoger sferen.
56)
door Tjeerd Adema
„Ja", zei hij, „je was zo dicht bij me
en ik heb het niet gewetentot van
morgen. Toen is het me alles opeens
zo duidelijk geworden."
Zy liepen verder, met de armen om
elkaar als twee gelukkige kinderen.
De zon glansde haar blauw-zwarte
haren en haar donkere kijkers straal
den van geluk en keken onophoudelijk
in de ogen van den jongen man, die
haar vast tegen zich aandrukte.
Hans van Linschoten besefte wat hy
dien dag gewonnen had en wat hy ge
wonnen zou hebben, ook al waren alle
vooruitzichten op een financieel zorge
loos leven verloren gegaan.
„Wat zal je moeder er van zeggen
vroeg hij, „als je thuiskomt, gedegra
deerd van kantoorjuffrouw tot winkel
kipje en met een aanstaanden echtge
noot, die dat op zyn geweten heeft en
geen betere positie bezit dan rayonchef
in een warenhuis."
„Als moeder weet," zei ze, „dat ik
van je houd en dat ik niemand anders
dan jou wil hebben, zal ze even geluk
kig zün als ik. Laten we naar haar toe
gaan en het haar vertellen."
Zij wandelden naar de Achtergracht,
waar mevrouw Hoogvorst in 'n burger
woonhuis kamers verhuurde aan stu
denten en aan den gepensionneerden
referendaris van den Raad van Arbeid,
die het leeuwendeel voor zover er
dan van een leeuwendeel sprake kon
zyn bijdroeg aan het bescheiden in
komen, dat, met hetgeen Irma ver
diende. nauwelijks voldoende was om
moeder en dochter te kunnen onder
houden.
„Irma," zei hij, „ga vooruit en vertel
het. Ik wil er liever niet bijstaan als je
moeder teleurgesteld zou biyken. Ik
heb beloofd, nog even op het politie
bureau aan te lopen."
„Goed." zei ze, „maar wacht niet te
lang. Als je over een half uurtje komt,
zal ik moeder alles verteld hebben. Ik
weet zeker, dat ze zich in ons geluk zal
verheugen."
Zij liep voor hem uit, keerde zich
telkens om, wuifde hem bemoedigend
toe en verdween in haar fleurige toilet
je om de hoek van de straat.
Hans legde op het politiebureau voor
een inspecteur een korte verklaring at
en kocht toen hg weer buiten stond,
n groot bouquet donkerrode rozen, die
in 'n vloeipapiertje werden gewikkeld
en waarmee hy, de botsingen met voor
bijgangers angstvallig vermijdend, naar
het pension aan de Achtergracht stapte.
Hy behoefde niet te bellen, want de
deur werd opengezwaaid vóór hy nog
by de stoep was. Twee meisjesarmen
lagen om zyn hals en een jonge stem
juichte in zijn oor, dat moeder verrast
was geweest, maar niet helemaal on
voorbereid, omdat zg Irma al zo
vaak over hem had gesproken en dat
moeder, die lieve, goede, beste moeder,
het dadeUjk had goedgevonden en het
prettig vond, met haar aanstaanden
schoonzoon kennis te kunnen maken.
Hans drukte Irma de rozen in han
den en stapte naar binnen, waar hy
werd verwelkomd door een vrouw van
ongeveer vijftig jaren met een vriende-
Ujk gezicht, die hem met een langen,
vorsenden blik opnam en daarna, blijk
baar voldaan, twee handen naar hem
uitstrekte.
„Meneer Van Linschoten," zei ze,
„Irma beeft mg zo juist 't grote nieuws
verteld. U begrijpt, dat ik het mg op 't
ogenblik nog niet goed kan realiseren,
maar ik ben biy, dat U haar gelukkig
wilt maken en ik heet U van ganser
harte welkom."
„Moederriep Irma, „kijk toch eens
wat een prachtige rozen
„Maar kind," zei ze, „meneer Van
Linschoten verwent.
„Ik heet Hans, mevrouw," zei hg.
„Je heet Hans," zei mevrouw Hoog
vorst „een mooie naam. Kom binnen,
kinderen en laten we elkaar eens beter
bekyken, dat wil zeggen, Hans en ik,
want jullie hebt elkaar vanmorgen na
tuurlijk al zo vaak bekeken, dat het
nieuws er a bijna af is."
.Moeder t" riep Irma, met haar vin
ger dreigend.
„Het spyt mij, mevrouw," zei Hans
toen de dames hem in een diepe fau
teuil gepoot hadden, „dat ik voor de
eerste maal als een opgelapte invalide
in uw huis moet verschijnen."
„Eerlijk gezegd, heb ik dat nog niet
eens opgemerkt", zei mevrouw Hoog
vorst glimlachend. „Ik heb alleen naar
uw ogen gekeken".
„Die pleisters", zei Hans....
„Irma heeft mij de geschiedenis ver
teld", zei mevrouw. „Het is maar goed,
dat ze gisteravond niet geweten heeft
in welke gevaarlyke positie u verkeerd
heeft".
„Gevaarlyker dan u kunt beseffen,
moeder", zei Irma lachend. „Er was nog
een insluiper, die veel gevaarlijker voor
hem had kunnen worden, maar hy wil
niet zeggen wie het geweest is".
„Kinderen", zei mevrouw Hoogvorst
„laten we deze biyde dag met een fees
telijke dronk vieren. Ik kan op het
ogenblik helaas niets anders schenken
dan een glas vruchtenwijn, maar ik
verwacht, dat het wel zal smaken".
Zy klonken en dronken en de ogen
van mevrouw Hoogvorst gleden van
het stralende gezichtje van haar doch
ter naar een portret van een forsen
man in kapiteinsuniform, dat aan de
wand hing.
„Als je vader dat nog eens had moge
beleven", zei ze.
„Ik weet, dat hy even gelukkig zou
geweest zijn als u, moeder", zei het
meisje.
„Als u my toestaat", zei Hans. „zou
ik graag vanavond eens rustig met u
willen praten. Het is vanzelfsprekend,
dat ik u volkomen op de hoogte zal
brengen van mijn familierelaties en fi«
nanciële omstandigheden".
(Wordt