DE JEUGD-KOER
c
De mislukte operatie
I II
RHEUMIN
lETTlf SCHADUW
3
am ml om door J. D. v. Ext.7)
Dr MEENK'S
Wh
HalloJongens en Meisjes!
Prijsraadsel
De jas kon er niet uit
Het raadsel van de
vorige week
GENEESMIDDELEN
HOOFDPIJNPOEDERS
Onze rrededelingen
door Jan Dirk van Exter
LUISTEREN
NAAR....
Doelloos zaten Fred en Connie op 'n
regenachtige vrije middag in hun
speelkamer rond te zien. Op het be
kende speelgoed waren ze al lang uit
gekeken vonden ze. „Binnen zitten,
niks aan", meende Connie.
Eigenlijk vonden zij dat er niets be
stond. waarmee je gezellig bezig kon
zijn sinds zij bij de schuur rovertje had
den gespeeld. „Als de waslijntjes maar
niet waren gebroken had moeder er
zeker geen erg in gekregen en zaten
wij er nu nog", dacht Freddie hardop.
Plotseling ging de deur open. Moeder
kwam eens kijken of ze leuk samen
speelden. Zij hoefde echter niets te
vragen. Hun gezichtjes zeiden genoeg.
„Rovertje spelen beviel geloof ik be
ter, hé? Maar wat zie ik daar? Twee
kinderen, die zwaar ziek zijn. Zuster,
kijk eens hoe bleek die zien".
En moeder wees ernstig naar de bei
de poppen die roerloos op de grond
lagen.
„Denkt U ook niet, dokter", begon ze
tegen Fred, „dat ze waarschijnlijk voor
onderzoek naar het ziekenhuis moeten?
U bent zo knap. Ik zal een taxi opbel
len. U gaat dan zeker mee is het niet
zuster?"
Connie en Fred keken moeder onge
lovig aan. Was het ernst of een spel
letje? Neen, een ernstig spelletje, dat
begrepen ze wel.
Ineens wilden ze niets meer van ro
vertje spelen weten, maar een zieken
huis en operatie waren veel echter.
Fred, die zich plotseling als dokter de
gewichtigste van allen voelde, deelde
plechtig mede, dat hij juist getelefo
neerd had en de patiënten in het zie
kenhuis werden verwacht. „Als er ge
opereerd wordt, ben ik er ook bij", zei
Connie happig.
„Natuurlijk" verzekerde Fred. Fred
was een volleerd kinderdokter en
haalde vast zijn zakken leeg om een
spijker of iets dergelijks te vinden
voor een mogelijke operatie. Op een
oude stoel nu een ziekenauto ver
voerde hij zijn patiënten zelf, die ril
den van angst, tot voor de zware deur
van het ziekenhuis. Even later trad hij
A 'J
Verscheidene kinderen hebben gezegd,
dat ze het prijsraadsel de vorige week
niet moeilijk hadden gevonden.
Om eens te kijken of zij werkelijk zo
knap zijn zal ik ditmaal een moeilijk
raadsel opgeven. Als je weet hoe het
gaat, is het gemakkelijk uit te zoeken,
maar dat is een nauwkeurig werkje en
daarvoor zullen jullie wel even tijd
nodig hebben.
Nu maar eens zien, wie het raadsel
van het geheimschri.: kan oplossen.
Jan en Kees waren dikke vriendjes. Zij
zaten naast elkaar in de bank*en lazen
eikaars boeken, waarbij ze vooral die
boeken mooi vonden, waarin over
rovers verteld werd.
Op een Zaterdagmorgen vond Kees
een briefje in zijn brievenbus en toen
hij het openmaakte, begreep hrj er
eerst niets van. Hij kon het niet lezen,
maar hij begreep al gauw dat het van
Jan afkomstig was. Jan wilde hem
een boodschap sturen, die alleen hrj
zou mogen lezen en daarom nam Kees
een stukje papier, zette er alle letters
van het alphabet op en keek eens na
hóe Jan het briefje in elkaar gezet
had. Hij was een slimme jongen, hij
had het al gauw ontdekt en. hij was
precies op het afgesproken uur aan.
wezig.
