■lÉKBLAD VOOR JONGENS iNlöSIES
NOODLOT
Een kettinghond in de Kerstnacht
Overplaatsing naar Duindal
Hoe is de stand Mieke?
Puzzle-rubriek
Een Kerstvertelling door Tante let
Uiislag van de
Kerst-tekenwedstrijd
EXAMENOPLEIDING
Hersengymnastiek
door Bob Wallagh
Nieuwe avonturen van Pim, Pam en Pom
AAR.
Op het erf, voor een Noord-Hollandse
hoerderij, stond een groot, houten hon
denhok en met een zware ijzeren ket
ting daaraan vastgeklonken stond de
waakhond voor zijn hok.
Woedend blafte hij naar een sjees,
*e, getrokken door een fier, zwart
■paard, juist de boerenplaats opreed en
voor de staldeur tot stilstand kwam.
Een jonge man gooide een ruige paar
dendeken van zijn knieën en sprong van
de bok af.
„Koest maar", sprak hij vriendelijk
tot de hond. „Stil maar, jong, 't is goed
volk hoor!" De hond gromde nog yat na
en kroop weer terug in zijn hok, want
er was een ijzige, koude wind. 's Mid
dags was er al wat sneeuw gevallen en
de kleine kinderen van de boer hadden
gejuichd: „Misschien krijgen wij wel
een witte Kerstmis!"
De boer was uit de stal gekomen en
nadat hij de jonge man begroet had,
hielp hij de andere gasten uit de sjees.
„Het sneeuwt gelukkig niet meer,
maar het gaat aardig vriezen", zei de
jongen, terwijl hij in zijn handen wreef.
„Zeg", vroeg hij dan plotseling, met een
hoofdbeweging in de richting van het
hondenhok, „moet die hond niet naar
binnen? Het is hier een koude hoek
hoor. Hoe heet dat beest?"
„Hij heeft geen naam", zei de boer
„en binnen komt hij nooit, 'k Heb geen
schoothond nodig, maar wel een waak
hond voor het erf. Z'n hok is groot en
hij kan er tegen".
Toen viel de deur achter de gasten
dicht en de knechts kwamen naar bui
ten om het paard uit te spannen en de
sjees naar binnen te rijden.
De hond legde zijn kop weer op zijn
poten en drukte zijn lichaam tegen de
zijwand van het hok. Hij zocht beschut
ting tegen de koude wind die door de
opening kwam.
In huis was het een vrolijk feest. De
gasten deden zich tegoed aan een heer
lijk maal en daarna werden de kaarsjes
van de Kerstboom ontstoken. Eigenlijk
zou het de volgende dag pas Kerstfeest
nijz, maar de kinderen verlangden zo
naar delichtjes aan die prachtig ver
sierde boom, dat zij tenslotte toestem
ming kregen.
De avond was gezellig en pas diep in
de nacht gingen de bewoners van de
boerderij en hun gasten naar bed.
In die Kerstnacht had de boer een
wonderlijke droom: Hij stond in de don
kere nacht voor zijn woning en belde
tevergeefs aan de deur. Er werd niet
open gedaan, hoe hij ook belde en op de
deur bonsde. Hij liep om het huis en
rammelde aan de staldeuren, maar alles
was gesloten en het huis leek uitge
storven.
Moedeloos ging hij op de stoep zitten,
maar de ijzige wind sneed door zijn kle
ren, zodat hij weer opstond en radeloos
rondkeek naar een plek waar hij be
schutting zou kunnen vinden. Toen viel
zijn blik op het hondenhok en vlug liep
hij er heen.
De hond kwam uit zijn hok en de
zware ketting om zijn hals rammelde.
Hij snuffelde aan de kleren van de baas
en kwispelde met zijn staart. De baas
duwde hem echter opzij en wrong zich
door de opening van het hok naar bin
nen. Het viel niet mee, maar tenslotte
kon hij met hoog opgetrokken knieën
en gebogen hoofd in het hok liggen.
De hond had dit alles verwondert
aangezien en hij wist zich ook nog naar
binnen te werken en een plaatsje,
schuin voor de opening van het hok te
vinden.
„Huh, hier is het al niet veel beter",
gromde de baas. „Steenkoud word je
hier en stuif van het liggen". Hij porde
de hond in zijn rug.
