gevangenschap overlaadt Ernst May met louter weldaden In mij De werkloosheid in België De Duiise film heeft nieuwe mogelijkheden Nieuw Guinea - een tweede Nederland? THERMOGENE Minister van Justitie tegen de doodstraf Ecafe-conferentie mislukt Naar een nieuw bloeitijdperk? Ik was geheim agent in oorlogstijd (XXV) En opnieuw gaan de verhoren beginnen n® Marshall-landen naar Washington Wint Spaak met hulp van Marshall-dollars Dertig millioen voor onderzoek naar kolonisatie mogelijkheden binnen het Rijk DE JEUGD moet er van doordrongen worden, dat alleen de stichting van een tweede Nederland ons alt de over- bovolkingsmoellijkheden kan helpen. Reeds nn Is het geboorteoverschot ge stegen tot 350 per dag, hetgeen wil zeggen, dat er dagelijks 80 nieuwe wo ningen in gebruik genomen moeten worden om van de werkgelegenheid voor al die mensen nog maar te zwij gen. Dat kan niet; dus moet er wat an ders gebeuren!" GRIEP VERKOUDHEID SPIERPIJN RHEUMATIEK PIJNSTILLENDE WATTE LIED VAN DE WEEK Utopia ZATERDAG 11 DECEMBER 194*. EERSTE DAGEN In (ie gevange nis In Haren duren lang. Ik ben ««komen met een heilige angst voor ïjjhandeling en lk heb vast voor- geen risico's te lopen. Ik sta ü«»rom direct bfl de reveUle op, voer Lorder „Kübel 'raus" uit, was me kleed me aan, „Kübel 'rein" en dan Tart het een hele tfld tot het ontbot r*Zt De vroege morgenuren 7j}n het eest onplezierige gedeelte van de get is nog te vroeg, te donker en iTgomber om Iets anders te kunnen dan zitten. Het leven schijnt nog jlet begonnen te zijn, alles is even on vriendelijk- Laat in de middag op een van die rste dagen krijg ik bezoek. Ernst uay de man, die mü van Schevenin- en 'naar Haren gebracht heeft, komt binnen. Hij stelt zich vriendelijk voor deelt mij mee, dat ik aan zijn zor- ben toevertrouwd. is voor mg verantwoordelijk en wanneer ik wen- of klachten mocht hebben, moet ik naar hem vragen. Natuurlijk infor meer ik onmiddellijk naar de rokerij. segt May, roken is toegestaan, m*ar de gevangenen moeten zelf voor hun sigaretten zorgen. De meesten krijgen pakjes van thuis en ook stuurt het Rode Kruis nu en dan sigaretten. Wanneer hij zich realiseert in welke toestand ik mij bevind, belooft hij me te zien wat hij voor me doen kan. Heb ik nog meer wensen? Er is een bi bliotheek in de gevangenis, maar de bibliothecaris komt niet vóór Woens- oag. Hij zal echter proberen ook dit in orde te brengen. Een half uur later komt May te rug met een pakje sigaretten en een boek. „He bibliothecaris is niet te be reiken! want het is Zaterdagmiddag. Ik heb pu maar een Duits boek mee gebracht. U leest toch Duits, niet waar?" „Zeker!" antwoord ik .„Dat wil zeg gen, als het de moeite waard is om gelezen te worden." „O ja, dat is wel goed. 't Is een his torische roman, het heeft niets met nationaal-socialisme te maken." Ik bedank hem, maar vraag tege lijk: ;,Is dit gebruikelijk, of zoudt u dit omschrijven met „tactiek" of „di plomatie"?" „U gelooft toch niet wat ik zeg," antwoordt May. „Dit is heel gewoon. Elke gevangene krijgt een eerlijke be handeling. Indien hij zich misdraagt, moet hij de gevolgen daarvan onder vinden. Maar over „diplomatie" moe ten wij nog eens praten. Volgende week zal ik u vragen beneden te komen voor een praatje". „Bent u er zeker van, dat het enkel een praatje zal zijn?" vraag ik, niet in staat mijn twijfel te verbergen. „Het is mgn taak een paar punten in uw bekentenis op te helderen. U begrijpt natuurlijk" (en hij glimlacht) „dat alles wat u ginds verteld heeft itfet volledig en ook