Twee mensenleeftijden waren redders paraat Scheepsramp bij Huisduinen leidde oprichfing Erezaak voor het Nederlandse Volk Bij het 125-jarig bestaan der Noord- en Zuid-Hollandse Redding-Maatschappij Herinneringen aan vervlogen iijden Historische datum Vijftig jaar Dorus Rijkers Veranderingen De oude garde Tweeërlei taak .JU DINSDAG 15 NOVEMBER 1949 yyAARIJJK GROTE DINGEN worden door de tand des tflds niet aan getast, Hun waarde blijft onveranderd, al wentelen de eeuwen voorbij. Zolang er mensen op de aarde wonen, hebben ztj strijd gevoerd met de zee. Des te heviger werd deze strijd, toen de mens zich agressiever begon te betonen, Hjj bouwde zich schepen, en zag in het water een vriend, die hem naar verre, vreemde kusten brengen kon. Het was een wispelturig vriend. Een buiïger element was nauwelijks te vinden. Maar wie aan zee geboren is, kent de aantrekkingskracht van het water. ligt het misschien in 's men sen aard, om te streven naar grootheid en tegelijk de ondergang te zoeken? Kan de mens niet bestaan zonder die duistere spanning tussen leven en dood? In de eeuwig bewegende golven der zee vibreert die spanning altoos. Hoe dichter de mens leeft bij de natuur, hoe sterker hjj dat gevoelt. Cultuur en natuur schijnen elkaar niet te verdragen, en daarom valt het ons, in het midden van de twintigste eeuw, moeilijk om de geest der zeevaarders uit vervlogen tijden te begrijpen. Wij zouden nu van roekeloosheid spreken, wanneer een zeeman uitvoer op een simpel geconstrueerd scheepje, zonder technische hulpmiddelen, zomaar op avontuur. Hoeveel levens zou de zee reeds hebben opgeëist van de milliarden, die de aarde hebben bevolkt? Maar nooit heeft de mens de strijd met het water opgegeven. Voor elk schip dat verging, bouwde hij twee nieuwe. De zee mocht nemen, zU gaf nog veel meer. LIGT het niet voor de hand, dat de mens trachtte, zijn nederlagen zo veel mogelijk te verkleinen? Zullen er niet altijd redders ter zee zijn geweest? En spreekt het niet vanzelf, dat één maal een georganiseerd reddingwezen moest ontstaan? Zoals bij alle grote veranderingen, had de mens ook hier ernstige aansporingen nodig. Hevige stormen in de Octobermaand van 1824 deden vele schepen vergaan. De geschiedenis verhaalt van de rampen met de „Drie gezusters", „Industrie", „Jonge Hendrik", „Aurora", „Vrede", „Vrouw Fenna", „Pallas", „Koning Davld", „Christoffel Jacobus", „Eml- lia Johanna", „Mercurius", „Vrouw Margrita", „Habets Anker", „Jonge Antje"Alle vergaan op de Neder landse kust, in één dag tijd Het jubileum-nummer van „De Red dingboot", het orgaan van de Noord en Zuid-Hollandse Redding-Maatschap pij, vertelt iets over de ramp met de „Vréde", één van de lange, zwarte lijst: „De storm van 14 October 1824 heeft zijn historische betekenis te danken aan het drama, dat zich die dag af speelde voor Huisduinen, waar zeven kloeke mannen hun leven op het spel zetten, toen de Nederlandse brik „Vrede" in gevaar verkeerde. Het is immers deze ramp geweest, die de stoot heeft gegeven tot de oprichting van de Nederlandse reddingmaatschap pijen. Zeven Huisduiners waagden zich met een kleine sloep in de branding. Zij werden terug geslagen en verscheide ne riemen gingen verloren. Twee roeiers, Arien Kramer en Cornelis Zuydewind, reden te paard naar het dorp om andere riemen te halen, bon den deze aan de staarten vast en keerden in galop terug naar 't strand. Drie man waren na de eerSte redding poging reeds zo uitgeput, dat zij door enderen moesten worden vervangen. Weer ging de sloep in zee en slaagde erin, de „Vrede" te bereiken. Met elf schipbreukelingen keerde zij terug naar de wal. De kapitein, stuurman en bootsman van de „Vrede" waren ech ter nog aan boord gebleven, zodat een derde tocht moest worden ondernomen Cornelis Kramer, de zestigjarige vader van Arien, vroeg zijn zoon, of hy in zyn plaats naar de „Vrede" zou roeien, maar Arien wilde er niet van horen. Wederom gingen de Huisdui ners de branding in. Met de drie laat ste schipbreukelingen van de „Vrede" terugkerend, werd de sloep door een zware