DE JEUGDKOERIER DOBBER en KLIEKJE Dr MEENK'S Van Vlasbaard en zijn Kabouters Hallo, Jongens en Meisjes WIJ SPELEN BRIDGE Boenzel en Jonker Flonker IN ZUID-AFRIKA GENEESMIDDELEN HOOFDPIJNPOEDERS Oplossing Prijsraadsel Stopt op veilige manier transpireren in de amholu, ARRID 1.50 Mi. Onze mededelingen PRIJSRAADSEL „Gelr-mïr^ogmaa^eenïe-'00" SCri6UX 2Ci de commissariS' Al was Vlasbaard niet de knapste van uiterlijk, zeker was hij de ver standigste van alle kabouters. Daaraan twijfelde niemand. Maar eigenaardig was hij ook. Laat in de nacht, als iedereen sliep in het kleine kabouter huis en de zware deur reeds lang ge sloten was, kon je Vlasbaard nog aan de lage tafel bij een heel klein kaars je zien turen in oude vergeelde boeken waarin hij zo graag neusde en waar uit hij zijn wijsheid diepte. Ja soms, maar dat wisten de andere kabouters niet, bleef hij zelfs de hele nacht op. Eerst bij het vroege geroep van de koekoek, die altijd de bosbewqners 's morgens wekte, besefte hij pas, dat de nacht verstreken was. Zo ook op die nazomermorgen, waar van ik je nu vertellen ga. Slaperig wreef hij met zijn lange baard de ogen uit en zijn beslagen brilleglazen af. Om zijn stramme benen eens wat te strekken besloot hij een kleine wan deling te maken. De zware sleutel, die altijd bij de voordeur hing, knarste in het roestige slot en een heerlijk frisse ochtendgeur kwam naar binnen ge waaid. Vlug pakte hij zijn wandelstok je en op zijn vilten kabouterschoenen slofte hij onhoorbaar de trap af naar buiten. Helaas, hij was erg verstrooid en vergat de deur weer te sluiten. Eerst een half uur later toen hij reeds halverwege het grote berken- bos was, vroeg hij zich af, of hij er wel aan had gedacht dit te doen. Maar ja, toen was het te laat, want de eek. hoorntjes, die ondeugende nieuwsgie. rige rakkers, hadden uit de hoge boom waarin ze krijgertje speelden al lang gezien dat Vlasbaard diep in gedach ten aan het kuieren was gegaan. Benieuwd om te weten, hoe het er daarbinnen zou uitzien, besloten zes van de vlugsten naar zijn huisje te wippen en te kijken of ze naar binnen konden. Zachtjes hupten alle zes naar binnen, om de slapende kabouters niet te we!k- ken. Met hun dikke staarten veegden ze door de bekertjes die op de gedekte tafel stonden en likten daarna hun pluim weer goed schoon. Dat was heerlijk, zeg: kabouterchocola! Wat lag er wel op die bordjes? Overal even van proeven. Maar daarbij bleef het niet. Nog even knabbelden aan een beschuitje en snoepen aan een broodje en zo was tenslotte het hele ontbijt, dat de kabouterkok de vorige avond had klaargezet verdwenen. Dat was ook wat. Ja, nu kwam de spijt. Zo hdden de pluimstaartjes het niet be doeld. Maar met dat al: de bordjes v/aren leeg, net zo leeg als de drink napjes. Tot overmaat van ramp ver scheen Vlasbaard in de open deur. Met bestraffende blikken keek hij rond. „Dat had ik nooit gedacht, dat onze vrienden, de eekhoorns, ons zouden bestelen. Wat moeten we nu begin nen? Er is niets eetbaars meer in huis en we rammelen van de honger". „Je hebt gelijk, Vlasbaard", riepen de indringers berouwvol, „maar we zullen het goedmaken. Binnen tien mi nuten zijn we terug met een ander ontbijt. .Aanstonds sprongen ze weg. En ze hielden woord. Nog, was de vastgestelde tijd niet verstreken of daar kwamen