DE JEUGDKOERIERi Opstellenwedstrijd
Tante Sabine
Wij spelen Bridge
grijpt in
Hoe vier vrolijke neven van Tijl Uilenspiegel
burgemeester werden
HalloJongens en Meisjes
Oplossing Prijsraadsel
PRIJSRAADSEL
Onze mededelingen
TOCH NOG NIET HANDIG
GENOEG
Hei Radioprogramma
Waar was ambassadeur
Visser?
Natuurlijk kennen jullie
allen Tijl zei1. Zijn achter
naam, Uilenspiegel, behoef
ik er niet eens bij te noe
men, want er is maar één
Tijl de beroemde grote Tijl.
Maar kennen jullie ook zijn
vier vrolijke neven, die vroe
ger en dat is al een paar
honderd jaar geleden
even bekend waren als hij
zelf. Ik ben bang van niet
en dat vind ik erg jammer,
omdat er van die vier zekeT
evenveel aardigs te vertel
len valt als van hun bekende neef.
Voor degenen onder jullie, die dan nog
nooit van hen hebben gehoord, zal ik
tenminste één geschiedenis alvast ver
tellen. Luister goed hoor!
In het plaatsje Stachel-Achel, hier
een flink eind vandaan, hing op een
goede morgen een groot wit plak
kaat op 't stadhuis. In deftige woor
den kon men hier een oproep lezen
voor het ambt van burgemeester der
gemeente. De vier vrolijke neven van
Tjjl, die juist in Stachel-Achel waren,
vonden dit baantje wel iets. Ze wa
len platzak en hadden de laatste da
gen zich afgevraagd, op welke wijze
zij nu weer aan de kost moesten ko
men, De oudste Ferdinand ge
naamd vond, dat hij met zijn goed
figuur hij had een echte burge-
meestersbuik het best hiervoor ge
schikt was.
Maar de tweede beweerde dat zijn
puntbaard en snor, die hij met vee!
zwier wist op te draaien, méér waar
digheid gaf. Nummer drie vond, dat
het lot hier moest beslissen en telde
daarom de knopen van zijn jas. wat
natuurlijk in zgn voordeel uitviel. De
laatste, meende toch dit voor te héb
ben: achter zijn sigaar meer spraak
vermogen en minder zaagsel in ?ijn
hoofd te hebben dan dé anderen. Ten
slotte werd besloten dat zij, zoals tot
nu toe steeds 't geval was, elkander
trouw te blijven en dat alle vier zou
den trachten het ambt te krijgen.
Als eerste eis moesten zij als keu
rige heren verschijnen. Dat was wel
het minste, wat je van een aanstaand
burgervader mocht verwachten.
Daarom trokken ze gezamenlijk naar
een kleermaker bij wie zij zich aan
dienden als te zijn opgeroepen bij de
keurkorpsen der wijze gemeenschap
pen des keizers. De arme kleermaker,
die een goed vakman maar verder 'n
onnozele hals was, had nog nooit
hiervan gehoord, maar meende met
gunstelingen van het hof te doen te
hebben en haastte zich aan hun wen
sen te voldoen. Toen 'At op betalen
aankwam beloofden zij, alle hoog
waardigheidsbekleders, waarmee zij
aan het hof in aanraking zouden ko
men, van zijn vakmanschap op de
hoogte te stellen. „Je zult eens zien
ho® druk je het hierdoor zult krijgen
en de rekening kun je over vier we
ken presenteren op het raadhuis te
Stachel-Achel". De kleermaker ge
voeld# zich zeer gevleid.
Ze namen hun intrek in een her
berg. In de buurt oefenden ze zien,
als niemand het zag, om op de meest
waardige wijze als burgemeester op
te treden. Met langzame possen lie
pen ze de bosweg op en neer. genie
tend van hun aanstaande glorie.
Thuisgekomen zei Ferdinand: „Eén
ding ontbreekt ons nog; een aanbeve
ling van de Keizer. „Maar noe aan
zc'r, ding te komen? „Wacht, n
idee!" riep hij uit. „Schrik niet. Wat
er nu gebéuren gaat is slechts voor
de vorm.