grondzee getroffen en kenter de.... Grote ontsteltenis aan het strand. Onder leiding van Cornelis Kramer werd een sloepje te water gelaten, maar men slaagde erin slechts één man te redden, namelijk de Huisduiner Reindert Willemsz. Kruk. Arien Kra mer verdronk voor de ogen van zijn vader PORNELIS KRAMER hanteerde op 31 October 1824 wéér de stuur riem, toen de „Suzanna Marie op de gronden voor Huisduinen was ver gaan. Veertien opvarenden verdronken en slechts vier konden worden gered. v- - - «m Meer weten wij van Cornelis Kramer niet, maar het is voldoende om res pect te hebben voor deze redder uit het reddingbootloze tijdperk. Maar inmiddels was de 44-jarige Amsterdamse koopman Barend van Spreekens een landelijke actie begon nen. Hy wilde geld inzamelen voor de nabestaanden van de gevallen red ders. In de Staatscourant van 23 Oc tober deden ds. Romar en het Hel- derse gemeenteraadslid J. Dogger een beroep op de liefdadigheid van hun landgenoten. Er werden gelegenheids dichten ten bate van de slachtoffers verkocht Veel geld kwam binnen. In totaal zo'n zevenduizend gulden, en dat was voor die dagen héél veel. Maar het allerbelangrijkste was nog, dat maat regelen voor de toekomst werden over wogen. Het reddingwezen moest wor den georganiseerd. Er moesten red dingboten met vaste bemanningen ko men, en regelingen moesten' worden geschapen voor de nabestaanden van gevallen redders. Barend van Spree kens en zijn vriend mr. Adriaan de Bruine gaven de stoot tot de oprich ting der Noord- en Zuid—Hollandse Redding-Maatschappij, die op II No vember 1824 een feit werd. De eerste circulaire van de N.Z.H. R.M., die op deze datum uitging, was ondertekend door de heren jhr. Hen drik Jacob Ortt (kapitein ter zee, in specteur van het Loodswezen benoor den de Maas), Joan Hodshon (later commandant van de Amsterdamse Schutterij), Abraham Fock (assura deur), mr. Adriaan de Bruine en Ba rend van Spreekens. De actie had on middellijk succes en weldra konden allerlei practische maatregelen wor den genomen. Contact werd opgenomen met verscheidene instanties, plannen voor de bouw van reddingsloepen werden gemaakt, biezen zwemvesten werden aangekocht. In de annalen EEN PRACHTIGE OPNAME van Jan Bijl, één van de Oude Garde, die op 3 Februari 1937 te Den Helder overleed. Een figuur, die karakteristiek was voor een redders-generatie, ging met hem heen. TRIESTE HERINNERING: de „Oak- ford", die in Januari 1934 op de Eierlandse gronden strandde. De reddingboot voer uit, maar de be manning wilde het wrak niet ver laten. Enige uren later gingen de tien opvarenden in een eigen sloep van boord. Het scheepje sloep om en allen kwamen om het levenMaan den later zonk de „Oakford" weg in het weke zand van de N.Z.H.R.M. werden uit deze eerste dagen vele interessante gege vens geboekstaafd, waaruit blijkt, dat de initiatiefnemers de zaak met grote voortvarendheid hebben aangepakt. Het pleit voor hun inzicht, dat de oor spronkelijke Statuten en Volgregelen voor de commissies van plaatselijk bestuur in 125 jaar tijd vrijwel niet behoefden te worden veranderd. Een levenskrachtige organisatie was ge boren. Zij werd gedragen door de on baatzuchtige medewerking van de kustbevolking en de financiële steun van vele landgenoten. Rampen bleven de N.Z.H.R.M. niet gespaard. Verscheidene malen, zowel bij oefeningen als bjj reddingen, sloe gen boten om in de branding en hierbij verloren sedert de oprichting 43 red ders het leven. g LADEREND in oude jaargangen van onze courant werden wU ge waar, dat het vijftigjarig jubileum der N.Z.H.R.M. op merkwaardige wijze werd „gevierd". Het ging in feite stilzwijgend voorbij, maar op de dag af vyftig jaar na de oprichting verging er een schip op de gronden voor Terschelling. De krant van 18 November 1874 schreef (voor die da gen misschien heel actueel) het vol gende „Op de kust voor Terschelling is 11 dezer gestrand 't Nederlandsche brik schip „Hollandia", kapitein Dijker, ko mende van Riga, met een lading bal ken. Een hevige storm uit het N.N.W verijdelde iedere poging om van