gevangenschap overlaadt Ernst May
met louter weldaden
In
mij
De werkloosheid in België
De Duiise film heeft nieuwe
mogelijkheden
Nieuw Guinea - een tweede Nederland?
THERMOGENE
Minister van Justitie tegen de doodstraf
Ecafe-conferentie
mislukt
Naar een nieuw bloeitijdperk?
Ik was geheim agent in oorlogstijd (XXV)
En opnieuw gaan de
verhoren beginnen
n®
Marshall-landen naar
Washington
Wint Spaak met hulp van Marshall-dollars
Dertig millioen voor onderzoek naar kolonisatie
mogelijkheden binnen het Rijk
DE JEUGD moet er van doordrongen
worden, dat alleen de stichting van
een tweede Nederland ons alt de over-
bovolkingsmoellijkheden kan helpen.
Reeds nn Is het geboorteoverschot ge
stegen tot 350 per dag, hetgeen wil
zeggen, dat er dagelijks 80 nieuwe wo
ningen in gebruik genomen moeten
worden om van de werkgelegenheid
voor al die mensen nog maar te zwij
gen. Dat kan niet; dus moet er wat an
ders gebeuren!"
GRIEP
VERKOUDHEID
SPIERPIJN
RHEUMATIEK
PIJNSTILLENDE WATTE
LIED VAN DE WEEK
Utopia
ZATERDAG 11 DECEMBER 194*.
EERSTE DAGEN In (ie gevange
nis In Haren duren lang. Ik ben
««komen met een heilige angst voor
ïjjhandeling en lk heb vast voor-
geen risico's te lopen. Ik sta
ü«»rom direct bfl de reveUle op, voer
Lorder „Kübel 'raus" uit, was me
kleed me aan, „Kübel 'rein" en dan
Tart het een hele tfld tot het ontbot
r*Zt De vroege morgenuren 7j}n het
eest onplezierige gedeelte van de
get is nog te vroeg, te donker en
iTgomber om Iets anders te kunnen
dan zitten. Het leven schijnt nog
jlet begonnen te zijn, alles is even on
vriendelijk-
Laat in de middag op een van die
rste dagen krijg ik bezoek. Ernst
uay de man, die mü van Schevenin-
en 'naar Haren gebracht heeft, komt
binnen. Hij stelt zich vriendelijk voor
deelt mij mee, dat ik aan zijn zor-
ben toevertrouwd. is voor mg
verantwoordelijk en wanneer ik wen-
of klachten mocht hebben, moet
ik naar hem vragen. Natuurlijk infor
meer ik onmiddellijk naar de rokerij.
segt May, roken is toegestaan,
m*ar de gevangenen moeten zelf voor
hun sigaretten zorgen. De meesten
krijgen pakjes van thuis en ook stuurt
het Rode Kruis nu en dan sigaretten.
Wanneer hij zich realiseert in welke
toestand ik mij bevind, belooft hij me
te zien wat hij voor me doen kan. Heb
ik nog meer wensen? Er is een bi
bliotheek in de gevangenis, maar de
bibliothecaris komt niet vóór Woens-
oag. Hij zal echter proberen ook dit
in orde te brengen.
Een half uur later komt May te
rug met een pakje sigaretten en een
boek. „He bibliothecaris is niet te be
reiken! want het is Zaterdagmiddag.
Ik heb pu maar een Duits boek mee
gebracht. U leest toch Duits, niet
waar?"
„Zeker!" antwoord ik .„Dat wil zeg
gen, als het de moeite waard is om
gelezen te worden."
„O ja, dat is wel goed. 't Is een his
torische roman, het heeft niets met
nationaal-socialisme te maken."
Ik bedank hem, maar vraag tege
lijk: ;,Is dit gebruikelijk, of zoudt u
dit omschrijven met „tactiek" of „di
plomatie"?"
„U gelooft toch niet wat ik zeg,"
antwoordt May. „Dit is heel gewoon.
Elke gevangene krijgt een eerlijke be
handeling. Indien hij zich misdraagt,
moet hij de gevolgen daarvan onder
vinden. Maar over „diplomatie" moe
ten wij nog eens praten. Volgende
week zal ik u vragen beneden te komen
voor een praatje".
