Heel Amerika koopt op albetaling Bï 1'WAfcTE SCHADUW NA ATHENE im am om VAN NELLE 3 PARIJS, ST. LOUIS en weer ATHENE I i ii 3 R.A.I. weer autoshow Contant betalen een sprookje, waarin men niet gelooft 'i Lands wijs, lands eer DE OLYMPISCHE SPELEN Ewry het springwonder door J, D. v. Exter LUISTEREN NAAR Na tien jaar: Geen groente naar de Belt! EN NU WW/ EEN KOPJE Ir J t door Jan Dirk van Exter CoDyrlrht R.D.P. door Theo M. Eerdmans NÉW YORK, April. Toen ik dezer dagen bij mijn Nederlandse vrienden te Jersey op bezoek kwam zag ik, dat de zaak voor elkaar was: de glanzend nieuwe auto stond -voor de deur! Dat had moeite gekost. Vijftien jaar wo nen zij nu al hier onder de rook van 's werelds grootste stad, maar zij zijn Jr alle opzichten Nederfanders geble ven, hetgeen o.m. zeggen wil, dat zij nooit iets op afbetaling hebben ge kocht. Maar nu moest het dan, want de kas liet de noodzakelijke aanschaf fing van een wagen, die hier tenslotte ook nog meer dan tweeduizend dollar kost, niet toe. Nu is dat in de Verenig de- Staten geen onoverkomelijke moei lijkheid. Mijn vrienden stapten dan ook over hun gewetensbezwaar heen en besloten een auto aan te schaffen op z'n Amerikaans. Toen zij echter met de leverancier gingen praten bleek die niet te willen leveren. Waarom? Hij l.ad het al te verdacht gevonden, dat mensen, die vijftien jaar in Jersey hadden gewoond, nog steeds niet ston den ingeschreven in het plaatselijk credietwaardigheidsregister, waar hij uiteraard had - geïnformeerd. Het sprookje, dat zij al die tijd contant hun rekeningen hadden voldaan, klonk te ongeloofwaardig om er in te trappen... Maar nu was de nieuwe wagen er dan. Het was dan blijkbaar toch ge lukt aan te tonen, dat het heus echt waar was. Tja, zo gaat het hier in Amerika, 's Lands wijs, 's lands eer. En 's lands wijs brengt hier mee, dat men op afbetaling koopt. Betaalt men vlot zijn termijnen, dan krijgt men 'n goede aantekening in het credietwaar digheidsregister. Heeft men dat een maal, dan is alles okay. Voor ons, de gelijke Nederlanders, is dat een van de zeer vele dingen in het Amerikaanse leven, waarover men zich telkens weer verwondert of waaraan men zich tel kens weer ergert. Wij Nederlanders hebben een aangekweekt gevoel voor wat-men-doet" en „wat-men-niet-doet" en voor „wat-men-zegt" en voor „wat- men-niet-zegt". Amerika kent deze conventionele remmen niet, de Amerikaan doet wat hij wil. Hij zegt ook en dat graag *- wat hij wil. Hij koopt ook graag wat hy wil. En dat wordt hem erg gemakkelijk gemaakt. Amerika kent geen zorgen over voedsel of kleding, bonnen of toewijzingen. De Amerikaan klaagt steen en been, dat hy nota bene soms wel een half jaar moet wachten voor hy zijn bestelde auto uit de showroom kan gaan ha len.... En tijdens de oorlog moest hij waarachtig wel eens een merk siga ret roken, dat hy normaal nooit zou hebben aangekeken. Maar die „zorgen" zijn weer voorbij. Er is volop en de concurrentiestrijd is in volle gang. Koopt! De Amerikaan koopt. Hij koopt zijn nieuwe wagen, hij koopt zijn ijskast, hij koopt zijn automatische wasmachine die o zo in. zwang* komt en velen kopep hun televisieontvanger omdat televisie een rage wordt in de grote steden. „ALLES OP „EASY TERMS". Maar verdient een Amerikaan dan zoveel dat hij zich dergelijke luxen kan permitterèn? Een auto' is nog altijd meer dan 2000 dollars, een wasmachi ne een paar honderd, een ijskast idem, een televisie-toestel nog meer. En de gemiddelde Amerikaan houdt beslist niet zoveel over, dat hij dergelijke kruidige bedragen kan uitleggen voor deze begeerlijke zaken. Maar Amerika koopt en leeft op crediet. Alle zaken leveren op „easy terms", gemakkelijke voorwaarden. Het komt een beetje duurder, maar