Beneden in de gelagkamer zag ik
straks een veldwachter. Let nu op."
En hij brulde: „Heren", met 'n knip
oogje naar de anderen. „Heren, be
ledigt de uniform; U beledigt iiet
wettig gezag!" Zijn vuist daalde
zwaar neer op de wankele tafel. De
muren schenen te dreunen. Beneden
was het doodstil geworden; men luis
terde, Weer klonk de zware stem
van Ferdinand en ja hoor, daar
kwam de veldwachter de trap ópge-
stommeld. „Mijnheer", begon Ferdi
nand beleefd", deze gasten hier be
weren dat er geen dommer mens in 't
dorp bestaat dan de veldwachter.
Daar ben ik tegen opgekomen.
„Wat!" de dienaar van de wet ver
slikte zich haast van woede, „Gear
resteerd! Alle drie." Hij haalde reeds
een aantal papieren uit de zak waar-
3.
4.
5.
6.
1.
S.
9.
op vriend Ferdinand het keizerlijk
zegel herkende. „Laat mij de namen
even Invullen, dan kunt U rustig be
neden afeten", kwam h(J slim tussen
beide. De goedige veldwachter ging
hierop in. Nauwelijks had hij zijn hie
len gelicht of de vrolijke vrienden
maakten zich met de kostbare buit
uit de voeten. Toen de dorpsagent
verzadigd en tevreden de trap beklom
om zijn arrestanten te halen, waren
de vogels gevlogen.
Stachel-Achel kreeg echter, wat
geen enkele andere gemeente ooit
gekend heeft, vier burgemeesters en
wel op een persoonlijke aanbeveling
van de keizer. Deze had Ferdinand
in sierï^ke krulletters getekend op de
blanco papleren met het keizerlijk
zegel, die htj aan de veldwachter had
weten te ontfutselen.
Ik was van plan om jullie de vol
gende week eens een opstellen-wed
strijd op te geven. Een opstel maken
is voof sommige kinderen een heel
werkje en daarom zal ik de onderwer
pen waarover jullie een opstelletje
mogen maken, deze week Opgeven, zo
dat jullie er ruim de tijd voor hebben.
De onderwerpen Zijn:
1. Oranjefeest.
Een aardige gebeurtenis in de va-
cantie.
Kermis.
Een sprookje.
Wat er onze klas gebeurde.
Een goede les.
Een regendag.
Het kamp.
Een rondwandeling in de dieren
tuin.
„Jantje Onverstand".
Uit deze tien onderwerpen mogen
jullie een keuze doeft. Als de krant
van deze week soms zoek mocht ra
ken en jé de onderwerpen vergeten
bent, kijk dan de volgende week nog
maar eens in de Jeugd-Koerier. Ik zal
dan alles nog eens herhalen.
Het opstel mag niet te lang zijn,
want de vijf beste opstellen zullen
niet alleen met een boek worden be
loond. maar ook in de Jeugd-Koerier
geplaatst worden. Doen jullie dus alle
maal mee aan deze wedstrijd en denk
er om dat het opstel eigen werk moet
zijn, dus zelfbedacht en geschreven.
Deze wedstrijd is dus pas voor de
volgende week en de opstelletjes wor
den vóór Zondag 13 September aan 't
bureau van dit blad verwacht.
Wat zagen de briefjes er deze week feestelijk uit! Ze waren versierd met
vlaggen, bloemen en oranje. Er waren zelfs portretten van onze koningin bij en
tekeningetjes van dansende kinderen die vrolijk met hun vlaggetjes zwaaien.
Natuurlijk waren er ook veel gezellige beschrijvingen over de feesten.
Tot mijn spijt moet ik de beantwoording van de briefjes wat kórter maken
omdat het nu met een grotere letter in de krant wordt gedrukt en meer ruimte
in beslag neemt. Wij zullen hopen dat het spoedig weer verandert, maar nu moet
ik mijn best doen om met weinig woorden op vele dingen te antwoorden. Zal het
gelukken?