„Bent u er zeker van, dat het enkel
een praatje zal zijn?" vraag ik, niet
in staat mijn twijfel te verbergen.
„Het is mgn taak een paar punten
in uw bekentenis op te helderen. U
begrijpt natuurlijk" (en hij glimlacht)
„dat alles wat u ginds verteld heeft
itfet volledig en ook niet geheel naar
wfcarheid is. Niet, dat mij dit iets
aangaat; u kunt blijven liegen zo hard
als u wilt. Ik weet, dat ik toch de
waarheid van u te horen krijg. Maar
wij moeten elkaar begrijpen, sehen
Sie!"
„Dat zie ik. En naar ik vrees maar
al te goed. U zult mij tot praten
dwingen."
„Niet op de manier, die u insinueert.
Geen haar op uw hoofd zal gekrenkt
worden. U hoeft het niet te geloven.
U zult hfet zelf zien. Neen, mein
Herr" en weer tintelen zijn ogen, „u
zult uit eigen vrije wil spreken, ook
dat zult 'u zien. Auf wiedersehen,
alles Gute!"
JUIST ALS IK de wenselijkheid
overweeg te kloppen en vuur te
vragen, gaat de deur open en komt
de SS-wachtcommandant binnen. Ik
heb hem 's morgens al gezien tijdens
Lichtvaardige echtscheidingen
•en maatschappelijk kwaad
(Van onze parlementaire redacteur)
De Tweede Kamer heeft zich bij de be-
ipreking van de begroting van Justitie
niet onbetuigd gelaten, doch hoe veel
vuldig do onderwerpen ook waren, die
ilj ter sprake bracht tot ernstige cri-
tiek is het niet gekomen. Minister mr.
Th. R. J. Weijers kon dan ook terecht
constateren, dat men hem bij zijn eerste
verdediging van een begroting met wel
willendheid is tegemoet getreden.
Wat de echtscheiding betreft, had mr.
J. Terpstra (AR) ernstige bedenkingen
tegen de veelvuldige ontduikingen van
het artikel in het Wetboek van Straf
recht, dat de echtscheiding met onder
ling goedvinden verbiedt. Mr. W. F. E.
baron van der Feltz (CH) was het ge
heel met hem eens en noemde boven
dien het wetsontwerp betreffende het
tegengaan van dit soort echtscheidin
gen onvoldoende. Ook de St. Ger. ds.
P. Zandt was bezorgd. Dezelfde afge
vaardigden toonden zich teleurgesteld
over de mededeling van de minister, dat
van hem geen invoering van de dood-
itraf in het commune strafrecht te ver-
vachten is. Zij verdedigden de dood
straf op bijbelse gronden en herinner
den aan de tekst: Wie het bloed van een
ander vergiet, diens bloed zal vergoten
vorden.
Het aantal personen, dat op naturali
satie wacht, is legio. Er gaan vaak ver
scheidene jaren overheen, voor zij het
Nederlanderschap verwerven. Dat maak
ten de heren Stokvis (CPN) en J. H.
Scheps (P. v.d. A.) tot een ernstige
grief. Zij drongen aan op versnelde af
doening.
Voor een nieuwe en betere regeling
san de rechtsbijstand aan on- en min
vermogenden trad vooral baron v. d.
feltz (CH) in het krijt. Ds. Zandt viel
°em bij, doch maakte het wel wat erg
wit, toen hij de minister aanbeval daar-
'oor het geld te gebruiken, dat vroeger
dan de Volkenbond werd uitgegeven en
nu weer aan de Verenigde Naties wordt
"««gesmeten.Mej. mr. N. S. C. Ten-
e oo (p. v.d. A.) kwam met het origi-
denkbeeld deze zaak te regelen op
'wijze, zoals de ziekenfondsen medi-
e hulp aan de burgerij verlenen.
Minister Weijers had 's avonds heel
te beantwoorden. Enige suggesties
n mei- Tendeloo zal de minister in
erweging nemen en haar gedachte om
kosteloze rechtsbijstand te regelen
«**le verzekering vond hij wel
rekkelijk. Den advocaten wordt ten
e, e "hrecht aangedaan. Wat weleer
- cNte last was, is thans een zware
jjOfden en dat kan niet zo blijven.
e Mak zal de minister opnemen 'met
'en 4mbtgeno°t van financiën. Te wach-
regeling van het tuchtrecht
do.L Pers en dan zal nader bestu-
Worden in hoeverre deze door
handel heeft zijn medewerking toege
zegd door op de eerste vordering ver
koop en uitstelling van bepaalde boeken
te staken. Een nadere regeling voor de
processies achtte hij niet nodig. De
rechter treedt op als het een verboden
optocht geldt.
