Japon voor grote maten
De tirannie van
de knop
Mevrouw J. Winkler-Siebenga,
Over Van Dalsum en zijn publiek
Dle radio's, zp jagen allereerst de rust
uit het huis. Een ieder die met kin
deren omgaat weet hoe rust voor hen
een even noodzakelijke levensvoor
waarde is als eten en slapen. Zij zijn
druk en woelig genoeg van zichzelf
De waterval van hun levendigheid kla
tert de gehele dag wat komt hun
meer te stade dan een stil meer van
huiselijke rust, waarin hun onrust tol
bedaren komt? In Amsterdam gaan
vele kinderen 's avonds na het eten
wéér naar school: om hun huiswerk
te maken en te leren. Thuis is geen
rustig plekje te vinden, de radio houdt
Recept van Kers:
WERKENDE VROUWEN IN NOORD-HOLLAND
Kinderarts in Hoorn
AMSTERDAMS PODIUM
Of: Zó zijn onze manieren
Actie van het landelijk
comité „Schoonhoven"
Onze Damrubriek
MAANDAG 21 NOVEMBER 1949
Souvereiniieit in de wieg
„2et die radio es even af, jongens:
we kunnen elkaar niet verstaan".
Ik heb eens een familie gekend waar
deze zin elke bezoeker welkom heette
De radio gaf daar wéér voor haar geld.
Die draaide de hele dag geluidsgehakt
uit de luidspreker (en dat fortissimo)
en het gebeurde zelfs meermalen, dat
de familie vergat de knop om te
draaien bij het naar bed gaan. Wat
de buren een wekker uitspaarde.
Ik hield dit overigens beminne
lijke huisgezin altijd voor een uit
zondering, maar langzamerhand schijnt
hun gedrag regel te worden. Het
geeft zo'n kaal idee, een huiskamer
zonder geluid. Zo'n spelende radio is
echt wel gezellig, je kunt er en pas
sant aardappelen bij schillen en stof
afnemen en eten en praten desnoods.
En zo'n nummertje muziek verzet de
zinnen nog een beetje: de wereld is
tegenwoordig al somber genoeg.
Het zijn nog de ergsten niet, die zo
praten. Er zjjn vandalen, die hun luid
spreker de volle zeventien uur op or
kaankracht laten razen, zonder enige
consideratie voor de nachtrust van de
buurkinderen of de dagrust van de
buurman, die radeloos probeert te le
zen of te studeren of enige vellen pa
pier vol te schrijven. Zij hebben geen
radio meer: zij hebben zuiver een ge
luidsmachine in huis, die het is al
voorgekomen in de grote steden
gevoelige buren de straat op en zelfs
een zenuwinrichting binnen jaagt.
Misschien dat een nieuwe paragraaf
van de hinderwet hun vlegelachtig
heid eindelijk strafbaar zal verkla
ren. Maar de matige lawaaimakers,
de luisteraars m>,t de uit gewoonte en
sleur altijd maar door neuzelende ra
dio hebben niet minder schuld. Niet
zozeer tegenover de omwonenden als
wel tegenover hun eigen gezin.
zich geen vj)f minuten stil
Maar zelfs dat huiswerk, dat halt
of helemaal niet geleerd wordt, is het
ergste niet. Het bedenkelijke van dit
ergerlijke „morsen met geluid", zoafr,
eenmaal prof. Huizinga het noemde,
is het volslagen afstompen van ge
hoor en geest. De kinderen kunnen
niet meer horen, hun onderscheidings
vermogen voor klanknuancen slijt uit
Alles moet luidruchtig gaan, een
liedje moet gebruld worden, liefst met
gestamp begeleid. En tot bewust luis
teren zijn zü helemaal niet meer in
staat. Eenmaal gewend aan het over
schreeuwen, desnoods van de schelste
trompet, bereikt een normaal gespro
ken woord niet eens meer hun aan
dacht. Er groeit een geslacht op, dat
niet meer luisteren kan, dat alleen
nog maar aandacht heeft voor la
waai. Wat dit betekent aan geestelijk
en cultureel gemis in de naaste toe
komst is nauwelijks te schatten.
