■lÉKBLAD VOOR JONGENS iNlöSIES NOODLOT Een kettinghond in de Kerstnacht Overplaatsing naar Duindal Hoe is de stand Mieke? Puzzle-rubriek Een Kerstvertelling door Tante let Uiislag van de Kerst-tekenwedstrijd EXAMENOPLEIDING Hersengymnastiek door Bob Wallagh Nieuwe avonturen van Pim, Pam en Pom AAR. Op het erf, voor een Noord-Hollandse hoerderij, stond een groot, houten hon denhok en met een zware ijzeren ket ting daaraan vastgeklonken stond de waakhond voor zijn hok. Woedend blafte hij naar een sjees, *e, getrokken door een fier, zwart ■paard, juist de boerenplaats opreed en voor de staldeur tot stilstand kwam. Een jonge man gooide een ruige paar dendeken van zijn knieën en sprong van de bok af. „Koest maar", sprak hij vriendelijk tot de hond. „Stil maar, jong, 't is goed volk hoor!" De hond gromde nog yat na en kroop weer terug in zijn hok, want er was een ijzige, koude wind. 's Mid dags was er al wat sneeuw gevallen en de kleine kinderen van de boer hadden gejuichd: „Misschien krijgen wij wel een witte Kerstmis!" De boer was uit de stal gekomen en nadat hij de jonge man begroet had, hielp hij de andere gasten uit de sjees. „Het sneeuwt gelukkig niet meer, maar het gaat aardig vriezen", zei de jongen, terwijl hij in zijn handen wreef. „Zeg", vroeg hij dan plotseling, met een hoofdbeweging in de richting van het hondenhok, „moet die hond niet naar binnen? Het is hier een koude hoek hoor. Hoe heet dat beest?" „Hij heeft geen naam", zei de boer „en binnen komt hij nooit, 'k Heb geen schoothond nodig, maar wel een waak hond voor het erf. Z'n hok is groot en hij kan er tegen". Toen viel de deur achter de gasten dicht en de knechts kwamen naar bui ten om het paard uit te spannen en de sjees naar binnen te rijden. De hond legde zijn kop weer op zijn poten en drukte zijn lichaam tegen de zijwand van het hok. Hij zocht beschut ting tegen de koude wind die door de opening kwam. In huis was het een vrolijk feest. De gasten deden zich tegoed aan een heer lijk maal en daarna werden de kaarsjes van de Kerstboom ontstoken. Eigenlijk zou het de volgende dag pas Kerstfeest nijz, maar de kinderen verlangden zo naar delichtjes aan die prachtig ver sierde boom, dat zij tenslotte toestem ming kregen. De avond was gezellig en pas diep in de nacht gingen de bewoners van de boerderij en hun gasten naar bed. In die Kerstnacht had de boer een wonderlijke droom: Hij stond in de don kere nacht voor zijn woning en belde tevergeefs aan de deur. Er werd niet open gedaan, hoe hij ook belde en op de deur bonsde. Hij liep om het huis en rammelde aan de staldeuren, maar alles was gesloten en het huis leek uitge storven. Moedeloos ging hij op de stoep zitten, maar de ijzige wind sneed door zijn kle ren, zodat hij weer opstond en radeloos rondkeek naar een plek waar hij be schutting zou kunnen vinden. Toen viel zijn blik op het hondenhok en vlug liep hij er heen. De hond kwam uit zijn hok en de zware ketting om zijn hals rammelde. Hij snuffelde aan de kleren van de baas en kwispelde met zijn staart. De baas duwde hem echter opzij en wrong zich door de opening van het hok naar bin nen. Het viel niet mee, maar tenslotte kon hij met hoog opgetrokken knieën en gebogen hoofd in het hok liggen. De hond had dit alles verwondert aangezien en hij wist zich ook nog naar binnen te werken en een plaatsje, schuin voor de opening van het hok te vinden. „Huh, hier is het al niet