Nieis nieuws onder de Zon!
Verkeerde gulheid
liN Mim m ww vol Bmvtm
Spook der werkloosheid doemi op in
het beknelde Finland
R
Kranten, tunnels, gas
en staking
Hef Radioprogramma
Onze mededelingen
Prijsraadsel
Pim, Pam en Pom en
het Afrikaanse avontuur
Oplossing Prijsraadsel
Koren op de communistische molen
Laatste Amerikaanse
bezettingstroepen verlieten
Korea
AVONTUUR
ESIDENTIE
JTEN TAXAMETER kende het oude
Rome al. Daar waren huurkoetsen,
waaraan een vernuftig bronzen appa
raat bevestigd was, die vertellen kon
den hoeveel stadiën (mijlen) de wagen
had afgelegd bij zijn aankomst. De
koetsier hoefde dan maar de.... steen
tjes te tellen, die in het apparaat vio
len na zoveel wiel-omwentelingen. Elk
steentje was datt een mijl.
Inderdaad was men in die oude tijden
vaak heel knap in het bedenken van
zulke ingewikkelde technische zaken,
die met de eenvoudigste middelen op
gebouwd moesten worden. Keizer
Theophilus, die van 829 tot 842 in Kon-
stantinopel (Byzantium) regeerde had
naast zijn troon twee gouden leeuwen
staan. Als de keizer zitten ging verhie
ven de leeuwen zich een weinig en
stieten een gebrul uit. En dat alles had
den Griekse handwerkslieden in elkaar
geknutseld.
De krant kende men natuurlijk ook
al in de Romeinse tijd. Caesar stelde in
39 v. Chr. de zogenaamde acta diurna,
later ook wel de acta urbis in, vrijwel
letterlijk te vertalen met dagelijkse
handelingen en gebeurtenissen van de
stad. Deze „kranten" brachten officieel
en gewoon nieuws, Er waren in die
tijd al heel wat burgers, die hun geld
verdienden als correspondent van dié
bladen, door het nieuws uit Rome naar
de provincie te zenden. Toch was cr
een groot verschil in verspreiding van
die Romeinse couranten; zij werden
namelijk niet in honderdduizenden ge
drukt, doch slechts in een enkel exem
plaar geschreven!
Bliksemafleiders hebben wii aan
Beniamin Franklin te danken; dat
weet iedere schooljongen. Toch zetten
de Egyptenaren al masten met gouden
spitsen op de stadstorens, Ook is het
bekend, dat op de grote tempel van
Jeruzalem gouden spitsen stonden en
koperen bulzen en goten, die contact
met, de aarde hadden en aldus een
voortreffelijke bliksemgeleiding vorm
den.
Het graven van tunnels Is een uiter
mate nauwkeurig werk. De ingenieurs
die spoorwegtunnels in het bergland
projecteerden, weten daarvan mee ie
praten. Meestal begint men het werk
van twee kanten en dan is de moeilijk
heid om op dezelfde plaats uit te Ko
men. Daarvoor is een indrukwekkende
verzameling meetinstrumenten zeker
nodig. Toch waren de ingenieurs van
koning Hiskia in Jerusalem al zo kmn.
dat zij in de laatste eeuw voor Chris
tus' geboorte een tunnel bouwden,
thans bekend als de Sllva tunnel, met
oen zelfs voor onze moderne bouw
meesters verbluffende juistheid van
berekening. Toen de beide schachten
bijeenkwamen bleek er een hoogtever
schil van slechts 30 cm te zijn. In Pa
lestina werden in de grijze oudheid
meer tunnels gegraven; die bij Gezor
ging tot 30 meter diepte en was zo
b'-"'d als de Londense Underground.
Gas als brandstof kenden onze voor
vaderen ook al. In zijn kronieken be
richt de Griek Ktesias, dat in de vijfde
eeuw v. Chr, de Griekse huizen van
Karamanie verwarmd werden door
erbranding van aardgas. En ge moet
niet denken, dat de staking een uitvin
ding van deze tijd is. Al was het nog
maar even vijftig jaar geleden, dat de
c rste staking in ons land geregistreerd
werd. zowel Livius als Ovidlus vertel
len al van stakingen. De merkwaardig
ste was die van de muzikanten in 311 v.
