WONDER Lijk en, VAN WIEUWERD: die niet ontbinden van radium-a stralen Duiven dwarrelen uit vliegtuig In 1911 verdween de „Mona Lisa" Werking de oorzaak? r - - Weduwe Jelle Bakker kan vertellen VAN BOEK TOT BOEK Alkmaar Subsidie voor Kaasmarkt volgend jaar in gevaar BENZINE BESPAREN IS DEVIEZEN VERGAREN Marktberichten Verpakt in krantenpapier VAN TWEEËRLEI STOF Gesloten kunstschatten De dief kon het twee jaar vereren; toen werd het teruggevonden De Schager markt jjEN HANDJEVOL HUISJES, een oud kerkie v Uit de verte l«kt het een speelgoeddoruie d^t n 'S Wieuwerd' „ver het mooie Friese land naar beneden hébben latend h"n Vlucht nu ligt, ergens tussen Leeuwarden en Stavoren '"'melen en dat daar dat er iemand ooit naar omkijkt. Wat zou men nnt T eD. schiJnbaar ronder er echter de moeite van de reis voor over heeft om het Wieuwerd? Wie te avonturen, zal naar huis terugkeren voorzien antwoord op die vraag bedenkelijk lijkt op een Aprilmop en waarvoormlïïre™ Terhaal' dat waarbdd°Phalen' het ™haal Wie enkele jaren geleden naar Wieuwerd kwam om de lijken te zien en hun geschiedenis te horen, werd er vriendelijk ontvangen door een vrouwtje van om en nabij de honderd jaar. Het was de weduwe Jelle Bek- ker, die de wijdse titel droeg van conciërge der kerk en zorgde voor het onderhoud van de kelder. Het stokoude vrouwtje met haar glundere oogjesachter een ijzeren brilletje, het Friese kantmutsje op het ronde, verschrompelde gezicht kon boeiend vertellen van Wieuwerd en van de geschiedenis der lijken. Daar ging ze mee om alsof het oude bekenden waren. Ja, ze stofte ze zorgvuldig af in de schoonmaaktijd. De weduwe Jelle Bakker is dood en haar taak is overgenomen door een man, die sla ger van zijn beroep is en het als een hoge eer beschouwt het wonder van Wieuwerd onder zijn hoede te mogen hebben. UIT OUDE FOLIANTEN. Eens behoorde de terp van Wieu werd tot de meer dan 500 woonheu- vels, die over de Friese kleistreken verspreid lagen en dateren uit om streeks 100 na Chr. In het midden der vorige eeuw werd de terp afge graven. Tot de kostbaarheden, die daarbij te voorschijn kwamen, behoort een goudschat van 39 sieraden, in hoofd zaak deel uitmakend van een zeld zaam rijk halssnoer, terwijl er bo vendien 'n halve gouden mantel spang werd i> gevonden, die om zijn „WIER". Roman van Jan Campert. H. P. Leopolds Uitgeversmij N. V. Den Haag. De dichter Campert is meer bekend dan de Campert van het proza. Maar ook als romanschrijver heeft hij zijn sporen verdiend al zou het alleen zijn om die prachtige beschrijving van Wal cheren en het boerenvolk, dat met dat land vergroeid is. In „Wier", een eenvoudige streekro man, die speelt aan de kust, in een van die kleine Walcherse dorpjes waar men elke avond de lichtstralen van de West- kapelsen vuurtoren over land en zee Ziet gaan, heeft hij de mannen en vrou wen getekend, die daar van vader op zoon en van moeder op dochter op die rijke, van zeeklei vette bodem ge leefd hebben en elk dorp zijn eigen ka rakter hebben gegeven. Charley Toorop heeft vroeger in rake krijttekeningen deze mannen op papier gezet. Hun stugge boerenkoppen heb ben daar vaak iets dierlijk?, iets afsto tends, maar de artiste heeft meer haar gevoel laten spreken dan dat zij 'n zui vere uitbeelding van haar modellen heeft gegeven. En toch, dit gevoel be driegt niet, want ook Campert heeft in dgze