Baldadigheid der jeugd kost ons
twintig millioen per jaar
Limburg stampt de huizenblokken
letterlijk uit de grond!
Oostenrijk wacht op het Westen
Van vijf onbevreesde vrouwen
Residentie
Jeugdleiders zoeken naar oplossing voor het
probleem der massajeugd
In vijf weken een huis voor 8000 gulden
Russen stellen belang in
Zistersdorf-olie
Het wonder van
Hoensbroek
Twee huizen voor f 1840.—
Hamelns rattenvanger
herleeft in Weesp
AVONTUUR
DOOR
TJEERD ADEM A
DONDERDAG 1? FEBRUARI 1949
TWINTIG MILLIOEN GULDEN SCHADE wordt er jaarlijks in Nederland
adlgheid' aldus hebben deskundigen aan de hand
van de beschikbare gegevens berekend. Dat dit reusachtige bedrag beter be
steed zou kunnen worden daarover zullen de meningen wel niet uiteenlopen
Maar hoe kan men een eind maken aan die baldadigheid? En hoe kan men
als dat mogelijk is, dat bedrag in handen krijgen? Ziehier twee kardinale
vragen, een brandend vraagstuk, waarop de antwoorden en waarvoor de op
lossing nog lang niet gevonden is. Edoch, er wordt aan gewerkt!
r\e grootste moeilijkheid is, aldus de
heer C. J. Ruurs, gemeentelijk in
specteur voor de lichamelijke opvoe
ding en de sport te Dordrecht, die zich
intensief met dit vraagstuk bezig
houdt, de bedrijvers der baldadigheid
te vatten. Men moet ze zoeken onder
wat men noemt de massajeugd in de
leeftijd van 14 tot 20 jaar, zo tussen
het verlaten van de lagere school en
het begin van de militaire dienst.
En dan in de grote steden, meen
de ik.
Vergist u zich daar niet in! Het
verschijnsel doet zich ook op het plat
teland voor. Misschien is de schade ge
ringer in plaatsen op het platteland,
omdat het afbreken van boomtakken
minder kostbaar is dan het stukgooien
van straatlantaarns, maar in wezen
maakt het geen verschil.
Wat is dan die zogenaamde massa
jeugd?
Dat zijn groepen opgeschoten
jongens en meisjes, die stuk voor stuk
nog zo kwaad niet zijn, maar in eikaars
gezelschap spoedig tot een onbehoor
lijk gedrag geraken. Het zijn niet al
leen arbeiderskinderen, die bijv. ten
gevolge van verklaarbare oorzaken als
slechte behuizing tot kattekwaad ge
raken, maar evenzeer HBS-ers en
gymnasiasten, voor wie de voetbal
competitie, de jazz en.het kamme
tje belangrijker zijn dan de inhoud van
hun boekentas. De massajeugd komt
voort uit alle lagen, standen en klas
sen van de maatschappij.
Geen leiding!
Vertoont zij algemene eigenschap
pen?
Zeer zeker, In de eerste plaats
handelt zij collectief. In de tweede
plaats denkt- zij niet na, maar treedt zij
emotioneel op. Zij houdt van lawaai
en snelheid: motorrennen, cowboy
films e.d. hebben haar voorkeur. To
neel vindt zij vervelend, cabaret kan
zij soms waarderen. In de derde plaats
accepteert zij geen leiding; dit in te
genstelling tot vóór de oorlog, toen zij
wel vertrouwen stelde in ouderen, zij
het soms in verkeerde ouderen. In de
vierde plaats mist zij elk leidend be
ginsel, leeft zij volkomen in het heden,
hetgeen zich bijv. uit in een afkeer van
sparen. In de vijfde plaats stelt zij geen
belang in dingen buiten het eigen
kringetje; vroeger was dat anders, toen
waren p'olitieke twistgesprekken zeer
geliefd onder de jongere werklozen. In
de zesde plaats veracht zij alles wat
geen zichtbaar nut oplevert. En in de
zevende plaats mist zij vermoedelijk
alle zelfwaardering.
Dat is weinig verheffend!' En
meent u door het wegnemen van deze
in hoofdzaak negatieve eigenschappen
de baldadigheid te kunnen bestrijden,
dus die 20 millioen te kunnen uitspa
ren?
