De Wereld der Vrouwen Niet: Klaar is Kees Poezekind voor klein mensenkind Overgooien vlot en practisch Plicht kan een harde zaak zijn RODE KEEL? JA EN NEEN Geen slaaf van uw inrichting worden! Probeer dai eens, Mevrouw! Recepten van Kers de radio-kookleraar Onze Bridgerubriek r\M MAAR MET DAT „NEEN" TE BEGINNEN: durven wij moeders dat tegenwoordig wel genoeg tegen onze kinderen te zeggenWie zo dag in dag uit kranten en tijdschriften doorleest, toie ogen en oren de kost geeft op straat en in de winkels, die gaat aan het ouderlijke „Neen" gron dig twijfelen. Het begint er werkelijk op te lijken, dat het jonge goed, van dat het nauwelijks dribbelen kan tot dat het in plusfours en new look de wereld in de zak heeft, tegenwoordig thuis het heft in handen heeft. Zij snoepen, zij roken, zij drinken, dat iemand de haren te berge rijzen. En Pappa en Mamma schijnen zelfs niet eens meer een aarzelend: „Dat gdit toch eigenlijk nietaan te durven. Al* Mer iemand boos wordt en my toe roept, dat ik schromelijk overdrijf, dat de oudelui vandaag de dag niet onderdoen voor de jongelui, dan zeg ik: Misschien wel. TIENDUIZENDEN kilo'* brood per week naar de schilleboer, dat ie een schandalige vermorsing, die nie mand anders dan moeder-de-vrouw op haar geweten heeft. En dat er in de gezinnen te veel gesnoept en gedron ken wordt, kunnen de „snoepwinke liers" getuigen. Maar is dat eigenlijk ook niet een kwestie'van: Moeder kan niet goed meer Nee zeggen. In de allereerste plaats niet meer tegen zich zelf: als je toch zonder meer, zonder bonnen, zonder inlevering, taartjes en choeolade en zuurtjes en caramels en al die lang gemiste zaligheden kunt kopen (vraag niet wat t kost, maar ja, als je t niet opmaakt, gaat t toch maar naar de belasting) dan moet Je toch wel erg vast in je schoenen staan om niet even een zakje van dit en zee stuks van dat mee te nemen voor bij de thee. En de kinderen och, die stakkers hebben vijf jaar lang zoveel moeten missen, nooit een snoepje of een aardigheidje, toen ze klein waren, laat ze nu maar eens een beetje genieten. En het is zo hard voor ze als andere kinderen wèl alles krij gen en zij hebben het toekijken. Jawel, Ik blader in een school krantje, zo'n genoeglijk gestencild din getje, dat het hoofd van een U.L.O. school op geregelde tijden zijn leer lingen mee naar huis geeft. Er staan de gewone schoolse zaken in, die een buitenstaander maar matig interes seren. Over examens en schoolreizen en ouderavonden, en dat Annie Jansen al zo lang ziek is en Piet Pietersen toch nog kans gezien heeft dat tik- diploma in de wacht te slepen. Maar dan ahat dat is geen zuiver plaatse lijke aangelegenheid meer. De boven meester zet er een streep onder: „Er wordt zoveel geld onnodig weggegooid. Ik denk aan het overdreven gesnoep, dat we telkens weer opmerken. Het is een dagelijks terugkerende reden tot ergernis, als men ziet, hoe smerig de omgeving van de school door die snoepgoedpapiertjes is. Verder vraag ik me af, of onze leerlingen inderdaad voor dit nutteloos gekoop zoveel geld krijgen. Geeft uw kinderen iets in de mond, als ze naar school gaan, bést. Maar geeft ze niets mee naar school. Geeft ze geen geld mee om te ver snoepen. Leert uw kind van geld af stand doen, als het voor een goed doel is. Leert ze anderzijds zich te bedwin gen, als het om het kopen van lekkers gaat. Hoe zullen ze zich anders als volwassenen leren bedwingen? Helpt hen een wil te vormen, waardoor