c
DE JEUGD-KOER
D
De verdwenen onderduiker
DOBBER en KLIEKJE
DE
SCHADUW
De wijze Kadi
PRIJSRAADSEL
Oplossing Prijsraadsel
Hallo, Jongens en Meisjes
IN ZUID-AFRIKA
'~Z\
V <*'t JL\
-
DE WRAAK VAN DE
PAUKENIST
door Jan Dirk van Exter
Wu
LUISTEREN
NAAR....
In de zandbak op de grote speel
weide, schuin tegenover het voetbal
veld was het een gejoel geweest van
belang. Geen wonder, het meisje, dat
met de zorg voor de kleinste kinderen
belast was en steeds een oogje in het
zeil hield, was jarig. Dat wisten ze
allen al weken tevoren. Afspraak was,
dat voor elk zandtaartje, dat voor
haar gebakken werd een echte ver
snapering in de plaats zou komen. Je
begrijpt, aan zandtaartjes dus geen
gebrek. Hele rijen stonden voor de
jarige in het gelid. Bakkertjes en
zandtaartjes rezen als paddestoelen
uit de grond. Na het verorberen ech
ter van de ulevellen en pepermuntjes
werden de taartjes omgebouwd tot for
ten en bunkers, waar de zachtaardige
koekenbakkertjes heftig slaags raakten,
toen uitgemaakt moest worden wie
het langst over zijn snoepje had ge
daan. De vrede werd echter spoedig
getekend. En nu kon je merken, hoe
moe ze van al dat spelen waren ge>
worden. De jongsten der kemphaan
tjes zaten zelfs met duim of vinger
tjes in de mond te soezen van de
slaap. Gauw werden schopjes en em
mertjes bijeen gebracht en vertrok
ken de peuters onder geleide van
broer of zusje zoet naar huis. Toen de
schemering -was gevallen, zou niemand
de zandbak hebben teruggekend, zo
uitgestorven zag hij er nu uit. Alleen
één schopje was blijven staan en ge
tuigde met een even eenzaam zandem-
mertje van de jolige middagpret.
Was dat alles? Schijnbaar wel. En
toch.... als dat zo geweest was had
Thea in bed niet zo behoeven te hui
len om haar beertje, dat ze die mid
dag heel zeker in de zandbak had ge
zet. Maar bij het afscheid, toen ze
■raar broertje naar huis volgde, was
het onvindbaar geweest en toch had
geen der kinderen het gezien of mee
genomen. Thuis had ze niets durven
zeggen maar vol angst dacht ze in
stilte, waar ie haar Teddy toch terug
zou kunnen vinden. Ze moest hem
wel in de zandbak hebben achtergela
ten en tochhij was er niet; dat
wist ze heel zeker.
Heel stil, zonder hoop hem terug te
vinden, stapte ze de volgende morgen
het hek van de speelweide door en op
de zandbak af. Verdrietig keek ze in
't rond. Wel zag ze het achtergelaten
schopje en emmertje, maar van die
lieve Ted geen spoor. Opeens, toen zij
haar oog langs het hoge zandheuveltje
liet gaan, kreeg zij een schokje van
vreugde en schrik tegelijk. Lag hij
misschien daar onder die hoge berg
begraven, eenzaam in de diepte? Was
hij bij het afbreken van de forten on
der de zandlawine bedolven? Thea
beet haar tanden in haar trillend on
derlipje, drong haar traantjes terug
en snelde op het schopje toe, dat uit
nodigend in de zandberg stak. Als 'n
razende begon ze te scheppen. Het
zand stoof in alle richtingen. Dat was
ander werk dan zo'n beetje spelen en
taartjes bakken. Ze werd er warm
van. Maar het ging om haar Teddy.
Eerst toen de hele zandhoop naar één
kant was gewerkt kwam diep onder
ni de kuil een vochtig klein beertje
te voorschijn.... haar beertje! Ja,
maar niet ongeschonden. Teddy had
het gevecht niet heelhuids doorstaan.
Sheik Suleiman reed naar de stad,
als eenvoudig koopman gekleed. On
derweg ontmoette hij een grijsaard,
die hem vroeg: „Heer, ik ben ver
moeid, laat mij bij u achterop rijden."
Suleiman vergunde hem dit en de
grijsaard klom achter hem te paard.
Bij de stadspoort aangekomen sprak
de sheik: „Stap af".