Bekijken jullie het briefje nu eens
goed. Neem er een potlood en een
stuk papier bij en zet alle letters van
het alphabet achter elkaar. Probeer
dan het briefje te ontcijferen en zend
de uitkomst naar Tante Iet, die
nieuwsgierig is wie van haar nicht
jes en neefjes dit raadsel kunnen op
lossen.
Onder de goede oplossers zullen
weer enige boeken verloot worden.
Hier volgt het briefje, dat Kees in zijn
brievenbus vond.
Cftuf Lfft
Lpn whonjeebh pn uxff vvs jó ifu cpt.
Ebo hbbo xf spwfsukf tqfmfo
Kbo.
als portier van achter het gordijn te
voorschijn en bracht zuster Connie met
de kinderen naar de onderzoekkamer.
Moeder was, zonder dat ze het be
merkt hadden, naar de keuken ver
dwenen.
„Gaat U rustig zitten, mevrouw", zei
dokter Fred, die een kind naast zich
neerzette en het andere op Connie's
schoot vriendelijk toesprak.
„Ja, ik zie het al. Een kleine opera
tie is het. Je hoeft niet bang te zijn.
Kom maar mee. Neen zuster, blijft U
hier op dat kindje passen".
Dat beviel Connie maar half. Wat
ging Fred in dè slaapkamer doen? Ze
hoorde de kraan lopen en zachtjes tik
ken. Nieuwsgierig gluurde zij om een
hoekje. Daar zag, ze hoe haar lieve
lingspop stevig met koud water en
daarna met een grote spijker werd be
werkt. Toen de pop door èn door nat
was gemaakt, kreeg ze een grote zak
doek om haar hoofd gebonden en zo
ontving Connie haar terug.
„Luister eens, Con. tante Els is be
neden", viel Fred uit zijn rol. „Mis
schien heeft ze weer van die fijne
stroopwafels bij zich. Ga mee!"
Ze vlogen de trap af en vergaten
ziekenhuis, operatie en patiënten. La
ter gingen ze met tante boven de zie
ken bekijken. „Dat hoofdverband zit
geloof ik niet helemaal goed", vond
Connie die meende dat zij er ook in
gekend moest worden. Voorzichtig
wikkelde zij het los en toen.barstte
ze in tranen uit. Haar lieveling lag met
een volkomen vormeloos gezicht dat er
week en papperig uitzag voor haar.
„Ik begrijp het", zei tante, „deze dok
ter, die heel knap was, wist nog niet,
dat kinderen van gips niet tegen wa
ter bestand zijn. De patiënte is eraan
bezweken. De operatie is mislukt, dok
ter! De volgende keer wat beter, hoor!
En zou hierop als troost lekkere drab-
belkoek smaken? Stroopwafels heb ik
ditmaal niet bij me". En werkelijk;
dit bleek wel de beste medicijn te zijn.
Was het niet voor de patiëntjes, dan
toch zeker voor de dokter en de ver
pleegster.
De vermaarde sterrekundige Bessei
was een. uitnemend geleerde, die op
zijn kleding bij het fatterige af was.
Wel een opvallende eigenschap voor
een professor. Eens ontdekte hij bij
een handelaar een lap Engelse stof.
zoals hij nog nooit had gezien. In het
bewustzijn de enige te zijn, die op het
vaste land zulke stof in de vorm van
een mooie lange jas zou dragen, gaf
hij fluks de gevraagde hoge prijs voor
de weinige ellen, die de koopman in
voorraad had. Zijn kleermaker trok
een bedenkelijk gezicht toen Bessei
met de lap stof bij hem kwam en ver
klaarde, geen lange jas ervan te kun
nen maken, daar die er niet uit kon.
Bessei zond om een andere kleer
maker. En deze nam direct de op
dracht aan.
