„Spookhuizen' langs de Vecht
flisïïi#
Hei amateurtoneel
Ontmoeting in
Djokja
Kamerplanten
Mevrow Spoor naar
Nederland
Berlijnse spoorwegstaking
wordt voortgezet
als opvoedkundige factor van het
maatschappelijk leven
Grote partij opium in
beslag genomen
Oostenrijks leger moet
op tijd klaar zijn
Er blijft niet veel ever ven de wonderlijke verhelen,
die van ouder op kind gaan
„MEVROUW. WE KOMEN het spöok
bezichtigen" Zo hadden we kun
nen beginnen, nadat ons de deur was
opengedaan. Maar we hadden dan mis
schien ruzie gekregen. Dus pakten we
de zaak anders aan. Uit de gegevens
van de enquête hebben we een keus
gemaakt en enkele huizen in ons no
titieboekje opgeschreven. Onze keus
viel op Loenen a/d Vecht waar in drie
patriciërshuizen lang of kort geleden
spookachtige verschijnselen waren
voorgevallen. En deze huizen hebben
we bezocht.
Mevrouw, mogen we even binnen
komen zo vingen we heel voorzich
tig aan, toen mevrouw Sondaar, de
♦rouw van een schilder en beeldhou
wer, ons open deed op huize „Oud-
Over" We werden toegelaten in een
gezellig gemeubeld vertrek vol exoti
sche kunstschatten. Op de buitenplaats
„Oud-Over" zo wil het verhaal -
zou ongeveer vijftig jaar geleden tel
kens op Wet middernachtelijk uur
Kenï> ujj wet uuuuernacnteiijk uur ptaatat udt mj met
iemand, die 'n ketting achter zich aan- weet of de verschijnselen aan het huis
_ittov, jverbonden warpn Har» woi v.™
sleepte, van de zolder door de gang
naar beneden gegaan zijn. Oude Loe-
nenaars weten van dit verhaal weinig
meer af; ze vertellen echter wel een
andere geschiedenis in geuren en
kleuren. Er woonde een halve eeuw vl
geleden een familie op dit buiten, wel- door
ke een dienstbode had, die naast de
mangelkamer in een van de zijvleu
gels sliep. Om middernacht werd er
gebeld; de gedienstige sprong het bed
uit en opende de deur: Niemand te
flen. Argeloos ging ze weer naar bed,
denkend dat haar door een of andere
vrijer een poets gebakken 'was. Maai
de volgende nacht herhaalde zich het
bellen en weer was er niemand. Dit
gebeurde zo nachten achtereen en toen
maakte de dienstbode zich benauwd.
De politie werd uitgenodigd de wacht
te betrekken en de oude veldwachter
zocht zich een schuilplaats achter de
heg. De bellentrekker bleef uit; ook
de volgende nacht. Toen gaf de „sterke
arm" er de brui aan en sliep weer
thuis. Die nacht ging de bel weer en
het meisje slonk in haar bed tot een
rillend hoopje. Weer werd de politie
er in gemoeid. Wacht, dacht de veld
wachter; ik zal net doen of ik waak
vannacht, maar ik ga lekker thuis pit
ten. Ik zal wel een cent achter de bel
klemmen, die eruit valt als de bel
overgaat. Zo gezegd zo gedaan. De vol
gende mogen was Leiden of liever Loe
nen weer in last; de dienstbode had
weer horen bellen. Een onderzoek
wees echter uit dat de cent nog op zijn
plaats zat. Toen luidde het nuchtere
advies van de veldwachter: die meid
een emmer water over d'r kop en het
huis uit! Dat is dan ook gebeurd.
Van deze beide verhalen weet het
echtpaar Sondaar weinig; ze hebben
er eens wat over gehoord, maar dat is
dan ook alles. Zelf hebben ze in het
onlangs gerestaureerde buiten nooit
last ondervonden en ze zijn ook na ons
bezoek niet beducht geworden.
