VICTORY
Onze duinen: lustwarande van Westelijk Nederland
D.D.D.
schet
BETER -NIET DUURDER
heeft Uw feest
of diner in
VICTORY HOTEL - ALKMAAR - TEL 4321
Waar felblinkende gele koppen hei
blauw van de hemel steunen
Gevonden Voorwerp
Twee Oostenrijkse coureurs starten
Dinsdag op de Alkmaarse sintelbaan
Water, zand en wind
bouwden een landschap
De schoonheid van Bergen
A PROPOS: Komt U ook dineren
51 met Pinksteren?
^LS Ily DICHTER WAS zou hier wellicht een loflied staan over dat onvol
prezen stuk Hollands duin, dat zich als een prachtig stuk natuurland
schap langs onze Noordzeekust verheft. Ware ik een schilder, dan zou ik er
duizend-en-een plekjes weten om mijn ezel neer te planten teneinde de on
telbare kleuren, de steeds wisselende vormen "en de sfeer van ons duin met
zijn felblinkende gele koppen, zijn r|jk begroeide pannen en zjjn zwaarbeboste
binnenranden op het doek te zetten.
En zou ik u in de ontvangkamer van een reisbureau moeten adviseren
over uw volgende vacantie, wei ik zou een kaart van West-Nederland voor
u openvouwen en mijn vinger zou schier ontelbare plaatsen wijzen, waar
uw vacantie volkomen zou slagen. W|j zouden praten over de wilde duinen
bjj Domburg, het vogeleiland De Beer in de monding van de Nieuwe Water
weg, de duinen bjj Noord wijk, het prachtige gebied tussen het Noordzee-
kanaal en Castricum, de ruige schoonheid van de Verbrande Pan tussen Eg-
mond en Bergen, de befaamde weelde van de Waddeneilanden en nog vele
dikwijls nog niet bekende maar mooie oorden.
duinvorming op verschillende plaat
sen langs onze kust, vooral op Texel
en Terschelling, nog geregeld kan
waarnemen.
Brede strandvlakten met aanspoel-
selstroken vormen daartoe n.1. een
eerste voorwaarde. Achter een stuk
hout, een half vergane mand of soms
een aangespoeldé bruinvis blaast de
wind de zandkorrels op een hoop. Plan-
tenzaden ook al door die wind aange
voerd, vinden er uit organische stof
fen voortkomende gunstige omstan
digheden om tot ontkiemen te komen.
Zo kan dan met medewerking van zon
en neerslag de eerste begroeiing ont
staan, die meestal aanvangt met een
vegetatie van zeeraket, zeepostelein en
het niet te ontberen biestarwegras.
Deze plant met zijn wijd stelsel van
wortelstokken zorgt als het ware, dat
het losse zand met „betonijzer" door
vlochten wordt. Het jonge duintje is
zo beter tegen de stuifwinden bestand
en kan met de begroeiing ook eens
met meer succes de aanval van een
uitlopende golf doorstaan. Intussen
zorgen de planten er weer voor, dat
door de wind meegevoerde zandkorrels
uit de- lucht worden gegrepen om een
functie als bouwsteen voor het nieu
we duin te gaan vervullen.
Dit hier slechts even aangeduide pro
ces is in zijn voortzetting het grond
patroon geweest van de opbouw van
het duinlandschap, dat zich langs de
kust van ons land vormde uit de lage
strandwallen tot hier en daar bijna
zestig meter hoge machtige „toppen".
yyiLT GE MIJN laatste advies op
volgen dan is het wel zeker, dat ge
er geen spijt van zult hebben. Dit laat
ste zou alleen kunnen als ge elk ge
voel van schoonheid en kleurenrijk
dom mist, als ge geen „ontdekkers"-
bloed in uw body hebt en niet kunt
tegen de ruimte van horizon of de dik-
wijls tere intimiteit van bospartijen.
Ge kiest Het duin? Goed! Het hier
ondervolgende zij u dan een zichzelf
aandienende gids, u even hier en ter
loops daar wijzend op het vele, waar
van ge straks mede genieten gaat.
