„Spookhuizen' langs de Vecht flisïïi# Hei amateurtoneel Ontmoeting in Djokja Kamerplanten Mevrow Spoor naar Nederland Berlijnse spoorwegstaking wordt voortgezet als opvoedkundige factor van het maatschappelijk leven Grote partij opium in beslag genomen Oostenrijks leger moet op tijd klaar zijn Er blijft niet veel ever ven de wonderlijke verhelen, die van ouder op kind gaan „MEVROUW. WE KOMEN het spöok bezichtigen" Zo hadden we kun nen beginnen, nadat ons de deur was opengedaan. Maar we hadden dan mis schien ruzie gekregen. Dus pakten we de zaak anders aan. Uit de gegevens van de enquête hebben we een keus gemaakt en enkele huizen in ons no titieboekje opgeschreven. Onze keus viel op Loenen a/d Vecht waar in drie patriciërshuizen lang of kort geleden spookachtige verschijnselen waren voorgevallen. En deze huizen hebben we bezocht. Mevrouw, mogen we even binnen komen zo vingen we heel voorzich tig aan, toen mevrouw Sondaar, de ♦rouw van een schilder en beeldhou wer, ons open deed op huize „Oud- Over" We werden toegelaten in een gezellig gemeubeld vertrek vol exoti sche kunstschatten. Op de buitenplaats „Oud-Over" zo wil het verhaal - zou ongeveer vijftig jaar geleden tel kens op Wet middernachtelijk uur Kenï> ujj wet uuuuernacnteiijk uur ptaatat udt mj met iemand, die 'n ketting achter zich aan- weet of de verschijnselen aan het huis _ittov, jverbonden warpn Har» woi v.™ sleepte, van de zolder door de gang naar beneden gegaan zijn. Oude Loe- nenaars weten van dit verhaal weinig meer af; ze vertellen echter wel een andere geschiedenis in geuren en kleuren. Er woonde een halve eeuw vl geleden een familie op dit buiten, wel- door ke een dienstbode had, die naast de mangelkamer in een van de zijvleu gels sliep. Om middernacht werd er gebeld; de gedienstige sprong het bed uit en opende de deur: Niemand te flen. Argeloos ging ze weer naar bed, denkend dat haar door een of andere vrijer een poets gebakken 'was. Maai de volgende nacht herhaalde zich het bellen en weer was er niemand. Dit gebeurde zo nachten achtereen en toen maakte de dienstbode zich benauwd. De politie werd uitgenodigd de wacht te betrekken en de oude veldwachter zocht zich een schuilplaats achter de heg. De bellentrekker bleef uit; ook de volgende nacht. Toen gaf de „sterke arm" er de brui aan en sliep weer thuis. Die nacht ging de bel weer en het meisje slonk in haar bed tot een rillend hoopje. Weer werd de politie er in gemoeid. Wacht, dacht de veld wachter; ik zal net doen of ik waak vannacht, maar ik ga lekker thuis pit ten. Ik zal wel een cent achter de bel klemmen, die eruit valt als de bel overgaat. Zo gezegd zo gedaan. De vol gende mogen was Leiden of liever Loe nen weer in last; de dienstbode had weer horen bellen. Een onderzoek wees echter uit dat de cent nog op zijn plaats zat. Toen luidde het nuchtere advies van de veldwachter: die meid een emmer water over d'r kop en het huis uit! Dat is dan ook gebeurd. Van deze beide verhalen weet het echtpaar Sondaar weinig; ze hebben er eens wat over gehoord, maar dat is dan ook alles. Zelf hebben ze in het onlangs gerestaureerde buiten nooit last ondervonden en ze zijn ook na ons bezoek niet beducht geworden. Bosch en Vecht CEN EIND VERDER ligt het prach tige „Bosch en Vecht", ook een pa triciërshuis dat ons herinnert aan de rijke dagen van onze kooplieden. Op dat buiten woonde in 1932 de schilder F. Meijer, die, zoals hij zelf in een brief beweert, nogal critisch tegenover para-psychologische verschijnselen stond. We volgen zijn verslag even op de voet: „De huurprijs 40.per maand) scheen ons nogal laag voor zo'n groot huis.Enfin, enkele ver trekken van dit huis meubileerde ik met zeer primitieve middelen, de an dere alleen maar met plannen. Mijn vrouw voelde zich in deze woning on behaaglijk. Soms dachten we 's nachts