(eqf®oerIer Van de ene gevangenis naar de andere r~ Indien U nog weifelt HANS EN JOOST OP BEZOEK WtSÊÊfttiÊÈb.öii;iSi niet I ontbreken Ik was geheim agent in oorlogstijd (XXXI) Herr Moses wordt Nervenkrank" maar in Hameln ontmoeten we een echte bloedhond In onze groep zijn twintig ter dood veroordeelden,. Sportprogramma een advertentie te plaatsen in dit dag blad, kijkt er dan de advertentie-pagina's eens op na en Uw conclusie zal zeker zijn: in deze pagina's mag mijn advertentie 1 JEN mm DE ZAK VOL BRIEVEN: lieuwe avonturen Pim, Pam en Pom tWef«teóplo«5fog; •TJA, DIE HAUPTWACHTMEISTER BUDEL! HU 1» de xchaduw, die over ons verblijf in Lüttringhausen valt. Een man van bet onaangenaamste Pruisische type, die zjjn afkeer van ons, Auslander, *Un ongeloof in ons verhaal en zijn ontevredenheid met de houding van de directeur openlijk demonstreert. Lang zamerhand groeit zün vijandelijke houding. In het begin kort hy onze lucht tijden onder de belachelijkste voorwendsels in, daarna valt hU ons op ieder uur van de dag lastig over de reinheid van onze cellen. HU haalt mensen, die met vrienden in één cel zitten, er uit en plaatst hen over in cellen met vreemden. We weten, dat hij met inspanning van alle krachten probeert ons bU de direc teur in discrediet te brengen en op de lange duur moet dit wel lukken. feld neurotisch is en niet geheel ver antwoordelijk voor zijn daden en dat dit waarschijnlijk te wijten is aan de zware schok door de dood van zijn vrouw en het inspannende overwerk". Binnen tien minuten, nadat we weer ingesloten zijn, klinkt er geschreeuw van beneden: „Herr Moses! Zum Re- gierungsrat!" We wachten gespannen op wat ge beuren gaat. We hoeven niet lang te wachten. Een minuut of tien later ho ren we Moses met nog meer lawaai dan anders de ijzeren trappen opstor men. Hij blijft, voor onze cel staan, rukt de deur met geweld open en staat dan met wijd uitgespreide armen en purperrood gezicht in de deurope ning. „So, ich bin Nervenkrank, was?" gilt hij op onnatuurlijk hoge toon. „Lieber Gott. Ich. Nervenkrank! Ik heb te hard gewerkt! Ik moet een beetje op mezelf letten. Das ist Wahnsin. Ich, Nerven krank!" Hij gaat weg, laat de deur open, loopt schreeuwend de galerij langs en vertelt iedere Wachtmeister wat er ge beurd is, komt dan weer bij ons terug en geeft een buitengewoon sprekende voorstelling van een man, die op het punt staat zijn zinnen te verliezen. Eén dag later wordt Herr Moses met ziekenverlof gezonden en we zien hem niet weer terug. Maar ondanks deze overwinning leggen we toch de strop om onze nek^ Haupt wacht geister Budel heeft nog een andere pijl op zijn boog. Hij gaat kort daarop zelf naar de directeur om hem ervan te overtuigen, dat. het ge vaarlijk is die opstandige mannen in de gevangenis te houden. De geallieerden naderen gestadig en die gevangenen zouden best eens een poging tot op stand kunnen wagen en de gevangenis staf overweldigen. Dat is zijn verhaal. En hij wint. XXX N MIDDEN NOVEMBER worden er veertig van ons, waaronder ik, uitge zocht en naar Hameln gezonden. We reizen in dichtgespijkerde wagons en de bewakers zijn erg op hun hoede. De ontvangst in de gevangenis in Hameln is niet Vriendelijk: men heeft geen eten voor ons bewaard en onze hoop. dat we het verhaal van burger geïnterneerden weer op kunnen hangen, vermindert met de minuut. Zij ver dwijnt de volgende morgen geheel op het appèl der nieuw aangekomenen. Met zijn gewone welsprekendheid zet de dokter de zaak uiteen, maar één blik op het Nazi-insigne, dat in het oog vallend op de jas van de