Een week later kwam de jas. Vol
trots deed Bessei zijn eerste wande
ling met de nieuwe jas. maar wie be
schrijft zijn verbazing toen hij een
jongetje op straat zag spelen in een
jasje van hetzelfde laken. Het bleek
het zoontje van de tweede kleermaker.
De jas had er dus werkelijk „uit" ge
kund. Met het knaapje aan de hand
trok Bessei naar zijn eerste kleerma
ker. „Wat moet ik nu van uw weige
ring denken?" vroeg hij.
„Wel", antwoordde de kleermaker,
„dat spreekt toch vanzelf. Mijn zoon
is veel groter dan dit ventje hier".
Het prijsraadsel van de vorige week
bleek voor vele kinderen niet zo erg
moeilijk te zijn. De jongensnamen wa
ren: Albert, Barend, Simon en Gerrit.
De meisjesnamen: Margaretha, Hen-
derica, Wilhelirtina, Frederica.
Er kwamen weer heel wat goede
oplossingen binnen. Na loting werden
te prijzen als volgt toegekend:
Cornelia Harder, Kanaaldijk '11,
Alkmaar (11 jaar).
Jopie Stam, Oosterweg B 28, Cal-
lantsoog.
Gré Wjjdenes, Sijbekarspel, S 99 (12
jaar).
Cor van Domselaar, Arendsweg 84,
Beverwijk (11 jaar).
Dik Komen, Lagesteeg 5, Wagenin
gen.
De boeken worden binnenkort aan
deze kinderen toegezonden.
im
BRASKAMP NV. FABRIKANTE VAN
Reeds gedurende een halve Miw
**n de spits doer de udstelteade
9 c*. p. 1.10 p. <U«i v. 29 «t.
Een correspondentievriendinnetje
wordt gezocht voor Alie Kiewiet,
Schildereind 25, Den Burg, Texel. Zij
wil graag postzegels ruilen, is twaalf
jaar oud en zit in de vijfde klas.
Ook voor Marietje Tromp. Meer
straat 32, Beverwijk, wordt een cor
respondentievriendinnetje in N.-Hoi-
land gezocht. Zij is bij de Kabouters
van de padvinderij, zit in. de zesde klas
van de lagere school en is elf jaar oud.
Voor de laatste maal wordt Annie
Borking verzocht haar adres te willen
opgeven. Er is n.h naar dit adres
gevraagd.
Welk meisje in Noord-Holland wil
corresponderen met Jopie de Haan,
Grote Noord 97, Hoorn? Jopie is tien
jaar oud en zit in de vijfde klas.
Allereerst hartelijk dank voor de vele goede wensen, die ik ter gelegenheid
van het Paasfeest ontving Hebben jullie ook prettige dagen gehad?
Nu gaan wij maar weer eens vlug met de briefjes beginnen Het eerst
komt deze week Beppie de Boer aan de beurt Natuurlijk mogen jullie allen
de oplossingen in één enveloppe doen, Beppy Dat is voor mij zelfs veel gemak
kelijker, want dan behoef ik maar een enveloppe open te maken Hoe gaat
het nu met Steven? Van harte beterschap voor hem gewenst Berlie Middel
koop, dank voor je goede wensen The First, het spijt me dat je het boek
nog niet ontvangen heb Ik zal er weer naar vragen Eliy Rempt, heb je
Keesje en Flip goed verwend? Die hond is een slimmerd, hoor! Rie Schoonen.