geluiden te horen, alsof er een klink van een buitendeur werd gelicht, maar lucifers die er door mij ten controle waren neergelegd, bleven onbewogen. Op een nacht in December hoorden we een harde slag. Mijn eerste indruk was dat er buiten een auto tegen de boom reed. We luisterden nog even, maar hoorden niets meer. Wel'had ik het petroleumlampje uitgeblazen om te voorkomen dat nieuwsgierige buren door de luiken gluurden. Het onder klepje van de brandende Sallemander in onze slaapkamer gaf nu een rood achtig schijnsel. Plotseling scheen er iets door mijn haar te strijken. Een stem met een onaangenaam schrille klank riep mij iets toe, ongeveer als: „Ja doe het licht maar uit". Tegelij kertijd zag ik (droombeeld of halluci natie) een leger rode wandluizen die in ordelijke formatie opmarcheerden in het schijnsel van de kachel. Kort daar na zag ik vrij dicht bij mij, op onge veer een meter hoog van de vloer bo ven het bed een mannenkop, alsof die getekend stond met de uitdovende dra- UBBÊmmmm Hier, op Oud-Over, woonde het meisje dat bel-koortsen had. den van een electrische gloeilamp. Hij had een strooien hoed op, die hij met een ironische grijns voor me afnam..,! Van dit alles zei ik 'niets tegen mijn vrouw. Ik praatte mezelf in, dat ik gedroomd had. Na een week het was al vrij laat in de avond zag ik mijn vrouw plotseling met wijd-open ogen naar een houtskooltekening sta ren, die aan de muur hing. Ze zag daar, zoals ze later vertelde een kop, zo on geveer als ik had gezien. Daar ze ge heel verstijfd scheen, droeg ik haar naar buiten, waarna we een wandeling maakten. Nog lange tijd behield mijn vrouw die wijd-gesperde ogen. De dag na het voorval consulteerden wij een dokter, die nogal sceptisch deed. Een eigenaar van een restaurant in Breukelen had dergelijke verschijnse len al meer vernomen en bevestigde het een en ander. Ziedaar het verslag van een nuchter mens, die zelf in zijn aantekeningen de opmerkingen plaatst dat hij niet verbonden waren dan wel dat hij ze zelf misschien projecteerde. Het gebeurde dus in 1932! „Trees" van Bijdorp QOK OVER Huize „Bijdorp „ujjuui p is er een verhaal, dat ons op sappige wijze een oude tuinder, J. Dolman, wordt opgedist. Op ..Bijdorp" woonde een familie, Dr. Valkenhof (nog een „soort" adel) die ten slotte uitstierf op de jongste dochter na. „Trees" heet te ze. en ze bleef alleen achter in dat grote huis. Toen ze oud was geworden ging ze zich zonderling kleden hele maal in het zwart, scharrelde de hele dag in de tuin rond; een wilde tuin, waar geen bloem het onkruid meer kon verdringen. Als er eens een dorpbewoner, haar vroeg: Zeg Trees ben je niet bang, zo alleen, dan kraste ze terug: De eerste de beste die 4ne kwaad doet, schiet ik met een revolver dood. Men begrijpt dat „Trees" het slacht offer werd van de opvoedingslust der Loenenaars. Kinderen werden niet meer met het kolenhok of het lucifer gesticht bedreigd, maar hen werd uit levering aan „Trees" beloofd. Zo werd deze eenzame vrouw een symbool van kwaad. Daarbij kwam nog dat ze be paald onzindelijk was. Het wemelde er van de vlooien, zo zeer, dat het huis toen ze overleden was, weken lang gezuiverd moest worden. Ook dat overlijden zelf was bijzon der. Op een gegeven dag werd er niet opengedaan en een bezoekster zag „Trees" op de grond liggen in de voor kamer. De politie kwam erbij en een dokter constateerde een beroerte. Ze werd naar het ziekenhuis gebracht en bleef nog enige dagen in leven. Ze gebruikte niets meer behalve.elke dag een borrel! Zo ging „Trees" heen. En die Trees moet hier later gespookt hebben! ver telt Dolman, die het nogal grappig op vat en er niet onrustig onder is. Trou wens in heel Loenen, waar dus drie geregistreerde huizen staan, is er nie mand bepaald onrustig onder. Huize Bijdorp, waar „Trees" rondspookte. Twee