Japon voor grote maten De tirannie van de knop Mevrouw J. Winkler-Siebenga, Over Van Dalsum en zijn publiek Dle radio's, zp jagen allereerst de rust uit het huis. Een ieder die met kin deren omgaat weet hoe rust voor hen een even noodzakelijke levensvoor waarde is als eten en slapen. Zij zijn druk en woelig genoeg van zichzelf De waterval van hun levendigheid kla tert de gehele dag wat komt hun meer te stade dan een stil meer van huiselijke rust, waarin hun onrust tol bedaren komt? In Amsterdam gaan vele kinderen 's avonds na het eten wéér naar school: om hun huiswerk te maken en te leren. Thuis is geen rustig plekje te vinden, de radio houdt Recept van Kers: WERKENDE VROUWEN IN NOORD-HOLLAND Kinderarts in Hoorn AMSTERDAMS PODIUM Of: Zó zijn onze manieren Actie van het landelijk comité „Schoonhoven" Onze Damrubriek MAANDAG 21 NOVEMBER 1949 Souvereiniieit in de wieg „2et die radio es even af, jongens: we kunnen elkaar niet verstaan". Ik heb eens een familie gekend waar deze zin elke bezoeker welkom heette De radio gaf daar wéér voor haar geld. Die draaide de hele dag geluidsgehakt uit de luidspreker (en dat fortissimo) en het gebeurde zelfs meermalen, dat de familie vergat de knop om te draaien bij het naar bed gaan. Wat de buren een wekker uitspaarde. Ik hield dit overigens beminne lijke huisgezin altijd voor een uit zondering, maar langzamerhand schijnt hun gedrag regel te worden. Het geeft zo'n kaal idee, een huiskamer zonder geluid. Zo'n spelende radio is echt wel gezellig, je kunt er en pas sant aardappelen bij schillen en stof afnemen en eten en praten desnoods. En zo'n nummertje muziek verzet de zinnen nog een beetje: de wereld is tegenwoordig al somber genoeg. Het zijn nog de ergsten niet, die zo praten. Er zjjn vandalen, die hun luid spreker de volle zeventien uur op or kaankracht laten razen, zonder enige consideratie voor de nachtrust van de buurkinderen of de dagrust van de buurman, die radeloos probeert te le zen of te studeren of enige vellen pa pier vol te schrijven. Zij hebben geen radio meer: zij hebben zuiver een ge luidsmachine in huis, die het is al voorgekomen in de grote steden gevoelige buren de straat op en zelfs een zenuwinrichting binnen jaagt. Misschien dat een nieuwe paragraaf van de hinderwet hun vlegelachtig heid eindelijk strafbaar zal verkla ren. Maar de matige lawaaimakers, de luisteraars m>,t de uit gewoonte en sleur altijd maar door neuzelende ra dio hebben niet minder schuld. Niet zozeer tegenover de omwonenden als wel tegenover hun eigen gezin. zich geen vj)f minuten stil Maar zelfs dat huiswerk, dat halt of helemaal niet geleerd wordt, is het ergste niet. Het bedenkelijke van dit ergerlijke „morsen met geluid", zoafr, eenmaal prof. Huizinga het noemde, is het volslagen afstompen van ge hoor en geest. De kinderen kunnen niet meer horen, hun onderscheidings vermogen voor klanknuancen slijt uit Alles moet luidruchtig gaan, een liedje moet gebruld worden, liefst met gestamp begeleid. En tot bewust luis teren zijn zü helemaal niet meer in staat. Eenmaal gewend aan het over schreeuwen, desnoods van de schelste trompet, bereikt een normaal gespro ken woord niet eens meer hun aan dacht. Er groeit een geslacht op, dat niet meer luisteren kan, dat alleen nog maar aandacht heeft voor la waai. Wat dit betekent aan geestelijk en cultureel gemis in de naaste toe komst is nauwelijks te schatten. En met dit.gemis aan vermogen tot luisteren gaat een ander euvel hand in hand. Dat van het klakkeloos ver onachtzamen van een geestelijk kapi taal aan toewijding, vakkennis en In spanning. Van het eenvoudigste lichte muziekje door een amusements ensemble tot de Unvollendete door een beroemd symphonie-orkest wordt voor de radio de hoogste mate van vakmanschap vereist, wordt eindeloos geoefend en gerepeteerd en met de allergrootste toewijding gespeeld. Maar de jonge luisteraar kijkt mid den in de uitvoering van Eine kleine Nachtmusik op en zegt: Draai es wat anders voor, heeft Brussel niet wat lolligers \Y'at een