niet geheel naar wfcarheid is. Niet, dat mij dit iets aangaat; u kunt blijven liegen zo hard als u wilt. Ik weet, dat ik toch de waarheid van u te horen krijg. Maar wij moeten elkaar begrijpen, sehen Sie!" „Dat zie ik. En naar ik vrees maar al te goed. U zult mij tot praten dwingen." „Niet op de manier, die u insinueert. Geen haar op uw hoofd zal gekrenkt worden. U hoeft het niet te geloven. U zult hfet zelf zien. Neen, mein Herr" en weer tintelen zijn ogen, „u zult uit eigen vrije wil spreken, ook dat zult 'u zien. Auf wiedersehen, alles Gute!" JUIST ALS IK de wenselijkheid overweeg te kloppen en vuur te vragen, gaat de deur open en komt de SS-wachtcommandant binnen. Ik heb hem 's morgens al gezien tijdens Lichtvaardige echtscheidingen •en maatschappelijk kwaad (Van onze parlementaire redacteur) De Tweede Kamer heeft zich bij de be- ipreking van de begroting van Justitie niet onbetuigd gelaten, doch hoe veel vuldig do onderwerpen ook waren, die ilj ter sprake bracht tot ernstige cri- tiek is het niet gekomen. Minister mr. Th. R. J. Weijers kon dan ook terecht constateren, dat men hem bij zijn eerste verdediging van een begroting met wel willendheid is tegemoet getreden. Wat de echtscheiding betreft, had mr. J. Terpstra (AR) ernstige bedenkingen tegen de veelvuldige ontduikingen van het artikel in het Wetboek van Straf recht, dat de echtscheiding met onder ling goedvinden verbiedt. Mr. W. F. E. baron van der Feltz (CH) was het ge heel met hem eens en noemde boven dien het wetsontwerp betreffende het tegengaan van dit soort echtscheidin gen onvoldoende. Ook de St. Ger. ds. P. Zandt was bezorgd. Dezelfde afge vaardigden toonden zich teleurgesteld over de mededeling van de minister, dat van hem geen invoering van de dood- itraf in het commune strafrecht te ver- vachten is. Zij verdedigden de dood straf op bijbelse gronden en herinner den aan de tekst: Wie het bloed van een ander vergiet, diens bloed zal vergoten vorden. Het aantal personen, dat op naturali satie wacht, is legio. Er gaan vaak ver scheidene jaren overheen, voor zij het Nederlanderschap verwerven. Dat maak ten de heren Stokvis (CPN) en J. H. Scheps (P. v.d. A.) tot een ernstige grief. Zij drongen aan op versnelde af doening. Voor een nieuwe en betere regeling san de rechtsbijstand aan on- en min vermogenden trad vooral baron v. d. feltz (CH) in het krijt. Ds. Zandt viel °em bij, doch maakte het wel wat erg wit, toen hij de minister aanbeval daar- 'oor het geld te gebruiken, dat vroeger dan de Volkenbond werd uitgegeven en nu weer aan de Verenigde Naties wordt "««gesmeten.Mej. mr. N. S. C. Ten- e oo (p. v.d. A.) kwam met het origi- denkbeeld deze zaak te regelen op 'wijze, zoals de ziekenfondsen medi- e hulp aan de burgerij verlenen. Minister Weijers had 's avonds heel te beantwoorden. Enige suggesties n mei- Tendeloo zal de minister in erweging nemen en haar gedachte om kosteloze rechtsbijstand te regelen «**le verzekering vond hij wel rekkelijk. Den advocaten wordt ten e, e "hrecht aangedaan. Wat weleer - cNte last was, is thans een zware jjOfden en dat kan niet zo blijven. e Mak zal de minister opnemen 'met 'en 4mbtgeno°t van financiën. Te wach- regeling van het tuchtrecht do.L Pers en dan zal nader bestu- Worden in hoeverre deze door handel heeft zijn medewerking toege zegd door op de eerste vordering ver koop en uitstelling van bepaalde boeken te staken. Een nadere regeling voor de processies achtte hij niet nodig. De rechter treedt op als het een verboden optocht geldt. De