directeur prijkt, kan hem zeggen, dat hij tever geefs pleit. „Intreden!" snauwt de man met een scheroe stem. ..Kijk eens, meine Her ren. Ik weet niet wat U bent, maar dit weet ik wel: II bent geen burger-ge ïnterneerden. Ik zal uitmaken wat u werkelijk bent, al is dat het laatste wat ik doen kan. Voor het ogenblik zult u in gemeenschappelijke cellen worden L'EN KLEINE BIJDRAGE tot zijn uit- eindelijke overwinning is ons inci dent met Herr Moses, de hoofdbewaker van onze vleugel. Ik kan deze Moses zondre aarzelen het prototype van de Duitse gevangenisbewaker noemen. Hoewel hij niet onvriendelijk en totaal ongevaarlijk is, bezit hij een zeer on aangename neiging tot critiseren. Die neiging viert hij, met korte onderbre kingen, de gehele dag op ons bot. Op een morgen ontdekt hij, dat wij, inplaats van om vijf uur op te staan en om half zes aan het werk te gaan (dat werk be staat uit het naaien van drie knopen op een lapje stof!), weer met ons ont bijt in bed kruipen en pas opstaan, wanneer hij om half acht zijn ronde voor de Kübel maakt. Op die fatale morgen zit ik in mijn dekens verward en laat hem te lang wachten, zodat hij zijn hoofd om de hoek van 'de deur steekt en ons alle drie, de dokter, Bou- tens, de ingenieur en mij, rustig op on ze matrassen ziet liggen. Hij kan zijn ogen niet geloven. Dat is ongelofelijk! nog nooit.... Hij kijkt met open mond en zijn ogen puilen uit zijn hoofd. „Aber meine Herren, das geht doch nicht!" Zwijgend klauteren we uit bed. „Das geht doch nicht", herhaalt hij met een vreselijk gebrul. „Dat is te gen alle voorschriften in, meine Her ren! Dat is verschrikkelijk!" Hij is onbeschrijfelijk opgewonden, gooit met een knal de deur dicht, loopt bulderend de gangen door, komt elke vijf minuten terug om dan de deur wijd open te zwaaien en weer woedend te tieren: „Das geht doch nicht!" Na negen of tienmaal verschijnt hij voor 't laatst en zegt dreigend, dat, wanneer dit nog éénmaal gebeurt, hij het aan de Hauptwachtmeister zal moeten rap porteren en als dat niet helpt, aan de directeur persoonlijk. Om der wille van de lieve vrede houden we ons drie dagen lang aan de regels, want we weten heel goed, dat zijn woe de tegen die tijd gestild zal zijn. We hebben inzoverre gelijk, dat hij ons r.iet om vijf uur controleert. Maar Mo ses houdt ons in de gaten! Hij maakt er een gewoonte van vier- of vijfmaal op een dag onze cel te komen inspecteren. Hij heeft een afschuw van stof en daar we moeten werken met uiterst, stoffige stapels materiaal vindt hij stof genoeg voor critiek. Het meest amusante van zijn inspecties is echter zijn stokpaard je: het kastje aan de muur, waarin we de komnien, ons eetgerei en een glas hebben staan. Elk stuk heeft een voor geschreven plaats in de kast en elke keer als Herr Moses binnenkomt, on derwijst hij ons ,hoe alles precies moet neergezet worden. Het glas brengt hem buiten zichzelf. „Ich hab' doch gesagt es soll dort stehen!" gilt hij iedere keer en met een theatraal gebaar schuift hij het dan naar de andere kant. Het gekke van het geval is, dat wij dat ding nooit aanraken en dat hij elke keer, aldus briesend, zichzelf corrigeert. Dit gaat zo twee weken door, tot hij een Hauptwachtmeister roept. Die vertelt ons een uur lang over zijn ervaringen niet de Russen in de oorlog 1914'18 en gaat uitvoerig op het afgrijselijke van luchtaanvallen. Zelf heeft hij zijn buis en zijn vrouw en twee kinderen verloren. Een zoon is aan het Oost front gesneuveld en hij woont nu met zijn enig overgebleven kind in een harig gemeubileerde kamer. „U