^|q|lkoe|iH: furitsot VAN HOUTEN Zo sprak de wijze Maraboe 1 ■NHNHNHHH Ri Ruslands plannen met Duitsland hebben volkomen gefaald avontuur ooor Residentie Oplossing Prijsraadsel Hoe de kangeroe aan zijn naam kwam ru ÜCSHttU*i? -"o Boompuzzle F Prijsraadsel Het Nederlandse merk met Wereldreputatie 13!i !ÊÊ8 ÉBk mséiÊÊk WÊÉSMh mBLeaÊm WLéam Parijse conferentie toonde de onzekerheid van Moskou duidelijker dan iets anders Het Radioprogramma Pam en Pom en het Afrikaanse avontuur (Een Arabisch sprookje). Ben Ali Kadash, het opperhoofd van een der rijkste stammen uit. Jebel Shammar, bevond zich in grote angst en nood. Als een stormwind joeg hij door de woestijn op zijn snelle hengst, om in allerijl een bekwaam genees heer te halen bij zijn enige zoon, die stervende was. Geen enkele andere boodschapper had hij deze zending toe vertrouwd. t Het noodlot scheen hem de laatste jaren te achtervolgen. Keer op keer was de aanvankelijk zo veelbelovende oogst mislukt. Daarna werden hij en zijn familie door tot dan toe geheel vreemde kwalen en ziekten bezocht. Door dit alles teneergeslagen, scheen hij nu de zwaarste slag te moeten ont vangen. Zijn enige zoon ging hem ont vallen.. In sombere gedachten verdiept, liet Ben Ali zijn ros de vrije teugel. Tot een plotseling uit de lucht vallen de grote schaduw het paard wild stei geren deed van schrik. De sheik werd door de schok welhaast uit het zadel geslingerd. Met moeite kon hij zich rechtop houden en zien, wat zijn dolle ren zo onverwachts had onderbroken. Een reusachtige maraboe, die hoog in de lucht zijn eindeloze kringen had be schreven, was pal voor de voeten van Ben Alis paard neergestreken en staar de, eerbiedig neergehurkt, met zijn wijze ogen naar de sheik op. Met een eigenaardig lage stem, die diep uit zijn geweldige keelzak scheen te komen sprak de vogel: „Wat ziet Uw oog sombér en vol verdriet, o machtige sheik, drukt het leed van Uw huis zo zwaar op u?" „Wat weet ge van mijn leed", riep het opperhoofd vertwijfeld uit. „Laat me door, opdat ik een dokter haal voor mijn zieke zoon, eer het te laat is". „Uw zoon, o machtig Heer, is zo juist gestorven. Wij maraboe's, de wijzen, zoals men' ons noemt, hebben de do- denzang om Uw zoon reeds gehoord. Wanhopig en met verwilderde blik staarde de sheik de eerbiedwaardige vogel aan. „Ach", riep hij uit. Nu is er niets meer op de wereld, dat mij nog troosten kan of waarde voor mij heeft". „Toch wel, Heer", sprak de maraboe rustig maar nadrukkelijk. „Ga eerst Uw zoon begraven en zadel daarop da delijk Uw beste paard. Ge trekt dan, als pelgrim vermomd, door de twaalf omringende dorpen. En ik verzeker U; rijkelijk getroost zult ge huiswaarts keren". Statig, met langzame vleugel slag, verhief de maraboe zich in de lucht en Ben Ali wendde mistroostig de teugel. Niemand zou twee dagen later in de eenvoudige ruiter de machtige sheik uit Jebel Shammar herkend hebben. In het eterste dorp, dat hij aandeed heerste grote onrust en verwarring. De aanhoudende droogte had slechts lege waterputten achtergelaten en het vee dreigde om te komen. Toen Ben Ali opmerkte, dat hun kinderen tenminste niet zouden sterven, enkel het vee, wendden de inwoners zich veront waardigd van hem af en jammerden luid om hun eigen leed. In het vol gende dorp ontmoette de ruiter grote vreugde over de rijke, juist binnenge haalde oogst, dank zij de moeizaam aangelegde bevloeiingswerken. Maar een vreselijk onweer barstte los, de bliksem sloeg in de gevulde voorraad schuren en legde ze in de as. In de