^|q|lkoe|iH:
furitsot
VAN HOUTEN
Zo sprak de wijze Maraboe
1
■NHNHNHHH
Ri
Ruslands plannen met Duitsland
hebben volkomen gefaald
avontuur
ooor Residentie
Oplossing Prijsraadsel
Hoe de kangeroe aan zijn
naam kwam
ru ÜCSHttU*i? -"o
Boompuzzle
F
Prijsraadsel
Het Nederlandse merk
met Wereldreputatie
13!i
!ÊÊ8
ÉBk
mséiÊÊk
WÊÉSMh
mBLeaÊm
WLéam
Parijse conferentie toonde de onzekerheid van
Moskou duidelijker dan iets anders
Het Radioprogramma
Pam en Pom en het Afrikaanse avontuur
(Een Arabisch sprookje).
Ben Ali Kadash, het opperhoofd van
een der rijkste stammen uit. Jebel
Shammar, bevond zich in grote angst
en nood. Als een stormwind joeg hij
door de woestijn op zijn snelle hengst,
om in allerijl een bekwaam genees
heer te halen bij zijn enige zoon, die
stervende was. Geen enkele andere
boodschapper had hij deze zending toe
vertrouwd. t
Het noodlot scheen hem de laatste
jaren te achtervolgen. Keer op keer
was de aanvankelijk zo veelbelovende
oogst mislukt. Daarna werden hij en
zijn familie door tot dan toe geheel
vreemde kwalen en ziekten bezocht.
Door dit alles teneergeslagen, scheen
hij nu de zwaarste slag te moeten ont
vangen. Zijn enige zoon ging hem ont
vallen.. In sombere gedachten verdiept,
liet Ben Ali zijn ros de vrije teugel.
Tot een plotseling uit de lucht vallen
de grote schaduw het paard wild stei
geren deed van schrik. De sheik werd
door de schok welhaast uit het zadel
geslingerd. Met moeite kon hij zich
rechtop houden en zien, wat zijn dolle
ren zo onverwachts had onderbroken.
Een reusachtige maraboe, die hoog in
de lucht zijn eindeloze kringen had be
schreven, was pal voor de voeten van
Ben Alis paard neergestreken en staar
de, eerbiedig neergehurkt, met zijn
wijze ogen naar de sheik op. Met een
eigenaardig lage stem, die diep uit
zijn geweldige keelzak scheen te komen
sprak de vogel:
„Wat ziet Uw oog sombér en vol
verdriet, o machtige sheik, drukt het
leed van Uw huis zo zwaar op u?"
„Wat weet ge van mijn leed", riep het
opperhoofd vertwijfeld uit. „Laat me
door, opdat ik een dokter haal voor
mijn zieke zoon, eer het te laat is".
„Uw zoon, o machtig Heer, is zo juist
gestorven. Wij maraboe's, de wijzen,
zoals men' ons noemt, hebben de do-
denzang om Uw zoon reeds gehoord.
Wanhopig en met verwilderde blik
staarde de sheik de eerbiedwaardige
vogel aan. „Ach", riep hij uit. Nu is er
niets meer op de wereld, dat mij nog
troosten kan of waarde voor mij heeft".
„Toch wel, Heer", sprak de maraboe
rustig maar nadrukkelijk. „Ga eerst
Uw zoon begraven en zadel daarop da
delijk Uw beste paard. Ge trekt dan,
als pelgrim vermomd, door de twaalf
omringende dorpen. En ik verzeker U;
rijkelijk getroost zult ge huiswaarts
keren". Statig, met langzame vleugel
slag, verhief de maraboe zich in de
lucht en Ben Ali wendde mistroostig
de teugel.
Niemand zou twee dagen later in de
eenvoudige ruiter de machtige sheik
uit Jebel Shammar herkend hebben.