oude afgevaardigden raakien slaags Het 83-jarige democratische lid van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigdeii Adolph Satbath (vertegenwoordiger van de staat Illinois) was in debat met zijn 89-jarige democratische collega uit Georgia. Laatstgenoemde ont stak dermate in toorn, dat hij op ,een gegeven ogenblik het geachte lid uit Illinois een klap op de mond gaf en diens bril afsloeg. Deze aanval werd door Sabath beantwoord met het plaatsen van een rechtse en een linkse hoek op het gezicht van Cox, waarna andere afgevaardigden erin slaagden de strijdenden te schei den. De oorzaak van de twist was een dispuut over de vraag, of de 83-jarige afgevaardigde zijn 69- jarige collega al dan niet spreek tijd zou verlenen bij het debat over het wetsontwerp betreffen de de woningbouw. Mevrouw de weduwe SpoorDijkema vertrok gisteravond voorgoed naar Ne derland. Zij heeft haar werk in het be lang van de gewonde en zieke militairen en hun verwanten, overgedragen aan mevrouw Simons, die haar reeds gedu rende enige maanden heeft vervangen. Mevrouw Spoor wil echter trachten, ook in Nederland werkzaam te blijven in het belang van de militairen overzee en wel door huisbezoek enz. Zij zal trach ten zich nuttig te maken in elk geval waarin persoonlijk contact van waarde zou kunnen zijn. De leiders van de Berlijnse spoor wegstaking hebben de aanbeveling van de Westelijke commandanten tot hervatting van het werk op de door de spoorwegdirectie aangeboden voor waarden van de hand gewezen. Men besloot tot voortzetting van de staking. Men h-oudt vast aan de eisen van uit betaling van de lonen voor de Weste lijke spoormannen voor honderd pro cent in Westmarken, erkenning van de stakende vakbond en achterwege laten van représaillemaatregelen. WANNEER U ALS KLEIN KIND door Uw ouders aan de piano wordt gezet om Uw muzikale opvoeding te beginnen, is de eerste stap gedaan op dei lange weg, die voert van „Jan daar ligt een kip in 't water" tot de Waldstein- sonate. Het is een weg van veel studie, van menige zweetdroppel en misschien: ook menige R'aan, die ten slotte na vele jaren leidt tot het ogenblik, dat U in staat bent om in huiselijke kring als amateur Uw nummertje ten beste te geven. Mogelijk treedt U ook eens op ter gelegenheid van een schoolfeestje, maar ho ger zullen Uw aspiraties in de overgrote meerderheid der gevallen toch wel; niet reiken. Immers het concertpodium is voor de beroepsartist en slechts de; hoogbegaafde amateur waagt zich bij hoge uitzondering op het muzikale plat form. Hoe anders is het gesteld bij detoneelspeelkunst, ja, lieve lezers en leze ressen, het gaat om de laatste lettergreep. Hij, die zich geroepen voelt, die de. innerlijke drang heeft om toneel te spelen, wordt lid van een amateurtoneelver eniging, althans indien hij dit vak niet als beroep kiest. Meestal zonder enige voorbereiding komt hij op de planken te staan, in h'et begin hopenlijk in een kleine rol, maar, als hij enig talent heeft, al heel gauw in een meer belangrijke en hij werkt mee aan een uitvoering, soms in een „echte" schouwburg en speelt toneel voor een betalend publiek. TK GELOOF, dat een van de grootste moeilijkheden, waaronder ons ama teurtoneel gebukt gaat, ligt in de om standigheid, dat zijn beoefenaars niet beseffen, dat ook voor het toneelspel studie, ja zelfs langdurige studie, nood zakelijk is. Spreektechniek, dé kunst om zich te bewegen, begrip van de tijd en de sfeer, waarin het stuk speelt, deze zijn nog maar enkele der vereis ten, waarvan de amateurtoneelspeler veelal geen flauw besef heeft. Hij ver trouwt doorgaans op zijn inspiratie en op wat hij als aangeboren talent be schouwt, met alle gevolgen van dien. Spelverbetering is een van de be langrijkste voorwaarden, om het ama teurtoneel op een hoger plan te bren gen, en het is