„Kom beest, eh.ja, eigenlijk moest
je wel een naam hebben. Schiet nog
een stuk op, of ga naar buiten. Ik heb
hier heel geen ruimte.
De hond drukte zich nog dichter naar
de zijwand toe en de boer schrok van de
venijnige wind die nu door de opening
naar binnen kwam. Het is hier voor
geen sterveling uit te houden, dacht hij
en steunend wrong hij zich weer dooi
de opening naar buiten waar hij heen
en weer ging lopen.
De hond kwam ook uit zijn hok en
keek naar hem. „Kom hier", zei de baas,
maar toen bedacht hij dat de hond aan
een ketting vastzat en zich haast niet
kon bewegen.
Eén ogenblik aarzelde hij nog, maar
liep toen naar het hok en maakte met
zijn verkleumde vingers de zware ijze
ren ketting los.
Toen gebeurde er iets wonderlijks.
Het werd plotseling stralend licht, rond
om de jonge boer en hij hoorde een
zachte stem fluisteren:
„Gelukkig en vredig Kerstfeest zul
'je vieren, want je hebt iets goeds ge
daan in deze Kerstnacht".
Verwonderd keek hij om zich heen,
maar hij lag weer in zijn eigen bed en
zijn vrouw stond voor hem. Zij had het
licht opgestoken en was bezig om de
dekens op te rapen die van zijn bed
waren gegleden.
„Je hebt zeker wel héél raar ge
droomd. want er ligt geen dek meer
over je heen", zei ze hoofdschuddend.
De jonge boer rilde, maar hij sprong
uit bed en trok zijn kleren aan.
„Waar ga je naar toe", vroeg de
vrouw verbaasd.
„De hond halen", was alles wat zij
ten antwoord kreeg en met grote stap
pen liep hij de kamer uit.
Eij grote, ruige hondentong likte even
later de handen van de baas toen hij de
zware ketting losmaakte.
„Kom", zei de baas. „O, ja, je moest
nog een naam hebben. Ik zal je Kerst
noemen, naar deze Kerstnacht.
Kom, Kerst, mee naar binnen. Hüh,
wat is het koud!"
Hij bracht de hond naar de grote
keuken, waar het nog warm was van
het fornuis.
„Zo, ga nu liggen. Een mand heb ik,
niet voor je, maar die komt nog wel".
Zo heeft Kerst in die Kerstnacht zijn
naam gekregen, maar het allerbelang
rijkst was wel, dat hij zich in het ver
volg vrij kon bewegen.
's Nachts sliep hij in dé keuken, met
zijn grote oren gespitst om het huis van
zijn baas voor alle onraad te bewaken.
Hieronder zien jullie drie rijtjes van
woorden. Zoek nu bij elk woordje van
de eerste rij een woordje uit de twee
de rij, dat er bijgevoegd kan worden,
zodat je weer 'n goed woord krijgt,
bijvoorbeeld: schoorsteen en mantel is
schoorsteenmantel. Als je de zes woor
den gevonden hebt. doe je hetzelfde
met de tweede en derde rij, bijvoor
beeld. mantel en zak is mantelzak. Je
krijgt dus twee keer zes woorden.
Welke zijn die twaalf woorden?
Schoorsteen bal werk.
raad lood.— licht.
goud mantel net.
schemerhuisgieter.
potvis japon.
sneeuw lamp zak.
HERHALING PRIJSRAADSEL
voor jongens en meisjes van
12 jaar en ouder.
1. Op een wielerbaan starten drie
renners, tegelijk naast elkaar. Na
10 ronden gaan ze tegelijk over
de eindstreep. Wie van hen heeft
nu toch eigenlijk gewonnen?
2. Drie broers komen een meisje te
gen. De eerste zegt: „dag nicht",
de tweede zegt: „daar komt ons
nichtje aan" en de derde zegt.
„dat is mijn nichtje niet". Hoe
kan dat nu?
Vóór 25 December worden de oplos
singen ingewacht aan het bureau van
dit blad. De inzend (ers) sters wordt
verzocht om ook hun leeftijd te ver
melden.