strand af te houden, ook door het aan flarden scheuren van het meerendeel der zeilen. Daar men van de wal het onvermijdelijke der stranding had op gemerkt, werd met allen spoed de red dingboot der N.Z.H.R.M. naar de kust vervoerd en daar onverwijld in zee gebracht, uit hoofde inmiddels het schip werkelijk was gestrand en ieder oogenblik door het zware stooten wrak dreigde te worden. Bestuurd door schipper T. P. Bakker, bemand met acht roeiers, waren bedaarde moed en meer dan gewoon beleid noodig, om ■ie in nood verkeerenden met de red dingboot te bereiken, vanwege de branding en hemelhooge zeeën. Toch v.ocht het waagstuk, na tal van door gestane gevaren, gelukken. De kapi tein met zijne uit zeven personen be staande équipape, toerden behouden aan wal gebracht. En het was meer clan tijd, daar een paar uren later het schip verbrijzelde en een oogenblik daarna het strand bezaaid lag met wrakhout, balken, gebroken zeemans kisten, enzoovoorts. Een anders gewis- sen dood zijn de opvarenden, dank zij dezer bijna voorbeeldelooze redding, entgaan". In dezelfde krant lazen wij nog over twee andere scheepsrampen. Er ging trouwens geen dag voorbij, of de zee eiste offers. Van de redders der N.Z. H.R.M. werd wel een zeer grote ac tiviteit gevraagd, en zij bleven die geven. Zij hielden hun éénmaal ver kregen naam hoog en handhaafden Jiun prachtige reputatie tot op de dag van heden. gEHOEVEN wij nog te vertellen, dat in de loop van honderd vjjf en twin tig jaren allerlei veranderingen er, H. KUIPER verbeteringen kwamen? Het ljjkt ons onnodige moeite. De N.Z.H.R.M. ging met haar tijd mee. Zie slechts de vloot van voortreffelijke reddingboten, die op de verschillende stations ge reed liggen om op het eerste sein uit te varen en schipbreukelingen te hulp te snellen. In de laatste vijf en twin tig jaar werd niet minder dan ruim anderhalf millioen gulden uitsluitend aan het materieel der N.Z.H.R.M. ten koste gelegd, waaronder ruim een millioen voor aanbouw, reparaties en onderhoud der motorreddingboten. Thans bestaat de vloot uit de vol gende schepen: Motorreddingboten: „Dorus Rijkers" (Den Helder), „Insulinde" (Oostma- horn), „Brandaris" (Terschelling), „Neeltje Jacoba" (IJmuiden), „Hilda" (Lemmer), ,.K. F. Sluys" (Enkhul zen), „Arthur" (Scheveningea) Twenthe' (Harlingen), „C. A. don Tex (Hindelopen), „Zeemanshoop" (in reserve). In aanbouw is de „Prins Hendrik". Motorstrandreddingboten: „C. K. Baas" (Den Helder). „Jhr. H. J. Ortt" IJmuiden „Joan Hodshon" (De Cocksdorp). „Nicolaas Marius" (Ter schelling). ..Abraham Fock" (Hollum), „President Steyn" (Egmond aan Zee), Johan de Witt" (Schiermonnikoog), ,C. A. A. Dudok de Wit" (Zandvoort) „Prins Bernhard" (Scheveningen). „Ro- sabella" (Terschelling). „Mr. Adriaan de Bruine" (Terschelling), „Albatros" (reserve), „Rosilee" (reserve) „Baron van Kattendyke" (reserve). Tenslotte zijn nog roeireddingboten en vletten gestationneerd te Katwijk aan Zee, Noordwijk aan Zee. Wijk aan Zee, Callantsoog, De Koog. Oosterend en Vlieland. De bemanningen van al deze schepen vormen tezamen een keurcorps, dat voortdurend paraat is om in te grijpen wanneer de altijd verraderlijke zee dreigt toe te slaan. De strijd met de zee heeft een meer technisch karakter gekregen. De uitrusting der moderne zeeschepen, de betonning en bebake- ning van de zeewegen, de kustverlich- ting, het loodswezen, de weerberichten- dienst, de radio, zij hebben het scheep vaartverkeer aanmerkelijk veiliger ge maakt. Het reddingwezen zal echter een onmisbare schakel in de keten van beveiligingsmiddelen blijven, omdat het leven van de zeeman door zoveel on berekenbare factoren wordt bedreigd. In de laatste kwarteeuw zijn de red dingboten der N.Z.H.R.M. niet minder dan 1250 maal uitgevaren. Er werden 339 reddingen verricht met een totaal aantal van 2049 geredden. In de eerste honderd jaren van het) bestaan der N.Z.H.R.M. werden 5267 schipbreukelingen veilig aan wal ge bracht. Een vergelijking van deze getal len leert, dat de noodzaak van een per fect georganiseerd reddingwezen nog