De minister zegde overweging toe of
een nieuwe regeling tegen dierenmis
handeling nodig is. De procedure inzake
naturalisaties zal hij nog eens nagaan.
De kwestie der woonwagens is in onder
zoek bij een interdepartementale com
missie.
Tenslotte deelde de minister mede,
dat gestreefd wordt naar een bevredi
gende regeling ten aanzien van de na
tionaliteit der gehuwde vrouw.
J zijn ronde. H(j is een jonge man van
omstreeks 35 jaar, klein, met een bril
en een ontegenzeggelijk prettig, vrien-
öelijk gezicht.
„Nou," zegt hij. „Ik zie, dat u geluk
gehad hebt,"
„Inderdaad," antwoord ik opge
ruimd. „Sigaretten, een boek, stromend
koud water. Het is hier net een hotel."
„Ik veronderstel, dat u folterkamers
verwacht had. Zo denken ze allemaal
in het begin. Voor uw zaak gereed is,
zult u wel merken, dat het hier beter
is dan buiten!"
„Nu overdrijft u!" protesteer ik.
„Neen, werkelijk niet. U hebt warm
te, goed eten, u hebt te roken, geen
zorgen, wat wilt u nog meer?"
„Er bestaat nog zoiets als vrijheid."
„Dat is betrekkelijk," zegt hij pein
zend en gaat op de rand van de tafel
zitten, terwijl ik op het bed zit. „In
dit leven ben je nooit vrij. Of altijd.
Het hangt er alleen maar vanaf, hoe
je het bekijkt. Men heeft altijd zijn
verplichtingen tegenover de mensheid.
Aan de andere kant, wanneer je een
goed leven leidt, eerlijk en fatsoenlijk,
dan hoef je je geen zorgen te maken,
dan ben je in elk opzicht volkomen
vrij!"
Ik heb alles van een SS-man ver
wacht, alleen geen levensphilosophie...
't Is hier een vreemde gevangenis.
In het begin van de daaropvolgende
week moet ik beneden komen voor 'n
verhoor. In een grote, gezellige kamer
zitten Herr May en een meisje, blijk
baar zijn secretaresse, elk achter een
tafel naast elkaar. Het meisje heeft
een zeer onaangename trek op haar
niet al te vriendelijke gezicht. Het is
een mager, vaal-bruin teringachtig
vrouwtje van ongeveer 28 jaar, met
geesteloze, ontwijkende ogen. Ze heeft
een lelijke kromme rug en lange beni
ge handen. Deze schoonheid is een
Nederlandse in dienst van de S.D.
Maar Ernst May is buitengewoon
hartelijk. Ik krijg een gemakkelijke
stoel, sigaretten en warme koffie. Al
die attenties verbazen me. Waartoe
zal dit alles leiden? En wanneer hij
mij meedeelt, dat er brood met worst
voor mij besteld is hij denkt, dat
ik wel honger zal hebben merk ik
zo argeloos mogelijk op: „Is dit de
prijs, die u voor mijn ziel biedt?"
„Bitte?" zegt hij onschuldig.
„Is deze schitterende ontvangst een
onderdeel van de bediening van dit
hotel, of maakt zij deel uit van uw
tactiek?"
„U hebt deze vraag al meer ge
steld," antwoordt hij stoicijns. „En ik
heb u al eens verteld, dat er geen re
den is om daarover sarcastisch te zijn
Wanneer u zich niet wilt laten over
tuigen, dat onze behandeling der ge
vangenen fatsoenlijk is, dan is dat mijn
schuld niet. In zekere zin spijt het me,
maar het doet mij ook genoegen." En
inderdaad verschijnt aan elke kant van
zfln ogen een rimpeltje van vermaak,
„omdat dit op vrees zou kunnen wij
zen."
In de conferentie van de economische
commissie voor Azië en het Verre Oos
ten, die heden voor het laatst bijeen
komt, overheerst een gevoel van teleur
stelling.