De eerste brief die ik ga beantwoorden is van Maartje Grooff. Bedankt voor
je aardige brief, Maartje. Je hebt echt gezéllig geschreven. Gezellig dat je zo
eens naar Rotterdam mag gaan. Tieny Kater, het is al weer een poosje gele
den dat ik iets van je hoorde. Prettig dat je nu weer meedoet. Schrijf je nog
steeds naar je correspondentie-vriendin? Sjeffie Veugelers, je hebt heel mooi
getekend. Dank je wel, jongen. Ik vind het prettig dat je meedoet. „Ratel
slang", ja, lang beestje, ik heb ook een prettige vacantie gehad en ik vind het
leuk dat Jij het in Groningen zo naar je zin hebt gehad. De Martinitoren was dus
ook al zó mooi verlicht. Kees List, je hebt het keurig opgelost. Tot de volgende
keer. Kees! Kees Uyl, leuk dat ik van jou ook weer een» wat hoor. Heb Je een
prettige vacantie gehad? Tony Briars, hartelijk dank voor de sigarenbandjes.
Ja, ik ben ook in Amsterdam geweest. Het was er heel mooi, maar ook heel druk.
Heb je het kastje zelf gemaakt? Wat knap ben jij. Hansje Kiewiet, ja, mijn
vacantie was prettig, maar ik ben 'olij dat jij je ook vermaakt hebt en met de
boot mee bent geweest. Groet Wimmie Mets maar van mij. Alie Kiewiet, be
dankt voor de sigarenbandjes. Ik wens je prettige feestdagen toe en veel ple
zier. Hoe gaat het met de club? Lodie van der wulp, je schrijft heel best hoor!
ïk ben blij met de sigarenbandjes. Je hebt ze zo keurig opgeplakt. Hartelijk
dank voor alles. Vind je de pianoles prettig? Jeantje Kramer, wat een leuke,
feestelijke brief stuurde jij mij. Ik dank je wel, meisje. Willy Meyer, ja. ik vind
het gezellig dat je gaat meedoen. Tot de volgende keer. Willy. „Hababerlba",
hartelijk gefeliciteerd met Oma's verjaardag en ook nog met jouw verjaardag. Je
bent erg verwend, zeg! Het zal wel een prettige 'dag geweest zijn. Dit jaar zal
het wel beter gaan op school, denk je ook niet? Bikkeltje, het zal je best be
vallen óp de H.B.S. Wat kun jij grote fietstochten maken. Je hebt erg veel gezien
in de vacantie. Jantje Leydeckers, jij hebt goede voornemens. Doe je best
maar, Jan. Groeten aan Moeder. Rie Schoonen, de vacantie is nog niet om of
jij begint mij al weer te verwennen met zoveel mooie versjes. Wat heb je daar
een geweldig werk aan gehad, Rie. Hartelijk dank, meisje. Ik ben er heel erg
blij mee. „Duizendschoontje", wat was ik blij met je brief en het kiekje. Jam
mer dat je al zo lang ziek ligt. Ik hoop maar dat Je goed vooruit gaat. Houd je
van sigarenbandjes sparen? Ik zal je portretje een goed plaatsje in mijn kamer
geven en ik dank je hartelijk voor je gezellige brief. „Witt Blson", jij gaat dus
een goede visser worden, ïk bewonder je, want het is een zwaar en moeilijk
beroep. Was je niet bang toen het zo stormde op zee? Ik hoop dat je mij nog
vaak iets van je werk wilt vertellen, en ik wens je het allerbeste toe, jongen.
