HET NEST STOUT ItW&AO VOOR J0H6EHSINM0SJES ftfer «ie oplossing: Communistische lokstem klinkt vergeefs in Matera's spelonken R een Lente-verhaal door Tante let HET IS WEER LENTE K A A P A y R 0 A R T s P 0 S T LENTE - PRIJSVRAAG Onze mededelingen EN HIER DE ZAK VOL BRIEVEN: VAN VOLLENHOVEN'S LENTE In Italië leven nog holbewoners Waar de tijd stil bleef staan Als de schoonmaak, Herhaling prijsraadsel Sportprogramma AVONTUUR ESIDENTIE „Ik weet niet wat voor 'n opvoe ding jij van je ou ders hebt gehad", piepte Ma Merel. Het merelman netje had z'n sna vel vol met takjes en strootjes en daarom kon hij op dat ogenblik niets terugzeggen. Dat gaf het vrouwtje de moed om nog even door te mop peren. „Is dat nu een pest bouwen? Het lijkt waarachtig wel een vodden mand, met al die rommel er aan". Pa Merel had voorzichtig de wanden van het kleine nest in de liguster verstevigd en tevreden ging hij er even op een takje naar zitten kijken. Zijn vrouwtje liet zich daarop vlug in het nest zakken en begon er in rond te draaien. „Waarom doe je dat nu? Pas op! Toe, pas nu op, direct valt alles weer uit elkaar!" „Dat zou me niets verwonderen", smaalde het vrouwtje. „De lappen en todden hangen er bij. Heb je ooit ge zien dat een fatsoenlijk nest er zo uit zag? Ik schaam me dood voor de bu ren". Pa Merel streek rustig met zijn sna vel over zijn zwarte jas. „De buren kunnen mij geen veer schelen. Laten zij maarnaar zichzelf kijken. Heb je ooit zo'ri getier en la waai gehoord als die huismussenfami- lie 's morgens maakt? Ik zeg je, vrouw, dat is een schande voor de liuurt". „En toch wil ik niet voor gek zit ten op dit nest", hield 't vrouwtje vol en ze begon zenuwachtig aan een lap je te trekken, dat als een slingertje vanaf het nest naar beneden hing. 't Merelmannetje haalde zijn vleu gels op en vloog weg om nieuw bouw materiaal te gaan zoeken, 't Was niet gemakkelijk om strootjes en takjes te vinden, want alle vogels waren daar nu op uit. Die brutale mussenfamilie trok je gewoon de beste strootjes voor je neus weg. Uitvaagsel, die mussen! Enige dagen later zat het merelman netje in de takken van een zilverwit te berk. Hij had een vrolijk liedje ge zongen en vanaf zijn hoge zitplaats waakte hij over het nestje in de li guster. De zon maakte van het park een feestwereldje. De knoppen van de bomen zwollen in het warme, goudgele licht en de lage struiken hadden al frisgroene blaadjes. Het merelvrouwtje zat op het nest. De zon kierde door het bladerdak en toverde lichte en donkere plekjes op haar bruine veren. Met haar ronde kraaloogjes spiedde zij steeds naar onraad. Daar streek het mannetje naast haar neer, met een vette worm in zijn sna vel. „Gunst, wat een verrassing", zei het vrouwtje en zij slikte hem héél door. „Ja, 't is goeie kwaliteit geloof ik", 't Merelmannetje bolde zijn vleugels een beetje op en ging tevreden naast het nest zitten. Voorzichig scharrelde het merel vrouwtje toen overeind. Zij deed wat gewichtig en dat was ook geen won der, want er lag iets onder haar. Iets ovaals, met een groene kleur en don kere spikkeltjes. „Hoera!", juichte het merelmannetje. „Het eerste ei". De dagen gingen voorbij en op een morgen was het nest gevuld met vier kleine eitjes. Het nierelvrouwtje zette er zich voorzichtig op om te broeden en zo bleef zij uren achtereen op het nest, tot haar echtgenoot 's middags weer eens een kijkje kwam nemen. „Nu zou ik er toch echt wel eens van af willen", zei ze een beetje kla