„Hoe?" was het onverwachte ant
woord, „van mijn eigen paard afstij
gen, het is aan u af te stijgen!" De
sheik, die begreep, dat hij het slacht
offer was geworden van een bedrie
ger, reed naar het huis van de kadi,
een als zeer wijs bekend staande
rechter. Deze luisterde naar 't relaas
van de sheik, hoorde ook de bewe
ringen van de grijsaard en beval het
paard bij hem te laten en de volgen
de dag terug te komen om de uit
spraak te vernemen. Aldus geschied
de.
De andere morgen geleidde de ka
di hen een voor een naar de stal en
vroeg: „Herkent gij het paard?"
Beiden antwoordden zonder aarzelen
bevestigend. Toen beklom de kadi
zijn zetel weer en wees het paard
aan sheik Suleiman toe. „O Heer!"
riep de grijsaard uit, „waarom deze
beslissing". Ik herkende het paard
evenzeer als hij daar".
„Ja", sprak de kadi, „gij hebt bei
den het paard herkend maar het dier
heeft zelf slechts één van u herkend
en. wel "uw reisgenoot. Zodra hij de
stal binnenkwam draaide het de kop
om en hinnikte van blijdschap".
In de onderstaande 16 hokjes moe
ten jullie enkele letters invullen.
Op de bovenste rij, van links naar
rechts: een laag bü de grond dryven-
de wolk, die alle uitzicht beneemt.
Op de tweede rij: een meisjesnaam.
Op de derde rij:iets dat alleen op 't
gezicht van mannen kan groeien.
En tenslotte op de vierde rij: een
hoogte in het land waarop men vroe
ger het vee bracht als het hoog wa
ter werd.
Als de hokjes goed zijn ingevuld
kun je dezelfde woorden ook van bo
ven naar beneden lezen.
Het is niet zo moeilijk, doe je best
maar!
Hier volgen de hokjes:
De oplossingen worden vóór Maan
dag aan het bureau van dit
blad verwacht. Vergeten jullie niet op
de enveloppe te vermelden dat het be
stemd is voor de Jeugd-Koerier?
Onder de goede oplossers zullen
weer boeken worden verloot.
Zijn linkerarm zat los en hij miste 'n
oog. Maar hij was terug, dat was de
hoofdzaak. En de kleine onderduiker
die zo stilletjes onder het spelen door
was verdwenen, kreeg van de geluk
kige Thea zijn ereplaatsje terug bij 't
speelgoed thuis. En nooit kwam hij
meer in de zandbak
Het spreekwoord dat uit de cijfers
ontstond was:
Hoge bomen vangen veel wind.
De prijswinnaars waren deze week
Willem van der Kooi, Proostensteeg 3
Hoorn.
Sientje Schuurman, Grote Hout 252,
Beverwijk.
Jantje Leydeckers, Palmstraat 13, Den
Helder.
Willie de Jong, Boezemsingel 49, Alk
maar.
De boeken worden toegezonden.
Wij gaan vandaag bginnen met het briefje van Miny Riedcman, gefe
liciteerd met je „acht" Prachtig! Het lijkt me niet pleizlerig, Miny, als er
steeds weer zand op je'neervalt, terwijl je slapen wilt Kon je nu nog maar
aan „Klaas Vaak" geloven Annemarie Middelkoop, ja meisje, je had het de
vorige keer goed Bert Middelkoop, wat heerlijk dat je met de padvinders
naar Texel bent geweest Veel meisjes en jongens maken een uitstapje daar
heen en iedereen is er verrukt over p J Bak, hoe is je voornaam? Lize
Vos, wat geniet jij toch van bos en strand Ik ben heel nieuwsgierig naar de
geheime trap, Lize Vind je het prettig vijf dagen op reis te gaan? Jij zult
Texel missen Ineke Vos, een rondje over Texel met de klas lijkt me ook
fijn Er is veel te genieten op jullie mooie eiland Veel genoegen Janke
v d Vaart, dat is al weer goed, meisje „Edelweis", dank je wel voor je lief
briefje Ik zend jou een dikke zoen terug en groeten voor al je huisgenoten
We zijn echt „familie" geworden, Edelweis Is er iets niet in orde met je keel?