Chr. in Rome. Zij genoten elk jaar op
staatskosten een grote feestmaaltijd,
doch in dat jaar besloot de overheid
het privilege om redenen van bezuini
ging te schrappen. De muzikanten gin
gen toen in staking en trokken alle
naar Tibur, w .arschijnlijk ook om hun
onontbeerlijkheid in de hoofdstad goed
te doen gevoelen. De Romeinse magis
traten bezonnen zich op een list; zij
zonden afgezanten naar Tibur, die er
in slaagden om alle muzikanten in een
dagenlang drinkgelag beschonken te
krjigen. Toen kwamen de Romeinen
met een colonne vrachtwagens, waar
zii de laveloze muzikanten op thuis
brachten. Met dwang weliswaar, doch
het privilege werd terstond in ere her
steld, zodat deze oudste staking „ge
wonnen" werd door de werknemers,
En nu we toch op deze luchthartige
r.ieuwtjes, die geen nieuws zijn, zjjn
terecht gekomen, is ook vermeldens
waard, dat d regie van applaus, zoals
Eitler en andere moderne dictatoren
die invoerden ais achtergrond voor
sprekers of van officiële plechtigheden,
ook al in het Romeinse Keizerrijk be
stond. Nero huurde vaak 3000 lieden,
die klappen ïoesten en hun bijval
luide uitschreeu—den wanneer een 'van
Nero's gunstelingen 'ets in- het open
baar presteren moest .Dit legertje van
beroeps noplaudisseurs stond onder
strenge discipline; hun leider genoot
een jaf-wedtte van 40.000 sertertiën.
Eén ding is er zeker gelijk gebleven
cbor alle eeuwen: het kinderspeelgoed,
Ook de kindertjes van de Romeinen e"
Grieken speelden met ponnen, reden op
hobbelpaarden, hadden een bal en een
snringtouw en hielden van schommel
en draaimolen. „Zwarte Piet" kenden
ze alle ook, en het paedagogisch ver
werpelijke: „pas op voor"was even
eens een angstaanjagend begrip.
Eeuwen na de Punische oorlogen drei
gen de Romeinse moeder nog met:
.Pas op, anders komt Hannibal je
halen!".
HILVERSUM I, 301 M- Nieuwsberichten
urn 6, 8 en 11 uur. AVRO. 6.15 Reportage
tour de France. 6,20 Reportage tenniskam
pioenschappen. 6.30 Strijdkrachten. 7-— Kobus
Kwint. 7.10 Metvopole orkest, 7.45 De R.V.D.
antwoordt. 8.05 In bet radio zoeklicht. 8,15
Amerikaans student enk oor. 8.50 Hoorspel. 9,20
Residentie orkest- 10.— Oude en nieuwe pro
blemen. 10.15 The swinging nightingales. 11.15
Rhythmische muziek. 11.45 gr. pL
HILVERSUM II, 415 M. Nieuwsberichten
om 7% 8 11 uur. NCRV. 6.- Leger des Heils-
kwavtier. 6.15 C.M.B.-kwartier. 6.30 Orgel
bespeling. 7,15 Nederlandse organisten, 7.30
Actueel geluid." 8.05 Programma proloog. 8.15
Tlaatvavia. 9.— Vacantie-voorpret. 9.15^ Saus
souci. 9.35 Sweelinek kwartet. 10.05 De
vaart der valken. 10.25 NCRV-koor. 10.45
^vondoverdenking. 11.15 Populair avondcon-
MET INGANG VAN HEDEN ZENDER-
WISSELING,
HILVERSUM II, 415 M. Nieuwsberichten
om 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur. VARA. 8.15 Ope
rette melodieën. AVRO. 12.30 Reportage ten
niskampioenschappen. 1.15 The Avroleans"
VARA. 6.15 De VARA feliciteert. 6.45 Om
roepkoor. 7.— Denk om de bocht. 7.15 „Steun
wettig gezag", VPRO. 7.30 Voordrachten..
7 50 Tien voor acht. 8.05 Het Röntgen-kwartet.
8.30 Lezing. 8.55 Zo juist verschenen. VARA.
9 Men vraagt en wij draaien. 9.30 Orgel
spel. 10.— Buitenlands weekoverzicht. 10.15
Swing and sweet, VPRO, 10.45 Avondwijding.
VARA. 11.15 Joh. Brahms-programma.
HILVERSUM I, 301 M, Nieuwsberichten
om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur. NCRV. 8.15 Te
deum laudamus, 12.— Omroepkoor. 12,33 Om
roeporkest. 6,15 Leaing, 6.30 Strijdkrachten.
