Schaken in het Duitsland
van na de oorloe:
Grootste bonnen-complot sinds
de bevrijding
De Scheveningse kotter „Meeuw
gaat naar Zuid-Afrika
"ilö 9 n
Slechte weer rondom Prestwick en
primitieve organisatie op vliegveld
He f Parlement van 'n andere kant
Poel van corruptie en zwendel
„Lange Henk"loopttegen
de lamp
Het
boek
Zware boete voor Uitgeester
firma
Oorzaken van de onder
gang van de Nijmegen
nieuwe
En daar komt later misschien een
Nederlandse kolonie
Nieuwe kansen voor
onze visserij
Het prevelementje van de voorzitter
Er blijft veel aan de
strijkstok hangen
Lange Henk, Zwarte Rinus, Rooie Toon zijn wat men noemt „linke Jon
gens". Zij doen „zwart" en niet met één pakje sigaretten of met één bonne
tje te gelijk, maar duizenden bonkaarten hebben zij verhandeld, zodat de
naam bonnenkoningen op hen zeker van toepassing is. I)e hoofdstedelijke
C.C.D.-recherche, die op de hoogte was, dat in Amsterdam een centrale van
groothandelaren in bonnen bestond, was op haar hoede en toen enige tijd
geleden in Steenwijk een bonnenvervalsing ontdekt werd, waardoor een spoor
gelegd werd naar een der zware jongens van de Amsterdamse onderwereld,
ging de zaak aan het rollen.
Nimmer tevoren is de CCD, de politie
en de justitie een complot op het spoor
gekomen, zo omvangrijk als deze mAi-
sterzwendel. Henk, Rinus en Toon, te
zamen met hun kornuiten hadden de
steun van distributie-ambtenaren en
van rechercheurs van het Amsterdamse
hoofdbureau van politie. Wat hier aan
het licht gekomen is, blijkt een dermate
walgelijke poel van corruptie, zwarte
handel en bonnenvervalsing te zijn
dat men zich verbijsterd afvraagt, hoe
het ooit zover heeft kunnen komen.
Het complot had vertakkingen over
het gehele land. Corrupte distributie
ambtenaren in Amsterdam, in Almelo,
in Utrecht bleken bereid hun Judas
loon te accepteren, soms kwamen de
bonkaarten in het bezit van de bende
door het inzamelen van inwisselings
strookjes, soms werden stamkaarten
vervalst. Op alle mogelijke wijzen
heeft Lange Henk, die in zijn kringen
cok bekend stond als „Paanakkertje",
met zijn trawanten zijn slag weten te
slaan.
Zwarte Rinus was de eerste, die in
de kraag werd gevat en Onmiddellijk
daarna deed de recherche in de hoofd
stad tien invallen. Velen daarvan ble
ken loos alarm, hoewel de politie
reden genoeg had, haar klanten in de
gaten te houden, één was midden in
de.roos. Bij Paanakkertje vond men
een paar duizend gulden en enkele
snoepkaarten. En Paanakkertje werd
pan de tand gevoeld. Grondig aan de
tand gevoeld. De Amsterdamse politie
heeft met dergelijke sujetten terecht
niet veel consideratie. Paanakkertje
sloeg door. Meneer's boekhouding, in
een zakboekje ondergebracht, gaf na
dere interessante bijzonderheden. Hij
verdiende 140 gulden in de maand,
maar hij had verschillende vrienden
6000 gulden geleend. Drie auto's had
hij in de tijd van één jaar versleten
cn buitenlandse reizen waren voor
hem, zoals zijn paspoort aantoonde, de
gewoonste zaak van de wereld, lien
zaak in dameshoeden was zijn eigen
dom, en twee hobby's bleken hem in
hun greep te hebben, schuenen en
vriendinnen Zijn naam Paanakkertje
dankt hij aan zijn passie voor steeds
nieuw schoeisel. Henk's geld maakte
de politiemannen van het hoofdbureau
„plat", zoals dat in zijn jargon heet.
Vier van de medeplichtigen zitten al
rchter de tralies. Henk's strafregister
werd eenvoudig gelicht en werd weer
blanco. Methoden, die aan de bezet-
lingstijd deden denken. Alleen, toen
was het motief edeler....