Bosch en Vecht
CEN EIND VERDER ligt het prach
tige „Bosch en Vecht", ook een pa
triciërshuis dat ons herinnert aan de
rijke dagen van onze kooplieden. Op
dat buiten woonde in 1932 de schilder
F. Meijer, die, zoals hij zelf in een
brief beweert, nogal critisch tegenover
para-psychologische verschijnselen
stond. We volgen zijn verslag even op
de voet: „De huurprijs 40.per
maand) scheen ons nogal laag voor
zo'n groot huis.Enfin, enkele ver
trekken van dit huis meubileerde ik
met zeer primitieve middelen, de an
dere alleen maar met plannen. Mijn
vrouw voelde zich in deze woning on
behaaglijk. Soms dachten we 's nachts
geluiden te horen, alsof er een klink
van een buitendeur werd gelicht, maar
lucifers die er door mij ten controle
waren neergelegd, bleven onbewogen.
Op een nacht in December hoorden
we een harde slag. Mijn eerste indruk
was dat er buiten een auto tegen de
boom reed. We luisterden nog even,
maar hoorden niets meer. Wel'had ik
het petroleumlampje uitgeblazen om
te voorkomen dat nieuwsgierige buren
door de luiken gluurden. Het onder
klepje van de brandende Sallemander
in onze slaapkamer gaf nu een rood
achtig schijnsel. Plotseling scheen er
iets door mijn haar te strijken. Een
stem met een onaangenaam schrille
klank riep mij iets toe, ongeveer als:
„Ja doe het licht maar uit". Tegelij
kertijd zag ik (droombeeld of halluci
natie) een leger rode wandluizen die
in ordelijke formatie opmarcheerden in
het schijnsel van de kachel. Kort daar
na zag ik vrij dicht bij mij, op onge
veer een meter hoog van de vloer bo
ven het bed een mannenkop, alsof die
getekend stond met de uitdovende dra-
UBBÊmmmm
Hier, op Oud-Over, woonde het
meisje dat bel-koortsen had.
den van een electrische gloeilamp. Hij
had een strooien hoed op, die hij met
een ironische grijns voor me afnam..,!
Van dit alles zei ik 'niets tegen mijn
vrouw. Ik praatte mezelf in, dat ik
gedroomd had. Na een week het
was al vrij laat in de avond zag ik
mijn vrouw plotseling met wijd-open
ogen naar een houtskooltekening sta
ren, die aan de muur hing. Ze zag daar,
zoals ze later vertelde een kop, zo on
geveer als ik had gezien. Daar ze ge
heel verstijfd scheen, droeg ik haar
naar buiten, waarna we een wandeling
maakten. Nog lange tijd behield mijn
vrouw die wijd-gesperde ogen. De dag
na het voorval consulteerden wij een
dokter, die nogal sceptisch deed.
Een eigenaar van een restaurant in
Breukelen had dergelijke verschijnse
len al meer vernomen en bevestigde
het een en ander.
Ziedaar het verslag van een nuchter
mens, die zelf in zijn aantekeningen
de opmerkingen plaatst dat hij niet
verbonden waren dan wel dat hij ze
zelf misschien projecteerde.
Het gebeurde dus in 1932!
„Trees" van Bijdorp
QOK OVER Huize „Bijdorp
„ujjuui p is er een
verhaal, dat ons op sappige wijze
een oude tuinder, J. Dolman,
wordt opgedist. Op ..Bijdorp" woonde
een familie, Dr. Valkenhof (nog een
„soort" adel) die ten slotte uitstierf
op de jongste dochter na. „Trees" heet
te ze. en ze bleef alleen achter in dat
grote huis. Toen ze oud was geworden
ging ze zich zonderling kleden hele
maal in het zwart, scharrelde de hele
dag in de tuin rond; een wilde tuin,
waar geen bloem het onkruid meer
kon verdringen.
Als er eens een dorpbewoner, haar
vroeg: Zeg Trees ben je niet bang, zo
alleen, dan kraste ze terug: De eerste
de beste die 4ne kwaad doet, schiet ik
met een revolver dood.