7,15 Geestelijke liederen. 7.30 Actueel geluid.
745 Het studentenleven, 8.05 Programma
proloog. 8.15 Het C.N.V. jubileert. 10.45
Axondoverdenking. 11,15 Beroemde concer
ten. 11.50 gr.pl.
Iedere avond vóór het slapengaan
kwam Hankle trouw bij Mammie op
schoot zitten, om samen met haar
plaatjes te kijken in het grote vertel
selboek. Dat was al begonnen, toen hij
nog zo klein was, dat hij niet eens goed
kon praten en alleen met „ta-ta" en
juichkreetjes zijn instemming betoon
de. Maar, wat groter geworden, was hij
zo vertrouwd en bevriend geraakt met
Wollie, het schaapje, Knorrie, het big
getje en Waffie, de hond, dat het on
denkbaar was, rustig te gaan slapen,
zonder hen eerst weer bekeken te heb
ben. Daarna volgde dan trouw een
kort verhaal, dat hij evenmin kon
missen, al zagen zijn 'oogjes soms dik
van de slaap en hoorde je tot in de
achterkamer het smakkend zuigen op
zijn duimpje.
De laatste dagen was moeder met
een verhaal bezig, waarin een stout
jongetje weer heel erg braaf werd,
doordat hij zo'n lief klein zusje had
gekregen. Hij wilde zijn korstjes brood
netjes opeten; likte niet meer zoals
eerst aan alles, wat hem lekker scheen
op tafel, en gaf zelfs van zijn mooiste
speelgoed af en toe iets weg aan kind-
j.es, die niets hadden.
„Dief hé?" zei moeder hardop tegen
Hankie's zusje, Geesje, die, dat wist ze
maar al te goed, zelden iets van haar
spulletjes aan anderen kon afstaan. Ze
v/as al vijf jaar geweest, maar nie
mand, zelfs haar liefste vriendinnetje,
mocht nooit iets van het hare gebrui
ken. Een beetje beschaamd keek ze
meoder aan en zei heel royaal: „Nou,
dat zou ik ook vast doen". „Dat is lief
van je, Geesje, erg lief" zei moeder,
haar bemoedigend toeknikkend. Maar
direct daarop legde ze zacht haar vin
ger op de mond, sloot heel voorzichtig
het boek en droeg kleine Hankie, die
reeds in slaap was gevallen, zachtjes
naar zijn kamertje.
Geesje dacht ondertussen nog eens
duchtig na over hetgeen moeder straks
verteld had. Als dat zo lief was, iets
weg te geven aan arme kindjes, nou,
dan wilde zij moeder eens gauw laten
zien, dat zij dat ook kon. De volgende
morgen vóór schooltijd was het veel
drukker dan op andere dagen in de
straat. Je hoorde de grote vuilniswagen
reeds de hoek omkomen en ieder, die
zjjn as-emmer nog niet buiten had ge
zet, haastte zich, dat te doen. Hankie
was zoet in de kamer met zijn blokjes
bezig en Geesje was, zo meende moe
der, in de voortuin. Ze had haar daar
druk zien heendribbelen met veel
speelgoed in haar boodschappenmand.
Na een uurtje, toen alle emmers ge
leegd waren, wilde moeder juist de
hare binnen zetten, toen ze Geesje blij
lachend in de goot zag spelen, terwijl
haar lege mand boven op de grote
vuilnisemmer stond. „Waar is je speel
goed, Geesje?" vroeg moeder verwon
derd. „Alles aan de kindjes gegeven.
Lief, hè, Mam?" „Aan de kindjes?....
Welke kindjes?" „U weet wel, Mam.
De kindjes, die wel eens in de emmers
kijken, die hebben niets, hè Mam."
„Wat heb je dan wel Weggegeven?"
was moeder's enigszins verontruste
vraag. „Al het speelgoed van Emmie
heb ik er in gestopt". „Van je zusje?"
„Ja Mam, en U had eens moeten zien,
hoeveel kindjes er blij mee waren.