ja, nu ben je me echt aan het verwennen Dat verhaaltje vond ik erg aardig
en ook al die leuke versjes En niet te vergeten dat prachtige Paasei en de
bandjes Hartelijk dank voor alles, Rietje Je hebt er een heel werk aan gehad
Alie en Hansje Kiewiet, ja, films over het vogelleven zijn altijd erg interes
sant Jullie zuilen op Texel wel veel mooie voges zien Ik zal mijn best
doen om een correspondentie-vriendinnetje te vinden Nida Wuis, is de zang
uitvoering al geweest? Ik hoop, dat je er mij over zult schrijven, want ik ben
er erg benieuwd naar Je hebt al weer zo'n aardige tekening voor mij gemaakt
Hartelijk dank, ook voor de bandjes! Annie Verhage, ik miste je al de
laatste weken Misschien is dat verhaaltje van je Oom wel geschikt voor de
Jeugd-Koerier Is je rapport goed? De Klaproos, leuk, dat jij al twee ge
trouwde zusters hebt Ik wist niet, dat je ook op een mandoline-club bent
Daar wil ik graag eens wat over horen Brombeer, hartelijk dank voor je
tekening Die is aardig Gerda Kuit, welkom bij ons! Natuurlijkmag je ook
alleen de oplossing van de raadsels sturen als je zo'n hekel aan brieven
schrijven hebt Enie Aukes, aan postzegels van de koloniën kan ik je niet
helpen, maar ik zal eens kijken of er nog bijzondere Hollandse postzegels in
mijn doosje zijn Tanny Ekkebus, de postzegels heb ik verzonden Fanny 'S
toch echt een goede meisjesnaam, maar nu zal ik in het vervolg Tanny
schrijven Nelie van Yperen, toe maar, wat heb je me verwend met post
zegels Heb je zelf nog mee gedaan op het schoolfeest? Jannie Weidema,
zeker, dat is een goed rapport, hoor Ben je al terug uit Wieringen en hoe is
het geweest? Nellie Weidema, ook jouw rapport was best Wat ga je voor
die gulden kopen? Ineke en Lize Vos, wat een verjaardagen hebben jullio
gevierd Ik hoop maar, dat Lize li^ar prijs spoedig zal ontvangen Corrie
Pothman, deze week is het. raadsel niet zo gemakkeiijk maar als je slim bent
kun je het in een ogenblikje ontdekken Ria Heertjes, je nichtjes uit Alk
maar kan ik wel Dat zijn ook mijn nichtjes, Ria, want zij doen ook mee met
de Jeugd-Koerier, die ik voor Alkmaar verzorg Adrie van 't Hart, voo'-
dat ik je laatste brief ontving, heb ik je al postzegels toegezonden Je zult
ze ne wel ontvangen hebben Nellie Ziim, ais je nu alleen in bed kunt liggen,
moet je eigenlijk, vroeg gaan slapen, want als je zusje weer thuis komt heb jé
t rijk niet langer alleen Maartje Smids, ik vind het leuk, dat je ook post
zegels voor mij gaat sparen Wees maar zuinig op je mooie ringetje Het rap
port was uitstekend Gerda Paans, je hebt me veel plezier gedaan met al
die mooie tekeningen Je kunt het goed, Gerda Hartelijk dank, hoor! Klaas
Zeeman, die tekening van jou is een echt mooi schilderijtje geworden met
een gouden lijst er om Nu kan ik hem zo op mijn kamer hangen Ab Hart
man, met rekenen moet je nog een beetje je best doen Dan wordt het
rapport helemaal mooi Wat zal jullie tuin mooi zijn met at die tulpen
Steefje Overhand, hartelijk welkom bij ons Doe maar steeds mee en noem
mij maar Tante Iet Jopie Stam, is je neus nu weer beter? Ik hoop dat je
genóten hebt in Amsterdam Hennie Boogaart, de postzegels heb ik je al
gezonden Het rapport is uitstekend, Hennie Jantje Leydeckers, jammer dat
je zo'n moeite hebt m^t rekenen, maar je kunt ook niet in alle vakken 'even
goed zijn, Jant.ie Doe je best maar Gerie v d Oord, ik zal je sigarenbandjes
sturen Mail ha Stolk, heb je het boek, dat je bij Oom Wim hebt gewonnen
ontvangen of zit je er nog steeds op te wachten? In het laatste geval zal ilc
zorgen, dat je het zo spoedig mogelijk toegezonden krijgt Jaap Deelstra je
hebt verbazend leuk getekend Bedankt hoor Trijnie Aggenbach, staat je naam
er nu beter in? Je oplossing was jammer genoeg fout, maar een volgende
keer beter Lorelei, leuk dat je zelf inkt hebt gemaakt Is dat moeilijk? J»
Faastekeningetjes vind ik erg aardig Bedankt, meisje!