ziet", zegt hij, „dat u niet de enigen bent, die moeten lijden. Het zou voor ons allemaal veel beter zijn wanneer we ophielden met oorlog voeren. Het is in ieder geval op het ogenblik toch hopeloos!" Wanneer hij op het punt staat te vertrekken, herinnert hij zich, waar om hij hier geroepen is en verzoekt ons Herr Moses niet zo te pesten. Ook hij heeft zijn huis en een kind ver loren en is door het grote personeels tekort totaal overwerkt. £JE MAN MET de bijbelse naam is echter niet tevreden en twee dagen later moeten we op rapport bij de directeur. Niemand maakt zich onge rust en geen ogenblik is de gedachte bij ons opgekomen af te spreken hoe we ons zullen verdedigen. Ik ben de tweede, die binnengeroe pen wordt en krijg een nette, kleine standaard-speech, dat „ik als officier" toch moet begrijpen, dat er orde moet heersen. Tegen Boutens heeft hij klaar blijkelijk dezelfde rede afgestoken. Mijn verdediging is, zoals ik later hoor, dezelfde als die van Boutens: dat Herr Moses te veeleisend is, zich met dat glas onlogisch gedraagt en wij probe ren ons in alles naar hem te schikken, maar zonder succes.»„Hij is zo zenuw achtig", zeg ik. net als Boutens. „Hij moet overwerkt zijn". Daarna moet de dokter opdraven en na de rede van de directeur verdédigt Huizinga zich precies als wij, alleen met meer gezag. „Ik heb hem verteld, dat ik Moses nauwkeurig geobserveerd heb", vertelt bij ons op de terugweg naar de cel „en ik heb gezegd, dat deze man ongetwij- Eerste klasse, district I: HaarlemXerxes, DOSADO, Blauw Wit—Sparta, De Volewijckers—Ajax, 't Gooi—SVV. District II. NeptunusDFC, Hermes DVSDWS, HBS—EDO, DHCKFC, Feijenoord— VSV. District III: HeraclesEnschede, Ensch. Boys Wageningen, Quick-AGOVV, Be Quick —NEC. District IV: BVV-MVV, TSC—Brabantia, Willem IIJuliana, LimburgiaHelmond, de SpechtenNAC. District V: HSCHeerenveen, FrieslandAchil- les. EmmenVelocitas, Be Quick GVAV, SneekFrisia. District VI: de Baronie DNLBleyerheide, KerkradeLonga, HelmondiaMaurits, NOADSportclub Emma, Sittardse BoysEindhoven. District I. Tweede klasse A: ElinkwijkHilversum, WFCDWV, ZaandijkAFC, VriendenschaarVo- lendam, de Spartaan—HVC. Tweede Klasse B: WatergraafsmeerRapiditas ZFC UW, Alcmaria Victrix—TOG, Westfri- siaHercules, SDWde Kennemers. District I, Derde Klasse A: BKCSucces. Ado '20Zilvermeeu wen, Vitesse '22—WE. KW—Bever wijk, HelderAlwavs Forward. Derde Klasse B: DTSAlkm. Boys. DEM—HRC, Hol- landiaGVO. KinheimPurmersteyn. Vierde Klasse A. WieringerwaardZeevogels, Vrone Berdos, TexelNieuwe Niedorp. SchoorlRanders, WatervogelsRK AFC. Vierde Klasse B: WWOudesluis. BergenAndiik, Westfriezen—de Rijp, SijbekarspelSt. George. Vierde Klasse C: USVU—WSV '30. Y-bovs—HSV, As sendelft—ODIZ, DRCRCZ. Limmen— Monnikendam. Vierde Klasse E: DSSSDZ, WB—DCO, DVAV— ASV, OntwaaktWilskracht, Madjoe BDK. ingesloten, maar zodra ik één klacht hoor, laat ik U stuk voor stuk kaal knippen, in gevangeniskleren steken en in Einzelhaft opsluiten". •In Liittringhausen hebben we één uiterste meegemaakt; ongetwijfeld is dit het andere. In de nu volgende veer tien dagen zoekt de directeur de zwak- sten van geest onder ons uit en door een kruisverhoor ontdekt hij al gauw, dat er van de drie-en-veertig „on schuldige burger-geïnterneerden" twin tig ter dood veroordeeld zijn en drie tot levenslange dwangarbeid, terwijl de resterende elf geen schuld willen be kennen, tenzij 'zij voor het gerecht ge bracht worden. Tot ons geluk is er iets, dat hem verhindert maatregelen te ne men. De uitspraken moeten bekrach tigd worden en hangende