In het eterste dorp, dat hij aandeed
heerste grote onrust en verwarring. De
aanhoudende droogte had slechts lege
waterputten achtergelaten en het vee
dreigde om te komen. Toen Ben Ali
opmerkte, dat hun kinderen tenminste
niet zouden sterven, enkel het vee,
wendden de inwoners zich veront
waardigd van hem af en jammerden
luid om hun eigen leed. In het vol
gende dorp ontmoette de ruiter grote
vreugde over de rijke, juist binnenge
haalde oogst, dank zij de moeizaam
aangelegde bevloeiingswerken. Maar
een vreselijk onweer barstte los, de
bliksem sloeg in de gevulde voorraad
schuren en legde ze in de as. In de
volgende twee dorpen lagen de straten
stil en verlaten. Slechts uit de huizen
weerklonk een gedempt gekreun. Een
verwoestende ziekte sleurde de inwo
ners naar het graf. Haastig en schuw
reed de sheik langs de besmette wo
ningen. Steeds verder trekkend door
de andere dorpen en nederzettingen,
zag hij achtereenvolgens alle vreugden
en alle verdriet en ellende, die op de
aarde door mensen worden gekend. Ein
delijk bereikte hij het laatste van de
twaalf dorpen. ^Nauwelijks had hij de
eerste hutten achter zich gelaten, of
daar streek vanuit de hoge lucht de
wijze maraboe weer plotseling voor
hem neer. „Machtig Heer. ik zie, dat
de tocht Uw geest veranderd heeft",
klonk zijn lage stem.
„Wat vondt gij het belangrijkst van
wat gij hebt gezien?" „Zo ge het we
ten wilt, goede vriend", antwoordde
Ben Ali Kadash, „welnu, het lijkt mij,
dat een ieder meent, zo hem' leed ge
schiedt, dat dit het zwaarste is, wat
een mens kan overkomen. Wij richten
onze blik te veel op ons zelf en zijn
blind voor hetgeen anderen treft.
Maar nu heb ik begrepen, dat allen,
rijk en arm, hetzelfde moeten dragen.
En dit heeft mij meer getroost dan
wat ook".
Weer spreidde de wijze maraboe zijn
geweldige vleugels en de sheik bleef
hem dankbaar nastaren, tot hij zich als
een stip in de eindeloze verten verloor.
De vorige keer was onze boom op
zijn kop in onze krant gekomen. Het
was maar een raar gezicht en ik wil
best geloven dat jullie er de eerste
ogenblikken niets van begrepen.
Gelukkig hebben jullie zelf de fout
wel ontdekt en de boom weer op zijn
voet gezet. Hier komt dan onze op
lossing:
Toen de bekende ontdekkingsreiziger
James Cook in 1770 na de ontdekking'
van de Moretonbocht langs de kust
zeilde naar het tegenwoordige Queens-
land, wierp men eens het anker uit
om drinkwater te halen. Op het land
kwamen daarop veel inboorlingen bij
een en keken met grote nieuwsgierig
heid naar het schip en de blanke men
sen. Een der wilden droeg een gedood
dier op zijn schouder, met welk beest
de blanken geheel onbekend waren en
daarom vroegen zij, hoe dat dier heet
te. „Kangoeroe" luidde daarop het ant
woord, hetwelk in de taal der inboor
lingen betekende. „Wij verstaan je
niet". De matrozen ruilden dat vreem
de dier in en brachten het mede naar
het schip, waarna zij aan hun kapitein
vertelden, dat de wilden het „Kangoe
roe" noemden. Cook liet het beest die
naam behouden, welke daarna in de
beschaafde taal als algemene naam is
overgegaan.
PLEISTER
Huidkleurig snelverband1
ZWITSAL FABRIEKEN APELDOORN
ONZE MEDEDELINGEN.
Wie wil postzegels ruilen met Roelof
Otten, Gladiolenstraat 17, Den Helder?
Hij spaart postzegels van alle landen
ter wereld en heeft ook zegels van
allé landen voor ruiling beschikbaar.
Er was weer een oplossing van het
raadsel met een kort briefje, waarbij
geen afzender vermeld stond. Alles was
in blokschrift geschreven en op crème
kleurig glad papier. Wie was de af
zender?
Bertie Bosman, Hofdijkstraat 30, Be
verwijk, wil graag corresponderen met
een jongen die in een bosrijke streek
woont en veel van zwemmen en fiet
sen houdt. Bertie is 13 jaar oud.
Tiny Kuiper, Sternstraat 44, Den
Helder, wil afstand doen van een jong
katertje. Het diertje is op 18 Mei ge
boren en kan worden gehaald als het
zes weken oud is.
Wie kan Hans Back, Dal 7, Hoorn,
aan Niemeijers koffie- en theepunten
helpen?
Het woord van de top naar de voet
was dus: Weerbericht.
