M/aCKTV/A/UJT op Je J Het eiland in de oceaan DAMRUBRIEK m m W'M 80 procent der bevolking analfabeet van Boenzel en Jonker Flonker Wij luisteren naar grijpt in CDE KRUISTOCHT VAN DE CATALINA P 85 jê 9 m 1 P C 0 7 I (wil een modern land worden I L II L I L J Brandend water Tante Sabine HOLLANDIA, 29 Juli. j)e Marine Catalina voert ons van kampong tot kampong, van bergland tot bergland, van rivier tot rivier. Van de Noordkust van Nieuw Guinea naar de Zuidkust En hij daalt in het gepo lijste spiegelglas van de meren, die daar liggen achter de hoge bergruggen van centraal-Nieuw Guinea. Maar de Cata- jjna kan ons niet in het hart van dit land brengen. Dat moeten andere transportmiddelen doen; dat doen onze voeten, dat doet soms een ijzersterke en onverwoestbare jeep, en dat doet een enkele maal, een antieke Higgins- stoomboot van het Gouvernement Twee dagen varen we de rivier op, bij Noeboeai. De rivier, die in het be gin breed en ruim en diep is. Later wordt hij smaller en ondieper. Uren en urenlang stoomt de Higgins voort, steeds in hetzelfde rustige en slaperig maken de tempo. De oevers glijden voorbij. Die oevers bestaan uit het vloedbos; dat vloedbos bestaat uit honderddui zenden mangrovebomen. Als een mum- van groen verrijst het mangrove-woud aan beide zijden van de rivier. Het is ondoordringbaar, hier kan geen mens leven. Hier komt hij per uur misschien 5 meter vooruit, als hij tenminste de beschikking heeft over Papoea's, die getraind zijn in het vloedbos, er ge boren zijn, en zijn gevaren en valstrik ken kennen. Hier leeft de muskiet in enorme zwermen. Hier woedt de dode lijke malaria. Hier schuifelt de kroko dil, die we vanuit de boot keer op keer zien. Even een gedempt geplas, een paar kringen in het water.... en verder stilte. Eenmaal zien we twee exemplaren van minstens 3 meter lengte. Als de avond komt ontwaakt het oer woud. Eerst komen de muskieten, mil- lioenen en millioenen. Dat is het uur voor DDT en Shelltox, waarvan we enorme hoeveelheden in deze dagen gebruiken. Snel komt de nacht in de tropen. In een kwartier is het donker. Ofneen, niet helemaal donker. Daar is de glans van de vuurvliegen die beginnen te stijgen. Kleine snel rij zende vonken, die in het loof der bo men verdwijnen. En soms is daar een oude vermolmde en rottende palm, die een geheimzinnig fosforiserend schijn sel uitstraat. Hiervan zijn de bewoners van het land zeer bevreesd. Dit is het uur dat het oerwoud gaat leven. De krekels zetten hun eindeloos concert in, de bruikikkers zorgen voor een accompagnement dat soms tot een bijna oorverdovend lawaai uitgrpeit. Insecten zoemen en snorren over de rivier en telkens zwalkt er iets groots en zwart door de duisternis: we weten later dat dit vleermuizen zijn, van het soort dat op Nieuw Guinea vliegende honden wordt genoemd. De jungle leeft, tiert, brult. Nooit heb ik geweten dat de wouden van dit nauwelijks betreden rijk zo gevuld zijn met wild, razend en koortsig leven. Het moet moeilijk zijn, als men baroe, nieuweling in dit land, is en moet sla pen in de rimboe. In die dagen dat we op de rivier waren leerden we talloze dieren ken nen. De prachtige kakatoe's sneeuw wit en kakelbont. En soms, op de uiterste top van een slanke palm, een blijkt ook in boek vorm zeer in trek te zijn. De verkoop gaat zijn gestadige gang. Overigens volkomen te begrij pen, want het is de