deze formali teit dienen de .gevangenen te worden beschouwd als mensen in voorarrest. Van de pastoor, die ons in burgerkle ding bezoekt, horen we, dat hem dit ontzaglijk dwars zit en dat hij perma nent op reis is naar Hannover en Ber lijn om verdere orders te ontvangen. Doch de chaos strekt zich zelfs tot in het hart van het Reich uit en Herr Re- gierungsrat zwoegt tevergeefs. Hongaarse vluchtelingen landen in München Gisteren is bekend geworden, dat een Hongaars vliegtuig met 21 passagiers en een bemanning van vier koppen, waarvan de meesten vluchtelingen uit Hongarije werden genoemd, Dinsdag op het vliegveld München-Raim land de. Verklaard werd, dat het toestel, 'n tweemotorige Dakota, op weg was naar Zwitserland, doch wegens benzinege brek te München moest landen. 3 Pas sagiers zouden niets afweten van het ontsnappingsplan, dat in April 1948 beraamd was. Alle 25 inzittenden zijn tot beschikking gesteld van Ameri kaanse intelligence-ambtenaren. Onder de 18 passagiers, die in het plan betrok ken waren, bevinden zich enkele vrou wen, enige dokters en ingenieurs en een bankdirecteur. Zij stapten allen te Pees (Zuid-Hongarije) in het toestelen stonden geboekt als gewone passagiers voor Boedapest. Een van de inzitten den droeg een skicostuum en had ski's bij zich. Hij was het vliegtuig inge stapt in de veronderstelling, dat hij binnen een uur op weg zou zijn naar een Hongaarse wintersportplaats. De pi loot, vermomd met een valse baard en een donkere bril, zeide, dat een misrekening van het benzineverbruik de oorzaak was van de noodlanding. Kees Broekman blijft Nederlander Woensdagavond werd de bekende 400 meter-baan van Hamar officieel ge opend met enkele wedstrijden, waar aan ook een aantal Nederlanders deel nam, o.a. Kees Broekman. Na afloop van de wedstrijden heeft Broekman gezegd dat al dat geschrijf in de Noor se dagbladen, als zou hij het plan heb ben opgevat Noors staatsburger te worden, „flauwe nonsens" was. „Hoe ze er aan komen", aldus Broek man, „ik weet het niet, maar ik heb aan zo iets nooit gedacht, laat staan erover gesproken". Broekman, zal nog aan enkele wed strijden in Noorwegen deelnemen en op 13 Januari te Eskilstuna in Zweden rijden, 500 en 5000 meter. Daarna gaat hij naar Nederland terug en vervol gens onmiddellijk door naar Davos, te zamen met Van der Scheer, die hem de laatste weken voor de Europese kampioenschappeh zal bijstaan. NIEUWE BELGISCHE AMBASSADEUR IN NEDERLAND AANGEKOMEN Woensdagavond is de heer Egbeit Graeffe, de nieuwe ambassadeur van België in Nederland te 's-Gravenhage aangekomen. Voorlopig heeft de nieuwe ambassadeur zijn intrek genomen in een hotel in de residentie. Waren het we\ padvinders, waarvan ik je nu vertellen ga? Eerlijk gezegd, niet, al hadden ze dan wel echte groen gele biespetjes op en halsdoeken om; ze hoorden er eigenlijk nog niet bij. Ze waren nog wat te jong voor de pad vinderij, vonden hun ouders. Maar zelf dachten zij er anders over. Samen had den Hans en Joost een aardig vacantie- plannetje uitgedacht. Uit hun spaarpot kwam al gauw het geld voor een echte welpenuitrusting. Met behulp van grote broers was zelfs een tent klaargekomen. Hij was opgelapt en lekte een beetje, maar dat hinderde niets; in hun In dianenverhalen kwamen wel slechte re voor. Waren ze niet zelf net als hun Indiaanse vrienden ten strijdege trokken? Mooi geschilde takken waren hun buksen en tomahawks; hadden ze de strijdbijl begraven dan rookten ze de vredespijp dat wil zeggen: ze had den een fles drop water met een rietje, „bleekgezicht" tegen, namelijk