Nou ben ik toch zeker erf lief, hè
Mam?" zei Geesje vleiend. „Kind, wat
heb je gedaan?" zei moeder met tranen
in haar ogen. „Al het mooie speelgoed
van je zusje in de vuilnisemmer ge
stopt, stoute meid, en je eigen speelgoed
gehouden?" „Maar dat had ik ook alle
maal van Sinterklaas, en dat mag je
nooit weggeven, hè Mam?" „Het is
vreselijk kind." zei moeder zuchtend-
Die avond las ze uit het'grote vertelsel
boek voor, terwijl Emmie voor haar lege
speelgoedplank zachtjes zat te huilen.
Maar Geesje leerde toch, wat over te
hebben voor anderen, want haar speel
goed werd door moeder verdeeld tussen
Emmie en haar. Maar nooit heeft ze
weer iets ervan in de vuilnisbak ge
stopt.
Tiny Kuiper, Sternstraat 44, Den Hel
der, wil afstand doen van een jong ka
tertje. Het diertje is op 18 Mei geboren
en kan worden gehaald als het zes
weken oud is.
Wie kan Cootje Kolk. Geestersingel
36, Alkmaar aan wat buitenlandse
postzegels helpen?
Kinderen die deze week hun naam
niet in het correspondentie-hoekje vin
den en toch naar Tante Iet hebben ge
schreven, krijgen per brief antwoord.
Voor kinderen beneden 12 jaar.
Zoek in de onderstaande zinnetjes
verborgen bloemennamen. In elke zin
schuilt één bloemennaam.
1. Kleine zus kent alle liedjes die
moeder haar heeft geleerd.
2. Om tien uur gingen wij pas te
rug naar huis.
3. Ik vond in de zak van mijn oude
regenjas mijn potlood terug.
4. Wil je mij eens wat van je reis
vertellen?
5. Vader denkt dat de oude visser
in geVaar verkeert.
De oplossingen kunnen vóór Zondag
10 Juli worden gezonden naar het 1>Z-
reau van dit blad.
300. Zonder gesnapt te worden, be
reiken Pim. Pam en Pom de vaste
wal. „Zo, dat Is dat", roept Pim vro
lijk, als ze alle drie op de kade staan.
„En nu eens kijken of we Pepi kun
nen vinden". „Ja, maar Pepi is toch
allang met de trein mee? Hij is toch
door een agent naar het station ge
bracht?" roept Pam, die zich nog niet
erg op zijn gemak voelt in zo'n
vreemd land. „Kom, doorlopen", ge
biedt Pim. „Pepi zou aan het einde
van de kade op ons wachten, Kijk,
daar is-ie al". Pim wijst op een figuur,
die in de verte zichtbaar wordt. Ze
rennen er heen. „En is het je gelukt?"
ïoept Pim. „En of", antwoordt Pepi,
„lk ging detrein aan de voorkant in
en aan de achterkant doek ik meteen
de coupé weer uit". „Goed gedaan",
prijst Pim. „Zo en nu kunnen we je
tenminste zelf naar je vader brengen".
„Ik ben erg blij, dat ik jullie alle drie
weer terug zie", zegt Pepi voldaan en
dan stappen ze met hun viertjes het
oerwoud tegemoet.
Voor jongens en meisjes beneden 12 jaar.
Deze week is het eigenlijk geen zak vol brieven, maar een mand vol brieven gewenden,
jongens en meisjes.JulHe moeten weten, dat ik een grote papiermand van de redactie heb
geleend om al mijn post te vervoeren. Er waren grote pakken bij met postzegels en zilver
papier en het leek precies op een mand met geschenken voor de St. Nicolaasavond.
Nu eens kijken wat er allemaal xxit die mand te voorschijn is gekomen.. Eerst een doosje
met sigarenbandjes, postzegels en zilverpapier van Martha Visser. Hartelijk dank voor alles,
Marthal Wij zijn er blij mee. Steef Overhand, de meeuwenfamilie belooft dit jaar dus weer
groot te worden. Vind jij het ook zo mooi om de natuur in te trekken en het leven van de
vogels te leren kennen? Je zult je er over verbazen hoeveel x^ogelsoorten er nog zijn die je
nooit hebt opgemerkt. Karei van Wessel, bedankt voor het adres. Ik heb nog wat postzegels
voor je, die ik je zal toezenden. Henk Nellestein, ik zou de hagedissen nu maar weer laten
lopen als ik jou was. Vroeger heb ik ook wel hagedissen gehad, maar als ik ze een poosje had
bekeken, gaf ik ze de vrijheid maar weer. Als je ze lang gevangen houdt, gaan ze toch meestal
dood en dat is jammer, 't Zijn zulke grappige diertjes. Bedankt voor je goede wensen, Henk.