„Elfje Zonnestraal", toen ik je brief zag, verwachtte ik al weer mooie tekenin
gen, maar het Werd nog een grotere verrassing voor mü, want je hebt de ko
ningin zo buitengewoon goed en gelijkend getekend. Prachtig hoor! Dat is een
heel werk geweest, meisje. Ik dank je hartelijk. Fijn dat het je zo goed bevalt
op de huishoudschool. Jannie en Teuni Beets, wat zal het een leuk gezicht zijn,
al die kleine rose biggetjes. Groeien ze al goed? Dat was een leuke wedstrijd,
Jannie. Jammer dat Teuni niet meer kon meedoen. Ik vond weer postzegels in
je brief. Fijn zeg! Daar ben ik blij mee en dank jullie hartelijk. Fiet Klok, wat
ben jij verwend door je Oom. Dat zal een feest geweest zijn, Piet. Je hebt je
brief leuk versierd met dat mooie potlood. Kun je nu al een beetje muziek ma
ken? Jannie Schoonhoven, je hebt een lieve Opa en Oma, vind ik. Was het
reisje naar Amsterdam met Moeder en zusje ook prettig? Gré WUdenes, je
hebt een mooie vacantie gehad. Ik feliciteer je met je overgang naar de zevende
klas. Goed zo, Gré! Ja. overal in Nederland was het feestelijk versierd. Stien
Kistemaker, je bent flink aangekomen in Nunspeet. Wat zal Moeder blij 2ijn dat
je weer thuis bent. Fijn voor je dat je zo'n aardig vriendinnetje hebt gevon
den. Jannie Bos, wat een fijn takje heb je voor mij getekend. Ik dank je wel
hoor! Jan Bergsma, hoe gaat het nu met Moeder? ïk hoop dat je dit lezen
zult in Friesland en dat jullie dan allemaal weer gezond zijn. Wat heb jij een
grappig, klein broertje. Grace Vermeulen, je hebt êen alleraardigst opstel ge
maakt met een mooie tekening. Erg leuk gedaan, Grace, ik was er blij mee. Na
tuurlijk ben je hartelijk welkom bij ons en ik zal mijn best doen om een cor
respondentie-vriendinnetje voor je te vinden. Betsy Jongert. ook jij bent har
telijk welkom. Ik hoop heel veel van je te horen, meisje. Gré Kromheer, ge
lukkig dat je weer opgeknapt bent, want het is niet leuk om ziek te zijn en
vooral niet als er feest is in de stad. Je bent dus al gauw jarig. Ik zal het ont
houden, Gré. Groet Pietje maar van mij. Corrie Nokkert, natuurlijk mag je
mij „Tante Iet" noemen. Dat doen alle kinderen hoor! De volgende keer hoor ik
dus weer wat meer van je. Dat vind ik prettig. Dag Corrie! Arle Kooiman, Ti
neke Wagenmakers, Rem en Nico Houter, E. J. de Boer, Tini Broertjes, Kees
Zee, Herman Bos, D. M. van .Haaften, Jan Oosterhoff, P. Slagter en Eva Blokker,
jullie zijn allemaal hartelijk welkom bij de Jeugd-Koerier. Ik hoop spoedig eens
wat meer van jullie te horen.
Door de feestdagen ontving ik een grote stapel briefjes te laat om ze nog te
kunnen beantwoorden. De kinderen hebben nog wel meegeloot, maar krijgen de
volgende week antwoord op hun briefje.
En nu weer tot de volgende week. Dag allemaal. TANTE IET.
Er was de vorige week heel veel
belangstelling voor het prijsraadsel en
ik kan jullie allemaal een 10 voor
Aardrijkskunde geven, want er kwam
niet één verkeerde oplossing binnen.
De plaatsen waren:
1. Assen.
2. Middelburg.
3. Scheveningen.
4. Tiel.
5. Eindhoven.
6. Rotterdam.
7. Delft.
8. Apeldoorn.
9. Maastricht.
De eerste letters, van boven naar
beneden gelezen vormen het woord
AMSTERDAM, de hoofdstad van ons
land, die in het middelpunt van de
belangstelling stond omdat daar onze
Koningin Juliana werd ingehuldigd.
Na loting werden de prijzen toege
wezen aan:
Rosa Verkauteren, Korte Graafwijk-
Straat 81, Beverwijk.
Corrie Kossen, Zuideinde 182, Scher-
merhorn.
Betsie Koeleman, Kievitstraat 18,
Oudorp.
Gré Wydencs, Sijbekarspel S 99.
Maartje Grooff, Schagenstraat 19, Den
Helder.
Guda Faarlberg, Schagerwaard C 1,
Harenkarspel.
De boeken worden toegezonden.
Deze week mogen jullie verborgen
getallen zoeken in de onderstaande
zinnen:
Nederland vierde de inhuldiging van
Koningin Juliana.
„Wacht even", zei Moeder, „Ik moet
mijn tasje nog halen".
Ze stoeiden de gehele dag en deden
niets aan hun huiswerk.