volgende twee dorpen lagen de straten stil en verlaten. Slechts uit de huizen weerklonk een gedempt gekreun. Een verwoestende ziekte sleurde de inwo ners naar het graf. Haastig en schuw reed de sheik langs de besmette wo ningen. Steeds verder trekkend door de andere dorpen en nederzettingen, zag hij achtereenvolgens alle vreugden en alle verdriet en ellende, die op de aarde door mensen worden gekend. Ein delijk bereikte hij het laatste van de twaalf dorpen. ^Nauwelijks had hij de eerste hutten achter zich gelaten, of daar streek vanuit de hoge lucht de wijze maraboe weer plotseling voor hem neer. „Machtig Heer. ik zie, dat de tocht Uw geest veranderd heeft", klonk zijn lage stem. „Wat vondt gij het belangrijkst van wat gij hebt gezien?" „Zo ge het we ten wilt, goede vriend", antwoordde Ben Ali Kadash, „welnu, het lijkt mij, dat een ieder meent, zo hem' leed ge schiedt, dat dit het zwaarste is, wat een mens kan overkomen. Wij richten onze blik te veel op ons zelf en zijn blind voor hetgeen anderen treft. Maar nu heb ik begrepen, dat allen, rijk en arm, hetzelfde moeten dragen. En dit heeft mij meer getroost dan wat ook". Weer spreidde de wijze maraboe zijn geweldige vleugels en de sheik bleef hem dankbaar nastaren, tot hij zich als een stip in de eindeloze verten verloor. De vorige keer was onze boom op zijn kop in onze krant gekomen. Het was maar een raar gezicht en ik wil best geloven dat jullie er de eerste ogenblikken niets van begrepen. Gelukkig hebben jullie zelf de fout wel ontdekt en de boom weer op zijn voet gezet. Hier komt dan onze op lossing: Toen de bekende ontdekkingsreiziger James Cook in 1770 na de ontdekking' van de Moretonbocht langs de kust zeilde naar het tegenwoordige Queens- land, wierp men eens het anker uit om drinkwater te halen. Op het land kwamen daarop veel inboorlingen bij een en keken met grote nieuwsgierig heid naar het schip en de blanke men sen. Een der wilden droeg een gedood dier op zijn schouder, met welk beest de blanken geheel onbekend waren en daarom vroegen zij, hoe dat dier heet te. „Kangoeroe" luidde daarop het ant woord, hetwelk in de taal der inboor lingen betekende. „Wij verstaan je niet". De matrozen ruilden dat vreem de dier in en brachten het mede naar het schip, waarna zij aan hun kapitein vertelden, dat de wilden het „Kangoe roe" noemden. Cook liet het beest die naam behouden, welke daarna in de beschaafde taal als algemene naam is overgegaan. PLEISTER Huidkleurig snelverband1 ZWITSAL FABRIEKEN APELDOORN ONZE MEDEDELINGEN. Wie wil postzegels ruilen met Roelof Otten, Gladiolenstraat 17, Den Helder? Hij spaart postzegels van alle landen ter wereld en heeft ook zegels van allé landen voor ruiling beschikbaar. Er was weer een oplossing van het raadsel met een kort briefje, waarbij geen afzender vermeld stond. Alles was in blokschrift geschreven en op crème kleurig glad papier. Wie was de af zender? Bertie Bosman, Hofdijkstraat 30, Be verwijk, wil graag corresponderen met een jongen die in een bosrijke streek woont en veel van zwemmen en fiet sen houdt. Bertie is 13 jaar oud. Tiny Kuiper, Sternstraat 44, Den Helder, wil afstand doen van een jong katertje. Het diertje is op 18 Mei ge boren en kan worden gehaald als het zes weken oud is. Wie kan Hans Back, Dal 7, Hoorn, aan Niemeijers koffie- en theepunten helpen? Het woord van de top naar de voet was dus: Weerbericht. W E D E IN A R K G E B I T K L E I N V E E R M A N A M I L I E L I C H T H M T "*1 ge- Deze week werden de prijzen wonnen door: Koos Langras, Sint Annastraat 6, Alkmaar (13 jaar). Marietje Teller, Lekerweg H. 23 Wijdenes, N.