de oud ste boerenzoon, met wie ze dadelijk vriendschap sloten en die hen direct van melk en zelfs van lekkere boeren- mik voorzag. Elke morgen trokken ze weg en elke avond keerden ze huis waarts na een dag vol van de wildste avonturen; in hun verbeelding dan al tijd. Totdat het echte avontuur aanbrak. Het was broeierig heet geweest de laatste tijd. Loom lagen ze in de na middag bij hun tent toen een ongewoon angstig gehuil hen deed opschrikken. Plotseling klaarwakker sprongen ze overeind. Ze zochten hun weg in de richting van het geluid. Spoedig ont dekten ze wat er aan de hand was. Uit een van de talrijke betonnen „man gaten" die nog als overblijfsel uit dé oorlog in de boswei waren, klonk ge schrei om hulp. Wat was het geval? Fransje van de boerderij, nauwelijks twee jaar oud, was stilletjes heel al leen op stap gegaan en in zo'n koker gevallen, door de droogte van de laat ste dagen was het water gelukkig voor het grootste gedeelte uit het gat ver dampt èn was er slechts een modder laag in achtergebleven, waarin de Herhaling prijsraadsel meisjes van waaruit ze om beurten dronken. Had den ze geen menselijke vijanden dan waren er toch allerlei wilde dieren waartegen ze zich veilig moesten stel len. De sullige rood-bonte koeien op de zandwei werden voor hen wilde bisons; goedmoedige schapen maak ten ze tot steigerende mustangs. Ook 's avonds als het hun gelukt was stil letjes hun kampvuurtje aan te steken, waarvoor ze eerst een stuk zand hele maal hadden schoongemaakt, voelden ze zich ware prairiehelden en stond een van hen op wacht om bij het min ste onraad dadelijk te kunnen waar schuwen en alarm te slaan. Al heel wat dagen hadden ze op die manier op hun onafzienbare grassteppe (het zand- weitje) doorgebracht, toen zij besloten hun zwerftochten verder uit te brei den en de bossen in te trekken om op jacht te gaan. Met tent en plunjezak- ken reden ze op hun rossen (twee oude jongensfietsen) weg. Ze hadden de boodschap van thuis meegekregen dat ze niet ver weg mochten gaan en daar om kozen ze een mooie boswei dicht bij een boerderij. Ze kwamen daar een Er is een spreekwoord van twee woorden die te samen 11 letters tellen. Het eerste woord bestaat uit zes letters en het tweede uit vijf letters. Zet nu eerst elf puntjes naast elkaar en num mer ze van één tot en met elf. Vervang daarna de cijfers in de hieronder staande zinnen door letters. Nu weet je ook welke letters je in moet vullen op de puntjeslijn van 't spreekwoord en kun je het gemakkelijk vinden. De zinnen, die je helpen om de let ters te vinden zijn: Wie goed schoon wil worden, gaat in het 3. 7, 8. De jongen gaf een cent aan de 3, 9, 6, 4, 10, 7, 1, 2. Duiven zitten vaak in een 11, 5, 10. Welk spreekwoord is bedoeld? Oplossingen inzenden vóór Zondag 16 Januari naar het bureau van dit blad. Denken jullie steeds om het vermelden van de leeftijd? Voor jongens en 12 jaar en ouder. In het onderstaande vierkant moeten vier woorden worden ingevuld, elk van vier letter. Op de bovenste rij, van links naar rechts: een groot zeilschip met drie masten. (Werd vroeger veel als koop vaardijschip gebruikp. Op de tweede rij: Een compositie voor solozang, met begeleiding. (Vormt vaak het onderdeel van een opera). Op de derde rij: een lederen gordel die om het middel wordt gedragen. Tenslotte op de vierde rij: een vacan- tieverblijf in de open lucht. ^Wie van jullie gaat er 's zomers niet graag naar een k Als de hokjes goed zijn ingevuld, kun je dezelfde woorden ook" van bo ven naar beneden lezen. kleine dreumes met zijn beentjes al