NIEUW GUINEA John Doe trektweerKhakiaan Tante Sabine i een witte kaart met zwarte stippen Wij luisteren naar grijpt in DE KRUISTOCHT VAN DE CATALINA P 85 LAND VAN 1 GULDEN DE HECTARE En het v/onder in de nacht V WE lopen naar buiten en een jong ambtenaar van het Binnenlands be stuur stelt z'n jeep ter beschikking. Ik wil nog eenmaal naar boven, en uit zien op de Humbold-baai. Geen bezwaar meer tegen de dienstplicht in de Ver. Staten SI VIS PACEM PARA BELLUM De Ronde van Zaandam Rundveestapel kleiner dan vorige jaren Wereldkampioenschappen Zeilen Fanny naar Finland Tweede nederlaag van Arsenal HOLLANDIA, 6 Augustus. PISTERAVOND was ik in het huis van generaal Mac Arthur. In geen enkel opzicht is het een bij zonder huis: een typisch Nieuw Guinea- huis, in elkaar geslagen door de negers van het Amerikaanse leger. Snel en de gelijk. Maar gebouwd op maanden en niet op jaren. Een groot wit huis. Met vele kamers en veel ruimte om het armzalig beetje koelte, dat hier overdag en in de avond te verzamelen is, op te vangen. Dit is dan het huis dat gebouwd werd op Mac Arthur Hill, uitziend op de glorieuze Humboldbaai, met de achter grond van het wilde bergmassief van de Cycloop. Hier stond het bijna 2 jaren. Toen kwamen er Papoea's, die het weg haalden. Stuk voor stuk, balk voor balk, dak voor dakkamer na kamer.... Dat waren de Papoea's in dienst van 't Nederlandse leger en ze brachten het huis over naar Holiandia, op de plaats waar de grote man van Nieuw Guinea, Resident van Eechoud, het wilde heb ben. Die avond was ik in dat grote witte huis en ik zat in de werkkamer van de Resident. Langs één wand rü- en zich boeken. Langs de andere wan den zijn kaarten geplakt, enorme lap pen stafkaart, het ganse gebied van Nieuw Guinea, van de Vogelkop tot de Australische grens. We drinken ijswater en sterke koffie en Resident Van Eechoud, de beste kenner van dit land, vertelt van de kansen en mogelijkheden die hier zijn. Wat ik hoorde is nogal sensationeel en past helemaal niet in het beeld dat ik me eens had gemaakt, jaren geleden, van dit eiland. Wat te zeggen van een mededeling dat Nieuw Guinea, wat het Hollandse gebied betreft, 13 maal de omvang bezit van Nederland? Wat te zeggen van het feit dat dit enorme ge bied bestuurd wordt door nauwelijks 100 ambtenaren....? Ir. kan mij nog goed herinneren dat we op school leerden dat de kaart van Nieuw Guinea nog „witte stukken" be vatte. Die witte stukken waren dan de gedeelten, welke nog niet in kaart kon den worden gebracht omdat er nog nooit iemand was geweest. Deze avond hoor ik de verbijsterende werkelijkheid van Resident Van Eechoud: héél de kaart van Nieuw Guinea is wit, blanco, volkomen maagdelijk. Zet hier en daar bij de kust, en een enkele maal in het binnenland, een potloodstip en ge hebt de landkaart van Nieuw Guinea. Dit is de nuchtere (en nogal ontnuchte rende!) werkelijkheid. Resident Van Eechoud staat op: een grote, forse, lenige figuur. Het lichaam van een man, dat in vele jaren getraind werd door de hardste leerschool van 't leven: de rimboe. De man die, op Jung le Pimpernel na, als laatste vertrok en als eerste terugkwam. Een bekwaam en dapper man. Een man van formaat. Hij staat op, blijft staan voor de kaarten langs de wanden en zegt dan: „Het is jammer dat men in Holland zulk een verwrongen beeld heeft van dit land. Nieuw Guinea is onbekend ge bied, met hier en daar een klein stukje dat verkend