Men begrijpt dat „Trees" het slacht
offer werd van de opvoedingslust der
Loenenaars. Kinderen werden niet
meer met het kolenhok of het lucifer
gesticht bedreigd, maar hen werd uit
levering aan „Trees" beloofd. Zo werd
deze eenzame vrouw een symbool van
kwaad. Daarbij kwam nog dat ze be
paald onzindelijk was. Het wemelde
er van de vlooien, zo zeer, dat het huis
toen ze overleden was, weken lang
gezuiverd moest worden.
Ook dat overlijden zelf was bijzon
der. Op een gegeven dag werd er niet
opengedaan en een bezoekster zag
„Trees" op de grond liggen in de voor
kamer. De politie kwam erbij en een
dokter constateerde een beroerte. Ze
werd naar het ziekenhuis gebracht en
bleef nog enige dagen in leven. Ze
gebruikte niets meer behalve.elke
dag een borrel!
Zo ging „Trees" heen. En die Trees
moet hier later gespookt hebben! ver
telt Dolman, die het nogal grappig op
vat en er niet onrustig onder is. Trou
wens in heel Loenen, waar dus drie
geregistreerde huizen staan, is er nie
mand bepaald onrustig onder.
Huize Bijdorp, waar „Trees" rondspookte.
Twee oude afgevaardigden
raakien slaags
Het 83-jarige democratische lid
van het Amerikaanse Huis van
Afgevaardigdeii Adolph Satbath
(vertegenwoordiger van de staat
Illinois) was in debat met zijn
89-jarige democratische collega
uit Georgia. Laatstgenoemde ont
stak dermate in toorn, dat hij op
,een gegeven ogenblik het geachte
lid uit Illinois een klap op de
mond gaf en diens bril afsloeg.
Deze aanval werd door Sabath
beantwoord met het plaatsen van
een rechtse en een linkse hoek
op het gezicht van Cox, waarna
andere afgevaardigden erin
slaagden de strijdenden te schei
den.
De oorzaak van de twist was
een dispuut over de vraag, of de
83-jarige afgevaardigde zijn 69-
jarige collega al dan niet spreek
tijd zou verlenen bij het debat
over het wetsontwerp betreffen
de de woningbouw.
Mevrouw de weduwe SpoorDijkema
vertrok gisteravond voorgoed naar Ne
derland. Zij heeft haar werk in het be
lang van de gewonde en zieke militairen
en hun verwanten, overgedragen aan
mevrouw Simons, die haar reeds gedu
rende enige maanden heeft vervangen.
Mevrouw Spoor wil echter trachten, ook
in Nederland werkzaam te blijven in
het belang van de militairen overzee en
wel door huisbezoek enz. Zij zal trach
ten zich nuttig te maken in elk geval
waarin persoonlijk contact van waarde
zou kunnen zijn.
De leiders van de Berlijnse spoor
wegstaking hebben de aanbeveling
van de Westelijke commandanten tot
hervatting van het werk op de door de
spoorwegdirectie aangeboden voor
waarden van de hand gewezen. Men
besloot tot voortzetting van de staking.
Men h-oudt vast aan de eisen van uit
betaling van de lonen voor de Weste
lijke spoormannen voor honderd pro
cent in Westmarken, erkenning van de
stakende vakbond en achterwege laten
van représaillemaatregelen.
WANNEER U ALS KLEIN KIND door Uw ouders aan de piano wordt gezet
om Uw muzikale opvoeding te beginnen, is de eerste stap gedaan op dei
lange weg, die voert van „Jan daar ligt een kip in 't water" tot de Waldstein-
sonate. Het is een weg van veel studie, van menige zweetdroppel en misschien:
ook menige R'aan, die ten slotte na vele jaren leidt tot het ogenblik, dat U in
staat bent om in huiselijke kring als amateur Uw nummertje ten beste te geven.