En met dit.gemis aan vermogen tot
luisteren gaat een ander euvel hand
in hand. Dat van het klakkeloos ver
onachtzamen van een geestelijk kapi
taal aan toewijding, vakkennis en In
spanning. Van het eenvoudigste lichte
muziekje door een amusements
ensemble tot de Unvollendete door een
beroemd symphonie-orkest wordt
voor de radio de hoogste mate van
vakmanschap vereist, wordt eindeloos
geoefend en gerepeteerd en met de
allergrootste toewijding gespeeld.
Maar de jonge luisteraar kijkt mid
den in de uitvoering van Eine kleine
Nachtmusik op en zegt: Draai es wat
anders voor, heeft Brussel niet wat
lolligers
\Y'at een beschamende teruggang in
omgangsvormen heeft de radio op
zijn geweten. Nog waagt de bezoeker
van een concert of lezing het niet
licht, de musici of de spreker ruw
weg te storen door plotseling luidruch
tig op te staan en stommelend te ver
trekken.
Maar het komende geslacht zal die
fijngevoeligheid wel grondig hebben
verleerd. Zij zijn immers gewend, in
huiskamer de prachtigste muziek,
fraaiste voordracht te over
schreeuwen of met één ruwe klik van
knop onverhoeds af te snijden. Zij
leren de inspanning, de toewijding van
een of meerdere kunstenaars als iets
vanzelfsprekends beschouwen, dat hun
rechtens toekomt en waarmee zij ach
teloos kunnen omgaan naar 't hun be
lieft.
Concerten door wereldvermaarde or
kesten zgn gemeengoed geworden, de
viool van Menuhin, de stem van
Flagstad beluisteren zij met de pan
toffels op de haardplaat. Om een glimp
van Jenny Lind te zien stonden een
maal duizenden voor haar hotel in de
regen en toen zij, door een list ge
dwongen, het raam opschoof en een
beroemde aria zong, was dit voor die
zwijgende tot op de huid verkilde me
nigte de gebeurtenis van haar leven.
Onze kinderen zeggen: Hè, zet dat
vervelende mens eens af bij de
fraaiste sopraan ter wereld.
Laten wij ons bezinnen voor het te
laat is. Er zijn nóg huiskamers,
waar tijdens een radio-concert, een
hoorspel, een voordracht, het gehele
gezin zwijgt en hoogstens rokend ot
handwerkend luistert. Er zijn andere,
waar ieder zijn eigen favoriete pro
gramma heeft, dat elke Zaterdag in
de nieuwe radio-gid3 met zorg wordt
HOLLANDIA SOEP.
Een komkommer, 3 tomaten, 2% liter
water, y9 liter melk, 300 gr. gehakt, 2
gesnipperde uien, 1 fijn gesneden prei,
25 gram boter, 50 gram vet, 1 kopje
rijst, 125 gram bloem, 4 bouillonblokjes,
zout. peper en wat gehakte peterselie.
Schil de komkommer en schaaf deze
op een rauwkustschaaf aan kleine snip
pers; schil de tomaten en verwijder
harde stronkjes met het zaad, snijd deze
aan kleine stukjes.
Maak van de melk en bloem een
klontvrij papje. Breng het gehakt met
het water aan de kook en laat het 20
minuten zachtjes koken. Neem het ge
hakt uit de bouillon en doe dit met
een vork uiteen.
Maak het vet warm fruit hierin de
ui-snippers. werp hierbij de komkom-
mr-, laat nu zachtjes kaken tot de rijst
en de komkommer gaar zijn.