werd. Negen tiende deel is nog volkomen terra incognita, nooit was er één blanke. Wie daar wonen, welke de levensomstandigheden zijn, of er bergen of valleien, heuvels of meren zijn.... niemand die het weet. Wat no dig is is vóór alles: exploratie. Er zijn 25 jaar nodig om tot de kern van het land door te dringen. Eerst dan kun nen we zegen: nu weten we wat Nieuw Guinea is, welke kansen het biedt, of er gekoloniseerd kan worden. Nu reeds het koloniseren op enigs zins grote schaal te beginen is misda dig en hopeloos. Goed, een enkel stuk- je aan de kust mag dan een mogelijk heid bieden, maar daar blijft het bij". Gelooft U dat zich rijkdommen in de grond bevinden, Resident? Er zijn ge ruchten van goud en olie en bauxiet Inderdaad, die geruchten zijn er. En waarschijnlijk zal dit alles er zijn. Maar waar ligt het en in wélke hoeveelheidEn is het te transpor terenEn kunen Europeanen of In donesiërs het in dit klimaat exploite ren? Dat alles dient onderzocht te wor den. En eerst dan, maar niet eerder, kunnen wij zeggen: hier liggen de kan sen, laten wij daar gaan koloniseren. Maar niet eerder, hoe teleurstellend dit ook mag klinken, en al kost de grond hier dan ook maar.1 gulden per hectare J-JET is de laatste avond dat wij op Nieuw Guinea zijn. Als ik het huis van de Resident verlaat staat de nacht hoog boven het aan alle zijden oprij zende oerwoud. Krekels maken een hels lawai en van vlakbij wordt er op torn toms geslagen. In de pasanggrahan is mijn reisgenoot, luitenant ter zee Wassenburg, bezig zijn bullen in te pak ken voor morgen. Ik volg zijn voor beeld maar als we daarna willen gaan slapen lukt dat niet. Het is een vreemd en zonderling gevoel te weten dat we morgen, over enkele uren al, terug zul len gaan. Weg uit dit harde, wilde, grim mige land. Weg uit dit oord van mala ria en vochtige hitte. Morgen zal een vliegtuig ons komen halen en terug brengen naar de wereld der mensen. Naar Batavia.... morgen zullen we weer boven de wolken zitten, met al leen nog de herinnering aan tana Pa poea de aarde der Papoea's. En in die nacht, de laatste die ik doorbracht op Nieuw Guinea, schroeft een kleine, roestige, vuile jeep ons naar boven. Langs de spiralende weg, met aan weerszijden de bloedrode won den, die de negers in de rotsen hakten om wegen te maken voor de mannen van de Amerikaanse armeeën. Boven ons gloort een vaal schijnsel. Dat is van de maan die bezig is zich los te wikkelen uit dikke nevelsluiers. We bereiken de top: en daar ligt de Humboldt-baai. Het is voor het eerst dat ik die bij nacht zie en het is onbe schrijflijk. Op het ogenblik dat we uitstappen en het gonzen en donderen van de mo tor wegsuist uit m'n oren, valt de stil te in. Het is volmaakt stil. Er is alleen duisternis en wat glans van sterren. Die glans ligt in de gepolijste spiegel van de baai en dat is een beeld van haast onwerkelijke schoonheid. In de verte is een zacht geruis: dat is de bran ding van de Pacific, die tegen de ko raalriffen slaat. Het klinkt dof en zacht, het is de adem van de oceaan, die op en neer gaat. Het is het ademen van de zee, die daar ligt in grandioze uitge strektheid. Wij staan daar met ons drieën en er wordt niet gesproken. De sigaretten do ven en niemand steekt een nieuwe op. We staan daar maar wat, zitten op de rotsen en ieder heeft ln zo'n moment z'n eigen gedachten. Zonderlinge ge dachtenover de ruimte van het heelal en over het verlangen om naar