Heel Amerika koopt op albetaling
Bï 1'WAfcTE SCHADUW
NA ATHENE
im
am om
VAN NELLE
3
PARIJS, ST. LOUIS en weer ATHENE
I
i ii
3
R.A.I. weer autoshow
Contant betalen een sprookje, waarin
men niet gelooft
'i Lands wijs,
lands
eer
DE OLYMPISCHE SPELEN
Ewry het springwonder
door J, D. v. Exter
LUISTEREN
NAAR
Na tien jaar:
Geen groente naar
de Belt!
EN NU WW/
EEN KOPJE Ir
J t
door Jan Dirk van Exter
CoDyrlrht R.D.P.
door Theo M. Eerdmans
NÉW YORK, April. Toen ik dezer
dagen bij mijn Nederlandse vrienden
te Jersey op bezoek kwam zag ik, dat
de zaak voor elkaar was: de glanzend
nieuwe auto stond -voor de deur! Dat
had moeite gekost. Vijftien jaar wo
nen zij nu al hier onder de rook van
's werelds grootste stad, maar zij zijn
Jr alle opzichten Nederfanders geble
ven, hetgeen o.m. zeggen wil, dat zij
nooit iets op afbetaling hebben ge
kocht. Maar nu moest het dan, want
de kas liet de noodzakelijke aanschaf
fing van een wagen, die hier tenslotte
ook nog meer dan tweeduizend dollar
kost, niet toe. Nu is dat in de Verenig
de- Staten geen onoverkomelijke moei
lijkheid. Mijn vrienden stapten dan ook
over hun gewetensbezwaar heen en
besloten een auto aan te schaffen op
z'n Amerikaans. Toen zij echter met
de leverancier gingen praten bleek die
niet te willen leveren. Waarom? Hij
l.ad het al te verdacht gevonden, dat
mensen, die vijftien jaar in Jersey
hadden gewoond, nog steeds niet ston
den ingeschreven in het plaatselijk
credietwaardigheidsregister, waar hij
uiteraard had - geïnformeerd. Het
sprookje, dat zij al die tijd contant hun
rekeningen hadden voldaan, klonk te
ongeloofwaardig om er in te trappen...
Maar nu was de nieuwe wagen er
dan. Het was dan blijkbaar toch ge
lukt aan te tonen, dat het heus echt
waar was. Tja, zo gaat het hier in
Amerika, 's Lands wijs, 's lands eer.
En 's lands wijs brengt hier mee, dat
men op afbetaling koopt. Betaalt men
vlot zijn termijnen, dan krijgt men 'n
goede aantekening in het credietwaar
digheidsregister. Heeft men dat een
maal, dan is alles okay. Voor ons, de
gelijke Nederlanders, is dat een van de
zeer vele dingen in het Amerikaanse
leven, waarover men zich telkens weer
verwondert of waaraan men zich tel
kens weer ergert. Wij Nederlanders
hebben een aangekweekt gevoel voor
wat-men-doet" en „wat-men-niet-doet"
en voor „wat-men-zegt" en voor „wat-
men-niet-zegt".
Amerika kent deze conventionele
remmen niet, de Amerikaan doet
wat hij wil. Hij zegt ook en dat
graag *- wat hij wil. Hij koopt ook
graag wat hy wil. En dat wordt hem
erg gemakkelijk gemaakt. Amerika
kent geen zorgen over voedsel of
kleding, bonnen of toewijzingen. De
Amerikaan klaagt steen en been, dat
hy nota bene soms wel een half jaar
moet wachten voor hy zijn bestelde
auto uit de showroom kan gaan ha
len.... En tijdens de oorlog moest hij
waarachtig wel eens een merk siga
ret roken, dat hy normaal nooit zou
hebben aangekeken.
Maar die „zorgen" zijn weer voorbij.
Er is volop en de concurrentiestrijd
is in volle gang. Koopt! De Amerikaan
koopt. Hij koopt zijn nieuwe wagen,
hij koopt zijn ijskast, hij koopt zijn
automatische wasmachine die o zo
in. zwang* komt en velen kopep hun
televisieontvanger omdat televisie een
rage wordt in de grote steden.