ze weer aan, hun fami liewagen met zich mee voerend, hoog opgetast met paddestoelen. „Niets voor mij", zei Vlasbaard teleurgesteld, en trok zijn neus op. „Zeg dat niet te gauw", antwoordde de eekhoorn-voer man, weet je wel, dat de mensen de ze graag eten en ze in de bossen zoe ken? Wij smullen er zelf ook altijd van, nietwaar jongens?" Allen zwaai den met hun staartje ten teken van instemming. „Eekhoorntjesbrood, dat zal waar zijn". Hoewel met tegenzin begonnen de inmiddels verschenen kabouters te proeven; Vlasbaard het laatst. Hun ge zichtjes klaarden onder het eten op Ze genoten, dat kon je zien. En van die dag af smullen alle kaboutertjes met Vlasbaard mee van het. heerlijke eekhoorntjesbrood, dat ze fe'itelijk te danken hebben aan een verstrooide kabouter, die de voordeur liet open staan.... BRASKAMP N.V. FABPIKANTE VAN Prijs per poeder 5 cent Er bleken heel wat knappe speur ders onder de Jeugd-Koeriervrienden te zijn. Hier volgt de oplossing: De slimme koopman wist wel dat alle handen die in de zwarte vloeistof gedompeld werden, zwart zouden wor den. Hij rekende er echter op dat de dief, uit angst dat hij zich zou verra den, zijn handen niet in de vloeistof zou dompelen. Dat gebeurde ook. De dief was de enige die schone handen had. Dit was dus het moeilijke geval. En nu de prijswinnaars. Het zijn deze week: Nettie en Willie Timmerman, Zwaag 255. Dinie Alberts, Rozenstraat 22, Den Helder. Diny Bulteel, Vogelenzang 22, Alk maar. Dinie Jonkman, Laagzijde B. 35, Schagen. Jan Vercauteren, Korte Graafwijk straat 61, Beverwijk. Het toeval wil, dat de meisjes die Dinie heten wel erg gelukkig zijn, de ze week. De prijzen worden verzonden. We zullen maar weer eens vlug met de briefjes beginnen. Ineke Vos, gelukkig dat je zo blij bent met het boek Waf heb je een gezellige kermisweek gehad! Durfde je overal wel in? Nu is de kermis zeker weer voorbij, is 't niet? Lize Vos, ik heb dikwijls aan jullie gedacht als het zo regende, maar nu schrijf je, dat je het toch leuk hebt gehad Daar ben ik blij om, Llze Jammer dat jullie geen kijkje in de Philipsfabrieken mochten nemen Je broertje is welkom bij ons Is het Nico? Groet hem maar van mij» Lies Tiny Kater, neen, ik heb geen buitenlandse postzegels meer Alleen gebruikte Hollandse postzegels spaar ik nog voor t b c-patiëntjes Als je graag postzegels wilt ruilen, dan kan ik wel proberen om je in contact te brengen met een andere postzegelverzamelaar Schrijf het maar eens Betsy van Leeuwen, ik vind prettig, dat je graag met ons mee wilt doen Welkom dus in onze Jeugd-Koerier! Jij hebt aardig verteld over alles wat die koopman ge dacht heeft Maartje Smids, je hebt mij alweer met zo n mooi, versierde brief verwend Dank je wel, hoor Maartje! In Alkmaar is het altijd eind Augustus kermis Dan is er ook heel veel te zien, want de kermis in Alkmaar is altijd erg groot Was je niet bang in dat hoge rad? Carla Veenstra, je hebt een prachtig huis voor mij getekend Daar zou ik best in willen wonen Wat heb je nog een lief klein broertje, Carla! „Elfje Zonnesraal", heb je het boek nu al ont vangen! Je hebt geluk gehad met die hoofdprijs Wat een heerlijke dingen, zeg! Vond je het spookhuis erg griezelig? Ik ben er wel eens in geweest, hoor! Je tekeningetjes zijn weer zo prachtig Hartelijk