Er rijn nog honderd spookhuizen
in het moderne Nederland
Europa zal zich economisch op
het Oosten moeten richten
Vijftig millioen Engelsen wachten
op een Lady Godiva
Engeland ondergaat een omwenteling
op grote schaal
Finland gaat een
nieuw parlement
verkiezen
A/fes wordt thans weten
schappelijk onderzocht
ZI,N ER OOK in ons land huizen,
waar de traptreden kraken onder de
druk van onzichtbare voetstappen, waar
grendels voorzichtig en langzaam wor
den weggeschoven, waar sleutels in slo
ten worden omgedraaid, zonder dat
men iets of iemand ziet? Bestaan er nog
kastelen, waar de poorten vanzelf open
gaan en zich weer sluiten, waar het
ruisen van een zijden kleed een ge
heimzinnige gedaante verraadt en waar
men de schim van een schaduw meent
te zien aan het einde van lange, met
plavuizen bedekte gangen? Ja, er zijn
ook in Nederland spookhuizen, althans
huizen, waarvan men gelooft dat, er on
zichtbare bewoners vertoeven, die bij
een volkstelling worden overgeslagen.
Nu echter worden ze geteld en in een
kaartsysteem ondergebracht.
Amerika doet politieke concessies aan de leer van
„zaken zijn zaken"
Zware belastingdruk in Engeland
Hei leven is veiliger, maar
soberder en saaier
geworden
Als Adolf Hiiler
gezuiverd werd...
11
AP VERZOEK van de Studievereni-
ging voor Psychical Research heeft
het Centraal Bureau voor Nederlandse
Volkskunde van de Koninklijke Neder
landse Academie van Wetenschappen
zich ermee belast hen op te sporen. Een
paar duizend vragenlijsten zijn verzon
den aan de vaste correspondenten van
dit bureau.
De vragen luiden: Zijn er in uw ge
meente nog gebouwen die als spookhui
zen bekend staan? Waren er in uw ge
meente gebouwen, waar zich spookver-
1 -"v
Deuren gaan open en dicht,
^stappen verklinken in de
nacht en een zijden gewaad
ruist over de traptreden
schijnselen voordeden, die nu niet meer
plaatsvinden? Waren er in uw gemeen
te gebouwen, die als spookhuizen be
kend stonden, maar die, hetzij gesloopt,
hetzij herbouwd zijn en sindsdien niet
meer als zodanig bekend staan? Kunt
u in het kort een beschrijving geven
van de verschijnselen die zich voordoen
(voordeden) in de betreffende spook
huizen?
Nuchtere Hollanders
Natüurlijk zijn er heel wat lijsten te
ruggekomen, die met een kortaf en ste
reotype „neen" beantwoord werden,
want het is niet ieders zaak om gees
ten op te sporen; andere lijsten echter
zijn vaak met grote nauwgezetheid be
antwoord.
De gevallen, waarover wordt verteld,
zijn soms van bijzonder belang voor de
para-psycholoog, ook als zij in het ver
leden spelen. Het verleden is natuurlijk
troef, want over het heden spreekt men
niet graag. Wij zijn niet in Engeland,
waar men een sp ok op zolder of in de
keldergewelven evenzeer waardeert als
een uitgehakt wapen boven poort of
voordeur, omdat het cachet geeft aan
het oude huis, dat men bewoont.
De nuchtere Hollander vreest niets zo
zeer, als dat men hem niet au serieux
zal nemen en vermijdt daarom angst
vallig die mogelijkheid.
Vandaar dat de aanwezigheid van een
geest de huurwaarde van een Neder
lands huis niet stijgen doet, integendeel:
het bezit van een familie-spook brengt
geen vreugde in de familiekring.
