Er rijn nog honderd spookhuizen in het moderne Nederland Europa zal zich economisch op het Oosten moeten richten Vijftig millioen Engelsen wachten op een Lady Godiva Engeland ondergaat een omwenteling op grote schaal Finland gaat een nieuw parlement verkiezen A/fes wordt thans weten schappelijk onderzocht ZI,N ER OOK in ons land huizen, waar de traptreden kraken onder de druk van onzichtbare voetstappen, waar grendels voorzichtig en langzaam wor den weggeschoven, waar sleutels in slo ten worden omgedraaid, zonder dat men iets of iemand ziet? Bestaan er nog kastelen, waar de poorten vanzelf open gaan en zich weer sluiten, waar het ruisen van een zijden kleed een ge heimzinnige gedaante verraadt en waar men de schim van een schaduw meent te zien aan het einde van lange, met plavuizen bedekte gangen? Ja, er zijn ook in Nederland spookhuizen, althans huizen, waarvan men gelooft dat, er on zichtbare bewoners vertoeven, die bij een volkstelling worden overgeslagen. Nu echter worden ze geteld en in een kaartsysteem ondergebracht. Amerika doet politieke concessies aan de leer van „zaken zijn zaken" Zware belastingdruk in Engeland Hei leven is veiliger, maar soberder en saaier geworden Als Adolf Hiiler gezuiverd werd... 11 AP VERZOEK van de Studievereni- ging voor Psychical Research heeft het Centraal Bureau voor Nederlandse Volkskunde van de Koninklijke Neder landse Academie van Wetenschappen zich ermee belast hen op te sporen. Een paar duizend vragenlijsten zijn verzon den aan de vaste correspondenten van dit bureau. De vragen luiden: Zijn er in uw ge meente nog gebouwen die als spookhui zen bekend staan? Waren er in uw ge meente gebouwen, waar zich spookver- 1 -"v Deuren gaan open en dicht, ^stappen verklinken in de nacht en een zijden gewaad ruist over de traptreden schijnselen voordeden, die nu niet meer plaatsvinden? Waren er in uw gemeen te gebouwen, die als spookhuizen be kend stonden, maar die, hetzij gesloopt, hetzij herbouwd zijn en sindsdien niet meer als zodanig bekend staan? Kunt u in het kort een beschrijving geven van de verschijnselen die zich voordoen (voordeden) in de betreffende spook huizen? Nuchtere Hollanders Natüurlijk zijn er heel wat lijsten te ruggekomen, die met een kortaf en ste reotype „neen" beantwoord werden, want het is niet ieders zaak om gees ten op te sporen; andere lijsten echter zijn vaak met grote nauwgezetheid be antwoord. De gevallen, waarover wordt verteld, zijn soms van bijzonder belang voor de para-psycholoog, ook als zij in het ver leden spelen. Het verleden is natuurlijk troef, want over het heden spreekt men niet graag. Wij zijn niet in Engeland, waar men een sp ok op zolder of in de keldergewelven evenzeer waardeert als een uitgehakt wapen boven poort of voordeur, omdat het cachet geeft aan het oude huis, dat men bewoont. De nuchtere Hollander vreest niets zo zeer, als dat men hem niet au serieux zal nemen en vermijdt daarom angst vallig die mogelijkheid. Vandaar dat de aanwezigheid van een geest de huurwaarde van een Neder lands huis niet stijgen doet, integendeel: het bezit van een familie-spook brengt geen vreugde in de familiekring. Een commissie uit de Studievereni ging voor Psychical Research stelt zich voor om de meest frappante verschijn selen, die zich in deze spookhuizen voordoen, op de plaats zelf nader te bestuderen met behulp van de appara tuur, waarover het moderne, weten schappelijke onderzoek beschikt: toe stellen, die geluiden kunnen registreren, beweging en lichtschijnsels op de ge voelige plaat kunnen vastleggen enz., kortom, machines die niet, zoals de mens, gesuggereerd kunnen worden. De tijd ligt reeds ver achter ons, dat men alleen met de woorden „bedrog" en „bijgeloof" schermde, zonder de moeite te nemen na te denken, laat staan te onderzoeken. Men wist toen ook nog niet wat uit het