Mogelijk treedt U ook eens op ter gelegenheid van een schoolfeestje, maar ho
ger zullen Uw aspiraties in de overgrote meerderheid der gevallen toch wel;
niet reiken. Immers het concertpodium is voor de beroepsartist en slechts de;
hoogbegaafde amateur waagt zich bij hoge uitzondering op het muzikale plat
form. Hoe anders is het gesteld bij detoneelspeelkunst, ja, lieve lezers en leze
ressen, het gaat om de laatste lettergreep. Hij, die zich geroepen voelt, die de.
innerlijke drang heeft om toneel te spelen, wordt lid van een amateurtoneelver
eniging, althans indien hij dit vak niet als beroep kiest. Meestal zonder enige
voorbereiding komt hij op de planken te staan, in h'et begin hopenlijk in een
kleine rol, maar, als hij enig talent heeft, al heel gauw in een meer belangrijke
en hij werkt mee aan een uitvoering, soms in een „echte" schouwburg en speelt
toneel voor een betalend publiek.
TK GELOOF, dat een van de grootste
moeilijkheden, waaronder ons ama
teurtoneel gebukt gaat, ligt in de om
standigheid, dat zijn beoefenaars niet
beseffen, dat ook voor het toneelspel
studie, ja zelfs langdurige studie, nood
zakelijk is. Spreektechniek, dé kunst
om zich te bewegen, begrip van de
tijd en de sfeer, waarin het stuk speelt,
deze zijn nog maar enkele der vereis
ten, waarvan de amateurtoneelspeler
veelal geen flauw besef heeft. Hij ver
trouwt doorgaans op zijn inspiratie en
op wat hij als aangeboren talent be
schouwt, met alle gevolgen van dien.
Spelverbetering is een van de be
langrijkste voorwaarden, om het ama
teurtoneel op een hoger plan te bren
gen, en het is nuttig om na te gaan,
waar deze spelverbetering moet begin
nen. Het is een uitzondering, als een
amateurvereniging zo gelukkig is en
financieel in staat om een beroepsre
gisseur, en dan natuurlijk één met
paedagogische talenten, in dienst te
kunnen nemen. Gewoonlijk zwaait een
amateur-regisseur de scepter, een man
die óf uit hoofde van zijn maatschap
pelijke positie een leidinggevend figuur
is in zijn dorpsgemeenschap, óf die
door jarenlange ervaring in het ama
teurtoneel een zeker geestelijk over
wicht heeft verkregen op zijn medele
den. Het is wel duidelijk, dat van deze
groep van personen de verbetering van
het amateurtoneel moet uitgaan, en
het is dan ook van het allergrootse
belang, dat de scholing begint bij de
amateur-regisseur. Het is de verdien
ste van de Nederlandse Amateur To
neel Unie dat zij, volgende in de voet
stappen van haar oudere zuster, de
British Drama League, dit vraagstuk
met kracht heeft aangepakt. Door het
geven van regie-cursussen, door t bij
eenbrengen van regisseurs en adspiran -
regisseurs in toneelkampen, wordt met
kracht gewerkt aan een verbetering
van het spelpeil door in de eerste
nlaats de toekomstige regisseurs de be
ginselen van het toneelspel bij te bren
gen De resultaten van dit werk zal
men pas over vele jaren kunnen vast
stellen, doch ik twijfel er niet aan, dat
binnen tien jaar het Nederlandse ama
teurtoneel zich op een veel hoger ni
veau zal bevinden, zowel speltechnisch
ontwikkeling van het amateurtoneel
ontwikkeling van het amateuroneel
zal, naar ik verwacht, tegelijk een gro
tere belangstelling opwekken voor de
toneelspeelkunst in het algemeen en
voor de uitvoeringen van het beroeps
toneel in het bijzonder. Het is nog
steeds een gerechtvaardigde klacht van
het beroepstoneel, dat de beoefenaars
van het amateurtoneel zo opgaan in
hun eigen liefhebberij, dat zij maar
weinig belang stellen in de uitingen
van het beroepstoneel, waarop zij in
vele gevallen zelfs geringschattend
neerzien. Het zal zover moeten komen,
dat de amateurtoneelspelers vaste
bezoekers worden van de schouwburg,
omdat het beroepstoneel, ondanks zijn
tekortkomingen, toch de eerste drager
is van de toneelcultuur.