Een commissie uit de Studievereni
ging voor Psychical Research stelt zich
voor om de meest frappante verschijn
selen, die zich in deze spookhuizen
voordoen, op de plaats zelf nader te
bestuderen met behulp van de appara
tuur, waarover het moderne, weten
schappelijke onderzoek beschikt: toe
stellen, die geluiden kunnen registreren,
beweging en lichtschijnsels op de ge
voelige plaat kunnen vastleggen enz.,
kortom, machines die niet, zoals de
mens, gesuggereerd kunnen worden.
De tijd ligt reeds ver achter ons, dat
men alleen met de woorden „bedrog"
en „bijgeloof" schermde, zonder de
moeite te nemen na te denken, laat
staan te onderzoeken. Men wist toen
ook nog niet wat uit het onderbewust
zijn van de mens kan opwellen en hoe
dit onbewuste hem parten kan spelen.
Het probleem, zoals het nu wordt ge
steld, kan men als volgt omschrijven:
Komen de geesten voort uit ons zelf en
zijn zij enkel een projectie van onze ge
dachten, hebben zij integendeel een
zelfstandig bestaan, of is er een tussen
vorm denkbaar, waarbij de geesten eerst
actief worden door contact met de gees
telijk weerloze mens?
WIJ HEBBEN de ingevulde vragen
lijsten onder ogen gekregen en zijn
van de ene verwondering in de andere
Zweden kweekt tomaten
op nieuwe manier
(Van onze correspondent
te Stockholm)
Na een studiereis door Amerika
litbben twee Zweden in hun vader
land een geheel nieuwe methode voor
lift kweken van tomaten toegepast.
De tomaten werden geplant in grof
gruis, dat er slechts toe diende, de
planten houvast te geven. Door een
bijzonder systeem van kanalen werd
van tijd tot tijd water gepcrmpt, dat
de planten vochtig hield en de regel
matige toevoer van lucht garandeer
de. Aangezien het gruis op geteerde
pianken lag, kon het water weer wor
den opgevangen en door een motor-
pemp opnieuw in circulatie worden
gebracht. Dit water was namelijk van
een bijzondere samenstelling en be
vatte o.m. kali-salpeter, magnesium-
sulfaat, superfosfaat, kali-sulfaat, am
monium-sulfaat, alsmede een kleine
hoeveelheid ijzer en koper^sulfaat.
Door de toepassing van deze metho
de hopen de Zweden van iedere plant
2'/. kilo tomaten te kunnen oogsten
van een kwaliteit, die superieur ge
noemd mag worden.
gevallen. WU lazen van een huis (ver
meld met nummer en letter), dat reeds
meer dan honderd jaar leeg staat, sinds
de laatste bewoners cr uit verdreven
werden door de geest van een zelfmoor
denaar. In het land rondom grazen
koeien, in de schuren is hooi en stro
opgestapeld, maar alleen een zwerver,
die een geest op de koop toe durft te
nemen, wanneer hij ergens gratis kan
logeren, brengt er wel eens een nacht
door. In diezelfde streek staat een huis
met grote stallen en schuren, zo'n ge
bouw, dat op publieke verkopingen
wordt aangeduid als een kapitale boer
derij. sinds meer dan vijftig jaar, om
dezelfde reden, eenzaam en verlaten,
met dichtgespijkerde vensters, op een
steenworp afstand van een grote, druk
ke rijksweg.
Elders werd een landgoed, met de al
lures van een kasteel, tot de grond toe
afgebroken, op de linkervleugel na,
voornamelijk om een einde te maken
aan een spokerij. Dit hielp echter niet:
het trouwe familiespook bleef en ging
eerst heen toen het landhuis in andere
handen overging.
Wij leefden mee met de jonge luite
nant, die in een oud huis in het midden
var de nacht werd opgeschrikt door
sloffende voetstappen langs zijn kamer
deur, maar niemand zag. De volgende
morgen kreeg hij van de eigenaar het
laconieke antwoord: „De geest hebben
wij blijkbaar op de koop toe gekregen,
maar hij doet geen kwaad. Elke nacht
komt hij van de zolders, gaat de trap
pen af en moet in de onderaardse gang
verdwijnen, die wij niet hebben kunnen
vinden. Op de duur raak je er aan ge
wend, en hoor je hem niet meer".
