HET NEST
STOUT
ItW&AO VOOR J0H6EHSINM0SJES
ftfer «ie oplossing:
Communistische lokstem klinkt
vergeefs in Matera's spelonken
R
een Lente-verhaal
door Tante let
HET IS WEER LENTE
K
A
A
P
A
y
R
0
A
R
T
s
P
0
S
T
LENTE - PRIJSVRAAG
Onze mededelingen
EN HIER DE ZAK VOL BRIEVEN:
VAN VOLLENHOVEN'S
LENTE
In Italië leven nog holbewoners
Waar de tijd stil bleef
staan
Als de schoonmaak,
Herhaling prijsraadsel
Sportprogramma
AVONTUUR
ESIDENTIE
„Ik weet niet
wat voor 'n opvoe
ding jij van je ou
ders hebt gehad",
piepte Ma Merel.
Het merelman
netje had z'n sna
vel vol met takjes
en strootjes en
daarom kon hij op
dat ogenblik niets
terugzeggen. Dat
gaf het vrouwtje
de moed om nog
even door te mop
peren.
„Is dat nu een
pest bouwen? Het
lijkt waarachtig
wel een vodden
mand, met al die
rommel er aan".
Pa Merel had
voorzichtig de
wanden van het
kleine nest in de
liguster verstevigd
en tevreden ging
hij er even op een takje naar zitten
kijken. Zijn vrouwtje liet zich daarop
vlug in het nest zakken en begon er
in rond te draaien.
„Waarom doe je dat nu? Pas op!
Toe, pas nu op, direct valt alles weer
uit elkaar!"
„Dat zou me niets verwonderen",
smaalde het vrouwtje. „De lappen en
todden hangen er bij. Heb je ooit ge
zien dat een fatsoenlijk nest er zo uit
zag? Ik schaam me dood voor de bu
ren".
Pa Merel streek rustig met zijn sna
vel over zijn zwarte jas.
„De buren kunnen mij geen veer
schelen. Laten zij maarnaar zichzelf
kijken. Heb je ooit zo'ri getier en la
waai gehoord als die huismussenfami-
lie 's morgens maakt? Ik zeg je,
vrouw, dat is een schande voor de
liuurt".
„En toch wil ik niet voor gek zit
ten op dit nest", hield 't vrouwtje vol
en ze begon zenuwachtig aan een lap
je te trekken, dat als een slingertje
vanaf het nest naar beneden hing.
't Merelmannetje haalde zijn vleu
gels op en vloog weg om nieuw bouw
materiaal te gaan zoeken, 't Was niet
gemakkelijk om strootjes en takjes te
vinden, want alle vogels waren daar
nu op uit. Die brutale mussenfamilie
trok je gewoon de beste strootjes voor
je neus weg. Uitvaagsel, die mussen!
Enige dagen later zat het merelman
netje in de takken van een zilverwit
te berk. Hij had een vrolijk liedje ge
zongen en vanaf zijn hoge zitplaats
waakte hij over het nestje in de li
guster. De zon maakte van het park
een feestwereldje. De knoppen van de
bomen zwollen in het warme, goudgele
licht en de lage struiken hadden al
frisgroene blaadjes.
Het merelvrouwtje zat op het nest.
De zon kierde door het bladerdak en
toverde lichte en donkere plekjes op
haar bruine veren.
Met haar ronde kraaloogjes spiedde
zij steeds naar onraad.
Daar streek het mannetje naast haar
neer, met een vette worm in zijn sna
vel.
„Gunst, wat een verrassing", zei het
vrouwtje en zij slikte hem héél door.
„Ja, 't is goeie kwaliteit geloof ik",
't Merelmannetje bolde zijn vleugels
een beetje op en ging tevreden naast
het nest zitten.
Voorzichig scharrelde het merel
vrouwtje toen overeind. Zij deed wat
gewichtig en dat was ook geen won
der, want er lag iets onder haar. Iets
ovaals, met een groene kleur en don
kere spikkeltjes.
„Hoera!", juichte het merelmannetje.
„Het eerste ei".
De dagen gingen voorbij en op een
morgen was het nest gevuld met vier
kleine eitjes.
Het nierelvrouwtje zette er zich
voorzichtig op om te broeden en zo
bleef zij uren achtereen op het nest, tot
haar echtgenoot 's middags weer eens
een kijkje kwam nemen.