dank, sprookjesprinses! „Ratelslang", ja jongen, ik kan best begrijpen, dat Je °P de kermis ln een wipje 80 cent hebt opgemaakt Dat gaat daar zo vlug, want alles is nog zo duur De bandjes zal ik Je zenden, hoor! Je moet niet zeggen, dat je altijd ongelukkig bent, want dan zijn er wel heel veel ongelukkige kinderen Heus, je zult zien. dat jij ook wel eens een meevallertje hebt „Robinson", er zit een postzegel van 10 cent op je brief In de stad is dat te veel, jongen Neen, ik ben nog niet naar het Leger des Heils geweest, maar het lijkt me wel erg mooi Hè ja, .Robinson, vertel mij nog eens iets over de „Karei Doorman" Hans Schoon heden, jij verstaat de kunst om veel te zeggen in weinig woorden Pity Slot, wat aardig van je om mij die postzegels te zenden Hartelijk dank, meisje Ik ben blij, dat je overgaat Op school Ben je lang ziek geweest? Gelukkig las ik in je brief, dat je al weer kermis hebt gevierd Dag meisje! Tony Briars. jij bent dus al een echt Amsterdammertje geworden Het is aardig, dat Je Den Helder toch niet vergeet Heb je aardige vriendinnetjes in Amsterdam? Lammie Keizer, ik hoop maar dat je niet zo heel lang zult moeten wachten op een boek Je moet heus wel een beetje geduld hebben, meisje Er zijn zo heel veel kinderen, die* mee doen Maar elke week heb je één kans Jantje Ley- deckers, ja, jongen, je hebt het best bekeken, hoor! Het was een moeilijk geval, daar heb je gelijk in Hartelijke groeten voor moeder en jou! Miny Riede- man, jij hebt een erg beste vader, geloof ik Wat zul je naar je verjaardag verlangen Ja, buiten is het heerlijk', vooral als Je in het hooi mag duikelen Gerda Paans, niemand heeft n0S buitengewoon enthousiast, over de kermis verteld als jij Ik hoef niet te vragen of ,1e geniet, meisje Neen, ik ben niet de vrouw van oom Wim, maar ik ken oom Wint wel, Gerda Vind jij het ook zo'n aardig gezicht als twee poesjes samen aan 't stoeien zijn? Pukkie is zeker even klein als he zwarte poesje Bedankt voor je aardige tekeningetjes eelukkig dat j« hu weer beter bent Ja, je kunt erg ziek zij- i Malaria Die akelige muggen ook! Er is een rijmpje op: Ziet gij muggen i,'" Safls h svu; SJ. ïyüwaa: aft I ena Korbee, wat heerlijk, dat je broertje ook naar Denemarken Baat kinderen worden daar erg verwend, want de Denen zijn goede hartelijke m. e Kinaeien wuiucn schuilnaam gevonden n» 'ne1- sen - „Bruintje Beer", je heb een aardige schuilnaam gevonden ik hfib ••- nieuwe naam maar dadelijk in de krant gezet Fijn dat je gaat kamperen ju wou, dat ik met je mee kon gaan. Bruintje Beer voor kamperen moet je m* weer hebben Ik hoop, dat het zonnetje je niet inde «1 laten mtln", gaat Betsie Koorn ook mee naar Appelscha. „Bruintje Beer"wel, ui. Nog hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag, meisje Het verhaal van Rikk,e zal wel weer spoedig terug komen, denk ik Rini v d lis, wat aardig d i» her zieke meisje zo hebt verwend Nu had zij ook plezier en wat lekke, van de kermis^ Dat was erg lief van je hoor! -.Dinie Alberts, je heb^ mooi tekeningetje bij Je briefje gemaakt Bedankt meisje Ja. ik ben ook w,. In de VimaV' is wel weinig, is in de Karimata" geweest uuriae ju ei „^„unen suilt»; wel erg lékker, maar he lijkt zo veel en het 's fbch eigenlijk maar he,. weinig vind 1e ook niet? Annie Bakker, ik weet wat je allemaal bedoelt Je