gelijk. „Ik heb zin om een vette worm uit de grond te halen". „Nou, dat is geen bezwaar", vond 't mannetje. „Dan ga ik er wel even op zitten om het zaakje warm te houden". „Och grote grutten nee! Jij bent in staat om de schalen, waar onze toe komstige kinderen inzitten, tegen el kaar op te laten botsen. Je zult zien, dat jij je tenen er midden tussenin zet of er veel te zwaar op gaat zitten". Het mannetje zuchtte. „JÜ hebt ook altu'd wat aan te mer ken. Is dit nest nu niet solide ge bouwd? En waarom zou ik niet op die eieren kunnen zitten en jü wel? Zo licht ben jü ook niet. Als je op een berkentakje zit. zwiep je een heel eind door. Dat komt van al die vette wor men". „Nou vooruit, probeer het dan maar- eens", gaf zü eindelijk toe. Zü stond op en voorzichtig nam hij haar plaatsje in. „Zit je nu goed?" „O, ja, best!" Hij knikte haar ge- rustellend toe. „Je zit toch' niet met je tenen tegen die eieren te duwen hé?" „Lieve vrouw", zei hij dreigend, „als je nu niet onmiddellijk maakt dat je wegkomt, dan wip ik die eieren alle maal over de rand". Op een stralende lentedag stak een kleine, dikke spreeuw zijn kopje door de ligustertakjes. „Neemt U mij niet kwalijk dat ik U kom storen, mevrouw Merel", zei hij vriendelijk, maar ik hoorde vanmor gen zo'n gepiep in deze struik. Mag ik eens vragen, zijn de babies al uit de „Alle vier", zei het merelmoedertje trots. „Wel, wel, wat een verrassing! En zün ze goed gezond? „Gezond? Het kan niet beter. Ze hebben ai gegeten vanmorgen! Wacht, ik zal even opstaan, dan kunt U ze eens zien'. Nieuwsgierig kwam de spreeuw na- derby en keek in het nest. Vier naakte vogeltjes lagen dicht tegen elkaar aan gedrukt. De oogjes hielden zü gesloten. Maar daar streek vader Merel op het nest neer en de halzen rekten zich plotseling. De bekjes werden onder luid gepiep wijd opengesperd en het was alsof de kopjes op lange stelen stonden „Voorzichtig man, wiebel niet zo op dat nest", waarschuwde het vrouwtje. „Wiebelen?", herhaalde hü veront waardigd. „Dit nest is een solide nest, dat heb ik al honderd keer gezegd, maar jullie wippen steeds in die tak ken op en neer. Die ene, waar jü op zit, is notabene het fundament van on ze wieg. De kinderen worden er lucht- ziek van". „Wat een dotjes! Wat een snoeperd- jes!", prees de spreeuw onverstoorbaar en hü deed alsof er geen merelman netje bestond. „Ja, lief hè", zei het vrouwtje ge vleid. ,,'t Zün flinke kinderen. Zy ly- ken op hun moeder. „Och gunst ja, nu zie ik het ook", merkte de spreeuw beleefd op, maar met de beste wil van de wereld kon hij geen gelükenis ontdekken. „Nou ja, alleen wat de eetlust be treft", meende het mannetje, nadat hü in alle bekjes wat voedsel had gestopt „Maar ze zijn uitstekend bü stem. U zult eens zien mijnheer Spreeuw, die kinderen zullen later nét zo goed zingen en nesten bouwen als hun va der". Voor zijn vrouw iets kon zeggen, vloog hü weg om in de berk neer te strüken en er zün lentelied uit te ju belen. Merelvrouwtje hield haar kopje scheef en luisterde. „Toch heeft hij gelijk", zei ze dro merig. „Dit is een heerlijk nest". De prijzen werden deze week ge wonnen door: Simoontje Kok, Nieuwpoortslaan 146, Alkmaar. Trijntje Agaart, Sluisdijkstraat 69, Den Helder. Anny van der Mey, Galgenweg 1, Beverwijk (12 jaar). Jannie Beets, Wüzend M. 123, Nib- bixwoud. N.