In hoeverre dat mogelijk is moet
de practijk leren, maar ik geloof, dat
wij een heel eind zouden komen. Ove
rigens moet u zich op de materiële zij
de van het vraagstuk niet blind staren.
U moet die berekening van 20 millioen
slechts zien als een rechtvaardiging
voor het (nog niet ingediende) verzoek
om eenzelfde bedrag beschikbaar te
stellen om de massajeugd op te van
gen en in goede banen te leiden. De
winst, de morele en geestelijke winst
zou veel groter 'zijn. De lamlendigheid
is een veel groter kwaad dan menigeen
vermoedt. Het is een begin van aantas
ting van de volksmoraal.i
En stel nu eens, dat de gemeen
schap (hoe dan ook) dat grote bedrag
beschikbaar zou stellen, wat zou er
dan mee moeten gebeuren?
Jeugdleiders gezocht!
Dan zouden er door het hele land
sport- en speelterreinen moeten komen
en clubhuizen in elk dorp en elke
stadswijk. Dan zou er in elke plaats
een organisatie moeten zijn om de
vrije tijd van de massajeugd te vullen
op een wijze, die zij kan waarderen
(dat is het moeilijkste!) en die aan dat
doel (morele en geestelijke verheffing)
beantwoord. Er is een nieuw type
jeugdleiders nodig; mensen, die zich
aan dit werk geheel kunnen wijden
De padvinderij, die met vrijwilligers
werkt, kan lang niet voldoende doen.
Bovendien is zij gebaseerd op eigen
schappen, die de massajeugd kop
schuw maakt. Grote bedrijven zijn
meermalen tot grote medewerking be
reid, maar van bepaalde zijde wordt
dat minder gewaardeerd, omdat dat
zou kunnen leiden tot een ingrijpen
van de fabriek in het gezinsleven. De
kerken zouden veel kunnen en moeten
doen. De overheid doet hier en daar
wat, zij het nog op bescheiden schaal.
Sport is van groot belang, maar vele
verenigingen hebben al te veel leden
of liever: te weinig, terreinen en lo
kalen. Bovendien is het opkweken van
voetbalsterren met verwaarlozing van
zwakke broeders niet het juiste sys
teem. Met films is veel te bereiken,
maar welke? Dat weet men nog niet.
Heeft Arthur Rank de juiste toon te
pakken? Of zijn cowboyfilms toch
niet zo slecht? Wij, jeugdleiders, weten
eigenlijk nog lang niet wat wij precies
moeten doen. Maar dat er iets moet
gebeuren staat vast. En dat het finan
cieel verantwoord is ook. Het geld
komt er dubbel en dwars weer uit!
IJT DE ZIJSTRAAT te Hoensbroek, een klein weggetje tegen de helling
van een heuvel, staan drie gloednieuwe helwitte huisjes temidden van een
groter aantal ververloze houten noodwoningert uit 1918, die al veel langer dienst
hebben gedaan dan indertijd de bedoeling was. En in die drie huisjes wonen
gelukkige gezinnen, drie nog jonge echtparen, elk met twee kinderen; drie
mijnwerkersgezinnen, waarvan de vaders ondergrondsewerkers zijn van de
naburige staatsmijn „Emma".
Zowat twee weken geleden waren deze gezinnen de wanhoop nabij. Het hui
zenblok, waarin ze woonden, brandde tot de grond toe af. Ternauwernood
hadden zij enig huisraad kunnen redden en daar stonden ze nu op die trieste
Zondagochtend op straat bij hun spulletjes, bevreesd de ellende van inwoning
tegemoet te gaan, wie weet voor hoe lang..'..
Maar vier-en-twintig uur later hadden ze weer een eigen woning. Nu ja, de
schilder was nog niet klaar met zijn werk, de schuurtjes waren nog niet af en
de tuintjes waren nog een wildernis-met-rommel, maar zij hadden een eigen
dak boven het hoofd. Zij beleefden het als een wonder in deze tijd van nij
pende woningschaarste en dat was het ook bijna.
De oplossing: sport voor de jeugd!