Ik zag dat de hond er dadelijk van
door ging.
Onze vensters zijn 's avonds gezellig
verlicht.
Toen de storm bedaard was zette
Vader de tent weer op.
Waarom deed Rietje niet mee met
de Jeugd-Koerier?
's Morgens hoor ik nog vaak de
merel fluiten.
In Rotterdam is Gertle nog nooit
geweest.
Wij zagen matrozen van de Marine
en van de Koopvaardij.
Ir. Iedere zin zit één getal verborgen.
Wie kan ze vinden?
Oplossingen zenden vóór Zondag 12
September naar het bureau van dit
blad. Denk om je naam en adres dui
delijk te vermelden. Onder de goede
oplossers worden weer boeken verloot.
Mej. H. W. Mulder, al uw zendingen
heb ik ontvangen. Na mijn vacantie
vond ik verscheidene pakjes met post
zegels. sigarenbandjes en lucifersmer
ken van u. waarvoor ik u hartelijk
dank. Ik ben er heel blij mee.
Graee Vermeulen, Zwaerdecroon-
straat 35 B. Rotterdam, zoekt een meis
je dat met haar wil corresponderen.
Grace is 13 jaar oud.
Welk meisje in Alkmaar wil corres
ponderen met Corrie Koseen, Zuidein
de 102, Schermerhorn? Corrie is 14
jaar oud en zij fietst, leest en zwemt
graag.
Willen kinderen die briefjes naar
Tante Iet zenden vooral niet verge
ten om geregeld hun naam en adres te
vermelden. Er komen nog zo vaak
briefjes binnen waar geen afzender bij
staat zodat zij niet beantwoord kunnen
worden. Kijkt dus allemaal de briefjes
nog even na, voor ze verzonden wor
den.
Een Indisch koopman kwam eens
met een olifant op de markt, om die
te verkopen. Nauwelijks had hij zijn
standplaats ingenomen of hij bemerk
te een Europeaan, die zonder 'n woord
te spreken steeds maar om het dier
heen liep te draaien en het oplettend
van alle kanten bekeek. De koopman
trachtte hem tot een koop te bewe
gen, doch de vreemdeling gaf in het
geheel geen antwoord. Eindelijk bood
zich een andere koper aan en de eige
naar van de olifant fluisterde de nog
aanwezige Europeaan in het oor; „Zeg
niets, voordat ik het dier verkocht heb,
dan zal ik het goed met u maken".
De vreemdeling knikte toestemmend
en bleef even stom als tevoren. Toen
de koop gesloten was en het geld be
taald. overhandigde de koopman vijftig
dukaten aan de verwonderde stille
toeschouwer met de woorden: „Nu
kunt u spreken; ik ben benieuwd hoe
Ter herinnering aan die Inhuldiging van Koningin Juliana werd Maanóar.
morgen in Kopenhagen een lindeboom geplant. In het midden van <j„
foto de Nederlandse gezant te Kopenhagen, Jhr. Van Leimep.