Tot de volgende week!
AUen hartelijk gegroet door
TANTE IET
11. „Ja hoor eens, in de krant ge
staan of niet. Ik ken jullie niet", zegt
Grietje. „Iedereen kan wel zeggen,
dat hij een neefje van Oom Elmer is".
„Ja, maar waar moeten we dan sla
pen", roept Pom met een wanhopige
snuit. „We zijn helemaal van Dieren-
dorp komen lopen". „Daar heb ik niets
mee te maken", antwoordt Grietje en
smijt de deur voor hun neuzen dicht.
12. Ja, wat moet dat nu? Pim, Pam
eii Pom kijken elkaar eens aan. Dat ze
het nu ook zo slecht moesten treffen.
Wat moeten we doen?" vraagt Pam
op een huilerige toon. „Ik ben veel te
moe om terug te lopen. Moet ik nutp
een politiebureau slapen?"
„Ach, we zullen naar een hotel moe
ten gaan", zegt Pim. „Pom geef jij het
geld, dat Moeder ons meegegeven
heeft, eens hier". „Maar.... dat heb ik
niet", zegt Pom. „En ik heb, 't ook
r.ief", roept Pim.
HOOFDPIJN
KIESPIJN
GRIEP?
(iiuor/\rrs^
doeltreffend en goed verdraaghuor
CmMllH K-D.P.
Radio voor Vrijdag
Hilversum I 301 m
- Nieuwsberichten
om: 7, 8, 1, 6, 8 en
11 uur. VARA:
7.30 Muziek bij het
De Chef heeft bemerkt, dat de politie
ii a intocht is.
„Zeg Lange, luister eens," roept hij.
Maar de Lange heeft geen tijd. Zijn hele
aandacht wordt door de vrouwen rond
om hem opgeëist. Ze rukken hem de
kledingstukken gewoon uit de handen
en de kwartjes en guldens regenen neer
in de zinken emmers, die hij heeft
klaargezet.
„De politie," roept de Chef nu met
luidere stem. De Lange schrikt op. „We
moeten hier vandaan. Ze mogen ons
niet te paken krijgen."
„Maar hoe krijgen we dat voor él-
kaar? Kijk eens om je heen!" antwoordt
de Lange ontzet. „Het is onmogelijk om
door deze enorme mensenmassa heen te
dringen."
„Ja, ja, dat kan wel, maar we moeten
er wat op vinden. Weet jij niet wat""
„Als we eens gingen strooien? Wat
denkt u daar van?"
„Ja, ja, een ogenblikje, U wordt zo
geholpen," roept hij dan weer tot de
vrouwen, die ongeduldig beginnen te
worden en gaan opdringen.
Het plan van de Lange heeft succes.
Onderbroeken, nylons, camisooltjes
vlagen door de 1 cht en weldra zijn de
vrouwen in een verbitterd gevecht ge
wikkeld. Terwijl dr aandacht even van
hun afgeleid is, slagen de Chef en de
Lange er inom met hun emmers aan
de achterkant van de wagen te ont
snappen.