beschamende teruggang in omgangsvormen heeft de radio op zijn geweten. Nog waagt de bezoeker van een concert of lezing het niet licht, de musici of de spreker ruw weg te storen door plotseling luidruch tig op te staan en stommelend te ver trekken. Maar het komende geslacht zal die fijngevoeligheid wel grondig hebben verleerd. Zij zijn immers gewend, in huiskamer de prachtigste muziek, fraaiste voordracht te over schreeuwen of met één ruwe klik van knop onverhoeds af te snijden. Zij leren de inspanning, de toewijding van een of meerdere kunstenaars als iets vanzelfsprekends beschouwen, dat hun rechtens toekomt en waarmee zij ach teloos kunnen omgaan naar 't hun be lieft. Concerten door wereldvermaarde or kesten zgn gemeengoed geworden, de viool van Menuhin, de stem van Flagstad beluisteren zij met de pan toffels op de haardplaat. Om een glimp van Jenny Lind te zien stonden een maal duizenden voor haar hotel in de regen en toen zij, door een list ge dwongen, het raam opschoof en een beroemde aria zong, was dit voor die zwijgende tot op de huid verkilde me nigte de gebeurtenis van haar leven. Onze kinderen zeggen: Hè, zet dat vervelende mens eens af bij de fraaiste sopraan ter wereld. Laten wij ons bezinnen voor het te laat is. Er zijn nóg huiskamers, waar tijdens een radio-concert, een hoorspel, een voordracht, het gehele gezin zwijgt en hoogstens rokend ot handwerkend luistert. Er zijn andere, waar ieder zijn eigen favoriete pro gramma heeft, dat elke Zaterdag in de nieuwe radio-gid3 met zorg wordt HOLLANDIA SOEP. Een komkommer, 3 tomaten, 2% liter water, y9 liter melk, 300 gr. gehakt, 2 gesnipperde uien, 1 fijn gesneden prei, 25 gram boter, 50 gram vet, 1 kopje rijst, 125 gram bloem, 4 bouillonblokjes, zout. peper en wat gehakte peterselie. Schil de komkommer en schaaf deze op een rauwkustschaaf aan kleine snip pers; schil de tomaten en verwijder harde stronkjes met het zaad, snijd deze aan kleine stukjes. Maak van de melk en bloem een klontvrij papje. Breng het gehakt met het water aan de kook en laat het 20 minuten zachtjes koken. Neem het ge hakt uit de bouillon en doe dit met een vork uiteen. Maak het vet warm fruit hierin de ui-snippers. werp hierbij de komkom- mr-, laat nu zachtjes kaken tot de rijst en de komkommer gaar zijn. Roer er dan het mengsel van bloem en melk bij. laat de soep zachtjes door koken onder toevoeging van de stukjes gehakt en de tomaat. Breng de soep op smaak met de opgeloste bouillonblok jes. eventueel wal zout en peper. Roer er bij het opdienen wat gehakte peter selie door. Dien er wat dunne sneedjes brood bij. NB. Geef na deze soepmaaltijd een warme melktoespijs. rijstenbrei of pan nenkoek met stroop. B.W. IIOc.M. /ifr tv. /s. tv. uitgezocht en aangestreept. Daarnaai wordt geluisterd met aandacht, en verder heeft de radio rust. De winter is begonnen, de omroep neemt de luiken van de uitstalkast en 's avonds is het geluid weer opper machtig in de huiskamers. Zouden wij terwille van de kinde ren en van onszelf niet goed doen een eind te maken aan de heerschappij van die kleine zwarte knop, die maar al te zeer voor de meesten een tiran is geworden? SASKIA. (Van onze redactrice) ^evrouw YVinkler heeft zich, in de tientallen jaren waarin zij reeds als kinderarts in Hoorn en omgeving werkzaam Is, een plaats veroverd in de harten van vele moeders. En zeker niet minder in de harten van evenzovele kleuters, die een bezoek van „Tante dokter" als een feest beschouwen. Zij is één van die vrouwen, waarvan iets warms en hartelijks uitgaat en haar persoonlijkheid boezemt de kleine pa tiëntjes onmiddellijk vertrouwen in. „Vanaf mijn jeugd had ik altijd maar één wens: dokter worden!" vertelt zij, nadat zij mij in haar gezellige woning heeft ontvangen. „Ik ben in Friesland geboren en bezocht in Heerenveen en Leeuwarden de H.B.S. Na mijn eind examen koos ik de universiteit van Am sterdam voor mijn studie, want ik wil de niet altijd in het Noorden blijven. Die studie is een mooie tijd in mijn leven geweest. Wat heb ik daar een prachtige stu dententijd gehad! Helemaal niet overdreven hoor, want ik heb hard gewerkt, maar al les was nieuw voor mij. 