Ik had mooi weer hoor! „Dwergje" jij behoort eigenlijk niet in dit hoekje, omdat je al
twaalf jaar bent. De vorige week heb ik je brief al beantwoord en ook over je poesje geschre
ven onder de mededelingen. Deze week zal ik het nog even herhalen. Geravd Schmidt, har
telijk dank voor de postzegels. Dat was weer een geweldig werk om ze allemaal zo keurig op
te plakken, Gerard. Je verzoekje heb ik onder de mededelingen geplaatst. Hiddo Schmidt,
wat heb je mooi geschreven zeg! Ik was blij met fyet zilverpapier. Dat zijn mooie kleurtjes.
Jij peutert de bonbons zeker voorzichtig uit hun zilveren jasjes. Maartje de Waard, wat
prettig, dat je ook met ons mee gaat doen. Ja, jij hebt veel broertjes en zusjes zeg, maar dat
is toch ook wel erg gezellig denk ik. 't Lijkt mij ook zo heerlijk oxn vlak bij de zee te
wonen, zoals jij. Je schreef een gezellige brief, Maartje. „Madeliefje", ik kan best begrijpen,
dat je het niet prettig vindt om 's middags te rusten, maar misschien knap je al weer spoedig
zover op, dat het niet lang meer nodig is. Gelukkig dat het boek van„ je zusje zo mooi is.
Martha Brinkman, wat aardig, dat zoveel mensen je aan punten hebben geholpen. Nu is je
album dus helemaal compleet. Prachtig zeg! Er zijn nog veel hartelijke mensen in de wereld.
Dat heb jij nu ook ontdekt, hè! Cohi Kliffen, als ik plaatjes van leden van de Koninklijke
familie heb, zal ik om je denken hoor! Heb je al een flinke verzameling? Klaasje de Ruiter,
ik ontving een brief van je Moeder en zo kwam ik te weten, dat jij al een ï>aar maanden in
Nunspeet bent. Daar is het mooi, hè! Nu maar alles doen wat de dokter en de zusters zeggen,
zodat je gauw beter wordt, Klaas. Spaar je nog postzegels? Ik zal Moeder nog even terug
schrijven hoor! - Henk van Zon, heb je het schoolreisje al achter de rug? Ik ben er benieuwd
naar waar je met de klas naar toe bent geweest. Henk Ufkes, wel bedankt voor het zilver
papier en de sigarenbandjes. Ik vind het prettig, dat je mee gaat doen, Henk. - Coba de
Vroome, als je zin hebt mag je altijd mee doen hoor. Dat behoef je niet te vragen als je een
poosje niet hebt geschreven. Je bent altijd weer welkom, meisje! - „Margriet", je hebt een
aardige schuilnaam gevonden. Ik houd ook zo van Margrieten. Is het schoolreisje al achter de
rug, of moet het feest nog plaats vinden? Je moet mij toch eens wat vertellen over dat zoeken
naai.' Coloradokevers, Heb jij er ook al een paar gevangen? Joke van Marle, Ruda Geerlings,
Corrie Hop, Gerard Zwart, Siman Veerdig en Kees Bakker, jullie zijn welkom bij ons.
Jongenns en meisjes, de brieven voor ons volgende' correspondentiehoekje verwaoht ik graag
vóór Zondag 10 Juli,
Dag allemaal. Hartelijke groeten van
TANTE IET.
Jaap en Lies mochten op een Zater
dagmiddag met moeder naar een speel
tuin.
Eerst dronken zij onder een kleurige
parasol die boven het tuintafeltje
stond, een glaasje linonade. Zij zaten
daar heerlijk beschut tegen de warme
zon. Om het hardst zogen zij aan hu»
rietjes, maar al spoedig verlangden zy
naar de speeltuin en ze holden weg. 1
„Ik ga eerst op de schommel", zei
Lies.
„Pas op, val er niet af", riep Jaap.
Lies ging steeds hoger en moest zien
stevig aan de touwen vasthouden.
Jaap zocht een matje op en klom op
de glubaan. Daar gleed hij naar bene
den, Heerlijk ging dat.
„Zullen we eens samen in de draai
molen?", vroeg Lies. Jaap vond het
best.