„ALLES OP „EASY TERMS".
Maar verdient een Amerikaan dan
zoveel dat hij zich dergelijke luxen kan
permitterèn? Een auto' is nog altijd
meer dan 2000 dollars, een wasmachi
ne een paar honderd, een ijskast idem,
een televisie-toestel nog meer. En de
gemiddelde Amerikaan houdt beslist
niet zoveel over, dat hij dergelijke
kruidige bedragen kan uitleggen voor
deze begeerlijke zaken. Maar Amerika
koopt en leeft op crediet. Alle zaken
leveren op „easy terms", gemakkelijke
voorwaarden. Het komt een beetje
duurder, maar wat geeft dat? De be
geerlijkheden zijn dan vast in bezit.
Tien of vijftien procent ineens en de
rest doen we heel kalm aan....
Bij Nederlandse hersens wil dat er
steeds nog niet erg in. Wij beschou
wen de „huurkoop" en de „afbetaling"
als iets onwelvoeglijks en een gevaar
lijke manier om aan een behoefte te
voldoen. En als wij in het huis van 'n
vriend of kennis een nieuwe aankoop
bewonderen, zullen we het wel uit ons
hoofd laten te informeren of dat soms
„op gemakkelijke voorwaarden" ge
kocht is. Het zou het einde van de
vriendschap betekenen. „Dat-doet-men"
immers niet.
De Amerikaan vindt vat onzin. Ieder
een doet het en niemand veronderstelt
dèar, dat een ijskast, radio of wasma
chine contant betaald wordt. Hij in
formeert dan ook vrij hoeveel er al
van afbetaald is en hij krijgt een vrij
antwoord. Huis, meubilair, auto, alles:
„hoeveel heb je al betaald?" of „hoe
ver ben je al op wegMaar O' s
ligt dat nog niet erg. Dat went niet,
zoals de wolkenkrabbers. We komen 't
huis van onze Amerikaanse vrienden
binnen en staan verbaasd. „Zou dat...?"
denken we. Vragen durven we niet.
„Dat-doet-men-niet" in Nederland.
Maar de gastheer zal trots zijn rijk
dommen tonen en enpassant vermelden
hoeveel er nog te betalen valt, en hoe
lang.
Heel erg veel meestal.
En heel erg lang
(Nadruk verboden)
De Lange heeft dadelijk rapport
uitgebracht aan de Chef, dat er weer
een transport op komst is. Ja, hij kan
de Chef niet alleen dë juiste datum,
maar zelfs het juiste uur noemen!
Verheugd over zo'n buitenkansje
maken beide alles in gereedheid.
„Weet jij ook nog wat voor soort
wagen het is, Lange?"
„Nee, dat kon ik helaas niet precies
aan de weet komen, maar ik vermoed,
dat het hetzelfde type wagen is als
de vorige".
Maar dat heeft de Lange toch mis.
Op de bewuste avond breekt een
zware pantserauto, regelrecht gekocht
op één van de leger-dumps, die er in
België te vinden zijn, dwars door een
grenspost. De houten boom wordt aan
diggelst gereden, terwijl de wagen
vuur spuwt naar alle kanten. De
grenspost is volkomen verrast en. kan
niet meer doen, dan het bericht da
delijk doorgeven aan alle omliggende
posten om paraat te zijn.'
En niet alleen de pantserwagen
kwam over de grens. Er vlak achter
raasde een onschuldige personenauto!
Nu onschuldig is die personenwa
gen eigenlijk niet, want binnenin be
vinden zich de Rat, Knyp-Oog en
Fatty. Zal hun plan succes hebben?
De athleet, die op de Tweede Olympische Spelen, die in 1900 in Parijs
werden gehouden, de meest verbluffende prestatie leverde, was de Ame
rikaan Long!