wat geeft dat? De be geerlijkheden zijn dan vast in bezit. Tien of vijftien procent ineens en de rest doen we heel kalm aan.... Bij Nederlandse hersens wil dat er steeds nog niet erg in. Wij beschou wen de „huurkoop" en de „afbetaling" als iets onwelvoeglijks en een gevaar lijke manier om aan een behoefte te voldoen. En als wij in het huis van 'n vriend of kennis een nieuwe aankoop bewonderen, zullen we het wel uit ons hoofd laten te informeren of dat soms „op gemakkelijke voorwaarden" ge kocht is. Het zou het einde van de vriendschap betekenen. „Dat-doet-men" immers niet. De Amerikaan vindt vat onzin. Ieder een doet het en niemand veronderstelt dèar, dat een ijskast, radio of wasma chine contant betaald wordt. Hij in formeert dan ook vrij hoeveel er al van afbetaald is en hij krijgt een vrij antwoord. Huis, meubilair, auto, alles: „hoeveel heb je al betaald?" of „hoe ver ben je al op wegMaar O' s ligt dat nog niet erg. Dat went niet, zoals de wolkenkrabbers. We komen 't huis van onze Amerikaanse vrienden binnen en staan verbaasd. „Zou dat...?" denken we. Vragen durven we niet. „Dat-doet-men-niet" in Nederland. Maar de gastheer zal trots zijn rijk dommen tonen en enpassant vermelden hoeveel er nog te betalen valt, en hoe lang. Heel erg veel meestal. En heel erg lang (Nadruk verboden) De Lange heeft dadelijk rapport uitgebracht aan de Chef, dat er weer een transport op komst is. Ja, hij kan de Chef niet alleen dë juiste datum, maar zelfs het juiste uur noemen! Verheugd over zo'n buitenkansje maken beide alles in gereedheid. „Weet jij ook nog wat voor soort wagen het is, Lange?" „Nee, dat kon ik helaas niet precies aan de weet komen, maar ik vermoed, dat het hetzelfde type wagen is als de vorige". Maar dat heeft de Lange toch mis. Op de bewuste avond breekt een zware pantserauto, regelrecht gekocht op één van de leger-dumps, die er in België te vinden zijn, dwars door een grenspost. De houten boom wordt aan diggelst gereden, terwijl de wagen vuur spuwt naar alle kanten. De grenspost is volkomen verrast en. kan niet meer doen, dan het bericht da delijk doorgeven aan alle omliggende posten om paraat te zijn.' En niet alleen de pantserwagen kwam over de grens. Er vlak achter raasde een onschuldige personenauto! Nu onschuldig is die personenwa gen eigenlijk niet, want binnenin be vinden zich de Rat, Knyp-Oog en Fatty. Zal hun plan succes hebben? De athleet, die op de Tweede Olympische Spelen, die in 1900 in Parijs werden gehouden, de meest verbluffende prestatie leverde, was de Ame rikaan Long! Toen de duizenden toeschouwers zich verzameld hadden voor de finale 400 meter hardlopen en het startschot had geklonken, stoof deze Amerikaan naar voren met 'n verbazingwekkende snelheid, zyn tegenstanders wa ren eenvoudig nergens. Zienderogen liep Long uit onder geestdriftige toejuichingen der menigte, die voelde, dat hier iets zeer bijzonders ge beurde. Toen hij de eindstreep passeerde bedroeg zyn voorsprong op nummer, twee niet minder dan 20 meter, iets wat geen winnaar van dit nummer later ooit tüdens de Olympische Spelen heeft kunnen presteren. De tyd van Long bedroeg 49.75 sec., bijna vyf seconden minder, dan die van de winnaar in Athene en in ieder geval een tijd, die voor die periode phenomenaal was! Tja, die Olympische Spelen in Pa rijs. Athene was een opzienbarend succes geweest en'Parijs werd een ont stellende tegenvaller. Men had op een enorme belangstelling gerekend omdat de Spelen samenvielen met een wereld tentoonstelling, die immers ontelbaren naar de vrolijkste stad van Europa! trok. Maar de mensen gingen liever naar de tentoonstelling, dan naar het sportgebeuren. Sportief echter mochten de Spelen wel degelijk zijn. Het programma was