Wij waren met een broodnuchtere
onderwijzer en een ernstig predikant
getuige van de verschijning van een
witte dame bij een landhuis, waarvoor
de grote deuren zich geruisloos open
den en weer sloten. Wij stonden hal-'
verwege de trap met de tuinman, die
nog in de nacht een huis moest versie
ren, waar de volgende 'ng een feest
plaats moest hebben, en die eensklaps
het ruisen van een zijden gewaad ach
ter zich hoorde, en een geest in de ge
stalte van een jong meisje de trap zag
beklimmen.
De verklaring
De verklaring van deze verschijnse
len is niet zo eenvoudig. Veel moet
worden toegeschreven aan de fantasie,
'angst-psychose, hysterie en autosugges
tie der bewoners. Aan de overleverin
gen en vertelsels in de buurt, aan het
feit, dat uitzonderlijk geklede en le
vende personen zich soms zo vreemd
gedroegen, dat men hen voor „heksen"
ging uitmaken en hen allerlei spook
achtige manifestaties toedichtte, terwijl
inderdaad geregistreerde geluiden ver
oorzaakt worden door werking van de
muren, het leven van dieren en -'ogels
in onbekende spelonken van het huis,
terwijl hier en daar misschien wel ech
te spoken zijn. De commissie zal dat
trachten uit te maken. Maar een vol
gende keer zulen we eens enkele van
deze spookhuizen bezoeken.
heden van de Amerikaanse luchtmacht krijgen in een cursus van twee
weken 'onderricht in het blussen van vliegtuigbranden, die het gevolg zijn
van noodlandingen, motorstoringen of neerstortingen. Enige cursisten
trachten met een brandblusapparaat de brand te bedwingen.
(Van onze diplomatieke medewerker).
„QOST IS OOST EN WEST IS WEST maar zaken zijn zaken, van Moekdem
tot Brest", aldus omschrijft James Reston, de diplomatieke correspondent
van de „New York Times", de op het ogenblik in brede Amerikaanse kringen
heersende stemming.
Reston schreef zijn artikel, nadat de Amerikaanse minister van Handel,
Sawyer, in een rede, uitgesproken bij de opening van de Canadese jaarbeurs in»
Toronto, had laten doorschemeren, dat de Verenigde Staten misschien het ver
bod op de uitvoer van industriële goederen naar Rusland en zijn satellieten,
welk verbod ook aan de zogenaamde Marshall-landen is opgelegd, zullen op
heffen.
Sawyer's uitlating is, gezien tegen de
achtergrond van de door Reston ge
schetste stemming, bijzonder interes-
rant. In een vorige beschouwing heb
ik al laten uitkomen, dat de huidige
positie van het Westen politiek en mo
reel gezond is, maar dat de vooruit
zichten in de economische sector min
der gunstig beoordeeld dienen te wor
den. Inderdaad zijn deze zo slecht, dat,
indien zich geen algehele verandering
in de structuur van het internationale
handelsverkeer voltrekt, er niet op het
welslagen van het plan-Marshall (dat
wil, dat West-Europa in 1952 econo
misch op eigen benen zal staan) gere
kend mag worden. Terecht merkt „Te
los" in het laatste nummer van de
Zwitserse „Weltwoche" op, dat Ameri
ka en West-Europa in zekere zin het
Ijzingwekkend kalm proces,
dat sommigen revolutie
noemen
(Van onze reizende redacteur)
„WIJ ZITTEN midden in een revolu
tie en wij weten het", zegt een
Engelsman wijsgerig tegen mij en hij
zucht. Toch is hij geen verklaarde
tegenstander van de tegenwoordige
regeringspolitlek, maar hij kan het