-H. (14 jaar). Marry van Dijk, H. Burgerstraat 48, Beverwijk (13 jaar). Gerda Paans, Krugerstraat 123, Den Helder. J. Jonker, Kerkplein 35, Hoorn (14 jaar). Gefeliciteerd, jongelui! De boeken worden toegezonden. Alleen voor jongens en meisjes van. 12 tot en met 16 jaar. Zoek in de volgende zinnen verbor gen Nederlandse plaatsnamen. 1. Onze hond graaft holen van konijnen uit. 2. Vader eet graag oesters. 3. De jongens verlieten het kamp en fietsten naar de heide. 4. Er lag een oude soldatenhelm onder het duinzand begraven. 5. Vele vacantie-gangers trekken naar de nieuwe grensgebieden De oplossingen kunnen vóór Zondag, 3 Juli worden gezonden naar het bu reau van dit blad. Voor jongelui van 12 tot en met 16 jaar. Hallo, jongens en meisjes, wij beginnen deze week met de brief van „Margriet". Zeg Margrietje, je dacht mij te foiipen, maar ik had heus nog wel iets aan dat*oude stuk „Jeugd- koerier". De boom van het prijsraadsel kon ik best gebruiken, want anders zou ik hem weer opnieuw moeten tekenen voor de oplossing. Nu knip ik hem uit jouw oude krant. Wat een geluk dat je nog zoveel, onbekende bandjes hebt kevonden. Weintje Stokhof, zo moeilijk was dat vorige raadsel toch heus niet, meisje. Je moet even goed kijken naar cle slotwoorden van de zinnetjes en bij de nieuwe regels het woord zoeken, dat daarop liet beste kan volgen. Jij houdt dus wel van logé's Ik niet zo heel erg, Weintje. Ik vind het thuis maar het gezel ligst als wij weer onder elkaar zijn. Jan Leydeckers, deze keer heb ik twee brieven van je, dus de vorige is niet zoekgeraakt, maar kwam waarschijnlijk te laat. Hartelijk dank voor de sigarenbandjes, Jan! Toen ik jonger was, heb ik het boek „Kruimeltje" zelf gehad, maar nu heb ik het niet meer. Ik denk dat ik het destijds eens aan een jongen heb weggegeven. Het was een aardig jongensboek. „Pauwstaart", heb je de wandeltocht goed volbracht? Neen, ik fieb niet meegelopen, want zo'n eind tippelen is niets voor mij. Maar als je mij wilt ver tellen dat ik niet altijd op mijn stalen ros moet klimmen en eens wat meer lopen, geef ik je grcot gelijk. Schrijf je nog eens over de uitvoering? Rie Schoonen, ik zal je wat sigaren bandjes zenden. Op het ogenblik heb ik er genoeg, zodat zieken en gezonden er mee gehol pen kunnén worden. Leuk dat je weer eens wat gedichtjes liet lezen. Het gedichtje van de „Lenteman" vond ik hét beste. Jij ook? Jan Nellestein, hartelijk dank voor alles wat je voor onze zieken hebt gestuurd. Vind je het prettig om naar de Ambachtsschool te gaan? Je moet mij eens schrijven, welk vak je gaat kiezen. Ik. dacht timmerman. Heb ik dat goed? Roelof Otten, wat kreeg ik van jou weer een dikke enveloppe met postzegels en zilverpapier. Hartelijk dank. Joh! Daar heb je heel wat voor gespaard. Van harte hoop ik, dat die dokter in Friesland je weer helemaal kan opknappen, zodat je weer kunt voetballen. Hoe gaat het met je plantje? Leg er maar eens wat oude koemest bij, dan zul je eens zien hoe hard het groeit. Gerda Paans, de vorige week had ik je willen schrjjven, maar ik kreeg plotseling keelontsteking, zodat ik een poosje onder de wol moest blijven en daarna ben ik een weekje met vacantie geweest. Veel kon ik niet uitvoeren. Nu komt mijn briefje wat later. Gelukkig dat jij weer beter bent. Dat was een grote bijeenkomst van de V.V. Ja, ik weet wel dat iedere bijeenkomst altijd erg gezellig is. „Rozenfee", je dacht dat je mij wel