Onder daverend halleluja-geroep
trad de wonderjongenop in Londen
Steun Nederland behoorlijk
en vastberaden
Grens tussen Zweden en Finland
is als een open deur
Hysterische sensatie rond Kleine David
Dominé's erkennen zijn
„genezingen''
JONGENS SPEELDEN MET
VUURWERK
Twee boerderijen te War-
menhuizen door brand
vernield
Geen hoge dunk van de
Indonesische competentie
Brieven van 's-werelds top (I)
En dus: een paradijs voor smokkelaars
Zonder visa legaal over
de grens
't Weer is gunstig voor
Urker visserij
(Van onze correspondent te Londen)
koppige menigte in
tV DE TOT AAN DE NOK GEVULDE AI RFRT «iti L
r„„«. U-MK
ceMl' hoe d. d-d.k,, d. K m, kopph
een staat van godsdienstige massa-hysterie heeft gebracht die ™ii i„
lere Albion niet mogelijk gedacht hadden. Onder de eindeloze „HalTeluja S" van
he, schier gemagnetiseerde publiek hebben w« een pathetische optwht van
r-oim tweehonderd gebrekk.gen, verminkten, doofstommen, lammen en blinden
nit de zaal het toneel zien opstrompelen, in de hoop een wonderbaarlijke ge
nezing te zullen ontvangen. Uw correspondent, die zich op de voor de nars
gereserveerde plaatsen op het toneel bevond, op twee meter afstand van de
„praktiserendeKleine David, kan slechts melden, dat er zich geen enkel zicht
bar wonder heeft vo trokken. Wel willen wij er onmiddellijk aan toevoegen
dat er twee ogenschijnlijke genezingen hebben plaats gevonden, waar aanwezige
medici geen directe verklaringen voor konden vinden, maar die door drie even
eens op het toneel aanwezige Londense dominees als wonderen geaccepteerd
werden. Het ganse, met ontzag vervulde publiek begroette deze „genezingen-
niet luide kreten van „praise the Lord".
Onder leiding van de in het wit ge
klede Amerikaanse manager, dominee
Raymond Hoekstra, wiens grootouders
oorspronkelijk respectievelijk uit Leeu
warden en Amsterdam afkomstig wa
ren, was de evangelische „show" be
gonnen met het zingen van godsdien
stige liederen, waarna Kleine David
zijn entree maakte op het enorme to
neel der Albert Hall. Hij was ditmaal
gekleed in een donkerblauw jasje, wit
te flanellen broek, wit met zwarte
schoenen en knalgroene das. Zelfbe
wust stapte hij naar voren en ging
achter een tafeltje staan waar twee
microfoons waren opgesteld. Op jon
gensachtige wijze pulkte hij eerst on
willekeurig aan zijn neus en trok de
witte plastic riem van zijn tennisbroek
een beetje vaster aan. Toen begon hij
zijn roeping te verklaren. Uitvoerig ver
telde hij van zijn 5-urig bezoek aan de
hemel, toen hij negen jaar oud was,
en zijn „opdracht" had gekregen om
naar de aarde terug te gaan om te
prediken en de zieken te genezen. Met
zwaaiende armen en met zijn vuisten
op het tafeltje beifkend, schreeuwde
hij, „men heeft mij gezegd dat ik dit
gedroomd heb. Dat is niet waar, ik
ben wel degelijk in de hemel geweest
en ik zal het jullie bewijzen door mijn
genezingen. Dat is nu eenmaal mijn
hemelse opdracht. De woorden die ik
hier tot jullie spreek, heb ik niet van
tevoren hoeven te bedenken. Die wor
den mij altijd van hoger hand ingege
ven en ik herhaal ze slechts. Maar
denk vooral niet, dat ik zelf deze
wonderen verricht. Ik ben maar een
gewoon schepsel, net als jullie, dus zit
me maar niet aan te gapen of ik iets
bovennatuurlijks ben. Ik ben een dood
gewone jongen, maar God gebruikt
mij als een instrument waardoor Hij
bekend wil maken dat zij die vertrou
wen in Hem hebben, van elke ziekte
Of gebrek genezen kunnen worden".
Preek van anderhalf uur.