VOOR HEDENAVOND
HILVERSUM II, 41» METER Nieuwsbe
richten om 6, 7,25 Cn ll uur AVftO: 6,20
Sportpraatje 6,25 „Jonge vedettes" 7,
„Een traditie herleeft 7,15 gramoloon-
p!aten 7,3# Aansluiting me» de Usher Hall
te Edinburgh #,3# Arthtlf Rubenstein,
piano >,4# Franse chansons De over
tocht vati HM Koningin Juliana met de
prinsesjes naar canada ln l#4« »,ls De
speeldoos 9,40 „Een bank ln de scheme
ring 10,1# Het metropoie-ofkest 1»,4S De
burgemeester van Pontianak spreekt 11,11
gramolconplaten
hilversum i, 301 meter Nieuwsbe
richten om 7, 8 en ll uur NCRV: #,lS
I.and- en tuinbouw 6,30 voor de strijd
krachten 7,15 Leger des Ksils 7,30 Het ac
tueel geluid 7,45 De Regeringsvoorlich
tingsdienst antwoordt Mï Programma
proloog 0,1» Piaatvaria Onze jonge
Koningin thuis #,30 Kerkceneert »,»o
Nieuwe aanwinsten van de discotheek
10,15 ,,De vaar, der volken" 10,35 Phil-
harmonlach Orkest 10.45 Avondoverden
king u,i5 coro Beimemte met orkest 11,50
gramofoonplatén
hilversum ii, 415 meter nliuwsbe-
voor vrijdag
richten om 7, 5_ 1, e, o en 11 uur VARA:
I,11 Gramofoonplatén 0,35 aemi-kiasaiek
programma AVRO: 13,— Pierre Palla, or
gel 1.7# „Les gars dé Paris" 2,30 De Kwin-
tetspelers 3,29 Non-stop-programma
VARA; 4,— Johannes Brahms-programma
4,3» Tussen twaalf en zestien 5.3# WIJ en
de muziek 5,15 De Vara feliciteert 0,45
Johan Jong orgél; 7,/ Op naar het licht
7,15 Appèl voor de ex-politieke gevange
nen VPRO; 7,30 Gesprekken over de
Bergrede 7,5o Tien voor acht 5.03 ..Babar
Layar" VARA: Men vraagt en wij
draaien 5.30 De ducdalf 5,50 Op vieng'len
van muziek 10,— Buitenlands weekover
zicht 10,15 Swing and aweet VPRO: 10,40
„Vandaag" 10,45 Avondwijding VARA:
II,15 gramofoonplatén
HILVERSUM I, 301 METER Nieuwsbe
richten om 7, 5, 1, 7t 0 en 11 uur 'ftCRV:
1.30 SymphonlSch 'morgenconcert 13,
pianoduo 1,15 „Vrij en blij" 2.20 Van oude
en nieuwe schrijvers 3,10 Zang en spel
4,30 Vioolrecital 5,— Omroeporkest 0,15
„Het nieuwe Curagao ?,30 voor de strijd
krachten 7,15 gramofoonplatén 7,30 Het
actueel geluld 7,40 cwv-kwartier 0,05
Programma-proloog 0,15 Radio Philharm
Orkest 9,15 Groei- en rematoffen 9,35 veel
gevraagde platen 10,— Dé zea itrljdkwar-
tetten 10,30 Negro spirituals 10,45 Avond
overdenking 11,15 Avondmelodie 11,45
gramofoonplatén
u zo vlug het gebrek aan de linker
achterpoot van mijn olifant ontdekt
hebt",
„Een gebrek?" antwoordde de nu
geheel verbouwereerde vreemdeling,
„wat weet ik van een gebrek? Het is
voor het eerst dat ik zo'n dier eens op
mijn gemak van dichtbij kon bekijken
en daarom kon ik mijn ogen er niet
afhouden." Toen hij hierop 't gezicht
van de koopman op onrustbare **e
wijze zag betrekken wist hij niet be-
ter te doen dan 20 «nel mogelijk met
zijn vijftig dukaten te verdwijnen.
Toen in Augustus van dit jaar t«
Moskou uiterst belangrijke politiek*
besprekingen werden gehouden, ichit-
terde de Nederlandse ambassadeur, d«
bekende bergbeklimmer dr, Viwer,
door afwezigheid. Er was op de aav
bassade evenmin een naar rang g*.
schikte vervanger aanwezig. Onz#
buitenlandse dienst sloeg voor de zo-
veelste maal een erbarmelijk figuur.
Het kamerlid Van Heuven Goedhart
heeft naar aanleiding hiervan miniiter
Stikker gevraagd, of de ambassadeur
inderdaad te dier tijd afwezig was, et
er inderdaad geen geschikte vervanger
aanwezig bleek te zijn en wat de mi
nister van een en ander denkt. Niet
veel goeds, naar we hopen!
XL VII.
BRIDGE ALS WEDSTRIJDSPEL
Nu het bridge-seizoen weer aan
staande is. en ook de competities voor
viertallen en paren van de Ned. Bridge
Bond weer zullen beginnen, is dit een
welkome gelegenheid om nog eens te
wijzen op de betekenis van bridge ak
wedstrijdspel.
