La chartreuse de Par s Van wie kreeg Schreieder de legitimatiefoto waar door Vorrinken'tNationaleComitéindeval liepen? (hefarineif Bollenland krijgt bloemenfeesten - P P PP 4 beroemde genees middelen in 1 labiet Geheimen rond het England-Spiel (VII) Kriminal-Direkior liegt welbewust en wij staan voor een vraag, die van groot belang is Op welke wijze kwam Van der Waals in dienst van de S.D.? Tijdens en na de Paasdagen is er volop van de kleurenpracht te genieten Men moet het van export hebben de LIED VAN DE WEEK De Laatste??? 9 9 99 Compromis tussen Roman en Film J ZATfflDAO 18 APRIL 1949. QP 4 MEI zal de bijzondere raad van cassatie zich bezig houden met de zaak van de terdoodveroordeelde ver rader Anthonius van der Waals, de Rotterdamse electriclen, die als V- Mann van Joseph Schreieder zulke verschrikkelijke Slagen toebracht aan het Nederlandse verzet. Het zal dan meer dan een jaar; geleden zijn, dat het B. G. te Rotterdam, na een zitting die vijf dagen duurde, het bloed van deze verrader vroeg voor het vele, dat mede door zijn toedoen in bezettings tijd vergoten werd. De behandeling van deze geruchtmakende zaak te Rotter dam kenmerkte zich vooral door de grote zwijgzaamheid van de verdachte (die later zelfs het doodvonnis met een slim glimlachje aanhoorde) en door de enorme welsprekendheid van zijn vroegere chef, de „Kriminal-Director" Schreieder, die, samen met de chef van de Abwehr, Hermann Giskes, het Eng- v>aii-Spfei met 4e radiozenders speel de. Het proces kenmerkte zich voorts door het feit, dat over het England- Spiel op nadrukkelijk verzoek van president mr. J. van Vollenhoven vrijwel niet gesproken werd en door het feit, dat de opgeroepen getuige- deskundige, kolonel dr. J. M. Somer, zich, hoewel hij gewapend was met een tas, die uitpuilde van de docu menten, volkomen op de vlakte hield. „De Intelligence gaf weinig service," spotte de president! Dat was overigens geen wonder. Kolonel Somer was in Londen hoofd van het Bureau Inlich tingen, dat met het hele E.-Spiel niets te maken had. Waarom men juist hèm opriep is een raadsel. Beter ware het geweest als men generaal De Bruijne of de officieren Lieftinck en Schilp had opgeroepen. Of mr. Derksema, onder wiens bewind te Londen het E.-Spiel begon. Géén dezer mensen verscheen echter voor het getuigen- hekje. En dat heeft ons ten zeerste bevreemd. Vreemder was intussen, dat op dit proces een paar van de allerbelang rijkste vragen, die zich in het spion- nagedrama naar voren dringen, een voudig niet aan de orde kwamen. Welke vragen? Hier volgen er een paar: Hoe kwam Van der Waals iri contact met de SD. en wie was de man, die hem bij de leidende figuren introduceerde? Op de Rotterdamse zitting bleek ons, dat Gustav Koenig, de man, die de eerste S.D.-relatie van Van der Waals is geweest, zelfs niet gehoord was. En dat terwijl men wist, waar hij in Duitsland te vinden was! En dat terwijl ons opsporingsapparaat tientallen andere Duitsers, die bij veel geringere zaken betrokken waren, in dagenlange verhoren uitpompte. Dit klemt temeer, daar het verweer van Van der Waals grotendeels is geba seerd op de (overigens door niets ge steunde) stelling, dat hij in de waan is gebracht voor de Britse Intelli gence Service te Werken. Zjjn wij wel ingelicht, dan is thans enkele maanden geleden bedoelde Gustav Koenig eindelijk toch nog ver hoord. Maar zijn verklaringen zijn vrij onaannemelijk. Hij heeft namelijk ge zegd, dat Anton van der Waals wel drie of vier keer bij hem is geweest om illegale werkers te verraden, dat hij hem de eerste keren de deur heeft gewezen(!) maar dat hij ten slotte zijn chef Moelier heeft gewaarschuwd, die