ze op hun tijd in het leven „neen" kun nen zeggen. £EN MENS naar mijn hart, deze bovenmeester. Nee, zijn school staat niet in t hartje van een der grote steden. Hij schrijft dit voor de vaders en moeders in een rustig Ach terhoeksstadje. Ook déér ligt de straat na de bel van negenen bezaaid met ulevelpapiertjes. Veeg al die papiertjes van alle schoolstraten in één dag eens op een grote hoop bij elkaar, en reken eens uit, hoeveel duizenden guldens daar liggen weggesmeten, alleen door dat moeder geen „Neen" durfde zeg gen.... En dan schud Ik verdrietig het hoofd tegen de dringende oproep van het In donesische Rode Kruis, die ik niet dan met een bitter gevoel van schaamte kan lezen. Stuur cabicidol voor de schurftpatiënten, stuur alarphine voor de framboesia-lijders, stuur geconden seerde melk voor de t.b.c.-slachtoffers en voor de kinderen! Voor één rijks daalder kunt u één framboesia-patiënt genezen Eén rijksdaalder dat is maar een kilo zuurtjes. Veeg al die dwarrelende papiertjes bij elkaar, zeg ik nog eens, en poog dan te becijferen hoeveel alarphine-injeeties daar qp straat liggen. Wie vat de koe bij de horens? Wie neemt het initiatief tot een één-week-snoepactie? Als alle moeders één week lang „Neen" zeg gen, en de snoeptrommels leeg laten, om het uitgespaarde geld, botje bij botje, op giro 8540 te storten wat een daverend en triomfantelijk Ja! zou dan het Rode Kruis in de oren klinken. En misschien, wie weet, ving de Veiligheidsraad er wel een lichte echo van op. SASKIA. Onze grootmoeders waren diep te beklagen. Zij hadden maar bitter wei nig vrije tijd. Dit kwam niet alleen omdat de huishoudingen zoveel bewer kelijker waren: men waste zelf, man gelde, rekte, streek; men deed 's zo mers aan een grote inmaak en men naaide alles voor het gezin eigenhan dig. Maar bovendien was de inrichting zo gecompliceerd, dat men elke dag uren verdeed met alleen maar een grote hulskamer de dagelijkse beurt te geven. Is onze generatie in dit opzicht ver standiger? Ik waag het dit te betwij felen. Zo soms vang ik wel eens op merkingen op, die mij versterken in de mening, dat de mensen tegenwoordig al even hard slavinnen van hun inboe del zijn als onze brave grootjes! Het komt meermalen voor, dat iemand mij vraagt: hoe moet ik deze kamer nu in richten? Hoe hoort dat? Het liefste zou ik hierop antwoorden: „Wat kan het u schelen hóe het hoort! Richt uw kamer zo in. als voor uw gewoonten en uw zin het gemakkelijkste en het prettig ste is. Maar ga alsjeblieft niet zeggen: „ik wilde die stoel zo graag bij het raam hebben, maar mijn man zegt hij „hoort" in die andere hoek!" Want dan bent u hard op weg om een slavin van uw meubels te worden. Zij mogen te genwoordig al wat minder zorg vra gen als in Grootmoeders tijd, maar als u ze niet eens déér durft neer te zetten, waar u ze graag wilt hebben, alleen omdat u denkt, dat het anders hóórt, dan bent u totaal op het ver keerde pad. Misschien kan een archi tect u nuttige aanwijzingen geven. Het is tenslotte zijn vak en hij denkt aan mogelijkheden die in uw lekenbrein niet zijn opgekomen. Maar toch mag u ook zijn adviezen niet blindelings opvolgen, als u het er zelf niet mee eens bent of het niet gezellig vindt staan. Elk musje bouwt zijn eigen nest en schikt er de zelfgezochte strootjes. Doe desgelijks en u zult u werkelijk thuis voelen in uw kamers. Maar als u alleen maar doet wat een ander voorzegt, dan zult u zich nooit hele maal in eigen huis