„Nu zou ik er toch echt wel eens
van af willen", zei ze een beetje kla
gelijk. „Ik heb zin om een vette worm
uit de grond te halen".
„Nou, dat is geen bezwaar", vond 't
mannetje. „Dan ga ik er wel even op
zitten om het zaakje warm te houden".
„Och grote grutten nee! Jij bent in
staat om de schalen, waar onze toe
komstige kinderen inzitten, tegen el
kaar op te laten botsen. Je zult zien,
dat jij je tenen er midden tussenin zet
of er veel te zwaar op gaat zitten".
Het mannetje zuchtte.
„JÜ hebt ook altu'd wat aan te mer
ken. Is dit nest nu niet solide ge
bouwd? En waarom zou ik niet op die
eieren kunnen zitten en jü wel? Zo
licht ben jü ook niet. Als je op een
berkentakje zit. zwiep je een heel eind
door. Dat komt van al die vette wor
men".
„Nou vooruit, probeer het dan maar-
eens", gaf zü eindelijk toe. Zü stond op
en voorzichtig nam hij haar plaatsje in.
„Zit je nu goed?"
„O, ja, best!" Hij knikte haar ge-
rustellend toe.
„Je zit toch' niet met je tenen tegen
die eieren te duwen hé?"
„Lieve vrouw", zei hij dreigend, „als
je nu niet onmiddellijk maakt dat je
wegkomt, dan wip ik die eieren alle
maal over de rand".
Op een stralende lentedag stak een
kleine, dikke spreeuw zijn kopje door
de ligustertakjes.
„Neemt U mij niet kwalijk dat ik U
kom storen, mevrouw Merel", zei hij
vriendelijk, maar ik hoorde vanmor
gen zo'n gepiep in deze struik. Mag ik
eens vragen, zijn de babies al uit de
„Alle vier", zei het merelmoedertje
trots.
„Wel, wel, wat een verrassing! En
zün ze goed gezond?
„Gezond? Het kan niet beter. Ze
hebben ai gegeten vanmorgen! Wacht,
ik zal even opstaan, dan kunt U ze
eens zien'.
Nieuwsgierig kwam de spreeuw na-
derby en keek in het nest. Vier naakte
vogeltjes lagen dicht tegen elkaar aan
gedrukt. De oogjes hielden zü gesloten.
Maar daar streek vader Merel op het
nest neer en de halzen rekten zich
plotseling. De bekjes werden onder luid
gepiep wijd opengesperd en het was
alsof de kopjes op lange stelen stonden
„Voorzichtig man, wiebel niet zo op
dat nest", waarschuwde het vrouwtje.
„Wiebelen?", herhaalde hü veront
waardigd. „Dit nest is een solide nest,
dat heb ik al honderd keer gezegd,
maar jullie wippen steeds in die tak
ken op en neer. Die ene, waar jü op
zit, is notabene het fundament van on
ze wieg. De kinderen worden er lucht-
ziek van".
„Wat een dotjes! Wat een snoeperd-
jes!", prees de spreeuw onverstoorbaar
en hü deed alsof er geen merelman
netje bestond.
„Ja, lief hè", zei het vrouwtje ge
vleid. ,,'t Zün flinke kinderen. Zy ly-
ken op hun moeder.
„Och gunst ja, nu zie ik het ook",
merkte de spreeuw beleefd op, maar
met de beste wil van de wereld kon
hij geen gelükenis ontdekken.
„Nou ja, alleen wat de eetlust be
treft", meende het mannetje, nadat hü
in alle bekjes wat voedsel had gestopt
„Maar ze zijn uitstekend bü stem. U
zult eens zien mijnheer Spreeuw, die
kinderen zullen later nét zo goed
zingen en nesten bouwen als hun va
der".
Voor zijn vrouw iets kon zeggen,
vloog hü weg om in de berk neer te
strüken en er zün lentelied uit te ju
belen.
Merelvrouwtje hield haar kopje
scheef en luisterde.
„Toch heeft hij gelijk", zei ze dro
merig. „Dit is een heerlijk nest".
De prijzen werden deze week ge
wonnen door:
Simoontje Kok, Nieuwpoortslaan 146,
Alkmaar.
Trijntje Agaart, Sluisdijkstraat 69,
Den Helder.
Anny van der Mey, Galgenweg 1,
Beverwijk (12 jaar).