Na anderhalf uur zonder aante
keningen over zijn hemelse zending
gesproken te hebben, was het ogenblik
aangebroken waarop de „wondergene-
zingen" zouden beginnen. Intussen
werd er een vrijwillige collecte gehou
den, „om de onkosten te dekken van
de Londense zaalhuren". Hierop werd
de lange rij van ruim 200 kreupelen,
blinden, doofstommen en andere ge-
brekkigen, in groepjes het toneel op
geholpen, nadat zij eerst nog extra drie
shillingen 1.50) geofferd hadden in
speciale enveloppen, waarop zij ook
hun naam en adres moesten vermelden.
Een pathetischer gezicht dan hun
uitdrukking van vertrouwen op de
„wonderen" die zij verwachtten, heb
ben wij zelden aanschouwd. Moeders
met blinde babies in hun armen, oor-
logs verminkten en talloze stumperds
op krukken stonden bevend van op-
Gistermorgen om kwart voor elf
is de kermisvreugde in Warmenhui-
zen verstoord door een felle brand,
waarbij twee boerderijen tot de grond
toe afbrandden. De brand ontstond
doordat twee 16-jarige jongens op
het erf van het woonhuis van de
heer Ligthart met vuurwerk speel
den en een brandende voetzoeker op
het dak van een schuurtje wierpen.
Van hier sloegen de vlammen over
°P het rieten dak van het huis, dat
spoedig in lichter laaie stond. De be
lendende boerderij van de wed. Kem-
per werd eveneens door het vuur aan
getast, dat zo snel om zich heen-
greep, dat de brandweer van War-
tnenhuizen er niet in slaagde het per
ceel te behouden. Om half twaalf
werd de Alkmaarse Brandweer ge
alarmeerd, die bij haar snelle komst
hog slechts brandende puinhopen aan
trof, Niet zonder moeite werden enige
nabij gelegen huizen, waarvan de in
boedel door de burgerij in veiligheid
Was gebracht, voor brand bespaard
Tegen de roekeloze knapen is proces
verbaal opgemaakt. De verzekering
dekt slechts ten dele de grote schade
duits acteur raakte in zijn
gewaad verward.
Paul Hartman, een prominent Duits
toneelspeler is dezer dagen toen hij
de hoofdrol in Goethe's drama „Eg-
rnont" vertolkte, komen te vallen,
Vaarbij hij zich ernstig verwondde.
Hartman raakte met zijn sporen in de
Plooien van zijn 16de eeuws gewaad
verward en viel tussen de coulissen.
winding gebeden te prevelen terwijl
„showman" David voor de microfoon
in gebed voorging, en zich vervolgens
dramatisch op de vloer van het toneel
wierp om zegen over zijn „taak" of te
smeken.
Doofstom meisje zegt „mamma".
Een voor een werden
de mensen een paar
stappen naar voren ge
leid naar David, die zich
voor de microfoons had
opgesteld. Elke „behan
deling" bestond uit een
kort gebed en handen
oplegging. De eerste paar
dozijn kreupelen pro
beerden moedig of de
onmiddellijke genezing
was ingetreden, maar er
gebeurde niets. „Zij heb
ben niet voldoende ver
trouwen gehad", fluis
terde Hoekstra de pers
toe. Hierop kwam een
vierjarig doofstom meis
je aan de beurt. Kleine
David concentreerde zich
intens op dit kind, Anny
Cope genaamd. Hij legde
zijn lenige vingers op
haar oren en op haar
mondje en zei tegen haar
„jouw doofheid is gene
zen, hoewel de woorden
die ik spreek geen bete
kenis voor je hebben,
omdat je die geluiden
nog nooit eerder gehoord
hebt. Maar nu je horen
kunt, moet je proberen
mijn klanken na te boot
sen,, want je kunt ook
spreken. Zeg „mamma", toe dan, zeg
„mamma". Nadat David dit woord ze
venmaal herhaald had opende het kind
opeens haar mond, en onder ademloze
stilte van het publiek, sprak het dui
delijk hoorbaar met schrille stem het
woord „mamma". De gehele Albert
Hall die het woord via de microfoons