nu uitgebreid tot 23 athletieknummers de overige sporten waren in die beginjaren nau welijks van enige betekenis en weel waren het de Yankees, die de toon aan gaven. Zij wonnen maar eventjes 17 gouden medailles. Engeland had dit maal meer succes. Het veroverde er vier, Frankrijk en Hongarije wonnen ieder één gouden plak. EEN VIERVOUDIGE KAMPIOEN. Naast Long was de meest opvallende verschoning de Amerikaan Kranzlein, die het zowaar klaar speelde om niet minder dan vier gouden medailles in de wacht te slepen; Zyn eerste be haalde hy op een thans verdwenen nummer, n.1. 60 meter hardlopen, zon tweede op de llfi meter horden, zyn derde op de 200 meter horden en zijn vierde in het verspringen met aanloop. EN EEN VIJFVOUDIGE. Nog minder dan over de Parijs Spe len valt er te vertellen over de Olym pische Spelen van 1904 die in Ameri ka, in St. Louis, werden gehouden. Zij waren een zuiver Amerikaanse aange legenheid en er was geen Europees land, dat ook maar een eflkele titel veroverde. Van de 32 athletieknummers won nen de Amerikanen er 22, de rest nam Canada voor zijn rekening. Maar we derom waren er figuren, die met hoofd en schouders boven de andere deelnemers uitstaken en wier namen daarom aan de vergetelheid ontrukt dienen te worden. Werd Kranzlein viervoudig kam pioen, nu kwam er een vijfvoudige Olympische kampioen uit de bus, na melijk de Amerikaan Hahn. Al zijn TUSSENSPEL IN ATHENE Op St. Louis volgden in 1906 de tus senspelen te Athene. Het was een denkbeeld van de Grieken, om tussen de officiële Spelen in, telkens twee jaar erna, spelen in Athene te organi seren, om -daardoor de Griekse oor sprong der spelen in herinnering te houden. Maar het is bij deze ene po ging gebleven, Eenmaal in dè vier jaar bleek later ruimschoots voldoende. Amerika won in Athene 11 num mers. Engeland 3. Zweden 2, Finland, Hongarije, Canada en Frankrijk ieder één. Hahn behoorde weer tot de deel nemers en al zag hij, twee jaar ouder geworden, geen kans om zijn roem ruchte prestatie uit St. Louis te her halen, hy behoorde toch weer tot de kampioenen en sleepte' 'de 100 meter jn de wacht. Met deze tussenspelen in Athene eindigt de periode, waarin de Olym pische Spelen in de kinderschoenen stonden. En tevens eindigt er de tyd mee, waarin aan de andere sporten maar zeer weinig aandacht werd ge- overwinningen behaalde hy op loop- schonken. De Olympische Spelen van nummers, nl. op de 60 meter, de 100 meter, de 200 meter, de 200 meter hor den en de 400 meter horden. Het ïydt niet de minste twijfel, dat hy inder daad de allerbeste loper van zijn tijd was. 1908 werden namelijk in Londen ge houden en daar aanschouwde de we reld voor het eerst een sporttournooi, waarop eigenlijk geen sport van bete kenis ontbrak. Vanaf 1908 dateert de glorietijd der Olympische Spelen, 39. De keukenjonger? Is blij dat hij weer de benen kan nemen en zodra hij weg is beginnen Pim, Pam en Pom hard e lachen. „Grrr! Grrr!" gromt Ham. „Oh, wat ruikt dat lekker. Ik slik er mijn tong bij in Grrr!" „Kom, hou nu maar even op met die eomedie", zegt Pom., „We zijn nu toch onder ons". „Ah, dit is het volle leven", roept Pim theatraal. „Hier heb ik altijd al naar gesnakt". En hij neemt een grote hap van zijn biefstuk. 40. Een tijdlang doen de drie broertjes niets anders dan eten maal ais alles op is, veegt Pim met 'n vol daan gezicht'zijn mond af en zegt te gen Pom en Pam: „Zeg, hoeveel maal zouden we dit per dag krijgen?" „Toe nou!" roept Pom. „Je hebt net je buik vol. Hoe kun je nu alweer over eten denken?" „Pardon, ik denk aan onze toekomst", antwoordt Pim. „En die zal afhangen van het eten dat we krijgen". „Praat me alsjeblieft niet over toe komst", zegt Pam. „Als ik aan de toe komst denk, kryg ik het benauwd. Hoe komen \fte hier ooit weer uit?" PROGRAMMA VOO» HEDENAVOND \A/.. HILVERSUM 1, 'J 301 m. Nieuwsber. om 6, 8 en 11 uur. AVRO: 6.15 Tom Erich, piano. 