„Ga jij maar op zo'n bankje zitten,
dan draai ik het ding wel rond", zei
hij. Hij pakte een stang en begon te
duwen,
„Hè, dat valt niet mee hoor, Zo'n
ding moest electrisch gaan, of met een
machine, net als op de kermis. Eigen
lijk moest je ook 10 cent per rit beta
len. Daar ga ik dan straks een ijsje
voor kopen om op te frissen". Dank je
wel, ik kom er al uit", zei Lies lachend.
,,'t Gaat mij te langzaam.
„Jongens", riep moeder, „jullie moe
ten de limonade nog opdrinken, -want
wij moeten naar huis".
Het rietje van Lies was geknakt.
Jaap stak zijn rietje in zijn zak om er
thuis zijn melk mee te drinken.
Even later gingen ze opgewekt met
moeder huiswaarts.
De prijzen werden deze week gewon
nen door:
Nelly Beemster, Dorpsstraat B. 57,
Benningbroek. x
3e en 4e klas L. O. van df Berfre?
Schoolvereniging, Bergen, N.-H.
Jan Buisman, Nes G. 38. Schagen.
Willy Huyg, Alkmaarscheweg 57,
Beverwijk.
Joke van Marle, Vosstraat 18, Den
Helder.
Gefeliciteerd, jongens en meisjes! De
1 boeken worden toegezonden.
(Van onzo correspondent te Helsinki)
j^adat de Finnen de levensmiddelen en
thans ook het textiel van de bon
konden doen en ook de voorziening van
grondstoffen enigzins is gewaarborgd,
doemt een nieuwe moeilijkheid op, die
de communisten niet bepaald ongele
gen komt: de werkloosheid. Eindo
Maart werden in dit land met zijn vier
mtlUoen inwoners ruim 50.000 werklo
zen geregistreerd. Men verwacht ech
ter, dat dit aantal gedurende de vol
gende winter nog r.al oplopen en men
vreest zeifs, dat het record-aantal
werkzoekenden dat in 1932 werd ge
teld, nl. 92,000, nog zal worden over
schreden.
De socialistische regering laat na
tuurlijk niets achterwege, om dit spook
te bannen. Voor het budget jaar 1949
heeft de Rijksdag reeds 240 millioen
Finse Mark voor de bestrijding der
werkloosheid goedgekeurd. Dit bedrag
bleek evenwel veel te weinig te zijn
Omdat de catogtrophale toestand
vlugge hulp noodzakelijk maakte, werd
dit uitgetrokken bedrag zonder da
Rijksdag er in te kennen, liefst tien
keer uitgegeven, nl, 2356 millioen Fin
se Mark.
Dit beleid, alsmede het verschil van
mening hoe het vraagstuk der werk
loosheid moet worden aangepakt, leid
de tot een crisis. Tenslotte werd de po
litiek van minister-president Fager-
holrji met 94 tegen 92 stemmen, dus
met/ de kleinst mogelijke meerderheid,
goedgekeurd. Dit kon slechts gebeuren,
omdat de 38 communisten met tranen
in hun ogen de socialisten, die over
54 der 200 zetels beschikken, steunden.
Dus slechts door de communisten en de
afwezige burgerlijke volksvertegen
woordigers (Fagerholm heeft zijn zieke
mannen zelfs met brancards laten ha
len) kon de socialistische regering in
het zadel blijven.
Zwakke positie der communisten.
De communisten zijn uiteraard be
vreesd door een nieuw kabinet op bre
dere basis geheel op de achtergrond
te worden gedrongen. Overal bespeurt
men, hoe zwak zij al eigenlijk op hun
voeten staan. Bij de laatste bijeenkomst
van alle vakverenigingen in Helsinki
konden de communisten niet één voor
stel tegen de wil van de socialisten In
dom 'ten, omdat nagenoeg alle vak
verenigingen door de socialisten wor
den geleid.
Een communistische spreker ver
klaarde onlangs, dat het aantal leden
van zijn partij 57.000 bedroeg. We laten
in het midden, of dit cijfer juist is en
merken slechts op, gd&t de socialisten
ruim 80.000 leden hebben. De commu
nistische pers staat er ook niet al te
best voor.. De bladen „Vapaa Sana"
en „Työkansan Sanomat", die, volgens
hun eigen opgaven, vier jaar geleden
met resp. 44.000 en 70,000 exemplaren
verschenen, kunnen zich thans met
een oplaag van resp. 18.000 en 20.000
exemplaren nog net staande houden.