Jannie Beets, Wüzend M. 123, Nib-
bixwoud. N.-H.
Trijnie Kaas, Wilhelminastraat 14,
Broek op Langendijk.
Het zün toevallig allemaal meisjes.
Gefeliciteerd hoor! De boeken worden
toegezonden.
Ook ons prijsraadsel heeft deze week
betrekking op de lente.
Wie kan voor de volgende keer een
aardig Lentegedichtje van vier regels
maken?
Wü verloten weer mooie boeken on
der de inzenders of inzendsters van de
beste gedichtjes. Dus laten jullie je
dichtader eens vloeien, jongelui!
Het zün maar vier regels, dus moei-
lyk kan het niet zün.
De gedichtjes kunnen vóór Zondag
3 April worden gezonden naar net
bureau van dit blad.
Denken jullie om het vermelden van
de leeftyd?
Het adres van Jan Vrouwe in Uit
geest bleek niet juist te zijn. Het boek
dat aan hem werd gezonden, was on
bestelbaar. Wil Jan nog even duidelük
zü'n adres opgeven?
Ab Kortman ontving van een onbe
kende uit Berkhout een map met pla
ten van schepen. Hü zou nu heel graag
het adres van de afzénder willen we
ten om hem te bedanken.
Grada van Wolferen, Ooievaarstraat
78, Den Helder, vraagt een correspon
dentie-vriendin. Zy is 14 jaar oud.
Wie wil corresponderen met Dicky
Klein, Geelvinkstraat 56, Velsen~N.?
Dicky zit in de zesde klas van de la
gere school. Zij houdt heel veel van
muziek en van dieren.
Er was voor het correspondentie
hoekje een briefje zonder naam, waar
bij tekeningetjes waren en een gedicht
je over een molen. Van wie was dat?
Wie kan Adelbert Jitta, Ryksstraat-
weg 41, Heiloo, helpen aan foto's en
platen van vliegtuigen?
Voor jongelui van 12 tot 16 jaar.
Hallo, jongelui, wij steken weer van wal! Allereerst heten wy onze nieuwelin
gen hartelijk welkom. Het zijn deze week;Simon Kuut, Nelly Cariebur, Aart
Luycndijk, Corrie de Haan, J Schraag, en Ben Smit. Wij hopen dat zy met plei-
zier mee zullen doen.
Trijntje Agaart, gefeliciteerd met de verjaardag van je zusje. Was het een ge
zellige dag? Wat leuk, dat je zelf een winkeltje voor haar hebt gemaakt. Van
harte beterschap toegewenst, meisje. G Schmidt, hartelijk dank voor al die
keurig afgeweekte postzegels. Ja, daar was ik echt blij mee. Maria van Wolfe
ren, heeft Moeder een mooie verjaardag gehad? Ik heb' het verzoekje van Graaa
genoteerd hoor! Kijk maar onder de mededelingen. ..Leeuwenbekje wat fijn
dat je al zo gauw een adres hebt gevonden. Ik hoop dat juilie goede vriendinnen
zullen worden en elkaar geregeld zult schrijven. Fia Rykers, vind je het pröt-
tig om in Amsterdam te wonen, of zou je wel weer terug willen naar Den Hel
der? „Hertejong", ik ben wel een beetje laat, maar toch wil ik je nog hartelyk
feliciteren met je verjaardag. Heb je pleizier gehad? Neen meisje, het is heel
best als je zo nu en dan alleen de oplossing inzend. Miny Riedeman, je bent
welkom bij de oudere jongens en meisjes. Wat ben jij verwend op je verjaardag.
Schrijft de vulpen goed? Zeg, Miny. vertel je mij eens wat meer over die to
neelstukjes? —Jan Nellestein, hartelyk dank voor de mooie platen. Het Paas-
rapport zal wel meevallen, denk ik. Doe je best maar, Jan. Roelof Otten, wat
een verrassing was die grote doos met zilverpapier en sigarenbandjes voor onze
zieken. Heel veel dan, Roelof. Vind je het boek mooi? Ja, de bel stond by ons
niet stil. toen die plaatjes in de bus waren gedaan. Henk Prins, voor jou een
hartelijke groet. „Koolmcesjc", je ziet dat ik een schuilnaam heb uitgekozen.