Toen de duizenden toeschouwers zich verzameld hadden voor de finale
400 meter hardlopen en het startschot had geklonken, stoof deze Amerikaan
naar voren met 'n verbazingwekkende snelheid, zyn tegenstanders wa
ren eenvoudig nergens. Zienderogen liep Long uit onder geestdriftige
toejuichingen der menigte, die voelde, dat hier iets zeer bijzonders ge
beurde. Toen hij de eindstreep passeerde bedroeg zyn voorsprong op
nummer, twee niet minder dan 20 meter, iets wat geen winnaar van dit
nummer later ooit tüdens de Olympische Spelen heeft kunnen presteren.
De tyd van Long bedroeg 49.75 sec., bijna vyf seconden minder, dan die
van de winnaar in Athene en in ieder geval een tijd, die voor die periode
phenomenaal was!
Tja, die Olympische Spelen in Pa
rijs. Athene was een opzienbarend
succes geweest en'Parijs werd een ont
stellende tegenvaller. Men had op een
enorme belangstelling gerekend omdat
de Spelen samenvielen met een wereld
tentoonstelling, die immers ontelbaren
naar de vrolijkste stad van Europa!
trok. Maar de mensen gingen liever
naar de tentoonstelling, dan naar het
sportgebeuren. Sportief echter mochten
de Spelen wel degelijk zijn.
Het programma was nu uitgebreid tot
23 athletieknummers de overige
sporten waren in die beginjaren nau
welijks van enige betekenis en weel
waren het de Yankees, die de toon aan
gaven. Zij wonnen maar eventjes 17
gouden medailles. Engeland had dit
maal meer succes. Het veroverde er
vier, Frankrijk en Hongarije wonnen
ieder één gouden plak.
EEN VIERVOUDIGE
KAMPIOEN.
Naast Long was de meest opvallende
verschoning de Amerikaan Kranzlein,
die het zowaar klaar speelde om niet
minder dan vier gouden medailles in
de wacht te slepen; Zyn eerste be
haalde hy op een thans verdwenen
nummer, n.1. 60 meter hardlopen, zon
tweede op de llfi meter horden, zyn
derde op de 200 meter horden en zijn
vierde in het verspringen met aanloop.
EN EEN VIJFVOUDIGE.
Nog minder dan over de Parijs Spe
len valt er te vertellen over de Olym
pische Spelen van 1904 die in Ameri
ka, in St. Louis, werden gehouden. Zij
waren een zuiver Amerikaanse aange
legenheid en er was geen Europees
land, dat ook maar een eflkele titel
veroverde.
Van de 32 athletieknummers won
nen de Amerikanen er 22, de rest nam
Canada voor zijn rekening. Maar we
derom waren er figuren, die met
hoofd en schouders boven de andere
deelnemers uitstaken en wier namen
daarom aan de vergetelheid ontrukt
dienen te worden.
Werd Kranzlein viervoudig kam
pioen, nu kwam er een vijfvoudige
Olympische kampioen uit de bus, na
melijk de Amerikaan Hahn. Al zijn
TUSSENSPEL IN ATHENE
Op St. Louis volgden in 1906 de tus
senspelen te Athene. Het was een
denkbeeld van de Grieken, om tussen
de officiële Spelen in, telkens twee
jaar erna, spelen in Athene te organi
seren, om -daardoor de Griekse oor
sprong der spelen in herinnering te
houden. Maar het is bij deze ene po
ging gebleven, Eenmaal in dè vier
jaar bleek later ruimschoots voldoende.
Amerika won in Athene 11 num
mers. Engeland 3. Zweden 2, Finland,
Hongarije, Canada en Frankrijk ieder
één. Hahn behoorde weer tot de deel
nemers en al zag hij, twee jaar ouder
geworden, geen kans om zijn roem
ruchte prestatie uit St. Louis te her
halen, hy behoorde toch weer tot de
kampioenen en sleepte' 'de 100 meter
jn de wacht.