De bedrieger bedrogen.
Ook vond de politie een koffer, he
laas leeg. De 2000 bonkaarten, die Henk
daarin op een „veilig plaatsje had ge
borgen, waren voor de ogen van hem
)n van de recherche, door een dief
„achterovergedrukt". Brutaal heeft
"aanakkertje destijds 15 mille geboden
voor ->een leder die inlichtingen over
deze diefstal kon geven. Over deze
diefstal begon men elkaar verwijten te
doen, ook al een reden, waardoor het
vuile zaakje aan het licht kwam.
Nu zit Henk en denkt over zijn zon
den na. En naast hem zitten Rinus en
Toon en vier politiemannen en een
rijtje distributie-ambtenaren en nog
meer medeplichtigen. Zij hebben heel
wat te goed, als de zaak eenmaal in be
handeling zal worden genomen. Een
medeplichtige loopt nog vrij rond. Maar
dat zal niet voor lang zijn. Want wat
de recherche vast heeft, laat zij, een
terrier gelijk, niet meer los.
Het rijke leven is voor de heren
voorbij. In plaats van een nieuwe Horch
zullen zij rijden in de .zespijper". In-
plaats van op fluweel zullen zij op
hout zitten. Voor heel lang hopcnlijk.
Gisteren werd voor de economische
politierechter in Alkmaar, mr. Peere
boom, de aangehouden zaak van de ge
broeders Z. uit Uitgeest afghandeld.
A. en F. Z. was ten laste gelegd, dat
zij kinderstoelen en boxen voor te ho
ge prijzen hadden verkocht, dat zij een
foutieve opgave van de voorraad hout
hadden verstrekt en dat zij de regeling
voor scherfhout hadden overtreden.
De officier, mr. dr. J. M. Vellinga,
meende dat de overwinst op kinderstoe
len en boxen niet te bewijzen was,
Voor de overige overtredingen wilde
hij echter strenge straffen eisen. n.1.
f 200 subs. 2 maanden en f 25 subs. 10
dagen voor ieder der verdachten. Ver
der verbeurdverklaring van het in be
slag genomen hout. Dit is een bedrag
van bijna f 9000.
Mr. Peereboom kon zich verenigen
met de verbeurdverklaring; slechts 15
m3 scherfhout wilde hij teruggeven.
Daar de firma Z. hierdoor al zwaar
boet, werden de overige straffen laag
gehouden, voor ieder f 15 subs. 5 dagen
VERBETERING IN EUROPESE
ECONOMISCHE SAMENWERKING
Averell Harriman, de speciale verte
genwoordiger voor Europa van de Eco
nomie Cooperation Administration,
heeft gister eneen bezoek gebracht aan
Londen, waar hij een onderhoud heeft
gehad met de Britse minister van bui
tenlandse zaken, Bevin, en de minister
van financiën, Sir Stafford Cripps.
Harriman polst op het ogenblik de
regeringen van Engeland, Frankrijl? en
de Benelux-landen over zijn plannen
voor verbetering van de werkwijze van
de organisatie voor Europese economi
sche samenwerking.
A. J. Cronin: „Dokter Finlay,
assistent". Uitg. „West-Fries
land", Hoorn.
Dit nieuwe boek van Cronin (in een
uitstekende Nederlandse bewerking
van H. P. van den Aardweg) treft in
sterke mate door de eenvoudige men
selijkheid die er uit spreekt. Het ver
telt op boeiende wijze over dokter Fin
lay, die in een kleine Schotse provin
cieplaats, als assistent van de oude dr.
Cameron, zijn eerste ervaringen opdoet
als medicus. Die ervaringen zijn zó
verscheiden als het leven zelf. Alle
deugden en zonden, alle idealisme en
zelfzucht, alle schoonheid en verwor
ding, die in het bestaan van een klei
ne stad zulk een bijzonder perspectief
kunnen krijgen voor de scherpe ogen
van een huisarts, heeft Cronin, knap
schrijver als hij is, doen herleven in
sterke afwisseling. Vandaar is het, dat
zijn nieuwe roman zich niet beperkt
tot de treffende tekening van de twee
interessante hoofdfiguren, maar dat 'n
veelheid van dramatis personae de
aandacht gespannen houden van de
eerste tot de laatste bladzijde. Met dit
werk heeft Cronin zijn faam als schrij
ver van „doktersboeken" opnieuw be
vestigd.