W
E
D
E
IN
A
R
K
G
E
B
I
T
K
L
E
I
N
V
E
E
R
M
A
N
A
M
I
L
I
E
L
I
C
H
T
H
M
T
"*1
ge-
Deze week werden de prijzen
wonnen door:
Koos Langras, Sint Annastraat 6,
Alkmaar (13 jaar).
Marietje Teller, Lekerweg H. 23
Wijdenes, N.-H. (14 jaar).
Marry van Dijk, H. Burgerstraat 48,
Beverwijk (13 jaar).
Gerda Paans, Krugerstraat 123, Den
Helder.
J. Jonker, Kerkplein 35, Hoorn
(14 jaar).
Gefeliciteerd, jongelui! De boeken
worden toegezonden.
Alleen voor jongens en meisjes
van. 12 tot en met 16 jaar.
Zoek in de volgende zinnen verbor
gen Nederlandse plaatsnamen.
1. Onze hond graaft holen van
konijnen uit.
2. Vader eet graag oesters.
3. De jongens verlieten het kamp
en fietsten naar de heide.
4. Er lag een oude soldatenhelm
onder het duinzand begraven.
5. Vele vacantie-gangers trekken
naar de nieuwe grensgebieden
De oplossingen kunnen vóór Zondag,
3 Juli worden gezonden naar het bu
reau van dit blad.
Voor jongelui van 12 tot en met 16 jaar.
Hallo, jongens en meisjes, wij beginnen deze week met de brief van „Margriet". Zeg
Margrietje, je dacht mij te foiipen, maar ik had heus nog wel iets aan dat*oude stuk „Jeugd-
koerier". De boom van het prijsraadsel kon ik best gebruiken, want anders zou ik hem weer
opnieuw moeten tekenen voor de oplossing. Nu knip ik hem uit jouw oude krant. Wat een
geluk dat je nog zoveel, onbekende bandjes hebt kevonden. Weintje Stokhof, zo moeilijk
was dat vorige raadsel toch heus niet, meisje. Je moet even goed kijken naar cle slotwoorden
van de zinnetjes en bij de nieuwe regels het woord zoeken, dat daarop liet beste kan volgen.
Jij houdt dus wel van logé's Ik niet zo heel erg, Weintje. Ik vind het thuis maar het gezel
ligst als wij weer onder elkaar zijn. Jan Leydeckers, deze keer heb ik twee brieven van je,
dus de vorige is niet zoekgeraakt, maar kwam waarschijnlijk te laat. Hartelijk dank voor de
sigarenbandjes, Jan! Toen ik jonger was, heb ik het boek „Kruimeltje" zelf gehad, maar nu
heb ik het niet meer. Ik denk dat ik het destijds eens aan een jongen heb weggegeven. Het
was een aardig jongensboek. „Pauwstaart", heb je de wandeltocht goed volbracht? Neen,
ik fieb niet meegelopen, want zo'n eind tippelen is niets voor mij. Maar als je mij wilt ver
tellen dat ik niet altijd op mijn stalen ros moet klimmen en eens wat meer lopen, geef ik je
grcot gelijk. Schrijf je nog eens over de uitvoering? Rie Schoonen, ik zal je wat sigaren
bandjes zenden. Op het ogenblik heb ik er genoeg, zodat zieken en gezonden er mee gehol
pen kunnén worden. Leuk dat je weer eens wat gedichtjes liet lezen. Het gedichtje van de
„Lenteman" vond ik hét beste. Jij ook? Jan Nellestein, hartelijk dank voor alles wat je voor
onze zieken hebt gestuurd. Vind je het prettig om naar de Ambachtsschool te gaan? Je moet
mij eens schrijven, welk vak je gaat kiezen. Ik. dacht timmerman. Heb ik dat goed?
Roelof Otten, wat kreeg ik van jou weer een dikke enveloppe met postzegels en zilverpapier.