6.30 Nederlandse strijdkrachten. 7,00 Pantomine (gr.pl.) 7.05 Viruly over de opleiding van de piloot 7,15 AVRO's Radio-Filmkrant 7,45 Ni-, win-klanken 7,50 Wederopbouw 8 15 Avro's Bonte Dinsdagavondtrein 9,30 Contact 10,15 Buitenlands over zicht 10,30 Beroemde liederenreek- sen 11,15 Londens Philharmonisch orkest HILVERSUM II, 415 m. Nieuws berichten om 7, 8 en 11 uur. K. R'. O.: 6,20 Sportpraatje 6,30 Gezondheid en arbeid 7,15 Cyclus: „De Pianocon certen van Mozart". 7,45 Alle hens aan dek 8.05 De gewone man 8,12 Radio Philh. Orkest 10,00 Sa hara. land van angst en dorst 10,10 Orgelmuziek van de 15e tot en met de 20e eeuw 10.30 Actualiteiten 10,45 Avondgebed 11,15 Gramofoonplaten PROGRAMMA VOOR WOENSDAG. HILVERSUM I, 301 m. Nieuwsber. om 7. 8, 1. 6 en 11 uur. VARA: 7.30 Gr.pl.; 8.18 Opera-progr.; 8.50 Voor de huis vrouw; 9.Symph.-progr.; 9.30 Schu- mann (gr.pl.); VPRO 10.Morgenwij ding; VARA: 10.20 Onze keuken; 10.30 Alsdé stofzuiger zwijgt; 11.— Gr.pl.; 12.Orkest Carlo Carcassola; 1230 Weerpraatje; 12.33 Voor het platteland; 12,50 The Kilima Hawaiïans; 1.20 The Ramblers; 1.50 Gr.pl.; 2.Gesproken portretten; 8.15 Jeugdconcert; 3.De scheepsjongen van Bontekoe; 3.20 Vro lijke praatjes: 3.30 De roodborstjes; 3.45 De regenboog; 4.15 Vragen staat vrij; 4.45 Het stond in de krant; 5.15 Gr.pl.; 5.30 Maatsch.werk; 5.35 Orgel (Cor Steijn); 6.20 Gramofoonplaten; 6.30 Ned. strijdkrachten; 7.Geleide economie: 7.15 Hammond-klanken; VPRO: 7.30 Voor de jeugd; 7.40 Jeugdnieuws; 7.45 Lezen in de bijbel; VARA: 8.15 Dolf v. d. Linden-orkest; 8.48 Schuldig of on schuldig; 8.55 Knock (hoorspel); 9.55 Liederen voor vrouwenkoor; 10.10 'En semble Jean Presto; 10.45 Van boek tot boek; 11.15 Nocturne in Tuschinski. HILVERSUM II, 415 m. Nieuwsber. om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur. NCRV: 7.15 Renville; 7.45 Een woord voor de dag; 8.15 Gr.pl. 8.30 Vrolijk morgenprogram ma; 9.Ochtendbezoek bij jonge zie ken; 9.30 Waterstanden; 9.35 Werken van Beethoven; 10.30. Morgendienst; 11 Werken voor strijkorkest; 11.30 Amati Trip; 12— Musette-orkest; 12.30 Weer- overzicht; 12.33 Orgel; 12.55 Het Prot. Interkerkel. thuisfront; 1.15 Cyclus Van Rameau tot Ravel; 1.55 Masedolineta; 2 30 De arons kelk; 3.Rott strijk kwartet; 3.30 De varianten; 3.55 Piano recital;' 4.15 Voor onze jongens en meisjes; 5.30 Gr.pl.; 5.45 Na de W.- Indische conferentie: 6.Onze Ned. koren en corpsen; 6.30 The London Czech Trio; 7.15 Het nieuws uit Indië; 7.30 Het act. gelufti; 7.45 Engelse les; 8.15 Herdenkingsfeest 100-jarig bestaan Heldring-stichtingen; 9.30 Radio Philh. orkest; 10.30 Gr.pl.; 10.45 Avondover denking; 11.15 Gr.pl. Op Vrijdag 30 April openen zich de deuren van het bekende, sinds de be vrijding geheel gerestaureerde RAI-ge- bouw te Amsterdam voor de eerste na oorlogse tentoonstelling van motorrij tuigen met toebehoren hier te lande, en krijgt het Nederlandse publiek voor het eerst na tien jaar de gelegenheid, per sonenauto's, vrachtwagens en autobus sen uit alle autozproducerende landen en in een grote variëteit van typen, af metingen en prijzen onder één dak bij een te zien. Deze internationale tentoonstelling, die tot 9 Mei zal zijn geopend, is ont staan uit het verlangen en de behoefte van het Nederlandsee autobedrijfsleven om ook in dit opzicht de terugkeer naar normale toestanden te bevorderen en 't geëxposeerde materieel te doen getui gen van de grote betekenis, welke het moderne motorvoertuig voor het trans portwezen en daarmee voor onze volks huishouding heeft. De belangrijke plaats, die de groep