-H. Trijnie Kaas, Wilhelminastraat 14, Broek op Langendijk. Het zün toevallig allemaal meisjes. Gefeliciteerd hoor! De boeken worden toegezonden. Ook ons prijsraadsel heeft deze week betrekking op de lente. Wie kan voor de volgende keer een aardig Lentegedichtje van vier regels maken? Wü verloten weer mooie boeken on der de inzenders of inzendsters van de beste gedichtjes. Dus laten jullie je dichtader eens vloeien, jongelui! Het zün maar vier regels, dus moei- lyk kan het niet zün. De gedichtjes kunnen vóór Zondag 3 April worden gezonden naar net bureau van dit blad. Denken jullie om het vermelden van de leeftyd? Het adres van Jan Vrouwe in Uit geest bleek niet juist te zijn. Het boek dat aan hem werd gezonden, was on bestelbaar. Wil Jan nog even duidelük zü'n adres opgeven? Ab Kortman ontving van een onbe kende uit Berkhout een map met pla ten van schepen. Hü zou nu heel graag het adres van de afzénder willen we ten om hem te bedanken. Grada van Wolferen, Ooievaarstraat 78, Den Helder, vraagt een correspon dentie-vriendin. Zy is 14 jaar oud. Wie wil corresponderen met Dicky Klein, Geelvinkstraat 56, Velsen~N.? Dicky zit in de zesde klas van de la gere school. Zij houdt heel veel van muziek en van dieren. Er was voor het correspondentie hoekje een briefje zonder naam, waar bij tekeningetjes waren en een gedicht je over een molen. Van wie was dat? Wie kan Adelbert Jitta, Ryksstraat- weg 41, Heiloo, helpen aan foto's en platen van vliegtuigen? Voor jongelui van 12 tot 16 jaar. Hallo, jongelui, wij steken weer van wal! Allereerst heten wy onze nieuwelin gen hartelijk welkom. Het zijn deze week;Simon Kuut, Nelly Cariebur, Aart Luycndijk, Corrie de Haan, J Schraag, en Ben Smit. Wij hopen dat zy met plei- zier mee zullen doen. Trijntje Agaart, gefeliciteerd met de verjaardag van je zusje. Was het een ge zellige dag? Wat leuk, dat je zelf een winkeltje voor haar hebt gemaakt. Van harte beterschap toegewenst, meisje. G Schmidt, hartelijk dank voor al die keurig afgeweekte postzegels. Ja, daar was ik echt blij mee. Maria van Wolfe ren, heeft Moeder een mooie verjaardag gehad? Ik heb' het verzoekje van Graaa genoteerd hoor! Kijk maar onder de mededelingen. ..Leeuwenbekje wat fijn dat je al zo gauw een adres hebt gevonden. Ik hoop dat juilie goede vriendinnen zullen worden en elkaar geregeld zult schrijven. Fia Rykers, vind je het pröt- tig om in Amsterdam te wonen, of zou je wel weer terug willen naar Den Hel der? „Hertejong", ik ben wel een beetje laat, maar toch wil ik je nog hartelyk feliciteren met je verjaardag. Heb je pleizier gehad? Neen meisje, het is heel best als je zo nu en dan alleen de oplossing inzend. Miny Riedeman, je bent welkom bij de oudere jongens en meisjes. Wat ben jij verwend op je verjaardag. Schrijft de vulpen goed? Zeg, Miny. vertel je mij eens wat meer over die to neelstukjes? —Jan Nellestein, hartelyk dank voor de mooie platen. Het Paas- rapport zal wel meevallen, denk ik. Doe je best maar, Jan. Roelof Otten, wat een verrassing was die grote doos met zilverpapier en sigarenbandjes voor onze zieken. Heel veel dan, Roelof. Vind je het boek mooi? Ja, de bel stond by ons niet stil. toen die plaatjes in de bus waren gedaan. Henk Prins, voor jou een hartelijke groet. „Koolmcesjc", je ziet dat ik een schuilnaam heb uitgekozen. Gelukkig dat de vondelinge een tehuis heeft gekregen. Je ziet dat je wens vervuld is. Deze week hebben wij een wedstrijd in gedichtjes. Neen. tante Jet en tante Aye ken ik niet. P Moorman, prettig dat je meedoet. Laat je mij de vol gende keer je voornaam eens weten? De postzegels behoeven niet