En juist als de agenten n et veel moei
te bij de wage zijn aangekomen, zijn
de twee kooplui spoorlpos verdwenen.
ontbijt (gr.pl.); 8.18 Opera-programma
(gr.pl.); 8.50 Voor de huisvrouw; 9.00
Symph. concert (gr.pl.). VPRO: 10.00
Morgenwijding. VARA: 10.20 Helène
Cals (gr.pl.); 10.30 Yoor de Vrouw; 10.45
Beethoven-sonate; 11.05 „De mijnramp";
11.20 Licht orkestconcert (gr.pl.).
AVRO: 12 uur AVRO's Tournee orkest;
12.30 Weerpraatje; 12.38 Gerard vaji
Krevelen (piano); 1.15 „Denza program
ma"; 1.45 Reportage modeshow; 1.55
gr.pl.; 2.00 Kookkunst; 2.20 gr.pl.; 3.00
Ons volk en zijn dichters; 3.20 BBC-
orkest. VARA: 4.00 Haydn;. 4.30 Tus
sen twaalf en zestien; 5.00 Filmland;
5.30 Wij en de muziek; 6.15 De VARA
feliciteert; 6.30 Ned. Strijdkrachten; 7.00
Denk om de bocht; 7.15 Jan Vogels ac
cordeonorkest. VPRO: 7.30 Cursus
Waar is uw God?; 7.50 Tien voor acht;
8.05 Sonate; 8.30 Cursus: Midden in de
wereld. VARA: 9.00 Men vraagt
en wij draaien; 9.30 Schuldig of on
schuldig; 9.50 Op vleug'len man muziek;
10.00 Buitenlands weekoverzicht; 10.15
Swing and sweet. VPRO: 10.40 „Van
daag"; 10.45 Avohdwijding. VARA;
11.15 Symphonisch concert.
Hilversum II, 415 m. - Nieuwsberich
ten om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur. KRO:
7.15 gr.pl.; 7.30 Morgengebed; 7.45 gr.pl.;
8.15 Pluk de dag; 9.00 Het strijkorkest;
•9.30 Watertanden; 9.35 gr.pl.; 10.35 Ope
ra-gedeelten (gr.pl.) 11.00 De Zonne
bloem; 11.35 Als de ziele luistert; 11.45
Viool (gr.pl.) 12.00 Angelus; 12.03 Kla
rinet en piano; 12.30 Weeroverzicht;
12.33 Orkest van Klaas van Beek; 12.55
Zonnewijzer; 1.25 Vervolg orkest van
Klaas van Beek; 1.50 Van man tot man;
2.00 Operafragmenten (gr.pl.); 3.00 Pia
no (gr.pl.); 3.15 Muzikale reisvertelling;
3.r* Allerhande bij de thee; 4.30 Lili
Kraus (gr.pl.); 5.00 Na schooltijd; 5.15
Der Bettelstudent; 5.45 Wat het buiten
land leest; 6.00 Klein orkest; 7.15 Ne-
de-land op zee; 7.22 Appèl ex-politieke
gevangenen uit de bezettingstijd; 7.30
Gx.pl.; 7.45 Katholieke jongeren; 8.05
De gewone man; 8.12 Faust; 9.55 Uit de
schatkamer van het O.T.;
DOOR
„Wie had u dan vermoord?"
„Die griezelige dokter," zei mevrouw Bassing uitdagend.
„U wilt toch zeker niet beweren, dat de dokter de moordenaar van mijn
heer De Vries is geweest?"
Mevrouw Bassing haalde haar magere schouders op.
„Dat heb ik gelukkig niet uit te maken," zei ze scherp. „Kunnen wij nu
eindelek weggaan?"
„Heeft U enige bewijs voor uw insinuatie?"
„Dat is geen insinuatie, dat is een kwestie van gevoel."
„Uw manzei de rechter-commissaris.
„Ik dank de hemel, dat wij gelukkig allebei boven waren," zei mevrouw
Bassing. „Mijn man kan toch zeker niet boven zitten en tegelijkertijd in een
kelder een moord plegen, 't Is eenvoudig te belachelijk om er verder over
te praten."
„Is er iemand, die kan bevestigen, dat U beiden boven geweest is?"
„Gelooft U mij niet?" vroeg mevrouw Bassing woedend.
„Dit is geen kwestie van geloven, mevrouw. Dit is een ambtelijk verhoor.
Wie was er nog meer op die kamer?"
„Mevrouw Jaarsma," zei de directeursvrouw onwillig.