Baldadige streken aan
van de dag
de orde
(Van onze correspondent te Wenen)
De Oostenrijkers zijn sceptisch ge
stemd over de besprekingen die de
plaatsvervangers van de ministers van
buitenlandse zaken te Londen over bet
ontwerp-vredesverdrag met Oostenrijk
voeren. De impasse, waarin de bespre
kingen te Londen reeds op de eerste
dag waren geraakt, stelt hen overigens
in het gelijk. Voor de territoriale aan
spraken der Zuid-Slaven is, gezien de
weifelende houding van Tito, nog wel
een oplossing te vinden maar het vraag
stuk van het „Duitse eigendom" is een
harde noot, die minder gemakkelijk
gekraakt zal worden, te meer omdat de
Russen met de Westelijke geallieerden
nogal van opvatting verschillen.
Er heerst een eigenaardige sfeer in
Wenen, de hoofdstad van de vier zónes
van Oostenrijk. Arrestaties en ontvoe
ringen door de Sowjets zijn aan de orde
van de dag. De bevolking is bang, maar
draagt haar lot gelaten. Het leven in
Wenen is gevaarlijk geworden, met
name voor ambtenaren van bepaalds
departementen en overheidsinstellin
gen. Knappe koppen, zelfstandig den
kende en handelende mensen zijn on
gewenst en verdwijnen. Met olie de
olievelden van Zistersdorf liggen onder
de rook van Wenen! is het verstan
diger zich niet te bemoeien. Olie is
zaak van de Russen.
In Wenen voelt men zich onveilig.
Dit gevoel is geenszins verdwenen,
sedert de voormalige Oostenrijk gene
raal Franek, die pas uit Russiscne
krijgsgevangenschap is teruggekeerd,
met het commando over de ongeveer
10.000 man tellende „werkbescher
mingsbrigades" is belast. Franek heeft
de bijnaam van „Oostenrijkse Seydlitz"
Achter de schermen is het een voo:-t
durend kat-en-muis spel, maar in het
openbaar gaan de Weense overheids
instanties met de vertegenwoordigers
van de vier bezettende mogendheden
met uitgezochte vriendelijkheid om. Tn
tegenstelling tot Berlijn hechten de
geallieerden te Wenen bijzondere waar
de aan een zekere society-show, de
diplomatieke spelregels worden zorg
vuldig in acht genomen.
Maar Wenen is Wenen niet meer: het
geestelijke en culturele, leven, waarvan
V/enen vroeger het onbetwiste middel
punt was, heeft zich verplaatst naar de
westelijke federale landen van Oosten
rijk. In Wenen zetelt nog slechts het
ambtelijke bestuur, terwijl vele takken
van industrie, wetenschappelijke instel
lingen, filmmaatschappijen en uitge
verijen de wijk hebben genomen en
zich in Tyrol, Salzburg en Stiermarken
zijn gaan vestigen.
De „clandestiene" hoofdstad van
Oostenrijk is tegenwoordig Salzburg.
Daar zijn voorlopig uiteraard nog
in het geheim de tegenregeringen
van de Oostelijke buurlanden werk
zaam en zij ontplooien daarbij een
activiteit, die alle bewondering waard
is Afgevaardigden van het Vaticaan
zijn in de politieke kringen van Salz
burg geen zeldzame gasten. Ook wor
den hier maatregelen voorbereid voor
het geval, dat Oostenrijk zijn zelfstan
digheid moet verdedigen, wanneer We
nen tengevolge van bepaalde ontwikke
lingen zijn functie als hoofdstad zou
verliezen. De z.g. „Union Alpino" zou
wellicht een belangrijke taak te vervul
len krijgen
Zij hebben dat „wonder" in de eer
ste plaats te danken aan mevrouw S.
M GroothoffMolengraaff, de echtge
note van de president-directeur van
het Staatsmijn-bedrijf in Limburg.
Deze vrouw zag de woningnood in
Zuid-Limburg, die er misschien statis
tisch niet erger is dan elders, maar
wel onaangenamer gevolgen heeft, om
dat de mijnwerkers in drie ploegen
werken en dus ten dele overdag moe
ten slapen, hetgeen bezwaarlijk gaat
in een woning, waar spelende, schreeu
wende en huilende kinderen de rust
verstoren. Vele mijnwerkers komen
dan ook op het werk zonder in de
letterlijke zin „uitgeslapen" te zijn. Dat
vermindert hun arbeidsprestatie, hun
werklust, hun ijver, hun toewijding,
dat vreet aan hun humeur en aan de
huiselijke vrede, kortom dat leidt tot
Spdom en Gomorra", zoals een insider
I het kernachtig formuleerde.