afgeweekt te worden. Je mag ze zo zenden hoor! Simon Mulder, gelukkig dat het boek zo naar je zin was. Ik dank je hartelijk voor de zegels, Siem. Wat waren ze keurig verpakt. „Meikoningin", heb je een gezellige verjaardag gehad? Misschien kan ik je wel aan wat plaatjeshelpen. Ik zal eens voor je kijken. „Kruimeltje", wel bedankt voor het zilverpapier. Je hebt een leuke schuilnaam hoor! Jan Leydeckers, jij verwende ons ook al met sigarenbandjes. Hartelijk dank. Jan! Ja, de voetbalwedstrijd was erg spannend, tot het laatste moment. Leuk dat jij je eerste voetbalwedstrijd ook niet hebt verloren. „Zonnebloem", vertel je eens wat oven de club? Wat gaan jullie doen? „Wim pel", leuk dat jij ook naar de Veluwe gaat. Het lykt my heerlijk om daar een poos te zijn. Dicky Klein, prettig dat je gaat meedoen. Ik wil graag eens een foto van je zien, meisje. Jij houdt van dezelfde dingen als ik, heb ik ontdekt. Kijk onder de mededelingen maar eens naar je verzoekje. Piet Mulder, het raadsel dat jy zo graag doet, komt binnenkort ook weer eens aan de beurt hoor! Jongelui, de briefjes voor de volgende keer verwacht ik graag vóór Zondag, 3 April. Tot de volgende keer, jongens en meisjes! Hartelyke groeten van, TANTE IET. Op de 21ste Maart brak officieel de lentetyd aan. Toen wij 's mor gens eens naar de ruiten keken, waartegen de regendruppels lange strepen trokken en naar de donkere, natte bomen op de weg, kostte het ons wel even moeite om te beseffen dat het nu werkelijk lente was geworden. Maar op een kale boomtak floot een kleine merel zijn lenteliedje en uit de twygjes van de strui ken waren al heel kleine waaier tjes van groen gekomen. Dicht bij de zwarte aarde waren de paarse en hèlgelé kleuren van de crocussen. Ja, de lente was er toch! Ondanks de grauwe hemel en ondanks de druilerige regen was zy geko men, voor alle mensenkinderen die haar wilde ontdekken. (Van onze correspondent) JJE ITALIAANSE communisten scher- Uw handen onooglijk maakt, PUROL maakt ze weer spoedig gaaf en zacht. Doos 3060 ct. Voor de kinderen van 6 tot 12 jaar. De vorige week gaf ik de kinderen van 6 tot 12 jaar een kamraadsel op en deze week wil ik het nog even herha len in de „Jeugdkoerier" van de oudere jongens en meisjes. In de bovenste hokjes van de kam komt de naam van een grote Neder landse stad. In de eerste tand, dus van boven naar beneden: een vervoermiddel op vier wielen. In de tweede tand: een verblijf voor dieren. In de derde tand: een andere naam voor stekelvarken. In de vierde tand: een getal. En tenslotte in de vijfde tand, iets dat 's nachts vaak aan de hemel te tien is. De oplossingen kunnen vóór Zondag 27 Maart worden gezonden naar het bureau van dit blad. Er worden mooie boeken ver looi ou der de goede oplossers. men sinds enige tyd met het feit, dat er in Italië nog enkele honderd duizenden mensen in holen zouden wo nen en een leven leiden als vóór de zondvloed. Zy beschouwen het als hun taak om deze ongelukkigen van de algehele ondergang te redden en hun een menswaardig bestaan te verschaf fen. Dat Italië bezig is een moderne, wel varende staat te worden, vertellen zy er niet by. Inderdaad is een ieder die werkt er gunstiger aan toe dan vroe ger, nu de waarde van de lonen is ge stegen. Het valt daarbU geenszins te ontkennen, dat er ook nog veel ellen de heerst onder degenen, die niet kun nen of willen werken; ook dat de wo ningnood ondanks allerlei veelbeloven de overheidsplannen wellicht groter is dan