schrijver van dit detectiveverhaal volkomen gelukt de lezer (es) enige genotvolle uren te schenken. Dit boekje, in suggestieve omslag, koopt U voor de luttele prijs van paar paradijsvogels. Het is een verruk king hen te zien, hun onbeschrijflijke sierlijkheid, hun bevalligheid. Konin gen en koninginnen van het oerwoud, met recht de vogel van het paradijs ge noemd. We varen doorde lange nacht in. Van heel verre horen we het doffe ge klop op tifa's, tom toms. Ergens is 'n kampong, ergens vertelt de tifa een nieuwtje, een bericht. Want onze na dering is al lang bekend. Daar zorgde de jungle-telegraaf voor. Dat zijn de vogels en dat zijn soms in de stroom geworpen stukjes hout. En het zijn de tifa's en al die andere onbekende, mys terieuze instrumenten, waarvan wij, Westerlingen, niets weten. De Papoea die onze gids is vertelt van de slangen. Hij zegt dat er ergens, heel ver weg, giftige zijn. Als je er door gebeten wordt sterf je binnen 5 minuten. Het zijn heel kleine slangen, zwart met een witte kop. Pas er voor opze zijn dodelijk voor iedereen. En daar is de python. Overal kom je hem tegen in dit land. Soms is hij 6, soms 7 meter lang. Hij is niet vergif tig, maar als hij schrikt en kans ziet dat 7 meter lange slangenlijf om het lichaam van een mens te wikkelen is het gedaan. De mens wordt volkomen gekraakt en niets kan hem redden uit deze dodelijkste aller omhelzingen. De nacht gaat vorbij. Wassenburg en Pfaff en ik luisteren naar de verhalen. We roken het ene pakje cigaretten na het andere en als de morgen komt, komt tegelijk de slaap. Maar die kans krijgen we niet meer, want de grote kampong is bereikt en 16 kano's zwer men al om de Higgins heen. Woest en dreigend zien de mannen er uit, met de vederbossen op de zwarte haren, de lichamen beschilderd met rode klei en met een storm van geluid, bestaan de uit het gillen der roeiers en het verwoed slaan op de tifa's. Het tempo waarin geroeid wordt is ongelooflijk. De kano's varen niet, ze schieten met schokken vooruit. Met een snelheid die de snelst geroeide wherry in het Westen nauwelijks kan evenaren. We worden uitgenodigd bij 't hoofd van de clan te komen en de uitnodi ging wordt aanvaard. Groene. jonge klappers liggen klaar voor ons en vor men de morgendrank. Jonge vrouwen dansen voor het huis en de mannen zien toe. Totdat ook zij hun bogen wegwerpen en met dansen beginnen, Het is één onuitwarbare chaos van ve ren, pluimen, bloemen en zwarte, wringende en kronkelende lijven. x Over een wijd stuk Pacific, een bre de baai in de kust, bespoeld door de Stille Oceaan, gaan we die dag terug. Langs eilanden en eilandjes. Verlaten stukjes steen in het blauwe water. We koersen door de brede deining van de oceaan, die Nieuw Guinea aan de Noordkus begrenst. Eén eilandje is lieflijker dan alle andere. De naam ben ik vergeten. Het is heel klein, zo op oog rond te lopen in nauwelijks een half uur. Het ligt daar verloren in de Pacific, die er met de volle kracht van zijn deining te gen aan beukt. Er is een klein stukje strand, dat telkens onderloopt van rul, wit schuim. Papagaaien krijsen in de lange blaren van klapperpalmen en als de Higgins op een paar honderd meter van de felle branding af is. zien we tientallen schildpassen, als deftige oude heertjes, gestoord in hun rust tussen zon, zand en schuim, wegschar- relen. Op een gegeven ogenblik zijn ze alle