Heeft je zusje ook een schuilnaam? Tini Bakker, ik wil je oude postzegels
graag hebben en dank je wel Hennie Boogaard, gelukkig maar dat je nie'-
bang behoeft te zijn voor het proefwerk Je doet zeker altijd erg je best op
school, want je cijfers zijn zo mooi Handballen is heerlijk! Corrie Leen,
jammer dat Je brief te laat gekomen is, meisje Freek v d Molen, ik dank
je hartelijk, jongen Ik vind het aardig van je Raksja, ik ben blij met je
sigarenbandjes, dank je wel Jou vader heeft je een leuk naampje gegeven
Dag Raksja Dinie Dros, sigarenbandjes heb ik wel voor je Veel genoegen
op de laatste Maandag in Juni De datum, die je graag weten wilt is 26 Juli
Wordt jij op 16 Juli 12 jaar? Jopie Spigt, jammer dat je postpapier nu op
is en het duurt nog zo lang voor dö goede Sint komt Schrijf maar op een
stukje papier uit een oud schrift Dat doen véél kinderen, die ook niets meer
hebben en ik kan het even goed lezen, Jopie En zijn twee broertjes in Bever
wijk, die samen op een kruidenierszakje schrijven, maar dat is vaak onlees
baar Marietje Koopmans, ik heb jou briefjes niet gekregen, meisje Hoe kan
dat? Deed je ze zelf in de bus? Elfje Zonnestraal, jij hebt woord gehouden
Heb je genoten aan zee? Je tekening is fijntjes, aardig Elfje Bikkeltje,
ik hoop, dat je voor de HBS zult slagen Denk je dat duimen helpt? Aardig
van je om mij weer wat postzegels en sigarenbandjes te zenden Sneeuw
witje, welkom nichtje! Ik vind het prettig, dat je mee doet Tot de volgende
week „De Zwarte Schaduw", ik hoop van harte, dat je zult slagen Dank
je wel voo'r de postzegels Jantje Leydeckers, kijk eens goed in de J-K
van 10 Juni Dat ben jij, beste jongen, en deze week wordt je boek gezonden
Dag Janneman, voor jou en moeder hartelijke groeten Marie van Oud-
heusden, dat is een mooi vers, dank je wel Je tekening is ook mooi Het is
een schilderijtje Ik dank je hartelijk Marie pn zal het bewaren Steefje
Overhand, je had je buitenlandse postzegels beter dadelijk aan Alie Kiewiet
kunnen geven Ik heb een lange lijst met namen van kinderen, die allen bui
tenlandse postzegels gevraagd hebben Als ik er dus enkele krijg, zijn ze
dadelijk weer weg Ik vraag je nu, mij geen buitenlandse postzegels meer te
zenden Rie Schoonen, je doet je naam eer aan Je brieven en verzen zijn
werkelijk schoon Dank je wel voor al het werk, meisje Ik ben blij, dat poes
beter is Je hebt zeker goed voor haar gezorgd Klaproos, jg hebt het goed
uitgelegd Ik hoop nog eens naar Texel te gaan om alles te bekijken, waar
jullie over schrijven Tanny Ekkebus, jammer van je vorige brief, maar deze
is fortuinlijker geweest Vind je de naailessen prettig? 't Is prettig zelf te kun
nen knutselen Wim Gerssen, stuur ze maar niet opgeplakt Dank je wel,
Wim Marietje Gerssen, hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag Je kreeg
veel mooie dingen, vind je niet? Broertje mag mee doen als hij dat graag wil
„Zonnebloem", ik heb zelden zo iets fijns gezien als jouw brief Dank je
hartelijk, meisje Wat een tere, fijne kleuren heb jij bij elkaar gebracht Het
is een schilderijtje „Roodkapje", ik feliciteer je hartelijk met je verjaardag
en hoop, dat je een prettige dag zult hebben Ik ben nieuwsgierig naar het
spannende verhaal Irma Walboom, hartelijk gefeliciteerd en een prettig dagje
toegewenst Gré Bakker, jammer zeg, maar nu moet je winnen met hand
ballen Jij houdt van spannende lectuur, Gré Willy Vos, ik vind het prettig,
dat jij ook mee gaat doen, meisje, en ik dank je voor de sigarenbandjes Ik
hoop, dat je gauw beter zult zijn, hoor! Rina Körber, welkom, nichtje Aar
dig, dat je ook mee gaat doen Hababeriba, gezellig dat je een katje hebt
Ja, je hebt me verteld van die berg in Bandjoebiroe Gelukkig, dat je niet
geraakt werd door die kogels Je hebt veel meegemaakt Blijf je nu in Hol
land? Marcel Klabbers, je hebt het goed opgeschreven Martha ten Bosch,
die vossenjacht is spannend, hoor! Ik kan me begrijpen, dat Je geniet met
„Bosvolk" Het zijn mooie bandjes, die je mij stuurde, Martha Dank je wel
Piet van Zon, ik ben blij, dat je even schreef Je boek ligt klaar om ver
zonden te worden Jan de Wind heb je aardig getekend Ria Sperling, ik weet,
dat je geschreven hebt Dank je wel voor de sigarenbandjes Vertel eens een
keer iets over Lobith Ria? Wil je dat doen? Tiny Schol, goed meisje, zoek
maar een schuilnaam Waar groeit de plant waar je mij een takje van 'zond?