Roer er dan het mengsel van bloem
en melk bij. laat de soep zachtjes door
koken onder toevoeging van de stukjes
gehakt en de tomaat. Breng de soep op
smaak met de opgeloste bouillonblok
jes. eventueel wal zout en peper. Roer
er bij het opdienen wat gehakte peter
selie door. Dien er wat dunne sneedjes
brood bij.
NB. Geef na deze soepmaaltijd een
warme melktoespijs. rijstenbrei of pan
nenkoek met stroop.
B.W. IIOc.M.
/ifr tv.
/s. tv.
uitgezocht en aangestreept. Daarnaai
wordt geluisterd met aandacht, en
verder heeft de radio rust.
De winter is begonnen, de omroep
neemt de luiken van de uitstalkast en
's avonds is het geluid weer opper
machtig in de huiskamers.
Zouden wij terwille van de kinde
ren en van onszelf niet goed doen een
eind te maken aan de heerschappij
van die kleine zwarte knop, die maar
al te zeer voor de meesten een tiran
is geworden? SASKIA.
(Van onze redactrice)
^evrouw YVinkler heeft zich, in de
tientallen jaren waarin zij reeds als
kinderarts in Hoorn en omgeving
werkzaam Is, een plaats veroverd in de
harten van vele moeders. En zeker niet
minder in de harten van evenzovele
kleuters, die een bezoek van „Tante
dokter" als een feest beschouwen. Zij is
één van die vrouwen, waarvan iets
warms en hartelijks uitgaat en haar
persoonlijkheid boezemt de kleine pa
tiëntjes onmiddellijk vertrouwen in.
„Vanaf mijn jeugd had ik altijd maar
één wens: dokter worden!" vertelt zij,
nadat zij mij in haar gezellige woning
heeft ontvangen. „Ik ben in Friesland
geboren en bezocht in Heerenveen en
Leeuwarden de H.B.S. Na mijn eind
examen koos ik de universiteit van Am
sterdam voor mijn studie, want ik wil
de niet altijd in het Noorden blijven.
Die studie is een
mooie tijd in mijn
leven geweest.
Wat heb ik daar
een prachtige stu
dententijd gehad!
Helemaal niet
overdreven hoor,
want ik heb hard
gewerkt, maar al
les was nieuw
voor mij. 't Is zo
iets moois geweest
dat ik er altijd
nog met plezier
aan terugdenk. In
1923 was ik afge
studeerd en door
een assistenten
plaats bij dr. Herderschee kwam ik
veel met kinderen in aanraking. Daar
genoot ik van. Kinderen zijn zo aardig.
Als ik 's morgens aan een bedje kom
en het kind geeft zo'n brede lach, dan
is mijn hele dag goed. Toen mijn man,
als specialist voor longziekten aan het
consultatiebureau te Hoorn werd be
noemd, hielp ik hem vaak. Veel uit
gaan en visites afleggen ligt mij nu
eenmaal niet. Ik moet verantwoorde
lijk werk te doen hebben. Later ben ik
een eigen practijk begonnen."
Dat is zeker een drukke practijk
geworden, mevrouw Winkler?
„Ja, erg druk. In de zomer sta ik des
morgens om zes uur op en 's winters
om half zeven. Dan is de dag langer
en kan ik meer doen. Eerst komt mijn
huishoudelijke taak aan de beurt en
iedere morgen om negen uur ben ik de
practijk in. 's Middags houdt ik spreek
uur op het Consultatiebureau voor zuj-
gelingen en kleuters. Dat is wel veel,
maar het werkt zeer gunstig, want er
komen hier maar weinig zieke zuige
lingen meer in het ziekenhuis."
Komen er veel babies op het con
sultatiebureau?
„Soms zijn het er wel negentig. Dan
helpen wij er zo'n twintig in het uur,
maar dat is erg vermoeiend."
Zijn er de laatste jaren nog be
langrijke veranderingen gekomen in de
geneeswijze van kinderziekten?