Met deze tussenspelen in Athene
eindigt de periode, waarin de Olym
pische Spelen in de kinderschoenen
stonden. En tevens eindigt er de tyd
mee, waarin aan de andere sporten
maar zeer weinig aandacht werd ge-
overwinningen behaalde hy op loop- schonken. De Olympische Spelen van
nummers, nl. op de 60 meter, de 100
meter, de 200 meter, de 200 meter hor
den en de 400 meter horden. Het ïydt
niet de minste twijfel, dat hy inder
daad de allerbeste loper van zijn tijd
was.
1908 werden namelijk in Londen ge
houden en daar aanschouwde de we
reld voor het eerst een sporttournooi,
waarop eigenlijk geen sport van bete
kenis ontbrak. Vanaf 1908 dateert de
glorietijd der Olympische Spelen,
39. De keukenjonger? Is blij dat hij
weer de benen kan nemen en zodra hij
weg is beginnen Pim, Pam en Pom hard
e lachen.
„Grrr! Grrr!" gromt Ham. „Oh, wat
ruikt dat lekker. Ik slik er mijn tong
bij in Grrr!"
„Kom, hou nu maar even op met die
eomedie", zegt Pom., „We zijn nu toch
onder ons".
„Ah, dit is het volle leven", roept
Pim theatraal. „Hier heb ik altijd al
naar gesnakt". En hij neemt een grote
hap van zijn biefstuk.
40. Een tijdlang doen de drie
broertjes niets anders dan eten maal
ais alles op is, veegt Pim met 'n vol
daan gezicht'zijn mond af en zegt te
gen Pom en Pam: „Zeg, hoeveel maal
zouden we dit per dag krijgen?"
„Toe nou!" roept Pom. „Je hebt net
je buik vol. Hoe kun je nu alweer
over eten denken?" „Pardon, ik denk
aan onze toekomst", antwoordt Pim.
„En die zal afhangen van het eten dat
we krijgen".
„Praat me alsjeblieft niet over toe
komst", zegt Pam. „Als ik aan de toe
komst denk, kryg ik het benauwd.
Hoe komen \fte hier ooit weer uit?"
PROGRAMMA VOO» HEDENAVOND
\A/.. HILVERSUM 1,
'J 301 m. Nieuwsber.
om 6, 8 en 11 uur.
AVRO: 6.15 Tom
Erich, piano.
6.30 Nederlandse
strijdkrachten.
7,00 Pantomine (gr.pl.) 7.05 Viruly
over de opleiding van de piloot 7,15
AVRO's Radio-Filmkrant 7,45 Ni-,
win-klanken 7,50 Wederopbouw
8 15 Avro's Bonte Dinsdagavondtrein
9,30 Contact 10,15 Buitenlands over
zicht 10,30 Beroemde liederenreek-
sen 11,15 Londens Philharmonisch
orkest
HILVERSUM II, 415 m. Nieuws
berichten om 7, 8 en 11 uur. K. R'. O.:
6,20 Sportpraatje 6,30 Gezondheid en
arbeid 7,15 Cyclus: „De Pianocon
certen van Mozart". 7,45 Alle hens
aan dek 8.05 De gewone man
8,12 Radio Philh. Orkest 10,00 Sa
hara. land van angst en dorst 10,10
Orgelmuziek van de 15e tot en met de
20e eeuw 10.30 Actualiteiten 10,45
Avondgebed 11,15 Gramofoonplaten
PROGRAMMA VOOR WOENSDAG.
HILVERSUM I, 301 m. Nieuwsber. om
7. 8, 1. 6 en 11 uur. VARA: 7.30 Gr.pl.;
8.18 Opera-progr.; 8.50 Voor de huis
vrouw; 9.Symph.-progr.; 9.30 Schu-
mann (gr.pl.); VPRO 10.Morgenwij
ding; VARA: 10.20 Onze keuken; 10.30
Alsdé stofzuiger zwijgt; 11.— Gr.pl.;
12.Orkest Carlo Carcassola; 1230
Weerpraatje; 12.33 Voor het platteland;
12,50 The Kilima Hawaiïans; 1.20 The
Ramblers; 1.50 Gr.pl.; 2.Gesproken
portretten; 8.15 Jeugdconcert; 3.De
scheepsjongen van Bontekoe; 3.20 Vro
lijke praatjes: 3.30 De roodborstjes; 3.45
De regenboog; 4.15 Vragen staat vrij;
4.45 Het stond in de krant; 5.15 Gr.pl.;
5.30 Maatsch.werk; 5.35 Orgel (Cor
Steijn); 6.20 Gramofoonplaten; 6.30 Ned.