nuttig om na te gaan, waar deze spelverbetering moet begin nen. Het is een uitzondering, als een amateurvereniging zo gelukkig is en financieel in staat om een beroepsre gisseur, en dan natuurlijk één met paedagogische talenten, in dienst te kunnen nemen. Gewoonlijk zwaait een amateur-regisseur de scepter, een man die óf uit hoofde van zijn maatschap pelijke positie een leidinggevend figuur is in zijn dorpsgemeenschap, óf die door jarenlange ervaring in het ama teurtoneel een zeker geestelijk over wicht heeft verkregen op zijn medele den. Het is wel duidelijk, dat van deze groep van personen de verbetering van het amateurtoneel moet uitgaan, en het is dan ook van het allergrootse belang, dat de scholing begint bij de amateur-regisseur. Het is de verdien ste van de Nederlandse Amateur To neel Unie dat zij, volgende in de voet stappen van haar oudere zuster, de British Drama League, dit vraagstuk met kracht heeft aangepakt. Door het geven van regie-cursussen, door t bij eenbrengen van regisseurs en adspiran - regisseurs in toneelkampen, wordt met kracht gewerkt aan een verbetering van het spelpeil door in de eerste nlaats de toekomstige regisseurs de be ginselen van het toneelspel bij te bren gen De resultaten van dit werk zal men pas over vele jaren kunnen vast stellen, doch ik twijfel er niet aan, dat binnen tien jaar het Nederlandse ama teurtoneel zich op een veel hoger ni veau zal bevinden, zowel speltechnisch ontwikkeling van het amateurtoneel ontwikkeling van het amateuroneel zal, naar ik verwacht, tegelijk een gro tere belangstelling opwekken voor de toneelspeelkunst in het algemeen en voor de uitvoeringen van het beroeps toneel in het bijzonder. Het is nog steeds een gerechtvaardigde klacht van het beroepstoneel, dat de beoefenaars van het amateurtoneel zo opgaan in hun eigen liefhebberij, dat zij maar weinig belang stellen in de uitingen van het beroepstoneel, waarop zij in vele gevallen zelfs geringschattend neerzien. Het zal zover moeten komen, dat de amateurtoneelspelers vaste bezoekers worden van de schouwburg, omdat het beroepstoneel, ondanks zijn tekortkomingen, toch de eerste drager is van de toneelcultuur. LIET AMATEURTONEEL kan belang rijk-bijdragen tot de vorming en ontwikkeling van de geest. In Engeland wordt Shakespeare gespeeld door mensen uit alle rangen en standen, soms op de meest primitieve tonelen. Misschien juist daardoor kan men in Engeland genieten van zoveel goede en eerlijke Shakespeare-voorstellingen. Wij in Nederland, die gewend zijn om Shakespeare-voorstellingen van het be roepstoneel meestal te zien in de pom peuze Reinhardt-traditie, durven als amateurs deze grote onder de toneel schrijvers nauwelijks te benaderen. Maar ziet wat er gebeurt, wanneer een kleine dorpsgemeenschap, zoals in het Drentse dorpje Diever, zich plot seling met inzet van alle krachten gaat werpen op een voorstelling van de Midzomernachtsdroom in 't openlucht theater aldaar. Natuurlijk een voor stelling stikvol met fouten en tekort komingen, maar welk een geestelijke rijkdom voor de bevolking, die zich geconfronteerd zag met een van de schoonste stukken van de wereldto neelliteratuur. Deze voorstelling in dit kleine plaatsje bevatte meer opvoed kundige waarde voor de bevolking dan alle stukjes, die de plaatselijke vereniging anders in jaren placht te vertonen. Voor degenen, die medege werkt hebben aan deze opvoering, was dit een gebeurtenis, waar men nog steeds over spreekt; zij werden genood zaakt zich te verdiepen in de dichter Shakespeare, het tijdperk, de costumes, de muziek en bovenal de geest, .die, noch voor, noch na deze begenadigde schrijver ooit is geëvenaard. J7R ZIJN TWEE factoren in het ama teurtoneelspel, die naar mijn me ning in hoge mate bijdragen tot de ont wikkeling van zijn beoefenaar, en wel het spreken