„Neen, bijzondere veranderingen kan
ik u niet vertellen", zegt mevrouw
Winkler. „De nieuwe geneesmiddelen
van de laatste jaren worden, waar dat
mogelijk is, natuurlijk ook bij kinde
ren toegepast. Wél is er een zeer grote
verandering gekomen in de voeding
voor babies 't Is een enorm verschil
bij vijftig jaar geleden. Daarvoor die
nen nu ook de consultatiebureaux. Wij
geven de moeders goede richtlijnen.
De zuster van het consultatiebureau
twijfelt er wel eens aan of de moeders
alle raadgevingen opvolgen, maar ik
ben al blij wanneer zij 't voor de helft
ter harte nemen. Eén keer in de week
ga ik naar het consultatiebureau in
Pürmerend, waar ik 's zomers om half
acht en in de winter om acht uur des
morgens begin. Een paar jaar geleden
leerde ik chaufferen en nu ben ik in 't
bezit van een auto. Maar behalve voor
het rijden naar Pürmerend, maak ik er
geen gebruik van. Ik ga altijd op mijn
fiets de practijk in. Le mouvement
c'es la vie, zeggen de Fransen.
't Is mooi werk, dat ziekenbezoek,
want je raakt zo thuis in een gezin.
Met bewondering zie ik altijd hoe kra
nig vele moeders zich door zorgen en
moeilijkheden slaan. Hoe zij onder de
moeilijkste omstandigheden steeds
weer de eindjes aan elkaar weten te
knopen. Ik heb laatst eens gezegd: Er
worden veel te weinig lintjes uitgereikt
aan huismoeders.
De kinderen zijn allemaal mijn
vriendjes en zij vinden het prachtig
als ik ze kom opzoeken. Soms kunnen
de kinderen zulke énige opmerkingen
maken. Zo zei laatst eens een kleuter
tegen mij: Waarom heb jij altijd zo'n
mandje aan je hoofd? Zijn moeder had
kort haar, dus hij vindt mijn kapsel
wonderlijk. Toen ik eens een zuigelin-
getje onderzocht, zat een ouder broer
tje aandachtig mijn gestreepte blouse te
bestuderen. Eindelijk kwam het er uit:
mijn vader heeft ook een nieuw over
hemd!
In de wachtkamer heb ik geen bel
letje en ik ga dus steeds de trap af om
de patiëntjes te halen. Je kunt alles
dan even beter overzien. Zo nam ik
eens een moeder met een vierjarig
jongetje mee naar boven. Op de trap
zei het kereltje telkens: Ik mankeer
niks hoor! Toen hij zich moest uitkle
den, merkte hij ernstig op: 't Hoort
niet om je uit te kleden bij andere
mensen, maar bij genezers wèl. Je mag
ook niet in je badpakje lopen, alleen
aan 't strand.
Zijn moeder had hem nog nooit over
zoiets gesproken en was even verbaasd
als ik. Maar hoe vindt u het woord
„genezers" voor zo'n kruimel van vier
jaar? Ik zou u nog uren over mijn
werk kunnen vertellen, want ik ben er
vol van. Het is iets prachtigs en ik doe
het graag. Er is in het leven niets
mooiers dan arbeidsvreugde. Soms
denk ik er wel eens over wat ik zou
moeten beginnen als ik mijn werk niet
meer had. In het harnas sterven, dat is
het beste, geloof ik."
Deze keer zijn de minder slanke da
mes aan de beurt voor een keurig af-
kledende japon. De kraag is open cn
gesloten te dragen. De deelnaden, zo
wel voor als achter, eindigen in diepe
plooien, die de rok de nodige ruimte
geven. U heeft ervoor nodig 3 m stof
van 140 cm breed.
We verbinden de plooidelen van
achterbaan en achterzijbaan, leggen
de plooien in en sluiten de deelnaden.
De plooien tot de heup dichtstikken.