minister zegde overweging toe of een nieuwe regeling tegen dierenmis handeling nodig is. De procedure inzake naturalisaties zal hij nog eens nagaan. De kwestie der woonwagens is in onder zoek bij een interdepartementale com missie. Tenslotte deelde de minister mede, dat gestreefd wordt naar een bevredi gende regeling ten aanzien van de na tionaliteit der gehuwde vrouw. J zijn ronde. H(j is een jonge man van omstreeks 35 jaar, klein, met een bril en een ontegenzeggelijk prettig, vrien- öelijk gezicht. „Nou," zegt hij. „Ik zie, dat u geluk gehad hebt," „Inderdaad," antwoord ik opge ruimd. „Sigaretten, een boek, stromend koud water. Het is hier net een hotel." „Ik veronderstel, dat u folterkamers verwacht had. Zo denken ze allemaal in het begin. Voor uw zaak gereed is, zult u wel merken, dat het hier beter is dan buiten!" „Nu overdrijft u!" protesteer ik. „Neen, werkelijk niet. U hebt warm te, goed eten, u hebt te roken, geen zorgen, wat wilt u nog meer?" „Er bestaat nog zoiets als vrijheid." „Dat is betrekkelijk," zegt hij pein zend en gaat op de rand van de tafel zitten, terwijl ik op het bed zit. „In dit leven ben je nooit vrij. Of altijd. Het hangt er alleen maar vanaf, hoe je het bekijkt. Men heeft altijd zijn verplichtingen tegenover de mensheid. Aan de andere kant, wanneer je een goed leven leidt, eerlijk en fatsoenlijk, dan hoef je je geen zorgen te maken, dan ben je in elk opzicht volkomen vrij!" Ik heb alles van een SS-man ver wacht, alleen geen levensphilosophie... 't Is hier een vreemde gevangenis. In het begin van de daaropvolgende week moet ik beneden komen voor 'n verhoor. In een grote, gezellige kamer zitten Herr May en een meisje, blijk baar zijn secretaresse, elk achter een tafel naast elkaar. Het meisje heeft een zeer onaangename trek op haar niet al te vriendelijke gezicht. Het is een mager, vaal-bruin teringachtig vrouwtje van ongeveer 28 jaar, met geesteloze, ontwijkende ogen. Ze heeft een lelijke kromme rug en lange beni ge handen. Deze schoonheid is een Nederlandse in dienst van de S.D. Maar Ernst May is buitengewoon hartelijk. Ik krijg een gemakkelijke stoel, sigaretten en warme koffie. Al die attenties verbazen me. Waartoe zal dit alles leiden? En wanneer hij mij meedeelt, dat er brood met worst voor mij besteld is hij denkt, dat ik wel honger zal hebben merk ik zo argeloos mogelijk op: „Is dit de prijs, die u voor mijn ziel biedt?" „Bitte?" zegt hij onschuldig. „Is deze schitterende ontvangst een onderdeel van de bediening van dit hotel, of maakt zij deel uit van uw tactiek?" „U hebt deze vraag al meer ge steld," antwoordt hij stoicijns. „En ik heb u al eens verteld, dat er geen re den is om daarover sarcastisch te zijn Wanneer u zich niet wilt laten over tuigen, dat onze behandeling der ge vangenen fatsoenlijk is, dan is dat mijn schuld niet. In zekere zin spijt het me, maar het doet mij ook genoegen." En inderdaad verschijnt aan elke kant van zfln ogen een rimpeltje van vermaak, „omdat dit op vrees zou kunnen wij zen." In de conferentie van de economische commissie voor Azië en het Verre Oos ten, die heden voor het laatst bijeen komt, overheerst een gevoel van teleur stelling. De hoop, die aanvankelijk bestond, dat een positief resultaat betreffende herstel en opbouw in het Verre Oosten zou worden bereikt, is geen werkelijk heid geworden. Het grootscheeps vijfjarenplan voor ontwikkeling van industrie en land bouw, dat was samengesteld door een werkcomité uit de commissie, is op de lange baan geschoven wegens gebrek aan