Gelukkig dat de vondelinge een tehuis heeft gekregen. Je ziet dat je wens
vervuld is. Deze week hebben wij een wedstrijd in gedichtjes. Neen. tante Jet en
tante Aye ken ik niet. P Moorman, prettig dat je meedoet. Laat je mij de vol
gende keer je voornaam eens weten? De postzegels behoeven niet afgeweekt te
worden. Je mag ze zo zenden hoor! Simon Mulder, gelukkig dat het boek zo
naar je zin was. Ik dank je hartelijk voor de zegels, Siem. Wat waren ze keurig
verpakt. „Meikoningin", heb je een gezellige verjaardag gehad? Misschien kan
ik je wel aan wat plaatjeshelpen. Ik zal eens voor je kijken. „Kruimeltje",
wel bedankt voor het zilverpapier. Je hebt een leuke schuilnaam hoor! Jan
Leydeckers, jij verwende ons ook al met sigarenbandjes. Hartelijk dank. Jan! Ja,
de voetbalwedstrijd was erg spannend, tot het laatste moment. Leuk dat jij je
eerste voetbalwedstrijd ook niet hebt verloren.
„Zonnebloem", vertel je eens wat oven de club? Wat gaan jullie doen? „Wim
pel", leuk dat jij ook naar de Veluwe gaat. Het lykt my heerlijk om daar een
poos te zijn. Dicky Klein, prettig dat je gaat meedoen. Ik wil graag eens een
foto van je zien, meisje. Jij houdt van dezelfde dingen als ik, heb ik ontdekt.
Kijk onder de mededelingen maar eens naar je verzoekje. Piet Mulder, het
raadsel dat jy zo graag doet, komt binnenkort ook weer eens aan de beurt hoor!
Jongelui, de briefjes voor de volgende keer verwacht ik graag vóór Zondag,
3 April.
Tot de volgende keer, jongens en meisjes!
Hartelyke groeten van, TANTE IET.
Op de 21ste Maart brak officieel
de lentetyd aan. Toen wij 's mor
gens eens naar de ruiten keken,
waartegen de regendruppels
lange strepen trokken en naar
de donkere, natte bomen op de
weg, kostte het ons wel even
moeite om te beseffen dat het nu
werkelijk lente was geworden.
Maar op een kale boomtak floot
een kleine merel zijn lenteliedje
en uit de twygjes van de strui
ken waren al heel kleine waaier
tjes van groen gekomen. Dicht
bij de zwarte aarde waren de
paarse en hèlgelé kleuren van de
crocussen.
Ja, de lente was er toch! Ondanks
de grauwe hemel en ondanks de
druilerige regen was zy geko
men, voor alle mensenkinderen
die haar wilde ontdekken.
(Van onze correspondent)
JJE ITALIAANSE communisten scher-
Uw handen onooglijk maakt,
PUROL maakt ze weer spoedig
gaaf en zacht. Doos 3060 ct.
Voor de kinderen van 6 tot 12 jaar.
De vorige week gaf ik de kinderen
van 6 tot 12 jaar een kamraadsel op en
deze week wil ik het nog even herha
len in de „Jeugdkoerier" van de oudere
jongens en meisjes.
In de bovenste hokjes van de kam
komt de naam van een grote Neder
landse stad.
In de eerste tand, dus van boven
naar beneden: een vervoermiddel op
vier wielen.
In de tweede tand: een verblijf voor
dieren.
In de derde tand: een andere naam
voor stekelvarken.
In de vierde tand: een getal.
En tenslotte in de vijfde tand, iets
dat 's nachts vaak aan de hemel te
tien is.
De oplossingen kunnen vóór Zondag
27 Maart worden gezonden naar het
bureau van dit blad.
Er worden mooie boeken ver looi ou
der de goede oplossers.
men sinds enige tyd met het feit,
dat er in Italië nog enkele honderd
duizenden mensen in holen zouden wo
nen en een leven leiden als vóór de
zondvloed. Zy beschouwen het als hun
taak om deze ongelukkigen van de
algehele ondergang te redden en hun
een menswaardig bestaan te verschaf
fen.
Dat Italië bezig is een moderne, wel
varende staat te worden, vertellen zy
er niet by. Inderdaad is een ieder die
werkt er gunstiger aan toe dan vroe
ger, nu de waarde van de lonen is ge
stegen. Het valt daarbU geenszins te
ontkennen, dat er ook nog veel ellen
de heerst onder degenen, die niet kun
nen of willen werken; ook dat de wo
ningnood ondanks allerlei veelbeloven
de overheidsplannen wellicht groter is
dan in welk door de oorlog geteisterd
land ook, behalve dan misschien in
Duitsland. Duizenden wonen nog in
kelders of half verwoeste huizen on
der omstandigheden, die mensonwaar
dig zijn.