roman deze gesloten figuren voor ons laten leven en al wat hun zieleleven beroerde voor ons bloot gelegd. Stoer en sterk zijn deze mannen van het Walchersche platteland, gewend om te v/erken op het land, om te zwoegen aan de dijken, om te stropen en te jagen. Zo zijn er zo velen op Walche ren, die vroom ter kerke gaan, maar die in de beslotenheid van hun dorps wereldje het gevecht met de duivel, die hen tot machtswellust aanzet, niet altijd kunnen winnen. Er zijn groten en ster ken in zo'n klein Walchers dorpje, mannen als de rijke boer Cysouw, die zijn land elk jaar ziet groeien en die niemand weerstaan durft. Er zijn de armen, de tobbers, de dorpsgek, de mannen, die na een zware arbeidsdag in „Het Wapen van Walcheren", het zo zwaar verdiende geld verbrassen, en in Woeste vechtpartijen met die van andere dorpen maar al te vlug naar het mes grijpen. Elk dorp is een be slotenheid waar een vreemde niets te maken heeft en nimmer in de gemeen schap wordt opgenomen. Hoe raak te kent Campert de haatzaaiende dominee, de Christelijke onderwijzer, de boeren met hun harde koppen, waarvan slechts een enkele recht boven macht laat gelden. En hoe sober maar ontroerend 's de liefde zonder woorden van Tanne, de vreemde vrouw en een man als Gabe Vader, die zijn land aan de mach tigste boer van het dorp moet afstaan. Dit is een verhaal van mensen, die Geinig spreken omdat zij het niet ge- Wend zijn, mensen, die gehard zijn in het ruwe leven van alle dag en van gë- slacht op geslacht leven en sterven in het rijke en wijde land van Walcheren, zoals het vóór de oorlog geweest is. Deze roman is voor het eerst in 193o verschenen. Jan Campert verdient het dat men na zijn dood een voor ieder be- •èikbare herdruk heeft gegeven. Ad. kunstzinnige bewerking een unicum in de wereld is. De goudvondst van Wieuwerd geniet in oudheidkundige kringen wereldvermaardheid en be hoort tot de kostbaarste bezittingen van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. Uit een en ander, valt af te leiden, dat het vandaag de dag zo pietpeu- terige Wieuwerd eens een welvarend dorp moet zijn geweest. De gerucht makende ontdekking van de grafkel der ontrukte het dorpje in 1765 aan de vergetelheid. Sindsdien is Wieu werd tot ver buiten onze landsgren zen bekend. Gemiddeld immers ko men jaarlijks ongeveer 2000 mensen de grafkelder bezoeken en de lijvige registers bevatten de namen van vele wereldbekende geleerden. De kerk van Wieuwerd dateert van omstreeks 1200. De grafkelder die vermoedelijk in 1609 is gesticht bevindt zich onder een verhoogde vloer in het koor. De lijken zijn ver moedelijk de lichamen van het roem ruchte adellijke geslacht Walta van Juckema. DE LABADISTEN. Even merkwaardig als de historie van Wieuwerd en zijn grafkelder, even merkwaardig is ook de geschie denis van de communistische sectie der Labadisten in de 17e eeuw, ge noemd naar haar stichter Jean de Labadie. De Walta's waren bij deze gemeenschap nauw betrokken. De sectie had haar hoofdkwartier op het Waltaslot en noemde zich met de wijdse naam: de Gereformeerde en van de wereld afgescheiden gemeen te. Wie toetrad, had geen eigendom men meer. Alle kleding, huisraad en geld der nieuwe leden werd door de z.g. herders in ontvangst genomen. Bezittingen elders werden te gelde gemaakt en de opbrengst aan het beheer der gemeente overgegeven. Ieder gezin had