Aan het wakkere initiatief van me
vrouw Groothoff nu is het voor een
groot deel te danken, dat de strijd
tegen dit „Sodom en Gomorra" in het
Zuiden nu fors kan worden aange
pakt. Zij herinnerde er op een goede
dag in het midden van het vorig jaar
aan, dat er vroeger in Limburg veel in
z.g. vakwerk werd gebouwd. D.w.z.
er werden muren opgetrokken van
zwartgeteerde balken horizontaal, ver
ticaal en diagonaalsgewijs en de ope
ningen daartussen werden dan opge
vuld met aard, vermengd met gehakt
stroo. De Limburgse aarde leverde dus
bruikbaar bouwmateriaal op. „Maal
ais dat zo was, dan is het nog zo", zei
zij vastberaden en de heer Groothoff
bracht deze gedachte aan zijn staf ovër.
Er werd niet lang over gepraat, maar
terstond ging men aan het werk om té
trEchten het denkbeeld te verwezen
lijken. Het moest anders dan vroeger,
w-ant balken voor het vakwerk waren
Tsjechisch premier mef
Verlof
Te Praag is officieel medegedeeld,
dat de Tsjechoslo waakse eerste minis
ter, Antonin Zapotocky, „met verlof"
is. Deze mededeling werd verstrekt
naar aanleiding van vragen, die haar
oorsprong vinden in geruchten van de
laatste tijd over een nieuwe bijeen
komst van de Kominform'. Van offi
ciële zijde weigerde men te zeggen,
waar Zapotocky zich bevond. Zijn taak
wordt door zijn plaatsvervanger, Fier-
linger, waargenomen.
er niet. „Misschien kunnen wij er ste
nen van persen", pieende een der in
genieurs. Enfin, een paar weken later
stond er in een loods achter de „Em
ma" een machine, die stenen perste
uit een mengsel van löss (d.i. Lim
burgse klei) en een weinig cement.
Dat doet zij sedertdien onafgebro
ken, 2000 stenen per dag producerend,
30 bij 25 bij 15 cm., 22 kg. zwaar. Zij
worden, na onder zes atmosferen uit
losse aarde samengeperst t.e zijn,een
paar dagen te drogen gezet en dan zijn
zij bruikbaar. Inmiddels is een nieuw
type huis ontworpen, gebaseerd op de
toepassing van deze stenen die
„siamiet" heten rondhout, leem en
celotex, dus zoveel mogelijk met ver
mijding van schaarse .materialen als
baksteen en gezaagd hout. Over het
resultaat is elkeen geestdriftig. In Sep
tember is het eerste huisjé gebouwd.
Nu zijn er al een dertig geheel of ten
dele gereed.
Snelle wederopbouw!
Een bijkomstig voordeel is, dat zeven
personen twee vakmensen en vijf
ongeschoolde helpers zulk een
huisje in vijf weken kunnen bouwen,
afgezien dan van schilderwerk, elec-
triciteitsaanleg e.d. Het kost, kant en
klaar, ongeveer 8000'gulden. De Staats
mijnen financieren de bouw. Aan de
drie grootste bezwaren tegen een
snelle wederopbouw gebrek aan
materiaal, aan arbeid en aan kapitaal
is hier dus voor een zeer groot deel
tegemoetgekomen.
Bij staatsmijn „Maurits" zijn de
voorbereidingen aan de gang voor het
oprichten van een fabriek ter vervaar
diging van 15.000 stamietstenen per
dag, d.i. de hoeveelheid, benodigd voor
uier huisjes, waarbij tien persen zullen
worden opgesteld. In de onmiddellijke
omgeving daarvan heeft men de be
schikking over een zeer grote löss-
voorraad, die voldoende is om in het
bouwprogramma van duizenden wo
ningen te voorzien. Zodra het nieuwe
bouwseizoen begint, zullen woning
groepen tot uitvoering komen in de
gemeenten Brussum, Heerlen, Schin-
veld en Stein. Verwacht mag worden,
dat in de loop van 1949 ook in tal van
andere gemeenten van Zuid-Limburg
dergelijke woninggroepen zullen ver
rijzen.