De communisten bedoelen echter niet
deze krotbewoners, maar bet merk'
waardige volkje in Matera in Zuid-
Italie, dat inderdaad nog in holen
huist gelyk de mensen in de voorwe
reld. Het eigenaardige ervan is, dat
deze mensen zich volslagen gelukkig
voelen en naar geen ander leven ver
lengen. Wie een poosje in Matera is
geweest, het leven daar van dichtby
heeft kunnen gadeslaan, raakt onwil
lekeurig onder de vreemde bekoring,
die van deze spelonken uitgaat. Wie
nog ontvankelijk is voor een zekere
romantiek, die in ons tydperk van de
atoombom gaandeweg zoekraakt, zal
hier ongetwijfeld voldoende voedsel
vinden voor zijn dromen van een ver
leden, dat ver achter ons ligt, maar
dat in onze fantasie beter en gelukki
ger is dan ons heden.
De spelonken van Matera zijn by
honderden naast en boven elkaar in de
berg gegraven. Er is voldoende venti
latie, ook de verwarming is best Over
al stijgt rook uit de berg, uit tal van
schoorstenen, Naar waterleiding of
VOETBAL.
Om het kampioenschap van Neder
land: SW-AGOW 26 Maart. VSV—
Heerenveen, BWNO AD.
Eerste klasse, district IV: Brabantia
—VVV, MWJuliana.
District V: SneekEmmen, HSC
Velocitas, FrisiaGVAV, Leeuwarden
Achilles.
District VI: KerkradeHelmondia,
Sitt. Boysde Baronie DNL, Sportcl.
Emma—Eindhoven, LongaMaurits.
Promotie tweede klasse, district III:
NEO—NEC, Be Quick—Gelria.
District IV: HelmondTOP, de
SpechtenRBC.
Promotie derde klasse, district I:
XVVAlkm. Boys, ZaandijkZilver
meeuwen.
District I, promotie vierde klasse:
TDOTerrasvogels, ZRCSwift, Do-
narBVC, VoorwaartsAmersf. Boys,
Oranje ZwartDEC, LarenRUC.
Vierde klasse C: ODIZ—HSV.
Vierde klasse E: OntwaaktDSS.
Bekerwedstrijden.
District I, groep A: AFCLimmen,
JOS—WSV '30.
Groep E: Alcm. VictrixWatervo
gels. HollandiaWestfriezen, Wic-
ringerwaardTexel.
Groep H: APGS—perdos.
Groep I: WE—de Spartaan, QSC—
VVB.
Groep K: Zandvoortmeeuwen
Rivalen.
Groep L: ZVVBPC/Schinkelhaven,
DEM—ADW.
Groep O: WFC—VVZ, GVO—Andijk,
BergenRK AFC.
Groep P: Schagen—Zeevogels.
Groep R: Westfrisia—Zouaven. Al-
ways ForwardSt. George, WW
Oudesluis.
Groep S: HalfwegVelsep. Vites'c
'22Vliegende Vogels, De
Nas.
Groep T: HP.C -HCZ. ADO '20—THB
Vrone—VVD.
Greep V: Beverwijkde Germaan,
DJKHelder, Nieuwe NiedorpEHS>.
Groep AI: Onze Gezellen—DVAV
Madjoe, OntwaaktNFC.
sanitaire installaties hoeft men echter
niet te zoeken, want die zijn er niet.
Dat is echter niets bijzonders, want in
Italië zijn er nog tal van dorpen en
kleine steden, waar men dergelyke
„nieuwerwetse" dingen nog in het ge
heel niet kent. De holbewoners van
Matera vinden het ook gezelliger om
samen met hun huisdieren in één ver
trek te wonen en te slapen, iets wat
bijvoorbeeld ook de gewoonte van de
Albanese boeren is.
In principe leven deze mensen nog
precies eender als hun voorvaderen
duizenden jaren gelden. Zij leiden een
zorgeloos bestaan en al maken de Ita
liaanse communisten nog zo veel pro
paganda onder deze holenbewoners,
zij denken er niet over om hun knusse'
spelonken te verlaten en in moderne
huizen te gaan wonen. Zij zyn zodanig
vergroeid met de natuur en verknocht
aan de bizarre romantiek van hun
atavistisch bestaan, dat zij voor de
zoetkwelende lokstem van Togliatti's
volgelingen geheel ongevoelig zijn.