daarna direct met Van der Waals naar Den Haag is gegaan, waar Schreie der hem op het eerste gezicht „be- geistert" in dienst nam. Het wil ons voorkomen, dat dit verhaal lich telijk ongeloofwaardig moet worden genoemd. Vraag, die om antwoord schreeuwt! Een andere belangrijke vraag is: Hoe kwam Van der Waals aan de foto van de in Londen vertoevende kinderen van Meijer Sluiser, waarmede hjj zich legitimeerde by de groep-Vorrink en by het Nationale Comité, welker ge- zameniyke leden op 1 April 1948 wer den gearresteerd? Aan de uit Zuid-Afrika gekomen ge heime agent George Dessing was dit portret uit Londen meegegeven; hij won er (volkomen terecht) het ver trouwen mee van Vorrinks contact man Levinus van Looij, die journalist was geweest bij de Arbeiderspers. Maar Dessing kon, bij gebrek aan een marconist, in Nederland niets uitrich ten en hij ging via Frankrijk en Spanje naar Engebfd terug. Luttele weken later penetreerde v. d. Waals met pre cies zulk 'n portretje als legitimatie middel (en later gesteund door 'n ver nuftige boodschap van radio-Oranje!) in de genoemde verzetsgroepen: om streeks dertig vooraanstaande Neder landse politici, mannen van weten schap en verzetsstrijders verdwenen achter het prikkeldraad van een Duits concentratiekamp. Uiterst belangrijk is de vraag: hoe kwam de verrader aan dat portretje? Aan deze vraag (die een der sleutel vragen Is in het hele geheim van het E.-Spiel) is men op het Rotterdamse proces stilzwijgend voorbijgegaan. Officieel heeft men er ook Schreieder niet naar gevraagd. En toen, te elfder ure, de „Kriminal-Direktor" zich toch nog op Nederlandse bodem voor deze vraag geplaatst zag, zei hij stotterend zich er niets meer van te kunnen her inneren. Men zei hem, dat zyn geheugen al tijd zó goed had gewerkt, dat hy zich toch stellig dit uiterst belangrijke feit uit zijn „carrière" moest herinneren. En daarop noemde Schreieder de naam van de agent, die het portretje uit Londen zou hebben meegebracht. Nier- meyer! En dat was een leugen. Dat zullen we aantonen. Het lot van een agent. Willem Johan Niermeyer, die een der slachtoffers van het E. Spiel zov. worden, werd op 2 Mei 1914 te Alk maar geboren; zijn vader werkte bij de Spoorwegen. In 1938 ging de fami lie in Delft wonen, daar de vader toen werd gepensionneerd. Wim was een begaafde jongen, met litteraire aanleg. Toen in 1940 de oorlog uitbrak ver toefde hij in Zweden; hij zag kans naar Londen te komen en werd opge leid voor geheim agent. Hij werd ge dropt in het voorjaar van 1942 met de speciale opdracht voor spoorwegspion- nage, zulks in verband met het feit, dazijn vader vele relaties had in IJtiecht. Meer dan een half jaar neeft Niermeyer in Nederland gewerkt. Zijn zender stond bij een tante in de Okeg- hemstraat te Amsterdam. Londen heeft deze jongen zijn spionnagewerk laten doen zonder hem te voorzien van voldoende geld. Spion- nage is nog altijd een duur soort ar beid! Meer dan eens heeft hij Engeland om. geld gevraagd. En tenslotte kwam het. Per container uit de lucht vlak voor de voeten van Schreieder, die de (per codebericht aangekondigde) zen- ding temidden van zijn gevolg op wachtte op de nachtdonkere heide. Schreieder vond 10.000 gulden in de batterij van een zaklantaarn en er zat een nieuw persoonsbewijs voor Wim Niermeyer bij met zijn portret er op geplakt. Het was voor Anton van der Waals toen een klein kunstje Wim Niermeyer op te sporen en in de val te lokken. Dit gebeurde in October 1942. Niermeyer heeft nooit enige poging gedaan om contact te krijgen met de groep-Vorrink. Hij had daar ook geen opdacht toe. En dus had hy er ook geen introductie voor. Had hij die wel gehad, dan