Bridge wordt zeer veel gespeeld in de
huiselijke kring en is als zodanig ook
een prettige tijdpassering. Maar het in
teressante van dit boeiende kaartspel
komt eerst goed tot zijn recht als men
bridge speelt in wedstrijdverband. Dit
geschiedt op de bridgeclubs, waar het
spel gespeeld wordt volgens bepaalde
wedstrijdschema's en de resultaten, die
bepaalde paren op een en 't zelfde spel
behalen, met elkaar worden vergeleken.
Verschillende personen, die veel thut»
spelen, zien er tegen op zich bij zon
club aan te sluiten omdat zij denken,
dat daar allemaal eersterangskrachten
spelen. „En daar kunnen wij toch niet
tegen op" zegt men dan. OverwinuBi
zij echter hun denkbeeldige vrees te
sluiten zij zich aan bij een vereniging,
dan blijkt hun meestal al spoedig,
die clubleden ook niet met de kaarten
kunnen goochelen en van een 2 g«n
aas kunnen maken. Na één of twee
keer te hebben meegespeeld worden zij
die zo tegen het spelen in clubverband
opzagen, er van overtuigd, dat zij hein
zo zwak niet zijn en bovendien komen
zij tot het inzicht, dat wedstrijdspel hij
zonder interessant is. En als zij
routine krijgen en goede resultaten b«-
halen, worden zij enthousiaste ch»*
leden, die op geen speelavond wilW
ontbreken.
In de plaats van uw inwoning of dicii'
laarbij kunt U tegenwoordig bijna alw)
één of meer bridgeclubs vinden, wiw
.gij met uw partner het spel in de P«
tlgste vorm kunt beoefenen. Voor W'
hebbers iets om te overdenken!
ROMAN
I VAN MARIA SAWERSKY
ól)
„Irene heeft ook haar goede eigen
schappen", stoof hij op, „Ze zorgt er
voor, dat er steeds bloemen in huis
zijn en ze speelt van tijd tot tijd eens
wat op de piano".
„Nou. ruikt u dan maar flink aan die
bloemen, kaptein, dan zult u wel in
leven blijven. Maar dat zeg ik u: Beate
die u toch zeker voor haar plezier te
logeren hebt gevraagd, vindt u van
daag of morgen ziek te bed. omdat ze
voor haar ouwe, egoïstische oom te
hard heeft moeten ploeteren!"
„Nu behoeft u me alleen nog maar
te vertellen, dat ze binnenkort sterft
en dat ik haar dan vermoord heb!"
snauwde Mengelberg. „Ik begrijp wer
kelijk niet, wat u nu eigenlijk van me
wilt en wat ik moet doen",
.Laat u het kind wat meer vrije tijd!"
..Moet ik dan soms Peter weer als kok
aastellen? Ik denk er niet aan!"
„Stuurt u dan juffrouw Larsen naar
huis en neem Beate voor goed bij u in
huis, dan zult u nog een genoegelijke
oude dag hebben".
Mengelberg gaf geen antwoord. Pein
zend beet hij op zijn sigaar, die intus
sen was uitgegaan. Zijn gezicht ver
ried duidelijk, dat het voorstel hem
wel toelachte, maar dat hij het eerst
eens moest verwerken.
Juffrouw Sabine bezat voldoende
mensenkennis om te begrijpen, dat ze
op dit ogenblik niet verder moest aan
dringen. Ze stapte derhalve van het
onderwerp af en zei: „Ik ga eens even
naar binnen om te zien, of ik Felix
van zijn werk weg kan halen. We
moesten maar eens een flinke wande-
l:ng door de velden gaan maken. Gaat
u mee?"
„Nee!" zei Jules Mengelberg, kort en
bondig.
Hij bleef ook koppig op zijn plaats
zitten, toen Sabine Reuder zich even
later met Felix, Karei Schuch, Beate
en Irene voor de wandeling gereed
maakte.
„Eigenlijk moest één van jullie meis
jes je oom gezelschap blijven houden",
stelde de oude dame voor, waarbij ze
Irene scherp aankeek.
Deze reageerde echter niet. Slechts
Beate zei: „Dan zal ik wel thuis blij
ven."
„Neen, m'n kind, jij hebt juist het
meest van allen frisse lucht nodig.