Thijsse's droom.
„Er is geen gedeelte van onze Va
derlandse grond, dat minder bekend
is dan Hollands Duinen, zij worden
door het Gros der Natie beschouwd
als een woestijn; die enkel uit hoge en
rauwe zandbergen bestaat". Deze uit
spraak vinden we in een rapport op
gesteld in het jaar 1798. Wij zijn nu
ruim anderhalve eeuw verder. Sinds
dien is de mening van het „gros der
natie" wel heel sterk veranderd. Ve
len zijn zich nu min of meer bewust
van de enorme waarde, die de prach
tige natuurlijke zeewering, waarachter
ons landje zich veilig weet, heeft.
Naast die ene en eerste factor van
waterkering, is de betekenis van de
duinen als recreatiegebied al van een
dergelijke, nog steeds groeiende be
langrijkheid, dat men het eenvoudig
daarom al niet zonder zou kunnen. Om
ten slotte, al ligt de zaak even terzijde,
de duinen te noemen als leverancier
van drinkwater, een feit waaraan het
te danken is, dat Amsterdam één der
gezondste steden ter wereld kan ge
noemd worden.
Een verkeerde behandeling heefl
vooral in het verleden aan karakter
en schoonheid van onze duinen vee)
afbreuk gedaan. Sinds het midden van
de vorige eeuw is men de zaak ge
lukkig anders gaan zien. Als de na
tuur- en landschapkenner bij uitne
mendheid wijlen dr. Jac. P. Thijsse veel
later spreekt over onze duinkunst als
een toekomstig van Cadzand tot Rot
tum zich uitstrekkend groot Natio
naal Park, dan is dat geen in de lucht
zwevend beeld, maar een zaak, die
men op een juiste wijze voortarbeidend
ongetwijfeld in werkelijkheid kar^ om
zetten.
Water, zand en wind.
Water, zand en wind zijn wel als de
voornaamste scheppers van de duinen
Ie beschouwen. Over het ontstaan van
die duinen, nu ongeveer 2000 3000
jaar geleden, zijn vele theoriën opge
bouwd, waarin we ons hier niet zul
len verdiepen. Dat wind en water er
een uiterst grote rol bij speelden, staat
wèl vast, omdat men dit proces van
De Eeuwige Laan, een der mooiste
wegen, die naar zee leiden.
(Foto L. H. CrootegoedJ
Van zeereep naar geest
gronden.
£)E VOLGENDE FASE brengt ons
naar de zeereep, het buitenste, di
rect aan het strand grenzende duin.
Er tegen op klimmen valt lang niet
mee, want in deze duinenreeks liggen
dikwijls de hoogste toppen. Zij zijn
immers het laatst ontstaan en dikwijls
het grilligst gevormd. Daarin ligt dan
ook voor een groot deel de bekoring
van de zeereep. De dikwijls gebroken
toplijn geeft tussen de met helm be
groeide kopjes door een aantrekkelijk
uitzicht op de zee, die zomers als een
duizendmaal flonkerende spiegel van
beneden ons naar de horizon ligt.
Trekt ge nu het duin in, dan zult
ge weldra ontdekken, dat de begroei
ing rijker, dichter en gevarieerder
wordt. Dit vindt voor een belanrijk
deel oorzaak in het feit, dat de bui
tenste duingordel heel veel kalk be
vat (afkomstig van zeedieren). Hoe
ouder het duin hoe mipder kalkrijk.
Dit kalkgehalte bepaalt het karakter
va# de plantengroei in hoge mate. Het
zeer geringe kalkgehalte van de dui
nen ten noorden van Schoorl heeft de
daar ook schrale begroeiing van het
duin tot gevolg.