Op een gisteren te Bussum ge
houden veiling werd o.a. twee
arbeiderswoningen te Naarden
geveild. De huizen brengen aan
huur respectievelijk vier en drie
ëneenhalve gulden per week op.
Desalniettemin gingen zij voor
500 en f 1000 van de hand. Ge
combineerd werden zij tenslotte
voor totaal 1840 verkocht....
Lni aardig huisje is vervaardigd zónder baksteéri. en. "bijria. zojiiJei-.. gezaagd!
hout, kost 8000 gulden en is in vijf weken tijds door zeven personen
gebouwd.
EBERT NAAR MOSKOU
De „Oostelijke" burgemeester in Berlijn,
Friedrich Ebert, zal binnenkort op
uitnodiging van het Kremlin een be
zoek aan Moskou brengen, aldus meldt
de onder Franse controle staande „Ku-
Het laboratorium PhilipsVan Hou
ten is dank zy de bereiding van griep-
vaccine de laatste tijd nogal „in het
nieuws" geweest, maar wat daarbij is
verzwegen is de aanwezigheid van
witte ratten. In Weesp is er waarlijk
een rattenparadijs en een aantal da
mes gaat op huiselijke wijze met deze
dieren om. Ze grijpen het knaaggedier-
te rustig in het nekvel, laten het op
hun schouders lopen en trotseren des
noods de beet van een nijdas. Werke
lijk het doet de burger eens goed in
Weesp vrouwen te zien, die niet gil
lend op stoelen vliegen, zoals dat in
huiselijke kring zo vaak voorkomt.
Wat is het nut van deze farm?
PhilipsVan Houten zoeken naar een
stof, die de Engelse ziekte bestrijdt,
zowel bij mens als dier. Men weet,
dat deze stof voorkomt in levertraan,
doch hoopt synthetisch een soortgelijk
product te vinden. Men vond deze stof
onlangs door uit mosselen een vet-
extract te winnen, dat na bestraling
met ultra-violet licht de gezochte vi
tamine D bevatte. Later heeft men deze
vitamine geheel systematisch kunnen
bereiden.
Maar voordat men zover was moest
men aan de hand van proeven vast
stellen wat de resultaten zouden zijn,
wanneer deze stof niet of wel werd
toegediend en in welke doses.
Om het product dus een-juiste toe
passing te doen vinden moest het
„geijkt" worden, zoals het heet en er
is geen beter dier dan de rat om erop
te experimenteren. .In korte tijd werd
er een farmpje opgericht van witte
ratten, die zelf hun taak begrepen en
voor aanvulling van het rat ten-arse
naal zorgden.
In een kamer zijn allemaal kooien
opgesteld, in een tweede kamer, die
men de kraamkamer zou kunnen noe
men, brengen de moederratten hun
jongen te wereld. Voordat deze blijde
gebeurtenissen plaats hebben doen de
dappere assistenten papierwol - in
de- kooi, waarvan de a.s. .rattenmoe-
ders een nestje bouwen. Vroeger zette
men er hooi in, maar dit bleek soms
vitaminen te bevatten waardoor de
proeven ongunstig werden beïnvloed.
Papier is smaakloos en zonder vita
minen, terwijl de rattenmama er best
mee in haar schik is. Soms echter
menen de rattenvrouwtjes, dat ze niet
genoeg papierwol hebben gekregen en
als dan alle laboranten naar huis zijn
maken .de beesten 's nachts de kooien
open, slepen de registratiekaarten van
het traliewerk en verpluizen het tot
wol, zodat ze dan om zo te zeggen
hun eigen persoonsbewijs „opvreten"
en het personeel van PhilipsVan
Houten voor problemen plaatsen.
Van jong tot oud.
Dan komen de kleine garnaal-rose
ratjes ter wereld en begint het ijken.