Hartelijk dank. Joh! Daar heb je heel wat voor gespaard. Van harte hoop ik, dat die dokter
in Friesland je weer helemaal kan opknappen, zodat je weer kunt voetballen. Hoe gaat het
met je plantje? Leg er maar eens wat oude koemest bij, dan zul je eens zien hoe hard het
groeit. Gerda Paans, de vorige week had ik je willen schrjjven, maar ik kreeg plotseling
keelontsteking, zodat ik een poosje onder de wol moest blijven en daarna ben ik een weekje
met vacantie geweest. Veel kon ik niet uitvoeren. Nu komt mijn briefje wat later. Gelukkig dat
jij weer beter bent. Dat was een grote bijeenkomst van de V.V. Ja, ik weet wel dat iedere
bijeenkomst altijd erg gezellig is. „Rozenfee", je dacht dat je mij wel voor „Luilak" kon uit-
helden, omdat ik vast niet vóór acht uur opstond. Dat heb je nu eens mis, jongedame. Op die
„T.uilakmoigen" was ik al om vijf uur uit bed. Valt het je mee? Als ik gekleurd zilverpapier
heb, zal ik het je toezenden. Hartelijk dank voor alles wat je mij hebt gezonden. „Dwergje",
kijk maar eens onder de mededelingen, meisje. Is he zo in orde? Jij mag met het andere
pvijsraadsel meedoen, hoor! Je bent al 12 jaar. Hartelijk dank voor de mooie tekening.
„Lollypop", wel bedankt voor al die mooie bladeren. Ik herken de tulp, de iris, de viooltjes,
de esdoorn, de berk en de lijsterbes. Moest je ze zelf niet houden voor je herbarium? Ik
hcop, dat je het boek ontvangen hebt en dat het naar je zin is. „Sneeuwklokje", welkom in
onze groep. Had je een gezellige verjaardag? „Storm vogelt je", is het zo in orde? Diny
Oostendorp, je bent welkom bij ons.
Jongelui, de brieven voor ons volgende correspondentie-hoekje kunnen vóór Zondag 3 Juli
worden gezonden naar het bureau van dit blad.
Tot de volgende keer! Hartelijke groeten van TANTE IET.
127
IN DE
TJEERD ADEMA
„Astrid", vroeg hij later op de avond
„hoe komt het, dat je ogen zo blauw
zijn?"
„Omdat mijn moeder dezelfde ogen
had", legde mevrouw De Leeuw uit.
„Dat is een kwestie van erfelijkheid."
„Hè nee," zei Astrid, „niet 2o proza-
isch, moeder. Ik zal het je uitleggen
Jelle, het komt omdat het blauw van
de hemel er in weerkaatst wordt."
„Het blauw van de zonnige hemel",
zei hij nadenkend. „Het blauw is in je
ogen gebleven, de zonnestralen zijn
doorgegaan naar je kleine hartje. Ik
kan nog altijd niet begrijpen, hoe zo'n
mooi meiske als jij zin kunt hebben in
een man, die
Het geluid van de zware voordeur
bel galmde plotseling door de gang.
„Wel?" riep hij, „wie kan nog zo
laat
Hij wilde naar voren gaan, maar As
trid hield hem tegen.
„Naar boven!" zei ze, „je weet niet
wie er voor de deur kan staan!"
Onhoorbaar liep hij vlug de trap
op.' liet de deur openstaan en luister
de op de bovenste trede.
Juffrouw Boenders was naar de
voordeur gesloft, had de ketting er af
gedaan en staarde verbaasd naar een
jongmens, dat een uniformpet van de
PTT droeg.
„Woont hier Marcusse?" vroeg hij.
„Meneer Marcusse," verbeterde juf
frouw Boenders, „ja en wat zou dat?"
„Een telegram", zei de besteller.
Hij liet haar het formulier tekenen
en sprong op zijn fiets.
SHRfM
b'Wï Mm?
ntiB
■liM
■tflH
ÉNMin
riep
„Jelle, een telegram voor je!"
Astrid.
Hij was in drie sprongen beneden
en las het in de kamer.
Gezochte morgen weer in Den
Haag. Zal waarschijnlijk over
morgen te spreken zijn.
Stoii.i.
„Toch geen slechte tijding, Jelle?"
vroeg het meisje, toen zij naar zijn
ernstig gezicht keek.
„Helemaal niet, liefste," zei hij
„alleenik zal mij nu toch buitens
huis moeten wagen".
Hij bedacht dat hij allereerst naar
het ziekenhuis moest gaar. om er de
documenten te halen.
Hoe hij dat doen moest, was op ich-
zelf al een probleem, want hij kon
niet onopgemerkt verschijnen in een
inrichting, waar vrijwel iedereen hem
kende.
Wanneer hij de documenten in zijn
bezit had, zou hij op audiëntie moeten
gaan. Ook dat zou wel de nodige be
zwaren met zich brengen, maar het
was tenslotte niet het gevaarlijkste
deel van de expeditie.