allemaal niet verwerken en hij vindt,
dat het te ver gaat, te roekeloos, te on
bezonnen, terevolutionnair. Dat is
wel een vreemde gewaarwording voor
een argeloze buitenstaander, die er
eenvoudig niets van ziet, die het alle
maal zo ijzingwekkend kalm vindt
gaan, zo koelberekend en zo schema
tisch. Over het algemeen gaat het bij
revoluties een beetje anders toe! En
toch
T°CH IS er één ogenblik, waarop ik
die revolutie „zie". Het voorval
letje speelt zich af in een goedgemeu-
bileerd vertrek van het Ministerie
i an Nationale Verzekering, dat niet te
Londen, maar ongeveer 500 km van
daar te Benton bij Newcastle is geves
tigd. Daar zetelt de heer R. Hamel-
ton Farrell, die ons mijn reisgezel
schap en mij iets zal vertellen over
zijn werk. Hij doet het met verve en
geestdrift. Dan komen de vragen los
over allerlei verzekeringsvraagstuk
ken. Ik wil weten hoe het is gegaan
met de polissen van particuliere ver
zekeringsbedrijven, die voor een groot
deel overbodig zijn geworden ten ge
volge van de vérgaande overheids
maatregelen. Die vraag bevalt hem
niet (om welke reden is mij nóg
niet duidelijk), hij wenst haar niet op
een redelijke wijze te beantwoorden
en demonstreert tegelijk een minach
ting voor de particuliere onderneming
en een geestdrift voor het overheids
bedrijf, die van een bezetenheid ge
tuigt, gelijk men slechts pleegt ^an te
treffen hij bekrompen geesten achter
het IJzeren Gordijn.
In zijn blik zie ik de Britse revo
lutie aan mijn oog voorbijflitsen. On
aangenaam, 'vijandig. Hij is de enige
Brit, die mij redeloos-boos bejegent.
Alsof ik ben gekomen om zijn werk
te ondermijnen. Het is verre van mij.
De wet op de nationale verzekering is
een maatregel, die iedere Engelsman
tegen betaling van een verplichte
wekelijkse contributie een uitkering
garandeert in geval van ziekte, onge
luk, werkloosheid, benevens een be
paald bedrag bij geboorte en dood en
een pensioen voor weduwen en ouden
van dagen. Het is niets nieuws, slechts
een samenvoeging en uitbreiding van
bestaande maatregelen. Een kostbaar
geheel: de contributie voor een man
nelijke werknemer bedraagt negen
shillings en een stuiver, d.i. 4,83 gld.
per week, waarvan de arbeider iets
meer dan de helft betaalt, n.l. f 2.60.
De wet garandeert zoveel, dat theo
retisch gesproken de (onaangetast
gelaten) verzekeringsinstellingen op
hetzelfde gebied onmiddellijk hadden
moeten wegkwijnen. Zij doen dat ech
ter allerminst en dat schijnt (zo hoor
ik achteraf) een vraagstuk te zijn, dat
velen dwars zit.
De gezondheidszorg is nog verder
uitgewerkt. Daarvoor betaalt elk gezin
zeven shillings en negen stuiver, dat
is 4,09 gld., waartegenover de staat
alle kosten voor de gezondheidszorg
op zich neemt, te weten de huisdok
ter, de geboorte van een kind, de spe
cialist, het ziekenhuis, de medicijnen,
de tandzorg, de behandeling van oog
en oor, zelfs de bril en de pruik, be
nevens de vroedvrouw en de wijk
verpleegster en al wat er verder bij'
komt.
Ook hier klopt de practijk niet hele
maal met de theorie. Want vele artsen
houden er nog seeds een privé-prac-
tijk op na zonder dat zij hun tarieven
hebben verlaagd en nog dezer dagen
hebben de dagbladen melding ge
maakt vgn een „opstand" der tand
artsen.