vertelt heel duidelijk, hoor meisje Bijna alle meisjes en jongens verten, van het grote plezier op de kermis Was je later niet bang meer om ln «u auto'tjes te stappen! - Hillie Bes. ga Je ook over op school Zeker wel? Het z0u leuk zijn als je naar Amsterdam gaat in de vacantie Daai is zoveel te zien Ren 1e al eens in het Aquarium geweest? Wens je vriendinnetjes maar beterschap toe van Tan'e Iet Jan Kramer, je moet wel geduld hebben bij, de Jeugd. Koerier Er zijn <yok zoveel nichtjes en neven, die goede oplossingen inzenden Alle Kiewiet, lk heb echt genoten van je uitvoerige reisverhaal Dat was gezellige brief, zeg! Vond je de Sint Janskerk in Den Bos niet moot? Leuk dat jullieVen Textielfabriek hebben bezocht Nu kun jij vertellen hoe al die mooie patronen ln onze japonnetjes komen Bedankt voor de postzegels, Alle Je hebt ze keurig afgewerkt Fijn hoor! Een hartelijke groet voor Hansje Cor Rath* mann en Greetje Schager, hoor ik van jullie nog eens wat meer? Ab Kort. man, het Is zeker een aardig gezicht als de poesjes samen spelen Mag je kleine poesje houden? Willy Pureveen, jij hebt mij verwend met dat gezellige reisverhaal. wat een onverwacht plezier voor die aapjes dat zij ongestooid jouw tas mochten leegplunderen In gedachten zag ik ze aan de cadetjes en het nougatblok knab. beien Het is aardig, dat je toen van alle kanten weer aan geld en lekkers bent geholpen Zo werd het toch nog een heerlijke dag voor je Bedankt voor gezellige, lange brief „meisje Corrie Harder, gelukkig dat je het boek zo mooi vindt Daar ben ik blij om Ja, ik kan wel zien, dat Je veel van tekenen houdt Misschien kun je later nog eens tekenlessen nemen Ik wens je veel plezier toe in Rotterdam en vooral mooi weer Bets Half, fijn zeg, dat je binnenkort naar de Huishoudschool gaat Nu ga je zeker allerlei heerlijke dingen leren koken Ga je dan geregeld op de fiets naar Alkmaar of met de bus? Jammer dat ik je briefje te laat kreeg, Bets Wat zal het een aardig gezicht zijn, al die kleine konijntjes in jouw konijnenhok Mag je ze allemaal houden? Bedankt voor de postzegels, meisje Anneke Rams, je oplossing van de vorige week ig te laat gekomen Jammer, hè De volgende keer hoop ik, dat je ook op tijd mèe kunt loten Dag allemaal! Tot de volgende week! tante iet. XXXIX. De spellen uit onze vorige rubriek. In het vier-hartenspel uit onze ru briek van vorige Donderdag is één regel uitgevallen. De 6e slag was n.1. de 7e en de werkelijke 6e slag was: Noord harten boer-harten 3-harten 7- ruiten 3. Het Zeskaarten-probleem. Dit probleem heeft zeer velen bezig gehouden en men ging er meermalen toe over het voor onoplosbaar te ver klaren. Wij vragen daarom de aa dacht voor de volgende oplossing: Eerst de kaartverdeling: S. v-2 S. H. R. KL 4-3 h-b h-6 H. R. KI. S. H. R. KI. is de oplossing erg gemakkelijk. In Noord wordt die eerste slag getroefd met schoppen vrouw en Oost gooit harten 8 bij. Tweede slag. Uit Noord troef twee! Zuid maakt twee troefslagen, speelt harten vrouw naar harten heer en West moet van klaver h-6 naar aas-8 in Noord spelen, wat de twee laatste slagen op levert. B. Maar nu gooit West in de eerste slag harten heer bij. Dan in Noord ruiten 9 en Oost harten 8. Tweede slag. Zuid schoppen aas, West sch. 3, Noord sch. 2 en Oost sch. 5 (gedw.) Derde slag. Zuid harten