zou hij zich, toen hij in geldnood verkeerde, stellig tot Vor- rink hebben gewend. Niermeyer was spoorwegspion en beslist geen agent, die opdracht had voor het leggen van politieke contacten. Toch verraad? Als Schreieder dus plotseling in het nauw gedreven door een onver wachte vraag beweert dat Nier meyer het portretje der kinderen van Meijer Sluiser bij zich droeg, dan liegt hij bewust. Waarom doet hy dat? Schreieder, die zich iedere datum, iedere naam en iedere byzonderheid haarfijn weet te herinneren, zou plot seling niet meer weten hoe hij aan het legitimatiemiddel kwam, waardoor hy de groep-Vorrink en het gehele Natio nale Comité kon gevangen nemen? Er is niemand in Nederland, die dat ge looft. Hier stuiten wy op een der waar lijk grote geheimen van het E.-Spiel. Moge de parlementaire enquête commissie vooral niet verzuimen, in dit mysterie licht te brengen. Hier staan wp voor een der kernvragen, welker oplossing wellicht van belang is voor het obsederende probleem: was er verraad in het spel en zo ja, door wie is het gepleegd? Bij griep, verkoudheid, iegen alle pijnen enz., is CHEFARINE „4" een bijzonder krachtig maar toch weldadig middel, want het bevat 4 werkzame bestanddelen, stuk voor stuk in de gehele wereld al beroemd. Eén bestanddeel Chefarox zorgt dat, al is de wer king zeer krachtig, zelfs 'n gevoe lige maag niet van streek raakt. TEGEN PIJNEN EN GRIEP - 20 TABL. f 0.75 ^aar de bollenis een leus van elk jaar meer toeristen uit binnen- en buiten land. Was het vroeger zo, dat jongelui uit Haarlem en Leiden en ook nog wel uit Amsterdam en Den Haag op de traditionele Bollenzondag per fiets of door middel van de blauwe tram naar de bloeiende tulpen en hyacinthen gingen kijken, zodat het die ene dag dan ook afgestampt druk was op al die smalle weggetjes buiten Lisse, Hillegom, Sassenheim enz., sedert de bevrijding is de belangstelling voor de kleurige bollenvelden plotseling veel en veel groter ge worden. Nu komen er niet alleen autobussen vol, belangstellenden uit Leeuwar den en Middelburg, uit Assen en Nijmegen, maar ook uit Luik en Brussel, ja zelfs uit Parijs en Londen. En men verbaast zich zelfs al niet meer over een Deense en een Zweedse bus! Elkeen wil naar de bollen om met eigen ogen dat natuurlijke veldtapijt te zien in al die bonte kleuren, een verrukking ook voor het reukor gaan even groot als de mimosa van de Azuren Kust! Nog niet zó vermaard misschien, maar ook dat komt nog wel, want men is nu in de bollen streek gaan inzien, van hoeveel waar de de propaganda is. Elk jaar wordt er een millioen gulden uitgegeven om de schoonheid van deze typisch-Hol- landse bloemen te verkondigen. Dat millioen dient echter niet zo zeer om de buitenlanders naar de bol len te halen als wel om de bollen naar het buitenland te krijgen. Want daar gaat het tenslotte om. Zeker, het bezoek aan de streek wordt zeer op prijs gesteld het brengt voor de toeristische bedrijven geld in het laad- je maar het is niet meer dan een aanloop tot het eigenlijk doel, te we ten: verkopen in dollars, in ponden, in kronen, in franken. De 12.500 bollen- kwekers, die ons land telt, verrichten hun werk niet ter wille van de kre- ten-van-verrukking der binnen- en buitenlandse bezoekers en evenmin om der dertigduizend gewone reizigers, die- dagelijks tussen Haarlem en Leiden passeren er rijden bijna honderd treinen en een nog groter aantal bu sen te behagen, zij doen dat terw le van het prozaïsche bestaan, dat schuil gaat achter de poëtische aan blik van hun akkers. Zij moeten er van leven, mèt hun gezin, en hun ar beiders ongeveer even groot in aan tal, de kantoorbedienden inbegrepen eveneens. De