veel beter", gromde de baas. „Steenkoud word je hier en stuif van het liggen". Hij porde de hond in zijn rug. „Kom beest, eh.ja, eigenlijk moest je wel een naam hebben. Schiet nog een stuk op, of ga naar buiten. Ik heb hier heel geen ruimte. De hond drukte zich nog dichter naar de zijwand toe en de boer schrok van de venijnige wind die nu door de opening naar binnen kwam. Het is hier voor geen sterveling uit te houden, dacht hij en steunend wrong hij zich weer dooi de opening naar buiten waar hij heen en weer ging lopen. De hond kwam ook uit zijn hok en keek naar hem. „Kom hier", zei de baas, maar toen bedacht hij dat de hond aan een ketting vastzat en zich haast niet kon bewegen. Eén ogenblik aarzelde hij nog, maar liep toen naar het hok en maakte met zijn verkleumde vingers de zware ijze ren ketting los. Toen gebeurde er iets wonderlijks. Het werd plotseling stralend licht, rond om de jonge boer en hij hoorde een zachte stem fluisteren: „Gelukkig en vredig Kerstfeest zul 'je vieren, want je hebt iets goeds ge daan in deze Kerstnacht". Verwonderd keek hij om zich heen, maar hij lag weer in zijn eigen bed en zijn vrouw stond voor hem. Zij had het licht opgestoken en was bezig om de dekens op te rapen die van zijn bed waren gegleden. „Je hebt zeker wel héél raar ge droomd. want er ligt geen dek meer over je heen", zei ze hoofdschuddend. De jonge boer rilde, maar hij sprong uit bed en trok zijn kleren aan. „Waar ga je naar toe", vroeg de vrouw verbaasd. „De hond halen", was alles wat zij ten antwoord kreeg en met grote stap pen liep hij de kamer uit. Eij grote, ruige hondentong likte even later de handen van de baas toen hij de zware ketting losmaakte. „Kom", zei de baas. „O, ja, je moest nog een naam hebben. Ik zal je Kerst noemen, naar deze Kerstnacht. Kom, Kerst, mee naar binnen. Hüh, wat is het koud!" Hij bracht de hond naar de grote keuken, waar het nog warm was van het fornuis. „Zo, ga nu liggen. Een mand heb ik, niet voor je, maar die komt nog wel". Zo heeft Kerst in die Kerstnacht zijn naam gekregen, maar het allerbelang rijkst was wel, dat hij zich in het ver volg vrij kon bewegen. 's Nachts sliep hij in dé keuken, met zijn grote oren gespitst om het huis van zijn baas voor alle onraad te bewaken. Hieronder zien jullie drie rijtjes van woorden. Zoek nu bij elk woordje van de eerste rij een woordje uit de twee de rij, dat er bijgevoegd kan worden, zodat je weer 'n goed woord krijgt, bijvoorbeeld: schoorsteen en mantel is schoorsteenmantel. Als je de zes woor den gevonden hebt. doe je hetzelfde met de tweede en derde rij, bijvoor beeld. mantel en zak is mantelzak. Je krijgt dus twee keer zes woorden. Welke zijn die twaalf woorden? Schoorsteen bal werk. raad lood.— licht. goud mantel net. schemerhuisgieter. potvis japon. sneeuw lamp zak. HERHALING PRIJSRAADSEL voor jongens en meisjes van 12 jaar en ouder. 1. Op een wielerbaan starten drie renners, tegelijk naast elkaar. Na 10 ronden gaan ze tegelijk over de eindstreep. Wie van hen heeft nu toch eigenlijk gewonnen? 