't Is zo iets moois geweest dat ik er altijd nog met plezier aan terugdenk. In 1923 was ik afge studeerd en door een assistenten plaats bij dr. Herderschee kwam ik veel met kinderen in aanraking. Daar genoot ik van. Kinderen zijn zo aardig. Als ik 's morgens aan een bedje kom en het kind geeft zo'n brede lach, dan is mijn hele dag goed. Toen mijn man, als specialist voor longziekten aan het consultatiebureau te Hoorn werd be noemd, hielp ik hem vaak. Veel uit gaan en visites afleggen ligt mij nu eenmaal niet. Ik moet verantwoorde lijk werk te doen hebben. Later ben ik een eigen practijk begonnen." Dat is zeker een drukke practijk geworden, mevrouw Winkler? „Ja, erg druk. In de zomer sta ik des morgens om zes uur op en 's winters om half zeven. Dan is de dag langer en kan ik meer doen. Eerst komt mijn huishoudelijke taak aan de beurt en iedere morgen om negen uur ben ik de practijk in. 's Middags houdt ik spreek uur op het Consultatiebureau voor zuj- gelingen en kleuters. Dat is wel veel, maar het werkt zeer gunstig, want er komen hier maar weinig zieke zuige lingen meer in het ziekenhuis." Komen er veel babies op het con sultatiebureau? „Soms zijn het er wel negentig. Dan helpen wij er zo'n twintig in het uur, maar dat is erg vermoeiend." Zijn er de laatste jaren nog be langrijke veranderingen gekomen in de geneeswijze van kinderziekten? „Neen, bijzondere veranderingen kan ik u niet vertellen", zegt mevrouw Winkler. „De nieuwe geneesmiddelen van de laatste jaren worden, waar dat mogelijk is, natuurlijk ook bij kinde ren toegepast. Wél is er een zeer grote verandering gekomen in de voeding voor babies 't Is een enorm verschil bij vijftig jaar geleden. Daarvoor die nen nu ook de consultatiebureaux. Wij geven de moeders goede richtlijnen. De zuster van het consultatiebureau twijfelt er wel eens aan of de moeders alle raadgevingen opvolgen, maar ik ben al blij wanneer zij 't voor de helft ter harte nemen. Eén keer in de week ga ik naar het consultatiebureau in Pürmerend, waar ik 's zomers om half acht en in de winter om acht uur des morgens begin. Een paar jaar geleden leerde ik chaufferen en nu ben ik in 't bezit van een auto. Maar behalve voor het rijden naar Pürmerend, maak ik er geen gebruik van. Ik ga altijd op mijn fiets de practijk in. Le mouvement c'es la vie, zeggen de Fransen. 't Is mooi werk, dat ziekenbezoek, want je raakt zo thuis in een gezin. Met bewondering zie ik altijd hoe kra nig vele moeders zich door zorgen en moeilijkheden slaan. Hoe zij onder de moeilijkste omstandigheden steeds weer de eindjes aan elkaar weten te knopen. Ik heb laatst eens gezegd: Er worden veel te weinig lintjes uitgereikt aan huismoeders. De kinderen zijn allemaal mijn vriendjes en zij vinden het prachtig als ik ze kom opzoeken. Soms kunnen de kinderen zulke énige opmerkingen maken. Zo zei laatst eens een kleuter tegen mij: Waarom heb jij altijd zo'n mandje aan je hoofd? Zijn moeder had kort haar, dus hij vindt mijn kapsel wonderlijk. Toen ik eens een zuigelin- getje onderzocht, zat een ouder broer tje aandachtig mijn gestreepte blouse te bestuderen. Eindelijk kwam het er uit: mijn vader heeft ook een nieuw over hemd! In de wachtkamer heb ik geen bel letje en ik ga dus steeds de trap af om de patiëntjes te halen. Je kunt alles dan even beter overzien. Zo nam ik eens een moeder met een vierjarig jongetje mee naar boven. Op de trap zei het kereltje telkens: Ik mankeer niks hoor! Toen hij zich moest uitkle den, merkte hij ernstig op: 't Hoort niet om je uit te kleden bij andere mensen, maar bij genezers wèl. Je mag ook niet in je badpakje lopen, alleen aan 't strand. Zijn moeder had hem nog nooit over zoiets gesproken en was even verbaasd als ik. Maar hoe vindt u het woord „genezers" voor zo'n kruimel van vier jaar? Ik zou u nog uren over mijn werk kunnen vertellen, want ik ben er vol van. Het is iets