voor „Luilak" kon uit- helden, omdat ik vast niet vóór acht uur opstond. Dat heb je nu eens mis, jongedame. Op die „T.uilakmoigen" was ik al om vijf uur uit bed. Valt het je mee? Als ik gekleurd zilverpapier heb, zal ik het je toezenden. Hartelijk dank voor alles wat je mij hebt gezonden. „Dwergje", kijk maar eens onder de mededelingen, meisje. Is he zo in orde? Jij mag met het andere pvijsraadsel meedoen, hoor! Je bent al 12 jaar. Hartelijk dank voor de mooie tekening. „Lollypop", wel bedankt voor al die mooie bladeren. Ik herken de tulp, de iris, de viooltjes, de esdoorn, de berk en de lijsterbes. Moest je ze zelf niet houden voor je herbarium? Ik hcop, dat je het boek ontvangen hebt en dat het naar je zin is. „Sneeuwklokje", welkom in onze groep. Had je een gezellige verjaardag? „Storm vogelt je", is het zo in orde? Diny Oostendorp, je bent welkom bij ons. Jongelui, de brieven voor ons volgende correspondentie-hoekje kunnen vóór Zondag 3 Juli worden gezonden naar het bureau van dit blad. Tot de volgende keer! Hartelijke groeten van TANTE IET. 127 IN DE TJEERD ADEMA „Astrid", vroeg hij later op de avond „hoe komt het, dat je ogen zo blauw zijn?" „Omdat mijn moeder dezelfde ogen had", legde mevrouw De Leeuw uit. „Dat is een kwestie van erfelijkheid." „Hè nee," zei Astrid, „niet 2o proza- isch, moeder. Ik zal het je uitleggen Jelle, het komt omdat het blauw van de hemel er in weerkaatst wordt." „Het blauw van de zonnige hemel", zei hij nadenkend. „Het blauw is in je ogen gebleven, de zonnestralen zijn doorgegaan naar je kleine hartje. Ik kan nog altijd niet begrijpen, hoe zo'n mooi meiske als jij zin kunt hebben in een man, die Het geluid van de zware voordeur bel galmde plotseling door de gang. „Wel?" riep hij, „wie kan nog zo laat Hij wilde naar voren gaan, maar As trid hield hem tegen. „Naar boven!" zei ze, „je weet niet wie er voor de deur kan staan!" Onhoorbaar liep hij vlug de trap op.' liet de deur openstaan en luister de op de bovenste trede. Juffrouw Boenders was naar de voordeur gesloft, had de ketting er af gedaan en staarde verbaasd naar een jongmens, dat een uniformpet van de PTT droeg. „Woont hier Marcusse?" vroeg hij. „Meneer Marcusse," verbeterde juf frouw Boenders, „ja en wat zou dat?" „Een telegram", zei de besteller. Hij liet haar het formulier tekenen en sprong op zijn fiets. SHRfM b'Wï Mm? ntiB ■liM ■tflH ÉNMin riep „Jelle, een telegram voor je!" Astrid. Hij was in drie sprongen beneden en las het in de kamer. Gezochte morgen weer in Den Haag. Zal waarschijnlijk over morgen te spreken zijn. Stoii.i. „Toch geen slechte tijding, Jelle?" vroeg het meisje, toen zij naar zijn ernstig gezicht keek. „Helemaal niet, liefste," zei hij „alleenik zal mij nu toch buitens huis moeten wagen". Hij bedacht dat hij allereerst naar het ziekenhuis moest gaar. om er de documenten te halen. Hoe hij dat doen moest, was op ich- zelf al een probleem, want hij kon niet onopgemerkt verschijnen in een inrichting, waar vrijwel iedereen hem kende. Wanneer hij de documenten in zijn bezit had, zou hij op audiëntie moeten gaan. Ook dat zou wel de nodige be zwaren met zich brengen, maar het was tenslotte niet het gevaarlijkste deel van de expeditie. Hij begreep, dat hij niet op klaar lichte dag in het ziekenhuis kon ver schijnen. Hij zou er onopgemerkt door de moestuin moeten binnenkomen, zo als hij dat op die vreselijke avond van de moord had gedaan. Had hij de documenten in zijn bezit, dan zou hij nodeloos risico lopen door nogmaals heen en weer naar