welvaart van ongeveer 100.000 Nederlanders is afhankelijk van de opbrengst der bollenvelden. Die opbrengst heeft overigens wei nig te maken met de handel in slingers en snijbloemen, die allerwege langs de wegen gedreven wordt, meest door vrouwen en kinderen. Dit is bijzaak. Het gaat om de handel in de bollen. Dat is het eigenlijke product dezer kwekers, niet de bloemen, die als de korte drukte der toeristen voorbij is bij schuiten vol naar.... de mest vaalt gaan, opdat zij de groei der bol len niet zullen belemmeren. Het vorig jaar heeft het Nederlandse volk voor 1.350.000 gld. bloembollen gekocht. Voor de bollengemeenschap (van de groot-exporteur tot de jongste baby van de eenvoudige arbeider) be tekent dat 13.50 gld. per hoofd. Het binnenlandse afzetgebied is dan ook nog geen twee procent van het geheel, want in datzelfde jaar is er voor 74.470.866 gld. uitgevoerd. De export had een omvang van 30.843.683 kg. Er is geen bedrijf in Nederland, dat zo sterk van de buitenlandse markt afhankelijk is als de bollenkwekerij Een eenvoudige rekensom doet inzien, IN VERBAND MET DE PAASDAGEN ZAL HET EERSTVOLGEND NUMMER VAN ONS BLAD DINSDAG A.S. VER SCHIJNEN. DE DIRECTIE. dat de opbrengst in 1948 rond 750 gld per hoofd of 3000 gld. (bruto) per ge zin heeft bedragen, alles in zeer glo bale gemiddelden uitgedrukt. Wil men in deze streek de levensstandaard van 1939 weer bereiken, dan moet de uit voer tot 47 millioen kg kunnen worden opgevoerd, waarvan dan de opbrengst 90 millioen gld. moet belopen. Die opbrengst kan nog eèn stuk ho ger, maar daar zijn twee dingen voor nodig. In de eerste plaats zou Enge land de invoerbeperking voor bloem bollen (die in het deviezen-arme land) op de luxelijst staan) moeten ophef fen en in de tweede plaats zou Duits land (waar bloembollen helemaal „non- essential" zijn, weer moeten gaan ko pen. Komt het eenmaal zover, dan is het lang niet uitgesloten, dat de op brengst boven de 100 millioen gld. uitkomt. En dan gaan de bollenmen- sen zelf ook weer kleur in het lëvén den, dat nu al die bloemenpracht ten spijt, nog vrij grauw getint is. Engeland is overigens, ondanks de daar geldende invoerbeperking, nog altijd het belangrijkste afzetgebied (24 millioen gld); dan volgen de Verenig de Staten (19), Zweden (9), Frankrijk (6), Canada (2), België (2) en Zwit serland 1.5). Al deze landen kopen derhalve meer bloembollen dan Ne derland zelf, Engeland zelfs 18 maal zoveel, hetgeen niet alleen in absolute maar ook in relatieve zin méér is. Veel meer zelfs! Wie derhalve Holland se tulpen in bloei wil zienmaar neen, die tip mag ik u als rechtgeaard Nederlander niet geven. Trouwens, zo geconcentreerd als in de bollenstreek vindt men de kleuren weelde nergens ter wereld, zelfs niet in Afghanistan, het stamland der tul pen. Het gehele bedrijf is geconcen treerd op een akkeroppervlakte van 7000 hectares; elke kweker heeft dus ternauwernood meer dan een halve hectare. Overigens is het een veeiver- breid misverstand, dat het kweken van tulpen, hyacinthen, narcissen en crocusjes alleen zou geschieden in de befaamde zeven gemeenten tussen Haarlem en Leiden. Daar is precies de helft bijeen te vinden; de helft, die de vreemdelingen trekt. De overige bollengebieden liggen in West-Fries land (14 pet), in Kennemerland (11 pet), in de Anna-Paulowna-polder (10 peet), in het Geestmer Ambacht (2 pet) en in het Westland (2 pet). D? overige 11 pet ligt over de rest van het land, tot in Groningen toe, ver spreid. Centrum verplaatst zich Haarlem mag zich gaarne de Bloe menstad noemen, maar het centrum der bollencultuur verplaatst zich hoe langer hoe meer naar de dorpen. Te Lisse bijvoorbeeld