tot in de verste hoeken gehoord had,
barstte los in een oorverdovend „Hal
leluja", overtuigd, dat er een wonder
was geschied. Kleine David wenkte
echter om stilte. Weer zei hij het kind
het woord „mamma" voor, dat nog
driemaal door het meisje herhaald
werd. Hierop vroeg hij zijn manager
Hoekstra om hem zijn polshorloge te
lenen en hield dit aan het oor van de
kleine Anny. Of het kind het tikken
van het horloge inderdaad kon horen,
mogen wij niet beoordelen. Wel draai
de zij zich om, greep naar het horloge,
hield het zelf aan haar andere oor en
begon verrukt te lachen. „Zij heeft
haar gehoor gekregen", verklaarde
David, „het is nu slechts een kwestie
vata enkele weken voordat haar ouders
haar de geluidsbetekenis der woorden
zullen hebben geleerd. Ook haar
spraakvermogen is nu normaal en zij
zal kunnen spreken zodra zij de woor
den geleerd zal hebben, waarschijnlijk
binnen enkele weken". Drie der aan
wezige Londense dominees verklaarden
hierop dat er een wonder geschied was
en gingen de menigte voor in een
dankgebed en lofzang. Voordat het
meisje, dat begeleid werd door haar
grootvader, het toneel afliep, kwam
het ogenblik waar de pers op gewacht
had. „Heeft Anny ooit enig woord kun
nen spreken?" vroegen wij de oude
man. Zijn antwoord luidde „zij is doof
stom geboren, maar kon enige gelui
den maken, iets van „mam mum" maar
zij heeft nog nooit zo duidelijk een
woord gezegd als dat „mamma" daar
net. Zij stond onder hospitaalbehande
ling en was ook geheel doof, maar zij
heeft dat horloge horen tikken, dat
weet ik zeker. Ik weet niet wat ik er
van denken moet".
Tweede „wonder".
Kleine David had intussen al weer
een dozijn anderen „behandeld", waar
onder een blinde baby, een verlamde
vrouw op krukken en een man met
een vergroeide heup, allen zonder
enig resultaat. Hierna was de beurt
aan een 20-jarig doof meisje. David
legde zijn handen op haar oren en zei
dat ze kon horen. Het meisje trok
haar schouders op en zei dat ze nog
niets gehoord had. De „prediker"
wenkte vervolgens naar het orgel, dat
zachtjes begon te spelen „hebt u slechts
geloofterwijl de menigte het lied
meegalmde. David verhief zijn stem
„je hoort geluiden, je hoort mij, je
weet niet wat ik zeg omdat je nog
nooit gehoord hebt. maar je hoort ge
luiden. „Op dat moment scheen het
meisje zich uit te strekken en zei „ja.
ik hoor geluiden, ik kan horen, ik kan
horen!" Onder een golf van halleluja's
Uep zij met tranen in haar ogen het
toneel af. Ook hier was het onmogelijk
om de eventuele genezing te bewijzen
omdat de woorden die wij hierna te
gen het meisje zeiden, geen betekenis
voor haar hadden, daar zij altijd doof
geweest was. Zij verklaarde echter ge
luiden te horen. De dominees erkenden
dit als een tweede wonder.
Vervolgens kwam er een op twee
krukken lopende man aan de beurt
Kleine David nam hem zachtjes zijn
krukken af en zei „ga lopen, je kunt
lopen". De man klemde Zijn tanden
op elkaar, deed een wankelende stap
naar voren en zou gevallen zijn indien
Hoekstra hem niet bijtijds gegrepen
had. David gaf het nog niet op. „Nog
eens, heb vetrouwen, je kunt lopen".
De man, wien de tranen van emotie in
de ogen stonden, zette voorzichtig een
voet vooruit, maar zakte door zijn half
verlamde benen en David moest hem
zijn krukken teruggeven
Ongeveer twintig blinden volgden
hierna- De „prediker" legde ieder hun
ner enige seconden zijn vingers op hun
blinde ogen. „Je kunt zien", zei hij,
„je kunt mij zien staan". Maar twintig
keer kwam het antwoord als een snik
over de microfoon „no, no".