zijn eigen woning, doch alle kamers moesten steeds toe gankelijk blijven voor de z.g. opzie ners in naam der herders. De kleding was hoogst eenvoudig. Alle tooi werd geweerd. Kantwerk, linten en strikken waren uit de boze. Had iemand sieraden, dan mochten deze zelfs niet worden verkocht. Men wilde daarmee voorkomen, dat ande ren tot ijdelheid kwamen. De her ders gaven elk der leden we.rk. Men at aan één tafel. Het aantal Labadis ten bedroeg in de bloeitijd, dat was omstreeks 1680, ongeveer 400 perso nen. Ieder was verplicht voor de vol tallige ledenvergadering al zijn boze gedachten, woorden en daden te be lijden. De Labadisten hebben tot om streeks 1725 het Walta slot bewoond. Het had weinig gescheeld, of de vermaarde stichter der Kwakers, William Penn, had zich bij de secte aangesloten ter gelegenheid van zijn bezoek aan Wieuwerd in 1677. DE GRAFKELDER. Om nu weer terug te komen tot de grafkelder, daar ligt o.a. begraven Anna Maria Schuurman, een vrouw die destijds om haar geleerdheid en kunstzin beroemd was. Zij stierf in 1678. Zij werd gebalsemd. Maar ook de niet gebalsemde lijken zijn gaaf. Zij zijn alle uitgedroogd en wegen slechts enkele kilo's. Timmerlieden, die in de kerk herstelwerkzaamheden verrichtten, vonden in 1765 elf hou ten lijkkisten, die op schragen ston den en er als nieuw uitzagen. De lij ken zelf waren gaaf en ongeschon den. Ook het linnen, waarmede de kisten waren bekleed en de doods- kleren der lijken waren nog ln goede staat. In 1864 waren er nog slechts vijf lijken over en deze dragen nog hoofdhaar, windsels en doeken. Thans zijn er nog slechts vier. Onderzoekers zjjn van mening, dat in het kerkgebouw radium- actieve stralen het bederf weren. Ook de kisten in de graven nabij de kerk 'schijnen tweemaal langer in goede staat te blijven dan over al elders. Er schjjnen uit de bodem bederfwerende gassen op te stjjgen. Zo vond men in 1858 een geheel gave dode spreeuw in de windladen van het orgel. Latere onderzoekers hebben evenwel verklaard, dat dit niets bijzonders was. Bij opening ontdekte men in een der kisten een prachtig kunstgebit, waarvan de tanden en kiezen alle uit een stuk been zijn vervaardigd. In 1848 heeft men in de kelder verschillende proeven genomen met een dode haas, vlees en vet. Het re sultaat was, dat volgens de on derzoeker Dr. Ledder de eeuwige wet der ontbinding te Wieuwerd de hoogst belangrijke uitzondering laat zien, dat zij slechts zeer langzaam voortgaat, zodat men een voortdurend bestaan zou durven aannemen. Uit eindelijk echter zal ook te Wieuwerd het Schriftwoord worden bevestigd: „Stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren". De minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening heeft zijn goed- ke ing gehecht aan het verlenen van een subsidie tot instandhouding van de kaasmarkt. Evenals bij de regeling voor 1947, zal de subsidie bij 'n aanvoer van 1.350.000 kg kaas of meer 35000 bedragen en bij lagere aanvoer evenredig worden verminderd. De minister heeft echter medege deeld, dat zijn goedkeuring van deze subsidie niet inhoudt, dat na 1948 mag worden gerekend op een bijdrage voor dit doel uit de rijks middelen. Integendeel is deze be windsman van mening, dat, indien de instandhouding van de Alk-' maarse kaasmarkt uitsluitend om propagandistische redenen door belanghebbenden zou worden gewenst, deze zouden