en het zich bewegen. Goed spreken is een van de allereerste ver eisten op de planken. Goed spreken, dat wil zeggen duidelijk en gearticu leerd spreken, zodat niets van de tekst verloren gaat en toch ook weer zo, als of de toneelspeler geheel natuurlijk spreekt. Toneelspel is het werkelijke leven, gezien door een vergrootglas Dit geldt ook voor de stem en bovenal voor de dictie. Indien men op het to neel zou spreken, alsof men in de huiskamer ware, dan zou de zin der woorden het publiek niet bereiken en geen effect sorteren. Vandaar de zo noodzakelijke studie, zoWel voor de stem alsook voor het zeggen van de tekst. Vandaar, dat het noodzakelijk is bepaalde adempauzes te maken, kom ma's, dubbele punten en vraagtekens duidelijk te laten horen, waarbij toch natuurlijk alle overdrijving zorgvuldig moet worden vermeden. De stem moet geoefend worden en de tekst moet nauwlettend worden bestudeerd. Dit oefening voor de stem en voor het zeg- eist studie en scholing. Geen betere gen van tekst dan het declameren van gedichten. Niets is ook moeilijker, want bij het voordragen is alles uit den bo ze, wat ook maar enigszins zweemt naar valse pathos. Ik juich de declama tiewedstrijden, die onze rederijkersver bonden, zoals het Groningse en het Drentse, geregeld uitschrijven, van harte toe. Menigmaal heb ik het ge noegen gehad om zitting te hebben in een jury. Er werd meestal door de deelnemers veel gezondigd tegen de regels, maar dikwijls werd men ook getroffen door de zuiverheid van into natie en besefte men, hoeveel studie voorafgegaan was aan het uitspreken van een soms zo eenvoudig gedicht. Met het spreken moet in één adem het zich bewegen worden genoemd. Hoe ongelukkig voelt de beginneling zich op het toneel. Waar blijft hij met zijn armen, zijn handen, zijn benen, ja, zijn gehele lichaam? De grondbeginse len van de techniek van het zich bewe gen zijn zo eenvoudig, maar deze die nen te worden geleerd en er moet iemand zijn, in dit geval de regisseur, die het hoe en waarom duidelijk weet te verklaren. Het is als met het bestu ren van een auto: de eerste tijd denkt men aan alle pedalen, aan de knoppen en de remmen en aan het verkeer op de weg, maar al heel spoedig let men alleen op het verkeer en gaan alle handelingen geheel automatisch. Zodra men zich niet meer bewust is van zijn lichaam, is het ogenblik gekomen, dat men zich volledig 'kan instellen op de tekst en op de tegenspeler (s) en dan is ook het ogenblik gekomen, dat een begin gemaakt Wordt met werkelijk toneelspel. Het toneelspel voedt zijn beoefenaar" op. Het dwingt hem zich te verdiepen in de techniek vA het spel en in het stuk, waarin hij een rol speelt. Het eist van hem inspanning. zelfdiscipline, ijver, sportiviteit, het zich niet op de voorgrond dringen, en bovenal vraagt het de speler zich te beschouwen als een klein radertje in een machine. De rol van de dienstknecht is immers even belangrijk als de hoofdrol. J. DE BLIECK. Op 29 Juni 'zal Z.K.H. Prins Bernhard der Nederlanden zijn 38ste verjaar dag vieren. Een foto van Prins Bernhard, gemaakt in zijn werkkamer. Er liggen nog sporen van de nacht in de lucht, als ik met mijn koffer op het vliegveld van Djokja sta. Het is nog niet warm en daarom ga ik wat rond wandelen. Als ik terugkom is er een wagen met koelies aangekomen en deze zijn bezig met het uitladen van de bagage van de straks arriverende andere passagiers. Nu klimt de zon al en ik zoek de schaduw van de bagagetent van Coördinatie Militair Vervoer. Mijn kof fer staat er met het plakkaat „Batavia". Ik ga er op zitten en staar naar de zon- bevloeide vlakte. Het is hier nu tame lijk rustig, denk ik. Twee koelies sjouwen een grote hut' koffer langs me heen. Ik moet mijn be nen intrekken en kijk naar die formi dabele kist. „Alkmaar" staat er op, in grote witte