huis terug te gaan. Over de majesteit van dit nachtelijk tafreel en over de lange, lange weg die me van huls scheidt. Dat woelt en wentelt en kan telt door elkaar, in een mensenbrein, Za lang tot je niet meer weet of je droomt of waakt. Totdat daar ineens het wonder plaats grijpt. Ineens heeft de maan de nevels overwonnen en uit die nevels welt op, rood en machtig, de maan. De kleur is bruin-rood, die van een overrijpe to maat. En die kleur wordt opgevangen in het water van de baai, dat bloed rood wordt. Wij staan daar en zien het wonder aan. En blijven zwijgen. Ach ter ons rijen zich de toppen van het hooggebergte, vóór ons ligt een bassin met bloed. Het is een fantastisch beeld, dat zich muurvast in mijn herinnering grift. JTEN kwartier later dansen er 5 vu rige toortsen over de baai. Dat zijn de vissers, Papoea's die ter vangst uit gaan. De fakkels dwalen over het water cn boven het ademen van de Pacific uit horen we het monotoon gezang der mannen in de prauwen. ANTHONY VAN KAMPEN. De Haagse schilder Anton van Welie heeft een groot schilderij gemaakt ter gelegenheid van het gouden regeringsjubileum van Koningin Wilhelmina. Dit schilderij zal een plaats krijgen in het grbouw van de ftaad van State. Het middenstuk stelt voor Koningin Wilhelmina, die afstand doet van de regering en wijst op de nieuwe vorstin, die met haar echtgenoot en prinses Beatrix op de voorgrond staat. De rest van het enorme doek is gevuld met allegorische voorstellingen uit de vaderlandse geschiedenis. De schilder voor het voltooide doek. i (Van onze correspondent.) Op 7 September gaan. voor de tweede maal in acht jaar, de grijze formu lieren in zee, waarmee de Amerikaanse jeugd van 19 tot 26 jaar in volle vrede wordt opgeroepen zich voor dienstplicht te laten registreren. Ditmaal zullen de jongens merkwaardig genoeg, met heel wat meer lankmoedigheid worden ontvangen dan in 1940. Want al stond Europa toen in brand, de Ame rikaan was lang niet overtuigd van de noodzaak laat staan: wijsheid van Roosevelt's besluit. Prominente figuren als Lindbergh konden toen immers in alle ernst argumenteren dat een strijd tegen de Nazis „broedermoord" zou zflh. En het sou tot Pearl Harbor duren voor de natie in haar geheel het nut en de noodzaak van dienstplicht leerde Inzien. Nu is er van een gewapend conflict geen sprake. Maar ditmaal blijven protesten tegen de nieuwe dienst plicht uit. Men erkent algemeen, dat er niets anders op zit. Si vis pacem para bellum (Wilt ge vrede, bereidt u dan voor op oorlog). Ook Lindbergh spreekt weer. Maar in de 56 dichter lijke, bijna als een bede geschreven pagina's van zijn „Of Fllght and Life" (Van vliegen en leven) klinkt een toon van berusting. Het is ditmaal geen aanval op enig land zelfs niet op de Amerikaanse politiek. Hij spreekt slechts de hoop uit, dat de mensheid haar drang naar technische volmaakt heid en wetenschappelijke perfectie zal kunnen aanpassen aan de eisen van internationale zedelijkheid. Ik zou niet graag willen beweren, dat de stemming van Lindbergh's laatste geschrift typerend is voor die van het Amerikaanse publiek. Maar hoezeer men hier op het „onverbeterlijke Euro pa" kan horen afgeven, de overgrote meerderheid van het Amerikaanse volk is wel diep overtuigd, dat het nu in het internationale schuitje zit en derhalve moet meevaren met alle consequen ties van dien. GEZINNEN ZULLEN NIET ONTWRICHT WORDEN. Het strekt Truman