Heb je die mooie rups nog of gaat hij al weer door d'e vrije natuur
Alie Kiewiet, dank je wel voor je grote brief Met de Jan Plezier uit is dus
een feest geweest Dat dacht ik wel Fijn hoor, dat Duut bij je mag komen
logeren' Jullie hebt het altijd prettig op Texel Hansje Kiewiet, jij staat
onderaan Aardig van je, dat je nog gauw even schreef voor je naar bed moest
Het uitstapje is een echt feest voor je geworden, vind ik Dag Hansje
Aafje de Leeuw, Liesje de Haas, Gini Kramer, Gerlof Wisse, Thea Smit en
Jacob Wisse, laat nog eens wat meer van je horen
En nu maar weer tot de volgende week!
Dag allemaal!
I TANTE IET
1
»-A—Lr Qr jaiSjV «egT-A i
De pauken, je kent ze wel: die gro
te keteltrommen in het orkest, maken
wel veel geluid, maar de bespelers van
van deze instrumenten vallen niet
erg op, zoals ze daar geheel achteraan
staan opgesteld. Dat gebrek aan be
langstelling verdroot een oude pauke-
nist van de opera te Madrid zozeer,
dat hij besloot zich te wreken. De
laatste avond voordat hij zou worden
gepensionneerd, nam hij zijn kans
waar. Toen juist de violen een uiterst
tere melodie zacht lieten horen, wierp
de oude man zich als een wilde op
zijn pauken, zodat het publiek horen
en zien verging. De dirigent dreigde
van schrik flauw te vallen. Toen de
oude paukenist eindelijk zijn stokken
neerlegde en hem gevraagd werd wat
hem scheelde, zei hij bedaard: „Jaren
lang heb ik mijn plicht gedaan en
niemand bekommerde zich om mij.
Nu hoop ik. dat tenminste de couran
ten eens over me zullen schrijven".
Nu, dat deden ze dan ook. Zelfs meer
dan hem lief was.
RAADSEL
Met een D ben ik niet hier en met
een H zit ik op je hoofd. Met een P ben
ik met z'n tweeën en alleen zit ik op
een halm!
Wie ben ik?
E
K
A
E
Copyright R.D.P.
80)
En dan gebeurt alles binnen een
paar seconden.de auto steigert
tegen de trappen van het terras op....
komt weer op de grond, krakend in
alle veren en ramt dan de serre met
zo'n kracht dat de carosserie bijna
geheel in het huis verdwijnt! Een
oorverdovende slag davert in het
rond.brekend glas.krakend en
splinterend houtrondvliegende
stenendan verstomt het lawaai.