diep was weggezakt. Met z'n beiden haalden ze het jongentje eruit. In draf liepen de jongens naar de boerderij, waar Fransje met vreugde door zijn moeder werd begroet, al zat hij onder de modder. „Wat was er van jou ge worden, Fransje, als deze twee pad vinders je niet hadden gered?" „Padvinders zijn we nog niet, me vrouw". „Padvinders of geen padvinders, jullie hebben Fransje gered en die daad wordt beloond. Wat zou je zeg gen van een fijne ham?" Een juich kreet weerklonk. Die avond keerden onze prairiejagers nu eens werkelijk met groot wild naar huis terug. HALLO, BESTE NEVEN EN NCHTEN Jullie allen dank ik hartelijk voor de vele goede Nieuwjaars wensen. Graag zou ik ze alle per soonlijk beantwoorden, maar het zijn er zovele, dat het mij niet mogelijk is. Al mijn neven en nichten wens ik dus tezamen een jaar vol ge luk en zonneschijn toe. TANTE IET. De oplossingen worden vóór Zondag. 9 Januari 1949 ingewacht aan het bu reau van dit blad. Denken jullie om het vermelden van de leeftijd? Onder de goede oplossers worden vijf mooie boe ken verloot. Nee maar!, het was werkelijk een zak vol brieven, die de post mij bracht. Ook heel veel mooie en vrolijke Nieuwjaarskaarten waren er bij. Eerst kon ik niet geloven dat het werkelijk allemaal voor mij was. Ik hoop alles te kunnen beant woorden, want jullie weten dat het correspondentie-hoekje nog steeds klein moet blijven. Wanneer er deze week nog brieven onbeantwoord blijven, dan komen ze toch de volgende week aan de beurt. Wij steken van wal met de brief van een nieuwelingetje. Dieni Oukes, je bent welkom in de Jeugdkoerier. Je schreef al dadelijk zo'n prettige brief over het Kerstfeest. Je hebt heel mooie Kerstdagen gehad, meisje! Roelie Keizer, hebben de oliebollen lekker gesmaakt? Hansje Kiewiet, allereerst dank ik Alie en jou hartelijk voor de mooie kaart. Ben jij nog op schaatsen geweest? Groeten aan Alie hoor! Henk Prins, iedereen die .net ons meedoet, met de raadsels of met het correspoondentie-hoekje hoort bij de Jeugdkoerier. Henk. Tot de volgende keer hoor! „Elfenkoningin", natuurlijk mag je met ons meedoen. Je.bent welkom, meisje! Herman Slort, fijn dat je zo aan 't sparen bent. Tot de volgende week, Herman. Weintje Stokhof, dat was een prachtig Kerstfeest van de Zondagschool. Heb je ook een prettige Oudejaars avond gehad? „Rozenfee", leuk dat ik er weer een nichtje bij krijg. Wat heb je een snoezig tekeningetje voor mij gemaakt. Hartelijk dank, meisje, ook voor de mooie postzegels. Antje Steinhauer, gefeliciteerd met dat mooie rapport. Je hebt je best gedaan hoor! Voor het prijsraadsel van de oudere jongens en meisjes ben je nog wat te jong. Antie. Cor van Norren, ja hoor. je bent welkom. Heb je al eens in een voetbalwedstrijd meegesoeeld, Cor? Elie Groenveld, prettig' dat je met ons mee gaat doen. De volgende week beantwoord ik het briefje van Alie. want zij behoort bij de ouderen. Antje Snijders, ik zal mijn best doen om een tehuis voor het kleine hondenkind te vinden, maar wil je het hondje ook zelf nnar zijn nieuwe tehuis brengen, als het in een andere plaats is, of moet het door zijn nieuwe baas gehaald worden? Roelof Otten, hartedijk dank voor die dikke brief vol verrassingen. Dat was dus dubbel feest op eerste Kerstdag. Je hebt een prachtig cadeau «egeven zeg! Wat fijn dat je rapport zo vooruit gegaan is. „Edelweisz" en „Korenbloem", hartelijk dank voor die prachtige kaart. Ikrwas er blij mee en wens jullie ook het allerbeste. „Vereeet-mij-niet". gelukkig dat je zo'n goed rapport had. Nog gefeliciteerd met de verjaardag