vrouw. West de boer, Noord ruiten heer en Oost kan troeven met de heer of ruiten bij gooien. Troeft hij met de heer, dan moet hij ruiten naspelen, die in Noord met schoppen vrouw wordt getroefd, waarna klaver aas uit Noord en troef 6 uit Zuid voor de laatste twee slagen zorgen. Troeft Oost de 3e sW niet, maar gooit hij ruiten 6 bij, dan wordt uit Noord klaver aas gespeeld, die Oost weer dwingt: troeven of ruiten. Bij troeven zijn weer de laatste twee slagen voor troef vrouw en troef 6. Gooit hij ruiten vrouw bij, dan klaver 8 uit Noord en de situatie herhaalt zich. Men ga dit nauwkeurig na!! Nieuw... Reukwarende Crdme 1. Bederft de kleding niet prikkelt de huid niet. 2. Is onmiddellijk droog. Kan direct na het ontharen worden ge bruikt. 3. Stopt het transpi reren gedurende 1-3 dagen; neemt de reuk weg. 4. Witte, vetvrije crème met irlise geur. 3. Beschermt Uw kledlna tegen transpiratie- -Wekkenmaakt sous-bras orerboaig. h-9 a-8 a-6 a-v 5-4 H. R. KI. h-5 8 a-v-6 Zuid is aan slag en schoppen is troef. Noord-Zuid moeten tegen elke verde diging 5 van de 6 slagen maken. Eerste slag. Zuid harten aas! En nu komen direct de twee varianten. West kan n.1. harten boer of harten heer bijgooien. A. West gooit harten boer bij. Dan Welk aardig meisje, van ongeveer 12 jaar, wil corresponderen met Dinie Jonkman, Laagzijde B 35, te Schagen? Dinie houdt veel van handwerken, zwemmen, wandelen en fietsen. Nel van Oosten, Molenvaart 250, Anna Paulowna, vraagt een corres pondentie-adres. Nel zit op school in de vijfde klas, is twaalf jaar oud en houdt van zwemmen, schaatsenrijden, handballen en prinsesseplaatjes ver zamelen. Een corresponden tic-vriendinnetje wordt gezocht voor Jacobtje Briek. Haar adres is Dorpsstraat A 90, Ab- bekerk. Jacobtje is 12 jaar, zit op school in de vijfde klas en houdt veel van gymnastiek, naaien en borduren. f)E nikkertjes keken dan ook telkens eens even achterom. Blijkbaar waren ze een beetje bevreesd, dat de kok de lekkernij zou laten vallen. Maai de kok was even voorzichtig als hij zwart was en sjouwde nog steeds met het geweldige baksel. Wederom was er iets prachtigs in de optocht te zien. Waaruit dat iets deze keer bestond zouden jullie nooit kunnen raden. Twee vindingrijke zwartjes hadden met behulp van wat latten, touw enniet te vergeten, een giraffe, kans gezien, een getrouwe nabootsing te maken van een molen. Het moest een Hollandse molen voorstellen, hetwelk met grote let ters op een bord duidelijk gemaakt was. Van Dobber en Kliekje had den ze eens horen vertellen van mo lens in Holland. Toen ze ook nog een plaatje van zo'n „draaiding" ge zien hadden, waren ze later op een f pracht-idee gekomen. Ze zouden met een molen in de optocht ver- 1 schijnen! De giraffe van de post hielp hen daarbij een handje. En succes hadden ze er mee hoor! De toeschouwers staarden eerst met grote ogen naar de letters op het bord en daarna naar de „molen" Dan klapten ze luid in hun handen. Zó mooi vonden ze hot. De school meester die ook aan de kant stond te kijken, vond het ook geweldig grappig, maar ergerde zich verschrikkelijk aan de taalfouten, die op het bord gezet waren...." 'J?V - -W*»- Zet onder elkaar. 1. Iets waarin wij lezen. 2. Bóek waaruit de Aardrijkskunde wordt geleerd. 3. Iets waardoor wij naar buiten kijken. 4,. Naaigereedschap. 