moeten trach ten zelf de middelen ter dekking van de hiermede gepaard gaande kosten te vinden. ALKMAAR, 16 Juni 1948. (Alkm. Ex portveiling). Andijvie f 5.50f 15; Spi nazie f 7.50f 18; Postelein f 5f 27: Worteltjes f 35; Tomaten f 112f 123; Groene kool f 8; Spitkool f 8f 10; Aardbeien f 1.80—f 3.10 p. slof; Asper ges f 68—f 74; Uien (bos) f 7—f 28; Bie ten (bos) f 9f 12; Tuinbonen f 22 f 28; Sperciebönen f 152f 170; Snij bonen (stok) f 140f 168; Bloemkool IA f 22—f 26, I f 16—f 22 en II f 12f 15; Komkommers f 12f 23; Worteltjes f 1328; Radijs f 6; Selderie f 4—f 7; Selie f 2—f 4; Sla f 2.50—f 5; Nieuwe aardappelen: grote f 15—f 22 en klein f 10—f 14. L.G. CENTRALE. 193000 kg aardap pelen: rode eerstelingen f 20.40f 21; eerstelingen f 14.20f 16.20; drielingen f 8.50—f 11.40; kriel f 6.20—f 8.50; 3800 bos peen f 18.70. WARMENHUIZEN, 16 Juni 12,900 kg Aardappelen: Schotse muizen 17,60—18,50, idem drielingen 14—15,30, idem kleine 9,10—9,60 en rode Schotse muizen 21,40 ZWAAG, 16 Juni 1948. Aardappelen 17.30; Rode Schotse 21.50; Postelein 23; Uien 1015; Savoye kool 8; Slabonen 125185; Snijbonen 130170; Doperw ten 2527; Peulen 3470; Tomaten 75 124; Bospeen (per 100 bos) 1126; Ra barber 1416; Andijvie 1518; Sla 2.50 3.20; Bloemkool 1029; Komkommers 1736; Perziken 1048; Aardbeien 26 155; Rode bessen 1.451.75; Prolefic 2.20. BLOKKER, 16 Juni 1948. Op Hoop van Zegen. Schotse aardappelen 16.50 17.40, Drielingen 13.9015, Kriel 8 9.20, Rode Schot gr. 21.8022.70, Drie lingen 13.90—14.50; Uien 17—21; Slabo nen 151169; Peulen 3557; Tomaten 100—124; Bindsla 4—7; Sla 2.50—5; Bloemkool 1227; Perziken 1135; Aardbeien 81115; Kruisbessen 33; Pre sent van Engeland 173. AVENHORN, 16 Juni 1948. 35850 kg Vroege aardappelen: Schotse rode f 22 f 22.90, Schotse midden f 16.30 f 17.80, drielingen f 13.80—f 15.30 en kriel f 9.70—f 12.20. GROOTEBROEK, 16 Juni 1948. „De Tuinbouw". 820.000 kg Aardappelen: Eerstelingen: gr. 15.1017.60, kl. 13 16.40, kr. 8.3011.60, Rode Eerstelingen 19.80—22.10; 1000 st. Bloemkool 20—23, 260 st. afw. 11; 500 bos Wortelen 15; 2500 krop Sla doorgedraaid; 40 kg Aardbeien 0.701.10. ZUIDERKOGGE, 16 Juni '48. Vroege aardappelen 1617, drielingen 14.60— 15.50, kriel 7.60—8.60, Rode Schotse 21.2021.90, aanvoer 112000 kg; Bloem kool 427; Sla 2.504.70; Bospeen 21— 29; Groene kool 1012; Peulen 3878; Slabonen 151; Snijbonen 118120; Aard beien 0.401.20. OBDAM, 17 Juni 1948. Grote aardap pelen Sch. 12.9014.20, Rode Schotse 17.20—18.30, Drielingen 7.70—9.30 en Kriel 3—4.60. WOGNUM, 17 Juni 1948. 45000 kg Vroege aardappelen: grote 14.7015.60, drielingen 8.3010.80, kriel 3.705.40 en Rode eerstelingen 18.5020.20. MEDEMBLIK, 16 Juni '48. Veilingver. „M.E.O." Aanvoer 44 schuiten. 224000 kg aardappelen: grote bl. muizen f 17.20 tot f 18.20, drielingen f 13.70f 15.90, kriel f 10.10—f 12.30, rode eerstelingen f 21.10—f 23.20, rode drielingen f 11.80— f 13.50; rode kriel f 3.50f 8.50; ronde f 22.20, alles per 100 kg. Tot hen, die deel uitmaakten van de Royal Air Force, welke tijdens de wereldoorlog in Zuid-Afrika was ge legerd, behoorde ook onze landgenoot, officier-vlieger Senger. Dit onderdeel van de R.A.F. maakte tijdens de oor log talloze Oceaan-vluchten en de ver binding met het vaste land werd daar bij onderhouden door middel van postduiven. Tijdens het vlieg-tournooi Zaterdag te Soesterberg zal men