We zetten het voorzijpandje aan de
voorzijbaan. We verbinden de voorbaan
met de voorzijbanen, waarbij we het
voorzijpand op de aangegeven plaats
even inhouden In de taille stikken we
een 3 cm breed ceintuurtje mee, dat op
de rug met een knoop of gesp gesloten
wordt. Beleg en middenvoorplooi van
elkaar knippen We vouwen het beleg
naar binnen, leggen de plooi in en stik
ken de voorkanten 1 cm breed af. De
plooi wordt van boven met drukknopen
gesloten. Bij het dichtstikken van zij-
en schoudernaden de laatste iets inhou
den. Het patroon van de 2 cm brede
mouwgarnering knippen we los van het
mouwpatroon. We plakken de korte
einden aan elkaar, zodat we het in één
stuk kunnen knippen. Het wordt van
dufefi'ele stof gemaakt en tegen de on
derkant van de mouw bevestigd Maakt
U het van fluweel, dan kan de binnen
kant van stof of voering genomen wor
den We stikken de biischuiner tot aan
de garnering dicht en brengen in de
kneep van de arm 2 plooitjes, met ieder
K.cm stofverbruik. aan. Mouwnaad slui
ten en de mouw. over de kon even in
gehouden, inzetten. De naad komt
\Vn cm voor de ziinaad. zodat de teken
ties op elkaar vallen. Tegen de kraag
zetten we tot aan het stippel!iintje een
beleg, naar verkiezing van fluweel of
andere afstekende stof. Wordt de kraag
te slap, dan naaien we er een inlegsel
tussen. De voorhals wordt tussen de
dubbele stof genaaid. Vanaf de taille
bevestigen we met drukknopen tegen
de voorkanten een reep stof van 20
cm lang en 5 fi cm breed als vestje
U kunt de kraag dan open dragen of
hoog sluiten, met een broche, strik,
sjaaltje of. als U meer „gekleed" wilt
zijn, met een luchtige jabot.
Neemt U de kraag van de afstekende
stof. dan staat het wel aardig om ook
het beleg van de voorkant van deze
stof te néïnen. Ter afwisseling kunnen
we de japon ook tot de taille open
dragen. Dan vervangen we het korte
stoffen vestje door een wit of zacht
gekleurd exemplaar. Chic is ook, om
een kanten of zijden fichu langs de
opening te zetten. Nog een andere mo
gelijkheid is, om de voorkanten van
knoopjes en lusjes te voorzien, die U
gedeeltelijk al of niet openlaat. En bij
een donkere japon staat een wit piqué
belegje, met handsteken aan de kraag
gehecht, altijd fris en verzorgd Van
zelfsprekend neemt U de mouwgame-
ring in overeenstemming met die van
de hals. Bij fijnere stoffen stikken we
de voorkanten niet af.
«V
Cr is over T. 8. Eliots „Murder in the Calhedral" het toneelspel over de marlel-
dood van Thomas Becket, aartsbisschop van Canterbury, al zoveel geschreven
in de dag- en weekbladen, zowel over het stuk, het spel en de brlllanU vertol
king van Becket door Albert van Dalsum, dat het geen zin en geen enkele actua
liteit meer heeft als ondergetekende, naar aanleiding van de tweede voorstelling
op Zaterdagavond jj., nóg eens aan het nabeschouwen slaat. Ook al is hij dan
nog zo vervuld va|i het prachtige spel van Van Dalsum, die opnieuw heeft
bewezen de eerste onder zijns gelijken te zijn.
een kwelling zijn. Maar ten slotte zijn
ze onze (duur-betaalde) huurlingen,
Toch geeft die tweede opvoering aan
leiding tot enkele opmerkingen.
Het schijnt de laatste jaren tot de bon
ton, de goede gewoonte van toneel
spelers te gaan behoren, van halve
zinnen tot laatste halve lettergrepen
in te slikken, te verdonkeremanen, te
verdoezelen en/of niet te bezigen. Men
spreekt veelal in een tempo, met een
radheid, die het voor de best horen
den vaak tot een illusie maakt de
gehele tekst woordelijk te kunnen vol
gen. En een goede uitspraak, duidelijk
articuleren, mag toch nog steeds tot
het axioma van de toneelkunst gere
kend worden.