HALLO, JONGENS EN MEISJES,
De Kerstvacantie is voor velen van jullie al weer begonnen. Ik hoop dat het
prettige weken zullen zijn. Jullie verlangen natuurlijk naar sneeuw en ijs en het
ziet er nu wel naar uit, dat de schaatsen en de slee niet lang meer in hun rustig
zolderhoekje zullen liggen. De herfst is voorbij en Koning Winter regeert weer.
Naast mij liggen de briefjes en de bovenste waar ik mee ga beginnen is van
Grieta van der Waal. Gelukkig dat het boek naar je zin was, Grieta. Je hebt erg
je best gedaan op die mooie Kersttekening. Ook jou wens ik mooie en prettige
Kerstdagen toe, meisje. Jan Schipper, hartelijk dank voor de mooie sigaren
bandjes. Ik zal ze aan zieke kinderen geven, Jan. Maria Vercauteren, prettig dat
ik van jou ook weer eens wat hoorde. Is je moeder ziek, Maria? Groet Rosa en
Jan maar van wij. Jettie Scheuer, ja, de briefjes die te laat komen, lees ik
ook hoor. Ze worden dan de volgende keer beantwoord. Wat heb jij je best ge
daan op die tekening! Ook ontving ik nog zo'n lange gezellige brief. Hartelijk
dank hoor! Tineke van Leeuwen, het was jammer, dat je briefje de vorige
keer te laat kwam. Heb je veel gekregen van Sint Nicolaas? Arie Kapitein,
nog hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag, jongen. Wat ben ik blij dat je zo
geniet van Daantje's avonturen. Sia van Voorst, dat was een grappig teke
ningetje van Sint Nicolaas en zwarte Piet. Je bent nog wat te jong om met het
prijsraadsel voor de oudere kinderen mee te doen, Sia. Je kunt er ook geen prijs
mee wannen. Doe ma&r geregeld met het raadsel voor de kinderen van 6 tot 12
jaar mee. Anton Mol, jij bent niet vergeten op 5 December. Ja, „De zilveren
scheepjes" is een mooi boek, Anton. Ik heb het ook al een paar keer gelezen,
omdat ik de schrijver goed ken. Wat heb je je best gedaan op de Kersttekening!
Piet van den Burg, verveel jij je zo. jongen? Wat is dat jammer. Je houdt toch
zeker wel veel van lezen? Ik hoop ook dat je dan spoedig eens een prijs want.
Doe maar geregeld mee. Jannie Spaan, wil je tegen Moeder zeggen dat ik nog
geen bestemming weet voor theelood en zilverpapier. Ik doe er mijn best voor,
want het heeft zéker waarde. Is het boek mooi, Jannie? Willy v. d. Vuurst,
ben je al weer uit het ziekenhuis en gaat het goed met je? De vorige keer kwam
je briefje te laat. meisje. Jan Bergsma, hoe gaat het met jou, jongen? Ja Jan,
ik ben ook van Friese afkomst en kan je best begrijpen hoor! Je mag je briefjes
ook wel in het Fries schrijven als je dat prettiger vindt. Hoe gaat het nu met
Moeder, Jan? Betsy Jongert, je vorige briefje kwam te laat en daarom krijg
je deze keer antwoord. Ts het Kerstspel al opgevoerd of moet het nog komen?
Het lijkt mij erg mooi. Schrijf je nog eens hoe je 't er afgebracht hebt? Willy
van der Gulik, ja, ik heb je briefje de vorige keer wel ontvangen, maar omdat
er steeds geen adres en woonplaats in staat, dacht ik dat je in Den Helder woon
de en is het in de „Heldersche Courant" beantwoord. Jammer hè! Tini Ten-
kink, het tekeningetje is heel mooi. Wout Kuysten, Coen Niesten en Gerrie
Waard, jullie zijn welkom bij ons en wij hopen veel van jullie te horen. Wie is
de onbekende die op 5 December een schaakbord heeft gekregen? Er stond geen
naam en adres in zijn briefje.
Jongens en meisjes, ik wens jullie allemaal een mooi en gelukkig Kerstfeest
toe en ik hoop dat jullie een prettige Kerstvacantie zullen hebben.