De duinvegetatie is te verdelen in
ten aantal gordels, stroken waarin
m.en altijd enkele karakteristieke
planten zal aantreffen, planten die met
elkaar een „gezelschap" vormen en
ook weer een eigen insecten- en
vogelleven tot zich trekken. Naast het
biestarwegras kenmerkt die buitenste
gordel zich b.v. door typisch kalkmin-
nende planten als helm (let eens op
het in de lengte opgerolde blad, dat
zich zo beschermt tegen beschadiging
door scherpe zandkorrels of indro-
glvg), het leuke duinroosje, dat In
Augustus bloeiend de hellingen zo'n
feestelijk cachet geeft, de akkermelk
distel en de duindoorn, wiens prach
tige felgele bessen in de nazomer en
de herfst veel vogels tot zich trekken
Het is in dit gebied, dat de zilver
meeuwen, de sterns en de scholeksters
broeden. In het voorjaar is dit hun
terrein fn het betreden van de broed
plaatsen van de zilvermeeuwen is dan
een sensationele onderneming. De met
hevig gekrijs en uitgestrekte halsen
op u aanvallende meeuwen kunnen u
dan wijselijk het hazenpad doen kie
zen.
Verder het duin in trekkend kunt
ge zo plotseling in een vlak terreintje
tussen hogere hellingen op een moe
rassige plek belanden. De wind heeft
hier het zand waarschijnlijk zover
weggestoven dat de grondwaterspie
gel bloot kwam. Een aantrekkelijke
plantengroei is het gevolg In Juni
vinden we er het roodrose handekens-
kruid bossen witbloeiend Pamassia en
het rondbladig wintergroen (Pirola).
De kruipwilg groeit er weelderig,
jonge braamstengels strekken zich
tastend uit over het zand en uw pad
zoekend tussen de hoge begroeiing,
bl|jft ge plotseling verschrikt staan als
daar vlak voor uw voet een wilde eend
met veel vleugelgeraas op de vlucht
slaat
Langzamerhand komen we dan in
het hoger opgaande gewas, dat zich
niet overal in onze duinstreek mani
festeert en ook weer ten noorden van
Schoorl geheel ontbreekt Het zijn dan
i voornamelijk de berkenbosjes, die hier
de toon aangeven. Zij vormen zich in
de lage delen en kiijgen er gezelschap
van eik, duindoorn, meidoorn en lijs
terbes. Dit gewas biedt steeds iets bij
zonders; de bloei in de lente, woon-
en slaapplaats voor vogels in de zomer
en fraaie herfsttinten in het najaar.
Is de berk niet de trouwe vriendin van
die fraaie vliegenzwam? Een rijke on
dergroei van kamperfoelie, grassen,
hondsroos, viooltjes, dalkruid, soms
zelfs van lelietjes der dalen en salo
monszegel maken die bosjes dan tot
een ondoordringbaar geheel.
Te begrijpen is, dat deze gordel van
onze duinvegetatie, indien aanwezig,
ook het drukste vogel- en insecten
leven vertoont. In hr voorjaar bouwt
de houtduif er haar nest, richten de
koolmezen e. hun huishoudentje in en
snort de koekoek naar zangvogeinest-
jes, waar zij haar ei kwijt kan. Over
dag en 's avonds zingt de merel in
een hoge berkentop zijn glashelder lied
en komt de nachtegaal hem afwisse
len. Waar zoveel insecten gonzen en
kruipen, ontbreekt de bonte specht
zeker niet. Zij vormen voor hem een
smakelijke dis. Zo vinden we hier een
heerlijk wereldje, dat de ware natuur
liefhebber heel veel schoons te bieden
heeft.
Ten slotte komen we op onze tocht
aan de binnenduinrand, die bij Schoorl,
Bergen en verder Kennemerland in een
fraaie bebossing bezit met hoog hout
Hier dromen oude boerderijen en sta
tige buitens met aan de zeventiende
eeuw herinnerende namen hun in elk
geval naar de buitenkant rustige le
ven op de lage uitlopers van het duin
landschap. Deze uitlopers drongen
vroeger nog ver naar het Oosten door,
maar werden door de cultuurgrond
eisende mens afgraven. Daar strek
ken zich nu de geestgronden uit, die
zulk een goede bodem opleverden voor
onze beroemde bollencultuur.