ongetwijfeld tot eer, dat hij de dienstplichtwet heeft doorgevoerd. Men kan hierbij aanvoe ren, dat in eerste instantie het aantal nieuwe recruten niet bijzonder hoog zal zijn en dat geen enkel gezin in vredestijd uiteengerukt zal wor den. Want, althans voor het eerst zijn grote groepen uit de burgerij vrij gesteld. Daartoe behoren in de eerste plaats zij, die in de landbouw werkzaam zijn, broodwinners en gehuwden. Het is dus duidelijk, dat de huidige president onder deze volkslagen zeker niet aan populariteit zal inboeten. En voor een aantal niet productief te werk gestelde vrijgezellen betekent de dienstplicht overigens niet meer dan 35 dagen in een nieuw uniform, dat naar de regering heetf toegezegd er nog beter zal uit zien dan wat de strijdkrachten tot dus ver dragen. Het oproepen van de dienstplichti gen wordt in Amerika dan ook aller minst beschouwd als een belangrijke tegenzet in de „koude oorlog" met het Kremlin. Men wil slechts paraat zijn. Want ook zij, die in eerste instantie het formulier kunnen terugzenden met een sterretje achter het vetgedrukte regeltje landarbeiders of gehuwd zullen enkele weken later een nieuw invulbiljetje in de bus vinden. Daar op zullen zij zeer gedetailleerde bij zonderheden over zichzelf hebben te vermelden, die de leger- en marine- autoriteiten in staat stellen hen voor de toekomst te klassificeren. Dat de Amerikaan, die toch aller minst geneigd is iets te slikken, dat hem Diet bevalt, de nieuwe dienstplichtver ordening in zo'n rust en kalmte heeft aanvaard, kan mede worden toegeschre ven aan de voortreffelijke wijze, waar op men hier voor de oud-strijders zorgt. Dit heeft ertoe geleid, dat het „in dienst gaan" veel minder wordt gezien els een uitweg voor hen, die nergens anders voor deugen, of die node gedu rende een aantal maanden hun tijd gaan verknoeien, „omdat het nu een maal moet". Zij, die eervol zijn gedemo biliseerd, kunnen rechten doen gelden cp tal van privileges, die zich uitstrek ken van onderwijs-faciliteiten tot het verkrijgen, op uitzonderlijk gunstige voorwaarden, van leningen en voor schotten voor het bouwen van een eigen huis of het opzetten van een eigen be drijf. Weinig Amerikanen hebben gepro beerd door ijlings in het huwelijk te vluchten de dienstplicht te ontkomen. Er was maar één stad in de gehele V.S. waar trouwlustigen een stormloop op het stadhuis ondernamen uit angst dat het huwelijk de volgende dag verboden zou zijnDat was in Brooklyn, een hoogst emotioneel district van New York, waar 600 paren in de rij stonden om in de echt verenigd te worden. De ambtenaar van de Burgerlijke Stand werkte zich in acht uur door een rijste- berg van 400 heen en stuurde de overi gen terug tot de volgende dag. Van het overschot kwam toen echter slechts de helft terug. De nacht had kennelijk bezinning gebracht. Wat betekenen 35 dagen in uniform in verhouding tot een overhaaste verbintenis tot een heel leven van corveethuis! Dinsdag organiseerde de Zaanlandse Wielerclub D. R. S. een ronde van Zaandam over 125 km. voor professio nals. De uitslag luidt: 1. Gerrit Peters, Haarlem, 3 uur 18 min. 10 sec.; 2. Voo- ren, Beverwijk, op 3 meter; 3. De Best, Haarlem, op 4 meter; 4. Lakeman, Amsterdam. 5. Loos, Amsterdam; 6. Steenbakker, St. Michels Gestel; 7. Schellingerhout, Zaandam. 8. Motke, Amsterdam. 9. C. Bakker, Zaandam. 