thuis voelen, doch eerder de indruk hebben, dat u op vi site bent. Laat u dus nooit door uw in richting op uw kop zitten, maar schik de meubels en de andere voorwerpen zó als voor'uw-levenwijze en uw tijd- indeling het gemakkelijkste en het beste is. En trek u er vooral niets van aan of uw buurvrouw u uitlacht en al- er bestaat veel kans, dat al die aan- lerlei critiek op uw inrichting heeft; merkingen voortkomen uit jalouzie. Maak het u en uw gezin zo gemakke lijk en gezellig mogelijk in uw huis en laat de mensen praten! Met dit schattige poezekind gaan we een kleine dreumes gelukkig maken. Eerst maakt V de tekening op ware grootte. Elk hokje stelt een vierkantje van 2 cm. breed voor, zodat de totale hoogte van het beestje 14 cm. en de lengte ongeveer 17 cm. e wf _j. jj i is. We kunnen er elke zachte soepele stof voor t 9 9 i gebruiken, maar het mooiste is natuurlijk wel een laPÏe fluweel, peau de pêche of pluche. We X, 4\ leggen twee lapjes met de goede kant op elkaar en knippen daar de poes (plus een smal naadje rondom) uit. Deze twee gedeelten Worden nu door een 3 i 4 cm. brede reep langs de gehele omtrek met elkaar verbonden. De lengte van deze reep is 80 y cm., maar voor het geval V met kleine stukjes moet werken, geven we de omtrek ook in gedeelten. Van de voorste steen tot de punt van het lste oor 19 y cm., van daar tot het tweede oor 7 cm., van daar tot de punt van de staart 17 y cm., vandaar tot de hield lSy cm. en van daar tot de voorste teen 21 cm. Aan de ach terkant laten we één naad een eindje open, zodat we daardoor de goede kant buiten kunnen keren en de poes met kapok of iets dergelijks opstop pen. Het snuitje borduren we met wol of zijde. Voor de ogen nemen we twee knoopjes of grote kralen, die we heel goed vast moeten zet ten. Nog een mooi lintje om de hals en klaar is poes! De alleen-wonende vrouw, die voor zichzelf moet zorgen en niet genoeg verdient, om dagelijks buitenshuis te gaan eten, vindt de voeding (drie maaltijden!) een geweldig probleem. Men zou maar het liefste met boter hammen volstaan; de ene keer koud belegd en een andere maal even in de vetpan aan beide zijden opgebakken, een beetje fijn gewreven hard ei er over gestrooid een appel toe! Klaar is Kees! Vlug en netjes. Maar dat is nu juist niet de verstandigste manier om te doen. De vrouw heeft steeds de neiging om door te slaan naar de ene of andere kant. Er zijn werkende vrou wen, die zó pietluttig op het verzor gen van haar maaltijden zijn, dat ze voor geen enkele ontspanning meer tijd over hebben. Anderen, daarentegen, vinden al dat ge-eet, gekokkerel en gezorg zó over dreven voor een vrouw alleen, dat zij zich op den duur ondervoeden. En wie heeft daar nu iets aan! Dan breekt het toch op, moet het werk soms voor weken of maanden onderbroken worden en men komt met alles achterop. Zoek de juiste midden weg. Maak geen tiran van uw maag, maar laat hem ook geen gebrek lijden! Wie hard werkt, komt, als zij een ver standige levenswijze voert, met een gezonde honger thuis. Stil die dan! Wacht niet te lang en doe het niet te omslachtig, maar maak iets genoeg lijks en smakelijks van uw middag maal. Een goed voorbeeld geeft de bloem kool. Een heerlijke en gezonde groen te. U kunt hem zó geven bij uw vlees met aardappeltjes en lekkere jus en dan is het absoluut niet nodig om er nog een wat bewerkelijke aparte saus over te maken. Daarentegen kunt u als u eens geen vlees of eieren in huis