onderbewust zijn van de mens kan opwellen en hoe dit onbewuste hem parten kan spelen. Het probleem, zoals het nu wordt ge steld, kan men als volgt omschrijven: Komen de geesten voort uit ons zelf en zijn zij enkel een projectie van onze ge dachten, hebben zij integendeel een zelfstandig bestaan, of is er een tussen vorm denkbaar, waarbij de geesten eerst actief worden door contact met de gees telijk weerloze mens? WIJ HEBBEN de ingevulde vragen lijsten onder ogen gekregen en zijn van de ene verwondering in de andere Zweden kweekt tomaten op nieuwe manier (Van onze correspondent te Stockholm) Na een studiereis door Amerika litbben twee Zweden in hun vader land een geheel nieuwe methode voor lift kweken van tomaten toegepast. De tomaten werden geplant in grof gruis, dat er slechts toe diende, de planten houvast te geven. Door een bijzonder systeem van kanalen werd van tijd tot tijd water gepcrmpt, dat de planten vochtig hield en de regel matige toevoer van lucht garandeer de. Aangezien het gruis op geteerde pianken lag, kon het water weer wor den opgevangen en door een motor- pemp opnieuw in circulatie worden gebracht. Dit water was namelijk van een bijzondere samenstelling en be vatte o.m. kali-salpeter, magnesium- sulfaat, superfosfaat, kali-sulfaat, am monium-sulfaat, alsmede een kleine hoeveelheid ijzer en koper^sulfaat. Door de toepassing van deze metho de hopen de Zweden van iedere plant 2'/. kilo tomaten te kunnen oogsten van een kwaliteit, die superieur ge noemd mag worden. gevallen. WU lazen van een huis (ver meld met nummer en letter), dat reeds meer dan honderd jaar leeg staat, sinds de laatste bewoners cr uit verdreven werden door de geest van een zelfmoor denaar. In het land rondom grazen koeien, in de schuren is hooi en stro opgestapeld, maar alleen een zwerver, die een geest op de koop toe durft te nemen, wanneer hij ergens gratis kan logeren, brengt er wel eens een nacht door. In diezelfde streek staat een huis met grote stallen en schuren, zo'n ge bouw, dat op publieke verkopingen wordt aangeduid als een kapitale boer derij. sinds meer dan vijftig jaar, om dezelfde reden, eenzaam en verlaten, met dichtgespijkerde vensters, op een steenworp afstand van een grote, druk ke rijksweg. Elders werd een landgoed, met de al lures van een kasteel, tot de grond toe afgebroken, op de linkervleugel na, voornamelijk om een einde te maken aan een spokerij. Dit hielp echter niet: het trouwe familiespook bleef en ging eerst heen toen het landhuis in andere handen overging. Wij leefden mee met de jonge luite nant, die in een oud huis in het midden var de nacht werd opgeschrikt door sloffende voetstappen langs zijn kamer deur, maar niemand zag. De volgende morgen kreeg hij van de eigenaar het laconieke antwoord: „De geest hebben wij blijkbaar op de koop toe gekregen, maar hij doet geen kwaad. Elke nacht komt hij van de zolders, gaat de trap pen af en moet in de onderaardse gang verdwijnen, die wij niet hebben kunnen vinden. Op de duur raak je er aan ge wend, en hoor je hem niet meer". Wij waren met een broodnuchtere onderwijzer en een ernstig predikant getuige van de verschijning van een witte dame bij een landhuis, waarvoor de grote deuren zich geruisloos open den en weer sloten. Wij stonden hal-' verwege de trap met de tuinman, die nog in de nacht een huis moest versie ren, waar de volgende 'ng een feest plaats moest hebben, en die eensklaps het ruisen van een zijden gewaad ach ter zich hoorde, en een geest in de ge stalte van een jong meisje de trap zag beklimmen. De verklaring De verklaring van deze verschijnse len is niet zo eenvoudig. Veel moet worden toegeschreven aan de fantasie, 'angst-psychose, hysterie en autosugges tie der bewoners. Aan de overleverin gen en vertelsels in de buurt, aan het feit, dat uitzonderlijk geklede en le vende