Al deze dingen, gevoegd bij de ene
naasting na de andere, betekenen
zeker een sociale en een economische
omwenteling, die echter geenszins
consequent wordt doorgevoerd. Mil-
lioenen Engelsen vinden nog steeds
een bestaan in particuliere bedrijven
en voelen zich volkomen onbedreigd;
175.000 Engelsen hebben nog een
privé-inkomen van meer dan 20.000
gld. 's jaars. Labour is (nog?) niet van
plan alles aan de staat te trekken.
Grootgrondbezit en dagbkdbeheer
bijv. blijven onaangetast. Maar niette
min, de veranderingen snijden diep in
het vlees van de Britse natie; zó diep,
dat de term „revolutie" toch niet
helemaal misplaatst is.
WEGGEBRUIKERS,
300 kinderen elk Jaar weer,
Vallen ten offer aan het Verkeer!
DIE ZWARTE VLEK MOET WEG!
slachtoffer van hun eigen succes ge
worden zijn. Het „terug naar het nor
male", waarnaar zij streefden, hebben
zij niet slechts bereikt, maar voor zo
ver het de productie betreft reeds
overschreden. Zelfs in een land als
Frankrijk bij voorbeeld, dat met grote
stakingen te kampen heeft gehad, is de
industriële productie hoger dan ooit te
voren. Maar een hoge productiviteit
brengt slechts welvaart als haar voort
brengselen gemakkelijk zijn te verko
pen. Stokt de afzet, dan loopt de ma
chine vast, komt er deflatie en werk
loosheid en ten slotte politieke onrust.
Geen overeenstemming.
Hier is het, waar de schoen wringt.
De ontvangers van de Marshall-hulp
hebben geen overeenstemming bereikt
over de uitschakeling van overbodige
concurrentie, over een harmonische in
vesteringspolitiek, over de vrije kapi
taalsvorming, over de vrije circulatie
van goederen en mensen. Onder deze
omstandigheden meende sir Stafford
Cripps op de laatste bijeenkomst van de
Westeuropese ministers van financiën
zijn veto te moeten uitspreken over het
Belgisch—Franse plan tot de vorming
van een gemeenschappelijke dollarpool
en terugkeer naar de vrije concurrentie
onder de Europese valuta's.
Men mag de Westeuropese landen hun
falen niet al te zeer aanrekenen. Het is
mogelijk, dat sómmige volken een
„Amerikanisering" van hun economie
niet overleefd zouden hebben, zonder
aan hun culturele en politieke structuur
onherstelbare schade te berokkenen.
Rationalisering zou deze landen dwin
gen een wijdvertakt klein-burgerdom te
proletariseren. De „Weltwoche" noemt
in dit verband de strijd, die op het
ogenblik om de afschaffing van de Pa-
rijse conciërges gevoerd wordt, symbo
lisch.
Amerikaanse concurrentie.
j^IJ DIT ALLES komt nog, dat de kans
om op de vrije wereldmarkten
tegen de Amerikaanse industrie te kun
nen concurreren voor West-Europa op
het ogenblik nog kleiner is dan vóór
1940. Tijdens de oorlog immers heeft
zich het verschil in de prestatie der
arbeiders en in de technische uitrusting
nog verdiept. En dat de Amerikanen
zich vrijwillig van bepaalde markten
zouden terugtrekken en zichzelf werk
loosheid en een economische crisis op de
hals zouden halen, is natuurlijk volko
men onaannemelijk, al was het alleen
maar, omdat de opvatting „zaken zijn
zaken" zich daartegen verzet.
Voor de Westeuropese industrie blijft
daarom als mogelijk afzetgebied slechts
Oost-Europa en het Russische wereld
rijk over. Tot op het ogenblik echter
verbieden de overeenkomsten, die de
Marshall-landen met Washinton hebben,
d levering van tal van goederen aan
genoemde gebieden, omdat de Amerika
nen niet wensten, dat met de door hen
verleende hulp een mogelijke vijand
versterkt werd. Gesteld echter tegen
over twee kwaden werkloosheid, eco
nomische crisis en politieke onrust in
West-Europa met inbegrip van West-
Duitsland, en versterking van een po
tentiële vijand schijnen de Amerika
nen tot de overtuiging gekomen te zijn,
dat aan het tweede, als het minst ge
vaarlijke dvoorkeur moet worden ge
geven.