fondsen aan de Verenigde Staten of de Internationale Monetaire Bank. De verwachtingen, dat de Ecafe een tegenhanger voor Azië zou zijn van de Europese adviesraad voor problemen betreffende het Marshall -plan, zijn eveneens de bodem ingeslagen. Te Washington worden binnen drie weken vertegenwoordigers verwacht van alle Europese landen, welke Mars hall-hulp ontvangen, teneinde hun as sistentie te verlenen bij het opstellen van feiten en cijfers als leiddraad voor het Congres bij het vaststellen van de fondsen, welke in het tweede jaar van de Economie Coöperation Administra- tion zullen worden toegewezen. Er is geopperd, dat het beter en effectiever is de toewijzingen voor het tweede jaar aanzienlijk te verhogen en de uitgaven in volgende jaren terug te brengen. Men heeft voor het jaar 1949-- 50 een bedrag voorgesteld van 6 mil- liard dollar. (Van onze correspondent te Brussel) IN MEI 1947 TELDE MEN IN BELGIë 45.000 werklozen waarvan slechts 27.000 volledig zonder betrekking waren: een kleiner aantal heeft men hier, zelfs in de beste vooroorlogse jaren, nooit gekend. In Februari 1948 wa ren er echter 136.000 en na een daling in de lentemaanden, gingen de cijfers opnieuw de hoogte in: 105.000 in Juni, 125.000 in September, 170.000 einde No vember j.I. met deze verontrustende karakteristiek, dat het daarin begrepen aantal volledig-werklozen voortdurend stijgt. Als het zo doorgaat, heeft men op Nieuwjaar 300.000 werklozen: het hoogste cUfer dat werd opgetekend tij dens de zware crisisjaren 19301935. Is het wseldeland dan plots een land van „doppers" zoals men de verzekerde werklozen hier noemt geworden? En is dat fameuze „Belgische mirakel" dan een smoesje geweest? wordt door sommigen erkend, dat het Uit de meest recente gegevens over de economische toestand en de verkla ringen van de minsters Spaak en Eys- kens moet de gevolgtrekking worden gemaakt, dat het land er nog best voorstaat. De productie staat boven het peil van 1938; de export is nog steeds bevredigend: de verhouding in- én uitvoer is uitstekend; de financiële toe stand is gezond; de munt blijft vast. ..Alle economische indexcijfers zijn goed", aldus de heer Spaak, „behalve deze van de werkloosheid; zo is nu de paradoxale toestand van ons land". Een land als België is economisch in grote mate afhankelijk van het bui tenland. De exportmoeilijkheden voor sommige artikelen zijn dan ook tot de voornaamste oorzaken van de werk loosheid. En al zijn de totaalcijfers van de uitvoer nog interessant de lijst van producten, welke nog geregeld over de grens kunnen, is heel wat kleiner geworden dan voor een jaar. Er zijn ook „binnenlandse" oorzaken, waarop de aandacht mag worden ge vestigd. Wanneer men klaagt over de buitenlandse concurrentie, moet men ook erkennen dat de Belgische prijzen doorgaans te hoog zijn. Op dit laatste element werd attent gemaakt door de heer Spaak, tijdens het Kamerdebat over het programma der nieuwe rege ring. Eveneens in verband hiermede buitenland wel eens te klagen heeft over de kwaliteit van de Belgische producten. Men kan hieraan nog toe voegen. dat bepaalde industrieën, in het bijzonder de textiel, een „structu rele" crisis doormaken. Het is een feit dat de Belgische textielindustrie ach terstaat bij het buitenland wat betreft technische uitrusting en niet minder wat onderlinge verstandhouding en or ganisatie betreft. Men mag verwachten dat verscheidene textielfabr'~'"ies. die thans „momenteel" sluiten, definitief gesloten zullen blijven. J)E NIEUWE REGERING SPAAK heeft