Ach, Irene, geef mij eens een arm van
je ik heb m'n voet een beetje ver
stuikt. Nu, vooruit jongens, gaan jullie
maar met Beate voor",
Sabine's verstuikte voet bestond al
leen maar in haar verbeelding, maar
ze liet Irene geen ogenblik los en
schoof haar arm stevig door de hare.
Kareltje Schuch ondersteunde de oude
de me aan de andere kant en zo liep
Felix Reuder alleen met Beate voor
aan. Dat was het, wat juffrouw Sabine
wilde.
Aanvankelijk liepen Felix en Beate
zwijgend naast elkaar voort. Beate was
veel te verlegen om zelf een gesprek te
beginnen en dr. Reuder wist niet goed,
wat hij moest zeggen. Het meisje naast
hem riep gevoelens in hem wakker,
welke hij nog nooit eerder in de nabij
heid van een vrouw had bespeurd.
Voorlopig overheerste nog een gevoel
van medelijden, maar in dit medelij
den mengde zich nog iets anders,
waarover hij nog niet met zichzelf in
het reine was.
Tersluiks nam hij Beate op. Ze was
veel kleiner dan hij, heel smal en heel
tenger. Bijna een beetje al te tenger.
Over heur haar lag een mooie glans,
maar haar bleek profiel was onregel
matig. Neen, Beate was niet knap,
zelfs niet aantrekkelijk. Tante Sabine
had hem verteld, dat kapitein Mengel
berg haar reeds als kind „de lelijke
Beate" had genoemd. Bij de herinne
ring daaraan gleed een glimlach over
Reuders gezicht. Hij was waarlijk niet
bepaald teergevoelig, de oude kapitein.
Alsof deze glimlach haar aangetrok
ken had, zo wendde het meisje op dit
ogenblik het hoofd naar de man naast
haar. Reuder was verrast door de uit
drukking van haar donkere, spreken
de ogen, die de onregelmatigheid van
het gezicht op de achtergrond drongen.
Onwillekeurig vermocht ook hij zich
niet aan de invloed daarvan te ont
trekken.
In ieder geval heeft ze mooie ogen,
ging het hem, als in aansluiting opzijn
overpeinzingen, door het hoofd.
Hardop echter zei hij; „De frisse
wind hier buiten is eenvoudig kostelijk.
Wat heb ik in het warme Afrika daar
dikwijls naar gesnakt!"
„U bent lang weg geweest, niet-
v/aar?" vroeg Beate verlegen.
„Twee jaar, maar 't heeft de moeite
wel beloond. Ik ben met m'n werk
tevreden
„Misschien zal ik uw film 0ok nog
v/el eens te zien krijgen..
„Natuurlijk!" lachte Reuder verge
noegd. „Bij de première gaan we alle-
™,raaJ\d<; hoofdstad Het spreekt
vanzelf, dat ik uw oom en u uitnodig
daarvan mede getuige te willen zijn
juffrouw Mengelberg".
„O, dat zou ik heerlijk vinden!" riep
Beate en ze bloosde ervan.
„Maar ik moet aan die uitnodig'
één voorwaarde verbinden", F™?
Reuder, „overeenkomstig de veel i
prezen stelregel: voor niets gaat de
op. Wilt u me beloven die na
komen?"
Beate zou op dit ogenblik in
zijn geweest alles te beloven, wa
der van haar verlangde, maar ze br
het niet verder dan een paar v#rWï
gestamelde woorden: „O ja, als ik
minste eerst mag weten, wat.»^
dat voor een voorwaarde is->«-
„Oho, u bent wel een zeer voorz,ê0
tige jongedame, die niet over
nacht ijs gaat!" hJjr
Beate bloosde opnieuw tot over
oren. Ze vond zichzelf verschrik*
kinderachtig, maar nochtans vcrm or(|
ze van louter verlegenheid geen
over haar lippen te brengen.
„U moet na afloop hard aPP vgjt
ren, óók als mijn film u niet
Wilt u dat doen?" vroeg Reuder.
„Maar dat is immers vanze
kend! Bovendien ben ik er van
tuigd, dat uw film geweldig
sant zal zijn!" (Wordt vervolg*'