En in de stilte die volgt klinkt de stem
van Barendse: „Aanvallèèè!" En de
politie-mannen zwermen op het huis af
PROGRAMMA
VOOR HEDENAVOND
HILVERSUM I, 301
m Nieuwsberichten
cm 6, 8 en 11 uur
AVRO: 6,15 Sport-
praatje 6,30 \mor
de Strijdkrachten
7,00 Verkiezingsrede
7,15 De Radio-
Volksmuziekschool 7,45 De Regerings
Voorlichtingsdienst antwoordt8,05
Echo van de dag 8,15 Scandinavisch
programma 10,15 Onder vier ogen
10,30 The Romancers 11,15 The Sky-
masters 11,45 Gramofocmplaten
HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten
om 7, 8 en 11 uur KRO: 6,00 Sans
Souci 6,15 Land- en Tuinbouw 6,30
Sweelinck-kwartet 7,15 Leger des Heils-
k.wartier 7,30 Het actueel geluid 7,45
Jonge mensen bekwamen zich voor een
beroep 7,55 Het Bach-koraal 8,05 Pro
gramma proloog 8,15 Plaatvaria 9,00
Zang na studie 9,30 In de bloeiende
tuinen van Hilversum 10,00 Piano-duo
PROGRAMMA VOOR VRIJDAG
HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten
om 7, 8, 1, 8 en 11 uur VARA: 8,18
Orgelspel door Johan Jong 8,50 Voor
de huisvrouw 9,00 Gramofoonplaten
VPRO: 10,00 Morgenwijding VARA: 10,20
Fragmenten uit „The Maid of the Moun-
tains" 10,30 Voor de vrouw 10,45
Marcello en Auric (grpl) 11,15 Gramo
foonplaten 11,30 Licht orkest-concert
(grpl) AVRO: 12,00 Mexico-programma
12,30 Weerpraatje 12,38 „Le piano Ro-
mantique" 1,15 The Avroleans 1,45
Louis van Burg en Conny Stuart (grpl)
2,00 Kookkunst 2,20 Gramofoonmu-
ziek 3,00 Boekenschouw 3,20 Luch
tige samenzang VARA: 4,00 Lichte or
kestwerken (grpl) 4,30 Tussen twaalf en
zestien 5,00 Filmland 5,20 Wij en de
muziek 6,15 De Vara feliciteert 6,30
Voor de Strijdkrachten 7,00 Denk om
de bocht 7,15 Jan Vogel en zijn Accor
deon-orkest VPRO: 7,30 Cursus 7,50
Tien voor acht 8,05 Het Nederlandse
Kamerkoor 8,30 Cursus VARA: 9,00
Men vraagten wij draaien 9,30 De
Ducdalf 9,50 Op vleug'len van muziek
HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten
om 8, 1, 7, 8 en 11 uur NCRV; 8,15
Gewijde muziek 8,30 Symphonisch con
cert 9,15 Ochtendbezoek bij onze jonge
zieken 9,30 Waterstanden 9,35 Een
opgewekte melodie bij het werk 10,20
Gramofoonplaten 10,30 Morgendienst
1! ,00 Werken voor Strijkorkest 11,30
Margie de Groot, sopraan: aan de vleu
gel Marinus Voorberg 12,00 Ancora-
Trio 12,33 Dolf van der Linden en zijn
Metropole-orkest 1,15 Mandolinata
1,45 BBC Symphonie-orkest 2,20 Van
oude en nieuwe schrijvers 2,40 Sym-
phonie voor Strijkorkest 3,00 Ere-pro-
motie Veldmaarschalk Jan Smuts 4,00
Orkest-muziek (grpl) 4,55 Voordracht
door H Veenstra —5,15 Holanda Sextet
5,45 Bekende orkesten spelen bekende
melodieën 6,30 De internationale jeugd-
leidersconferentie 6,45 Wcgnums Zang
koor 7,15 Welk gebruik maakt U van
de Telegraaf? 7.30 Het actueel geluid
7,45 CNV-kwartier 8,05 Programma pro
loog 8,15 Simon Goldberg, vlooi, en
Maria Curcio, piano 8,45 Sociale ge
rechtigheid 9,05 Omroep-orkest 10,00
Vragen aan voorbijgangers 10,30 Negro
Spirituals 10,45 Avondoverdenking
81)
De man lichtte zijn hand op of hij wilde salueren, maar bedacht zich bij
tijds, dat hij een bolhoedje op zijn hoofd had.
„Niemand geweest, Van Santen?"
„Niemand, meneer.
„Ook geen mens uitgekomen?"
„Geen kip, meneer."
„Prachtig. Wanneer wordt je afgelost?"
„Om negen uur, meneer."
„En wie staat er achter?"
„Van Doveren, meneer."
„Goed, we gaan even naar binnen. Let op de voordeur."
De hoofdinspecteur liet de commissaris voorgaan en draaide in de vesti
bule het licht aan.
„Nu moet U eens kijken, eohimissaris. .Hier beneden is 't maar een bur
gerlijk gedoetje. Hier woonde die musicus met zijn vrouw. Wacht, nu zal ik
U even voorgaan. De trap is aan de achterzijde van het huis direct tc be
reiken en de meeste bezoekers kwamen door de tuin naar binnen. Wat zegt
U van zo'n lopertje?"
„Potstausend!" zei de commissaris, die een zwak voor Oosterse tapijten
had.
De hooldinspecteur deed de deur van de speelzaal open en de commissa
ris stapte naar binnen en keek met bewondering naar de kostbare installa
tie. „Verduiveld," zei hij, „die kerel moet goed In zijn duiten hebben gezeten.
Geloof maar, dat dit zaakje wat gekost heeft."