van de bestrijding der werk loosheid haar voornaamste program mapunt gemaakt. Zij heeft echter haar plannen op dit terrein nog niet volle dig bekend gemaakt. Spaak zei er al leen over, dat het saldo van de Mar shall-dollars (40 millioen of nagenoeg 1.6 milliard Belgische francs) daartoe zal worden aangewend en dat, behalve het doorzetten van de wederopbouw, een politiek van openbare werken en van privébouw zal worden gevoerd. Het is echter duidelijk, dat ook de in dustriële en algemeen-economische we- deruitrusting, intensief zal worden voortgezet en dat men zich zal inspan nen bij het uitvoeren en verbeteren der handelsaccoorden. Dit waren de slotwoorden van een betoog, dat de oud-Indische ambtenaar G. L. Tichelman, thans verbonden aan het Indisch Instituut te Amsterdam, dezer dagen in Den Haag in een beslo ten kring hield. Hij wees er zijn gehoor op, dat dit tweede Nederland gesticht kan worden en wel binnen de grenzen van het Rijk. n.1 in het woongebied der Irianen („Jonge Uitspruitsels") dat u wellicht niet onder die naam kent. Irianen, zo wensen de Papoea's van Nieuw-Guinea genoemd te worden. Dit eiland, na Groenland het grootste ter wereld, is 28 maal zo groot als Nederland. Het Ne derlandse deel is 13 maal ons vader land, om juist te zijp: 416.000 km2. Er wonen (naar schatting) niet meer dan 1.250.000 mensen. Van Oost naar West meet het gebied 1200 km, van Noord naar Zuid 700. Er zijn geen wegen, geen spoorlijnen en bestuursambtena ren moeten soms 300 km te voet afleg gen. Het volk is er ternauwernood aan het Stenen Tijdperk ontgroeid. Voor een groot deel is het met tro pisch oerwoud bedekt. De hoogste bo men meten 40 tot 60 meter, hetgeen wijst op vruchjbare grond. Er heerst een zeeklimaat en er zijn regelmatig regens. Verscheurende dieren vindt men er niet, afgezien dan van een wilde kattensoort. Wel zijn er veel ratten (een meter lang!) die door de bevol king gegeten worden. Afgezien nog van de bodemschatten liggen hier uitge strekte gebieden, geschikt voor land- J\E BERLIJNER HAALT ZIJN SCHADE IN. Hitier liet hem weinig kans ,^ijn tijd te verdoelt aan cultuur-uitingen van ontaarde broedervolken" En al heeft de film meestal met cultuur maar weinig van doen, een cultuur uiting blijft ze. En de Amerikaanse en Engelse films hadden jarenlang geen toegang tot de bioscopen van het Derde Rijk, evenmin trouwens als de rol prenten uit Russische en Franse studio's. E*» tijden zijn veranderd: de grote Kino-Palaste de filmpaleizen waar jaren achtereen slechts Duitse films op het doek verschenen, zijn voor het merendeel in puin veranderd en de Berlijner moet zich weer tevreden stellen met een bekrompen plaats in een der-talrijke kleine bioscoopjes, die nog getuige waren van de geboorte van de film, een goede vijftig jaar geleden. En daar ziet hij nu wat er de laatste vijftien jaar'in de studio's buiten de grenzen gemaakt werd. Op filmgebied is Berlijn de meest internationale stad ter wereld. Sinds 1946 werden er meer dan veer tig Engelse, tachtig ^Amerikaanse, honderd Franse en zeventig Russische films vertoond: meer~ dan in welke andere plaats in of buiten Europa. UITEER HEEFT, zeer ten overvloede van een goed kwartier: „Es liegt an trouwens, duchtig bewezen dat de film een uitstekend hulpmiddel voor de volksopvoeding in positieve of in negatieve zin kan zijn en de geal- lieërden, die zich met de heropvoe ding van het Duitse volk voor een bij na onmogelijke taak geplaatst zagen, begrepen dit eveneens. Maar zij zagen ook in, dat het belanrijkste