Olive Higgins Prouty: „Liefdes'
tederheid". Uitg. A. J. G.
Strengholt, Amsterdam.
Deze Amerikaanse roman (die ons
bereikte in de geautoriseerde vertaling
van Jet de Boer—van Strien) is als een
modern Hooglied der liefde en als een
doorleefde belijdenis van de waarheid,
dat liefde alles overwint. De rijke,
maar in wezen doodarme CharlotteVa-
le, vertoeft aan de rand van een ze
nuwziekte als een verstandig psychia
ter haar op een zeereis naar de Mid
dellandse Zee stuurt. En daar ontwik
kelt zich de romance, die tegelijk een
strijd voor het leven is, daar komt lief
des' tederheid tot haar in de schoonste
en nobelste vorm. En dan begint de
genezing en de aanvaarding van het
leven. Dit boek, dat wij met veel ge
noegen lazen, is een boodschap voor ve
len in onze over-nerveuze moderne sa
menleving, waarin men zich maar al te
weinig bezint op de diepste waarden
van het mensenleven.
Lidow: „Kim Lie (kinderboek)
Uitg. Zuid-Hollandse U. M.,
Den Haag.
Schitterend uitgevoerd in groot for
maat, met vier fraaie kleurenplaten en
veel tekeningen tussen de tekst is dit
bijzondere boek voor kinderen van 6
10 jaar. Zij reizen, aan de hand van
Lidow, door China, over welk land het
poppenkind Kim Lie zo boeiend weet
te vertellen, dat de kleuters er in gro
te spanning naar zullen luisteren. Een
Vitstekend kinderboek!
Ook gister is het onderzoek naar de
ramp van de Nijmegen weer voortgezet.
De chef van de vliegdienst van de
KLM de heer Snitselaar, sprak over de
verkeerde weerberichten, die de „Nij
megen" hoogstwaarschijnlijk ten on
dergang hebben gevoerd. De wolken
hingen om 11.30 uur op de avond van
de 20e October niet op 225 meter, zoals
aan Parmentier was geseind, maar op
100 meter. Het zicht werd voortdurend
slechter.
Thuis in een stoel, zei Snitselaar, kan
men nu aan de hand van deze gegevens
zonder moeite berekenen, dat de wind
zeer sterk was. Parmentier echter zat
in een vliegtuig, vloog in de nacht, zijn
oog gericht op de vele instrumenten in
het toestel, voortdurend in contact met
de radarpost. Hij moest blindelings
kunnen vertrouwen op de berichten van
de meteorlogen. Tijd om berekeningen
te maken uit de aanwijzingen van de
radarpost had hij niet en waarschijn
lijk kwam het zelfs niet in hem op dit
te doen, omdat er slechts zelden afwij
kingen zijn tussen de rapporten van de
radarpost en de meteorologische dienst.
De chef van de meteorologische afde
ling op Prestwick, Boyden, noemde het
belachelijk te zeggen, dat de wind een
snelheid had van 80 km.
In elk geval, zo zei Snitselaar, als
Parmentier had geweten hoe laag de
wolken hingen en als hij had geweten
dat het zicht voortdurend slechter werd
had hij zeker geen poging gedaan op
startbaan 26 te landen op zicht, nadat
zijn poging om op startbaan 32 te lan
den met behulp van radar, was mislukt.
De voorschriften van de KLM, die Par
mentier zelf gedeeltelijk heeft opgesteld,
verboden een landing in deze omstan
digheden. Nooit zou hij verschenen zijn
boven startbaan 26, op de weg die hem
regelrecht naar de noodlottige hoog
spanningskabels bracht.
Ook stond Edgar Jessup, de chef van
de knaap Simpson, in de getuigenbank.
Het was echter jaren geleden, dat hij
voor de laatste maal de instructies van
het ministerie had gelezen. Hij kende
de code niet waarin zijn ondergeschikte
Simpson zijn rapporten opstelde, en
toen de meedogenloze Cameron, de ad
vocaat der KLM, deze voorspeller aan
de tand voelde, bleek, dat het weer 'op
de avond van de 20e October tussen 11
uur en 11 uur 30 zo slecht was gewor
den, dat een landing gevaarlijk was.