Voor West-Europa is thans de tijd
gekomen, te overleggen, hoe het zich als
een eenheid met Oost-Europa op zaken
kan inlaten. Overeenkomsten van land
tot land zouden al te gevaarlijk zijn. De
gevolgen, welke Schacht's bilateralisme
indertijd voor sommige Balkanstaten
heeft gehad, bewijzen, dat de zwakkere
handelspartne. gemakkelijk volkomen
afhankelijk van de sterkere kan worden
gemaakt.
van Coventry, waar burgemeester
W. H. Malcolm mijn reisgenoten en
mjj ontvangt, hangt een merkwaardig
schilderjj, voorstellend een Middel
eeuwse stad, waarvan de straten ol-
komen uitgestorven zijnbijna al
thans, want op O voorgrond rijdt op
een helderwit pa-rd een beeldschone
vrouw in Eva's costuum. Als mjjn oog
getroffen wordt door deze vreemd
soortige voorstelling komt wethouder
V. A. Hammond naast mjj staan om
mij de betekenis er van uit te leggen.
Die dame, zegt hij, is onze beroem
de lady Godiva, zeven eeuwen geleden
de echtgenote van hertog Lecfrac van
Marcie, die regeerde over deze stad
mpt een gestrenge hand. Hij was een
hardvochtig heerser en de belastingen,
die hij hief, waren zo schrikbarend
hoog, dat de burgerij ten slotte de
stoute schoenen aantrok en een af
vaardiging zond om te klagen over het
ondragelijke juk. En wat was het ant
woord? Slechts op deze voorwaarde,
riep de hertog uit, zal ik de belastin
gen verlagen, dat mijn eigen vrouw op
een wit paard geheel- ongekleed door
de stad zal rijden. Hij was er van over
tuigd, dat aan die voorwaarde nim
mer zou worden voldaan. Maar lady
Godiva had diep medelijden met de be
volking en verklaarde zich bereid de
zonderlinge wens van haar gemaal in
te willigen. Het uur van de rit werd
tevoren bekend gemaakt. En wat ge
beurde er? Alle burgers bleven bin
nenshuis en sloten de luiken. De her
tog was dermate getroffen door de
houding van de stedelingen, dat hij
inderdaad de belastingen verlaagde.
Ondragelijk hoog.
WAAROM IK U deze geschiedenis
navertel? Wel, uit tientallen gesprek
ken, die ik tijdens mijn verblijf in En
geland heb gevoerd, is mij steeds weer
gebleken, dat op het ogenblik niet
slechts die ene stad, maar heel 't Ver
enigd Koninkrijk zit te wachten op een
lady Godiva, want voor zeer velen
zijn ook thans de belastingen ondra
gelijk hoog. Het is moeilijk een verge
lijking (met Nederland te trekken, om
dat de beide heffingsstelsels zo zeer
verschillen, maar mijn indruk is toch,
dat de Engelsman dieper gebukt gaat
onder de eisen van zijn minister van
Financiën dan de Nederlander doet.
Zeker, ook in ons land ondervinden
zeer velen de belastingen als een on
dragelijke last, maar daar staat te
genover, dat vele anderen en wel
licht is hun aantal groter dank zij
een kroostrijk gezin zich mogen koes
teren in een betrekkelijk milde behan
deling door de ontvanger. Maar als op
vrijwel alle handelswaar een omzetbe
lasting wordt geheven van 33 tot 67
pet. en soms nog een fikse weeldebe
lasting bovendien en dat is, om een
enkel voorbeeld te noemen, in Enge
land het geval dan ondervindt elk
een daar de gevolgen vjm.