in welk door de oorlog geteisterd land ook, behalve dan misschien in Duitsland. Duizenden wonen nog in kelders of half verwoeste huizen on der omstandigheden, die mensonwaar dig zijn. De communisten bedoelen echter niet deze krotbewoners, maar bet merk' waardige volkje in Matera in Zuid- Italie, dat inderdaad nog in holen huist gelyk de mensen in de voorwe reld. Het eigenaardige ervan is, dat deze mensen zich volslagen gelukkig voelen en naar geen ander leven ver lengen. Wie een poosje in Matera is geweest, het leven daar van dichtby heeft kunnen gadeslaan, raakt onwil lekeurig onder de vreemde bekoring, die van deze spelonken uitgaat. Wie nog ontvankelijk is voor een zekere romantiek, die in ons tydperk van de atoombom gaandeweg zoekraakt, zal hier ongetwijfeld voldoende voedsel vinden voor zijn dromen van een ver leden, dat ver achter ons ligt, maar dat in onze fantasie beter en gelukki ger is dan ons heden. De spelonken van Matera zijn by honderden naast en boven elkaar in de berg gegraven. Er is voldoende venti latie, ook de verwarming is best Over al stijgt rook uit de berg, uit tal van schoorstenen, Naar waterleiding of VOETBAL. Om het kampioenschap van Neder land: SW-AGOW 26 Maart. VSV— Heerenveen, BWNO AD. Eerste klasse, district IV: Brabantia —VVV, MWJuliana. District V: SneekEmmen, HSC Velocitas, FrisiaGVAV, Leeuwarden Achilles. District VI: KerkradeHelmondia, Sitt. Boysde Baronie DNL, Sportcl. Emma—Eindhoven, LongaMaurits. Promotie tweede klasse, district III: NEO—NEC, Be Quick—Gelria. District IV: HelmondTOP, de SpechtenRBC. Promotie derde klasse, district I: XVVAlkm. Boys, ZaandijkZilver meeuwen. District I, promotie vierde klasse: TDOTerrasvogels, ZRCSwift, Do- narBVC, VoorwaartsAmersf. Boys, Oranje ZwartDEC, LarenRUC. Vierde klasse C: ODIZ—HSV. Vierde klasse E: OntwaaktDSS. Bekerwedstrijden. District I, groep A: AFCLimmen, JOS—WSV '30. Groep E: Alcm. VictrixWatervo gels. HollandiaWestfriezen, Wic- ringerwaardTexel. Groep H: APGS—perdos. Groep I: WE—de Spartaan, QSC— VVB. Groep K: Zandvoortmeeuwen Rivalen. Groep L: ZVVBPC/Schinkelhaven, DEM—ADW. Groep O: WFC—VVZ, GVO—Andijk, BergenRK AFC. Groep P: Schagen—Zeevogels. Groep R: Westfrisia—Zouaven. Al- ways ForwardSt. George, WW Oudesluis. Groep S: HalfwegVelsep. Vites'c '22Vliegende Vogels, De Nas. Groep T: HP.C -HCZ. ADO '20—THB Vrone—VVD. Greep V: Beverwijkde Germaan, DJKHelder, Nieuwe NiedorpEHS>. Groep AI: Onze Gezellen—DVAV Madjoe, OntwaaktNFC. sanitaire installaties hoeft men echter niet te zoeken, want die zijn er niet. Dat is echter niets bijzonders, want in Italië zijn er nog tal van dorpen en kleine steden, waar men dergelyke „nieuwerwetse" dingen nog in het ge heel niet kent. De holbewoners van Matera vinden het ook gezelliger om samen met hun huisdieren in één ver trek te wonen en te slapen, iets wat bijvoorbeeld ook de gewoonte van de Albanese boeren is. In principe leven deze mensen nog precies eender als hun voorvaderen duizenden jaren gelden. Zij leiden een zorgeloos bestaan en al maken de Ita liaanse communisten nog zo veel pro paganda onder deze holenbewoners, zij denken er niet over om hun knusse' spelonken te verlaten en in moderne huizen te gaan wonen. Zij zyn zodanig vergroeid met de natuur en verknocht aan de bizarre romantiek van hun atavistisch bestaan, dat zij voor de zoetkwelende lokstem van Togliatti's volgelingen geheel ongevoelig zijn. "JIJ LEVEN NU nog in de geest van de oud-mediterraanse