„Is de organisatie op Prestwick vol
maakt in orde voor zover het uw werk
betreft?" vroeg advocaat Wilson aan de
18-jarige Simpson. „Ja", zei de jongen.
Maar enkele uren na het ongeluk ging
de lamp van de schijnwerper, waarmee
Simpson de hoogte van de wolken
moest uitrekenen, kapot. Op het gehele
vliegveld was geen extra-lamp te vin
den en daags daarna moest er een uit
Londen worden meegebracht.
In de Scheveningse haven ligt een
kotter, een vissersvaartuig, zoals de
veie andere, die hier geregeld in- en
uitvaren. Niet groter en niet kleiner
dan de veie scheepjes, die er bedrijvig
heid brengen en de haven een pitto-
resque bekoring geven. Het is een hou
ten boot, ongeveer vijftig ton metende,
die reeds menigmaal ter visvangst is
uitgetrokken. Maar voor deze kotter, de
„Meeuw", hebben de Scheveningse vis-
seres, die langs de waterkant dwalen,
bijzondere belangstelling. De „Meeuw"
is deze aandacht waard, want hij staat
op het punt een zeer lange, voor een
Schevenings vissersvaartuig ongewone,
reis te aanvaarden. Dezer dagen ver
trekt hij naar Zuid-Afrika om de mo
gelijkheden, die de viswateren in dit
verre land voor Scheveningen bieden,
te onderzoeken. Schipper van Urk, die
pioniersarbeid gaat verrichten, is vol
goede moed.
Aan de uitrusting voor de „Meeuw"
wordt alle zorg besteed. Dat is nodig
voor de langdurige reis en om in
Zuid-Afrika, waar andere vismethodefi
toegepast worden en andere vissoorten
fevangen worden dan in de wateren
ondom ons land, goed beslagen ten ijs
te komen. Er is voor drie maanden
vcedsel aan boord gebracht; het schip
voert drie masten om de vaart te ver
hogen, er is een reservemotor en vol
doende olie en bovendien beschikt de
„Meeuw" over een sterke zender, die in
tijd van nood gebruikt kan worden.
Het touwwerk is vernieuwd en deroinp
is met koperen platen beslagen om de
inwerking van het zoute water tegen te
gaan. Men neemt verscheidene netten
mee en allerlei vistuig, dat in Zuid-
Afrika nodig kan zijn.
Schipper Evert van Urk laat zijn wa
kend oog over alles gaan en is trots op
zijn schi{5. Zeven duizend mijl zal de
„Meeuw" moeten varen voor hij de
plaats van bestemming bereikt heeft,
maar Van Urk ziet daar niet tegen op.
Hij kent zijn schip, hij kent de zee en
hij kent ook Zuid-Afrika, waar hij zes
v/eken vertoefd heeft, toen aan een van
de jagers van de walvisvaarder „Wil
lem Barendsz" waarop hij stuurman
was, voor zijn taak in de Zuidelijke
IJszee voorzieningen getroffen moesten
i worden. Van Urk heeft twee seizoenen
op de Willem Barendsz" gevaren en is
met de kotter Scheveningen 55 de
„Meeuw" de Noordzee op geweest
om de visserij door en door te leren
kennen.
Aan ondernemingslust ontbreekt het
hem niet. Hij zal zeker een jaar van
huis zijn, doch dat neemt hij op de
koop toe. Natuurlijk valt dat niet mee,
maar in het verschiet ligt een gelukkige
gezinshereniging, niet in Nederland,
maar in Zuid-Afrika, want vrouw en
kinderen zullen overkomen, wanneer
blijkt, dat daar ver in het Zuiden een
lonende visvangst voor de Scheveningse
vaartuigen mogelijk is. Daaraan twij
felt Van Urk eigenlijk niet. Hij heeft in
Zuid-Afrika al wat rondgeneusd en be
keken, hoe daar gevist wordt. Tot de
voornaamste vissoorten behoren de
„Pilchards", die een belangrijk produci
leveren voor de visverwerkende indus
trie, en de heek, een rondvis, die ook in
de Noordzee voorkomt.