Men laat de jonge ratjes nog even bij
de moeder, die dan vaak niet te gena
ken is en soms uit pure nijd haar eigen
kinderen oppeuzelt om daama met de
nauwelijks behaarde telgen te gaan
experimenteren. Men bezorgt ze En
gelse ziekte (rachitis) en fotografeert
de pootjes. Op Röntgenfoto's blijkt dan
de uitwerking. Dan zet men de ratten
op dieet en dient vitamine D toe. Elke
dag worden ze weer gefotografeerd en
zo kan men zien wat voor uitwerking
een bepaalde dosis heeft. Zo worden
de doses van medicamenten bepaald,
waarmee mens en dier hun voordeel
doen. Maar het hele proces wordt
door meisjes-laboranten uitgevoerd
onder leiding van chemici en medici.
Maar zij zijn het toch, di.e de beestjes
verhokken, verschonen, fotograferen,
wegen en noem het maar rustig zo
vertroetelen. Heus in Nederland
zijn er vijf vrouwen, die niet meer
bang voor een muis zijn. In WeeSp
zijn ze te bewonderen.
VERMINDERING DER E.C.A.-
GELDEN?
De E.C.A. overweegt een verlaging
der steunbedragen voor het Europese
herstel in verband met de prijsdaling
der goederen. Men verwacht dat Hoff-
man zich zal verzetten tegen iedere
verlaging der gelden in dezelfde ver
houding als het indexcijfer der groot-
handelsprijzen is gedaald.
PRINS AXEL VAN DENEMARKEN
NAAR AMSTERDAM.
Prins Axel van Denemarken zou uit
Karatsji hedenmorgen per vliegtuig in
Amsterdam arriveren.
29
IN DE
„Is de fles niet van het hotel?" in
formeerde Steensma.
„Ne*, meneer", zei Bastiaan. e
zou de aandacht getrokken hebben,
wanneet de jonker wijn op zijn ka~
mer had besteld, vooral als^ hij daarbij
twee glazen gevraagd had'.
„Je hebt gelijk", zei Steensma glim
lachend. „Ik moet aan al die dingen
nog wennen".
„U zult eens zien, meneer vo°r
spelde Bastiaan bemoedigend, „hoe
spoedig u daaraan gewoon is. De jon
ker deed de laatste tijd niets meer
zonder zich af te vragen wat er het
gevolg van kon zijn.
Zou u over een kwartier geree
kunnen zijn. meneer? Ik zou graag
v-illen dat u gelijk met mij naai e
hall ging".
„Waarom?" vroeg Steensma ver
baasd. Er kwam iets als verzet in hem
cp tegen de wijze, waarop deze man
over zijn doen en laten beschikte.
Het was of Bastiaan dat gevoelde.
„Neemt u mij niet kwalijk, meneer",
zei hij verlegen, „dat ik op het ogen
blik min of meer als uw leidsman op
treed, maar er dreigt een gevaar, dat
u niet moogt onderschatten. U kunt
dat op het ogenblik niet begrijpen,
maar terwille van de zaak waarvoor
wh werken, is het noodzakelijk, dat
ik u de eerste dagen enkele wenken
geef. Ik vertrouw, dat u zeer spoedig
in staat zult zijn op u zelf te passen,
meneer".
„In orde, Bastiaan", zei Steensma
glimlachend. „Ik zal met je naar de
hall gaan als je werkelijk denkt, dat
je me hier niet alleen kunt laten".
„Ik ben ervan overtuigd, dat u in
die tijd gevaar zoudt kunnen lopen,
meneer", zei de knecht ernstig.
De ingenieur huiverde. Wat drom
mel, in welk wespennest had hij zich
eigenlijk gestoken?
Het was vroeg in de morgen, maai
de Hagenaars waren al wakker en hij
hoorde de geluiden van het straat
rumoer, van het leven van alle dag Er
reden trams en auto's, mensen met
koffertjes en pakjes haastten zich naar
het station, een koopman in bloemen
prees luidkeels zijn rozen aan.
Ook het hotel was ontwaakt. Er
werd in de gang gelopen en het water
suisde in de leidingbuizen. Een gast
op dezelfde verdieping sloeg met een
harde slag zijn kamerdeur dicht.