2. Drie broers komen een meisje te gen. De eerste zegt: „dag nicht", de tweede zegt: „daar komt ons nichtje aan" en de derde zegt. „dat is mijn nichtje niet". Hoe kan dat nu? Vóór 25 December worden de oplos singen ingewacht aan het bureau van dit blad. De inzend (ers) sters wordt verzocht om ook hun leeftijd te ver melden. HALLO, JONGENS EN MEISJES, De Kerstvacantie is voor velen van jullie al weer begonnen. Ik hoop dat het prettige weken zullen zijn. Jullie verlangen natuurlijk naar sneeuw en ijs en het ziet er nu wel naar uit, dat de schaatsen en de slee niet lang meer in hun rustig zolderhoekje zullen liggen. De herfst is voorbij en Koning Winter regeert weer. Naast mij liggen de briefjes en de bovenste waar ik mee ga beginnen is van Grieta van der Waal. Gelukkig dat het boek naar je zin was, Grieta. Je hebt erg je best gedaan op die mooie Kersttekening. Ook jou wens ik mooie en prettige Kerstdagen toe, meisje. Jan Schipper, hartelijk dank voor de mooie sigaren bandjes. Ik zal ze aan zieke kinderen geven, Jan. Maria Vercauteren, prettig dat ik van jou ook weer eens wat hoorde. Is je moeder ziek, Maria? Groet Rosa en Jan maar van wij. Jettie Scheuer, ja, de briefjes die te laat komen, lees ik ook hoor. Ze worden dan de volgende keer beantwoord. Wat heb jij je best ge daan op die tekening! Ook ontving ik nog zo'n lange gezellige brief. Hartelijk dank hoor! Tineke van Leeuwen, het was jammer, dat je briefje de vorige keer te laat kwam. Heb je veel gekregen van Sint Nicolaas? Arie Kapitein, nog hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag, jongen. Wat ben ik blij dat je zo geniet van Daantje's avonturen. Sia van Voorst, dat was een grappig teke ningetje van Sint Nicolaas en zwarte Piet. Je bent nog wat te jong om met het prijsraadsel voor de oudere kinderen mee te doen, Sia. Je kunt er ook geen prijs mee wannen. Doe ma&r geregeld met het raadsel voor de kinderen van 6 tot 12 jaar mee. Anton Mol, jij bent niet vergeten op 5 December. Ja, „De zilveren scheepjes" is een mooi boek, Anton. Ik heb het ook al een paar keer gelezen, omdat ik de schrijver goed ken. Wat heb je je best gedaan op de Kersttekening! Piet van den Burg, verveel jij je zo. jongen? Wat is dat jammer. Je houdt toch zeker wel veel van lezen? Ik hoop ook dat je dan spoedig eens een prijs want. Doe maar geregeld mee. Jannie Spaan, wil je tegen Moeder zeggen dat ik nog geen bestemming weet voor theelood en zilverpapier. Ik doe er mijn best voor, want het heeft zéker waarde. Is het boek mooi, Jannie? Willy v. d. Vuurst, ben je al weer uit het ziekenhuis en gaat het goed met je? De vorige keer kwam je briefje te laat. meisje. Jan Bergsma, hoe gaat het met jou, jongen? Ja Jan, ik ben ook van Friese afkomst en kan je best begrijpen hoor! Je mag je briefjes ook wel in het Fries schrijven als je dat prettiger vindt. Hoe gaat het nu met Moeder, Jan? Betsy Jongert, je vorige briefje kwam te laat en daarom krijg je deze keer antwoord. Ts het Kerstspel al opgevoerd of moet het nog komen? Het lijkt mij erg mooi. Schrijf je nog eens hoe je 't er afgebracht hebt? Willy van der Gulik, ja, ik heb je briefje de vorige keer wel ontvangen, maar omdat er steeds geen adres en woonplaats in staat, dacht ik dat je in Den Helder woon de en is het in de „Heldersche Courant" beantwoord. Jammer hè! Tini Ten- kink, het tekeningetje is heel mooi. Wout Kuysten, Coen Niesten en Gerrie Waard, jullie zijn welkom bij ons en wij hopen veel van jullie te horen. Wie is de onbekende die op 5 December een schaakbord heeft gekregen? Er stond geen naam en adres in zijn briefje. Jongens en meisjes, ik wens jullie allemaal een mooi en gelukkig Kerstfeest toe en ik hoop dat jullie een prettige Kerstvacantie zullen hebben. Het volgende correspondentie-hoekje