„En dat er nog tienmaal zoveel binnen gekomen is," zei de hoofdinspec
teur. „Nu moet U de kamer hiernaast eens even bekijken."
„Ongelofelijk!" riep de commissaris, terwijl hij zich in een van de reus
achtige fauteuils liet zakken. „Zie je die schilderijen, Cornelissen? Dat is
ook niet het werk van die kerel, die op de Dam staat te prutsen."
„Er ligt in het buffet nog een kladboekje van de ober. Dat heb ik van
nacht vergeten," zei de hoofdinspecteur. „Laat ik er aan denken, dat ik 't
bij me steek, 't Kan best zijn, dat we er nog namen in vinden."
Hij liep naar het buffet in de speelzaal en trok een la open.
„Commissaris!" riep hjj verbaasd.
„Ja ja, wat is er?" vroeg de commissaris, zich uit zijn fauteuil hijsend.
„Hier," zei de hoofdinspecteur op de la wijzend. „Vannacht heb ik dat
boekje laten liggen en 't is er niet meer."
„Nou, dan hebben die kerels van Maas 't natuurlijk meegenomen, toen
ze die spullen naar het bureau gebracht hebben."
„Dat kan niet, commissaris, want dat was al gebeurd. Ik ben hier na die
tijd geweest en ik weet zeker, dat 't hier in deze la lag."
„Ja, nou, dan is er natuurlijk vandaag iemand geweest."
„Uitgesloten, commissaris. Ik alleen heb de sleutels."
Commissaris Vonkenberg veegde zijn voorhoofd af.
„Hm," zei hij, „ja dan weet ik 't ook niet. Misschien hebben
Hij hield midden in de zin op en staarde naar de half geopende deur.
Er was aan de gangzijde onhoorbaar iets langs gegleden, zo stil en zo
vlug, dat hij niet goed wist of hij 't al dan niet gezien had. Hij bleef ver
baasd naar de deur staren, maar de hoofdinspecteur was er in twee stappen
bij, rukte ze open en keek in het gangetje.
„Wat donder, wat was dat?" vroeg de commissaris.
„Ik weet 't niet," zei de hoofdinspecteur. „Ik meende ook een ogenblik, dat
i<i iets zag, maar er is niets."
Hij had instinctmatig zijn revolver getrokken en luisterde ingespannen.
•,Xi U gewapend, commiiuiu?"
„Ik niet," zei de commissaris. „Als ik op verjaardagvisite ga, steek ik
nooit een revolver bij me. Dan kom ik ook niet in de verleiding om de een
of andere vervelende
„Ssssst!" fluisterde de hoofdinspecteur, „we gaan er uit. Vlug, commis
saris."
„Ben jij een vent!" blafte de commissaris een ogenblik later tegen de
rechercheur Van Santen, die beleefd zijn dophoedje had afgenomen, toen
hij zijn hoogste chef de voordeur hoorde dicht trekken.
„Jawel, commissaris," zei de man verwonderd.
„Ja, dat dacht je maar. Wie laat er nou verdikkie een kerel 't huis binnen,
terwijl je weet, dat er niemand in mag.'
„Maar er is niemand binnen gegaan, commissaris."
„Als je me nou1" snauwde de commissaris verbaasd.
„Aan de achterkant misschien," bedacht de hoofdinspecteur.
Hij ging de commissaris voor door het steegje en de brigadier, die in de
tuin het oog op de achterdeur hield, kwam haastig te voorschijn en sloeg
eerbiedig zijn hakken tegen elkaar.
H\j was na z\jn militaire diensttijd bij de recherche gekomen maar een
steeds erger wordend spraakgebrek was oo-zaak geweest, dat hij naar de
administratie verplaats! was wanr hij zo nu en dan wel eer j werd wegge
roepen om voor wachtdiensten te worden gebruikt.
„Wat ben jij eigenlijk voor een kerel!?" baste de commissaris veront
waardigd.
„Comcommiscommissarisverrekverrekstotterde
de brigadier.
„Wat zeg je me nou?" brieste de commissaris.
..Verrekverrekscuseercomcommissaris," stamelde de bri
gadier, die volkomen van zijn stuk gebracht wa3. „Isis 't er iets
gegebeurd?"
„Luister eens. Van Doveren," zei de hoofdinspecteur. „Is er hier de laat
ste tien minuten jemand binnen gegaan of naar buiten gekomen?"
„Nieniemandinspecspecteur
»We«t je dat zeker?" (Wordt vervolgd)