Hoe het wel moet leert men op
zo'n avond bij Van Dalsum. Zijn
prachtig geluid, donker als een bron
zen klok, diep en sonoor, is eigenlijk
één voortdurende auditieve verruk
king. Zó spreekt een kunstenaar, die
het woord geproefd, gewikt en gewo
gen heeft. En de taal, het Nederlands,
dat hij gebruikt wordt al sprekende
\erheven, gecultiveerd tot iets, dat
veel méér is dan alleen maar „gespro
ken woord". Het is de uiterste verfij
ning van een kunst die bijna teloor is
gegaan, bijna vergeten: het zeggen van
het woord en het zeggen van verzen.
Men vindt dit tegenwoordig niet
meer zo belangrijk. En er zijn er niet
zo heel veel meer, die het woord zijn
rechten geven. Louis van Gasteren is
een van hen, die dit wèl doen. Van
Dalsum een ander. Zij verheffen het
woord tot muziek en alleen het luiste
ren naar hun woord is een feest voor
bet oor. Hoor eens hoe Van Dalsum
een simpel, verschaald woord, waar
smaak noch heerlijkheid meer aan is,
geclicheerd en afgetreden, nieuw en
jong en zuiver laat opklinken. Som
mige woorden zouden, net als sommi
ge begrippen, van tijd tot tijd gedes
infecteerd, gereinigd, gesaneerd moe
ten worden. Dat kan op de Toneel
school. Dat kan op de repetities. En
het zou ook kunnen door alleen maar
goed te luisteren naar Van Dalsum.
Qch ja.... en dan was daar ook nog
het pu'oliek, waar men als toneel
speler niet buiten kan, hetzelfde pu
bliek waarvan een vermaard .Neder
lands letterkundige eens heeft ge
zegd dat hij het haatte en verachtte
Wel, er viel vorige week Zaterdag
avond in de Stadsschouwburg zo het
een en ander te verachten. Zo bijvoor
beeld vanwege de nooit-eindigende
hoest- en kuchsalvo's, die vanuit de
stalles, parterre, frontloge's en gale
rijen opklonken. Nu eens deed 's lands
eerste toneelzaal denken aan een sa
natorium voor longlijders, dan weer
aan de wachtkamer van een kliniek
ten behoeve van aamborstigen en
asthmatici. Men hoestte in alle tempi
en toonaarden. Men hoestte in mineur
en majeur, pianissimo en forte, maar
meestal forte. Men hoestte onderdrukt
en spontaan. Frank en vrij gaf men
z'n aanwezigheid te kennen. Ten slotte
had men betaald. Van vier tot zes gul
den per plaats. Dat geeft zo enkele
rechten. Bijvoqrbeeld dat men vrijuit
hoesten mag.
Men hoestte tijdens de terugkeer van
Thomas Becket in de kathedraal van
Canterbury. Tijdens het intermezzo,
als Becket zich tot zijn beminde gelo
vigen wendt. Tijdens de scène, waarin
de vier verleiders Becket omringen.
En ten slotte: tijdens het magistrale
einde van de Aartbisschop.
Vroeger, heel vroeger, pleegde het
stil in een schouwburg te zijn, maar
die tijden liggen ver achter ons. Te
genwoordig treedt zeer bewust, zeer
paraat, het „koor-der-hoesters" op.