5. Een uitstalling voor een winkel raam. 6. Een prettige tijd waarnaar alle kinderen verlangen. 7. Een lastdier. 8. Iets waarmee we eten. 9. Een stekelige plant. De eerste letters vormen nu tezamen de naam van een plaats. Welke woorden zijn dit en wat is de gevraagde plaatsnaam? (Bekend dorp op de Veluwe.) Oplossingen worden vóór Maandag 12 Juli ingewacht aan het bureau van deze courant. Vergeten jullie vooral niet je adres te vermelden? Maar het was niet afgelopen Jonker Flonker. Hij -was wel-is- waar uit de derde verdieping van het spookhuis gevallen, maar hij kwam zacht terecht, in het hooi, dat hoog cpgetast lag op een boerenwagen die op de zandweg vlag onder het raam stond waar de Jonker uit was geval len. Op de bok zaten Arie en de man met het vette hoedje. Ze riepen „Hu!" tegen de paarden en die gingen er vandoor juist op het moment waarop de Jonker met een enorme vaart in 't hooi verdween. Niemand merkte iets cn tegen dat de Jonker was bijgeko men e'n zich had losgewerkt uit het hooi, stond de zon al een eind boven de horizon en was de wagen al kilo meters ver de hei op. „Wat een afschuwelijke toestand", zichtte Jonker Flonker. „M'n kleren liggen in de kelder van het spookhuis. Ik heb alleen maar een nachthemd aan. Als die Arie me ziet gaat ie me zeker weer te lijf met z'n vork. Had ik ook maar een harnas en een zwaard, net als m'n voorvaderen, dan zou ik ze wel eens eventjesWas Boenzel maar hier.,..!" Opeens stopte de wagen. Jonker Flonker loerde door het hooi naar tui ten. Ze stónden voor een aardig fleu- Hg huisje met geschoren lindebomen er voor. Boven de deur was een bord met CAFé-VERGUNNING er op ge-, schilderd. De twee mannen waren van de bok af gekomen en liepen het huil binnen. Jonker Flonker kwam met z'n hoold een eindje verder boven het hooi uit. Aan een kant van het huis was een boomgaard met een bleekveldje. Daar op lag wasgoed. Met een sprong was ie de wagen uit. In een ommezien stond ie op het bleekveldje. Het eerste wat ie te pakken kreeg was een. bonte boerinnerok en een wit-katoenen muts je. Achter hem ging een deur open. Jonker Flonker trok ijlings de rok aan en zette het mutsje op. 105 uit zijn portefeuille en reikte het de jour- De hoofdinspecteur nam het nalist over. „L. ter plaatse gevonden. Waarschijnlijk drie maanden geleden begraven. Vermoedelijk arsenicum. Herten". De reporter knikte voldaan. „Die bijzonderheden kan ik nog prachtig voor onze eerstvolgende editie gebruiken, zei hij. „Ik zie nu ook in, dat de dokter veel minder gevaar liep als hij de plaats van die invalide innam." „Natuurlijk," zei de hoofdinspecteur. „Lagerman- kreeg nooit bezoek. Er was bijna niemand, die hem kende en hier in Amsterdam was de kans voor ontdekking van het bedrog buitengewoon klein. Die dokter zou hier als Lagerman ongetwijfeld het geld van de erfenis hebben gekregen." „Hij mag dan een misdadiger zijn geweest," zei de commissaris, „we moeten ook erkennen, dat hg een meesterlijk imitator was. Ik geef het je te doen om zo natuurgetrouw de rol van een menselijk wrak te spelen." „Is er verder nog iets aan het licht gekomen, mijnheer?" vroeg de re porter. „Neen, niets bijzonders," antwoordde de hoofdinspecteur. „Dupois heeft een volledige bekentenis afgelegd. Hij is werkelijk een neef van die ouwe Lagerman, maar