hebt, het bloemkoolgerecht door een smakelijke bloemsaus of tomatensaus tot het hoofdgerecht bombarderen en daar heeft u dan volop genoeg voedsel aan. Het is zuiver een kwestie van overleg, aandacht en wat zorg. Zeg niet: Och! Wét zorg! Wat komt het er voor mij alleen nu op aan? U zoudt het toch voor een ander ook doen? Denk dan maar even dat u die ander bent en maak een lekker maaltje klaar. U zult er u zelf na tafel dankbaar voor lijn. Zo'n aardige overgooier van soepele wollen stof is een prachtige dracht in het voorjaar. Is het koud, dan trekken we er een truitje of blouse met lange mouwen onder aan, is het lekker weer, dan nemen we korte pofmouwtjes en is het bepaald zomers, dan dragen we de jurk zonder blouse. Voor een bovenwijdte van 88 cm heeft U nodig 2.50 m stof van 140 breed. De rok bestaat uit 2 voor- en 2 achterbanen. Het patroon is dat van een halve voorbaan. De achterbanen zijn aan weerskanten 4 cm. smaller Van voren wordt de rok ingerimpeld We stikken de figuurnaden in voor- en rugpand. De bijschuiners aan de hals zijn IK cm breed en liggen 5 cm van elkaar. We sluiten schouder- en zijnaden en verbinden het lijfje met de rok. In de linkerzijnaad laten we in de taille een splitje open, dat we van treksluiting voorzien. De armsga ten werken we met schuine biezen af en de halsrand zetten we tussen de dubbele stof van de kraag. Het hals- splitje sluit U desgewenst met een broche. Effen stof kunnen we aardig versie ren met tres of band. Dragen we de overgooier zonder blouse, dan staat het heel leuk, als we in de armsgaten een kanten plooiseltje naaien. Dezelf de garnering hechten we ook op de heup en langs het halssplitje, zodat het jurkje dan een meer „gekleed" effect maakt AARDAPPELKOEK (Iets fijns bij het brood voor de tijd van het jaar) Zes k 8 gare koude aardappelen, (eventueel kruim), 3 flinke eetle pels bloem, 1 ei, zout en peper, 1 kleine ui (zeer fijn gehakt), wat koude melk, eventueel 50 gr. naar keuze rookvlees, ook wel paarden- rookvlees, wat vet of boter om te bakken, gehakte peterselie. Maak de aardappelen met een vork zeer fijn, roer er gehakte pe terselie, de zeer fijn gehakte ui, de bloem en het geklopte ei door. Voeg er nu zoveel melk bij dat het een zeer stijve brei is. Maak het meng sel goed op smaak met zout en pe per. Laat een stukje boter of vet in de koekepan flink warm worden, doe er het aardappelmengsel in, leg er een deksel op en laat de koek aan een kant zachtjes mooi bruin bakken. Schuif de koek op de om gekeerde deksel, leg de koekepan er omgekeerd op en draai de koek om in de koekepan. Laat de koek dichtgedekt met de deksel aan de andere kant mooi bruin bakken, leg de koek óp een schotel en dien ze vooral direct warm op met brood en boter. Bemerking: bij gebruik van rook vlees snijdt men dit aan kleine stuk jes, bak het apart even bruin in de koekepan en roer dit door de massa. ZUURKOOL MODERN Een pond zuurkool, enkele malen doorgesneden, 2 dikke stronken prei, V* liter water, 1 theelepel kerry- poeder, 25 gram vet, 25 gram boter, een eetlepel tomaten ketchup, wat zout en peper, enkele druppels soe pen-aroma, wat maizena of aard appelmeel. Snijd de prei aan zeer fijne reep jes, doe deze met de gesneden zuur kool in de pan, voeg er het water bij en laat alles zachtjes gaar sto ven. Werp de groenten op een ver giet, vang het kookvocht op en doe dit terug in de pan onder toevoe ging van de boter, het vet, de kerry. Inmaten ketchup. Breng