Leiden te gaan. Het allereenvoudigste was dan maar in Den Haag te blijven, en, aan gezien hij noch in het huis van jonk heer Van Waardenbuïg, noch op zijn eigen kamers terecht kon, zou hij een hotel moeten zoeken, een goedkope slaapgelegenheid, passend bij de kle ren, welke hij als chauffeurshulp zou moeten dragen.1 Hij besprak de moeilijkheden uit voerig met Astrid en haar moeder en zij gaven hem beiden de raad de oude overall voor een ander costuum te ver wisselen, omdat hij dan minder zou opvallen dan in de kleren, welker be schrijving waarschijnlijk bij zijn sig nalement was opgegeven. De grote vraag was, hoe hij aan an dere kleren moest komen, omdat het duidelijk was, dat hij zijn colbert, hoed en overjas niet bij de familie Van Ginkel kon aanhalen en het gevaar ook niet denkbeeldig was dat de Haag se politiemensen hem dadelijk als jonkheer Van Waardenburg zouden herkennen. Mevrouw De Leeuw bedacht, dat hij in een eenvoudige uniform waarschijn lijk het minst de aandacht zou trek ken. Wanneer hij als politieagent rondliep zou geen enkele „collega" 't in zijh hoofd krijgen in hem een van moord verdachte vluchteling te zien, maar er waren daartegen drie grote bezwaren. Ten eerste, dat hij niet voldoende met de dienstvoorschriften bekend was om geen bokken te schieten, ten tweede, dat er onderweg iets zou kun nen gebeuren, waarvoor men zijn assi stentie zou inroepen en ten derde en dat was het grootste bezwaar dat hij geen agentenuniform had en er moeilijk een op het bureau kon gaan lenen. (Wordt vervolgd). (Van onze diplomatieke medewerker). HOEWEL HET RESULTAAT VAN DE CONFERENTIE der vier minister» van buitenlandse zaken In concreto betrekkelijk mager is geweest, mag ongetwijfeld toch van Westers standpunt bezien van een succesvol verloop der besprekingen gerept worden. Immers, wat reeds enige maanden geleden vermoed werd, is tijdens de conferentiedagen in steeds duidelijker te onderkennen vorm zichtbaar geworden: het Krenilin verkeert ten aanzien van Duitsland in een dilemma, dat niet slechts de „bolsjewistische vastberaden heid" tot een angstig her- en derwaarts tasten heeft gedegradeerd, maar bovendien de leiders der Russische buitenlandse politiek voor een volslagen mislukking van hun zorgvuldig berekende plannen heeft gesteld. krachtig gevoed door de schok van 't Duitsers zullen steeds meer anti-Russisch gezind blijken £EN VAN DE eerste bolsjewistische doelstellingen was de ontketening van de communistische revolutie in Duitsland. Het moest de eerste stap na de Russische revolutie zijn. Een Sowjet-Duitsland met zijn enorme in dustriële rijdom en zijn groot technisch kunnen zou het Sowjet-kamp zo ont zaglijk versterken, dat het 't even wicht van Europa's krachten moesten veranderen en de sowjetisering van 't gehele continent binnen het bereik van het mogelijke brengen'. Deze wens droom van 1918 overleefde het jaar 1923 niet. De politiek van aanwakke ring ener Duitse revolutie werd ver vangen door een politiek van samen werking tussen het communistische Rusland en het kapitalistische Duits land. Het was de tijd, waarin de Duit se industrie de Sowjetunie naarstig voorzag van machinerieën, die Moskou voor de uitvoering van zijn vijf-jaren plannen nodig had, terwijl aan de an dere kant de Duitse militairen, in eigen land door het Verdrag van Ver- sailles aan banden gelegd, in de Sow jetunie gelegenheid kregen, door oefe ning hun kundigheid op peil te houden. Ondanks alle propaganda bracht de komst van Hitier in deze politiek slechts