„Uitstekend, dan kunt U, wat mij betreft, aan uw man mededelen, dat U
beiden kunt vertrekken, qf heeft één van de heren nog iets te vragen?"
„Zouden wehmdie ongeduldige mijnheer ook niet eens horen?"
vroeg commissaris Vonkenberg.
Mevrouw Bassing wierp hem een woedende blik toe. „Heeft deze
ehman hier ook iets te vertellen?" vroege ze hautain.
„Ik hoop voor U niet, dat U dat nog eens zult gewaar worden," zei de
commissaris.
„Stelt U er prijs op, dat de heer Bassing nog verhoord wordt, commis
saris?" vroeg de heer Feenstra.
De commissaris haalde zijn brede schouders op. „Och, neen, laat maar
gaan."
„Dan kunt U vertrekken, mevrouw."
„Mijnheer Beekman, denkt U, dat uw ouders in verband met de moord
nog iets kunnen meedelen?"
„Neen,mijnheer. Ik heb vader gesproken. Ze hebben niets gezien."
„Als niemand er bezwaar tegen heeft kunnen ook de heer en mevrouw
Beekman vertrekken," zei de rechter-commissaris. „Het lijkt me verstandig
om nu eerst de gastheer te horen. Wilt U zo goed zijn meneer even te waar
schuwen, inspecteur
„U wenst mij te spreken, heren," zei de heer De Wit even later de salon
betredend.
„Inderdaad, mijnheer," zei de rechter-commissaris.
Hij stelde zich en ook de andere heren vluchtig voor en wees daarna uit
nodigend naar de stoel voor de getuigen.
„Ik stel er prijs op, mijnheer," zei hij, „U allereerst de verzekering te ge
ven, dat ik het betreur, dat ik in Uw 'huis zo onverwacht in uw rechten ben
getreden."
„Ik begrijp volkomen, dat wij allen verdachten zijn," zei de makelaar be
rustend.
„Integendeel, mijnheer, ik geef U de verzekering, dat wij- volkomen van
de goede trouw van U en Uw huisgenoten overtuigd zijn, maar U kunt ons
enige waardevolle inlichtingen over Uw gasten geven. Ik veronderstel, dat
U ze alle kent."
„De meesten wel," zei de heer De Wit. „Er zijn er enkele, die hier van
avond voor het eerst kwamen."
„Wie zijn dat?"
„Allereerst het slachtoffer."
„Hoe kwam die op uw verjaarspartijtje?"
„Ik belde dezer dagen mevrouw Van Bremen op om dokter en mevrouw
te inviteren. Mevrouw Van Bremen vertelde mij, dat ze juist vanavond een
gast zouden krijgen en vroeg of zij die mee mocht brengen. Dat was meneer
De Vries."
„Is dokter Van Bremen uw huisarts?"
„Ja, al jaren en ook onze huisvriend."
„Hij is veel ouder dan zijn vrouw, nietwaar?"
„Hij is in de vijftig. Margot, zijn vrouw, zal vier- of vijf-en-twintig zijn.
Hij is het vorig jaar als weduwnaar met haar getrouwd."
„Waren er kinderen uit het eerete huwelijk?"
„Neen, mijnheer."
„Wie is die meneer Dupois?"
„Ik geloof, dat hij een functie heeft aan de afdeling bevolking van de
gemeentesecretarie."
„Kent U hem al lang?"
„Neen, hij was hier vanavond voor het eerst."
„Had U hem ook geïnviteerd?"
„Ja, ik ontmoette hem kortgeleden op een partijtje bij een van mijn vrien
den. Hij had er toen bijzonder slag van om de gasten met gezelschapsspelle
tjes bezig te houden. Toen wij dit
avondje zouden hebben heb ik hem
verteld wie er zouden komen en hem
uitgenodigd in de hoop, dat hij bij een
zo heterogeen gezelschap ook zijn ta
lenten zou willen demonstreren."
(Wordt vervolgd)