De hoop, die aanvankelijk bestond,
dat een positief resultaat betreffende
herstel en opbouw in het Verre Oosten
zou worden bereikt, is geen werkelijk
heid geworden.
Het grootscheeps vijfjarenplan voor
ontwikkeling van industrie en land
bouw, dat was samengesteld door een
werkcomité uit de commissie, is op de
lange baan geschoven wegens gebrek
aan fondsen aan de Verenigde Staten of
de Internationale Monetaire Bank.
De verwachtingen, dat de Ecafe een
tegenhanger voor Azië zou zijn van de
Europese adviesraad voor problemen
betreffende het Marshall -plan, zijn
eveneens de bodem ingeslagen.
Te Washington worden binnen drie
weken vertegenwoordigers verwacht
van alle Europese landen, welke Mars
hall-hulp ontvangen, teneinde hun as
sistentie te verlenen bij het opstellen
van feiten en cijfers als leiddraad voor
het Congres bij het vaststellen van de
fondsen, welke in het tweede jaar van
de Economie Coöperation Administra-
tion zullen worden toegewezen.
Er is geopperd, dat het beter en
effectiever is de toewijzingen voor het
tweede jaar aanzienlijk te verhogen en
de uitgaven in volgende jaren terug te
brengen. Men heeft voor het jaar 1949--
50 een bedrag voorgesteld van 6 mil-
liard dollar.
(Van onze correspondent te Brussel)
IN MEI 1947 TELDE MEN IN BELGIë 45.000 werklozen waarvan slechts
27.000 volledig zonder betrekking waren: een kleiner aantal heeft men
hier, zelfs in de beste vooroorlogse jaren, nooit gekend. In Februari 1948 wa
ren er echter 136.000 en na een daling in de lentemaanden, gingen de cijfers
opnieuw de hoogte in: 105.000 in Juni, 125.000 in September, 170.000 einde No
vember j.I. met deze verontrustende karakteristiek, dat het daarin begrepen
aantal volledig-werklozen voortdurend stijgt. Als het zo doorgaat, heeft men
op Nieuwjaar 300.000 werklozen: het hoogste cUfer dat werd opgetekend tij
dens de zware crisisjaren 19301935. Is het wseldeland dan plots een land van
„doppers" zoals men de verzekerde werklozen hier noemt geworden? En
is dat fameuze „Belgische mirakel" dan een smoesje geweest?
wordt door sommigen erkend, dat het
Uit de meest recente gegevens over
de economische toestand en de verkla
ringen van de minsters Spaak en Eys-
kens moet de gevolgtrekking worden
gemaakt, dat het land er nog best
voorstaat. De productie staat boven het
peil van 1938; de export is nog steeds
bevredigend: de verhouding in- én
uitvoer is uitstekend; de financiële toe
stand is gezond; de munt blijft vast.
..Alle economische indexcijfers zijn
goed", aldus de heer Spaak, „behalve
deze van de werkloosheid; zo is nu de
paradoxale toestand van ons land".
Een land als België is economisch in
grote mate afhankelijk van het bui
tenland. De exportmoeilijkheden voor
sommige artikelen zijn dan ook tot
de voornaamste oorzaken van de werk
loosheid. En al zijn de totaalcijfers van
de uitvoer nog interessant de lijst
van producten, welke nog geregeld
over de grens kunnen, is heel wat
kleiner geworden dan voor een jaar.
Er zijn ook „binnenlandse" oorzaken,
waarop de aandacht mag worden ge
vestigd. Wanneer men klaagt over de
buitenlandse concurrentie, moet men
ook erkennen dat de Belgische prijzen
doorgaans te hoog zijn. Op dit laatste
element werd attent gemaakt door de
heer Spaak, tijdens het Kamerdebat
over het programma der nieuwe rege
ring. Eveneens in verband hiermede
buitenland wel eens te klagen heeft
over de kwaliteit van de Belgische
producten. Men kan hieraan nog toe
voegen. dat bepaalde industrieën, in
het bijzonder de textiel, een „structu
rele" crisis doormaken. Het is een feit
dat de Belgische textielindustrie ach
terstaat bij het buitenland wat betreft
technische uitrusting en niet minder
wat onderlinge verstandhouding en or
ganisatie betreft. Men mag verwachten
dat verscheidene textielfabr'~'"ies. die
thans „momenteel" sluiten, definitief
gesloten zullen blijven.