Het grootste sociaal-democratische
blad, de „Suomen Sosialidemokraatti"
komt daarentegen nog met 45,000
exemplaren uit.
De Russen weten blijkbaar nog niet,
welke politiek zij in dit land aan hun
kwetsbare flank moeten inslaan. Zo
kunnen soms over kleinigheden val
len, zoals b.v. nu, over het hoofd zien,
dat ex-president Ryto, die in 1946 als
oorlogsmisdadiger tot tien jaar tucht
huis werd veroordeeld, wegens zijn
slechte gezondheidstoestand werd ont
slagen.
Het ontbreekt de communisten voor
al aan goede leiders. En het ziet er
naar uit, dat de overgebleven fanatici
in hun machteloze woede tot andere
dan demo -vatische middelen hun toe
vlucht willen -«men. Er wordt reeds
gewag gemaakt van geheime bijeen
komsten die plaats zouden vinden in
huizen met dubbele uitgangen. Derge
lijk gedoe valt natuurlijk in een land,
waar nog iedereen vrij voor zijn me
ning mag uitkomen, onaangenaam op.
En toch hebben de communisten Fa
gerholm moeten steunen, om niet ge
heel op de achtergrond te worden ge
drongen. Ze '-open nu echter, dat 3e
werkloosheid, die gedurende de winter
weer zal toenemen, hun nieuwe krach
ten brengt. Daarom besteedt Fager
holm aan het werkloosheidsvraagstuk
de meeste „andacht. Hij hoopt thans
het gehele probleem door meer of min
der kunstmatige werkverschaffing uit
de Gereld te helpen. Vele van zijn te
genstanders zijn daarentegen de me
ning toegedaan, dat de Finse Mark
naar beneden moet men spreekt
zelfs van 15 pet!
Zo zou men dan de mogelijkheid
hebben, met het buitenland te concur
reren, want de exporteurs ondervinden
thans door de te hoge pi-ijzen de m^-
te last. Men redeneert in deze kringirP*
dus als volgt; goedkopere Mark
toenemende export meer werk
minder werklozennog minder com
munisten. En dat is dan toch wel de
moeite waard, om over een verande
ring van de wisselkoers na te denken.
(Nadruk verboden)
De laatste afdelingen van de Ameri
kaanse bezettingstroepen in Korea zijn
Woensdagmorgen per schip vertrokken.
Het vertrek van de 1.510 manschappen
en officieren uit de haven Inchonwerd
gadegeslagen door de commissie der
V. N, voor Korea, die hiervan verslag
zal uitbrengen aan de Algemene Ver
gadering.
De besprekingen over handel en
betalingen tussen Engeland en Spanje,
gedurende het op 1 Juli beginnende
jaar, zijn te Londen met succes tot een
einde gebracht.
133
IN DE
DOOR
TJEERD ADEMA
Hij zweeg even en keek Steensma
opnieuw aan. „Ben u aan de Post?"
..Zoals u ziet", zei Steensma.
De oude man knikte. „Zo, zo, dus
u ben aan de Post".
„Ja".
„Ennewon u niet in Den
Haag?"
„Nee", zei Steensma tussen twee
happen door. „In Leiden!"
De oude knikte begrijpend. „Dus
u woont in Leiden".
„Inderdaad", zei Steensma, „in
Leiden".
„Enneben u nou zo maar's voor
een nachie van huls?"
Steensma knikte.
„Zo, zo", zei de man. „Enne
Ir. Steensma verslikte zich in de
laatste slok van zijn bier. „Hóór eens",
?e1 hij, „heeft u misschien ook een
naald en een draad?"
De oude keek hem peinzend aan
„Zeker wat kapot", bedacht hij met
een blik naar de bestellerscape.
„Goed geraden", prees Steensma,
„Nee, 't zit in mijn broek. Ik heb
ik ben thuis over mijn hekje ge
klommen en toen
„Dat's lelijk", zei de man, zijn
wenkbrauwen fronsend.
Hij slofte naar achter en kwam met
de jonge vrouw terug,
„As u de broek effetjes uittrekt",
zei ze dienstvaardig, „U ken'wel zo
lang in 't keukentje zltte".
„Dandan moest ik maar met
een gaan slapen", bedacht Steensma.
„Ik ben vanmorgen al zo vroeg op
geweest. Ik zal de broek wel bulten
de deur leggen".