Ook de kreeftenvangst levert er suc
ces op. De belangrijkste aanvoerhavens
zijn Kaapstad, East-London, Mossel
baai en Port Elisabeth en de belang
rijkste visgronden liggen langs de
Westkust, van de Walvisbaai in het
Noorden tot Kaapstad in het Zuiden.
Doch er bevinden zich ook nog uitge-
Dean Acheson en John Webb, resp. de Amerikaanse minister van Buiten
landse Zaken en zijn plaatsvervanger. Zij zijn de nieuwe leiders van
Amerika's buitenlandse politiek.
„ZO IS VADER".
Textiel zonder punten.
Van 17 tot en met 29 Januari a.s.
wordt de textielwinkeliers de gelegen
heid geboden een aantal goederen zon
der punten af te leveren. Zoals bekend
is dit reeds eerder geschied, maar toen
kon men niet van een groot succes
spreken.
Daarom tracht de Detex (vakgroep
detailhandel in textielgoederen) deze
keer niet alleen de huismoeders maar
ook de huisvaders voor de puntenvrije
verkoop te interesseren en wel door de
slagzin: „Zo is vader". Men heeft de
textielhandelaren aangeraden de ver
koop geheel op deze „Zo is vader"-ac-
tie te baseren.
COLLECTERENDE OPLICHTERS
GEGREPEN
Te Amsterdam zijn de schoenmaker
Th. Chr. B. en de kleermaker H. van
W„ die beiden door de Rotterdamse
politie werden gezocht wegens oplich
ting, aangehouden en naar Rotterdam
overgebracht. De beide mannen door
kruisten het gehele land en opereerden
met een intekenlijst ten behoeve van
de niet bestaande Ned. doofstom-
mensportvereniging zij bezochten bij
voorkeur grote firma's met het verzoek
voor een bedrag van één tot vijf gul
den in te tekenen. Van W. voerde het
woord, daar B. doofstom was.
WARMENHUIZEN. 11 Jan. '49. 122000
kg Rode kool 8.8012.60; 17800 kg Gele
kool 7.40—8.20; 53000 kg D. witte kool
6.40; 2100 kg Groene kool 7.50—12.10;
11800 kg Uien 8.20; 10000 kg Peen II
5 90 en IH 5.40; 9000 kg Bieten I 6.20.
Wij horen niet veel van het leven
aan gene zijde van onze Oostgrens en
over het algemeen bestaat er hier niet
veel belangstelling voor. Wij denken
wellicht, dat de Duitsers zozeer gebukt
gaan onder hun nederlaag en onder de
zorgen om aan voedsel te komen, dat
hen op 't ogenblik ook niets anders in
teresseert. Ik was daarom zeer ver
wonderd in „The British Chess Maga
zine" een artikel te lezen van Paul
Schmidt, een Estlander, die naar Duits
land is uitgeweken, waarin hij schrijft,
dat het schaakleven in Duitsland een
grote bloei heeft. Er zijn tal van kleine
en grote tournooien gehouden, meest
gefinancierd door dagbladen. Van de
vroegere sterke Düitse schakers zijn
de meeste, dikwijls noodgedwongen,
omdat zij hun betrekking kwijt waren,
beroepsschakers geworden. Tevens heeft
een sterke groep schakers uit de Bal-
tische landen en dfe Poolse Oekraïne
zijn toevlucht in Duitsland genomen.
Door deze tournooien is een sterke be
langstelling gewekt bij vele jongeren.
Schmidt spreekt als zijn oordeel uit.
dat na Sovjet Rusland, Duitsland thans
beslist het sterkste schaakland is. Bij
het kampioenschap 1948, dat in Essen
werd gespeeld, trad al winnaar een
jonge man Unzicker naar voren met
13 </j punt uit 15.
Een partij uit dit tournooi volgt hier:
Frans. Wit: Unzicker; Zwart: Czaya.