strijdkrachten; 7.Geleide economie:
7.15 Hammond-klanken; VPRO: 7.30
Voor de jeugd; 7.40 Jeugdnieuws; 7.45
Lezen in de bijbel; VARA: 8.15 Dolf v.
d. Linden-orkest; 8.48 Schuldig of on
schuldig; 8.55 Knock (hoorspel); 9.55
Liederen voor vrouwenkoor; 10.10 'En
semble Jean Presto; 10.45 Van boek tot
boek; 11.15 Nocturne in Tuschinski.
HILVERSUM II, 415 m. Nieuwsber.
om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur. NCRV: 7.15
Renville; 7.45 Een woord voor de dag;
8.15 Gr.pl. 8.30 Vrolijk morgenprogram
ma; 9.Ochtendbezoek bij jonge zie
ken; 9.30 Waterstanden; 9.35 Werken
van Beethoven; 10.30. Morgendienst; 11
Werken voor strijkorkest; 11.30 Amati
Trip; 12— Musette-orkest; 12.30 Weer-
overzicht; 12.33 Orgel; 12.55 Het Prot.
Interkerkel. thuisfront; 1.15 Cyclus Van
Rameau tot Ravel; 1.55 Masedolineta;
2 30 De arons kelk; 3.Rott strijk
kwartet; 3.30 De varianten; 3.55 Piano
recital;' 4.15 Voor onze jongens en
meisjes; 5.30 Gr.pl.; 5.45 Na de W.-
Indische conferentie: 6.Onze Ned.
koren en corpsen; 6.30 The London
Czech Trio; 7.15 Het nieuws uit Indië;
7.30 Het act. gelufti; 7.45 Engelse les;
8.15 Herdenkingsfeest 100-jarig bestaan
Heldring-stichtingen; 9.30 Radio Philh.
orkest; 10.30 Gr.pl.; 10.45 Avondover
denking; 11.15 Gr.pl.
Op Vrijdag 30 April openen zich de
deuren van het bekende, sinds de be
vrijding geheel gerestaureerde RAI-ge-
bouw te Amsterdam voor de eerste na
oorlogse tentoonstelling van motorrij
tuigen met toebehoren hier te lande, en
krijgt het Nederlandse publiek voor het
eerst na tien jaar de gelegenheid, per
sonenauto's, vrachtwagens en autobus
sen uit alle autozproducerende landen
en in een grote variëteit van typen, af
metingen en prijzen onder één dak bij
een te zien.
Deze internationale tentoonstelling,
die tot 9 Mei zal zijn geopend, is ont
staan uit het verlangen en de behoefte
van het Nederlandsee autobedrijfsleven
om ook in dit opzicht de terugkeer naar
normale toestanden te bevorderen en 't
geëxposeerde materieel te doen getui
gen van de grote betekenis, welke het
moderne motorvoertuig voor het trans
portwezen en daarmee voor onze volks
huishouding heeft. De belangrijke
plaats, die de groep der bedrijfsauto's
in het RAI-gebouw zal innemen, accen
tueert het utilitair-economische karak
ter der tentoonsteling, dat geheel en al
past in het kader van deze tijd. In deze
categorie zal een weliswaar niet om
vangrijke maar technisch onbetwist
hoogstaande, nationale industrie zich
presenteren.
De Algemene Bedrijfsbond van Land-,
Tuin-, Veem- en Zuivelarbeiders heeft
het volgende telegram gezonden aan de
minister-president, dr. L. J. M., Beel:
„Met grote verontrusting heeft het
hoofdbestuur van de Alg. Bedrijfs
bond van Land-, Tuin-, Veen- en Zui-
veïarb_eiders kennis genomen van de
uitspraak van de Nederl. afgevaardig
de A. H. Boerma voor de raad van de
F.A.O. (Wereld Voedsel- en Landbouw
organisatie), dat „Nederland zal ge
dwongen zijn dit jaar 200.000 ton groen
ten te vernitigen in verband met afzeï-
moeilijkheden".