is het laboratorium ÜjËÉi Met meer dan alledaags plezier, Span ik op deze dag mijn lier, Omdat de distributiekaart Verdwijnen zal van deze aard En voor zover men het bekijkt De laatste thans wordt uitgereikt. Zo sluit een periode af, Die zeer veel stof tot klagen gaf. Een tijd, waarin wij, zij aan zij, Geduldig stonden in de rij, Om bonnetjes voor brood en vet, Voor het getraliede loket, Waarachter zat een schare Van semi-ambtenaren. De tijd van zorgen en van leed, Die men zo spoedig niet vergeet- Vooral de hongerwinter, toen We 't zonder eten moesten doen. Toen spek iets legendarisch was, Men suikerbieten at en gras, De boter veertig gulden deed, De auto met een gaspot reed, De kastelein zat zonder bier, De luiers waren van papier, Toen shag drie tienen deed per ons, De vrouw een moord deed voor een spons En wij met surrogaten, Steeds maar te knoeien zaten. Alzo mag straks de vlag wel uit, Als deze kaart wordt uitgeluid En heel die bonnennarigheid, Behoort tot de verleden tijd. Ik wil besluiten met de wens, Tot heil van elk weldenkend mens, (Behalve van de zwarte piet En soortgelijke parasiet) Dat het ons zij gegeven, Dit nóóit meer te beleven. JABSON JJE FILM IS ZICH IN DE LOOP DER JAREN meer en meer met de literatuur gaan bezig houden en ook omgekeerd heeft de literatuur een steeds sterkere greep op de film gekregen. Filmregisseurs blijken in steeds grotere mate een neiging te ontwikkelen tot samenwerking met scenario- en dialogenschrijvers, wier artistieke bekommernis zich in de eerste plaats richt naar het gebied der letterkunde en minder naar dat der film. Deze samenwerking met mannen als Jacques Prévert, Henri Jeanson, Pierre Bost, Pierre Véry en Charles Spaak om slechts enkelen der prominenten te noemen; deze neiging blijkt namelijk in de Franse filmindustrie het krachtigst blijkt voor de ontwikkeling der film als zuiver en zelfstandig uitdrukkingsmiddel een aanzienlijke sta-in-de-weg. De regisseur toont zich te sterk gebonden aan de literaire eisen, die de taal der filmbeelden overladen. (In dit verband mag Marcel Carné's „Les portes de la nuit" als kenschetsend voorbeeld gelden). Omgekeerd ook nemen de filmprodu centen steeds meer hun toevlucht tot literaire werken met een voor de film kunst als zodanig al even bedenkeiyk resultaat. werken bespaaft, wanneer er een mo gelijkheid bestaat het wébk pasklaar in beelden voorgezet te krijgen. ■>l I DOMANVERFILMINGEN zijn aan de orde van de dag. Werken van Ho- noré de Balzac, Stendhal, André Gide, Raymond Radiguet, Albert Camus, Ni- gel Balchin, Graham Greene, e.a. le verden stof voor diverse films. En ook hier blijkt hetzelfde gevaar: de literaire materie is in de film weliswaar te ver werken, maar hierbij zal de literaire geest de filmregisseur te sterk in zijn uitingsmogelijkheden beknotten. Hij kan dan wel de sfeer van het literaire werk veronachtzamen, maar zijn film kan desondanks vrijwel nooit aan twee slachtigheid ontkomen. Dit ligt ook voor, de hand: roman en film hebben veel met elkaar gemeen maar zijn daarentegen ook zozeer aan elkaar we zensvreemd wat betreft psychologie var conceptie en compositie, structuur van karakter- en atmosfeer-opbouw, aard en middelen der directheid waar mede beide zich richten tot het indi vidu, lezer of toeschouwer, dat een compromis hoe dan ook voor beide elementen, literatuur en film, niet zon der schade te verwerkelijken is. Aan de andere kant is de romanverfilming in zwang, niet in het minst ook door de geestelijke instelling van het publiek, [)EZE OPMERKINGEN het pro bleem, dat uit de verhouding film en literatuur oprijst is hiermee nog slechts vaag aangeduid blijken ten