weinig verandering en ten slotte was de HitierStalin alliantie van 1939 werkelijk niet zo'n bijzonder sensationele ontwikkeling. Het was Hitier, niet Stalin, die in 1941 aan deze politiek een einde maakte. Opnieuw een kans. In 1945 werd het voor de tweede maal mogelijk te denken aan een com munistisch Duitsland, innig- verbon den met of zelfs een deel van de Sow jetunie. Daartoe waren twee dingen nodig. In de eerste plaats moesten de Duitsers er toe gebracht worden, de Sowjets als hun vrienden en bescher mers en de Westerse democraten als hun vijanden en onderdrukkers te zien. In de tweede plaats moest er in de Oostelijke zone een sterk, goed geor ganiseerd Duits regiem onder commu nistische contróle komen, dat, zodra de tijd er rijp voor was (na terug trekking der geallieerde bezettings troepen) in staat zou zijn, de macht in geheel Duitsland aan zich te trek ken. Natuurlijk waren er moeilijkheden Het was niet gemakkelijk de Duitse vriendschap te winnen en tegelijk het land leeg te halen en Rusland had een ontstellend gebrek zowel aan con sumptie-artikelen als aan zogenaamde kapitaalgoederen (machinerieën voor de productie). Toch werd de politieke lijn vastge legd en zo strikt mogelijk gevolgd. Molotof werd de kampioen van dé Duitse eenheid. Duitse communisten werd aangespoord, zich te gedragen als strijdbare Duitse nationalisten. Het programma van Warschau (waarin Oost-Europa onmiddellijk een onaf hankelijk Duitsland eiste) en 't „Duit se Volkscongres" waren de formele materialisaties van het plan. Het Duit se nationalisme moest (evenals het koloniale nationalisme" elders) een instrument zijn van de communistische revolutie en het Sowjetimperialisme. Verontrustende factoren. Het was alles erg orthodox en „cor rect". Maar toen deden zich enige ver ontrustende factoren voor, die twijfel en aarzeling veroorzaakten. Een was de groeiende angst, dat Duitsland, be vrijd van de geallieerde bezetting en contróle, misschien niet zo gemakkke- lyk een communistische regiem zou aanvaarden; dat het zelfs het commu nistische leiderschap van de hand zou kunnen wijzen en zich verbinden met het democratische Westen in plaats van met het Oosten. Dat was één ver ontrustende gedachte. De andere werd „Titoïsme". Men had de Duitse com munisten opgewekt nationalist te zijn. Zouden zij geen Titoïsten worden, na melijk het communisme aanvaarden, maar de leifiing van Moskou, de lei ding van Stalin afwijzen? De Russen koesteren van oudsher de diepe arg waan, dat alle Duitsers, ook de com munisten, zichzelf als superieur aan de Slavische volken beschouwen. Dit Russische minderwaardigheidscomplex ten aanzien van de Duitsers heeft zich in de laatste tijd nog versterkt. En 't heeft, te midden van iets, dat niet ver van een paniek verwijderd was, geleid tot een algehele herziening der Rus sische politiek. Stalin, na lang naar da gunst der Duitsers te hebben gedon gen, blijkt thans bevreesd voor hen geworden te zijn. De toekomst- In Parijs heeft men de nieuwe Rus sische politiek in werking gezien. In plaats van om een sterk gecentralU seerde Duitse regering, heeft Wis- jinsky gevraagd om een voortzetting van algehele geallieerde contróle voor onbepaalde tijd. Het Westen heeft zijn voorstellen tot wederinvoering der oude bepalingen niet aanvaard, omdat 1949 geen 1945 is. En zo blijft het Russische ailimma bestaan. Want de nieuwe po litiek zal, wanneer zij eenmaal goed in Duitsland begrepen is, zelfs de Duitse communisten tegen Moskou in het geweer moeten brengen. Na