kunnen zien, hoe uit een vliegtuig door Senger postduiven worden uitgeworpen, die in papier zijn verpakt. Senger werpt de postduiven, die in een gewone krant zijn verpakt, buiten boord; het pakket stort omlaag. Maar ziet, dan doet zich bij de postduif de zucht tot zelfbehoud gelden. Met haar nek en de kracht harer klauwende poten en Woelende vleugels, vernielt zij haar papieren verpakking. Terwijl de ge scheurde krant begint te dwarrelen, vangt de duif haar vlucht aan, draait een ronde en gaat huiswaarts. Uitgeworpen bij een snelheid van 300 km. en meer, zouden de vleugels van de duif onder de luchtdruk be zwijken. De papieren verpakking houdt de vleugels van de duif geslo ten, en voor en aleer de duif zich daaruit heeft bevrijd, heeft het pak ket zijn grote snelheid verloren. Vijftig duiven zullen, één voor één, worden uitgeworpen, zodat men volop de gelegenheid heeft waar te nemen, hoe de gevleugelde telegrambesteller ?ich uit zijn beschuttende krant be vrijdt. DEMONSTRATIES MET DE SIKORSKY HELICOPTèRE. De officier-vlieger 2e klas, E. C. Senger, zal met de Sikorsky Helicop- tère bijzondere demonstraties uitvoe ren. Hij zal met dit toestel stil staan in de lucht, en verticale landingen ver richten; verticaal zakken van 1000 m. hoogte af met een snelheid van 12 me ter per sec.; de quick-stop vertonen, door vrijwel plotseling uit 70 mijl snelheid tot stilstand te komen. Voorts zal de Helicoptère van een reddingboei een drenkeling aan boord nemen, en aldus een denkbeeldige schipbreukeling redden, draaien over en tussen vier rood-witte bakens, en draaien met een witte ton rollende op het vliegveld. Dr. ir. H. M. pamme, voorzitter van de Kon. Ned. Ver. van Luchtvaart, zal het vliegtournooi openen. Onmiddellijk daarna stijgt de 600 kub. meter grote luchtbalen, de „Dr. Cannegieter" op. Als balloncomman dante fungeert mevr. Boesman-Visser, de echtgenote van de bekende ballon- vaarder Boesman. Mevr. Boesman heeft slechts kort geleden haar brevet als balloncom mandante verworven. Het is voor de eerste maal, dat zij het commando op zich neemt. De Marine Luchtvaartdienst zal met 5 Fire-Flies deklandingen uitvoeren op denkbeeldige vliegtuig-moedersche pen. Blouses en rokken geven de nodige variatie aan onze nog altijd sobere garderobe. De blouse heeft niet zulke ingrijpende veranderingen als de rok ondergaan. De sportieve overhemdblouse die u ver leden jaar droeg, kunt u nu ook nog dragen. Wan neer er een nieuwe rok bij wordt gemaakt, heeft u weer een modieus geheel. Heeft u nog niet zo'n practische overhemdblou se dan zult u er zeker wel een willen maken. De vlotte, geruite sportblouse en de ruime, klokkende rok, vormen een aardig ensemble voor een Jeug dig figuurtje. Op de rokl kan een band van dezelf de stof worden gemaakt. Het staat evenwel ook erg aardig, wanneer bij dit sportieve geheel een fleurige plastic of leren ceintuur wordt i gedragen. Voor de blouse van dit ensemble is ongeveer 2.25 m. en voor de rok ong. 2.10 m. stof van 90 cm. breedte nodig, voor een bo venwijdte van 94 cm. Het tweede ensemble kan ook heel goed door oudere dames worden gedragen, doch dan moeten de mouwen langer worden geknipt Blouse en rok kunnen van verschillende stof worden gemaakt. U heeft dan een aardig deux-pieces. De zeer aparte halsuitsnijding wordt evenals de mouwen met een bies afgewerkt. Oudere dames