personen zich soms zo vreemd gedroegen, dat men hen voor „heksen" ging uitmaken en hen allerlei spook achtige manifestaties toedichtte, terwijl inderdaad geregistreerde geluiden ver oorzaakt worden door werking van de muren, het leven van dieren en -'ogels in onbekende spelonken van het huis, terwijl hier en daar misschien wel ech te spoken zijn. De commissie zal dat trachten uit te maken. Maar een vol gende keer zulen we eens enkele van deze spookhuizen bezoeken. heden van de Amerikaanse luchtmacht krijgen in een cursus van twee weken 'onderricht in het blussen van vliegtuigbranden, die het gevolg zijn van noodlandingen, motorstoringen of neerstortingen. Enige cursisten trachten met een brandblusapparaat de brand te bedwingen. (Van onze diplomatieke medewerker). „QOST IS OOST EN WEST IS WEST maar zaken zijn zaken, van Moekdem tot Brest", aldus omschrijft James Reston, de diplomatieke correspondent van de „New York Times", de op het ogenblik in brede Amerikaanse kringen heersende stemming. Reston schreef zijn artikel, nadat de Amerikaanse minister van Handel, Sawyer, in een rede, uitgesproken bij de opening van de Canadese jaarbeurs in» Toronto, had laten doorschemeren, dat de Verenigde Staten misschien het ver bod op de uitvoer van industriële goederen naar Rusland en zijn satellieten, welk verbod ook aan de zogenaamde Marshall-landen is opgelegd, zullen op heffen. Sawyer's uitlating is, gezien tegen de achtergrond van de door Reston ge schetste stemming, bijzonder interes- rant. In een vorige beschouwing heb ik al laten uitkomen, dat de huidige positie van het Westen politiek en mo reel gezond is, maar dat de vooruit zichten in de economische sector min der gunstig beoordeeld dienen te wor den. Inderdaad zijn deze zo slecht, dat, indien zich geen algehele verandering in de structuur van het internationale handelsverkeer voltrekt, er niet op het welslagen van het plan-Marshall (dat wil, dat West-Europa in 1952 econo misch op eigen benen zal staan) gere kend mag worden. Terecht merkt „Te los" in het laatste nummer van de Zwitserse „Weltwoche" op, dat Ameri ka en West-Europa in zekere zin het Ijzingwekkend kalm proces, dat sommigen revolutie noemen (Van onze reizende redacteur) „WIJ ZITTEN midden in een revolu tie en wij weten het", zegt een Engelsman wijsgerig tegen mij en hij zucht. Toch is hij geen verklaarde tegenstander van de tegenwoordige regeringspolitlek, maar hij kan het allemaal niet verwerken en hij vindt, dat het te ver gaat, te roekeloos, te on bezonnen, terevolutionnair. Dat is wel een vreemde gewaarwording voor een argeloze buitenstaander, die er eenvoudig niets van ziet, die het alle maal zo ijzingwekkend kalm vindt gaan, zo koelberekend en zo schema tisch. Over het algemeen gaat het bij revoluties een beetje anders toe! En toch T°CH IS er één ogenblik, waarop ik die revolutie „zie". Het voorval letje speelt zich af in een goedgemeu- bileerd vertrek van het Ministerie i an Nationale Verzekering, dat niet te Londen, maar ongeveer 500 km van daar te Benton bij Newcastle is geves tigd. Daar zetelt de heer R. Hamel- ton Farrell, die ons mijn reisgezel schap en mij iets zal vertellen over zijn werk. Hij doet het met verve en geestdrift. Dan komen de vragen los over allerlei verzekeringsvraagstuk ken. Ik wil weten hoe het is gegaan met de polissen van particuliere ver zekeringsbedrijven, die voor een groot deel overbodig zijn geworden ten ge volge van de vérgaande overheids maatregelen. Die vraag bevalt hem niet (om welke reden is mij nóg niet duidelijk), hij wenst haar niet op een redelijke wijze te beantwoorden en demonstreert tegelijk een minach ting voor de particuliere onderneming en een geestdrift voor het overheids bedrijf, die van een bezetenheid ge tuigt, gelijk men slechts pleegt ^an te treffen hij bekrompen geesten achter het