Hij begreep, dat hij niet op klaar
lichte dag in het ziekenhuis kon ver
schijnen. Hij zou er onopgemerkt door
de moestuin moeten binnenkomen, zo
als hij dat op die vreselijke avond van
de moord had gedaan.
Had hij de documenten in zijn bezit,
dan zou hij nodeloos risico lopen door
nogmaals heen en weer naar Leiden te
gaan. Het allereenvoudigste was dan
maar in Den Haag te blijven, en, aan
gezien hij noch in het huis van jonk
heer Van Waardenbuïg, noch op zijn
eigen kamers terecht kon, zou hij een
hotel moeten zoeken, een goedkope
slaapgelegenheid, passend bij de kle
ren, welke hij als chauffeurshulp zou
moeten dragen.1
Hij besprak de moeilijkheden uit
voerig met Astrid en haar moeder en
zij gaven hem beiden de raad de oude
overall voor een ander costuum te ver
wisselen, omdat hij dan minder zou
opvallen dan in de kleren, welker be
schrijving waarschijnlijk bij zijn sig
nalement was opgegeven.
De grote vraag was, hoe hij aan an
dere kleren moest komen, omdat het
duidelijk was, dat hij zijn colbert, hoed
en overjas niet bij de familie Van
Ginkel kon aanhalen en het gevaar
ook niet denkbeeldig was dat de Haag
se politiemensen hem dadelijk als
jonkheer Van Waardenburg zouden
herkennen.
Mevrouw De Leeuw bedacht, dat hij
in een eenvoudige uniform waarschijn
lijk het minst de aandacht zou trek
ken. Wanneer hij als politieagent
rondliep zou geen enkele „collega" 't
in zijh hoofd krijgen in hem een van
moord verdachte vluchteling te zien,
maar er waren daartegen drie grote
bezwaren.
Ten eerste, dat hij niet voldoende
met de dienstvoorschriften bekend
was om geen bokken te schieten, ten
tweede, dat er onderweg iets zou kun
nen gebeuren, waarvoor men zijn assi
stentie zou inroepen en ten derde
en dat was het grootste bezwaar dat
hij geen agentenuniform had en er
moeilijk een op het bureau kon gaan
lenen.
(Wordt vervolgd).
(Van onze diplomatieke medewerker).
HOEWEL HET RESULTAAT VAN DE CONFERENTIE der vier minister»
van buitenlandse zaken In concreto betrekkelijk mager is geweest, mag
ongetwijfeld toch van Westers standpunt bezien van een succesvol
verloop der besprekingen gerept worden. Immers, wat reeds enige maanden
geleden vermoed werd, is tijdens de conferentiedagen in steeds duidelijker te
onderkennen vorm zichtbaar geworden: het Krenilin verkeert ten aanzien van
Duitsland in een dilemma, dat niet slechts de „bolsjewistische vastberaden
heid" tot een angstig her- en derwaarts tasten heeft gedegradeerd, maar
bovendien de leiders der Russische buitenlandse politiek voor een volslagen
mislukking van hun zorgvuldig berekende plannen heeft gesteld.
krachtig gevoed door de schok van 't
Duitsers zullen steeds meer
anti-Russisch gezind blijken
£EN VAN DE eerste bolsjewistische
doelstellingen was de ontketening
van de communistische revolutie in
Duitsland. Het moest de eerste stap
na de Russische revolutie zijn. Een
Sowjet-Duitsland met zijn enorme in
dustriële rijdom en zijn groot technisch
kunnen zou het Sowjet-kamp zo ont
zaglijk versterken, dat het 't even
wicht van Europa's krachten moesten
veranderen en de sowjetisering van 't
gehele continent binnen het bereik van
het mogelijke brengen'. Deze wens
droom van 1918 overleefde het jaar
1923 niet. De politiek van aanwakke
ring ener Duitse revolutie werd ver
vangen door een politiek van samen
werking tussen het communistische
Rusland en het kapitalistische Duits
land. Het was de tijd, waarin de Duit
se industrie de Sowjetunie naarstig
voorzag van machinerieën, die Moskou
voor de uitvoering van zijn vijf-jaren
plannen nodig had, terwijl aan de an
dere kant de Duitse militairen, in
eigen land door het Verdrag van Ver-
sailles aan banden gelegd, in de Sow
jetunie gelegenheid kregen, door oefe
ning hun kundigheid op peil te houden.