dit mengsel aan de kook, bind het een weinig met wat aard appelmeel of maizena, breng het goed op smaak met wat zout en peper, enkele druppels soepenaro ma. Roer er de gare zuurkool en prei door, laat het geheel nog en kele ogenblikken zachtjes gaar sto ven; geef er aardappelpurée en ge bakken bloedworst bij. PUDDING BRIANTINE Een halve liter melk, 50 gr. rijst, 100 gr. suiker, 1 ei„ dooier en wit gescheiden, 3 sinaasappelen, 20 gr. poeder gelatine, 1 dl (6 eetlepels) flink warm water, 2 eetlepels jam, (liefst abrikozen), 4 eetlepels water. Schil de sinaasappelen, verwijder vooral de witte vezel en pitjes en snijd het vruchtenvlees aan kleine stukjes, strooi er de helft van de suiker over en laat de stukjes si - naasappel geruime tijd staan. (Af en toe even omschudden) Werp ze daarna op een zeef en vang het stroopje op. Doe de gelatinepoeder in een kopje en giet er het warme water bij (vooral niet roeren) plaats het kopje op de stoom van het ko kend water, opdat de gelatine vol komen smelt. Breng de melk met de rest van de suiker, het sinaas- appelstroopje en een weinig zeer fijn gehakte schil (zonder witvel) van de sinaasappel aan de kook. Was de rijst enige malen, vooral goed laten uitlekken en roer deze nu bij de kokende melk. Blijf er in roeren tot het kookt. Laat nu zachtjes koken tot een wij dikke rijstenbrei. Neem de pan van het vuur, roer er het stijf geklopte ei wit en de gelatine door, vervolgens de stukjes sinaasappel, giet het mengsel in een schaal of pudding vorm. Koud en stijf laten worden. Klop het eidooier zeer luchtig roer er- de jam en het water door. stort de pudding en giet het sausje over de pudding. Opmerking: Vóór het storten van de pudding is het raadzaam de vorm met puddingmengsel even in een bakje met warm water te plaatsen, enkele ogenblikken wachten en de pudding glijdt ge makkelijk uit de vorm. HET IS MAAK EEN WEET. Er zijn van die figuren, die men eigenlijk moet kennen, om ze goed te kunnen toepassen. Het is moeilijk, om, als 'i de theorie niet kent, in de practijk de juiste speelwijze te vin den. En toch is deze vaak zeer een voudig. Als voorbeeld hiervan kies ik het volgende spel: Noord Schoppen: 6 Harten: b, 8, 7, 8. Ruiten: 8, 5, 3. Klaveren: 1, 5, 3, 2. Zuid: Schoppen: h, v, 10, 5, 4, 3, 2 Harten: a, h Ruiten: a, h, 7 Klaveren: a Z. speelt 4 sch. De tegenpartij heeft slechts gepast. W. komt uit met KI. h, waarop O. R. 2 bijspeelt. Z. neemt met het a. Wat moet Z. nu naspelen? Zonder twijfel troef. Maar welke? Moet U niet toegeven, dat als ik u deze vraag niet gesteld zou hebben, en indien u dit spel in de practijk zou gekregen hebben, zonder dat iemand u ep op attent zou hebben gemaakt, dat in dit spel een moeilijkheid ver borgen was, dat u dan zonder enige aarzeling v. of h. zou hebben ge speeld? En toch is dit niet juist. Z. verliest 1 slag in de bijkaart; hij mag dus in Sch. 2 slagen verliezen. Hij moet dus zo spelen, dat hij de meeste kans heeft, dat hij geen 3 sla gen in Sch. verliest. Hoe kan hij dit bereiken Indien de Sch. 32 verdeeld zit ten, zal hif slechts 2 slagen in Sch. verliezen. Het doet er dan niet toe of hy de eerste keer de h. of de v. speelt, of dat hfl zulks de tweede keer doet. Gesteld, dat hij in slag n een kleine Sch. naspeelt, dan komt hij in slag III weer in eigen hand aan slag, waarna h<j Sch. h. speelt. Hij kan dan met Sch. v. de laatste troef er uit halen. Maar anders wordt het, indien de troeven 4 1 