Wij doen een ernstig beroep op de
Nederlandse regering alles te doen wat
ir. haar vermogen ligt om eventuele
vcedselvernietiging te voorkomen,
waarbij wij ons als eerste maatregelen
voorstellen:
1. Alles te doen wat de export van
groente kan bevorderen.
2. Groente voor zulk een prijs aan
de markt te brengen, dat ook de wer
kende bevolking in staat zal zijn vol
doende te consumeren, waarbij maat
regelen moeten worden genomen dat
kwekers en handelaren hiervan geen
schade ondervinden.
3. Het conserveren yan groente in.
zulk een omvang tejtoen plaats vinden
dat ook in de'winter en het voorjaar
voldoende en goedkoper groenten be
schikbaar is".
OOI
TJEERD ADEMA
34)
HOOFDSTUK IX.
Een oude vriend.
Inspecteur Beekman zette zich behagelijk in een hoekplaatsje van de
trein naar Rotterdam.
De man, die tegenover hem zat was in een breed gevouwen krant ver
diept, zodat er niets van zijn gezicht te zien was en de inspecteur was
aangenaam verrast, toen de krant plotseling zakte en het gezicht van zijn
oude schoolmakker Leo van den Berg hem glimlachend aanstaarde.
„Leo, beste kerel," zei hij, „dat is ook een onverwachte ontmoeting!"
„Niet zo onverwaoht als je wel schijnt te denken," zei de reporter van
„Het Nieuwsblad". Tenminste niet wat mij betreft, want ik heb al lang
eens rustig met je willen praten en de gelegenheid om je eens uit te horen
als we samen in de trein naar Rotterdam zitten, was te mooi om er geen
gebruik van 'te maken."
„Hoe weet je, dat ik naar Rotterdam ga?"
„Omdat ik byna achter je stond, toen je een, kaartje hebt genomen."
„Moet je ook naar Rotterdam?"
„Neen, eigenlijk niet. Ik was toevallig aan het station, omdat ik een oom
naar de trein gebracht heb, maar ik kon de verleiding niet weerstaan bij je
te komen zitten." 1
„Dan bof je, dat je in deze coupé terecht gekomen bent."
„Inderdaad, maar ik zou je in een andere, ook wel gevonden hebben."
„Maar je wilt toch niet zeggen, dat je alleen naar Rotterdam gaat omdat
ik er heen moet?"
„Ja, dat wil ik wèl zeggen. Ik had nog juist tijd om op het perron even
naar de redactie te bellen en te vertellen, dat ze me vooreerst niet terug
kunnen verwachten, omdat ik op een goed spoor zit."
„In een goed spoor," verbeterde de 'inspecteur.
„Je begrijpt me niet, beste jongen," zei de reporter glimlachend. „Ik
weet, dat je zelden op reis gaat. Je hebt geen vacantie, dus je bent op een
dienstreis en nu hoop ik twee vliegen in één klap te kunnen slaan."
„Mag ik misschien ook weten wat dat voor vliegen zijn?"
„Natuuriyk mag je dat weten. De eerste ben jij, want ik heb nu gelegen
heid je eens rustig uit te horen en de tweede ben jy eigenlijk ook, want ik
wil zien waar je naar toe gaat, als je tenminste niet zo behulpzaam bent
om me dat zelf te vertellen."
Inspecteur Beekman glimlachte.
„Vanwaar die belangstelling in mijn doen en laten?"
„Omdat ik al dagen lang achter die -moord aan zit en nog geen stap
verder ben gekomen. Je ziet, dat ik openhartig met je spreek. Ik ben van
plan -een beroep te doen op onze oude vriendschap en je zover te krijgen,
dat je je hart voor me uitstort om de doodeenvoudige reden, dat jy er op
het ogenblik meer van weet dan ik en dat ik van harte hoop, dat je me
een primeurtje zult bezorgen. Begin met een sigaret van me op te steken
en laten we die, bij gebrek aan beter, maar als een vredespijp beschouwen."