IJzeren Gordijn. In zijn blik zie ik de Britse revo lutie aan mijn oog voorbijflitsen. On aangenaam, 'vijandig. Hij is de enige Brit, die mij redeloos-boos bejegent. Alsof ik ben gekomen om zijn werk te ondermijnen. Het is verre van mij. De wet op de nationale verzekering is een maatregel, die iedere Engelsman tegen betaling van een verplichte wekelijkse contributie een uitkering garandeert in geval van ziekte, onge luk, werkloosheid, benevens een be paald bedrag bij geboorte en dood en een pensioen voor weduwen en ouden van dagen. Het is niets nieuws, slechts een samenvoeging en uitbreiding van bestaande maatregelen. Een kostbaar geheel: de contributie voor een man nelijke werknemer bedraagt negen shillings en een stuiver, d.i. 4,83 gld. per week, waarvan de arbeider iets meer dan de helft betaalt, n.l. f 2.60. De wet garandeert zoveel, dat theo retisch gesproken de (onaangetast gelaten) verzekeringsinstellingen op hetzelfde gebied onmiddellijk hadden moeten wegkwijnen. Zij doen dat ech ter allerminst en dat schijnt (zo hoor ik achteraf) een vraagstuk te zijn, dat velen dwars zit. De gezondheidszorg is nog verder uitgewerkt. Daarvoor betaalt elk gezin zeven shillings en negen stuiver, dat is 4,09 gld., waartegenover de staat alle kosten voor de gezondheidszorg op zich neemt, te weten de huisdok ter, de geboorte van een kind, de spe cialist, het ziekenhuis, de medicijnen, de tandzorg, de behandeling van oog en oor, zelfs de bril en de pruik, be nevens de vroedvrouw en de wijk verpleegster en al wat er verder bij' komt. Ook hier klopt de practijk niet hele maal met de theorie. Want vele artsen houden er nog seeds een privé-prac- tijk op na zonder dat zij hun tarieven hebben verlaagd en nog dezer dagen hebben de dagbladen melding ge maakt vgn een „opstand" der tand artsen. Al deze dingen, gevoegd bij de ene naasting na de andere, betekenen zeker een sociale en een economische omwenteling, die echter geenszins consequent wordt doorgevoerd. Mil- lioenen Engelsen vinden nog steeds een bestaan in particuliere bedrijven en voelen zich volkomen onbedreigd; 175.000 Engelsen hebben nog een privé-inkomen van meer dan 20.000 gld. 's jaars. Labour is (nog?) niet van plan alles aan de staat te trekken. Grootgrondbezit en dagbkdbeheer bijv. blijven onaangetast. Maar niette min, de veranderingen snijden diep in het vlees van de Britse natie; zó diep, dat de term „revolutie" toch niet helemaal misplaatst is. WEGGEBRUIKERS, 300 kinderen elk Jaar weer, Vallen ten offer aan het Verkeer! DIE ZWARTE VLEK MOET WEG! slachtoffer van hun eigen succes ge worden zijn. Het „terug naar het nor male", waarnaar zij streefden, hebben zij niet slechts bereikt, maar voor zo ver het de productie betreft reeds overschreden. Zelfs in een land als Frankrijk bij voorbeeld, dat met grote stakingen te kampen heeft gehad, is de industriële productie hoger dan ooit te voren. Maar een hoge productiviteit brengt slechts welvaart als haar voort brengselen gemakkelijk zijn te verko pen. Stokt de afzet, dan loopt de ma chine vast, komt er deflatie en werk loosheid en ten slotte politieke onrust. Geen overeenstemming. Hier is het, waar de schoen wringt. De ontvangers van de Marshall-hulp hebben geen overeenstemming bereikt over de uitschakeling van overbodige concurrentie, over een harmonische in vesteringspolitiek, over de vrije kapi taalsvorming, over de vrije circulatie van goederen en mensen. Onder deze omstandigheden meende sir Stafford Cripps op de laatste bijeenkomst van de Westeuropese ministers van financiën zijn veto te moeten uitspreken over het Belgisch—Franse plan tot de vorming van een gemeenschappelijke dollarpool en terugkeer naar de vrije concurrentie onder de Europese valuta's. Men mag de Westeuropese landen hun falen niet al te zeer aanrekenen. Het is mogelijk, dat sómmige