Het volgende halleluja van het pu
bliek brak los toen een 49-jarige fa
brieksarbeider, John Macclesfield, let
terlijk het toneel op kwam rennen. Hij
was twee dagen tevoren „genezen" tij-
Kleine David neemt de stokken
weg van mevr. Flynn, in de Lon
dense Kingsway Hall, waarna zij
zelfstandig het toneel overliep en
het trapje afstapte naar de zaal
om haar plaats weer in te nemen.
Zij had sinds 1933 niet zonder
stokken kunnen lopen. Twee
dagen later, tijdens de grote
„show" in de Albert Hall, ver
klaarde zij echter, dat haar „won-
dergenezing" slechts enige uren
geduurd had en zij zonder haar
stokken weer hulpeloos was.
dens een andere „show" van Kleine
David, in de Kingsway Hall. Hij had
jarenlang een onbuigbaar vergroeide
knie gehad en volgens dominee-getui
gen had zich daar een wonder voltrok
ken, toen David de man gezegd had,
dat hij zijn knie kon buigen en dit in
derdaad gelukte. In de Albert Hall
rende de man het toneel rond om te
laten zien, dat zijn genezing nog van
kracht was en hij de knie nu kon
buigen.
Verder was er de 61-jarige Londen
se kruidenier Fred Baumback, die
sinds 9 jaar op krukken had gelopen,
toen zijn voet gedeeltelijk door vallend
puin verbrijzeld was. In het hospitaal
had men hem destijds aangeraden om
de voet te laten amputeren, maar hij
had hier niet van willen horen. In de
Kingsway Hall had Kleine David zijn
krukken echter weggenomen en hem
gezegd, dat hij kon lopen. Inderdaad
kan deze man nu zonder zijn krukken
lopen, die hij aan zijn buurjongens
beeft gegeven om mee te spelen. De
constante pijn is echter niet verdwe
nen. maar de kruidenier is allang te
vreden met zijn „wondergenezing".
Mrs. Flynn, die sinds 1933 zich
slechts met behulp van twee stokken
kon voortbewegen, liep in de «Kings
way Hall eveneens geheel los het
toneel over, nadat Kleine David haar
stokken had weggenomen. Toen zij
twee dagen later echter bij de grote
„show" in de Albert Hall tegenwoor
dig was, zei zij dat haar „wonder"
maar een paar uur geduurd had en
dat zij nu zonder haar stokken weer
geen stap kon doen. Deze zgn. „won-
i|?ren" zijn naar wij menen tot stand
gebracht door het zelfvertrouwen
dezer patiënten om hun krukken
weg te werpen op een moment waar
op zij deze poging reeds in hun macht
hadden, maar het zelf nog niet hadden
durven proberen. Er zijn ruim een
dozijn van deze „krukken-wonderen
voorgevallen tijdens Kleine David's
zesdaagse Londense voostellingen.
„Duizenden wonderen'
Na afloop der Albert Hall „show
hadden wij nog een gesprek met domi
nee Hoekstra, die geen woord Neder
lands spreekt, en zeiden dat wij geen
„wondergenezingen" gezien hadden.
„Dat vierjarige doofstomme kind en
dat twintigjarige dove meisje zijn
door wonderen genezen", zei hij. „U
moet maar van me aannemen, dat ze
na enkele weken de betekenis der
woordgeluiden zullen hebben aange
leerd. Wat alle andere gevallen be
treft, waar u geen zichtbare wonderen
heeft opgemekt, kan ik u verzekeren
dat daar een langzame genezing reeds
ingetreden is en dat zij geheel beter
zullen worden indien zij blijven ge
loven. En denk vooral niet, dat wij dit
alles om geld doen. In Amerika
stroomt het geld binnen, dat is zo, om
dat men daar meer vertrouwen in
Kleine David's opdracht- schijnt te
hebben en wij hebben daar dan ook
duizenden complete wonderen zien
gebeuren. Hier in Engeland hebben
wij in deze ene week er echter geld
op toe moeten leggen. Wij hebben, af
gezien van de publiciteitscampagne,
m Londen duizend pond uitgegeven
TWEE POKKENLIJDERS VAN
„KOTA INTEN" HERSTELD.