opbouwen de werk in dit opzicht niet verricht kon worden door import van Hun eigen films, doch dat het noodzakelijk zou zijn de Duitse filmers tot activiteit te stimuleren. Wie op het ogenblik in Duitsland films wil gaan maken, hoeft geen il lusies te koesteren, dat hij er rijk bij kan worden. De moeilijkheden, waar mee men daar te stellen krijgt, zijn bijna onoverkomelijk groot, de onkos ten en de materiaalvoorziening nog bezwaarlijker, en men moet zo over heel wat enthousiasme en idealen be schikken, wil men slagem Hieraan kan men het zeker voor een deel toeschrij- dat een bijzonder groot aantal moet worden gevolgd. Bij de rechtspleging was de nood- aan Van Het toepassen van de doodstraf gtn fzig- De minister erkende overi- straf e' recht der overheid om de dood- De „'n commune recht in te voeren, te jjp°oc'zaak daarvan zeide hij niet n ''«(tn t^en aanzien van het weren van tpr 0 gevende lectuur zeide de minis- boei^^crkirg te hebben van de «ij yatl(iel. het boekenimnortbureau ten v„°rts zi-in er algemene voorschrif- or de politie. De spoorwegboek- ven. van de films, die na de oorlog in Duitsland gemaakt werden en worden, niet louter op amusement en luchtige ontspanning gericht zijn. maar ietsi te zeggen hebben, ook al worden daarbij de verstrooiingselementen met ver waarloosd. En belangrijk is. dat deze nieuwe films, die zich merendeels be zig houden met de problemen van het Duitsland van nu. voor een groot dee, naar inhoud en naar vorm blijk geven van een geestelijke wedergeboorte, en zich trachten los te maken van de nog steeds niet uitgewerkte invloeden van viiftien jaar zorgvuldig gekweekte en gekoesterde Nazi-ideologie. Enkele weken geleden zag ik. in een kleine bioscoop in een der Berlijnse buitenwijken, een documentair filmpje dir!", dat de ontwikkeling van de Duit se mentaliteit van 1918 tot 1948 schetst. De Duitsers worden hier geconfron teerd met twee aspecten van hun land: het oude, mooie, vredelievende en nij vere Duitsland en het oorlogszuchtige, mensenrechten vertrappende Derde Rijk der nazi's, dat hen tot de onder gang voerde. Het houdt de Duitsers voor ogen hoe zij de oorlog voorbereid den en begonnen, hoe de oorlog in hun land kwam en hoe zo de huidige ge volgen van die oorlog de onherroepe lijke consequenties zijn van hun eigen blinde daden. Wolfgang Kiepenheuer componeerde hier met steun van de Amerikanen een filmpje, dat door zijn oprechtheid buitengewoon overtuigt en dat in zijn soberheid ook filmisch een zuiver werkstuk werd. Een ander filmpje van ruim 10 minuten „Hunger" houdt zich bezig met de problemen en gevolgen van de voedselschaarste, die aan de oorlog geweten moet worden. Het betoogt zonder tot een betoog trant te vervallen dat het nijpende voedseltekort niet alléén in Duitsland aan de orde is en dat de verantwoorde lijkheid hiervoor in aanzienlijke mate op de Duitsers terugvalt. Het probleem van de rassen- en meer in het bijzonder van de Joden haat wordt in verschillende Duitse films behandeld. ..Lang ist der Weg" en ..Zwischen Gestern und Morgen" beide evenals ..Hunger" met steun van de Amerikaanse bezetters gemaakt, zijn speelfilms die het probleem van het anti-semitisme in het licht stellen. De beste film op dit gebied komt echter uit de Russische zone: _Ehé im Schat ten". geschreven en geregisseerd door Kurt Maetzig. zijn eerste film. Ze ver telt het verbaal van een niet-Jopdse acteur, die een Joodse vrouw huwt en aan den lijve de steeds feller worden de politiek ondervindt, die dg nazi's aanvoeren tegen