„Best", zei de vrouw.
Achter de oude man klom hij een
cm al trapje op en stond even later
voor een ijzeren ledikant, dat er zin
delijk uitzag.
De oude stak een stompje kaars aan
en zette het op een tafeltje,
„U blaast 't wel uit", zei hij,
„Natuurlijk", beloofde Steensma.
„Enne..., hoe laat wil u wakker
gemaakt worre?"
„Laten we afspreken om acht uur",
bedacht Steensma.
„Dat's best", knikte de oude, „Wel-
teruste!"
„Welterusten kastelein!" zei Steens
ma.
Hij wachte tot de man van het
trapje was gestommeld, trok zijn broek
uit en legde die netjes opgevouwen op
het portaaltje.
Toen sloot hij zijn kamerdeur af,
legde de documenten zekerheidshalve
onder zijn kussen en kroop met een
sterk verlangen naar rust en eenzaam
heid tussen de hagelwitte lakens.
DE ONBEREIKBARE
De volgende morgen sloeg de oude
man met de knokkels van zijn rech
ter hand tegen de kamerdeur en ver
kondigde, dat het acht uur was.
„Hier is de broek", zei hij en Steens
ma opende voorzichtig de deur en
nam door een kiertje de uniformbroek
in ontvangst, waarin een winkelhaak
met zwart naaigaren stevig, hoewel
niet onzichtbaar gerepareerd was.
Hij waste zich en kleedde zich aan.
Hij stopte de doeumenten veilig in
zijn binnenzak, haalde de ring uit de
enveloppe en stak hem aan zijn linker
ringvinger.
Het was een eenvoudige gouden
ring met een bloedrode steen, waarin
een witte ster was gesneden.
Een half uur later zat hij achter
een tafeltje met vier sneedjes brood,
een half gevuld potje jam en een
hompje kaas en om half tien was hij
op we# naar het grote regeringsge
bouw, waarin de staatsman vertoefde,
die hl) nog dezelfde morgen zou moe
ten spreken.
Tegen tien uur stapte hij de hall
binnnen, waar een brede trap welker
wit-marmeren treden met een mooie
wijnrode loper belegd waren, naar
hogere ambtelijke sferen voerde.
In een glazen kamertje zat een ge-
uniformde portier, die enkele brieven
sorteerde en opkeek, toen Steensma
zich in de hall vertoonde.
„Extra bestelling?" vroeg hij on
verschillig.
„Nee, nee", zei Steensma, die in
dit marmeren milieu onwillekeurig zijn
bestellerspet had afgenomen, „nee,
nee, ik moet iemand spreken".
„Ik geloof niet, dat de heren al alle
maal present zijn", zei de portier.
„Wie had u moeten hebben?"
„De minister", zei Steensma.
De portier trok zijn gezicht in een
stijf ambtelijk glimlachje.
„Jullie van de Post zijn nou altijd
even grappig", zei hij. „Verleden week
was er hier eentje, die zei, dat de
secretaris-generaal net zo'n dwerg
keesje had als hij. Hij had een teefje
en hij wou graag jonge hondjes heb
ben. Of ik nou's even dat Wbestje van
de secretaris-generaal te leen wou
vragen.
Stel je voor, het hondje van de
secretaris-generaal met een
„Een mesalliance", zei Steensma
glimlachend.
„Wat zegt u?" vroeg de portier.
„O, niets, ik dacht zo maar wat".
„Ja ja", zuchtte de portier, „en zo
heb je alle dagen wat. M'n collega
is ziek en nou zit ik d'r alleen voor.
Dat valt. wacht effe...."
De telefoon in zijn kantoortje rin
kelde en hij greep vlug de hoorn van
de haak.
„Portier!" zei hij.
Een onverstaanbaar masaal geluid
knetterde uit de hoorn.
„Goed, meneer, zeker, meneer", zei
de portier beleefd.
„Ik moet effe naar boven", zei hij.
Hij beklom langzaam en statig de
marmeren trap en Steensma zette zich
zuchtend op een stoel.
Het begon tot hem door te dringen,
dat het niet gemakkelijk zou zijn de
minister te spreken te krijgen.
Hij hing zijn cape en pet aan een
kapstok in een zijgangetje en had
zich juist in afwachting weer op een
rood pluchen stoeltje gezet, toen de
portier weer in zijn hokje verscheen.
(Wordt vervolgd).
i