der bedrijfsauto's in het RAI-gebouw zal innemen, accen tueert het utilitair-economische karak ter der tentoonsteling, dat geheel en al past in het kader van deze tijd. In deze categorie zal een weliswaar niet om vangrijke maar technisch onbetwist hoogstaande, nationale industrie zich presenteren. De Algemene Bedrijfsbond van Land-, Tuin-, Veem- en Zuivelarbeiders heeft het volgende telegram gezonden aan de minister-president, dr. L. J. M., Beel: „Met grote verontrusting heeft het hoofdbestuur van de Alg. Bedrijfs bond van Land-, Tuin-, Veen- en Zui- veïarb_eiders kennis genomen van de uitspraak van de Nederl. afgevaardig de A. H. Boerma voor de raad van de F.A.O. (Wereld Voedsel- en Landbouw organisatie), dat „Nederland zal ge dwongen zijn dit jaar 200.000 ton groen ten te vernitigen in verband met afzeï- moeilijkheden". Wij doen een ernstig beroep op de Nederlandse regering alles te doen wat ir. haar vermogen ligt om eventuele vcedselvernietiging te voorkomen, waarbij wij ons als eerste maatregelen voorstellen: 1. Alles te doen wat de export van groente kan bevorderen. 2. Groente voor zulk een prijs aan de markt te brengen, dat ook de wer kende bevolking in staat zal zijn vol doende te consumeren, waarbij maat regelen moeten worden genomen dat kwekers en handelaren hiervan geen schade ondervinden. 3. Het conserveren yan groente in. zulk een omvang tejtoen plaats vinden dat ook in de'winter en het voorjaar voldoende en goedkoper groenten be schikbaar is". OOI TJEERD ADEMA 34) HOOFDSTUK IX. Een oude vriend. Inspecteur Beekman zette zich behagelijk in een hoekplaatsje van de trein naar Rotterdam. De man, die tegenover hem zat was in een breed gevouwen krant ver diept, zodat er niets van zijn gezicht te zien was en de inspecteur was aangenaam verrast, toen de krant plotseling zakte en het gezicht van zijn oude schoolmakker Leo van den Berg hem glimlachend aanstaarde. „Leo, beste kerel," zei hij, „dat is ook een onverwachte ontmoeting!" „Niet zo onverwaoht als je wel schijnt te denken," zei de reporter van „Het Nieuwsblad". Tenminste niet wat mij betreft, want ik heb al lang eens rustig met je willen praten en de gelegenheid om je eens uit te horen als we samen in de trein naar Rotterdam zitten, was te mooi om er geen gebruik van 'te maken." „Hoe weet je, dat ik naar Rotterdam ga?" „Omdat ik byna achter je stond, toen je een, kaartje hebt genomen." „Moet je ook naar Rotterdam?" „Neen, eigenlijk niet. Ik was toevallig aan het station, omdat ik een oom naar de trein gebracht heb, maar ik kon de verleiding niet weerstaan bij je te komen zitten." 1 „Dan bof je, dat je in deze coupé terecht gekomen bent." „Inderdaad, maar ik zou je in een andere, ook wel gevonden hebben." „Maar je wilt toch niet zeggen, dat je alleen naar Rotterdam gaat omdat ik er heen moet?" „Ja, dat wil ik wèl zeggen. Ik had nog juist tijd om op het perron even naar de redactie te bellen en te vertellen, dat ze me vooreerst niet terug kunnen verwachten, omdat ik op een goed spoor zit." „In een goed spoor," verbeterde de 'inspecteur. „Je begrijpt me niet, beste jongen," zei de reporter glimlachend. „Ik weet, dat je zelden op reis gaat. Je hebt geen vacantie, dus je bent op een dienstreis en nu hoop ik twee vliegen in één klap te kunnen slaan." „Mag ik misschien ook weten wat dat voor vliegen zijn?" „Natuuriyk mag je dat weten. De eerste ben jij, want ik heb nu gelegen heid je eens rustig uit te horen en de tweede ben jy eigenlijk ook, want ik wil zien waar je naar toe gaat, als je tenminste niet zo behulpzaam bent om me dat zelf te vertellen." Inspecteur Beekman glimlachte. „Vanwaar die belangstelling in mijn doen en laten?" „Omdat ik al dagen lang achter die -moord aan zit