Een rit langs de gehele lengte van
onze binnenduinen is één groot genot.
De zware bospartijen, afgewisseld met
groene weitjes, de steiloprijzende ruige
duinhellingen en de fraai gelegen bui
tens maken dit deel van ons land mét
recht tot een ware lustwaranda.
Nog even.....
En klim tot slot van onze zwerftocht
nog even één van die fraaie toppen
van het oude duin op en geniet daar
dan weer van het schitterende uit
zicht: rondom de golvende bruine en
blonde duinenrijen, ver daarachter het
zilverende vlak van de zomerzee en
aan uw voet het w|jde Hollandse pol
derlandschap met z|jn groene landou
wen, zijn vette vee, pyramiden van
talrijke boerderijen, een dorp, geknars
van een met geurig hooi opgetaste
wagen op een grintweg en er boven het
zware silhouet van een blauwe reiger,
die met diepdoorgaande vleugelslag
naar zjjn jachtterrein vliegt.
Dan is het tijd om boven op die duin
top een ogenblik te rusten, languit lig
gend op de rug en te luisteren naar '1
zingen van de wind in het gele helm,
het heel verre eentonige geruis van de
zee en het gesnirp van de sprinkhanen.
Meeuwen zeilen als witte scheepjes te
gen het blauw van de hemel. Ge voelt
de zuivere lucht in uw longen en ge
weet weer, dat het leven toch goed
kan z|jn
Geneesmiddel tegen
huidaandoeningen.
Doet de jeuk bedaren en
doodt de ziektekiemen, zodat
de huid zich kan herstellen.
c
Pinksterverhaai
door Doll Koning
„Heb ikke gevonden! Mag .Mammie
hebben!" hoorde ik het juichendestem
metje van onze kleine peuter en daar
na bewonderend mijn. ..vroujvï; „Oh,
Dicky, wat prachtig
En toen,térwij] ik daar lafrguit QP
het mos lag en omhopg keek naar de
boomtoppen' vervaagden de stemmen
van vrouw en kirid tot eén ijlè, ge
luidsachtergrond. Mijn herinnering
gleed terug naar die andere Meidagen,
die ook zo mooi waren, naar die andere
Pinksterdag, negen jaar geleden.
Ineens,' drong het tot me door wat
een toeval het was, dat ik nu juist hier
moest toeven op deze prachtige plek.
waaraan ik zoveel herinneringen had.
Had ik dat alles vergeten? Had ik
daaraan dan helemaal niet gedacht?
toen wij besloten in deze omgeving on
ze-Pinksterdagen door te hrengen? Dat
was haast onrhogelijk maar toch:
het drong eigenlijk eerst nu tot* me
door.
Ik zag weer de loopgraven, waarin
wij onze verbeten maar hopeloos onge
lijke strijd streden. Hier ergens in. de
buurt was het. Nu was er niets meer
te zien: de natuur had alle sporen van
die gruwelijke tonelen uitgewist. Het
angstzweet brak mij uit toen ik terug
dacht aan die hel, waarin wij hier leef
den, aan het obcederend gefluit van de.
granaten, aan het oorverdovend gedon-
Karl en Leopold Killmeijer
iegen sierk Nederlands veld
Tussen de bloem der Nederlandse
motorrenners zullen Dinsdagmiddag
(Derde Pinksterdag) op de Alkmaarse
sintelbaan twee Oostenrijkse coureurs
aan de start verschijnen. In de senio
ren-klasse 500 cc zullen de gebroeders
Leopold en Karl Killmeyer op Jap
motoren hun krachten meten met Bos
man, Hartman, v. Dijk, Iesberts, Cor-
dang, Metzeiaar, Piet Buur, Baas, Dick
de Geus en anderen.