J)E NIEUWE REGERING SPAAK
heeft van de bestrijding der werk
loosheid haar voornaamste program
mapunt gemaakt. Zij heeft echter haar
plannen op dit terrein nog niet volle
dig bekend gemaakt. Spaak zei er al
leen over, dat het saldo van de Mar
shall-dollars (40 millioen of nagenoeg
1.6 milliard Belgische francs) daartoe
zal worden aangewend en dat, behalve
het doorzetten van de wederopbouw,
een politiek van openbare werken en
van privébouw zal worden gevoerd.
Het is echter duidelijk, dat ook de in
dustriële en algemeen-economische we-
deruitrusting, intensief zal worden
voortgezet en dat men zich zal inspan
nen bij het uitvoeren en verbeteren
der handelsaccoorden.
Dit waren de slotwoorden van een
betoog, dat de oud-Indische ambtenaar
G. L. Tichelman, thans verbonden aan
het Indisch Instituut te Amsterdam,
dezer dagen in Den Haag in een beslo
ten kring hield.
Hij wees er zijn gehoor op, dat dit
tweede Nederland gesticht kan worden
en wel binnen de grenzen van het Rijk.
n.1 in het woongebied der Irianen
(„Jonge Uitspruitsels") dat u wellicht
niet onder die naam kent. Irianen, zo
wensen de Papoea's van Nieuw-Guinea
genoemd te worden. Dit eiland, na
Groenland het grootste ter wereld, is 28
maal zo groot als Nederland. Het Ne
derlandse deel is 13 maal ons vader
land, om juist te zijp: 416.000 km2. Er
wonen (naar schatting) niet meer dan
1.250.000 mensen. Van Oost naar West
meet het gebied 1200 km, van Noord
naar Zuid 700. Er zijn geen wegen,
geen spoorlijnen en bestuursambtena
ren moeten soms 300 km te voet afleg
gen. Het volk is er ternauwernood aan
het Stenen Tijdperk ontgroeid.
Voor een groot deel is het met tro
pisch oerwoud bedekt. De hoogste bo
men meten 40 tot 60 meter, hetgeen
wijst op vruchjbare grond. Er heerst
een zeeklimaat en er zijn regelmatig
regens. Verscheurende dieren vindt
men er niet, afgezien dan van een wilde
kattensoort. Wel zijn er veel ratten
(een meter lang!) die door de bevol
king gegeten worden. Afgezien nog van
de bodemschatten liggen hier uitge
strekte gebieden, geschikt voor land-
J\E BERLIJNER HAALT ZIJN SCHADE IN. Hitier liet hem weinig kans
,^ijn tijd te verdoelt aan cultuur-uitingen van ontaarde broedervolken"
En al heeft de film meestal met cultuur maar weinig van doen, een cultuur
uiting blijft ze. En de Amerikaanse en Engelse films hadden jarenlang geen
toegang tot de bioscopen van het Derde Rijk, evenmin trouwens als de rol
prenten uit Russische en Franse studio's. E*» tijden zijn veranderd: de grote
Kino-Palaste de filmpaleizen waar jaren achtereen slechts Duitse films
op het doek verschenen, zijn voor het merendeel in puin veranderd en de
Berlijner moet zich weer tevreden stellen met een bekrompen plaats in een
der-talrijke kleine bioscoopjes, die nog getuige waren van de geboorte van de
film, een goede vijftig jaar geleden. En daar ziet hij nu wat er de laatste vijftien
jaar'in de studio's buiten de grenzen gemaakt werd. Op filmgebied is Berlijn
de meest internationale stad ter wereld. Sinds 1946 werden er meer dan veer
tig Engelse, tachtig ^Amerikaanse, honderd Franse en zeventig Russische
films vertoond: meer~ dan in welke andere plaats in of buiten Europa.
UITEER HEEFT, zeer ten overvloede van een goed kwartier: „Es liegt an
trouwens, duchtig bewezen dat de
film een uitstekend hulpmiddel voor
de volksopvoeding in positieve of in
negatieve zin kan zijn en de geal-
lieërden, die zich met de heropvoe
ding van het Duitse volk voor een bij
na onmogelijke taak geplaatst zagen,
begrepen dit eveneens. Maar zij zagen
ook in, dat het belanrijkste opbouwen
de werk in dit opzicht niet verricht
kon worden door import van Hun
eigen films, doch dat het noodzakelijk
zou zijn de Duitse filmers tot activiteit
te stimuleren.