en nog geen stap verder ben gekomen. Je ziet, dat ik openhartig met je spreek. Ik ben van plan -een beroep te doen op onze oude vriendschap en je zover te krijgen, dat je je hart voor me uitstort om de doodeenvoudige reden, dat jy er op het ogenblik meer van weet dan ik en dat ik van harte hoop, dat je me een primeurtje zult bezorgen. Begin met een sigaret van me op te steken en laten we die, bij gebrek aan beter, maar als een vredespijp beschouwen." „Leo, beste -kerel," zei de inspecteur, „je wilt toch zeker geen ambts geheim van me lospeuteren?" „Dat weet ik nog niet," zei de reporter. „Ik bof in elk geval, dat ik je ontmoet heb en ook dat we met z'n tweetjes zitten, zodat we rustig kunnen praten." „Weet je wat je doet," zei de inspecteur. „Ga jy nou je krantje maar lezen en kyk zo nu en dan eens uit het raampje. Zie je, dat er al lammetjes ,in de wei zyn? Dat is ook interessant om over te schryven. Wat. mij be treft, ik ga een dutje doen. Je weet niet half hoeveel slaap een politieman tekort komt Zou je zo vriendelijk willen zijn om me wakker te maken als we in Rotterdam zijn?" De reporter gromde verachteiyk. „Beste kerel," zei hy. „Je hebt me vyf jaar op de H.B.S. meegemaakt en je weet wel, dat ik daar niet eenfvan de domste geweest ben. Dacht je nu werkelyk, dat ik reis- en verblyfkosten kan declareren als ik aan myn chef niet kan vertellen, dat ik er iets voor terug gekregen heb? Laten we maar eens beginnen met dokter Van Bremen. Geloven jullie werkeiyk, dat die de moordenaar geweest is?" Inspecteur Beekman keek belangstellend naar zyn oude schoolvriend. Hij kende hem te goed om niet te weten, dat hij de vasthoudendheid van een buldog had en dat hy hem de hele dag niet meer kwijt zou raken. Hij wist, dat de affaire-D» Vries nog lang niet in het stadium was waarin men de heren reporters ten burele nodigt om heri met een zekere voldoening te ver tellen, dat de politie er in geslaagd is de geheimzinnige zaak te ontwarren en de misdadiger achter slot en grendel te zetten. Daartegenover stond, dat het niet onverstandig zou zijn een gezagheb bende journalist in zekere zin in vertrouwen te nemen. Niet alleen om te voorkomen, dat er ontijdige of onjuiste publicaties werden gegeven, maar ook omdat iemand als Leo van den Berg, die iedereen kende en die links en rechts de beste relaties had, een man was van wie hy de grootst moge lijke medewerking zou kunnen krygen. Het kwam er alleen maar op aan, hem de belofte af te persen, dat hij niets zonder voorkennis van de politie zou publiceren. „Je zit er zwaar over te denken om me wat te vertellen," zei de reporter glimlachend. „Hoor eens, Leo, ik derik er inderdaad over, maar ik moet eerst de per tinente belofte hebben, dat „Dat ik er niet over zal spreken en nog minder over zal schryven." zet de journalist glimlachend. „Ja, dat kennen we langzamerhand wel. Een re porter, die niet spreekt en niet schrijft is volkomen ongevaarlyk. Maar wat denk je wel wat mijn chef zal zeggen over een zwygende nieuwtjesjager, die met schrijven wacht tot alle kranten behalve de zyne sensationele onthul lingen hebben gedaan Henk, beste vent, je wilt me toch zeker niet brode loos maken! Ik ben vier weken geleden getrouwd en hoofd van een gezin geworden. Als je dan met mij geen medelijden hebt, denk dan eens aan de arme kinderen, die ik later misschien zal krygen. Je kunt ze toch niet de schande aandoen van een journalistieke vader, die op de nieuwtjes jacht aHeen maar bokken heeft geschoten. Kom op met je nieuws! Dus jullie den ken, dat dokter Van Bremen de schul dige is, of volg je nu weer een ander spoor? Waarom ga je eigenlijk naar Rotterdam?" (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1948 | | pagina 3