even dringend is als vroeger. J)E MANNEN van het Nederlandse reddingwezen hebben nu 125 jaar pal gestaan. In de strijd, die zij in wilde stormnachten voerden met de zee. kon den nederlagen niet uitblijven. Menig maal is het voorgekomen, dat schip breukelingen en redders tezamen ten onder gingen. Drie en veertig mannen van de N.Z.H.R.M. vonden de dood in de golven. Hun nagedachtenis wordt in deze jubileumdagen geëerd. Maar met niet minder dankbaarheid en waarde ring wordt teruggedacht aan de vele andere redders, die heengingen. Karak teristieke figuren dikwijls, wier levens met een waas van romantiek waren om geven. De garde der „Oude Blauwe Zee ridders" is sterk gedund. Stuk voor stuk moesten zij, op hoge leeftijd meestal, de strijd opgeven, en dan ging weer een droeve stoet naar het kerkhof. Dorus Rijkers, Jan Bijl, Piet Osten- brug, H. Kuiper, Diedenhoven, Piet Botter. Koenraad Coster, Jaap Been. Jan Sturk. Piet Bontes, Sijbrand Kui per, Piet Rensmaag.. dat zijn zo een aantal garde-leden, die in de laatste vijf en twintig jaar aan hun makkers ontvielen. Hun namen herinneren aan daden van tomeloze moed en onver schrokkenheid. Kent u z nog? Hoe dikwijls hebben zij, in hun laatste le vensjaren, aan de kust gestaan, turend over zee? Hun oude ogen ontdekten al tijd weer nieuwe dingen op het water dat hen als een magneet bleef aantrek ken. Een aantal plaatjes van deze Blauwe Zeeridders drukken wij op deze pa gina af. Zo stond Piet Ostenbrug tegen de Ringmuur bij de Windwijzer, arg wanend de bewegingen volgend van een botter die het Molengat uitdanste. En dat was Jaap Been, die vierhonderd mensenlevens (van de „König Wilhelm I de „Strathmore", de „Lady Ruth- ven", de „Harrow", de aan de golven der Noordzee ontrukte; hij over las' "egent'8 jaar oud, op 21 April 1937. En daar was ook Piet Botter, één der „Renown"-redders. En Jan Sturk, de drager der Kraton-medaille. En dan Jan Bijl, die hier peinzend staart naar weer een nieuwe medaille; ook hij overleed in 1937. En zo begon het stil te worden om Janus Kuiper, één der zeer weinigen van de Oude Garde, die nu nog in leven is. DIT IS HET BORSTBEELD van Dorus Rijkers, dat ter ere van deze grootste der zeeridders werd opge richt vlak bij de zee en vlak bij het Monument voor het Redding wezen. Het zal binnenkort worden geplaatst in het Dorus Rijkershofje in Oud Den Helder. Kerels uit een vervlogen tijdperk, dat bruut werd afgesloten door de tweede wereldoorlog. Zelfs de Oude Helder, de typische stadswijk, die zo lang de her innering aan deze stoere generatie le vend had kunnen houden, moest ver dwijnen. Onder de Windwijzer verrij zen thans tien aardige, moderne huis jes, het „Dorus Rijkershofje". In het plantsoentje ervoor komt het borst beeld van de befaamde zeeridder te staan. Maar de sfeer van de Oude Hel der zal in Oud Den Helder niet terug keren. MAAST HET HOOFDDOEL: de kust van Rotterumeroog tot Loosduinen te voorzien van uitstekende redding middelen en ernaar te streven, dat zij door geoefend personeel kunnen wor den gebruikt, heeft de N.Z.H.R.M. nog een tweede belangrijke taak op zich genomen: de zorg voor bejaarde oud redders of hun nagelaten betrekkingen, door het verlenen van pensioen of on derstand. Bij de vervulling van deze dubbele opdracht, die thans ieder jaar een be drag van driehonderdduizend gulden vraagt, weet de Maatschappij zich ge dragen door de sympathie van het Ne derlandse volk. Honderd vijf en twintig jaar lang heeft de N.Z.H.R.M. haar prachtig werk kunnen doen, dank zij uitsluitend vrijwillige bijdragen en do naties, zonder één cent overheidssubsi die. Het bestuur, de actieve directeur, de heer H. Th. Booy, de plaatselijke commissies en het personeel der 26 red dingstations vertrouwen er op, dat het zo zal kunnen blijven. Mogen zjj in deze verwachting niet worden be schaamd. Dit is voor het Nederlandse volk een erezaak. PIET BONTES.... ....JAN STURK. ....PIET BOTTER ....PIET OSTENBRUG.... ....JAAP BEEN.... KOENRAAD COSZ6R L

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1949 | | pagina 3