"JIJ LEVEN NU nog in de geest van
de oud-mediterraanse overlevering,
de traditie van een lang verdwenen,
oeroude cultuur, die eens in de lan
den van de Middellandse Zee in bloei
stond en geen verschil kende tussen
het Zuiden van Italië en het Noorden
van Afrika. Zij kunnen lezen noch
schrijven, maar zy missen daarmede
in het geheel niets, omdat zy met het
soort mensen. die dergelijke vaardig
heden noodzakelijk en voor het leven
onmisbaar achten, vrywel geen om
gang hebben. De Italiaanse minister
van Onderwijs, die aanvankelijk aller
lei pogingen in het werk gesteld had
om het volkje van Matera tot betere
inzichten te brengen, acht het nu ver
standiger om het met rust te laten. De
holbewoners zijn nu eenmaal een
eigenaardig en, als men van de in de
spelonken van Granada huizende zi
geuners wil afzien, uniek verschijnsel
in Europa. Zij vormen een soort cul
tuurhistorisch museum, dat als door
een gril van de natuur tot in onze da
gen behouden is gebleven.
De holbewoners hebben hun eigen,
enigszins avontuurlijk aandoende gods
dienst, waar zij fanatiek en onwrik
baar aan vasthouden en die hun leven
een bijzondere en intense kleur geeft.
Hun bestaan als kenmerk van de „ach
terlijkheid" van het Italiaanse volk te
beschouwen, zou volslagen dwaasheid
zijn. De propaganda van de Italiaanse
communisten is dan ook met opzet
misleidend. De mensen van Matera le
ven in hun eigen besloten kring en
trekken zich van de buitenwereld niets
aan. Ook Mussolini trachtte eens in te
grijpen. Hij gelastte de fascistische po
litie de spelonken te sluiten en de hol
bewoners elders onder te brengen. Toen
geraakte dit anders zo vredelievende
volk in opstand, zodat er niets anders
opzat dan het ongemoeid te laten.
Tien jaar Volkshogeschool werk
in Noord-Holland
Vandaag', 24 Maart, is het tien jaar
geleden, dat de Commissie voor het
Volkshogeschoolwerk in Noord-Hol
land tot stand kwam. Spoedig werden
in verschillende plaatsen van de pro
vincie Volkshogeschooldagen gehouden
en weldra ook twee cursussen voor
meisjes, één van vyf weken in Schoorl
en één van twee weken in de Wierin-
germeer. Nadat het werk tijdens de
oorlog in stilte was voortgezet, kwam
men onmiddellijk na de bevrijding
tot oprichting van een Volkshogeschool
te Bergen.
Wat er sindsdien op de Volkshoge
school van Bergen onder leiding van
Mr. Guermonprez is verricht, verdient
grote bewondering. Talrijke jongeren
en ook ouderen vonden aan de Volks
hogeschool een bron. waar zij niet al
leen hun dorst naar kennis konden
lossen, maar een ontmoetingscentrum
van hoog geestelyk gehalte. Talrijke
contacten werden via de Volkshoge
school met het buitenland, in het bij
zonder met Frankrijk, gelegd. Ter
herdenking van het tienjarig bestaan
zal dit weekend op ..De Zandhoeve"
een bijeenkomst plaats vinden voor de
leden. De voorzitter de commissie, de
heer A. Visser, hoopt een gemeenschap-
bespreking „over plannen voor
toekomst" te leiden. Dr. W. Schuyt
houdt Zaterdagavond om acht uur een
inleiding over het onderwerp „Neder
land 1939—Nederland 1949". terwijl
mevrouw Adr. Groenier-Canivez uit
Amsterdam Zondagmiddag om drie uur
aal spreken over „Nederlandse letter
kunde 1939-1949". 's Avonds staat er
een muziekuitvoering op het pro
gramma.
56
IN OE
DOOR
TJEERD
ADEM A
„Het is een wondermooie avond",
zei het meisje.
Steensma drukte haar arm iets vas
ter tegen zich aan.