tegelijk verdwenen. De branding dondert tegen 't strand, tegen het steen, tegen het zwarte hout van de palmen, die half in zee staan. Parkieten en papegaaien zitten nieuws gierig te kijken naar die oude, vuile boot die daar langs vaart. Soms krijg je het verlangen hier te ankeren, het eiland op te gaan en onder de schaduw van de koningspal- men en bij het sissend uitlopen van de branding der oceaan, te gaan slapen en dromen. En voor een flink stuk tijd de wereld in het Westen te verge ten. De droom is voorbij en de Higgins vaart door. De lange, brede deining van de Pacific helpt ons in de goede richting en als het wéér avond is, zien we de kleine, oude, met één olielamp, verlichte haven. Het water van de Pacific is één bonk vuur. De Grote Oceaan heeft zijn licht ontstoken en in een bekken van vloei baar vuur, spattende vonken en vlam- J mend kielzog leggen we aan langs de steiger. ANTHONY VAN KAMPEN. Oplossing probleem 46. Stand: Zw. 10 sch. op: 4. 9, 10, 12, 13, 14, 18, 20, 21, 22. Wit 10 sch. op: 15, 24, 25, 29, 30, 32, 33, 34, 39, 41. Opl. 1. 32—27 21x32 of 22x31), V7//AW. Y////7/A 2. 29—23 (18x40, 18x38, 20x40 Of 20x38), 3. 41—37 (zwart sl. 2 sch.), 4. 37x19 (14x23), 5. 39—34 (40x29), 6. 30—24 (29x20), 7. 25x5 (zw. 2329 gedw.), 8. 514 (9x20), 9. 15x42 en wint op de aet tegen schijf 4. En nu nog even het volgen de standje: Zw. 9 sch. op: 8, 9, 13, 15, 17, 19, 23, 29, 34. Wit 10 scIl op: 20, 28, 32, 37, 38, 41, 4T 43, 45, 48. Wit speelt: 38—33 (29x36), 43—38 (15x24), 37—31 (36 x 27) 32 x 14 (23x43), 48x30 en wit wint hoe zwart nu ook slaat. Ter oplossing voor deze week: Probleem 47 van Pierre Broyer Zie diagram Zw. 9 sch. op: 7, 8, 9, 10, 12, 19, 21, 27, 36. Wit 9 sch. op: 20, 28, 32, 33, 34, 38, 40, 45, 46. Wit speelt en wint. (Merk waardige eindstand.) ii. (Van een bijzondere medewerker). Men heeft in Perzië of Iran, dat groter is dan Spanje, Frankrijk en het vooroorlogse Duitsland tezamen, twaalf millioen inwoners geteld. Wie die „men" is, weet men niet precies De regering verkondigt officieel dat het er zestien millioen zijn en sommige buitenlandse waarnemers mompelen iets over slechts acht millioen Perzen. Maar dat in ieder 80 van de inwoners nog moeten leren en schrijven, wordt niet tegengesproken. En dat dit land, dat een „moderne staat" wil zijn, per jaar de helft van zijn nationale inkomen aan defensie besteed, men spreekt het alweer nie* tegen. „Perzië is modern", zegt de ene Pers; „Perzië is achterlijk", zegt de andere Pers. En wellicht denkt die ander aan het feit, dat er 2000 r(jke families z(jn, die de staat geheel in handen hebbenof denkt h(j misschien aan de verwoede lief hebberij voor opium, die dit land f teistert en plaagt als China? Och, waar hjj aan denkt, we weten het niet, maar zeker is, dat het mo derne Perzië, genaamd Iran, niet helemaal ,,bü" is.... bij bezorgers, agenten en aan de bureaux van ons blad. Beperkte voorraad. 