voor de kinderen van 6 tot 12 jaar komt over 14 dagen in de Jeugd-Koerier. De briefjes worden dus vóór Zondag 2 Januari verwacht. Dag allemaal! Hartelijke groeten van TANTE IET. Wat zijn er de vorige week veel aar dige Kersttekeningen ingezonden. Ze waren allemaal zo mooi, dat het ver schrikkelijk moeilijk was om een keu ze ta deen en er de beste uit te zoeken voor de „Jeugd-Koerier". Tenslotte nam Tante Iet een goed besluit, pakte alle tekeningen in een grote tas en stapte naar onze tekenaar van de krant toe. Samen hebben wij toen de verschillen de tekeningen bewonderd en wij wa ren het er over eens, dat jullie alle maal heel erg je best hebben gedaan. Met zoveel zorg waren kleine Kersttak jes, slingers van dennegroen, kerst boompjes, kaarsen en klokken gete kend, dat het ons echt speet dat alle kinderen niet met een prijs beloond konden worden en dat wij maar één tekening in de „Jeugd-Koerier" kon den opnemen. Er waren ook heel mooie tekeningen bij die niet zelfgemaakt waren. Dat was natuurlijk niet de bedoeling van de tekenwedstrijd. Tenslotte zochten mijnheer Homan en ik de tekening van de negenjarige Piet Poldervaart uit voor de „Jeugd- Koerier". Piet Poldervaart is echter niet de enige die een prijs heeft gewonnen, want jullie weten dat wij iedere week vijf prijzen hebben. Voor vijf teke ningen is echter te weinig plaatsruim te in de „Jeugd-Koerier", hoe graag wy ze ook allemaal zouden zien. Ik zal jullie echter iets van de andere vier tekeningen vertellen: Tini Tenkink, tekende de eerste ma ten van het oude Kerstlied „Nu sijt wellecome..Daarachter zijn de besneeuwde daken van huizen en een spitse kerktoren zichtbaar. Naast de muzieknoten brandt een kaarsje op een dennentak en daarboven beieren de Kerstklokken. Bert Krijgsman, tekende de stal in Bethlehem tussen de palmbomen. Bo ven de stal staat een grote, stralende ster. Ariejanne Wagenaar, tekende de her ders op het veld voor de stal en Willy van Vuurst tekende een mooie Kerst tak. De adressen van onze prijswinnaars zijn: Piet Poldervaart, Wetstraat 27, Den Helder (9 jaar). Bert Krijgsman, Berkenlaan 8, Be verwijk (10 jaar). Tini Tenkink, Oudegracht, Alkmaar (11 jaar). Ariejanne Wagenaar, Dorpsstraat A. 29, Oterleek. Willy vd Vuurst, J. P. Coenstraat 63, Hoorn (8 jaar). De prijzen worden toegezonden. Jongens en meisjes alle teke ningen worden bewaard in een groot album en ik hoop nog dikwijls van jullie werk te genieten. Middenstandsdiploma - Handelskennis L.O. RESA - HILVERSUM Bekende Schriftelijke Cursus *t»en «9t: Een aardige inzending van een der lezers: Wanneer iemand eet, nseRn hij natuurlijk in gewicht precies zoveel toe als het gewicht bedrag van wat hij gegeten heeft, nietwaar? Wanneer hij 400 gram brood is hij 400 gram zwaarder en 3 pond bananen (waar zijn ze? R et- maakt hem 3 pond zwaarder. Precies, maar het klopt natuurlijk nie helemaal. Na het eten van 3 pond bananen is iemand hoogstens ly} p zwaarder, want men mag in zijn onschuld met vergeten, dat 3 pon<s bananen ongeveer lVs pond schillen draagt en die eten we nog altijd niet Daar zat de kneep. De vragen voor deze week luiden als volgt: 1 Een heer, die met een vriend een restaurant verlaat, moet wachten op passerende auto's, wijst op een der wagens en „O, die wagen is gestolen". Hoe wist hij dat? 2. Is 'een zebra wit of zwart gestreept of omgekeerd? 