Het volgende correspondentie-hoekje voor de kinderen van 6 tot 12 jaar komt
over 14 dagen in de Jeugd-Koerier. De briefjes worden dus vóór Zondag
2 Januari verwacht.
Dag allemaal!
Hartelijke groeten van
TANTE IET.
Wat zijn er de vorige week veel aar
dige Kersttekeningen ingezonden. Ze
waren allemaal zo mooi, dat het ver
schrikkelijk moeilijk was om een keu
ze ta deen en er de beste uit te zoeken
voor de „Jeugd-Koerier". Tenslotte nam
Tante Iet een goed besluit, pakte alle
tekeningen in een grote tas en stapte
naar onze tekenaar van de krant toe.
Samen hebben wij toen de verschillen
de tekeningen bewonderd en wij wa
ren het er over eens, dat jullie alle
maal heel erg je best hebben gedaan.
Met zoveel zorg waren kleine Kersttak
jes, slingers van dennegroen, kerst
boompjes, kaarsen en klokken gete
kend, dat het ons echt speet dat alle
kinderen niet met een prijs beloond
konden worden en dat wij maar één
tekening in de „Jeugd-Koerier" kon
den opnemen.
Er waren ook heel mooie tekeningen
bij die niet zelfgemaakt waren. Dat was
natuurlijk niet de bedoeling van de
tekenwedstrijd.
Tenslotte zochten mijnheer Homan
en ik de tekening van de negenjarige
Piet Poldervaart uit voor de „Jeugd-
Koerier".
Piet Poldervaart is echter niet de
enige die een prijs heeft gewonnen,
want jullie weten dat wij iedere week
vijf prijzen hebben. Voor vijf teke
ningen is echter te weinig plaatsruim
te in de „Jeugd-Koerier", hoe graag
wy ze ook allemaal zouden zien. Ik zal
jullie echter iets van de andere vier
tekeningen vertellen:
Tini Tenkink, tekende de eerste ma
ten van het oude Kerstlied „Nu sijt
wellecome..Daarachter zijn de
besneeuwde daken van huizen en een
spitse kerktoren zichtbaar. Naast de
muzieknoten brandt een kaarsje op een
dennentak en daarboven beieren de
Kerstklokken.
Bert Krijgsman, tekende de stal in
Bethlehem tussen de palmbomen. Bo
ven de stal staat een grote, stralende
ster.
Ariejanne Wagenaar, tekende de her
ders op het veld voor de stal en Willy
van Vuurst tekende een mooie Kerst
tak.
De adressen van onze prijswinnaars
zijn:
Piet Poldervaart, Wetstraat 27, Den
Helder (9 jaar).
Bert Krijgsman, Berkenlaan 8, Be
verwijk (10 jaar).
Tini Tenkink, Oudegracht, Alkmaar
(11 jaar).
Ariejanne Wagenaar, Dorpsstraat
A. 29, Oterleek.
Willy vd Vuurst, J. P. Coenstraat 63,
Hoorn (8 jaar).
De prijzen worden toegezonden.
Jongens en meisjes alle teke
ningen worden bewaard in een groot
album en ik hoop nog dikwijls van
jullie werk te genieten.
Middenstandsdiploma -
Handelskennis L.O.
RESA - HILVERSUM
Bekende Schriftelijke Cursus
*t»en
«9t:
Een aardige inzending van een der lezers: Wanneer iemand eet, nseRn
hij natuurlijk in gewicht precies zoveel toe als het gewicht bedrag
van wat hij gegeten heeft, nietwaar? Wanneer hij 400 gram brood
is hij 400 gram zwaarder en 3 pond bananen (waar zijn ze? R et-
maakt hem 3 pond zwaarder. Precies, maar het klopt natuurlijk nie
helemaal. Na het eten van 3 pond bananen is iemand hoogstens ly} p
zwaarder, want men mag in zijn onschuld met vergeten, dat 3 pon<s
bananen ongeveer lVs pond schillen draagt en die eten we nog altijd
niet Daar zat de kneep.
De vragen voor deze week luiden als volgt:
1 Een heer, die met een vriend een restaurant verlaat, moet
wachten op passerende auto's, wijst op een der wagens en
„O, die wagen is gestolen". Hoe wist hij dat?