49. Maar toen Boenzel zag, dat z n baas op het punt stond z'n kazen aan de twee boeven over te geven, was het alsof er in z'n binnenste hon derden donkere roffels in beweging kwamen. „Baas", schreeuwde hij hees. „Je schokbatterij Jonker Flonker haalde de schok batterij uit z'n broekzak en stak hem achter z'n witte vest. De mannen hadden zichal gebukt om de kazen te pakken en op dat ogenblik gaf Jonker Flonker ze allebei snel een vriendschappelijk klapje op hun schouder. De kerels sloegen tegen de grond, als door de bliksem getroffen. Tikkie, j(j bent 'm, zei Jonker Flon ker. Toen pakte h(j de kazen van de straat op en wandelde met Boenzel rustig verder. Ze kwamen in de buurt waar ze woonden, bij de grutjessteeg. ,,'t Is alles een kwestie van tegenwoordig heid van geest", zei Jonker Flonker tevreden, terwijl ie z'n witte borst wat hoger boven de kazen uittrok. En je moet je nooit laten overdon deren Ze sloegen het Rottegat in. Aan het eind van het nauwe gangetje tus sen de schuttingen in zagen ze een witte gestalte, die langzaam op nu) afkwam. Jonker Flonker was blijven staan. „Slaffer, in z'n nachthemd" sta melde hij verbouwereerd. „Rustig door lopen". gromde Boenzel tussen z'n tanden door: „Ik lust hem rauw". Zodra Slaffer het tweetal in de ga ten kreeg, begon ie verschrikkelijk zuur te kijken. „Jullie hebt m'n hele voorraad opgegeten", schreeuwde hi) al van uit de verte. Maar toen ze voor elkaar stonden en hij de kazen in de gaten kreeg, werd ie wild. ..Die kazen zijn van mij", riep ie hees. „Ze zijn gestolen. Overal in de stad hangen biljetten met honderdduizend gulden beloning er op als je ze terugbrengt. Ik leg beslag op die kazenAls schadevergoeding.Geef hier „Beste kerel", zei Jonker Flonker met een minzaam lachje. „Kalm an waten toen legde hij rustig t«n hand op Slaffer's schouderDe kruidenier vloog dwars door een schutting heen en bleef bewusteloos op een bleekveldje liggen. Boenzel was opgetogen. „Als ik handen had zou ik applaudisseren", riep ie uitge laten blaffend. „Maar we moeten op schieten, anders is die Professor Splitser al naar bed. En ik wil van avond nog die honderdduizend gulden hebben". „Goed zei Jonker Flonker". Maar de Pers als mens behoort volgens velen tot de aangenaamste figuren op dit ondermaanse. Dit land met zijn kleine bovenlaag van rijkaards, zijn klein aantal slecht betaalde en dus voor corruptie vatbare ambtenaren, dit land, dat in het geheel geen middenstand kent, kent natuurlijk vele bedelaars. Doch als het waar is, wat men van deze armen zegt, dan vormen zij de aristo cratie van de Int. Orde der Goede Bede laars: slapend in de goot mompelen zij nog kwatrijnen van de dichter Omar Khayyam: „Van deze aardse wereld stap ik af, Van haar, die korte tijd een onderdak (mij gaf; Van alle raadselen werd mij geen (enkele opgelost, En duizend twijfelingen neem ik mee (in het graf'. INTERNATIONALE SPANNINGEN. De doorsnee Pers heeft altijd ergens in zijn bloed de wijsheid der eeuwen be waard. Maar hij maakt er zich niet druk over en kent niet de hoogmoed van de Westerling, die zich uitverkoren meent Hij is gastvrij, hij mag buiten landers wel, vooral wellicht, als zij het „vuile weyk" en dat schijnt voor me nige wijze Pers zonder geld de inter nationale politiek te zijn opknappen. Is dit een van de oorzaken waarom men in Iran zo ongelooflijk veel vreemde invloeden bespeurt? Enge land voerde er jarenlang de boven toon, als petroleumboorder en strate gische zeevaarder Nu, dit zij zacht- kens terzijde opgemerkt poogt va dertje Stalin het hoogste woord te krijgen. Maar hoe het ook zij, de doorsnee-Pers maakt zich daar misschien nog minder druk over dan de doorsnee Europeaan. De Pers knoopte reeds sinds eeuwen zijn verdroomde, als met zilverglans, azuur en mangaan bestoven tapijten voor wij nog zelfs aan onze