Wie op het ogenblik in Duitsland
films wil gaan maken, hoeft geen il
lusies te koesteren, dat hij er rijk bij
kan worden. De moeilijkheden, waar
mee men daar te stellen krijgt, zijn
bijna onoverkomelijk groot, de onkos
ten en de materiaalvoorziening nog
bezwaarlijker, en men moet zo over
heel wat enthousiasme en idealen be
schikken, wil men slagem Hieraan kan
men het zeker voor een deel toeschrij-
dat een bijzonder groot aantal
moet worden gevolgd. Bij de
rechtspleging was de nood-
aan Van Het toepassen van de doodstraf
gtn fzig- De minister erkende overi-
straf e' recht der overheid om de dood-
De „'n commune recht in te voeren,
te jjp°oc'zaak daarvan zeide hij niet n
''«(tn t^en aanzien van het weren van
tpr 0 gevende lectuur zeide de minis-
boei^^crkirg te hebben van de
«ij yatl(iel. het boekenimnortbureau
ten v„°rts zi-in er algemene voorschrif-
or de politie. De spoorwegboek-
ven.
van de films, die na de oorlog in
Duitsland gemaakt werden en worden,
niet louter op amusement en luchtige
ontspanning gericht zijn. maar ietsi te
zeggen hebben, ook al worden daarbij
de verstrooiingselementen met ver
waarloosd. En belangrijk is. dat deze
nieuwe films, die zich merendeels be
zig houden met de problemen van het
Duitsland van nu. voor een groot dee,
naar inhoud en naar vorm blijk geven
van een geestelijke wedergeboorte, en
zich trachten los te maken van de nog
steeds niet uitgewerkte invloeden van
viiftien jaar zorgvuldig gekweekte en
gekoesterde Nazi-ideologie.
Enkele weken geleden zag ik. in een
kleine bioscoop in een der Berlijnse
buitenwijken, een documentair filmpje
dir!", dat de ontwikkeling van de Duit
se mentaliteit van 1918 tot 1948 schetst.
De Duitsers worden hier geconfron
teerd met twee aspecten van hun land:
het oude, mooie, vredelievende en nij
vere Duitsland en het oorlogszuchtige,
mensenrechten vertrappende Derde
Rijk der nazi's, dat hen tot de onder
gang voerde. Het houdt de Duitsers
voor ogen hoe zij de oorlog voorbereid
den en begonnen, hoe de oorlog in hun
land kwam en hoe zo de huidige ge
volgen van die oorlog de onherroepe
lijke consequenties zijn van hun eigen
blinde daden. Wolfgang Kiepenheuer
componeerde hier met steun van de
Amerikanen een filmpje, dat door zijn
oprechtheid buitengewoon overtuigt en
dat in zijn soberheid ook filmisch een
zuiver werkstuk werd. Een ander
filmpje van ruim 10 minuten „Hunger"
houdt zich bezig met de problemen en
gevolgen van de voedselschaarste, die
aan de oorlog geweten moet worden.
Het betoogt zonder tot een betoog
trant te vervallen dat het nijpende
voedseltekort niet alléén in Duitsland
aan de orde is en dat de verantwoorde
lijkheid hiervoor in aanzienlijke mate
op de Duitsers terugvalt.