van Vader. Neen hoor. ik zal niet verder vertellen hoe oud Vader is geworden. Carla Smak. doe maar geregeld met het prijsraadsel voor de kinderen van 6 tot 12 jaar mee, dan win jij vast ook wel eens een prijs hoor meisje! Martha Stolk. prettig dat ik weer eens wat van jou hoorde. Doe je nu weer geregeld mee? W. Verduin, heet je Wim? Ik zal het "er maar on wagen om je zo te noemen. Fijn dat je zo'n best rapport had. Wim. Hartelijk dank voor al die sigarenbandjes. Dat was zeker de moeite waard! Adri van 't Hert. wat flink dat jij je tante zo helpt. De huishouding doen is geen kleinigheidje hoor! Je schreef heus erg duidelijk en netjes. Ik was blij met de keurige sigarenbandjes, Adri. „Wensfee". prettig dat je met ons mee gaat doen De sigarenbandjes zal ik aan zieke kinderen sturen, meisje. Hartelijk dank. Piet Poldervaart, neen. ik weet niet wanneer dat boek wordt uitge geven. Als je in Heenvliet bent geboren, wil je het natuurlijk graag bezitten, dat bogrijp jv best. Ik zal eens voor je informeren. Bedenkt voor de aardige tekening. Piet. Piny Steenvoorden. Jan Meilink, Hennie Mosk. Anna Marie Molenaar, Wim de Boer. Rjet>e S"heltutf, Sioukie Bouhuizen, Lena Diiker. Anny Trefers, Ria Ewait. Ja e. Cirk. Tinv Visser. Antnon van Huizen. Janny van Huizen. Uarol Smol- ders, Neli-e Kuzee Ali en Jacob Zwagerman, Maarten van Zoonen. Wim Roxma, Annetje de Beer. Vrouwtje en Hans Bi''tink Piet Copnoolse en Rudie Nieuw- noort, jullie allen zijn welkom in de „Jeugdkoerier". Wij hopen veel van jullie te horen. Nico Schekkermon, aardig dat je een kaart en een postzegel „voor het kind" ge zonden hebt. Nico Kuip, laat de moed nooit zakken hoor! Greetje Brouwer, de oplossing is best. Woon je dicht bij Spanbroek? Ina Klompe en Rienus. be dankt voor de prachtige kaart. Hebben jullie prettige feestdagen gehad? - Jacob vau Petten, wat ben iü een geluksvogel, zes! Ja. je had een beste St. Nicolaas- De voieende „Jeugdkoerier" voor jongens en meisies beneden 12 jaar, komt over 14 dagen 'n de krant. Post de briefjes dus vóór Zondag 16 Januari, dan komen ze zeker op tjjd. Dag allemaal! Hartelijke groeten van TANTE IET. 99. En nu rijden Pim, Pam en Pom door de dorpsstraat. De wagen zig- zegt heen en weer, door dat Pam en Pom elk aan een poot van Pim trek ken. „Stop die wagen toch" gilt Pam wanhopig. „Dat kan ik niet! Ik weet r.iet hoe ik het doen moet", roept Pim terug. Oh. daar staat de veldwachter aan het eind van de dorpsstraat. Hij heeft zeker al alles van 't geval ge hoord. 100. Nu heft hij een groot rond bord in de hoogte, waarop STOP staat. „We moeten stoppen Pim", zegt Pam weer „Ja, maar ik weet niet hoe!" ant woordt Pim angstig. De veldwachter blijft met een kwaadaardig gezicht rnidden op de weg staan. „We kunnen hem toch niet overrijden!" roept Pom. „Opzij, opzij", roepen ze alle drie, als ze de veldwachter genaderd zijn. De woorden die wij van de rijtjes een en twee konden vormen waren: schoorsteenmantel, raadhuis, goudvis, schemerlamp, potlood, sneeuwbal. Van het tweede en derde rijtje kon den wij maken de woorden: baljapon, loodgieter, mantelzak, huiswerk, visnet, lamplicht. Na loting, onder de goede inzenders, gaan de prijzen deze week naar: Henny Schorel, Zeestraat 163, Bever wijk (jongen) 11 jaar. Anneke Vasbinder, Dr. Schaepman- straat 8, Alkmaar. Tineke Zon, Landbouwstraat 4, Ju- lianadorp (II jaar). Greetje Brouwer, Opmeer D. 45 (9 j.) Ltfda Metzelaar, Slikkerdijk, Oude sluis (11 jaar). De boeken worden toegezonden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1949 | | pagina 5