Het waren alle volkomen verklaar
bare geluiden. Een dag als alle andere
was aangebroken en Steensma had een
ogenblik moeite zich voor te stellen,
dat hij temidden van al dat vertrouwde
ook maar een moment gevaar voor
zijn leven kon lopen.
„Zou iemand het nu durven wa
gen vroeg hij onzeker.
Bastiaan knikte.
„Het risico is zeer groot", zei hij.
„Ik ga even naar mijn kamer, meneer.
Misschien wilt u zo vriendelijk zijn
uw deur weer achter mij te sluiten".
Steensma voldeed aan het verzoek
en wachtte enkele minuten in ner
veuze spanning.
Eén ding was zeker. Hij zou in de
eerstvolgende drie maanden geen rus
tig ogenblik kennen. De gedachte, dat
hem voortdurend gevaar bedreigde en
dat hij nog onmachtig was het te on
derkennen en de aard ervan te besef
fen. hield hem in spanning. Hij stapte
ongedurig de kamer op en neer en
voelde zich pas gerust, toen Bastiaan
opnieuw op zijn deur klopte.
„Wij kunnen vertrekken, meneer",
zei hij. „Ik heb in het restaurant la
ten weten, dat wij hier niet zullen
entbijten. De kamerhuur is gisteren
al afgerekend. Laat u mij even hel
pen, meneer".
Hij hield de overjas van de heer Van
Waardenburg omhoog en Steensma
constateerde met genoegen, dat deze
hem paste. Hij zette de ronde zwarte
hoed op en Bastiaan ging onwille
keurig een paar passen achteruit en
monsterde nauwkeurig het resultaat
van de vermomming.
„Kijkt u nu alstublieft eens in de
spiegel, meneer", zei hij tevreden.
Steensma keek en zag een spiegel
beeld. dat hem zeer sterk aan zijn
gastheer van deze nacht herinnerde.
„Wilt u uw kraag opzetten, meneer?"
vroeg Bastiaan. Het camoufleert u nog
iets meer en u moet voorbereidingen
treffen voor de verkoudheid van de
eerstvolgende dagen. Een lichte hoest
zal in de hall waarschijnlijk geen
kwaad kunnen, meneer".
Steensma glimlachte. Hij voelde zich
als een acteur, die in -het bijzijn van
de regisseur voor het eerst in de rol
van een bekende figuur zal optreden.
„Vooruit Bastiaan!" riep hij opge
monterd. „Laat het spel maar begin
nen" verzocht Bastiaan dringend. „Het
is beter, dat ik vanmorgen voor u het
woord doe".
Hij wierp een controlerende blik
door het vertrek en overtuigde zich er
van, dat geen enkel spoor van de ver
wisseling was achtergebleven.
Daarna opende hij de deur en liet de
heer Steensma voorgaan. Hij volgde
met twee valiezen en toen zij het
naastgelegen vertrek passeerden zag
Steensma, dat de kamerdeur half open
stond en dë koffers waren verdwenen.
De handelsreiziger Smit was nog
eerder opgestaan en had het hotel
reeds verlaten.
De portier keek belangstellend op,
toen de beide gasten zich in de hall
van het hotel vertoonden.
„Wilt u een taxi bellen, portier?"
vroeg Bastiaan
De portier nam de hoorn van het
toestel, maar een jonge man met een
chauffeurspet op, die bij de ingang van
het hotel had gestaan, trad naar voren.
„Wenst u een taxi, meneer?" vroeg
luj. „Mijn wagen staat voor de deur".
De portier legde de hoorn reeds op
het toestel, maar Bastiaan gaf hem een
wenk.
„Wij hebben een vaste garage", zei
hij, een telefoonnummer opgevend.
„Zegt u, dat meneer Van Waarden-
burg vraagt of Gustaaf kan rijden".
De jonge chauffeur wendde zich
wrevelig af en wierp een onderzoe
kende blik op ir. Steensma, die zijn
zakdoek tegen het gelaat drukte en
daarachter het begin van een blaf-
boestje liet horen.
De portier belde en tien minuten
later stond er een taxi voor de deur.
„Goeden morgen, heren", zei de
chauffeur, beleefd zijn pet afnemend.
„Morgen, Gustaaf", zei Bastiaan.
Wordt vervolgd.