rassen-vermenging, Een sterk ontroerende, zeer zuiver ver tellende film, die zich concentreert om het aan de Tristan en Isolde-legen- de verwante verhaal van een grote liefde, die niet bestaan mag. Alle gru welen van het nazi-regiem en zijn sa distische systemen worden hier de Duitsers voor ogen gehouden, in een over het algemeen zeer beheerste en oprechte vorm. Merkwaardig is het, dat deze door de Russen gesubsidieer de film, de eerste na-oorlogse Duitse rolprent was. die in New York ver toond werd. En niet alleen in New York, maar ook in Duitsland zelf ver wierf ze een groot succes. De Rusen onthouden zich nog steeds van censuur op het filmbedrijf. De Duitse filmers behoeven de com munistische dogma's niet aan te han gen of uit te dragen. De voorwaarden, die de Sovjet-autoriteiten bieden zijn naar verhouding uiterst gunstig en daardoor trokken en trekken veel Duitse cineasten naar Neu-Babelsberg. Zo kan de DEFA van de veertig films, die in 1948'49 in Duitsland gemaakt zullen worden, er meer dan twintig voor zijn rekening nemen. Voor DEFA werken zo onder meer Gerhardt Lam precht. die in 1946 voor de dag kwan met „Irgendwo in Berlin". de jonge Wolfgang Staudte. die groot opzien baarde met zijn ..Die Mörder sind un- ter uns". een film, die in de nu zeer vredelievende Duitsers van na de oor log de mannen herkent, onder wier verantwoordelijkheid in oorlogstijd vrouwen en kinderen vermoord wer den. Deze rolprent, die een speelfilm is tracht zo een beroep te doen op het geweten. Maar zij blijft op twee gedachten hinken, omdat ze nalaat de algemene verantwoordelijkheid der Duitsers voor de oorlog en zijn misda den voorop te stellen Desondanks was het een moedige daad dit aspect van de na-oorlogse Duitse burger naar vo ren te brengen. ]N DE AMERIKAANS^ ZONE maakt men voornamelijk documentaire films, die de Duitsers oudergewoonte Kultuurfilms noemen. Stuart Schul- berg. chef van de US Documentary Film Unit, ontwierp een serie „Zeit im Film" in de geest van de bekende reeks ..March of Time", De eerste film in" deze serie „Die Zeitung" van de re gisseur Wilhelm Reglin kwam juist gaxMd. H. B. Frsdarsdorf werkt aan een serie documentaire films over gees tesstoornissen ten gevolge van de oor log. Ook de Engelsen steunen de do cumentaire films en gaven aan jonge Duitse filmers opdracht voor korte rolprenten over onderwerpen als. de zwarte markt, de rechten van de mens, regering en bestuur, e.d, Opmerkelijk in de speelfilms, die onder Britse licentie gereed kwamen, is vooral de humor. Zeldzaam vroeger bij de Duitser, die wel grappig (en grover dan dat) kon zijn, maar min der het gevoel voor verfijnde geestig heden bezat. Een der beste films in dit genre, vol zelf-ironie, is „Film ohne titel" naar een scenario van Helmut Kautner geregisseerd door de jonge Rudolf Jugert, met Willy Fritsch en een new-comer Hildegard Knef (die hierdoor prompt de weg vond naar Hollywood) in de hoofdrollen. Een wei nig origineel verhaaltje over een „aus- gebommte" kunsthandelaar, die als „displaced person" terecht komt in een grote boerderij, het eigendom van een meisje, waarop hij zich in stilte ver liefd had, toen ze na een vroeger bom bardement als dienstmeisje in zijn huis een toevlucht had gevonden. Maar dit onnozele geschiedenisje werd door de rake verfilming en dialoog geladen met een subtiele humor, die de geal lieerde bommen en het stuintrekkende nazi-dom evenmin spaart als de Duit sers zelf, Helmut Kautner legde iets van deze humor ook in zijn voortref felijke film „In jenen