hij had vrijwel nooit naar zijn oom omgekeken tot die dok ter contact met hem zocht en hem overgehaald heeft zijn medewerking te verlenen. Au fond is hij een slappe figuur, die lang niet was opgewassen tegen de kracht van de ander." „Die dokter heeft natuurlijk Lagerman vermoord, De hoofdinspecteur knikte. „Ja, Dupois heeft verteld, dat de dokter zijn oom arsenicum had gegeven Het grote plan was tot in alle détails uitgewerkt. Zodra ze het geld gekre gen hadden zouden ze naar België gaan. Daar liepen ze nog minder gevaar voor herkenning. Over een paar maanden wilden ze dan naar Zuid-Amerika. Dupois had alle papieren al klaar." „Dat monster zou ten slotte wel alleen gegaan zijn," veronderstelde de commissaris. „Een zo gevaarlijke getuige als Dupois zou hij wel spoorloos laten verdwijnen. Die kerel mag van geluk spreken, dat we hem bijtijds uit de klauwen van die vampier gered hebben." „En die knecht, commissaris?" d'e'" zei d® commissaris minachtend. „Dat is een stommeling. Ze fonen mÏ??® Seh°uden. Ik denk, dat Feenstra die wel zal laten lopen. Nou, waar blijf je nou met je borrels?" De reporter glimlachte en wenkte de kellner. va^avond^p "vSteTinSpecteur Beekman haastig. „Ikik moet „Neen, maar lk moet onzeae-en n?*J" de ™aheschÜn wandelen en gedichten van Van Alphen gehad Hie? nw' I"1 hoe heten die kerels? Die periode heb ik ook beetje' water hu fen^ f V.00r mijnheer ook maar eentje, maar doe er een zoenen." nders staat ie straks bjj vergissing zijn schoonmoeder te Dkï°wejzfniUB.i'inanlfUndUm\' 261 hy' toen de gaasjes op tafel stonden, „uat we ze nog lang mogen lusten." ÜNour gT Zei de insPecteur opstaande. trouwt 'stuur ik ie ee commissaris „en doe ze mijn groeten. Als Je twintig "■fikreden ik?*?" en Z0ut3tellctje. Ik heb er destijds ook vier-en* twintig gekregen en ik heb er nog wel een paar over." "oh zVdo ?ec' ^e0?" vrocS de inspecteur glimlachend. maken en dan zal fk °nrnh. ga nog een verhaal van die bijzonderheden Ziin am enafaeh e m n°g een paar uurtics ^ap in te halen." 1 u" afscheid en zochten hun weg tussen de tafeltjes naar het plein, dat bijna verlaten in het licht der lampen LT tafelt;,es naar P „Een beste kerel," zei de commissaris, zijn u langzamarh»™".^" helemaal in orde, maar hij zal zijn hersens commissaris, zijn inspecteur nakijkend. „Zi)n langzamerhand wel nn hcl®maa' in orde, maar hij zal zijn h hR„rr™?t5 a;„ P. le toeren laten draalen. Hij heeft gister een gooi ww— w mÜ vanmiddag, dat ie promotie zaJ zei de journalist. beurt gemaakt. Feenstra vertelde maken." ',Hoe heb^k^t nou^met Vroeg de hoofdinspecteur verbaasd, kjjkend. Ik heb 't toch Vroeg de commissaris, naar de lege glaasjs' Morgenochtend moet hg op "udïëntif'HJj krijst er cen stcrretje b'J "wÏTe we?' T11' gUn h6t va? harte gCmeCSter als een hond benn'ls maa?' gCCUW overdrukkend, „dat ik zo m°J hebben op te knappen Watdonk at wc nlet allc daScn z0'n akKcV1nJ! eentje nemen?» 6nk Je er van' Cornelissen, zullen we er nrt De hoofdinspecteur glimlachte. dat h?t???vJn?vOTd dMaatsf "Cn Iaten We afsprekep, commissaris, politieman nooit zoveel mag d toon Tl hCe" zclf *GZegd' dat ce" Wie weet voor welke p?blmen we no? J ?6t heIder mcêr k!m dC" en we n°g te staan zullen komen." ejinde.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1948 | | pagina 4