5. Ja, Inspecteur Barendse is een ijverig man. Nog steeds weet hij niet wie die Atlantis is. Allerlei lijsten heeft hij nagezien zonder resultaat. Ja, hij heeft een kustvaarder gevon den, maar die lag hoog en droog op de helling en van enig vertrek was nog geen sprake. „Toch maar eens gaan kijken", zegt hij en geeft instructies. En toch zal de naam Atlantis op ieders lippen zijn, door de radio zal hij wor den genoemd en de kranten zullen hem in alle huiskamers zichtbaar ma kenWie of wat het dan is? Zie daar.... de naam Atlantis in strakke letters op een metalen romp! Van een schip? Neen lezer, de Atlantis is een vliegtuig, een D-C 6. Het grote toestel van de Douglas-fabrieken en voor geen enkele Hollander een onbekende. De Atlantis is een van die luchtreuzen die, getrokken door vier zware moto ren, met de regelmaat van een klok over de oceaan vliegen! En wat de Rat met dat machtige vliegtuig te ma ken heeft? vraagt U zich af. Wil hij het laten verongelukken? En wat zou hij daar voor belang bij kunnen heb ben? Tja, dat is voor U een vraag en voor hem een weet. (Van onze Haagse redacteur) Hoewel de Nederlandse rundvee stapel zich na de oorlog behoorlijk hersteld heeft, zit er toch niet zoveel schot in als wel wenselijk is. Intendeel, in vergelijking met de jaren 1947 en 1946 is er in 1948 zelfs een achteruit gang te constateren. Het totaal aantal runderen bedroeg bij de laatste inventarisatie in 1948 na melijk 2.313.257, tegen 2,366.639 in 194? en 2.410.148 in 1946. In 1939 bedroeg het totaal aantal runderen 2.817.314, zo blijkt uit de laatste gegevens van het Centraal Bu reau voor de Statistiek. In de eerste race van de wereld kampioenschappen star-klasse, die Dinsdag it) de Cascaisbay bij Lissabon een aanvang namen en waaraan ook onze landgenoot Bod Maas met „Stari- ta" deelnam, plaatsten zich als eerste drie: 1. Polluce, Strumn Straulino (Italië); 2. Twin Star, Strmn Loock- woon Pirie (Ver. Staten); 3. Gem II, Strmn Durward Knowles (Bahama's). Naar wij vernemen, zal Fanny BlankersKoen aan een drietal wed strijden in Finland, o.a. te Helsinki, deelnemen. Zij vertrekt half Septem ber naar het Hoge Noorden, waarbij haar echtgenoot, Jan Blankers, haar zal vergezellen. De uitslagen van de gespeelde wed strijden voor de Engelse Leauge luiden. Eerste divisie: Aston VillaBolton Wanderers 24; Sheffield United Liverpool 12; Stoke CityArsenal 1—0. PROGRAMMA VOOR HEDENAVOND HILVERSUM n, 415 m Nieuwsberichten om s, s en 11 uur VARA: 6,Jo Vrolijke plaatjes 7,00 Vijftig jaar democratisch socialisme 7,15 Het nieuws uit Indië VPRO: 7,30 Voor de jeugd 7,4j Lezen ln de Bijbel VARA: 8,05 Dingen van de dag 8,20 Residentje-orkest 0,15 Prik plak en knlpboek 10,15 Gramofoonpla- ten 10,30 The Ramblers 11,15 Gramo- foonmuziek HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten om 7, 8 en 11 uur NCRV: 6,00 Onze Nederlandse koren en korpsen 6,30 Voor de Strijdkrachten 7,15 Gramofoon- platen 7,30 Het actueel geluld 7,45 Gramofoonmuziek 7,55 Het Bach-koraal 8,05 Programma-proloog 8,15 Feest klanken voor Nederland 10,30 Gramo- toonplaten 10,45 Avondoverdenking 11,15 Wereldraad van kerken 11,20 Po pulaire klanken PROGRAMMA VOOR DONDERDAG HILVERSUM n, 415 m Nieuwsberichten om 7, 8, 6, 7,25 en 11 uur AVRO: 815 Fredo Gardonl en zijn Musette-orkest 8,45 Gramofoonplaten 9,15 Morgen wijding 9,35 Arbeidsvitaminen 10,30 Van vrouw tot vrouw 10,35 Gramofocm- platen voor de vrouw 10,50 Kleutertje luister 11,00 Orgelconcert 11,45 Ten toonstelling „Stad en Lande van