De twee militairen, die op 27 Juli
1.1. van het troepentransportschip „Ko-
ta Inten" te Aden werden ontscheept
en aldaar in een hospitaal werden op
genomen, lijdende aan pokken, zijn
thans hersteld en keren per „Johan
van Oldenbarnevelt" naar Nederland
terug.
Een Fries volksrijmpje zegt: „Yn Deint!m stiet in siepel op de toer
(In Deinum staat een ui op de toren). Als Rijksmonumentenzorg niet
tijdig had ingegrepen, was zzwel „ui" als toren er binnenkort niet meer
geweest, 't Kerkje van Leinum met de uivormige bekroning op de toren
is op een terp gebouwd. Door afgraving van de terp (terpaarde was
vroeger zeer gewild voor de vruchtbaarmaking van het land) zijn kerk
en toren in verval geraakt-. Thans wordt dit typisch Friese bouwwerk
gerestaureerd.
William R. Mathews van de New York Times:
William R. Mathews, redacteur van
de Arizona Star in Tucson (Arizona) en
een van de overlevenden van de Ame
rikaanse journalisten, die Indonesië be
zochten, bespreekt in een brief aan de
redactie van de New York Times de
Amerikaanse politiek in het Oosten, die
hij „defaitistisch" noemt. Hu verklaart,
dat de tijd is gekomen, dat de Verenig
de Staten „een positieve en vaste poli
tiek" moeten aanvaarden", omdat de
Verenigde Staten een koude oorlog ge
streden hebben en „thans moeten dur
ven het tij in het Oosten dood te zei
len", evenals in Europa, waar het getij
pas keerde, toen wij te Berlijn onze
macht toonden".
„Wat .betreft Indonesië moeten wij
op behoorlijke wijze en met vastbera
denheid de Nederlanders steunen, doch
tegelijkertijd de hartstochtelijke en
buitensporige wensen van de Republi
keinen van Sukarno matigen. Ik weet
uit persoonlijke gesprekken met Repu
blikeinse leiders, dat, wanneer zij er in
slagen de Nederlanders te verdrijven
of geen geloof meer aan hen hechten,
zij er op rekenen, dat Uncle Sam voor
hen Sinterklaas zal spelen. Indien wij
hen geld verschaffen, moet dit via de
Nederlanders geschieden, omdat, vol
gens mijn schatting van de competen
tie van de Indonesiërs, zij dit geld zul
len verspillen zonder dat dit resultaten
(Van onze Zweedse correspondent).
I.
'pEN ZEERSTE was ik teleurgesteld, toen ik op een afstand van 1400 km.
van Stockholm in Haparanda uit de trein stapte. Op de kaart staat deze
stad als een middelgrote haven aan de Botnische Golf aangegeven. Ik meen
de dus hier aan de Torne-alv, die over enkele honderden kilometers de grens
lijn vormt tussen Zweden en Finland, enige bedrijvigheid te mogen verwach
ten. Maar waar ik uitstapte stonden nog geen vijfhonderd houten, wit-ge-
schilderde huizen. Van een haven was niets te bespeuren. Het was, om het
ronduit te zeggen, een dooie boel. En toch was Haparanda het uitgangspunt
van mijn tocht langs de Fins-Zweedse grens en de grootste plaats, die ik op
dit traject in ogenschouw wilde nemen. Binnen een half uur was ik dus uit
gekeken. Ik had slechts met enig chauvinistisch gevoel kunnen opmerken,
dat Philips, de Shell en de K.L.M. ook deze Noordelijkste stad aan de Bot
nische golf in hun reclame-campagne hadden betrokken. Er schoot genoeg
tjjd over, om een kort bezoek aan Finland te brengen, hetgeen eigenlijk niet
op mijn programma stond. Derhalve had ik ook niet voor een visum gezorgd.
Maar in deze uithoek van de wereld kijkt men niet zo nauwkeurig. De Finnen
vonden het onmiddellijk goed, dat ik zonder visum een kijkje ging nemen.
We vangen hier veertig verschillende
houtsoorten op, legde me een arbeider
uit. Ze hebben soms een reis van hon
derd en meer kilometer achter de rug.