2. Is 'een zebra wit of zwart gestreept of omgekeerd?
3 In een restaurant heeft een heer zijn diner beëindigd en steekt een
verse sigaar op. Na een minuut of tien komt de keiIner en wijst 00
een brandgat in het tafellaken, waarvan hij de bezoeker beschut
digt. Deze toont echter onmiddellijk aan, dat zijn sigaar daarvan
heus niet de oorzaak is. Hoe?
4. Het telefoonnummer van de heer Beek luid 25511. Waardoor kon
hij dat zo gemakkelijk onthouden?
5. Li esje heeft een gebreide jumper, die uit 5 verticale banen bestaat
elk van een andere kleur. Annie wil hem namaken en daarvoor de
benodigde wol kopen. Nu peinzen de meisjes over het probleem
hoe ze te weten komen hoeveel wol Annie van elke kleur nodig
heeft. Wat moeten ze doen?
Iemand zegt: de helft van mijn sigaretten heb ik gisteren gerookt,
een vierde deel rook ik morgen, een zevende deel overmorgen erl
de resterende 3 geef ik aan Jan. Hoeveel had hij er in totaal?
Wie was Nostradamus?
Wat zijn de 2 beroemdste meesterwerken van Leonardo da Vinei?
Hoe luidde de voornaam van Robespierre?
Iemand vertelde, dat hij eens wandelde in de stralende zon, onder
wolkenloze hemel en dat er geen spoor van een schaduw wat. Jj
dat mogelijk?
(Voor de antwoorden zie tussen de advertenties.)
6.
9.
10.
VIER JAAR WAS juffrouw Agnes nu al op het hoofdkantoor bij de post en het
beviel haar best in de bruisende hoofdstad. Totdat de promotie kwam en
de overplaatsing naar het rustieke plaatsje Duindal. Dat was voor juffrouw
Agnes een ramp. Stel je voor: Duindal, een gat met 1800 zielen. Juffrouw Agnes
bepleitte haar zaak, vroeg, smeekte, maarmoest gaan.
En ze kon er maar niet wennen. Ze voelde er zich doodongelukkig, en van
daag haar achtste dag, was ze eenzamer dan ooit in haar kleurloze bestaan. Ze
had avonddienst aan het loket 't
was net sluitingstijd toen er tegen 't
glas getikt werd. Er stond een slanke,
jonge man, die even zijn hoed lichtte.
Ze maakte het loket open. „Hebt u een
postzegel van tien voor me?" „Het loket is al gesloten, meneer", ambtenaarde ze
terug en ze sloot het deurtje. Even was het stil, maar toen werd er weer geklopt.
„Mag ik u nog even storen, juffrouw" hij stond er weer „maar is er geen
andere mogelijkheid, mijn brief ;s voor de hoofdstad en hij móét weg"...
Er vonkte iets in juffrouw Agne's ogen, „De hoofdstad? Ja, eh maakt u
er expresse van, dan kèn het"...
„Ja," zei de jongeman, „maar dat zou een beetje gek staan, ziet u, hij is voor
de Landbouwbank en nu willen ze me overplaatsen naar de hoofdstad, maar ik
wil niet, ik heb het hier best"... „Wat? Wilt u niet naar de hoofdstad"?.,.
Ze babbelden er over. Ook later op de avond, toen ze een kopje koffie dron
ken. Ze praatten veel. Veertien dagen lang. Totdat juffrouw Agnes een dienst
gesprek aan, vroeg met de directeur. „Zeg Willy", zei ze tegen een post-collega,
„wat zeg je er van,ak ga trouwen. Ja hier in Duindal! Enig hé... maar geef
me nu even de baas".
De directeur verbaasde zich en wenste haar geluk. Toen wist hij zich voor de
moeilijke taak geplaatst weer een nieuwe overplaatsing naar Duindal tot stand
te brengen. Maar tot zijn stomme verbazing kostte dat niet de minste moeite.
Niet minder dan veertien dames stelden zich vrijwillig beschikbaar voor over
plaatsing.
81. Eindelijk is de rust weer een
beetje in het hondenhok hersteld.
Pim, Pam en Pom hebben hun war
me worst opgegeten. Ze hebben ervan
gesmuld, maar nu willen ze dan ook
dadelijk op pad om wat voor hun geld
te gaan kopen.