1. e2—e4, e7—e6; 2. d2—d4, d7—d5;
3. Pblc3, Lf8b4; 4. e4—e5. b7—b6.
Een zet, die op de laatste Duitse tour
nooien veel gespeeld wordt, met de be
doeling de slechte loper c8 via a6 af te
ruilen tegen wit's goede loper. Deze
partij is geen bewijs voor de juistheid
van deze manoeuvre.
5. Ddl—g4, Lb4—f8; 6. Pgl—h3, h7
h5; 7. Dg4—f3, c7—c6; 8. Ph3—g5. Dd8
d7; 9. Lel—e3, Lc8—a6; 10. 0—0—0—
g7—g6; 11. h2—h3, La6xfl; 12. Thlxfl,
Lf8—h6; 13. g2—g4, Dd7—e7.
Er zit in zwart's spel niet veel lijn,
alles is zo weifelend. De stand is nu
al zeer slecht. Het spel is alleen de
moeite waard om te zien hoe Unzicker
het spel ten einde brengt.
14. h3—h4, h5xg4; 15. Df3—g3!, Lh6
-g7.
Van wit mooi gespeeld om de f-lijn
te openen voor de toren. Toch had
zwart nu zijn kans moeten waarnemen
met f6. 16. ef6:—Pf6:; 17. f3—Pbd7, fg4:
000. Nu komt hij te laat.
16. f2—f3, g4xf3; 17. Tflxf3, Pg8—
h6; 18. Pg5xf7!, Ph6xf7; 19. Dg3Xg6—
0—0.
Na elke andere zet wint wit zijn ge
offerd stuk terug door Tdfl; 20. Tdl—
gl, Pf7xe5; 21. Tf3xf8 Kg8xf8; 22.
Dg6h7!, De7—f7; 23. Tglxg7, Df7—
fl
Op Dg7: volgt Lh6.
24. Pc3—dl, Pe5—f7; 25. Dh7—g8+.
Zwart geeft op. Op Ke7 volgt 26. Lg4---
Kd6; 27. Df8+—Kc7; Tf7:+ enz.
Als probleem een driezet van de pas
overleden Haagse componist Th. de
Jong.
strekte visrijke gebieden, die tot op he
den vrijwel nog niet bevist zijn. Evert
van Urk gaat erop uit, om ze te ont
dekken en de weg te bereiden voor de
Scheveningse vissers, die misschien na
hem z«Nlen komen. Er wordt namelijk
al gedacht aan de vestiging van een
Scheveningse kolonie in Zuid-Afrika.
Van de Zuidafrikaanse regering en
van particulieren ondervinden de Ne
derlanders volop medewerking. Men
ziet er de Nederlandse arbeiders graag
komen. Er zijn er al heel wat heen
geëmigreerd ook de vissers zullen
welkom zijn. Trouwens er zijn al
relaties van het Nederlandse visserij
bedrijf met Zuid-Afrika. De N.V. Zui
delijke Visserijmaatschappij zal in Sal-
denha ten Westen vap Kaapstad een
fabriek vestigen voor de bereiding van
visolie, vismeel en visconserven, die
vermoedelijk nog in 1949 geopend kan
worden. Er is in Zuid-Afrika een doch
termaatschappij opgericht, waaraan een
bestaande visconservenfabriek deel
neemt.
De visconservenindustrie in Zuid-
Afrika staat nog in haar kinderschoe
nen. Het zal van de aanvoer van vis
afhangen, of zij zal uitgroeien tot een
grote industrie. De toepassing van Wes
terse vismethoden kan daartoe bijdra
gen. Vandaar, dat Evert van Uvk
thans op het punt staat om met zijn
„Meeuw" te vertrekken, er baanbre
kend werk te verrichten en er de mo
gelijkheden te onderzoeken voor de vis
sers, die misschien zullen volgen.
Er moeten nog enkele formaliteiten
vervuld worden, doch dan vaart Van
Urk uit, zijn verre bestemming en naar
men hoopt een nieuw Nederlands suc
ces tegemoet.
De stenografen zwoegen als
Scheps of prof. Romme spreken
(Van onze parlementaire redacteur.)