LIET AMATEURTONEEL kan belang
rijk-bijdragen tot de vorming en
ontwikkeling van de geest. In Engeland
wordt Shakespeare gespeeld door
mensen uit alle rangen en standen,
soms op de meest primitieve tonelen.
Misschien juist daardoor kan men in
Engeland genieten van zoveel goede
en eerlijke Shakespeare-voorstellingen.
Wij in Nederland, die gewend zijn om
Shakespeare-voorstellingen van het be
roepstoneel meestal te zien in de pom
peuze Reinhardt-traditie, durven als
amateurs deze grote onder de toneel
schrijvers nauwelijks te benaderen.
Maar ziet wat er gebeurt, wanneer
een kleine dorpsgemeenschap, zoals in
het Drentse dorpje Diever, zich plot
seling met inzet van alle krachten gaat
werpen op een voorstelling van de
Midzomernachtsdroom in 't openlucht
theater aldaar. Natuurlijk een voor
stelling stikvol met fouten en tekort
komingen, maar welk een geestelijke
rijkdom voor de bevolking, die zich
geconfronteerd zag met een van de
schoonste stukken van de wereldto
neelliteratuur. Deze voorstelling in dit
kleine plaatsje bevatte meer opvoed
kundige waarde voor de bevolking
dan alle stukjes, die de plaatselijke
vereniging anders in jaren placht te
vertonen. Voor degenen, die medege
werkt hebben aan deze opvoering, was
dit een gebeurtenis, waar men nog
steeds over spreekt; zij werden genood
zaakt zich te verdiepen in de dichter
Shakespeare, het tijdperk, de costumes,
de muziek en bovenal de geest, .die,
noch voor, noch na deze begenadigde
schrijver ooit is geëvenaard.
J7R ZIJN TWEE factoren in het ama
teurtoneelspel, die naar mijn me
ning in hoge mate bijdragen tot de ont
wikkeling van zijn beoefenaar, en wel
het spreken en het zich bewegen. Goed
spreken is een van de allereerste ver
eisten op de planken. Goed spreken,
dat wil zeggen duidelijk en gearticu
leerd spreken, zodat niets van de tekst
verloren gaat en toch ook weer zo, als
of de toneelspeler geheel natuurlijk
spreekt. Toneelspel is het werkelijke
leven, gezien door een vergrootglas
Dit geldt ook voor de stem en bovenal
voor de dictie. Indien men op het to
neel zou spreken, alsof men in de
huiskamer ware, dan zou de zin der
woorden het publiek niet bereiken en
geen effect sorteren. Vandaar de zo
noodzakelijke studie, zoWel voor de
stem alsook voor het zeggen van de
tekst. Vandaar, dat het noodzakelijk is
bepaalde adempauzes te maken, kom
ma's, dubbele punten en vraagtekens
duidelijk te laten horen, waarbij toch
natuurlijk alle overdrijving zorgvuldig
moet worden vermeden. De stem moet
geoefend worden en de tekst moet
nauwlettend worden bestudeerd. Dit
oefening voor de stem en voor het zeg-
eist studie en scholing. Geen betere
gen van tekst dan het declameren van
gedichten. Niets is ook moeilijker, want
bij het voordragen is alles uit den bo
ze, wat ook maar enigszins zweemt
naar valse pathos. Ik juich de declama
tiewedstrijden, die onze rederijkersver
bonden, zoals het Groningse en het
Drentse, geregeld uitschrijven, van
harte toe. Menigmaal heb ik het ge
noegen gehad om zitting te hebben in
een jury. Er werd meestal door de
deelnemers veel gezondigd tegen de
regels, maar dikwijls werd men ook
getroffen door de zuiverheid van into
natie en besefte men, hoeveel studie
voorafgegaan was aan het uitspreken
van een soms zo eenvoudig gedicht.