3 In een restaurant heeft een heer zijn diner beëindigd en steekt een verse sigaar op. Na een minuut of tien komt de keiIner en wijst 00 een brandgat in het tafellaken, waarvan hij de bezoeker beschut digt. Deze toont echter onmiddellijk aan, dat zijn sigaar daarvan heus niet de oorzaak is. Hoe? 4. Het telefoonnummer van de heer Beek luid 25511. Waardoor kon hij dat zo gemakkelijk onthouden? 5. Li esje heeft een gebreide jumper, die uit 5 verticale banen bestaat elk van een andere kleur. Annie wil hem namaken en daarvoor de benodigde wol kopen. Nu peinzen de meisjes over het probleem hoe ze te weten komen hoeveel wol Annie van elke kleur nodig heeft. Wat moeten ze doen? Iemand zegt: de helft van mijn sigaretten heb ik gisteren gerookt, een vierde deel rook ik morgen, een zevende deel overmorgen erl de resterende 3 geef ik aan Jan. Hoeveel had hij er in totaal? Wie was Nostradamus? Wat zijn de 2 beroemdste meesterwerken van Leonardo da Vinei? Hoe luidde de voornaam van Robespierre? Iemand vertelde, dat hij eens wandelde in de stralende zon, onder wolkenloze hemel en dat er geen spoor van een schaduw wat. Jj dat mogelijk? (Voor de antwoorden zie tussen de advertenties.) 6. 9. 10. VIER JAAR WAS juffrouw Agnes nu al op het hoofdkantoor bij de post en het beviel haar best in de bruisende hoofdstad. Totdat de promotie kwam en de overplaatsing naar het rustieke plaatsje Duindal. Dat was voor juffrouw Agnes een ramp. Stel je voor: Duindal, een gat met 1800 zielen. Juffrouw Agnes bepleitte haar zaak, vroeg, smeekte, maarmoest gaan. En ze kon er maar niet wennen. Ze voelde er zich doodongelukkig, en van daag haar achtste dag, was ze eenzamer dan ooit in haar kleurloze bestaan. Ze had avonddienst aan het loket 't was net sluitingstijd toen er tegen 't glas getikt werd. Er stond een slanke, jonge man, die even zijn hoed lichtte. Ze maakte het loket open. „Hebt u een postzegel van tien voor me?" „Het loket is al gesloten, meneer", ambtenaarde ze terug en ze sloot het deurtje. Even was het stil, maar toen werd er weer geklopt. „Mag ik u nog even storen, juffrouw" hij stond er weer „maar is er geen andere mogelijkheid, mijn brief ;s voor de hoofdstad en hij móét weg"... Er vonkte iets in juffrouw Agne's ogen, „De hoofdstad? Ja, eh maakt u er expresse van, dan kèn het"... „Ja," zei de jongeman, „maar dat zou een beetje gek staan, ziet u, hij is voor de Landbouwbank en nu willen ze me overplaatsen naar de hoofdstad, maar ik wil niet, ik heb het hier best"... „Wat? Wilt u niet naar de hoofdstad"?.,. Ze babbelden er over. Ook later op de avond, toen ze een kopje koffie dron ken. Ze praatten veel. Veertien dagen lang. Totdat juffrouw Agnes een dienst gesprek aan, vroeg met de directeur. „Zeg Willy", zei ze tegen een post-collega, „wat zeg je er van,ak ga trouwen. Ja hier in Duindal! Enig hé... maar geef me nu even de baas". De directeur verbaasde zich en wenste haar geluk. Toen wist hij zich voor de moeilijke taak geplaatst weer een nieuwe overplaatsing naar Duindal tot stand te brengen. Maar tot zijn stomme verbazing kostte dat niet de minste moeite. Niet minder dan veertien dames stelden zich vrijwillig beschikbaar voor over plaatsing. 81. Eindelijk is de rust weer een beetje in het hondenhok hersteld. Pim, Pam en Pom hebben hun war me worst opgegeten. Ze hebben ervan gesmuld, maar nu willen ze dan ook dadelijk op pad om wat voor hun geld te gaan kopen. „Zouden jullie dat nu wel doen?" vraagt Moeder met een bezorgd ge zicht. „Direct verliezen jullie het nog of wordt het jullie door een of andere bandiet afgenomen". 