TEN HAMERSLAG en de vergadering
is geopend. De Tweede Kamerleden
drommen om de lesenaar van de voor
zitter, die aan zijn rechterhand de grif
fier heeft zitten en aan zijn linkerhand
de beide commiezen-griffier. De presi
dent neust in zijn papieren en leest 'n
serie mededelingen voor over ingeko
men adressen, over ontvangen boek
werken die in de bibliotheek van.
de Kamer opgenomen zullen worden
over de samenstelling van de agen
da en over een aantal andere zaken.
Met rustige, doch eentonige
stem kwijt hij zich van zijn formele
plichten. De Kamerleden, die op hun
plaatsen zitten, verstaan hem niet. Ook
de ministers ontgaat, wat hij aan de
cpenbaarheid prijs geeft. En de toehoor
ders op de gereserveerde en publieke
tribunes zitten een beetje onthutst te
kijken, omdat zij van dat vreemde ge
doe niets begrijpen.
De voorzitter heeft toch een micro
foon voor zich en overal in de kamer
zijn luidsprekers aangebracht; waarom
maakt men daar geen gebruik van?
Waarom moeten zovelen verstoken blij
ven van wat de president aan de afge
vaardigden heeft te zeggen? Waarom
'WELEN kennen het parlement
slechts als het gewichtige col
lege, waarin voorname heren
's lands zaken behartigen. Zij
kennen het door de verslagen
van de Kamerzittingen In de
krant doch zij hebben er nimmer
een kijkje kunnen nemen en
weten niet hoe de wetgevende
molen maalt, hoe de ministers
en de afgevaardigden zich i» de
Kamers gedragen, wat zich daar
afspeelt en welke gewoonten er
ingeburgerd zijn. Daarover zal
onze parlementaire redacteur u in
enige artikelen alles vertellen,
wat de moeite van het weten
waard is.
Landsdrukkerij gezonden wordt. Er kan
dan nog wat aan worden bijgeschaafd,
stylistische foutjes kunnen worden
verbeterd, doch aan de zin van het ge
sprokene wordt niets meer veranderd.
RCHTER DE STENOGRAFEN. langs
de wand recht tegenover de zetel
van de voorzitter, staat de regerings
tafel, waaraan de ministers plaats ne
men. Vroeger, toen het aantal bewinds-
dwingt hij de leden zich rondom hem lieden zich nog om de tien bewoog, was
te scharen als zij iets van zijn gemur
mel wilen opvangen? Waarom zitten
alle leden niet netjes op hun plaatsen
en waarom wordt geen eerbiedige stilte
betracht en voor ieder verstaanbaar
gesproken?
Zo i^ de Tweede Kamer. Anders dan
de velen, die nog nooit een vergadering
van dit hoge college van Staat hebben
bijgewoond, zich voorstellen. Meestal
valt het de leek bitter tegen, wat hij
te zien en te horen krijgt, Hij meent,
zoals in zijn eigen vergaderingen, die
hij nu en dan bezoekt, een zaal met
aandachtig luisterende mensen aan te
treffen, doch ontdekt tot zijn verwon
dering, dat het in ons parlement heel
anders toegaat, dan hij gedacht had.
•+w 'S "S81r-sq 'Z uansz auapua do
•+:9»T 'S ;SPHhiPd 'Z ^9PdT
!+W 'Z ;:SB1't S "WIl"W
Z !Hdt'I ï+lPd '8 !9P<Ji'G 'Z
:£P!3'I 'zua +i3CI 'Z :9J3—9J<d 'I
Juor »P 'Ui lazai-m :8ujssoido
DECHT TEGENOVER de voorzitter is
in de betrekkelijk kleine zaal, die
vroeger als balzaal heeft dienst gedaan
en waar eens de paren op de zacht
ruisende muziek zwierige menuetten
dansten, een vierkante ruimte door
middel van een hekje afgeperkt. Daar
in staan de tafeltjes van de stenogra
fen die elk woord, dat de voorzitter,
een Kamerlid of een minister spreekt,
naarstig optekenen. In de regel zijn bij
een vergadering een stuk of vier, vijf
stenografen in touw, die om de beurt
tien minuten stenograferen en dan naar
hun eigen appartement vertrekken om
hun stenogram uit te werken. Dat heeft
het grote voordeel, dat bij het uittik
ken van de redevoeringen het gespro
kene nog vers in hun geheugen ligt en
dat maakt tevens mogelijk dat het ver
slag onmiddellijk naar de Landsdruk
kerij gestuurd kan worden, waar het
wordt gedrukt en reeds ongeveer twee
dagen later onder de naam van „Han
delingen" wordt afgeleverd.