Ondanks alle propaganda bracht de
komst van Hitier in deze politiek
slechts weinig verandering en ten
slotte was de HitierStalin alliantie
van 1939 werkelijk niet zo'n bijzonder
sensationele ontwikkeling. Het was
Hitier, niet Stalin, die in 1941 aan deze
politiek een einde maakte.
Opnieuw een kans.
In 1945 werd het voor de tweede
maal mogelijk te denken aan een com
munistisch Duitsland, innig- verbon
den met of zelfs een deel van de Sow
jetunie. Daartoe waren twee dingen
nodig. In de eerste plaats moesten de
Duitsers er toe gebracht worden, de
Sowjets als hun vrienden en bescher
mers en de Westerse democraten als
hun vijanden en onderdrukkers te zien.
In de tweede plaats moest er in de
Oostelijke zone een sterk, goed geor
ganiseerd Duits regiem onder commu
nistische contróle komen, dat, zodra
de tijd er rijp voor was (na terug
trekking der geallieerde bezettings
troepen) in staat zou zijn, de macht
in geheel Duitsland aan zich te trek
ken. Natuurlijk waren er moeilijkheden
Het was niet gemakkelijk de Duitse
vriendschap te winnen en tegelijk het
land leeg te halen en Rusland had een
ontstellend gebrek zowel aan con
sumptie-artikelen als aan zogenaamde
kapitaalgoederen (machinerieën voor
de productie).
Toch werd de politieke lijn vastge
legd en zo strikt mogelijk gevolgd.
Molotof werd de kampioen van dé
Duitse eenheid. Duitse communisten
werd aangespoord, zich te gedragen
als strijdbare Duitse nationalisten. Het
programma van Warschau (waarin
Oost-Europa onmiddellijk een onaf
hankelijk Duitsland eiste) en 't „Duit
se Volkscongres" waren de formele
materialisaties van het plan. Het Duit
se nationalisme moest (evenals het
koloniale nationalisme" elders) een
instrument zijn van de communistische
revolutie en het Sowjetimperialisme.
Verontrustende factoren.
Het was alles erg orthodox en „cor
rect". Maar toen deden zich enige ver
ontrustende factoren voor, die twijfel
en aarzeling veroorzaakten. Een was
de groeiende angst, dat Duitsland, be
vrijd van de geallieerde bezetting en
contróle, misschien niet zo gemakkke-
lyk een communistische regiem zou
aanvaarden; dat het zelfs het commu
nistische leiderschap van de hand zou
kunnen wijzen en zich verbinden met
het democratische Westen in plaats
van met het Oosten. Dat was één ver
ontrustende gedachte. De andere werd
„Titoïsme". Men had de Duitse com
munisten opgewekt nationalist te zijn.
Zouden zij geen Titoïsten worden, na
melijk het communisme aanvaarden,
maar de leifiing van Moskou, de lei
ding van Stalin afwijzen? De Russen
koesteren van oudsher de diepe arg
waan, dat alle Duitsers, ook de com
munisten, zichzelf als superieur aan
de Slavische volken beschouwen. Dit
Russische minderwaardigheidscomplex
ten aanzien van de Duitsers heeft zich
in de laatste tijd nog versterkt. En 't
heeft, te midden van iets, dat niet ver
van een paniek verwijderd was, geleid
tot een algehele herziening der Rus
sische politiek. Stalin, na lang naar da
gunst der Duitsers te hebben gedon
gen, blijkt thans bevreesd voor hen
geworden te zijn.
De toekomst-
In Parijs heeft men de nieuwe Rus
sische politiek in werking gezien. In
plaats van om een sterk gecentralU
seerde Duitse regering, heeft Wis-
jinsky gevraagd om een voortzetting
van algehele geallieerde contróle voor
onbepaalde tijd. Het Westen heeft zijn
voorstellen tot wederinvoering der oude
bepalingen niet aanvaard, omdat 1949
geen 1945 is. En zo blijft het Russische
ailimma bestaan. Want de nieuwe po
litiek zal, wanneer zij eenmaal goed
in Duitsland begrepen is, zelfs de
Duitse communisten tegen Moskou in
het geweer moeten brengen. Na de
Parijse conferentie ziet het beeld der
toekomst er aldus uit: Naast een W.
Duitsland, met vrije instellingen en een
grote mate- van zelfregering, slechts
beperkt door de eisen van veiligheid,
zal een Oost-Duitsland staan, dat
wordt beheerst door een militaire dic
tatuur der Sowjets, geëxploiteerd
wordt voor Russische doeleinden en
automatisch meer en meer anti-Rus
sisch gezind moet worden.