Die gevolgen tekenen zich af in het
dagelijks leven van de Engelsman. De
genaaste spoorwegen werken met ver
liezen, de genaaste luchtvaartmaat-
Een Amerikaanse correspondent van
de „Human Events" heeft er over ge
dacht, wat er wel zou gebeuren, wan
neer Adolf Hitier op het ogenblik
voor een Duits tribunaal gedenazifi
ceerd zou worden. Hij vermoedt, dat
Hitier vrijgesproken zou worden en
formuleert dat op een satyrische,
scherpe manier op de volgende gron
den:
1. De betrokkene kon onder ede en
onder overlegging van openbare be
wijzen overtuigend aanvoeren, dat
hij tot einde Augustus 1939 nauw met
de grote democratieën heeft samen
gewerkt. Daarmede had hij zijn lief-
dt voor vrijheid en vrede overtuigend
bewezen.
2. Van die tijd af, van 1939 tot 1941,
werkte de betrokkene nauw samen
met de Sowjetunie en genoot haar
medewerking en vriendschap. Hij on
dersteunde loyaal het streven van de
Sowjetunie, dat later door Roosevelt
als het „streven van een grote demo
cratie" werd aangeduid.
3. De betrokkene heeft alles gedaan
wat in zijn macht was om de neder
laag van het Duitse leger te bewerk
stelligen. Zijn handelingen als opper
ste bevelhebber van het leger bewij
zen, dat hij met opzet en met succes
de Duitse oorlogsactiviteit gesabo
teerd heeft.
4. Voordat de vonnissen in Neuren
berg werden uitgesproken, had de be
trokkene een belangrijk aantal lei
dende Duitse generaals ter dood
bracht. Vooral tegen de samenzweer
ders van 20 Juni 1944, die immers door
een officie IV Amerikaanse spreker
zijn gekwalificeerd als „Junkers" en
m ilitainsten, die heel wat gevaar
lijker waren dan de Nazi's en van
plan waren om de Duitse weermacht
voor een derde wereldoorlog te be
houden, wist de betrokkene uiterst
doelmatig op te treden.
5. Tenslotte heeft de betrokkene het
bewijs kunnen leveren, dat hij door
zijn bondgenootschap met Benito
Mussolini het slachtoffer van het fas
cisme geworden is.
schappijen werken met verliezen, de
regeringsvoedselinkoopbureaux voeren
alleen het hoogst noodzakelijke in e«
werken dan nog vaak met verliezen,
alle ten koste van de belastingbetaler.
De omvangrijke sociale maatregelen
kosten alle geld, veel meer geld dan
voorheen, al staat er dan ook een gro
tere veiligheid tegenover. Maar nle*
mand kan er zich geheel of ten dele
aan onttrekken, ook al wil hij het risi
co zelf dragen. De bouw van wonin
gen geschiedt voor 80 pet. door de
overheid en ook dat levert al geen
winst op. En dan moet er nog een
overschot op de begroting zijn
Gemoedelijk grommen.
Wat betekent dit in de practijk voor
de enkeling? Dat hij slechter te eten
krijgt. Zeker, er zijn meer aardappe
len, groente, er is meer brood, melk
en vis, maar is minder suiker, minder
boter, minder vet, er zijn minder eie
ren en er is vooral minder vlees. Vol
gens officiële gegevens wordt er in de
laagste inkomenklassen echter beter
gegeten dan vroeger, hetgeen alleen
maar kan betekenen, dat het toen nog
slechter moet zijn geweest. Alles is
nog op de bon, behalve brood, aard
appelen, vis, verse groenten en koffie.
Kleding is van de bon; er zijn minder
kolen voor de kachel beschikbaar dan
vroeger, maar er wordt veel meer gas
en electriciteit gebruikt. Het motor-
verkeer is zo duur, dat het verkeer
met eigen wagens op de weg op een
derde van vroeger wordt geschat.