overlevering, de traditie van een lang verdwenen, oeroude cultuur, die eens in de lan den van de Middellandse Zee in bloei stond en geen verschil kende tussen het Zuiden van Italië en het Noorden van Afrika. Zij kunnen lezen noch schrijven, maar zy missen daarmede in het geheel niets, omdat zy met het soort mensen. die dergelijke vaardig heden noodzakelijk en voor het leven onmisbaar achten, vrywel geen om gang hebben. De Italiaanse minister van Onderwijs, die aanvankelijk aller lei pogingen in het werk gesteld had om het volkje van Matera tot betere inzichten te brengen, acht het nu ver standiger om het met rust te laten. De holbewoners zijn nu eenmaal een eigenaardig en, als men van de in de spelonken van Granada huizende zi geuners wil afzien, uniek verschijnsel in Europa. Zij vormen een soort cul tuurhistorisch museum, dat als door een gril van de natuur tot in onze da gen behouden is gebleven. De holbewoners hebben hun eigen, enigszins avontuurlijk aandoende gods dienst, waar zij fanatiek en onwrik baar aan vasthouden en die hun leven een bijzondere en intense kleur geeft. Hun bestaan als kenmerk van de „ach terlijkheid" van het Italiaanse volk te beschouwen, zou volslagen dwaasheid zijn. De propaganda van de Italiaanse communisten is dan ook met opzet misleidend. De mensen van Matera le ven in hun eigen besloten kring en trekken zich van de buitenwereld niets aan. Ook Mussolini trachtte eens in te grijpen. Hij gelastte de fascistische po litie de spelonken te sluiten en de hol bewoners elders onder te brengen. Toen geraakte dit anders zo vredelievende volk in opstand, zodat er niets anders opzat dan het ongemoeid te laten. Tien jaar Volkshogeschool werk in Noord-Holland Vandaag', 24 Maart, is het tien jaar geleden, dat de Commissie voor het Volkshogeschoolwerk in Noord-Hol land tot stand kwam. Spoedig werden in verschillende plaatsen van de pro vincie Volkshogeschooldagen gehouden en weldra ook twee cursussen voor meisjes, één van vyf weken in Schoorl en één van twee weken in de Wierin- germeer. Nadat het werk tijdens de oorlog in stilte was voortgezet, kwam men onmiddellijk na de bevrijding tot oprichting van een Volkshogeschool te Bergen. Wat er sindsdien op de Volkshoge school van Bergen onder leiding van Mr. Guermonprez is verricht, verdient grote bewondering. Talrijke jongeren en ook ouderen vonden aan de Volks hogeschool een bron. waar zij niet al leen hun dorst naar kennis konden lossen, maar een ontmoetingscentrum van hoog geestelyk gehalte. Talrijke contacten werden via de Volkshoge school met het buitenland, in het bij zonder met Frankrijk, gelegd. Ter herdenking van het tienjarig bestaan zal dit weekend op ..De Zandhoeve" een bijeenkomst plaats vinden voor de leden. De voorzitter de commissie, de heer A. Visser, hoopt een gemeenschap- bespreking „over plannen voor toekomst" te leiden. Dr. W. Schuyt houdt Zaterdagavond om acht uur een inleiding over het onderwerp „Neder land 1939—Nederland 1949". terwijl mevrouw Adr. Groenier-Canivez uit Amsterdam Zondagmiddag om drie uur aal spreken over „Nederlandse letter kunde 1939-1949". 's Avonds staat er een muziekuitvoering op het pro gramma. 