Voor de artisten moet dat een gruwel,
Men schrijft ons:
„Het landelijk comité „Schoonho
ven" is tien November bijeen ge
weest. Uitvoerig werd het feit bespro
ken, dat 82 jongens zijn blijven weige
ren, ondanks bedreiging van 7 tot 15
jaar gevangenisstraf, naar Indonesië te
gaan. Met de „Zuiderkruis" vertrok
ken na die bedreigingen zoals bekend
wel 161 andere deserteurs. Dit alles
volgens mededelingen in de Heeren-
veense Koerier. Het feit, dat er van de
243 deserteurs, die op 23 October bij
het afscheid nemen in Schoonhoven
nog vastbesloten waren niet naar In-
aonesie te gaan en te blijven weige
ren, er 161 toch gegaan zijn tenge
volge van deze geestelijke geweldple
ging, wekt de heftige verontwaardi
ging op van alle ouders en vele met
hen in Nederland, hetgeen blijkt uit
de vele sympathiebetuigingen, die het
landelijk comité nog regelmatig ont
vangt.
Het comité stelt zich dan ook ten
doel de belangen van alle ouders, ook
van de ouders van de jongens, die wel
verscheept zijn, te blijven behartigen.
De band, die er tussen de jongens van
Schoonhoven bestond, wil zij zien
blijven voortbestaan in een band tus
sen de ouders. Zij roept daarom alle
ouders op zich bij het comité te mel
den. Het comité heeft een audiëntie
bij de minister van oorlog aange
vraagd om opheldering van zaken
Voorts wil men over deze zaak folders
verspreiden en vergaderingen beleg
gen Daartoe verzoekt het aller steun.
Het secretariaat van het comité is
gevestigd: O. Z. Voorburgwal 6 eer
ste etage. Amsterdam-C. Gelden kun
nen per postwissel worden overge
maakt aan dit adres ten name van
P. E. Roffel—Ringalda".
nietwaar?
Ma de pauze zocht een deel van het
publiek, 't zij reeds aangekleed, 't
zij jassen en mantels meedragend, zijn
plaatsen weer op. Men had haast. En
toen het laatste woord der biddende
priesters nauwelijks was verklonken,
toen menig bezoeker nog nahuiverde
tver de beklemmende actualiteit van
uit drama, toen het Wagnerdoek dicht-
ruiste, en weer, voor het eerst, open
scheurde, toen rende een deel van het
.gegoede" Amsterdamse toneelpubliek,
van deze in bonmantels gehulde en
met dure winterjassen omhangen da
mes en heren, die op deze Zaterdag
avond toch zo kennelijk aan „kunst"
deden, naar de uitgangen, alsof déér
het opperst geluk hen wachtte. En als
of het Leidseplein het Beloofde land
was.
En op het grote, wijde toneel stond,
groot en eenzaam, voornaam en een
beetje weemoedig, de eerste toneel
speler der lage landen: Van Dalsum.
En boog en boog. Maar hij moet de
massa, die zich in de wandelgangen
kronkelde en verdrong, gezien en ge
hoord hebben en hij moet er zich wel
gruwelijk aan bezeerd en gekwetst
hebben. En, al buigend, zal hij hen
ciep veracht hebben.
Op de Nederlandse planken mogen
koningen gehuldigd en keizers ge
kroond worden, daar mag iets van een
hoog en goddelijk mysterie door een
kathedraal ruisen, daar mag desnoods
een aartsbisschop vermoord worden,
het geacht publiek hoest dóór en het
stort zich, nog tijdens een voorstelling
haast, naar de uitgangen.
En het begaat daarmee, zij 't onbe
wust, opnieuw een moord aan be
grippen als: etiquette, burgerlijk fat
soen, waardigheid en „stijl" De din
gen die men van een theaterbezoeker
vroeger als uiterst minimum verwacht
te. Het is beschamend, jammerlijk en
verachtelijk. En 't mag wel eens ge
zegd worden.
ANTHONY VAN KAMPEN.
INTERNATIONAAL TOURNOOI
TE HEITSDEN
De damclub te Heusden had des
tijds ter gelegenheid van haar 25-jarig
bestaan een tournooi georganiseerd,
dat een internationaal tintjq, kreeg
door de deelneming van enige Belgen
onder wie zich ook de Belgische kam
pioen O. Verpoest bevond. Deze laat
ste won de eerste prijs volgens het
SonnenbornBergerstelsel met een
gelijk aantal punten als de kampioen
van de jubilerende vereniging A. de
Graag.