Het probleem van de rassen- en
meer in het bijzonder van de Joden
haat wordt in verschillende Duitse
films behandeld. ..Lang ist der Weg"
en ..Zwischen Gestern und Morgen"
beide evenals ..Hunger" met steun van
de Amerikaanse bezetters gemaakt, zijn
speelfilms die het probleem van het
anti-semitisme in het licht stellen. De
beste film op dit gebied komt echter
uit de Russische zone: _Ehé im Schat
ten". geschreven en geregisseerd door
Kurt Maetzig. zijn eerste film. Ze ver
telt het verbaal van een niet-Jopdse
acteur, die een Joodse vrouw huwt en
aan den lijve de steeds feller worden
de politiek ondervindt, die dg nazi's
aanvoeren tegen rassen-vermenging,
Een sterk ontroerende, zeer zuiver ver
tellende film, die zich concentreert om
het aan de Tristan en Isolde-legen-
de verwante verhaal van een grote
liefde, die niet bestaan mag. Alle gru
welen van het nazi-regiem en zijn sa
distische systemen worden hier de
Duitsers voor ogen gehouden, in een
over het algemeen zeer beheerste en
oprechte vorm. Merkwaardig is het,
dat deze door de Russen gesubsidieer
de film, de eerste na-oorlogse Duitse
rolprent was. die in New York ver
toond werd. En niet alleen in New
York, maar ook in Duitsland zelf ver
wierf ze een groot succes.
De Rusen onthouden zich nog steeds
van censuur op het filmbedrijf.
De Duitse filmers behoeven de com
munistische dogma's niet aan te han
gen of uit te dragen. De voorwaarden,
die de Sovjet-autoriteiten bieden zijn
naar verhouding uiterst gunstig en
daardoor trokken en trekken veel
Duitse cineasten naar Neu-Babelsberg.
Zo kan de DEFA van de veertig films,
die in 1948'49 in Duitsland gemaakt
zullen worden, er meer dan twintig
voor zijn rekening nemen. Voor DEFA
werken zo onder meer Gerhardt Lam
precht. die in 1946 voor de dag kwan
met „Irgendwo in Berlin". de jonge
Wolfgang Staudte. die groot opzien
baarde met zijn ..Die Mörder sind un-
ter uns". een film, die in de nu zeer
vredelievende Duitsers van na de oor
log de mannen herkent, onder wier
verantwoordelijkheid in oorlogstijd
vrouwen en kinderen vermoord wer
den. Deze rolprent, die een speelfilm
is tracht zo een beroep te doen op
het geweten. Maar zij blijft op twee
gedachten hinken, omdat ze nalaat de
algemene verantwoordelijkheid der
Duitsers voor de oorlog en zijn misda
den voorop te stellen Desondanks was
het een moedige daad dit aspect van
de na-oorlogse Duitse burger naar vo
ren te brengen.
]N DE AMERIKAANS^ ZONE maakt
men voornamelijk documentaire
films, die de Duitsers oudergewoonte
Kultuurfilms noemen. Stuart Schul-
berg. chef van de US Documentary
Film Unit, ontwierp een serie „Zeit im
Film" in de geest van de bekende
reeks ..March of Time", De eerste film
in" deze serie „Die Zeitung" van de re
gisseur Wilhelm Reglin kwam juist
gaxMd. H. B. Frsdarsdorf werkt aan
een serie documentaire films over gees
tesstoornissen ten gevolge van de oor
log. Ook de Engelsen steunen de do
cumentaire films en gaven aan jonge
Duitse filmers opdracht voor korte
rolprenten over onderwerpen als. de
zwarte markt, de rechten van de mens,
regering en bestuur, e.d,
Opmerkelijk in de speelfilms, die
onder Britse licentie gereed kwamen,
is vooral de humor. Zeldzaam vroeger
bij de Duitser, die wel grappig (en
grover dan dat) kon zijn, maar min
der het gevoel voor verfijnde geestig
heden bezat. Een der beste films in dit
genre, vol zelf-ironie, is „Film ohne
titel" naar een scenario van Helmut
Kautner geregisseerd door de jonge
Rudolf Jugert, met Willy Fritsch en
een new-comer Hildegard Knef (die
hierdoor prompt de weg vond naar
Hollywood) in de hoofdrollen. Een wei
nig origineel verhaaltje over een „aus-
gebommte" kunsthandelaar, die als
„displaced person" terecht komt in een
grote boerderij, het eigendom van een
meisje, waarop hij zich in stilte ver
liefd had, toen ze na een vroeger bom
bardement als dienstmeisje in zijn huis
een toevlucht had gevonden. Maar dit
onnozele geschiedenisje werd door de
rake verfilming en dialoog geladen
met een subtiele humor, die de geal
lieerde bommen en het stuintrekkende
nazi-dom evenmin spaart als de Duit
sers zelf, Helmut Kautner legde iets
van deze humor ook in zijn voortref
felijke film „In jenen Tagen" die in
zeven episodes de geschiedenis vertelt
van een oude auto. maar meer dan dit
alleen ook een boodschap uit het Duits
land van nu aan de Duitsers van nu
meegeeft.