„Ons lot staat in de sterren be
schreven", zei hij. „Ik weet niet onder
welk sterrebeeld jij geboren bent en
ik ben ook het mijne vergeten, maar
ab hqt waar is, dat er op die milliar-
den lichtende bollen wezens zijn, die
zich voor onze levensloop interesseren,
ciar vormen wij zeker een paar, dat
zij met belangstelling zullen bekijken".
„Misschien", zei het meisje, haar
•chouders ophalend.
„Wij 'leven in dezelfde stad", zei
hebben elkaar vanavond voor net
eerst gekruist. Straks zeg ik je vaar
wel en het is mogelyk, dat de paden,
waarop wij ons verder zullen begeven,
ver uiteen zullen lopen. Ik vind je
sympathiek en ik durf aannemen, dat
je mij niet onverdraaglijk vindt. Is het
niet te betreuren, dat het conact tus
sen ons beider levenslynen maar van
zo uiterst korte duur is"
„Zou je de sterren willen misleiden
door het te verlengen?" vroeg het
meisje.
„Dat zou onmogelijk zijn", bedacht
Steensma „Wanneer het verlengd
wordt lag ook dat in onze levensplan
nen verborgen, misschien reeds lang
voor iemand op aarde kon beseffen,
dat wy geboren zouden worden. Ik
voor my ben 'het lot uiterst dankbaar,
rfat het mij deze avond heeft geschon
ken".
„Ik heb je straks een fantast ge-
i.cemd", zei het meisje. „Ik neem myn
woorden terug. Je bent een romanti
cus. Hoe is je naam eigenlyk?"
„Jacobus", zei Steensma. „Rieta en
Jacobus, lykt het niet op een sprook
je? Ik moest my natuurlijk aan je
voorstellen, maar ik wil de romantiek
van deze avond niet schenden."
Het meisje zuchtte.
„Ik wil ook jouw naam niet we
ten", zei Steensma. „Als wy ons aan
elkaar voorstellen, hoor je misschien,
dat ik op een kantoor zit en briefjes
dicteer aan ontevreden klanten of bij
de belastingen ben en kohieren moet
opstellen".
„Wat zou je wel van mj horen", zei
het meisje, glimlachend. „Misschien
ben ik juffrouw in een kruideniers
winkel of assistente van een veearts".
„Misschien", zei Steensma peinzend,
„hoewel je een geheel andere indruk
maakt. Boa je het niet met me eens,
aat zoiets onze idylle volkomen zou
verstoren?"
„Je hebt gelyk, Jacobus". zei net
meisje, naar hem opkykend. „Laten
we ons maar voorstellen, dat we Hans
en Grietje zyn".
.Prachtig!" riep Steensma enthou
siast. „We zyn sprookjesfiguren en we
zijn samen op weg. Waarheen, Rieta'"
„Naar het huisje van de heks", be
dacht het meisje.
"Helaas", zei Steensma spytig, „ook
in sprookjes komen verschrikkingen
voor. Ik zal je wat vertellen, Rieta.
maar je mag niet kwaad op me wor
den."
„Hoe kan ik kwaad zyn op een
sprookjesprins", zei het meisje glim
lachend.
„Ik zal je iets vertellen", zei de
ingenieur, „dat ik alleen kan biechten
aan een meisje, dat ik maar één avond
in myn leven ontmoet en dat zien niet
aan my bekend maakt".
Je bent mooi, Rieta. Je ogen zijn als
lokkende lichten, je tanden zijn als
tv/ee rijen paarlen, een kus van je
rode lippen moet het zoetste geschenk
der goden zijn".
Het meisje liet haar arm rustig in
de zijne.
„Verwacht je van mij een 'dergelijk
compliment?" vroeg ze glimlachend.
„Ik wil alleen", zei Steensma, dat
jij je deze mooie avond zult blijven
herinneren en dat je met genegenhei"
zult terugdenken aan een jonge man.
cie je langs de paden der romantiek
tot in de nabyheid van de tempel der
liefde gevoerd heeft".
Het meisje schudde zyn arm.
„Je moet wakker worden", zei ze.
„Je bent niet in droomland cn ik ben
geen sprookjesprihses, maar 'n Haagse
jongedame, die je beloofd hebt veilt?
thuis te zullen brengen. Weet je wel.
dat wy op het verkeerde pad zijn?
„Bedoel je dat figuurlyk of letter
lijk?" vroeg de ingenieur.
Wordt vervolgd»