Dit zeggende wees hij op de „weg", die
voor de - boomstammen in het water
was aangelegd. Op een afstand van een
meter of tien had men boomstam aan
boomstam geslagen en zo een ketting
gemaakt, waartussen de bomen de
rivier afzakten.
Nadat ik nog een van de ruim 500
met hout 'gestookte locomotieven ge
zien had, verliet ik het gastvrije land
zonder moeilijkheden. Ik behoefde niet
eens mijn pao te laten zien.
De Zweedse douane-ambtenaar wilde
slechts weten, of ik alcohol gekocht
had. Inderdaad is aan het smokkelen
van sterke drank een aardig voordeel
tje verbonden. Vooral, wanneer men
Amerikaanse of Engelse sigaretten, in
Zweden gekocht, in Finland aan de man
weet te brengen. Trouwens, alcohol is
in Finland gerantsoeneerd; er mag niet
meer daneen halve liter per dag
per persoon worden afgegeven. Vele
grensbewoners verdienen zo een extra
centje. Immers, de 536 km lange grens
is feitelijk niet te bewaken, is een open
deur gelijk. Ruim 40.000 man zouden
AAN DE FINSE kant van de Torne, in
Torneo, stonden dezelfde kleine
huisjes. De etalages van de verschil
lende winkels zagen er even goed ver
zorgd uit als aan de andere kant van de
grens. Ik constateerde slechts dat vele
gebruiksgoederen duurder, maar de le
vensmiddelen aanzienlijk goedkoper
waren dan in Zweden. Apropos levens
middelen: de Finse „Edammer" was,
wat kleur en smaak betreft, nauwe
lijks van de echte te onderscheiden.
Aan de Finse oever van de Torne
zoekt men natuurlijk ook tevergeefs
naar een kaai. Wel liggen er met
planken bespijkerde boomstammen, die
een flink stuk de enkele honderden
meters brede rivier in gaan. Van de
verte had ik midden op de rivier al een
groep mannen aan het werk gezien. Nu
bleek, dat zij bezig waren de stroom-af
komende boomstammen het Finse
goud te sorteren. Een klein tikje
tegen de neus van de boomstam was
meestal voldoende, om hem een bepaal
de weg te doen inslaan.
oplevert. De Indonesiërs zijn gereed tot
het leren van zelfbestuur, doch zijn
niet klaar voor onafhankelijkheid. Ten
zij de onafhankelijkheid, die de Neder
landers de Indonesiërs willen verschaf
fen in enige mate wordt verminderd
door verantwoordelijk Nederlands toe
zicht, zullen wij Amerikanen binnen
enige jaren met het verlies van het le
ven van Amerikanen en honderden
millioenen dollars gedwongen zijn tus
senbeide te komen om de orde te her
stellen. Slechts het gevaar van commu
nisme in Indonesië zal ontstaan uit
voortdurende wanorde, die onze huidi
ge politiek met het gebruik van de Ver
enigde Naties als dekmantel ontwik
kelt. Indien wij deze taak aan de Ne
derlanders toewijzen, kunnen wij ons
vele kosten en verzwakking van onze
militaire macht besparen. Tegelijkertijd
zullen wij de Indonesiërs helpen. Voor
ons wordt het keuvelen over volks
stemmingen en democratie in een land.
waar 93 procent analphabeet is, een tra
gisch politiek dilettantisme".
Hapa, anca, suad van nog geen 500
houten huizen aan het Noordelijk
uiteinde van de Botnische Golf,
op de grens van Zweden
en Finland.
we nodig hebben om de grens enigszins
te controleren, zei 'n Zweedse douanier.
Maar in dit hele uitgestrekte grensge
bied wonen amper zoveel mensen,
ouden van dagen en kinderen, meege
teld. En, zo vervolgde mijn zegsman,
wat wilt u doen, indien mevr. Ericson
uit Karungi haar ouders aan de Finse
kant van de Torne, in Karunki, nu
werkelijk honderd cigaretten brengt?
En al scheidt dan de Torne de gemeen
ten Kaurilanda en Kaurilante, de men
sen, die er wonen, vormen toch één
gemeenschap.