volken een „Amerikanisering" van hun economie niet overleefd zouden hebben, zonder aan hun culturele en politieke structuur onherstelbare schade te berokkenen. Rationalisering zou deze landen dwin gen een wijdvertakt klein-burgerdom te proletariseren. De „Weltwoche" noemt in dit verband de strijd, die op het ogenblik om de afschaffing van de Pa- rijse conciërges gevoerd wordt, symbo lisch. Amerikaanse concurrentie. j^IJ DIT ALLES komt nog, dat de kans om op de vrije wereldmarkten tegen de Amerikaanse industrie te kun nen concurreren voor West-Europa op het ogenblik nog kleiner is dan vóór 1940. Tijdens de oorlog immers heeft zich het verschil in de prestatie der arbeiders en in de technische uitrusting nog verdiept. En dat de Amerikanen zich vrijwillig van bepaalde markten zouden terugtrekken en zichzelf werk loosheid en een economische crisis op de hals zouden halen, is natuurlijk volko men onaannemelijk, al was het alleen maar, omdat de opvatting „zaken zijn zaken" zich daartegen verzet. Voor de Westeuropese industrie blijft daarom als mogelijk afzetgebied slechts Oost-Europa en het Russische wereld rijk over. Tot op het ogenblik echter verbieden de overeenkomsten, die de Marshall-landen met Washinton hebben, d levering van tal van goederen aan genoemde gebieden, omdat de Amerika nen niet wensten, dat met de door hen verleende hulp een mogelijke vijand versterkt werd. Gesteld echter tegen over twee kwaden werkloosheid, eco nomische crisis en politieke onrust in West-Europa met inbegrip van West- Duitsland, en versterking van een po tentiële vijand schijnen de Amerika nen tot de overtuiging gekomen te zijn, dat aan het tweede, als het minst ge vaarlijke dvoorkeur moet worden ge geven. Voor West-Europa is thans de tijd gekomen, te overleggen, hoe het zich als een eenheid met Oost-Europa op zaken kan inlaten. Overeenkomsten van land tot land zouden al te gevaarlijk zijn. De gevolgen, welke Schacht's bilateralisme indertijd voor sommige Balkanstaten heeft gehad, bewijzen, dat de zwakkere handelspartne. gemakkelijk volkomen afhankelijk van de sterkere kan worden gemaakt. van Coventry, waar burgemeester W. H. Malcolm mijn reisgenoten en mjj ontvangt, hangt een merkwaardig schilderjj, voorstellend een Middel eeuwse stad, waarvan de straten ol- komen uitgestorven zijnbijna al thans, want op O voorgrond rijdt op een helderwit pa-rd een beeldschone vrouw in Eva's costuum. Als mjjn oog getroffen wordt door deze vreemd soortige voorstelling komt wethouder V. A. Hammond naast mjj staan om mij de betekenis er van uit te leggen. Die dame, zegt hij, is onze beroem de lady Godiva, zeven eeuwen geleden de echtgenote van hertog Lecfrac van Marcie, die regeerde over deze stad mpt een gestrenge hand. Hij was een hardvochtig heerser en de belastingen, die hij hief, waren zo schrikbarend hoog, dat de burgerij ten slotte de stoute schoenen aantrok en een af vaardiging zond om te klagen over het ondragelijke juk. En wat was het ant woord? Slechts op deze voorwaarde, riep de hertog uit, zal ik de belastin gen verlagen, dat mijn eigen vrouw op een wit paard geheel- ongekleed door de stad zal rijden. Hij was er van over tuigd, dat aan die voorwaarde nim mer zou worden voldaan. Maar lady Godiva had diep medelijden met de be volking en verklaarde zich bereid de zonderlinge wens van haar gemaal in te willigen. Het uur van de rit werd tevoren bekend gemaakt. En wat ge beurde er? Alle burgers bleven bin nenshuis en sloten de luiken. De her tog was dermate getroffen door de houding van de stedelingen, dat hij inderdaad de belastingen verlaagde. Ondragelijk hoog. WAAROM IK U deze geschiedenis navertel? Wel, uit tientallen gesprek ken, die ik tijdens mijn verblijf in En geland heb gevoerd, is mij steeds weer gebleken, dat op het ogenblik niet slechts die ene stad, maar heel 't