koeharen vloerbedekking waar natuurlijk nog nooit iemand bij heeft kunnen dromen toe waren. En zoals zijn tapijtjes, zo is de Pers, ook nu nog: een goed man, een arme rijke, met noblesse in zijn hart en veel mijmeringen aan een verleden dat hem leerde, hoe vergankelijk de dingen des dagelijksen levens zijn en hoe schoon het is, te dromen, terwijl anderen den ken en doen en een orde verwekken, die hij maar gevaarlijk, luidruchtig, vermoeiend en toch maar wonderlijk vindt. En h<t is ook nog niet eens vijftig programma voor hedenavond HILVERSUM n, 415 m Nieuwsberichten om s, 7.» en U uur AVRO: 6,15 Tom Erich (piano) 6,» Over de levensopvat ting van primitieve volken 7,00 Echo van de dag 7.10 Gesprekken met dok tert 7.S0 Relais Edinburgh 1,55 Bui tenlands overzicht 9,10 The Romancers 9,40 Nel Oosthout draagt voor 10.00 Pierre Palla (orgel) 10,30 Wereldkam pioenschappen wielrennen 11,19 Wereld raad van kerken te Amsterdam 11,50 Wereldkampioenschappen wielrennen 11.55 Ambrose en zijn orkest HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten om 7, 9 en 11 uur KRO: 6,50 Sport - praatje 6,30 Voor de Strijdkrachten 7,15 Richard Tauber met orkest 7,30 „Het spel met de dood" 7.45 Niwin- klanken 7.50 Rubriek van de Weder opbouw 1,05 Gramofoonmuziek 5,13 ,,De kringloop der belangen'- 9.55 Con cert door het Omroep-orkest 10,37 Ac tualiteiten 10,45 Avondgebed 11,15 Laat Symphonisch-concert PROGRAMMA VOOR WOENSDAG HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten om 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur VARA: 8,18 Tango's'en rumba's 8,50 Voor de huis vrouw 9,00 Gramofoonplaten 9.35 Alfred Cortot (piano) VPRO: 10.00 Morgenwijding VARA: 10,20 Onze keu ken 10,30 „Als de stofzuiger zwijgt" 11,00 Populair non-stop-programma 12,00 Malando 13,39 Johan Jong (orgel) 1,20 Orkest Frans Wouters 1,50 Jo- geph Schmidt zingt met orkest 2,00 Gesproken portretten 2,15 Kamermu ziek 3,00 Jane Eyre 3,30 De Regen boog 4,00 Kinderzang 4,15 Weinig in de krant, veel ln het land 4,45 Vragen staat vrij 5,15 Gramofoonplaten 5,45 Contact overzee 6.15 Vara-varia 6.20 Operette-concert 6,45 De Wereldkam pioenschappen wielrennen 7,00 Een donderwolkje aan de feesthemel 7,15 Het nieuws uit Indië VPRO: 7,30 Voor de jeugd 7,40 Jeugdnieuws VARA: 8,05 De Zeer Eerw Heer Henri de Greeve over het Nationaal geschenk aan H M de Koningin 8,15 Muziek 9,35 „Kruisver hoor" (hoorspel) 10,40 Kwartet Jan Corduwener 11,15 Wereldkampioen schappen wielrennen 11,30 Dansmuziek HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten om 7, 9, 1, 7, 8 en 11 uur NCRV: 8,15 Het BBC-koor 8,30 Een vlotte start 9.00 Ochtendbezoek bij onze jonge zieken 9,30 Werken van William Walton 10.00 Achtste christelijke congres tegen het alcoholisme 11,00 Potpourri's 11,40 Piano-duo 12,00 Gramofoonplaten 12,33 Ancora-trio 1,15 Orgelconcert 5,00 Ensemble „Bagatelle" 2,3o De in vloed van het licht bij tuinbouwgewas- sen 3,00 Muziek 3,30 Kamerorkest 4,00 Magyarl Imre en zijn orkest 4,15 Voor onze Jongens en meisjes 5,30 Busch strijkorkest 6,00 Onze Nederlandse ko ren en korpsen 6,30 Voor de Strijd krachten 7,15 Het orkest van André Kostelanetz 7,30 Het actueel geluld 7,45 Gramofoonmuziek 7,55 Het Bach- koraal 8,05 Programma-proloog 8,15 Wijdingsure 9,30 Koninklijke Militaire kapel 10,15 De zes strijkkwartetten 10,45 Avondoverdenking 11,15 Wereld raad