Al zal dan Maandagmiddag moeten
blijken wat de Oostenrijkers presteren,
hun staat van dienst wijst er op, dat
zij tot de sterke klasse behoren. In En
geland namen zij deel aan de voor
wedstrijden om het wereldkampioen
schap, in het Tsjechische stadje Par-
dübice behoorden zij tot de deelne
mers van de wedstrijden om de Gou
den Helm, terwijl Leopold Killmeyer
winnaar werd van de rennen te Pa-
derborn. Deze feiten, alsmede de we
tenschap, dat zij de enige buitenlan
ders zijn in een veld van sterke Ne
derlandse coureurs mag een spannen
de strijd doen verwachten.
In totaal starten 43 renners, t.w. 18
seniores in de 500 cc klasse en 14 ju-
senioren met Stuivenberg, Hulst en
een handicapwedstrijd voor senioren
Jonkman als veelbelovende krachten.
Behalve de hoofdschotel, die door de
zware motoren wordt gevormd, krijgt
men bij w|jze van hors d'oeuvre, races
in de 350 en 250 cc klasse, terwijl als
nagerecht zo de tijd het toelaat
een handicapwedstrijd voor senioren
wordt georganiseerd.
Het rennerskamp zal als van ouds
op het middenveld, links vóór de tri
bune worden ingericht. De proef van
de laatste races toen de spectaculaire
drukte bij de denkbeeldige pits zich
links van de tribune afspeelde, werd
als niet geslaagd beschouwd.
Het programma' voor Derde Pink
sterdag doet het beste verwachten en
al zal de belangstelling het record
van de laatste mOtörrennen 1300Q
bezoekers niet overtreffen, toch zul
len vele duizenden het motorevene
ment op de Alkmaarse sintelbaan niet
willen missen. Bi dit verband zij nog
medegedeeld, dat de voorverkoop
Maandag om 10 uur gesloten wordt
en de verkeersregeling bij het Sport
park in niets afwijkt bij die van Twee
de Paasdag.
der van het geschut Ik hoorde de pro
-j-ectlelen weer door de bomen suizen,
de grond dreunen. Ik hoorde ook het
gekerm van de gewonden; de gil
ja, dat was mijn vreselijkstè herinne
ring: die gil van Josientje.
Boven het gedreun en gekerm uit
klbnk die hartverscheurende gil. die
niets menselijks meer had. „Josientje",
riep ik en mijn kameraden keken mij'
ontsteld aan. Ze dachten dat ik gek
geworden was. En dat was ik mis
schien ook. Hoe ter wereld kon ik we
ten dat het Josientje. was, die daar had
gegild? Josientje was immers ver ach
ter de vuurlinie in het dorp? Toch
ik wist het zeker dat was Josientje
geweest En toen. terwijl juist het
trommelvuur op dat moment zijn groot
ste hevigheid had bereikt, voelde ik
een ijzige kalmte. Ik vocht als een be
zetene. Want die gil van Josientje bad
in mij de vonk van haat doen ont
branden. De haat tegen de vijand, die
Josientje had vermoord.
En terwijl ik schier blindelings mijn
mitrailleur leegschoot en weer vulde,
beleefde ik in een flits al die mooie
ogenblikken. die ik met Josientje hier
in de bossen had doorgebracht. Daar
ginds, bij die kromme berk. (zie ik
daar niet een helm? tak-tak-tak
ziezo, die heeft zijn portie), daar had
ik Josientje voor het eerst ontmoet.
Het was een mooie voorjaarsdag en ik
had vrij van dienst. Ik- lag daar met
een boek, maar ik las niet, Ik lag te
denken aan het vreemde contrast tus
sen de vredige natuur hier en de drei
ging van de oorlog, aan de geruchten
over een op handen zijnde aanval, aan
de spanning, aan de toekomst....
En toen stond opeen Josientje naast
me. Ze vroeg. „Een mooi boek?" Wat
zag zij er lief en teer uit! Haar blonde
krullen glansden en schitterden als
goud 'in de zon, haar ogen waren dón
ker en haar glimlach was een symbool
van de lente. Ik glimlachte terug, een
beetje verlegen om de dwaze roman
tische vergelijkingen die haar verschij
ning bij mij opriep. Ze kwam bij me
zitten, heel gewoon en natuurlijk en
het was, alsof we elkaar al jareri ken-'
'den.