zouden wij aan raden een ceintuur van dezelfde stof te nemen terwijl jeugdige figu-' ren ook op dit ensemble en plastic of leren ceintuur kunnen dragen. Voor een bovenwijdte van 104 cm. is ongeveer 4.50 m. stof van 90 c.m. breed nodig. Van deze modellen zijn klaar geknipte patronen 0.95 bij de admi nistratie van „BELLA" Het Nieuwe Modeblad, Kr. Nw. Gracht 66, Utrecht, verkrijgbaar. Sportblouse en rok onder J 2445/10 voor 88—94 en 100 c.m. boven wijdte. Het effen ensemble kunt u onder DP 2446/10 in de boven wijdten 96104 en 110 bestellen. Deze modellen zijn overgenomen uit „BELLA" Het Nieuwe Modeblad. (Van een bijzondere medewerker). p.|ET valt eigenlijk niet te verwonde ren, dat diefstallen van beroemde schilderijen en andere kunstschatten betrekkelijk zelden voorkomen. Waar om? Omdat de „verkoopmogelijkheid" gering is en omdat de koper in 99 van de 100 gevallen wéét waaraan hij toe is. Een dief zal nimmer zo dom zijn met een gesjolen „Rembrandt" enkele dagen na de diefstal, een kunsthandel binnen te stappen om zijn buit aan te bieden. En toch moet hij 'n eventuele koper zoeken in de kring van degenen, die van vele duizenden schilderijen en andere waardevolle voorwerpen oude manuscripten etc. vrijwel al les weten. En dat „alles" omvat de eigenaars, dé kostprijs enhet feit, wanneer de diefstal werd gepleegd! Wat zijn dan de motieven die dieven van kunstschatten bewegen hun slag te slaan? Uit een onderzoek, geduren de de laatste vijftig jaar ingesteld.naar een groot aantal kunstdiefstallen, is de conclusie getrokken, dat de daders in vier categorieën ingedeeld kunnen worden. In de eerste plaats speelt de ama teur, die zichzelf hoopt te verrijken 'n rol. Hij is zo weinig op de hoogte met de usances in de kunstwereld, dat hij werkelijk nog gelooft een oude mees ter te kunnen verkopen tegen een hon derdste van de prijs, die het doek wer kelijk waard is. Dan is er de dief, die voor een ge wetenloze verzamelaar werkt, die geen enkel middel schuwt in het bezit te geraken van een kostbaar kleinood. DE „GEKKE" AMATEUR J)E „GEKKE AMATEUR", die een kunstwerk steelt, alleen om het thuis te kunnen „aanbidden" is nummer drie. Hij wordt door geheel andere motieven gedreven dan zijn voorgangers en dan nummer vier in deze opsomming. Zij, die tot de vierde categorie behoren, ste len kunstschatten om er een losprijs voor te krijgen. Zij weten iets onver koopbaars te bezitten doch hopen van de eigenaar of de verzekeringsmaat schappij een behoorlijk bedrag te kun nen krijgen voor de terugbezorging. Het aantal dieven, behorend tot de eerste categorie, is waarschijnlijk niet groot. De dief bepaalt zich liever tot de buit, die hij kent. Vergrijpt hij zich aan een kostbaar schilderij, dan ont dekt hij al spoedig dat het een gevaar lijk bezit is, dat vrijwel zeker tot zijn arrestatie leidt. In een bepaald aantal gevallen gingen deze dieven zodra ze het risico bespeurden er toe over de gestolen kunstschatten te vernieti gen. Op deze wijze kan men de spoor loze verdwijning verklaren van een overigens niet groot aantal schil derijen. Een twintigtal jaren geleden wist de dief van enige schilderijtjes uit twee Londense kunsthandels, die na zijn daad ontdekte dat hij waardevolle „meesters" in handen had, niet beter te doen dan de buit, zonder enig spoor van zijn identiteit achter te laten, aan een krant terug te