van kerken 11,20 Avondklanken 11 40 Gramofoonplaten „Nooit van gehoord", zullen vele lezers mompelen, die denken aan de oerfunctie van ons water als blusrnateriaal, tenminste wan neer er niet een laagje olie drij vend op het water tot ontbran ding wordt gebracht. En toch is men onlangs in de Oeral op brandend water gestuit. Bij het boren van een bron kwam warm water met een be paald zoutgenalte naar boven dat brandbaar bleek en een blauwe vlam gaf. De leider van de expeditie construeerde een vrij eenvoudig apparaat om het methaan (moerasgas) uit het water af te zonderen. Men be nutte het meteen als motor brandstof. Kort na deze ontdek king kwam een andere expeditie brandend water in de buurt van de stad Kamyslof tegen. Later is gebleken dat het brandende wa ter zich over geweldige uitge strektheden in de bodem van de Oeral bevindt. Men heeft zich deze ontdekking ten nutte ge maakt door een aantal kleine electrische centrales aan te leg gen, die door deze gratis brand stof gedreven worden. jaar geleden dat zijn zoon hem vol eer bied en liefde toesprak als „meester" en zijn slaaf het kostbaarste was een schone Abessijnse maagd, die kostte f 500 hem „vader" noemde. Zijn slaaf, hij sprak hem aan als „kind", en gaf hem als hoogste straf zijn vrijla ting. Schoon, oud Perzië, hoe hard is het* een zakelijk, nieuw Iran te moeten worden 29. ROMAN VAN MARIA SAWERSKY „Ach, mij heeft het behoorlijk ge smaakt" bekende Beate. „Nou, dan heb je een maag als een struisvogel", luidde het antwoord. „Wie weet". Er scheen met Beate nu eenmaal niet te praten te zijn en daarom trok Irene Larsen zich maar op haar eigen kamer terug, waar zij zich geërgerd begon af te vragen, hoe ze de middag in het ver velende Hasselfeurde zou kunnen door brengen. Dat was eigenlijk overbodig, want juffrouw Sabine Reuder had daarvoor allang een plan opgemaakt. Terwijl daar allen rustten, had ze een invita tie voor de thee aan het huis van haai buurman laten bezorgen, waarmee ze zich erkentelijk hoopte te kunnen tonen voor het maal van de vorige avond. Nu stond zij in de keuken en instrueerde Emma. „Denk er om, dat we er eer mee moeten inleggen", bond ze haar ge dienstige op het hart. „Doe dus eens extra je best!" „Bah!" zei Emma minachtend, ,,'s Is nogal een kunst om Peter en z'n koke rij te overtreffen. Na dat maal. zoals u 't me geschilderd hebt. juffrouw, verwondert me maar één ding: dat u nog in leven bent". Bü de herinnering aan de uitge droogde ham, de harde worst en de beschimmelde kaas trok Sabine nóg haar neus op; ze onthield zich echter van verdere critiek. „De kapitein wil me met z'n nichten de loef afsteken", zei ze lachend, ..maar ik zal het met m'n keuken doen en hem met verscheidene lengten slaan. Zolang die Peter hiernaast kookt er ik jou heb. zullen we het wel win nen. nietwaar?" „Rekent u daar maar op!" verzeker de Emma, die haar ontslagaanvrage alweer vergeten was. „En om de kapitein te laten zien, dat ik niet alleen op hem en z'n nich ten ben aangewezen, zal ik ook dr. Ktuger en diens zuster inviteren. Wie zouden we nog meer kunnen vragen?" „Dat weet ik niet, juffrouw". „Enfin, Kruger en z'n zuster zijn voorlopig genoeg", besloot juffrouw Reuder. „Men moet niet al zijn kruit opeens verschieten". De beweeglijke oude dame 'oegaf zich naar de telefoon en nodigde dr. Kruger op de thee. De medicus nam de invitatie, zowel