De berusting, waarmede een zege
vierend volk al deze beperkingen aan
vaardt, is bewonderenswaardig. Het
eist geen oorlogsbuit, geen vette kluif
uit de pot van de verslagen tegen
stander die in sommige opzichten'
zelfs beter te eten heeft! het neemt
de dingen zoals ze zijn. Zonder enig
protest? Niet helemaal. De ontevre
den huisvrouwen hebben hun gevoelens
lucht gegeven door voor de gemeente
raden anti-Labour te stemmen. De on
tevreden spoorwegarbeiders doen dat
op het ogenblik door te staken voor
„het recht om in eigen bed te slapen".
De buschauffeurs plegen lijdelijk ver
zet door een langzaam-aan-actie. De
Hogerhuisleden verlangen, dat de
naasting van de- staalbedrijven pas na
de volgende verkiezingen van kracht
zal worden.
Zo gromt de Engelsman tegen zijn
veeleisende regering, maar hij doet 't
nog uitermate gemoedelijk.
(Van onze correspondent te Helsinki)
JJET FINSE PARLEMENT Is na de
Pinksterdagen bijeengekomen om
zich te beraden over de begroting van
na de oorlog. Het schijnt, dat evenals
in Februari, de toekomst van het ka
binetFagerholm afhangt van een
kleine stemmenmeerderheid. Door ei
gen verdiensten en door de omstandig
heden begunstigd, zou de positie van
Fagerholm versterkt zijn. Tot op be
paalde hoogte verloopt de binnenland
se ontwikkeling eigenlijk in omge
keerde richting. De normalisatie van
het grondwettige leven versterkt na
melijk in het burgerlijke kamp de me
ning, dat een regering mogelijk is, die
meer overeenkomt met de meerderheid
van het parlement.
De sociaal-democratische fractie van
Fagerholm heeft slechts 54 van de 200
zetels; bovendien steunt zij daarboven
op de Vakverenigingen, die sinds het
voorjaar meer en meer onder sociaal
democratische vlag varen. In het kort
geleden in Helsinki gehouden congres
van Finse vakverenigingen konden de
socialisten met de grote meerderheid
van 150 stemmen optreden en alle com
munistische tegenvoorstellen afwijzen.
De parlementsverkiezingen, die vo
rig jaar in de herfst gehouden zijn, ein
digden met een overwinning van de
burgerlijke fracties, die tezamen 180
zetels kregen en hebben de landbouw-
partij tot de sterkste fractie gemaakt.
De grootste persoonlijkheid van deze
partij, de tegenwoordige president van
de Rijksdag, dr. Kekkonen, heeft her
haaldelijk gestreefd naar de functie van
minister-president van een coalitie-re-
gering. Tot diep in de kringen van
zijn eigen fractie heerst echter een
sterke afkeer tegen de poging van een
burgerlijke regering, waarbij de beide
arbeiderspartijen en de vakverenigin
gen in de oppositie zouden komen.
Sympathieker staat men tegenover
de idee van een kabinet naar 't voor
beeld van Caj ander, waarin landbou
wers, socialisten en liberalen samen
werkten. Fagerholm is echter niet be
reid, om te capituleren voor de druk
van de oppositie en zich als coalitie
partner ter beschikking te stellen. Ook
de positie van de president van de
staat hangt hiermede samen. Paasiyiki
zal een nieuw mandaat slechts aanne
men, wanneer het hem door alle kie
zers van de partijen, die trouw aan de
ge- j staat zijn, wordt aangeboden.
TROUWPLECHTIGHEID
AUTO.
PER
Voor het eerst in de geschiedenis van
Urk vond dezer dagen een trouwplech
tigheid plaats per auto. Het betrof hier
het huwelijk van mej. Scheffer, woon
achtig aan de Sluisput te Urk. Het
huwelijk werd burgerlijk vertrokken
te Emmeloord en kerkelijk ingezegend
in de Ned. Herv. kerk te Urk.