sterkste van toepassing op de film „La char treuse de Parme", een recent werk van de regisseur Christian Jaque, dat thans in Nederland in omloop is gebracht. De film is gebaseerd op de gelijknami ge roman van Stendhal, maar hbeft in feite met dit werk weinig meer ge meen dan de hoofdpersonages en enke le situaties. Nu moet men (onzes in ziens althans) aan de filmregisseur vooropgesteld, dat diens artistieke be doelingen zuiver zijn steeds het recht toekennen tot een vrije keuze van zijn filmstof. Wanneer hij die stof mocht ontdekken in het een of ander erkend meesterwerk daargelaten of dit nu een muzikale compositie, een werk van letterkundige aard of een uiting der beeldende kunsten betreft zal hij ook dan de vrijheid moeten dat als altijd de weg van de minste hebben aan dat meesterwerk die inte- weerstand kiest en weliswaar bekend grerende elementen te ontlenen die hu wil raken met een literair werk, dan wel zijn herinnering eraan wil ver voor zijn film nodig meent te hebben. Met nadruk blijve hier vastgesteld, dat levendigen, maar zich graag de geeste- deze vrijheid alleen dan kan gelden, lijk* '"fvan het lozen en ver- wanneer de filmkunstenaar aioh a0n artistieke verantwoordelijkheid terdege bewust is en blijft. Christian Jaque deed het een, maar liet het ander na. Hij noemde zijn film naar de roman van Stendhal en zelfs een verfilming van deze roman. Niette min verwaarloosde hij volkomen fiat wat aan de roman karakter en waarde Verleende, maar puurde er voor zijn film uitsluitend een romantische ge schiedenis vol avontuur, hartstocht en intriges uit. Daarmee verzaakte hij zijn verantwoordelijkheid als kunstenaar, die hem immers tot de erkenning had moeten leiden, dat hij zijn rolprent slechts dan als een verfilming van en getiteld als „La chartreuse de Parme" had mogen uitbrengen, wanneer hij het essentiële uit de roman, namelijk niet de avonturen, de hofbals, liefdesver wikkelingen en intriges, maar de merk waardige scherpe en bijzonder door dringende karakterontleding (waarme de Stendhal in 1839 zijn tijd ver voor uit bleek te zijn) als essentieel ook in de film had gehandhaafd. Hij deed het niet, maar ontleende aan Stendhal's „La chartreuse de Parme" een onbeduidend en goedkoop scenario. Daarmee deed hij niet alleen Stend.' al te kort, maar ook zichzelf. Want Chris tian Jaque is een regisseur met buiten gewoon talent, een man, die zijn vak tot in de perfectie verstaat, maar voor al ook een man van verwonderlijk gro te artistieke begaafdheden. Des te meer kan men het dan betreuren, dat deze regisseur de grootse verwachtingen die hij wekt, niet waar maakt, doordat hij enerzijds hoog reikt, maar slechts grijpt wat beneden zijn niveau ligt. „La char treuse de Parme" werd een tweeslach tige film, een compromis tussen roman en film, v aarbij zoals werd aange toond de roman te kort werd gedaan (niet slechts naar de materie maar voor al hetgeen van belang is naar de geest) doch evenzeer de film. Want in een streven om althans de literaire sfeer te behouden door een bijzondere zorg voor détails (tegemoetkomend zo aan Stendhals sterk naturalistische in slag) verwaarloosde Christian Jaque in zijn film het tempo en vooral ook de die een een MfeMBt dra matische geladenheid verlenen. En zon der deze beide elementen kan een film het nu eenmaal niet stellen. ■JUICH GEEFT „La chartreuse de Par me" niet alleen aanleiding tot nega tieve critiek. Bij het zien van deze film komt men zijns ondanks toch ook weer tot de conclusie: „bon sang ne peut mentir" de ware aard verloo chent zich niet. Men kan hier niet voor bijzien, dat er een uitzonderlijk knap regisseur aan het werk geweest moet