voor zichzelf als voor zijn zuster, die hem in zijn prak tijk hielp, gaarne aan. Het was hem reeds ter ore gekomen, dat de kapitein zijn nichten te logeren had. Dr. Kru ger was nieuwsgierig met de dames kennis te maken. Toen men in de woning van Mengel berg uit zijn middagslaapje ontwaak te. lag juffrouw Sabine's uitnodiging op tafel. De kapitein wreef zich in de handen. ..Maken jullie je maar deftig, meis jes", zei hij, vergenoegd. Irene trok een elegante middagja pon aan en kapte, schminkte en poe derde zich zorgvuldig. Zo verscheen zij stralend voor haar oom, die haar, als leek ln de vrouwelijke toiletkunst, be wonderend opnam. Beate kwam iets later. Zij droeg een eenvoudig jurkje van grijze zijde, haar haar was, als gewoonlijk, glad naar achteren gekamd en haar gezicht was gespeend var elk schoonheidsmiddel. Dientengevolge be hoefde het niet te verwonderen, dat ze bij haar knappe nicht wel zeer ongunstig afstak. Mengelberg nam haar. kennelijk misnoegd, op. ..Heb je geen andere jurk dan dat grijze vod?" vroeg hij onvriendelijk. „Nee oom", bekende Beate be schaamd. ..Nou dan zullen we maar gaan." Bij de deur van de naburige woning werden zij door Emma, die voor deze gelegenheid een hagelwit schortje had voorgedaan en zich in alle opzichten van Peter onderscheidde, ontvangen. Z j bracht het gezelschap naar de salon, waar zij door juffrouw. Reuder werden begroet. Spoedig daarop ver schenen ook dr. Kruger en diens zuster. Laatsgenoemde was een dame van moeilijk te bepalen leeftijd; ze had een verstandig gezicht en in haar ogen glom iets, dat op gevoel voor humor duidde „Tjonge, tjonge, u hebt er een heel feest van gemaakt, juffrouw Reuder," zei de kapitein, -iet een ondertoon van jalouzie in zijn stem. ..Ter ere van u en uw nichten !"lachte Sabine Reuder. Op dit ogenblik schoof Emma de schuifdeuren vaneen, die toegang gaven tot de eetkamer. Een keurige tafel was 't eerste, dat opviel. Zilver en kristal fonkelden en een door dringende bloemengeur vulde het ver trek. En daarop begon Emma, geassis teerd door een noodhulpje op te die nen warme pasteitjes met vis- vlees- en champignonvulling. Thee, wijn en likeuren stonden volop ter beschikking Voor de kapitein was er bovendien een fles onvervalste Jamaicarum. En na de pasteitjes verschenen er allerlei soorten gebak, klein en groot, gevuld en onge vuld. Het was alles met evenveel zorg toebereid en juffrouw Sbina behoefde haar gasten waarlijk niet tot toetasten aan te sporen, want alles zag er even verleidelijk uit. De kapitein viel het onderscheid tussen deze en zijn eigen huishouding dusdanig op, dat hij er bijna kregelig onder werd, maar juffrouw Sabine gaf hem daarvoor geen gelegenheid. Ze wist een levendig gesprek gaande te houden en daarin vond zij de nodige steun bij dr. Kruger. zowel als bij diens zuster, die een zeer belezen vrouw bleek te zijn en die al spoedig contact had met Beate, toen ook deze zich als een ware boeken- vriendin ontpopte. Het meisje voelde zich onmiddelijk tot Laura Kruger aangetrokken. Bei den hadden ongeveer dezelfde smaak en veelal dezelfde boeken gelezen. Zo doende ontwikkelde zich al spoedig een litterair gesprek, waarbij Beate alle verlegenheid aflegde en zich zo danig van een andere zijde deed ken nen, dat Mengelberg er zich over verbaasde. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1948 | | pagina 3