Met het spreken moet in één adem
het zich bewegen worden genoemd.
Hoe ongelukkig voelt de beginneling
zich op het toneel. Waar blijft hij met
zijn armen, zijn handen, zijn benen, ja,
zijn gehele lichaam? De grondbeginse
len van de techniek van het zich bewe
gen zijn zo eenvoudig, maar deze die
nen te worden geleerd en er moet
iemand zijn, in dit geval de regisseur,
die het hoe en waarom duidelijk weet
te verklaren. Het is als met het bestu
ren van een auto: de eerste tijd denkt
men aan alle pedalen, aan de knoppen
en de remmen en aan het verkeer op
de weg, maar al heel spoedig let men
alleen op het verkeer en gaan alle
handelingen geheel automatisch. Zodra
men zich niet meer bewust is van zijn
lichaam, is het ogenblik gekomen, dat
men zich volledig 'kan instellen op de
tekst en op de tegenspeler (s) en dan
is ook het ogenblik gekomen, dat een
begin gemaakt Wordt met werkelijk
toneelspel.
Het toneelspel voedt zijn beoefenaar"
op. Het dwingt hem zich te verdiepen
in de techniek vA het spel en in het
stuk, waarin hij een rol speelt. Het eist
van hem inspanning. zelfdiscipline,
ijver, sportiviteit, het zich niet op de
voorgrond dringen, en bovenal vraagt
het de speler zich te beschouwen als
een klein radertje in een machine. De
rol van de dienstknecht is immers even
belangrijk als de hoofdrol.
J. DE BLIECK.
Op 29 Juni 'zal Z.K.H. Prins Bernhard der Nederlanden zijn 38ste verjaar
dag vieren. Een foto van Prins Bernhard, gemaakt in zijn werkkamer.
Er liggen nog sporen van de nacht in
de lucht, als ik met mijn koffer op het
vliegveld van Djokja sta. Het is nog
niet warm en daarom ga ik wat rond
wandelen. Als ik terugkom is er een
wagen met koelies aangekomen en deze
zijn bezig met het uitladen van de
bagage van de straks arriverende andere
passagiers. Nu klimt de zon al en ik
zoek de schaduw van de bagagetent van
Coördinatie Militair Vervoer. Mijn kof
fer staat er met het plakkaat „Batavia".
Ik ga er op zitten en staar naar de zon-
bevloeide vlakte. Het is hier nu tame
lijk rustig, denk ik.
Twee koelies sjouwen een grote hut'
koffer langs me heen. Ik moet mijn be
nen intrekken en kijk naar die formi
dabele kist. „Alkmaar" staat er op, in
grote witte letters. Het staat er vrien
delijk, want' ik kom uit Alkmaar en die
naam roept je opeens een stuk gezellig
heid voor de geest. Dan kijk ik naar de
naam en ben aangenaam verrast als
blijkt dat dit een schoolvriend van me
is. Ik heb lang met hem opgetrokken.
Hij kwam later naar Indonesië dan ik.
Daarom voel ik me wat trots, kan ik
straks met het air van „Ik zit hier toch
altijd een beetje langer" met hem pra
ten. Want hij moet hier ook komen.
Zeker een overplaatsing of misschien
verlof.
Zijn kist wordt in het'gras gezet en de
koelies halen een plunjezak ook met
zijn naam er op. Dit moet een overplaat
sing zijn, want zoveel bagage neem je
niet mee op verlof. En bovendien: een
soldaat en Kees helemaai, laat nooit zijn
ransel alleen, want daarin zit zijn maar
schalksstaf. Ik lach inwendig als ik aan
hem denk. Hij wilde officier worden.
Ik zit de koelies aardig in de weg.