zitten. Zit a, b, vierde, dan zal de tegenpartij altijd 3 slagen maken. Maar het is ook mogelijk, dat een der tegenstanders b. vierde heeft en de andere alleen het aas. Dan zou het spelen van Sch. h. veroorzaken, dat WO 3 slagen in Sch. maakten, ter wijl het voorspelen van een kleine Sch. in dit geval WO maar 2 sla gen doet maken. Natuurlijk is het ook mogelijk, dat Sch. b. sec zit; de kans hierop Is even groot als op a. sec. Maar dit hindert niet, want ook al zit Sch. b. sec, dan nog maken WO slechts 2 slagen. Het voordeel van het spelen van een kleine Sch. is dus dit, dat Z niette min het spel wint als de Sch. 2 zitten en ook als Sch. b. sec zit, maar bovendien en dit is de extra kans, die genomen wordt dat Sch. a sec zit. Was men begonnen met Sch. h. dan had men in de overige gevallen ook wel gewonnen, maar dan was men down gegaan als Sch. a sec had ge zeten. Moeilijk wordt het, als men een dergelijk spel krijgt bij een Howell- wedstrijd (matchpunten per spel). Het nadeel aan de aanbevolen speelwijze verbonden, is dat men een overslag opoffert, als Sch. b. tweede zit, en de kans hierop is natuurlijk veel groter dan op Sch. a. sec. Indien de andere spelers, die ditzelfde spel te spelen krijgen, dit safety-play niet toepasten en u wel, dan hebt u een aardige kans, dat u een overslag niet maakt, die de concurrenten wel maken, zo dat er dan een grote waarschijnlijk heid bestaat, dat u zeer slecht op dit spel aankomt. De kans op Sch. a sec is gering, zodat u in een dergelijk ge val moedwillig niet goed moet spelen, teneinde de kans op een overslag zo groot mogelijk te doen zijn. Het is natuurlijk dan wel erg sneu, dat als Sch. a. sec mocht zitten omdat u moedwillig slecht gespeeld hebt u down gaat, maar u zult dit lot dan met de concurrenten delen, zodat u dan geen 0 op dit spel te boeken krijgt. Slechts terloops merk ik op, dat dit tevens een aanklacht inhoudt tegen het systeem van de Howell-wedstrijden Mr. E. C. GOUDSMIT. Direct gorgelen met Superol Eén tabletje opgeloit In een gli» water doet wonderen JJEf IS TWEE UUR IN DE NACHT van Donderdag op Vrijdag 17 Augustus 1938. Boven het vliegveld te München heerst noodweer. Vit gitzwarte wol ken gutst de regen in vlagen omlaag; in de verte weerlicht het en rolt da donder. Het vliegveld is verlaten. De machines zijn geborgen en het personeel is naar huis. Alleen in de meteo, waar de mannen van de weerdienst uit nachte lijke radiomeldingen de weerkaart van Europa opbouwen, heerst een grote drukte: de Engelse nachtkist uit Milaan was XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX nog niet gearriveerd, maar had een X a» j i i X goet* uur na zVn vertrek medegedeeld, X (lilrt l/npf varhaal boven de Alpen in moeilijkheden te X "IK» HUI l Vri 1111111 X zijn geraakt. Daarna had de telegrafist X X in een uur niets meer van zich laten XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX horen, zodat het ergste moest worden gevreesd. Alles was op de been in dit anders op dit nachtelijk uur zo verlaten gebouw. 