letters. Het staat er vrien delijk, want' ik kom uit Alkmaar en die naam roept je opeens een stuk gezellig heid voor de geest. Dan kijk ik naar de naam en ben aangenaam verrast als blijkt dat dit een schoolvriend van me is. Ik heb lang met hem opgetrokken. Hij kwam later naar Indonesië dan ik. Daarom voel ik me wat trots, kan ik straks met het air van „Ik zit hier toch altijd een beetje langer" met hem pra ten. Want hij moet hier ook komen. Zeker een overplaatsing of misschien verlof. Zijn kist wordt in het'gras gezet en de koelies halen een plunjezak ook met zijn naam er op. Dit moet een overplaat sing zijn, want zoveel bagage neem je niet mee op verlof. En bovendien: een soldaat en Kees helemaai, laat nooit zijn ransel alleen, want daarin zit zijn maar schalksstaf. Ik lach inwendig als ik aan hem denk. Hij wilde officier worden. Ik zit de koelies aardig in de weg. Weer dragen ze een,»koffer. Deze is van een Amsterdammer. De voor oninge- Wijden onontcijferbare nummers van zijn onderdeel staan er op. Ik tel ze terug: peloton compie, bataljon, regi mentverroest, van mijn vroegere 'onderdeel. Ja, die naam ken ik. Als ik zijn gezicht zie weet ik het vast. Dat is nogeens leuk. Weer eens echt gezellig praten over dat goeie ouwe bataljon. Gek, nu is hqt ineens dat „Goeie ouwe", en vroeger.... Och, zo gaat het altijd. Het vliegtuig is intussen geland. Het vervoerde groenten en fruit. Een drie tonner lost de lading. De koelies wer ken sneller, want met een kwartier moet de machine vertrekken. Ze zeulen ook met mijn koffer en zetten hem bij de zeer aanzienlijke berg bagage. „Habis" zegt een stem in de bagage tent en de laatste plunjezak komt voor bij. Ik kijk weer naar die naam en krijg een schok als ik zie dat dit een jongen uit mijn eigen straat is. Hoe be staat het. Drie kennissen op één dag. Ik bereid me al voor op een offensief van vragen. Dat wordt een echt naaikrans- praatje straks, denk ik. Ik loop achter de sjouwende koelies aan en ga op de kisten zitten. Ik denk er over om me te verbergen als de jongens komen. Leuk, zo 'n presentje bij je kist. Zal je die gezichten zien. Waar zouden 7.c naar toe gaan? Ik buk me en kijk naar het papier, dat ik straks al zag, dcch w-ar ik geen aandacht aan schonk. Dan sta ik heel alleen in het gras cn Alkmaar lijkt zo eindeloos ver weg. Langzaam herlees ik het opgeplakte pa pier. ..Aan HKAG. te Bandung. Goede ren overleden militair...." Het staat op alle kisten van deze stapel (Uit: „Wapenbroeders") In de nacht van Dinsdag op Woens dag is de centrale recherche van de Amsterdamse politie er in geslaagd 'n grote partij in totaal drie-en-een- halve kilogram bereide en onbereide opium beslag te leggen. De opium is vermoedelijk afkomstig uit Rotterdam en was in het bezit van de Chinees Ch. A. S., die in de Keizerstr. woont. Het was de centrale recherche ter ore gekomen, dat zich in dat huis verdovende middelen bevonden, zodat een onderzoek werd ingesteld. De opium was onbereid en verpakt in pak ken van ongeveer een pond. Van het huis in de Keizersstraat leidde een spoor naar een Boardinghouse in dë Binnen Bantammerstraat en daar werd eveneens opium aangetroffen, namelijk 24 pakjes van ongeveer een gram be reide opium, klaar voor het gebruik dus. Ook deze werd in beslag genomen. In de Keizersstraat werd bovendien één vrij groot bedrag aan buitenlands en Nederlands geld aangetroffen. De poli tie meent hieruit te mogen conclude ren, dat een behoorlijke slag is gesla gen. Dr. Leopold Figl, de Oostenrijkse kanselier, heeft verklaard, dat er een Oostenrijks leger zal worden gevormd, wanneer de geallieerde troepen zich terugtrekken. Dit leger, tezamen met de politie, zou ongetwijfeld in staat zijn elk gevaar van een communistische poging om aan de macht te komen te bezweren, aldus Figl. Hij hoopte, dat hij pér