Hieronder de partij tussen de beide
eerstaankomenden.
0. Verpoest (Belgie) witA. de
Graag (Heusden) zwart.
1. 34—29, 19—23; 2. 39—34 (een
variant, die als minder gunstig voor
Wit bekend staat), 214—19; 3.
44—39, 10—14; (320—25; 4.
3530, enz. leidt tot zeer scherp spel).
4. 29 -24, 20 x 29; 5. 33 x 24, 19 x 30;
6. 34 x 25, 14—19; 7. 50—44, 17—21;
8. 31—26, 5—10; 9. 26 x 17, 12 x 21;
10. 3631, 1014 (Zwart heeft nu 'n
behoorlijke voorsprong in ontwikke
ling.) 11. 3126, 712 (nu was de
consequentie 112127; enz. ge
weest. De tekstzet is bijzonder mat.)
12. 26 x 17, 12 x 21; 13. 41—36, 21—
26; 14. 46—41, 11—17; 15. 39—33,
6—11; 16. 44—39, 1—6; 17. 35—30,
17—21; 8. 30—24, 19 x 30; 19. 25 x
34, 14—19 (Wit krijgt alle gelegen
heid zich los te werken). 20. 3631,
812; 21. 31-27, 28 (agressiever
is 1217 en eventueel 1722 enz.;
22. 49—44, 9—14; 23. 33—28 (voor
Wit is het ergste leed geleden). 23
15—20; 24. 34—29! 23 x 34; 25. 39 x
30 (een manoeuvre, die men vaak in
de partijen van de wereldkampioen
P. Ghestem tegenkomt). 2518—
23; 26. 4339, 1218 (de afwikke
ling door 26—31; 11 x 31; 41—36, 20
25 enz. brengt wit het betere spel);
27. 41—36, 11—17; 28. 38—33, 17—22;
29. 28 x 17, 21 x 12; 30. 33—28, 20—
24; 31. 30—25, 4—9; 32. 42—38 (wit
heeft zich geheel hersteld en zelfs be
vat zijn stand nu meer mogelijkheden
tot aanval); 3214—20; 33. 25
x 14, 9 x 20; 34. 4742, 6—11; 35.
3834, (een poging om tot aanval te
komen daar zwart nu niet 1117 mag
wegens 28—22, 34—29, enz. en wit
wint); 3520—25; 36. 48—43?
(geeft zijn voordeel prijs daar 36 nu
ingesloten blijft. Aangewezen was 36.
3731, 26 x 37; 37. 42 x 31, 11—17;
38. 27—22, 18 x 27; 39. 31 x 11, 16 x
7; 40. 4439, met goede kansen); 36.
39 (en niet 1117 wegens
28—22, 3429 enz. met groot voor
deel voor wit). 37. 43—39, 9—14! 38.
40—35 (gedw.) 11—17? (Na wit's
uitstapje" bij de 36ste zet kan zwart
nu door 24—29!! 14—20; enz. een vrij
eenvoudige winst afdwingen). 39. 44
—40, 17—22?? (Voor de tweede maal
verzuimt Zwart de winst thans door
391621!! 40. 27 x 16, 1822!!
en Wit kan verlies van materiaal niet
voorkomen). 40. 28 x 17, 12 x 21- 41
38—33, 8—12: 42. 33—28, 12—17
(aardige verwikkelingen gaf 2429,
maar winst is niet meer mogelijk). 43.
3933, 2631; 44. 37 x 26 2430'
45. 35 x 24, 19 x 39 46. 28 x 8, 39 x 8
39 x 48; 47. 8—3, 21 x 32; 48. 3 x SS
en na nog enkele minder belangrijke
zetten remise gegeven.