„Zouden jullie dat nu wel doen?"
vraagt Moeder met een bezorgd ge
zicht. „Direct verliezen jullie het nog
of wordt het jullie door een of andere
bandiet afgenomen".
82. „Maakt u zich maar niet be
zorgd moeder", roepen Pim, Pam en
Pom alle drie. We weten precies wat
we ervoor kopen zullen. Maar.... we
vertellen het u nog niet. Het is 401
verrassing!" Moeder is nog maar half
overtuigd, maar ze kan niet tegen de
welsprekendheid van ons drietal op en
hoofdschuddend kijkt ze Pim, Pam en
Fom achterna, als deze op weg gaan.
40
door F. Coppersmith
De volgende morgen heel vroeg
werden de belegerden in het fort ont
zet. Reeds de avond tevoren maakten
de voorposten melding van het terug
trekken der Indianen. Toch zwegen
de kanonnen pas laat in de middag.
Kapitein Ecuyer had toen al enige
uren alle soldaten gereedstaan voor
een uitval. In verband met het snelle
invallen van de duisternis werd dit
plan uitgesteld tot het aanbreken van
de dag. Het zou zo ver echter niet ko
men. Bij het krieken van de morgen
kwam een der voorposten, luide hoera-
rcepend, melden, dat de hulptroepen
de laatste tegenstand der Indianen
hadden gebroken en dat de ophaal
brug neergelaten kon worden om aan
rie commanderende officier toegang te
verlenen.
Velen in het fort werd de ontroering
te machtig. Ook degenen, die zich ge
durende de belegering ware helden
hadden getoond, gaven uiting aan hun
opluchting. Nog geen minuut nadat de
blijde tijding was gebracht, zwaaiden
de zo stevig versperde poortdeuren
wijd open. Een half uur later trok de
commandant der hulptroepen met zijn
staf en overste Bouquet, de bevelheb
ber van de troepen in het fort, binnen.
De troepen voor zover niet deelne
mend aan de achtervolging van de
thans vernietigend verslagen Roodhui
den hadden bevel gekregen buiten
het fort hun bivak op te slaan.
Zij waren weldra omringd door de
kolonisten, die met glinsterende ogen
luisterden naar de verhalen over het
verloop van de strijd tegen de India
nen, die zwaar tegenstand hadden ge
boden en die thans de lust om zich
met de geregelde troepen te meten wel
voorgoed was vergaan
Slechts weinigen van de voor' de
Indianen gevluchte kolonisten namen
geen deel aan de algemene feestvreug
de in en buiten het fort. Onder hen
was ook Claire. Wel had zij de zege
vierende intocht van de officieren
vroeg in de ochtend gade geslagen,
maar daarna was zij weer terugge
keerd naar haar blokhut. Met haar
kleren aan was zij op bed gaan 'iggen
Nauwelijks twee uur nadat de be
vrijding een feit was, verscheen een
ordonnans voor de blokhut van Claire.
Een der farmersvrouwen, die juist
naar buiten kwam. vroeg hij aan me
juffrouw Murner te zeggen dat kapi
tein Bouquet haar verwachtte in de
commandopost.
Claire, die zich ziek voelde, wilde
zich eerst laten verontschuldigen. Zij
bedacht zich echter en kwam met
moeite van het bed. Haar armen en be
nen deden pijn en niet dan met grote
moeite slaagde zij er in de afstand
tussen de blokhut en de commando
post af te leggen.
De schildwacht, klaarblijkelijk ge
ïnstrueerd hield de deur bij haar na
dering reeds open. Zij passeerde tal
loze ordonnansen en officieren, die be
leefd plaats voor haar maakten toen
kapitein Ecuyer met uitgestrekte hand
op haar toekwam. Hij zag er een stuk
beter uit en zijn stem klonk opgewekt
toen hij zei: „Welkom, juffrouw Mur
ner, ik heb een verrassing voor u".
Bij de ramen zag Claire nu naast de
commandant van de hulptroepen, die
haar toeknikte, nog 'n officier staan.
„Juffrouw Murner" zei de kapitein nu,
„niemand van ons wist dat overste
Bouquet bij de staf van de hulptroe
pen was ingedeeld. Mag ik u even aan
hem voorstellen?"