Ver enigd Koninkrijk zit te wachten op een lady Godiva, want voor zeer velen zijn ook thans de belastingen ondra gelijk hoog. Het is moeilijk een verge lijking (met Nederland te trekken, om dat de beide heffingsstelsels zo zeer verschillen, maar mijn indruk is toch, dat de Engelsman dieper gebukt gaat onder de eisen van zijn minister van Financiën dan de Nederlander doet. Zeker, ook in ons land ondervinden zeer velen de belastingen als een on dragelijke last, maar daar staat te genover, dat vele anderen en wel licht is hun aantal groter dank zij een kroostrijk gezin zich mogen koes teren in een betrekkelijk milde behan deling door de ontvanger. Maar als op vrijwel alle handelswaar een omzetbe lasting wordt geheven van 33 tot 67 pet. en soms nog een fikse weeldebe lasting bovendien en dat is, om een enkel voorbeeld te noemen, in Enge land het geval dan ondervindt elk een daar de gevolgen vjm. Die gevolgen tekenen zich af in het dagelijks leven van de Engelsman. De genaaste spoorwegen werken met ver liezen, de genaaste luchtvaartmaat- Een Amerikaanse correspondent van de „Human Events" heeft er over ge dacht, wat er wel zou gebeuren, wan neer Adolf Hitier op het ogenblik voor een Duits tribunaal gedenazifi ceerd zou worden. Hij vermoedt, dat Hitier vrijgesproken zou worden en formuleert dat op een satyrische, scherpe manier op de volgende gron den: 1. De betrokkene kon onder ede en onder overlegging van openbare be wijzen overtuigend aanvoeren, dat hij tot einde Augustus 1939 nauw met de grote democratieën heeft samen gewerkt. Daarmede had hij zijn lief- dt voor vrijheid en vrede overtuigend bewezen. 2. Van die tijd af, van 1939 tot 1941, werkte de betrokkene nauw samen met de Sowjetunie en genoot haar medewerking en vriendschap. Hij on dersteunde loyaal het streven van de Sowjetunie, dat later door Roosevelt als het „streven van een grote demo cratie" werd aangeduid. 3. De betrokkene heeft alles gedaan wat in zijn macht was om de neder laag van het Duitse leger te bewerk stelligen. Zijn handelingen als opper ste bevelhebber van het leger bewij zen, dat hij met opzet en met succes de Duitse oorlogsactiviteit gesabo teerd heeft. 4. Voordat de vonnissen in Neuren berg werden uitgesproken, had de be trokkene een belangrijk aantal lei dende Duitse generaals ter dood bracht. Vooral tegen de samenzweer ders van 20 Juni 1944, die immers door een officie IV Amerikaanse spreker zijn gekwalificeerd als „Junkers" en m ilitainsten, die heel wat gevaar lijker waren dan de Nazi's en van plan waren om de Duitse weermacht voor een derde wereldoorlog te be houden, wist de betrokkene uiterst doelmatig op te treden. 5. Tenslotte heeft de betrokkene het bewijs kunnen leveren, dat hij door zijn bondgenootschap met Benito Mussolini het slachtoffer van het fas cisme geworden is. schappijen werken met verliezen, de regeringsvoedselinkoopbureaux voeren alleen het hoogst noodzakelijke in e« werken dan nog vaak met verliezen, alle ten koste van de belastingbetaler. De omvangrijke sociale maatregelen kosten alle geld, veel meer geld dan voorheen, al staat er dan ook een gro tere veiligheid tegenover. Maar nle* mand kan er zich geheel of ten dele aan onttrekken, ook al wil hij het risi co zelf dragen. De bouw van wonin gen geschiedt voor 80 pet. door de overheid en ook dat levert al geen winst op. En dan moet er nog een overschot op de begroting zijn Gemoedelijk grommen. Wat betekent dit in de practijk voor de enkeling? Dat hij slechter te eten krijgt. Zeker, er zijn meer aardappe len, groente, er is meer brood, melk en vis, maar is minder suiker, minder boter, minder vet, er zijn minder eie ren en er is vooral minder vlees. Vol gens officiële gegevens wordt er in de laagste inkomenklassen echter beter gegeten dan vroeger, hetgeen alleen maar kan betekenen, dat het toen nog