Deze indruk kreeg ik ook later, toen
ik met de trein 80 km het land was
ingereden en dan de bus naar Pajala
had genomen, een afstand van ruim 100
km, door 'n open landschap met slechts
enkele heuveltjes. Op de smalle zand
wegen kon de bus wel een uur lang
rijden, zonder dat we door een plaatsje
kwamen of een voetganger, laat staan
een voertuig, ontmoetten. De Torne
was inmiddels een riviertje geworden,
die op vele plaatsen gemakkelijk kon
worden overstoken.
Ook ik probeerde hier zwart de grens
over te steken. Het ging gemakkelijk.
De 20 sigaretten, die ik voor de aardig
heid had meegenomen, raakte ik wel
dra voor 200 Finse mark kwijt, waar
ik brood, kaas en ham voor kocht, vol
doende voor een uitbundige maaltijd.
De visserij werd vorige week zeer
begunstigd door het mooie weer en
de gehele week kon de kuilvisserij op
het IJselmeer ongestoord worden uit
geoefend. Over het geheel waren de
vangsten matig en gingen de prijzen
in dalende lijn. De motorloze zeilvaar-
tuigen brachten per etmaal vangsten
aan de markt van 25 tot 40 kg. We
gens windstilte kon door deze vsiseijs
maar twee etmalen worden gevist. De
prijs was gemiddeld f 1.70 per kg. Van
deze vaartuigen waren de besommin
gen van f 60 tot f 150 per zeilvaartuig.
De motorvaartuigen hadden per et
maal vangsten van 40 tot 90 kg. Van
deze soort paling was de gemiddelde
prijs f 1.50 per kg. De weekresultaten
waren tot ten hoogste f 780 per motor
vaartuig. De lijn- of beugaalvissers
hebben de gehele week slechts dag
schotten gedaan. Vangsten tot 50 kg.
De prijs varieerde van f 2 tot f 2.20
per kg. Besommingen van f 120 tot
f 300 per beuger.
Door de veel voorkomende „heften"
in het IJselmeer werd veel netwerk
verspeeld.
De vangsten van snoekbaars nam
zeer in omvang toe. Voor deze tijd vaa
het jaar waren deze zelfs zeer hoog.
Vangsten van meer dan 100 kg per et
maal behoorden niet tot de zeldzaam
heden. Noteringen waren laag, zelfs
46 ct. per kg.
De Noordzeevloot maakte goede
vangsten, doch de prijzen waren veel
al zeer matig. De kustvaartuigen maak
ten besommingen van f 150 tot f 400
per vaartuig. De grote motorvaartui
gen die buiten de kustzone vissen, van
f 900 tot f 1300. Vorige week bedroeg
het gemiddeld aantal vaartuigen dat
hier per dag markte 80 tot 140. De
omzet aan de Gem. Visafslag bedroeg
f 67608,91. Aangevoerd werd 36225 kg
kuilpaling, 2034 kg, lijn- of beugaal
1068 kg Noordzeevis. 4112 kg snoek
baars, 887 kg rode baars. 192 kg blei,
2 kg snoek, 10 kg karper, 12 kg Zui
derzeebot en 76038 kg nest. De prijs
der nest was f 1.25 per 25 kg.
DE AANVOER VAN GEZOUTEN
HARING
Wat de aanvoer van gezouten haring
(pekel- en steurharing) betreft, deze
is tot op heden helaas nog steeds aan
merkelijk minder geweest dan het
vorige jaar op deze tijd het geval was.
Waren er op 13 Augustus j.1. door
onze loggers in totaal 130.741 kantjes
haring aangevoerd, 13 Augustus van
het vorige jaar bedroeg de aanvoer
reeds 184.519 kantjes, zijnde op ge
noemde datum dus een achteruitgang
van niet minder dan 53.778 kantjet.
Doch hoewel deze achteruitgang voor
onze haringvissers een niet onbelang
rijke schade betekent, kan er echter
r.og veel worden ingehaald, vooral nu
dt loggers des nachts met het drijfnet
en overdag met de z.g. haringtrawl vis
sen. Bovendien is de teelt nog lang
niet geëindigd, zodat er nog veel kan
gebeuren.