bezorgen! Of er werkelijk gewetenloze verza melaars bestaan, die van dieven gebruik maken om in het bezit te komen van kunstschatten? Zij vormen een gelief koosd onderwerp voor sommige roman schrijvers. maar een verzamelaar kan niet zo maar het bezit van een be roemd schilderij geheim houden. In ieder geval zou dit bij zijn dood aan het licht komen en dit heeft zich nog niet voorgedaan. De „krankzinnige mil- lionnair" is een romaniguur en wel kan de verzamelwoede een ware harts tocht worden, doch de verhalen over kunstdiefstallen in opdracht van der- PR zijn vier categorieën van dieven van kunstschatten en wel: 1. De amateur, die gelooft een „oude meester" van de hand te kunnen doen na de diefstal; 2. De man, die voor een geweten loze verzamelaar werkt; 3. De „gekke amateur" (men denke aan de „Mona Lisa"), die tot diefstal gedreven wordt om het schilderij te ver eren; 4. De dief, die meent een be hoorlijke losprijs te kunnen krijgen van eigenaar of ver zekeringsmaatschappij. In een tweetal artikelen zullen wij een reeks opzienbarende dief stallen van kunstschatten, ge pleegd in de laatste vijftig jaar, de revue laten passeren. Bijgaand de eerste bijdrage. gelijke mensen moeten met een kor reltje zout genomen worden. DE „MONA LISA" En tenslotte een voorbeeld van de „gekke amateur": de diefstal van de Mona Lisa uit het Louvre in 1911, waarbij het doek uit de lijst gesneden werd. Men neemt aan, dat de dief het stal om het te „vereren." Het werd in Florence teruggevonden en in 1913 weer naar Parijs teruggebracht SCHAGEN, 17 Juni 1948. 8 paarden 400800; 6 pinken 250 300; 14 geldekoeien, magere, 350480; 36 geldekoeien, vette (Centrale); 10 kalfkoeien 575775; 1 pink (Centrale); 109 nuchtere kalveren (Centrale); 88 schapen (mager) 6070; 1 vet schaap (Centrale); 207 lammeren 2536; 2 bokken en geiten 330; 56 biggen 35 55; 30 konijnen 210; 8 kippen 25. Voor de Centrale werden overgeno men 36 koeien, 1 pink, 109 nuchtere kalveren en 1 schaap. Voor de Centrale werden beste vette koeien overgeno men. Met de bonnenhandel is het afge lopen. De aanvoer van rundvee was gering en de prijzen gaan iets naar be neden. De handel in kalfkoeien was heel gewoontjes. De hoogste notering was hier 775.De handel in gelde koeien was aan de stugge kant. Hier was de hoogste notering 480.Er was geen aanvoer van vaarzen. Handel in pinken kalm. De hoogste notering 300.De aanvoer van paarden was minder dan de vorige week. Er werden bijna alleen werkpaarden aangevoerd waarvan de prijzen vaieerden van 400 800. Slachtpaarden waren stukken minder in prijs. Hier varieerde het verschil van 150 tot 200. Er was weinig handel, maar dit werd wel vast gehouden voor de grote paardenmarkt vp~ Maandag a.s. Op de wolveemarkt was de stemming wel iets beter dan de vorige week. Melkschapen prijshoudend. Lammeren waren wel 1.tot 1.50 hoger. Deze notering was nu 25.tot 36.— en de handel iets beter. De notering van kuikalveren (fok) liep van 30.tot 50.De handel was stug. Op de biggenmarkt was de handel matig. Wanneer de prijzen zouden va riëren tussen 30.tot 35.dan zou den ze wel geplaatst kunnen worden, maar met een notering van 35.tot 55.is er niet veel belangstelling voor. In bokken en geiten was weinig te doen en kippen en konijnen bij het oude. Het was een gewone handel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1948 | | pagina 3