slechter moet zijn geweest. Alles is nog op de bon, behalve brood, aard appelen, vis, verse groenten en koffie. Kleding is van de bon; er zijn minder kolen voor de kachel beschikbaar dan vroeger, maar er wordt veel meer gas en electriciteit gebruikt. Het motor- verkeer is zo duur, dat het verkeer met eigen wagens op de weg op een derde van vroeger wordt geschat. De berusting, waarmede een zege vierend volk al deze beperkingen aan vaardt, is bewonderenswaardig. Het eist geen oorlogsbuit, geen vette kluif uit de pot van de verslagen tegen stander die in sommige opzichten' zelfs beter te eten heeft! het neemt de dingen zoals ze zijn. Zonder enig protest? Niet helemaal. De ontevre den huisvrouwen hebben hun gevoelens lucht gegeven door voor de gemeente raden anti-Labour te stemmen. De on tevreden spoorwegarbeiders doen dat op het ogenblik door te staken voor „het recht om in eigen bed te slapen". De buschauffeurs plegen lijdelijk ver zet door een langzaam-aan-actie. De Hogerhuisleden verlangen, dat de naasting van de- staalbedrijven pas na de volgende verkiezingen van kracht zal worden. Zo gromt de Engelsman tegen zijn veeleisende regering, maar hij doet 't nog uitermate gemoedelijk. (Van onze correspondent te Helsinki) JJET FINSE PARLEMENT Is na de Pinksterdagen bijeengekomen om zich te beraden over de begroting van na de oorlog. Het schijnt, dat evenals in Februari, de toekomst van het ka binetFagerholm afhangt van een kleine stemmenmeerderheid. Door ei gen verdiensten en door de omstandig heden begunstigd, zou de positie van Fagerholm versterkt zijn. Tot op be paalde hoogte verloopt de binnenland se ontwikkeling eigenlijk in omge keerde richting. De normalisatie van het grondwettige leven versterkt na melijk in het burgerlijke kamp de me ning, dat een regering mogelijk is, die meer overeenkomt met de meerderheid van het parlement. De sociaal-democratische fractie van Fagerholm heeft slechts 54 van de 200 zetels; bovendien steunt zij daarboven op de Vakverenigingen, die sinds het voorjaar meer en meer onder sociaal democratische vlag varen. In het kort geleden in Helsinki gehouden congres van Finse vakverenigingen konden de socialisten met de grote meerderheid van 150 stemmen optreden en alle com munistische tegenvoorstellen afwijzen. De parlementsverkiezingen, die vo rig jaar in de herfst gehouden zijn, ein digden met een overwinning van de burgerlijke fracties, die tezamen 180 zetels kregen en hebben de landbouw- partij tot de sterkste fractie gemaakt. De grootste persoonlijkheid van deze partij, de tegenwoordige president van de Rijksdag, dr. Kekkonen, heeft her haaldelijk gestreefd naar de functie van minister-president van een coalitie-re- gering. Tot diep in de kringen van zijn eigen fractie heerst echter een sterke afkeer tegen de poging van een burgerlijke regering, waarbij de beide arbeiderspartijen en de vakverenigin gen in de oppositie zouden komen. Sympathieker staat men tegenover de idee van een kabinet naar 't voor beeld van Caj ander, waarin landbou wers, socialisten en liberalen samen werkten. Fagerholm is echter niet be reid, om te capituleren voor de druk van de oppositie en zich als coalitie partner ter beschikking te stellen. Ook de positie van de president van de staat hangt hiermede samen. Paasiyiki zal een nieuw mandaat slechts aanne men, wanneer het hem door alle kie zers van de partijen, die trouw aan de ge- j staat zijn, wordt aangeboden. TROUWPLECHTIGHEID AUTO. PER Voor het eerst in de geschiedenis van Urk vond dezer dagen een trouwplech tigheid plaats per auto. Het betrof hier het huwelijk van mej. Scheffer, woon achtig aan de Sluisput te Urk. Het huwelijk werd burgerlijk vertrokken te Emmeloord en kerkelijk ingezegend in de Ned. Herv. kerk te Urk.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1949 | | pagina 4