één Septem ber de toestemming der geallieerden zou verkrijgen om plannen voor te be reiden voor de vorming van ten min ste een deel van het leger. „Het Oostenrijkse leger moet op tijd klaar zijn", zo zei hij. Dr. Figl onthulde, dat de Sowjet- russische eis, dat het Oostenrijkse leger alleen zou worden uitgerust van Oos tenrijkse makelij, thans was ingetrok ken. Daardoor zou er geen belemmering zijn voor de doelmatige bewapeningen uitrusting van een federaal leger, wan neer de geallieerden toestemming tot vorming zouden geven. GEEN VOORTGANG IN ISRAELISCH-ARABISCHE BESPREKINGEN. In een over de verzoenings-commis- sie voor Palestina der Verenigde Na ties gepubliceerd rapport wordt ver klaard, dat de tegengestelde inzichten dér Israëlische en Arabische vertegen woordigers een situatie dreigen te scheppen, als gevolg waarvan heil moeilijk zou worden oplossingen te vinden voor de van vitaal belang zijn de vraagstukken betreffende de Isra ëlische grenzen en de Arabische vluch telingen. CHEMISCH LABORATORIUM UITGEBRAND Gistermorgen even over half twaalf knapte in het chemisch laboratorium van de C.V. Commanditaire Vennoot schap Trouw Co aan de Spïnozakade te Amsterdam een oliebad. Onmiddellijk vatte de olie vlairf en binnen enkele ogenblikken was er een flinke brand in het laboratorium. De brandweer was zeer snel ter plaatse. De schade aan apparaten en glaswerk is ernstig. Persoonlijke ongelukken de den zich niet voor. Nu komt er weer een ideale tijd voor met regenwater gieten, doch ook bet ge bruik van leidingwater is voor hen niet nadelig, mits het niet zó uit de kraan t aan de planten gegeven wordt. Zet het onze kamerplanten aan; immers, zon is gietertje water eerst een paar uur in de er nu voldoende. Al wil dat nog niet .zon! zeggen dat alle kamerplanten in de volle zon gekweekt kunnen worden. Integen deel, de meeste soorten verlangen wel volop licht, doch geen volle zon, uitge sloten dan natuurlijk in de wintermaan den, dan kunnen ze wel degelijk het winterzonnetje verdragen. Kamerplan ten stellen hun speciale eisen en één van die eisen is: ze moeten een goede, voedzame aarde hebben. U kunt geen kamerplanten kweken in gewone tuin aarde. daaarvoor moet U de zogenaamde bloemistenaarde hebben. Dat is een mengsel van bladgrond. oude koemest, kleigraszodengrond, turfmolm en met- selzand. In een dergelijk grondmengsel kunnen vele, doch niet alle kamerplan ten gekweekt worden. De meeste bloemisten kunnen u ech ter wel wat goede bladaarde leveren, waarin dan de planten verpot of opge pot kunnen worden. Daarvoor is het nu wel een geschikte tijd. immers de meeste planten zijn nu in volle ontwik keling. Kamerplanten stellen ook wel enkele eisen ten opzichte van het water. Wie er voor in de gelegenheid is, kan het best In de groeitijd hebben kamerplanten ook bemesting nodig, die men kan ge ven in de vorm van opgeloste natuur- mest (hiervoor wordt over het alge meen oude koemest gebruikt; liever geen kippenmest, die is veel te scherp). Men kan hiervoor ook met succes ge bruik maken van Pokon. De dames werken gemakkelijk met Pokon, doch wanneer het niet eerst in water wordt opgelost, geeft men onwillekeurig toch een te grote dosis. Los één theelepeltje Pokon op 1 liter water op; daarmee kunnen ongeveer twintig kamerplanten bemest worden. Wanneer U niet alles in één keer opgebruiken kunt, kan de op lossing in een gesloten fles bewaard worden voor een volgende maal. U moet er terdege rekening mee houden: kamerplanten mogen niet bemest wor den. alvorens de potgrond eerst met ge woon water is begoten. Droge kamer planten verdragen geen bemesting. In de wintermaanden, als de planten slechts matig groeien en de meeste soorten volkomen rust houden, behoeft er niet bemest te worden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1949 | | pagina 3