Tagen" die in zeven episodes de geschiedenis vertelt van een oude auto. maar meer dan dit alleen ook een boodschap uit het Duits land van nu aan de Duitsers van nu meegeeft. Met al deze producties geeft de na oorlogse Duitse filmindustrie blijk van een opmerkelijke vitaliteit en frisheid in de keuze van zijn stof en ook in behandeling ervan. Men is weer terug gekeerd naar de experimenten en pro gramma's van het filmtijdperk, dat door de opkomst der nazi's afgesloten werd. De camera-behandeling en de montage der filmbeelden hebben over het algemeen een accent dat men ze ker persoonlijk kan noemen, ook al is men nog niet zeker van de stijl: rea lisme. expressionisme en romantiek zijn nog sterk vermengd, maar toch kan men reeds vaststellen, dat de Duit-* se film van nu zeker mogelijkheden in zich draagt voor eén ontwikkeling naar een nieuw bloeitijdperk, aanslui tend bij dat wat de Duitse film in de twintiger jaren kende. LONG-SHOT. bouw. Een oppervlakte van 4.500.000 ha kan in cultuur gebracht worden. Onbegonnen werk? De Amerikanen hebben bewezen, dat het wel kan, toen zij hier vliegvelden nodig hadden. Nochtans verwijst de Stichting Land verhuizing Nederland alle gegadigden naar streken buiten het Koninkrijk. Waarom? Volgens de heer Tichelman louter gebrek aan belangstelling. (Dit geldt ook voor Suriname, het eventuele derde Nederland). Ondertussen heeft de praefederale regering te Batavia 30 millioen gulden ter beschikking gesteld om de mogelijkheid van kolonisatie te onderzoeken. Men verwacht, dat niet alleen alle Indo-Europeanen, maar ook een twee millioen Nederlanders er een blijvende plaats kunnen vinden. Het grote gebied is immers bijna „leeg". Elders is bewezen, dat blanken in de tropen in volledige gezondheid kun nen wonen en werken (Congo, Brazilië). Kan Nederland zich de geweldige uit gaven veroorloven, die ervoor nodig zijn? Er moet nu eenmaal op grote schaal iets gebeuren, wil het land in Europa niet door overbevolking hoe langer hoe meer verarmen. Als de aan- w as in hetzelfde tempo doorgaat, zal de aarde .over tachtig jaar 8.000.000.000 mensen torsen. Meer kan zij er niet voeden. Het wordt dus tijd de „lege" woongebieden te vullen. op do pijnlijke plek, bestrijdt ENZ. do een 50 en 75 ct. Naar de krant ons schreef is onlangs Een „Utopia" ontdekt. Nu, meteen was voor dit eiland Mjjn belangstelling gewekt. Stel u voor, een stukje wereld Waar men zelfs niet had gehoord Van een tweede wereldoorlog. Welk 'n uitverkoren oord. Woorden zoals „distributie', „Tribunaal" en „delinquent", Zijn op 't eiland Tokoeteia Totaliter onbekend. Politiek wordt niet bedreven, Geen debatten, lang en zwjaar. Daar geen veto's bij dozijnen Of atoom-oorlogsgevaar. Geen agent, die je een bon geeft Als je achterlicht niet brandt. Geen kolommen zenuwbibbers Dagelijks in de courant. Daar geen fiscus, die je bijkans In je nylonhemd doet staan Geen ministers, die steeds vliegen, Zij het nog niet naar de maan. Zelfs vindt men geen dameskapper! Fermanent is onbekend?, W/ijl de dames kórt haar dragen, Dat spaart toch een lieve cent. Geen textielpuntenproblemen, Geen collectes ieder uur. En geen melancholisch kwelen Van een „hoofdstel aan de muur". Is 't een wonder dat mijn hart trekt Naar dit „dierbaar plekje grond", V/aar ik graag zou willen wonen. Schoon mijn wieg er dan niet stond. Dat Europa zó eens worde, Dank zij onze Grote Drie, Hoop ik gaarne, maar mijn lezer, Dat blijft wel een utopie. JABSON.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1948 | | pagina 5