Weer dragen ze een,»koffer. Deze is van
een Amsterdammer. De voor oninge-
Wijden onontcijferbare nummers van
zijn onderdeel staan er op. Ik tel ze
terug: peloton compie, bataljon, regi
mentverroest, van mijn vroegere
'onderdeel. Ja, die naam ken ik. Als ik
zijn gezicht zie weet ik het vast. Dat is
nogeens leuk. Weer eens echt gezellig
praten over dat goeie ouwe bataljon.
Gek, nu is hqt ineens dat „Goeie ouwe",
en vroeger.... Och, zo gaat het altijd.
Het vliegtuig is intussen geland. Het
vervoerde groenten en fruit. Een drie
tonner lost de lading. De koelies wer
ken sneller, want met een kwartier
moet de machine vertrekken. Ze zeulen
ook met mijn koffer en zetten hem bij
de zeer aanzienlijke berg bagage.
„Habis" zegt een stem in de bagage
tent en de laatste plunjezak komt voor
bij. Ik kijk weer naar die naam en
krijg een schok als ik zie dat dit een
jongen uit mijn eigen straat is. Hoe be
staat het. Drie kennissen op één dag. Ik
bereid me al voor op een offensief van
vragen. Dat wordt een echt naaikrans-
praatje straks, denk ik.
Ik loop achter de sjouwende koelies
aan en ga op de kisten zitten. Ik denk er
over om me te verbergen als de jongens
komen. Leuk, zo 'n presentje bij je kist.
Zal je die gezichten zien. Waar zouden
7.c naar toe gaan? Ik buk me en kijk
naar het papier, dat ik straks al zag,
dcch w-ar ik geen aandacht aan schonk.
Dan sta ik heel alleen in het gras cn
Alkmaar lijkt zo eindeloos ver weg.
Langzaam herlees ik het opgeplakte pa
pier. ..Aan HKAG. te Bandung. Goede
ren overleden militair...."
Het staat op alle kisten van deze
stapel
(Uit: „Wapenbroeders")
In de nacht van Dinsdag op Woens
dag is de centrale recherche van
de Amsterdamse politie er in geslaagd
'n grote partij in totaal drie-en-een-
halve kilogram bereide en onbereide
opium beslag te leggen.
De opium is vermoedelijk afkomstig
uit Rotterdam en was in het bezit van
de Chinees Ch. A. S., die in de Keizerstr.
woont. Het was de centrale recherche
ter ore gekomen, dat zich in dat huis
verdovende middelen bevonden, zodat
een onderzoek werd ingesteld. De
opium was onbereid en verpakt in pak
ken van ongeveer een pond. Van het
huis in de Keizersstraat leidde een
spoor naar een Boardinghouse in dë
Binnen Bantammerstraat en daar werd
eveneens opium aangetroffen, namelijk
24 pakjes van ongeveer een gram be
reide opium, klaar voor het gebruik
dus. Ook deze werd in beslag genomen.
In de Keizersstraat werd bovendien één
vrij groot bedrag aan buitenlands en
Nederlands geld aangetroffen. De poli
tie meent hieruit te mogen conclude
ren, dat een behoorlijke slag is gesla
gen.
Dr. Leopold Figl, de Oostenrijkse
kanselier, heeft verklaard, dat er een
Oostenrijks leger zal worden gevormd,
wanneer de geallieerde troepen zich
terugtrekken.
Dit leger, tezamen met de politie, zou
ongetwijfeld in staat zijn elk gevaar
van een communistische poging om
aan de macht te komen te bezweren,
aldus Figl.
Hij hoopte, dat hij pér één Septem
ber de toestemming der geallieerden
zou verkrijgen om plannen voor te be
reiden voor de vorming van ten min
ste een deel van het leger.
„Het Oostenrijkse leger moet op tijd
klaar zijn", zo zei hij.
Dr. Figl onthulde, dat de Sowjet-
russische eis, dat het Oostenrijkse leger
alleen zou worden uitgerust van Oos
tenrijkse makelij, thans was ingetrok
ken.