56 IN OE DOOR TJEERD ADEM A „Het is een wondermooie avond", zei het meisje. Steensma drukte haar arm iets vas ter tegen zich aan. „Ons lot staat in de sterren be schreven", zei hij. „Ik weet niet onder welk sterrebeeld jij geboren bent en ik ben ook het mijne vergeten, maar ab hqt waar is, dat er op die milliar- den lichtende bollen wezens zijn, die zich voor onze levensloop interesseren, ciar vormen wij zeker een paar, dat zij met belangstelling zullen bekijken". „Misschien", zei het meisje, haar •chouders ophalend. „Wij 'leven in dezelfde stad", zei hebben elkaar vanavond voor net eerst gekruist. Straks zeg ik je vaar wel en het is mogelyk, dat de paden, waarop wij ons verder zullen begeven, ver uiteen zullen lopen. Ik vind je sympathiek en ik durf aannemen, dat je mij niet onverdraaglijk vindt. Is het niet te betreuren, dat het conact tus sen ons beider levenslynen maar van zo uiterst korte duur is" „Zou je de sterren willen misleiden door het te verlengen?" vroeg het meisje. „Dat zou onmogelijk zijn", bedacht Steensma „Wanneer het verlengd wordt lag ook dat in onze levensplan nen verborgen, misschien reeds lang voor iemand op aarde kon beseffen, dat wy geboren zouden worden. Ik voor my ben 'het lot uiterst dankbaar, rfat het mij deze avond heeft geschon ken". „Ik heb je straks een fantast ge- i.cemd", zei het meisje. „Ik neem myn woorden terug. Je bent een romanti cus. Hoe is je naam eigenlyk?" „Jacobus", zei Steensma. „Rieta en Jacobus, lykt het niet op een sprook je? Ik moest my natuurlijk aan je voorstellen, maar ik wil de romantiek van deze avond niet schenden." Het meisje zuchtte. „Ik wil ook jouw naam niet we ten", zei Steensma. „Als wy ons aan elkaar voorstellen, hoor je misschien, dat ik op een kantoor zit en briefjes dicteer aan ontevreden klanten of bij de belastingen ben en kohieren moet opstellen". „Wat zou je wel van mj horen", zei het meisje, glimlachend. „Misschien ben ik juffrouw in een kruideniers winkel of assistente van een veearts". „Misschien", zei Steensma peinzend, „hoewel je een geheel andere indruk maakt. Boa je het niet met me eens, aat zoiets onze idylle volkomen zou verstoren?" „Je hebt gelyk, Jacobus". zei net meisje, naar hem opkykend. „Laten we ons maar voorstellen, dat we Hans en Grietje zyn". .Prachtig!" riep Steensma enthou siast. „We zyn sprookjesfiguren en we zijn samen op weg. Waarheen, Rieta'" „Naar het huisje van de heks", be dacht het meisje. "Helaas", zei Steensma spytig, „ook in sprookjes komen verschrikkingen voor. Ik zal je wat vertellen, Rieta. maar je mag niet kwaad op me wor den." „Hoe kan ik kwaad zyn op een sprookjesprins", zei het meisje glim lachend. „Ik zal je iets vertellen", zei de ingenieur, „dat ik alleen kan biechten aan een meisje, dat ik maar één avond in myn leven ontmoet en dat zien niet aan my bekend maakt". Je bent mooi, Rieta. Je ogen zijn als lokkende lichten, je tanden zijn als tv/ee rijen paarlen, een kus van je rode lippen moet het zoetste geschenk der goden zijn". Het meisje liet haar arm rustig in de zijne. „Verwacht je van mij een 'dergelijk compliment?" vroeg ze glimlachend. „Ik wil alleen", zei Steensma, dat jij je deze mooie avond zult blijven herinneren en dat je met genegenhei" zult terugdenken aan een jonge man. cie je langs de paden der romantiek tot in de nabyheid van de tempel der liefde gevoerd heeft". Het meisje schudde zyn arm. „Je moet wakker worden", zei ze. „Je bent niet in droomland cn ik ben geen sprookjesprihses, maar 'n Haagse jongedame, die je beloofd hebt veilt? thuis te zullen brengen. Weet je wel. dat wy op het verkeerde pad zijn? „Bedoel je dat figuurlyk of letter lijk?" vroeg de ingenieur. Wordt vervolgd»

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1949 | | pagina 4