HEVIGE BRAND TE WASHINGTON
Sedert afgelopen nacht woedt te
Washington een hevige brand in de bui
tenwijken aan de overkant van de Po-
tomac-rivier. De brandweer bestrijdt 't
vuur met een tiental pompen. Uit het
vuur stijgt een dichte rook op. Van de
schade is nog geen schatting gemaakt
en het is niet hekend of zich persoon
lijke ongelukken hebben voorgedaan.
VOOR HEDENAVOND
HILVERSUM I, 301 m. Nieuwsberichten
om 6, 8 en 11 uur. AVRO: 6.15 Sport-
praatje. 6.30 Strijdkrachten. 7.30 Kobus Kwint.
7.45 De Regerings-Voorlichtingsdienst ant
woordt. 7.55 Prof Dr. F. J. Rutten. 8.05 In
het Radio-Zoeklicht. 8.15 Holland-Festival.
10.30 Luis Mariano zingt. 11.15 The Sky-
masters. 11.45 Gramofoonplaten.
HILVERSUM II, 415 m. Nieuwsberichten
om 7, 8 en 11 uur. NCRV: 6.00 Leger des
Heils-kwartier. 6.15 Land- en Tuinbouw. 6.30
NCRV-koor. 7.15 Nederlandse organisten. 7.30
Actueel geluid. 7.55 Prof. Dr. F. J. Rutten.
8.05 Programma-proloog. 8.15 Plaatvaria. 9.00
Prof. Dr. J. Waterink. 9.20 Omroep-orkest.
10.05 De Vaart der Volken. 10.45 Avondover
denking. 11.15 Beroemde concerten. 11.40
Gramofoonplaten.
VOOR VRIJDAG
HILVERSUM I, 301 m. Nieuwsberichten
om 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur. - VARA: 8.15
Fragmenten. - AVRO: 12.00 Joop Walvis, or
gel. 12,33 Sport en prognose. 11.15 Ensemble.
Jo Bos. VARA: 6.15 De Vara feliciteert. 6.30
Strijdkrachten. 7.00 Denk om de bocht. 7.15
Kwartet Jan Corduwener. VPRO: 7.30 Voor
drachten. 7.50 Tien voor acht. 8.05 Piano.
8.30 Lezing. 8.50 Zo juist verschenen.
VaRA: 9.00 Men vraagt..., en wij draaien.
9.30 Vacantie in Nederland. 10.00 Buitenlands
weekoverzicht. 10.15 Swing and sweet.
VPRO: 10.45 Avondwijding. VARA: 11.15
Pliilharmonia-orkest.
HILVERSUM II, 415 m. Nieuwsberichten
om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur. - KRO: 8.25
Hoogmis. 12.03 Pianorecital. 12.33 Kareol-
Septct. 6.00 Zangrecital. 6.30 Piano-duo. 6.45
Klankbeeld. 7.15 Dr. C. den Hartog. 7.30
Orkest zonder naam. 7.45 „De drie landen".
8.05 De gewone man. 8.12 Tesselschade-her-
denking. 9.35 Gemengd koor. 9.55 Lezing.
10.10 Metropole-orkest. 10.45 Avondgebed.
11.15 A Ja Danse.
94. De kapitein weet niet goed,
wat hij met de verstekelingen begin
nen moet. Of liever gezegd, hij weet
heel goed, dat Pim, Pam en Pom weer
teruggebracht -moeten worden naar
Buldogstad, maar wat moet er met
Pepi gebeuren? Als de volgende dag de
„Salmiak" Banano, de havenstad, bin
nenloopt, laat hij meteen het hoofd van
de politie roepen. In zijn hut heeft hij
een heel lang gesprek met de commis
saris en als ze het eens zijn, worden
Pim, Pam, Pom en Pepi binnengeroe
pen. „Beste jongens, ik ben het eens
met de commissaris van Banano hier,
lat in dit bijzondere geval Pepi van
boord mag gaan om naar zijn vader te
rug te keren, maar jullie zult aan
boord moeten blijven". Hé, kapitein,
'oogen we Pepi dan niet eens naar het
station brengen?" vraagt Pim teleurge
steld. „Nee Pim, het spijt me voor je.
Maar orders zijn orders", antwoordt de
kapitein vriendelijk. „Zo is het", knikt
de commissaris.