Daardoor zou er geen belemmering
zijn voor de doelmatige bewapeningen
uitrusting van een federaal leger, wan
neer de geallieerden toestemming tot
vorming zouden geven.
GEEN VOORTGANG IN
ISRAELISCH-ARABISCHE
BESPREKINGEN.
In een over de verzoenings-commis-
sie voor Palestina der Verenigde Na
ties gepubliceerd rapport wordt ver
klaard, dat de tegengestelde inzichten
dér Israëlische en Arabische vertegen
woordigers een situatie dreigen te
scheppen, als gevolg waarvan heil
moeilijk zou worden oplossingen te
vinden voor de van vitaal belang zijn
de vraagstukken betreffende de Isra
ëlische grenzen en de Arabische vluch
telingen.
CHEMISCH LABORATORIUM
UITGEBRAND
Gistermorgen even over half twaalf
knapte in het chemisch laboratorium
van de C.V. Commanditaire Vennoot
schap Trouw Co aan de Spïnozakade
te Amsterdam een oliebad. Onmiddellijk
vatte de olie vlairf en binnen enkele
ogenblikken was er een flinke brand in
het laboratorium. De brandweer was
zeer snel ter plaatse.
De schade aan apparaten en glaswerk
is ernstig. Persoonlijke ongelukken de
den zich niet voor.
Nu komt er weer een ideale tijd voor
met regenwater gieten, doch ook bet ge
bruik van leidingwater is voor hen niet
nadelig, mits het niet zó uit de kraan
t aan de planten gegeven wordt. Zet het
onze kamerplanten aan; immers, zon is gietertje water eerst een paar uur in de
er nu voldoende. Al wil dat nog niet .zon!
zeggen dat alle kamerplanten in de volle
zon gekweekt kunnen worden. Integen
deel, de meeste soorten verlangen wel
volop licht, doch geen volle zon, uitge
sloten dan natuurlijk in de wintermaan
den, dan kunnen ze wel degelijk het
winterzonnetje verdragen. Kamerplan
ten stellen hun speciale eisen en één
van die eisen is: ze moeten een goede,
voedzame aarde hebben. U kunt geen
kamerplanten kweken in gewone tuin
aarde. daaarvoor moet U de zogenaamde
bloemistenaarde hebben. Dat is een
mengsel van bladgrond. oude koemest,
kleigraszodengrond, turfmolm en met-
selzand. In een dergelijk grondmengsel
kunnen vele, doch niet alle kamerplan
ten gekweekt worden.
De meeste bloemisten kunnen u ech
ter wel wat goede bladaarde leveren,
waarin dan de planten verpot of opge
pot kunnen worden. Daarvoor is het
nu wel een geschikte tijd. immers de
meeste planten zijn nu in volle ontwik
keling.
Kamerplanten stellen ook wel enkele
eisen ten opzichte van het water. Wie er
voor in de gelegenheid is, kan het best
In de groeitijd hebben kamerplanten
ook bemesting nodig, die men kan ge
ven in de vorm van opgeloste natuur-
mest (hiervoor wordt over het alge
meen oude koemest gebruikt; liever
geen kippenmest, die is veel te scherp).
Men kan hiervoor ook met succes ge
bruik maken van Pokon. De dames
werken gemakkelijk met Pokon, doch
wanneer het niet eerst in water wordt
opgelost, geeft men onwillekeurig toch
een te grote dosis. Los één theelepeltje
Pokon op 1 liter water op; daarmee
kunnen ongeveer twintig kamerplanten
bemest worden. Wanneer U niet alles in
één keer opgebruiken kunt, kan de op
lossing in een gesloten fles bewaard
worden voor een volgende maal. U
moet er terdege rekening mee houden:
kamerplanten mogen niet bemest wor
den. alvorens de potgrond eerst met ge
woon water is begoten. Droge kamer
planten verdragen geen bemesting.
In de wintermaanden, als de planten
slechts matig groeien en de meeste
soorten volkomen rust houden, behoeft
er niet bemest te worden.