Met al deze producties geeft de na
oorlogse Duitse filmindustrie blijk van
een opmerkelijke vitaliteit en frisheid
in de keuze van zijn stof en ook in
behandeling ervan. Men is weer terug
gekeerd naar de experimenten en pro
gramma's van het filmtijdperk, dat
door de opkomst der nazi's afgesloten
werd. De camera-behandeling en de
montage der filmbeelden hebben over
het algemeen een accent dat men ze
ker persoonlijk kan noemen, ook al is
men nog niet zeker van de stijl: rea
lisme. expressionisme en romantiek
zijn nog sterk vermengd, maar toch
kan men reeds vaststellen, dat de Duit-*
se film van nu zeker mogelijkheden
in zich draagt voor eén ontwikkeling
naar een nieuw bloeitijdperk, aanslui
tend bij dat wat de Duitse film in de
twintiger jaren kende.
LONG-SHOT.
bouw. Een oppervlakte van 4.500.000
ha kan in cultuur gebracht worden.
Onbegonnen werk? De Amerikanen
hebben bewezen, dat het wel kan, toen
zij hier vliegvelden nodig hadden.
Nochtans verwijst de Stichting Land
verhuizing Nederland alle gegadigden
naar streken buiten het Koninkrijk.
Waarom? Volgens de heer Tichelman
louter gebrek aan belangstelling. (Dit
geldt ook voor Suriname, het eventuele
derde Nederland). Ondertussen heeft
de praefederale regering te Batavia 30
millioen gulden ter beschikking gesteld
om de mogelijkheid van kolonisatie te
onderzoeken. Men verwacht, dat niet
alleen alle Indo-Europeanen, maar ook
een twee millioen Nederlanders er
een blijvende plaats kunnen vinden.
Het grote gebied is immers bijna „leeg".
Elders is bewezen, dat blanken in de
tropen in volledige gezondheid kun
nen wonen en werken (Congo, Brazilië).
Kan Nederland zich de geweldige uit
gaven veroorloven, die ervoor nodig
zijn? Er moet nu eenmaal op grote
schaal iets gebeuren, wil het land in
Europa niet door overbevolking hoe
langer hoe meer verarmen. Als de aan-
w as in hetzelfde tempo doorgaat, zal de
aarde .over tachtig jaar 8.000.000.000
mensen torsen. Meer kan zij er niet
voeden. Het wordt dus tijd de „lege"
woongebieden te vullen.
op do pijnlijke
plek, bestrijdt
ENZ.
do een
50 en 75 ct.
Naar de krant ons schreef is onlangs
Een „Utopia" ontdekt.
Nu, meteen was voor dit eiland
Mjjn belangstelling gewekt.
Stel u voor, een stukje wereld
Waar men zelfs niet had gehoord
Van een tweede wereldoorlog.
Welk 'n uitverkoren oord.
Woorden zoals „distributie',
„Tribunaal" en „delinquent",
Zijn op 't eiland Tokoeteia
Totaliter onbekend.
Politiek wordt niet bedreven,
Geen debatten, lang en zwjaar.
Daar geen veto's bij dozijnen
Of atoom-oorlogsgevaar.
Geen agent, die je een bon geeft
Als je achterlicht niet brandt.
Geen kolommen zenuwbibbers
Dagelijks in de courant.
Daar geen fiscus, die je bijkans
In je nylonhemd doet staan
Geen ministers, die steeds vliegen,
Zij het nog niet naar de maan.
Zelfs vindt men geen dameskapper!
Fermanent is onbekend?,
W/ijl de dames kórt haar dragen,
Dat spaart toch een lieve cent.
Geen textielpuntenproblemen,
Geen collectes ieder uur.
En geen melancholisch kwelen
Van een „hoofdstel aan de muur".
Is 't een wonder dat mijn hart trekt
Naar dit „dierbaar plekje grond",
V/aar ik graag zou willen wonen.
Schoon mijn wieg er dan niet stond.
Dat Europa zó eens worde,
Dank zij onze Grote Drie,
Hoop ik gaarne, maar mijn lezer,
Dat blijft wel een utopie.
JABSON.