Wij praatten wat over boeken, mu-5
ziek, kunst en de natuur. Zij logeerde
in het dorp bij een tante, want zij was
pas erg ziek geweest. We praatten hon
derd uit; ik bracht haar later terug
naar het dorp en toen ik 's avonds op
m'n krib lag was ik zo gelukkig als
een verliefde schooljongen. De volgen
de dag zag ik haar weer. We mar
cheerden naar deze plek in het bos om
een stelling te graven. En toen za^ ik
Josientje staan b|j de, kruising in het
bospad (een geweerloop! Tak-tak-tak..
neen. vrind, ik was je voor) en ze
zwaaide, toen ze me zag.
Josientje en ik. En daar bij die hout
mijt (Tak-tak-tak-takik hem hem.
O, we zagen elkaar haast elke dag,
luit!) heb ik Josientje voor het eerst
gekust. We waren verliefd, ik weet het,
maar bij Josientje zat het dieper dan
bij mij Zij onderbrak telkens onze
prettige gesprekken om te praten over
later, als ik gedemobiliseerd en afge
studeerd zou zijn. Zij wilde op mij
wachten, zij wilde...* ja. wat wilde
ze niet? En ik liet haar begaan en ik
bouwde mee aan haar luchtkasteel,
want Josientje was zo lief maar ik
wist dat het een luchtkasteel zou blij
ven En toen de oorlogdreiging al ster
ker werd en wij hier definitief onze
stellingen gingen betrekken, kwam Jo
sientje iedere dag tot-aan de grens van
het; stellinggebied om sigaretten of ver
snaperingen te brengen.
Ik gaf haar de raad terug te gaan
naar de stad, weg uit deze gevaarlijke
zone. maar zij weigerde.
Toen brak (je oorlog uit Ik zag haar
drie dagen niet, maar ik dacht veel
aan haar. Waar zou zij nu zijn? Het
dorp was geëvacueerd, dus zij zou nu
ook wel vertrokken zijn. Zonder af
scheid.
Zouden we elkaar ooit een terugzien?
Zo dacht ik aan haar, temidden van
het geweld van de gruwelijke strijd om
onze stelling En meer en meer voelde
ik wroeging omdat ik eigenlijk niet
fair tegenover haar was gewëest. om
dat mijn verlieMheid geen echte lief
de was geweest,1 zoals bij haar.... En
toen kwam die gil, die vreselijke gil.
Op dat moment werd ik mij er van
bewust wat Josirntje in mijn leven be
tekende Op dat moment wist ik, dat
ik wel degelijk van haar hield.... Jo
sientje.
Later toen wij uitgeput en versla
gen terugtrokken door het dorp, zag ik
het huis, waarin zij had gelogeerd, in
puin liggem
Na de demobilisatie hoorde ik dat
zij dood was Zij had geweigerd het
dorp te verlaten, en was in het bos
door een granaat getroffen.
Ik had lange tijd nodig om mij van
de schok te herstellen. Ik had mijn
'iaat uitweg gegeven in het verzet. Ik
had Madeleine ontmoet. Ik was met
haar getrtuwd Ik was gelukkig met
'aar en met Dickv; En Josientje was
een tere herinnering die nu, op deze
plek
„Dick wordt eens wakker, kijk eens
wat Dickey gevonden heeft", drong de
stem van mijn vrouw tot mij door. Ik
wiste mijn in het verleden toevende
'edaehten weg met de hand over de
ogen en keek naar het gouden medail-
onnet je. dat Dickey triomfantelijk aan
een dun kettinkje voor mijn ogen liet
bengelen.
„Dick!" riep mijn vrouw ontsteld,
wat heb je? Wat is er".
Ik had het medaillon herkend. Met
trillende vingers pakte ik het aan en
"naakte het open.
Van hét kleine portretje lachte Jo
sientje mij toe. In het dekseltje stond
met kleine, fijne letters: ..Voor jou. Ik
moet weg, maar ik blijf bij je. Tot
ziens eens! Pinksteren 1940".