„Leo, beste -kerel," zei de inspecteur, „je wilt toch zeker geen ambts
geheim van me lospeuteren?"
„Dat weet ik nog niet," zei de reporter. „Ik bof in elk geval, dat ik je
ontmoet heb en ook dat we met z'n tweetjes zitten, zodat we rustig
kunnen praten."
„Weet je wat je doet," zei de inspecteur. „Ga jy nou je krantje maar
lezen en kyk zo nu en dan eens uit het raampje. Zie je, dat er al lammetjes
,in de wei zyn? Dat is ook interessant om over te schryven. Wat. mij be
treft, ik ga een dutje doen. Je weet niet half hoeveel slaap een politieman
tekort komt Zou je zo vriendelijk willen zijn om me wakker te maken als
we in Rotterdam zijn?"
De reporter gromde verachteiyk.
„Beste kerel," zei hy. „Je hebt me vyf jaar op de H.B.S. meegemaakt en
je weet wel, dat ik daar niet eenfvan de domste geweest ben. Dacht je nu
werkelyk, dat ik reis- en verblyfkosten kan declareren als ik aan myn chef
niet kan vertellen, dat ik er iets voor terug gekregen heb? Laten we maar
eens beginnen met dokter Van Bremen. Geloven jullie werkeiyk, dat die de
moordenaar geweest is?"
Inspecteur Beekman keek belangstellend naar zyn oude schoolvriend.
Hij kende hem te goed om niet te weten, dat hij de vasthoudendheid van een
buldog had en dat hy hem de hele dag niet meer kwijt zou raken. Hij wist,
dat de affaire-D» Vries nog lang niet in het stadium was waarin men de
heren reporters ten burele nodigt om heri met een zekere voldoening te ver
tellen, dat de politie er in geslaagd is de geheimzinnige zaak te ontwarren
en de misdadiger achter slot en grendel te zetten.
Daartegenover stond, dat het niet onverstandig zou zijn een gezagheb
bende journalist in zekere zin in vertrouwen te nemen. Niet alleen om te
voorkomen, dat er ontijdige of onjuiste publicaties werden gegeven, maar
ook omdat iemand als Leo van den Berg, die iedereen kende en die links
en rechts de beste relaties had, een man was van wie hy de grootst moge
lijke medewerking zou kunnen krygen.
Het kwam er alleen maar op aan, hem de belofte af te persen, dat hij niets
zonder voorkennis van de politie zou publiceren.
„Je zit er zwaar over te denken om me wat te vertellen," zei de reporter
glimlachend.
„Hoor eens, Leo, ik derik er inderdaad over, maar ik moet eerst de per
tinente belofte hebben, dat
„Dat ik er niet over zal spreken en nog minder over zal schryven." zet
de journalist glimlachend. „Ja, dat kennen we langzamerhand wel. Een re
porter, die niet spreekt en niet schrijft is volkomen ongevaarlyk. Maar wat
denk je wel wat mijn chef zal zeggen over een zwygende nieuwtjesjager, die
met schrijven wacht tot alle kranten behalve de zyne sensationele onthul
lingen hebben gedaan Henk, beste vent, je wilt me toch zeker niet brode
loos maken! Ik ben vier weken geleden getrouwd en hoofd van een gezin
geworden. Als je dan met mij geen medelijden hebt, denk dan eens aan de
arme kinderen, die ik later misschien zal krygen. Je kunt ze toch niet de
schande aandoen van een journalistieke vader, die op de nieuwtjes jacht
aHeen maar bokken heeft geschoten.
Kom op met je nieuws! Dus jullie den
ken, dat dokter Van Bremen de schul
dige is, of volg je nu weer een ander
spoor? Waarom ga je eigenlijk naar
Rotterdam?"
(Wordt vervolgd)