7wee Duitse piloten Block en Korstock, die juist uit Keulen waren binnen gekomen, zochten de Zwitserse kaart af. De drie Franse vliegers, die wegens het slechte weer niet hadden kunnen doorvliegen, liepen nerveus heen en weer. De telegrafisten werkten met koortsachtige haast en zochten de stations af: Parijs, Milaan, Bern, Ziürich en Frankfort. Van het vliegtuig geen spoor. De Zwitserse bergwacht was al gewaarschuwd. JJE DUITSERS leunen zwijgend tegen de kaartentafel, terwijl de Fransen over de schouders van hun collega's heen op de kaart staren. Allen kijken nu en dan naar de telegrafisten in de hoop een optimistische blik te be speuren. Plotseling gebaart een van de man nen. Hij heeft in de koptelefoon na dere berichten opgevangen. De piloten rennen op hem toe en volgen de let ters op het papier: Luzern heeft mo torgeronk gehoord in ZO-richting. On danks zware storingen had men daar contact met de marconist kunnen krijgen. Ze vlogen op één moior, maar zouden proberen München te halen. In de meteo wordt ruimer adem ge haald. Er vliegen weer kwinkslagen over de tafel en met de vinger op de kaartentafel wordt de vliegtijd be rekend. Nog drie kwartier zegt Block. Allen zullen er op wachten en van een steward worden kaarten ge leend om de tijd te korten. Een bridge- partijtje tussen Frankrijk en Duits land. Het grondpersoneel, dat al die tijd zwijgend mee in spanning neeft ge leefd, drentelt langzaam naar buiten om de landingsbaan voor de aankomst in gereedheid te brengen. Hun sil houetten tussen de plassen worden door de bliksem fel belicht. Plotseling als de donder is uitgerommeld, meent men motorgeronk te horen. Even staat men stil.... ja, het is de Engelse ma chine. Ook in de meteo heeft men het vliegtuig al gehoord en de vliegers stormen naar buiten, met de speel kaarten nog in de hand. Drie minuten later strijkt juist in het zoeklicht de grote Engelse vogel op de tegels neer. Eén motor draalt er nog. Dan komt ook deze tot stilstand. Als ze achter een kop dampende koffie zitten, vertellen Skilly en Mathey, de ouwe vliegrotten van de British-Airlines, hun bange ervarin gen: de blikseminslag, de kleine brand in de motor, het hoogteverllca, het on- A klaar raken van de antenne en het op de tast vliegen naar de eindhaven, JTLIEGER AL ARMFliegeralarm", klinkt het op de Münchener Flug- piatz. Terwijl de sirenes hun angst wekkend geloei laten horen, haast Block zich op de zonnige herfstdag in 1943 langs het zenuwachtige grond personeel naar zijn Messerschmidt. Een minuut later hangt het beweeglijke jachttoestel in de lucht. Plotseling ziet Block zijn vijanden, drie Spitfires. Hij suist er op af en zet zijn machine geweer open. Rikketikketikketik.... Hij wentelt in de lucht en nog eens jaagt hij er op in. Een toestel zakt er omlaag, langzaam, met een grote rooksliert de dodenbaan tekenend. Terug op de grond tuurt Block naar de rand van het veld, waar zijn rivaal neersmakte, terwijl in de lucht de twee Spitfires worden weggedreven door de pluimen van het afweerge schut. Een brancard nadert even later de vliegersloods. Onwillekeurig kijkt Block even naar de man, die er op ligt. Hij verbleekt Gott, du Het is Skilly, de R.A.F.-piloot. Block kan niet langer verheugd zijn om de over winning. JK WIL HELPEN, zegt Block tegen de Engelse commandant in Keulen. Ik ben oorlogsvlieger geweest en wil nu meedoen met jullie luchtbrug. Een paar weken later wordt hij ge accepteerd. „Welkom", zegt de com- mander, „U vliegt morgen met Mathey naar Berlijn". „Met Mathey....?" „Yes sir, met Mathey, wingcommander Mathey. Een góed vlieger. Ging zeshonderd keer naar Duitsland en kwam 600 keer terug. Hij heeft het wel niet erg op de Duitsers begrepen, omdat jullie bovèn München zijn vriend hebben neergeschoten. Maar voor de rest is hij geschikt"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1949 | | pagina 7