zijn In de opbouw van zijn beelden bijvoorbeeld weet Christian Jaque een bijzondere schoonheid te leggen, zijn zin voor een uitdrukkingsvol beheersen van licht en donker herinnert aan de vroegere bloeitijd der Franse film. De atmosfeer die hij vermag te scheppen is subliem en van zijn acteurs weet hij opmerkelijke prestaties af te dwingen. Gérard Philipe die zich naam ver wierf als de mannelijke hoofdrol in „Le diable au corps" Renée Faure en Maria Casarès leverden hier drie be wonderenswaardige creaties, die elk voor zich verdienen langer in de herinnering te blijven, dan het filmverhaal waaruit zij geboren werden. Dat hun typeringen hier enigszins het contact met dit film verhaal missen, kan. men hun moeilijk aanrekenen, daar de regisseur (te zeer onder de invloed van de onder zijn ver antwoordelijkheid werkende scénario schrijvers Pierre Véry en Pierre Jarry) naliet deze karakters en dit filmverhaal een hechte psychologische fundering te bezorgen, doch zicji daarentegen liet leiden door een ongeremde neiging tot het spectaculaire. „La chartreuse de Parme" (waarvoor Hayer uitnemend camerawerk leverde) werd zo welis waar een film, die ondanks haar ver onachtzamen van Stendahls geest en ondanks haar middelmatige scénario gerekend mag worden tot de betere klasse der Franse productie, maar niettemin ook een film, die op essen tiële punten dermate de roos miste, dat zij als uiting van filmkunst toch ver beneden de maat blijkt. En dit al tezamen is te meer teleurstellend. LOWQ WOC voor Bloembollenonderzoek gevestigd onder leiding van prof. dr. E. van Siogteren, 's werelds beste kenner van de verschijnselen, die zich op, in en aan bloembollen kunnen voordoen. Zijn grootste verdienste bestaat in het opsporen en bestrijden van scha de berokkenende ziekten, maar zijn meest-spectaculaire werk is' het kwe ken van gestreepte tulpenvariëteiten met behulp van..luizen. Lisse heeft voorts het plan om een permanente voorjaarstentoonstelling in te richten in het Keukenhofbos, dat over een oppervlakte van 16 hectaren zal worden omgetoverd in een bloe- menparadijs en dan tijdens de bloei periode toegankelijk gesteld zal wor den. Het is voor dit doel beschikbaar gekomen; men zal van 1950 af ten minste tien jaren achtereen alles bij elkaar kunnen vinden wat de bollen streek biedt en dan nog wel onder de best denkbare omstandigheden. Hillegom bezit een bloemboliende- monstratietuin, die onder auspiciën staat van de Algemene Vereniging voor Bloembollencultuur. Hij is gevéV- tigd op de oude buitenplaats „Tres long", even buiten de kom, die even eens in 1950 in gebruik zal komen. Hij beslaat anderhalve hectare; een klein oark derhalve, waar honderden soor ten bijeengebracht zullen worden, compleet met naambordjes. Bloemenfeesten Sassenheim zal dit jaar tezamen met Hillegom eij Lisse op Zaterdag 23 April een bloemencorso houden; de optocht zal gedurende meer dan drie uur door de dorpen trekken. Het symphonie-orkest van Nancy, Frank- i ijk, zal die dag een concert geven, Warmond, Lisse en Noordwijker- l out houden wedstrijden in het leg gen van bloemenmozaïken, terwijl men van Lisse uit tochten per trekschuit kan maken. Voorhout bouwt, geheel uit bloemen het huisje van Hans en Grietje, waar men echte pannekoeken zal kunnen eten. Noordwijk ten slotte, de bloemen- badplaats, houdt op 28 April een feest ter gelegenheid van de aankomst der deelnemers aan de Rallye des Tulipes, een autowedstrijd in de geest van de Rallye de Monte Carlo. Om tien uur 's ochtends zal de bloemenkoningin bet feest openen hl het dan uttbwndig versierde dorp.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1949 | | pagina 5