Claire wankelde even, herstelde zich
echter direct toen de overste haar
krachtig de hand drukte en zijn vreug
de er over uitsprak een landgenote in
bet fort aan te treffen. Kapitein Ecuy
er heeft me alles van u verteld en als
ik u helpen kan dan zal ik al het mo
gelijke voor u doen!"
„Dank u, overste", fluisterde Claire.
.„Weest u er van overtuigd, dat ik
bereid ben mijn uiterste best te doen.
Ik weet waarom u zich in deze wil
dernis heeft gewaagd. Het zal stellig
niet eenvoudig zijn u en uw landslie
den te helpen, vooral omdat het om
iets gaat waarbij de mogelijkheden
slechts gering zijn. In ieder geval zul
len we dienen te wachten tot de op
stand der Indianen volledig is neerge
slagen. Maar daarover spreken we la
ter wel. Ik wilde eerst eens kennis
met u maken". De overste monsterde
Claire nauwkeurig. „Als ik het zeggen
mag, ziet u er slecht uit. Ik geloof, dat
onze dokter u maar eens onderhanden
moet nemen!"
„O neen dat is niet nodig", weerde
Claire af „ik ben wat opgewonden, dat
is alles!"
Weer reikte de overste haar de hand.
„Zodra ik meer tijd heb zal ik u on
middellijk voor een tweede bezoek in
viteren. Kan ik u het een en ander stu
ren, zodat u zich wat comfortabeler
kunt inrichten?"
Ook dat wees Claire af. „Het is
werkelijk niet nodig, overste!"
(Wordt vervolgd)
JüutU-
'°eto PPctol- Pocto/in
Puzzle 64. Woorden en een spreek
woord. (Opl.)
De 11 bedoelde woorden waren: 1.
Wintersport, 2. Interventie, 3. Eldorado,
4. Gymnasium, 5. Onbeperkt, 6. Explo
reren, 7. Decrescendo, 8. Donkerrood, 9.
Ostende, 10. Esperanto, 11. Tegemoetko
ming.
De eerste en laatste letters van boven
naar beneden gelezen geven het spreek
woord: „Wie goed doet, goed ontmoet".
Tal van goede opl. kwamen binnen.
Na loting onder de inzenders van een
goede opl. is de (wekelijkse prijs van
f 5, ditmaal ten gevallen aan: Mej. c.
Visser, Sluisdijkstraat 104, Den Helder.
Gefeliciteerd. Deze prijs zal worden
toegezonden.
En nu onze nieuwe opgave.
Puzzle 65. Een Kerstpuzzle.
Hieronder vindt men in alphabeti-
sche volgorde 63 lettergrepen, waarvan
de 24 woorden gevormd kunnen wor
den, die voldoen aan de verder gege
ven omschrijvingen. Heeft men de juis
te woorden onder elkaar staan, dan vor
men de eerste en laatste letters vanbo
ven naar beneden gelezen de Kerst-
wbus van d« puazleredactie.
Lettergrepen:
a ba bach ca cb° con
da de de de de deau^
den der do do e
en fier ga ge 8®
gend gi go he hin
kei key la le len
ma man mi mo na
net no o os ren rl^_ tJ
rin ro sa sel son 14 -t
ten ver ij zalt zee
zon.
Omschrijvingen:
edel-
1. bekend spel, 2. nagalm, 3. -
steen, 4. geschenk, 5. mêisjesnaa®'
plaats in België, 7. dichter bi) K
8. lichaamsdeel, 9. rivier, 10 narl®
11. Belg. dichter uit de vorige eeu
gedicht, 13. vrucht van O-I. b°°k'D(je
grasperk, 15 glad gemaakt, 16. j7i
sportvereniging in West-Frieslan
langzaam, 18. rivier in Afrika, 1». ofn.
last, 20. harde steensoort (letters
gekeerde volgorde), 21. hoo:rt jer
winkel, 22. plaats in Zeeland,
in ons land, 24. rijk.
„„c zij®
Welke woorden en welke we
bedoeld?
Oplossingen (per briefkaart)
met Donderdag 30 December
redactie van dit blad. (Er wor®
een prijs van f 5 verloot).