Gronin gen" 12,00 Gramofoonplaten 12,38 Piano-duo 1,20 Dolf van dor Linden en zijn Metropole-orkest —1,50 Voordracht 2,20 Solisten-concert 3,00 Voor zieken en gezonden 4,00 Assortimento 5,00 Avro-kaleldoscoop 5,20 „Welk dier deze week?" 5,30 Plerre Palla (orgeL) 5,50 Wij slaan op de tong-tong 6,20 Muziek 6,45 Sportpraatje 7,00 51e Jaarbeurs te Utrecht 7,10 Ouverture „Der Schmied Van Marienburg" 7,30 Aansluiting met de Usherhal te Edinburgh 8.20 „Een droeve tocht een zegetocht" 8,55 Gra mofoonmuziek 9,30 De troonafstand van H M Koningin Wilhelmina 9,45 „Beel den uit mijn kinderjaren" 10,30 We reldraad der kerken 11,15 The Andrew- sisters met Vtc Schoen, Xavler Cugat en Harry James, en hun orkesten HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur KRO: 8,15 Pluk de dag 9,00 Voor de vrouw 9.05 Gramofoonplaten 9,45 Liederen van Hugo Wolf NCRV: 10,00 Water Music- suite 10,15 Morgendienst 10,45 Orgel spel KRO: ll.Oo De Zonnebloem 11.45 Russische koren 12,03 Het orkest van Klaas van Beeck 12,20 Muziek 1,45 Hors d'Oeuvre NCRV: 2,00 „Mandoli- nata" 2.30 Gershwin Medley 2,40 Causerie voor de vrouw 3,00 Slowaakse suite 3,30 Gerard Hengeveld (pianoj 4,00 Bijbellezing 4,45 NCRV-koor 5,00 Het Radio-jeugdjournaal 5,30 Ensemble Lachman 5,50 Gramofoonmuziek 6,15 CNV-kwartler 6,30 Voor de Strijdkrach ten 7,15 Leger des Heils-kwartier 7,30 Het actueel geluld 7,45 De Regerings voorlichtingsdienst antwoordt 8,05 Pro gramma-proloog 8,15 Omroep-orkest 2,15 Troon en Volk 9,30 Valse caprice 9,35 Hollands Strijkorkest 10,00 „Hulde en bede" 10,15 Amsterdams Vocaal ensemble 10,45 Avondoverdenking 11.15 Symphonisch avondconcert ROMAN I VAN MARIA SAWERSKY 35) „Maar nu zeg ik er dan wel wat van, begrepen?" riep Mengelberg woe dend. „En jij hebt maar te antwoor den. Vertel op, waarom moet ik m zo'n onverzorgd huis zitten en me schamen om iemand uit te nodigen, hè?" „Omdat ik tenslotte ook maar twee handen aan m'n lijf heb", zei Pet®r koppig. „En.... en omdat de kapitein Ru eenmaal zo verdraaid krenterig is Nooit mag het wat kosten „Houd je wafel!" „Tot uw orders, maar daar de ka pitein me vroeg „Zwijg, zeg ik! Waarom breng je altijd datzelfde ongenietbare eten op tafel?" „Nou nog mooier! 't Heeft de kap- tein immers altijd goed gesmaakt en nog maar een paar dagen geleden heeft de kaptein zelf gezegd ,,'t Kan me niks schelen, wat ik ge zegd heb. Nu denk ik er anders over. Ik verlang, dat je van nu af aan zult koken, zoals Emma van hiernaast, be grepen? Ruk uit!" Peter Liesegang bleef echter stok stijf staan en maakte niet de minste aanstalten te verdwijnen. „Ruk uit, heb ik gezegd! Wat sta je me daar nu nog aan te gapen?" Peter had een gevoel, alsof de we- leid verging, maar na een korte aar zeling raapte hij toch al z'n moed bij een en zei: „Dat kan ik niet, kaptein" „Wel hier en gunder, waarom niet?" „Omdat ik een volleerd zeeman ben en Emma een volleerde keukenmeid, kaptein". Jules Mengelberg was zelfs in ogen blikken van woede een rechtvaardig man en voor dit argument kon hij niet doof blijven. Hij werd wat kalmer. „Daarmee wil je dus zeggen, dat de zaak hier niet in goede handen is enen dat ik een beetjeete kribbig ben, wat?" „Wat dat laatste betreft, neem ik de vrijheid de vraag van de kaptein be vestigend te beantwoorden", zei Peter deftig. „En wat het eerste aangaat, wel, voor ons beiden waren m'n hui selijke talenten toereikend, maar als de kaptein andere