de Parijse conferentie ziet het beeld der toekomst er aldus uit: Naast een W. Duitsland, met vrije instellingen en een grote mate- van zelfregering, slechts beperkt door de eisen van veiligheid, zal een Oost-Duitsland staan, dat wordt beheerst door een militaire dic tatuur der Sowjets, geëxploiteerd wordt voor Russische doeleinden en automatisch meer en meer anti-Rus sisch gezind moet worden. HEVIGE BRAND TE WASHINGTON Sedert afgelopen nacht woedt te Washington een hevige brand in de bui tenwijken aan de overkant van de Po- tomac-rivier. De brandweer bestrijdt 't vuur met een tiental pompen. Uit het vuur stijgt een dichte rook op. Van de schade is nog geen schatting gemaakt en het is niet hekend of zich persoon lijke ongelukken hebben voorgedaan. VOOR HEDENAVOND HILVERSUM I, 301 m. Nieuwsberichten om 6, 8 en 11 uur. AVRO: 6.15 Sport- praatje. 6.30 Strijdkrachten. 7.30 Kobus Kwint. 7.45 De Regerings-Voorlichtingsdienst ant woordt. 7.55 Prof Dr. F. J. Rutten. 8.05 In het Radio-Zoeklicht. 8.15 Holland-Festival. 10.30 Luis Mariano zingt. 11.15 The Sky- masters. 11.45 Gramofoonplaten. HILVERSUM II, 415 m. Nieuwsberichten om 7, 8 en 11 uur. NCRV: 6.00 Leger des Heils-kwartier. 6.15 Land- en Tuinbouw. 6.30 NCRV-koor. 7.15 Nederlandse organisten. 7.30 Actueel geluid. 7.55 Prof. Dr. F. J. Rutten. 8.05 Programma-proloog. 8.15 Plaatvaria. 9.00 Prof. Dr. J. Waterink. 9.20 Omroep-orkest. 10.05 De Vaart der Volken. 10.45 Avondover denking. 11.15 Beroemde concerten. 11.40 Gramofoonplaten. VOOR VRIJDAG HILVERSUM I, 301 m. Nieuwsberichten om 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur. - VARA: 8.15 Fragmenten. - AVRO: 12.00 Joop Walvis, or gel. 12,33 Sport en prognose. 11.15 Ensemble. Jo Bos. VARA: 6.15 De Vara feliciteert. 6.30 Strijdkrachten. 7.00 Denk om de bocht. 7.15 Kwartet Jan Corduwener. VPRO: 7.30 Voor drachten. 7.50 Tien voor acht. 8.05 Piano. 8.30 Lezing. 8.50 Zo juist verschenen. VaRA: 9.00 Men vraagt..., en wij draaien. 9.30 Vacantie in Nederland. 10.00 Buitenlands weekoverzicht. 10.15 Swing and sweet. VPRO: 10.45 Avondwijding. VARA: 11.15 Pliilharmonia-orkest. HILVERSUM II, 415 m. Nieuwsberichten om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur. - KRO: 8.25 Hoogmis. 12.03 Pianorecital. 12.33 Kareol- Septct. 6.00 Zangrecital. 6.30 Piano-duo. 6.45 Klankbeeld. 7.15 Dr. C. den Hartog. 7.30 Orkest zonder naam. 7.45 „De drie landen". 8.05 De gewone man. 8.12 Tesselschade-her- denking. 9.35 Gemengd koor. 9.55 Lezing. 10.10 Metropole-orkest. 10.45 Avondgebed. 11.15 A Ja Danse. 94. De kapitein weet niet goed, wat hij met de verstekelingen begin nen moet. Of liever gezegd, hij weet heel goed, dat Pim, Pam en Pom weer teruggebracht -moeten worden naar Buldogstad, maar wat moet er met Pepi gebeuren? Als de volgende dag de „Salmiak" Banano, de havenstad, bin nenloopt, laat hij meteen het hoofd van de politie roepen. In zijn hut heeft hij een heel lang gesprek met de commis saris en als ze het eens zijn, worden Pim, Pam, Pom en Pepi binnengeroe pen. „Beste jongens, ik ben het eens met de commissaris van Banano hier, lat in dit bijzondere geval Pepi van boord mag gaan om naar zijn vader te rug te keren, maar jullie zult aan boord moeten blijven". Hé, kapitein, 'oogen we Pepi dan niet eens naar het station brengen?" vraagt Pim teleurge steld. „Nee Pim, het spijt me voor je. Maar orders zijn orders", antwoordt de kapitein vriendelijk. „Zo is het", knikt de commissaris.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1949 | | pagina 4