82. „Maakt u zich maar niet be zorgd moeder", roepen Pim, Pam en Pom alle drie. We weten precies wat we ervoor kopen zullen. Maar.... we vertellen het u nog niet. Het is 401 verrassing!" Moeder is nog maar half overtuigd, maar ze kan niet tegen de welsprekendheid van ons drietal op en hoofdschuddend kijkt ze Pim, Pam en Fom achterna, als deze op weg gaan. 40 door F. Coppersmith De volgende morgen heel vroeg werden de belegerden in het fort ont zet. Reeds de avond tevoren maakten de voorposten melding van het terug trekken der Indianen. Toch zwegen de kanonnen pas laat in de middag. Kapitein Ecuyer had toen al enige uren alle soldaten gereedstaan voor een uitval. In verband met het snelle invallen van de duisternis werd dit plan uitgesteld tot het aanbreken van de dag. Het zou zo ver echter niet ko men. Bij het krieken van de morgen kwam een der voorposten, luide hoera- rcepend, melden, dat de hulptroepen de laatste tegenstand der Indianen hadden gebroken en dat de ophaal brug neergelaten kon worden om aan rie commanderende officier toegang te verlenen. Velen in het fort werd de ontroering te machtig. Ook degenen, die zich ge durende de belegering ware helden hadden getoond, gaven uiting aan hun opluchting. Nog geen minuut nadat de blijde tijding was gebracht, zwaaiden de zo stevig versperde poortdeuren wijd open. Een half uur later trok de commandant der hulptroepen met zijn staf en overste Bouquet, de bevelheb ber van de troepen in het fort, binnen. De troepen voor zover niet deelne mend aan de achtervolging van de thans vernietigend verslagen Roodhui den hadden bevel gekregen buiten het fort hun bivak op te slaan. Zij waren weldra omringd door de kolonisten, die met glinsterende ogen luisterden naar de verhalen over het verloop van de strijd tegen de India nen, die zwaar tegenstand hadden ge boden en die thans de lust om zich met de geregelde troepen te meten wel voorgoed was vergaan Slechts weinigen van de voor' de Indianen gevluchte kolonisten namen geen deel aan de algemene feestvreug de in en buiten het fort. Onder hen was ook Claire. Wel had zij de zege vierende intocht van de officieren vroeg in de ochtend gade geslagen, maar daarna was zij weer terugge keerd naar haar blokhut. Met haar kleren aan was zij op bed gaan 'iggen Nauwelijks twee uur nadat de be vrijding een feit was, verscheen een ordonnans voor de blokhut van Claire. Een der farmersvrouwen, die juist naar buiten kwam. vroeg hij aan me juffrouw Murner te zeggen dat kapi tein Bouquet haar verwachtte in de commandopost. Claire, die zich ziek voelde, wilde zich eerst laten verontschuldigen. Zij bedacht zich echter en kwam met moeite van het bed. Haar armen en be nen deden pijn en niet dan met grote moeite slaagde zij er in de afstand tussen de blokhut en de commando post af te leggen. De schildwacht, klaarblijkelijk ge ïnstrueerd hield de deur bij haar na dering reeds open. Zij passeerde tal loze ordonnansen en officieren, die be leefd plaats voor haar maakten toen kapitein Ecuyer met uitgestrekte hand op haar toekwam. Hij zag er een stuk beter uit en zijn stem klonk opgewekt toen hij zei: „Welkom, juffrouw Mur ner, ik heb een verrassing voor u". Bij de ramen zag Claire nu naast de commandant van de hulptroepen, die haar toeknikte, nog 'n officier staan. „Juffrouw Murner" zei de kapitein nu, „niemand van ons wist dat overste Bouquet bij de staf van de hulptroe pen was ingedeeld. Mag ik u even aan hem voorstellen?" Claire wankelde even, herstelde zich echter direct toen de overste haar krachtig de hand drukte en zijn vreug de er over uitsprak een landgenote in bet fort aan te treffen. Kapitein Ecuy er heeft me alles van u verteld en als ik u helpen kan dan zal ik al het mo gelijke voor u doen!" „Dank u, overste", fluisterde Claire. .