mensen wil gaan vragen, misschien juffrouw Reuder van hiernaast en de beide heren...." „Natuurlijk wil ik dat, ezel!" „Dan zult u het niet zonder vrouwe lijke hulp kunnen stellen, tja...." Liesegang keek zijn patroon recht in het gezicht en ging voorzichtigheids halve een stap achteruit. De uitbars ting volgde dan ook, zoals hij die ver wacht had. „Wil je daarmee soms zeggen, dat ik nóg een vrouwmens in m'n huis moet nemen?!" schreeuwde hij. „En dat ter wijl we er al twee hebben!" Mengelberg zweeg plotseling, want hij zag in. dat hij in zijn woede al te heftig was geworden. „Ik bedoel na tuurlijk hm dat ik het verblijf van m'n nichten hier bijzonder op prijs stel, hm...." Peter bemerkte, dat de kapitein te rugkrabbelde en dat gaf hem nieuwe moed. „Natuurlijk, kaptein", zei hij haas tig, „de jongedames zijn voor haar ple zier hier en dan kunt u niet verlangen, dat ze zullen gaan dweilen, poetsen en koken, maar een kleinigheid zou den ze toch wel kunnen doen, dunkt me. Tijd hebben ze in overvloed en v/at die juffrouw Irene betreft, die staat toch de halve dag voor de spie gel om zich maar mooi te maken, is t waar of niet, kaptein?" „Dat gaat jou niet aan", bromde Mengelberg. „En juffrouw Beate heeft me al eens gevraagd, of ze me niet een beetje kon helpen", ging Peter dapper voort. „Ze is op de huishoudschool geweest, zei ze, maar ik heb het aanbod afgewezen, omdat ik niet wist. of de kaptein het wel goed zou vinden, dat de juffrouw hier aan 't werk gaat. Ik heb haar ge zegd. dat ze de kaptein zelf maar moest vragen, of hij het toestond. Nou, dat heeft ze zeker niet goed gedurfd „Wou je daar soms mee zeggen, dat mijn nicht bang voor me is, jij ver roeste ankerspil?" Deze vertrouwde scheldnaam van vroeger bewees Peter, dat de stem ming van de kaptein lang zo slecht niet was als zijn gezicht deed vermoe den. Daarom knikte hij en zei: „Tja- wel, kaptein!" Mengelbergs grijze snor trilde. „Stuur juffrouw Beate bij me!" beval hij. Peter verdween met opvallende snelheid. De kapitein ijsbeerde met grote stappen de kamer op en neer, maar toen Beate binnentrad, bleef hjj plotseling staan. „U wou me spreken, oom?" vroeg ze zacht. Mengelberg keek van onder zijn borstelige wenkbrauwen naar het ten gere figuurtje van zijn nichtje. Zo zo, dat kind was dus bang voor hem, zo als Peter beweerde. En waarachtig, die ouwe. kerel scheen gelijk te hebben ook. ze beefde zowaar voor hem. „Waarom ben je zo benauwd voor me?" inauwde hij het meisje toe. „Ikik ben helemaal niet be nauwd, oom". „Ach kom, je staat te bibberen als een riet. Ben ik dan een kannibaal of zoiets?" „Nee, oom. „Nou dan! Waarom heb je Peter aan geboden om hem in de huishouding te helpen? Voor de dag ermee! Bevalt 't je hier niet? Ik verlang een eerlijk antwoord op m'n vraag. Ja of nee?" „Nee, oom Jules". Beate bracht het antwoord er met moeite uit en angstig keek ze naar het gezicht van haar grimmige bloedver want. Toen gebeurde er echter plotse- bng iets onverwachts. De kapitein barstte in een daverende lach uit. gaf Beate een zo gevoelige klap op haar schouder, dat ze door haar knieën knikte en nep: „Mij ook niet, ha, ha'" Na deze verrassende wending in het fnTe» ï!Wde hij Beate °P «n stoel en begon hij haar zijn wensen voor te zwIm KbmC Reuders huisinrichting zweefde hem als een ideaal voor de wond/" dat ZCi hU dan °0k onom" wonden. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1948 | | pagina 3