Als minister Lieftinck spréékt, heb
ben de stenografen ,wat men populair
noemt „een makkie", want de bewinds
man, die op de geldbuidel van de Staat
zit, spreekt traag en bedachtzaam en
tussen zijn woorden valt nog wel eens
een pauze, als_bij zoekt naar de beste
formulering van zijn gedachten. Doch
als bijvoorbeeld de socialistische afge
vaardigde Scheps het woord voert, of
de leider van de Katholieke Kamerfrac
tie, prof. Romme, vooral wanneer deze
een beperkte spreektijd heeft, dan val
len de woorden als een stortvloed in
de zaal, dan houdt de toehoorder zijn
hart vast, dat zij over hun eigen woor
den struikelen. De arme stenografen
schrijven, dat zij er kramp van in hun
vingers krijgen. Doch als men later „de
Handelingen" onder de ogen krijgt,
dan blijkt, dat zij toch maar precies
hebben bijgehouden, wat zo rap over
de lippen van de welsprekende afge
vaardigden vloeide
Een klein steuntje hebben zij wel en
dat is hun ook van harte gegund. Wan
neer zij hun stenogram hebben uitge
tikt, krijgen de sprekers hun redevoe
ring ter inzage, alvorens zij naar de
hij kleiner. Maar sinds het aantal raad
gevers van de Kroon is uitgebreid tot
veertien of vijftien, is de tafel aan
weerszijden verlengd met naar de zaal
toe omgebogen stukken, zodat nu het
gehele kabinet er een plaatsje aan kan
vinden, al zitten de heren op elkaar
gedrongen als de toeschouwers op een
overvolle voetbaltribune.
Als alle ministers bij bijzondere ge
legenheden aanwezig zijn, zit de mi
nister-president in het midden. Wan
neer een van hen het woord moet voe
ren, neemt hij echter de plaats van
Dr. Drees in. Niet vanwege het gewicht
dat aan een sprekende minister dient
te worden toegekend, doch om de pro
zaïsche reden, dat hij dan precies voor
de microfoon staat.
In de regel is slechts één minister
aanwezig, namelijk de bewindsman die
een wetsontwerp moet verdedigen. De
overigen hebben dan op hun departe
ment wel wat anders te doen.
In de rechter en linker helft van de
zaal zitten de afgevaardigden op hun
bankjes achter hun lessenaars. De
rijen, die naar achteren schuin oplo
pen, zijn rechthoekig op de lessenaar
van de voorzitter en de ministerstafel
geplaatst, zodat de rechterzijde dus
naar de linker kijkt en omgekeerd.
De plaatsen worden pas bezet, als de
president zich van zijn formele plich
ten gekweten heeft en de eigenlijke
beraadslagingen aanvangen. Dan komt
er pas wat orde in de Kamer-, worden
de luidsprekers in werking gesteld en
kan het publiek volgen, wat zich in 's
lands vergaderzaal afspeelt.
Distributie onder de loupe
Naar wij vernemen, is een studie
commissie gevormd onder voorzitter
schap van prof. dr. P. Kuin, die een
grondig onderzoek zal instellen naar de
vele problemen, die zich bij de goede
ren-distributie voordoen.
Wij zijn met het woord „distributie"
in de afgelopen jaren maar al te goed
vertrouwd geraakt en verstaan er dan
onder de rantsoenering van de schaarse
levensbehoeften. Maar ook de versprei
ding van de door de fabrieken afgele
verde eindproducten over de bevolking,
via groothandel, grossier en winkel,
noemt men distributie. Opvallend is het
dat het gedeelte van de consumptieprijs,
dat aan het gehele distributie-apparaat
toevalt, vaak zeer hoog is en de vraag
is gewettigd of er geen wanverhouding
bestaat tussen de productie- en de dis-
tributiekosten.
Het spreekt vanzelf, dat zich hier tal
rijke problemen voordoen. De commis-
sie-Kuin zal ze nu gaan bestuder&o.