„Weest u er van overtuigd, dat ik bereid ben mijn uiterste best te doen. Ik weet waarom u zich in deze wil dernis heeft gewaagd. Het zal stellig niet eenvoudig zijn u en uw landslie den te helpen, vooral omdat het om iets gaat waarbij de mogelijkheden slechts gering zijn. In ieder geval zul len we dienen te wachten tot de op stand der Indianen volledig is neerge slagen. Maar daarover spreken we la ter wel. Ik wilde eerst eens kennis met u maken". De overste monsterde Claire nauwkeurig. „Als ik het zeggen mag, ziet u er slecht uit. Ik geloof, dat onze dokter u maar eens onderhanden moet nemen!" „O neen dat is niet nodig", weerde Claire af „ik ben wat opgewonden, dat is alles!" Weer reikte de overste haar de hand. „Zodra ik meer tijd heb zal ik u on middellijk voor een tweede bezoek in viteren. Kan ik u het een en ander stu ren, zodat u zich wat comfortabeler kunt inrichten?" Ook dat wees Claire af. „Het is werkelijk niet nodig, overste!" (Wordt vervolgd) JüutU- '°eto PPctol- Pocto/in Puzzle 64. Woorden en een spreek woord. (Opl.) De 11 bedoelde woorden waren: 1. Wintersport, 2. Interventie, 3. Eldorado, 4. Gymnasium, 5. Onbeperkt, 6. Explo reren, 7. Decrescendo, 8. Donkerrood, 9. Ostende, 10. Esperanto, 11. Tegemoetko ming. De eerste en laatste letters van boven naar beneden gelezen geven het spreek woord: „Wie goed doet, goed ontmoet". Tal van goede opl. kwamen binnen. Na loting onder de inzenders van een goede opl. is de (wekelijkse prijs van f 5, ditmaal ten gevallen aan: Mej. c. Visser, Sluisdijkstraat 104, Den Helder. Gefeliciteerd. Deze prijs zal worden toegezonden. En nu onze nieuwe opgave. Puzzle 65. Een Kerstpuzzle. Hieronder vindt men in alphabeti- sche volgorde 63 lettergrepen, waarvan de 24 woorden gevormd kunnen wor den, die voldoen aan de verder gege ven omschrijvingen. Heeft men de juis te woorden onder elkaar staan, dan vor men de eerste en laatste letters vanbo ven naar beneden gelezen de Kerst- wbus van d« puazleredactie. Lettergrepen: a ba bach ca cb° con da de de de de deau^ den der do do e en fier ga ge 8® gend gi go he hin kei key la le len ma man mi mo na net no o os ren rl^_ tJ rin ro sa sel son 14 -t ten ver ij zalt zee zon. Omschrijvingen: edel- 1. bekend spel, 2. nagalm, 3. - steen, 4. geschenk, 5. mêisjesnaa®' plaats in België, 7. dichter bi) K 8. lichaamsdeel, 9. rivier, 10 narl® 11. Belg. dichter uit de vorige eeu gedicht, 13. vrucht van O-I. b°°k'D(je grasperk, 15 glad gemaakt, 16. j7i sportvereniging in West-Frieslan langzaam, 18. rivier in Afrika, 1». ofn. last, 20. harde steensoort (letters gekeerde volgorde), 21. hoo:rt jer winkel, 22. plaats in Zeeland, in ons land, 24. rijk. „„c zij® Welke woorden en welke we bedoeld? Oplossingen (per briefkaart) met Donderdag 30 December redactie van dit blad. (Er wor® een prijs van f 5 verloot).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1948 | | pagina 10