prachtigs en ik doe het graag. Er is in het leven niets mooiers dan arbeidsvreugde. Soms denk ik er wel eens over wat ik zou moeten beginnen als ik mijn werk niet meer had. In het harnas sterven, dat is het beste, geloof ik." Deze keer zijn de minder slanke da mes aan de beurt voor een keurig af- kledende japon. De kraag is open cn gesloten te dragen. De deelnaden, zo wel voor als achter, eindigen in diepe plooien, die de rok de nodige ruimte geven. U heeft ervoor nodig 3 m stof van 140 cm breed. We verbinden de plooidelen van achterbaan en achterzijbaan, leggen de plooien in en sluiten de deelnaden. De plooien tot de heup dichtstikken. We zetten het voorzijpandje aan de voorzijbaan. We verbinden de voorbaan met de voorzijbanen, waarbij we het voorzijpand op de aangegeven plaats even inhouden In de taille stikken we een 3 cm breed ceintuurtje mee, dat op de rug met een knoop of gesp gesloten wordt. Beleg en middenvoorplooi van elkaar knippen We vouwen het beleg naar binnen, leggen de plooi in en stik ken de voorkanten 1 cm breed af. De plooi wordt van boven met drukknopen gesloten. Bij het dichtstikken van zij- en schoudernaden de laatste iets inhou den. Het patroon van de 2 cm brede mouwgarnering knippen we los van het mouwpatroon. We plakken de korte einden aan elkaar, zodat we het in één stuk kunnen knippen. Het wordt van dufefi'ele stof gemaakt en tegen de on derkant van de mouw bevestigd Maakt U het van fluweel, dan kan de binnen kant van stof of voering genomen wor den We stikken de biischuiner tot aan de garnering dicht en brengen in de kneep van de arm 2 plooitjes, met ieder K.cm stofverbruik. aan. Mouwnaad slui ten en de mouw. over de kon even in gehouden, inzetten. De naad komt \Vn cm voor de ziinaad. zodat de teken ties op elkaar vallen. Tegen de kraag zetten we tot aan het stippel!iintje een beleg, naar verkiezing van fluweel of andere afstekende stof. Wordt de kraag te slap, dan naaien we er een inlegsel tussen. De voorhals wordt tussen de dubbele stof genaaid. Vanaf de taille bevestigen we met drukknopen tegen de voorkanten een reep stof van 20 cm lang en 5 fi cm breed als vestje U kunt de kraag dan open dragen of hoog sluiten, met een broche, strik, sjaaltje of. als U meer „gekleed" wilt zijn, met een luchtige jabot. Neemt U de kraag van de afstekende stof. dan staat het wel aardig om ook het beleg van de voorkant van deze stof te néïnen. Ter afwisseling kunnen we de japon ook tot de taille open dragen. Dan vervangen we het korte stoffen vestje door een wit of zacht gekleurd exemplaar. Chic is ook, om een kanten of zijden fichu langs de opening te zetten. Nog een andere mo gelijkheid is, om de voorkanten van knoopjes en lusjes te voorzien, die U gedeeltelijk al of niet openlaat. En bij een donkere japon staat een wit piqué belegje, met handsteken aan de kraag gehecht, altijd fris en verzorgd Van zelfsprekend neemt U de mouwgame- ring in overeenstemming met die van de hals. Bij fijnere stoffen stikken we de voorkanten niet af. «V Cr is over T. 8. Eliots „Murder in the Calhedral" het toneelspel over de marlel- dood van Thomas Becket, aartsbisschop van Canterbury, al zoveel geschreven in de dag- en weekbladen, zowel over het stuk, het spel en de brlllanU vertol king van Becket door Albert van Dalsum, dat het geen zin en geen enkele actua liteit meer heeft als ondergetekende, naar aanleiding van de tweede voorstelling op Zaterdagavond jj., nóg eens aan het nabeschouwen slaat. Ook al is hij dan nog zo vervuld va|i het prachtige spel van Van Dalsum, die opnieuw heeft bewezen de eerste onder zijns gelijken te zijn. een kwelling zijn. Maar ten slotte zijn ze onze (duur-betaalde) huurlingen, Toch geeft die tweede opvoering aan leiding tot enkele opmerkingen. Het schijnt de laatste jaren tot de bon ton, de goede gewoonte van toneel spelers te gaan behoren, van halve zinnen tot laatste halve lettergrepen in te slikken, te verdonkeremanen, te verdoezelen en/of niet te bezigen. Men spreekt veelal in een tempo, met een radheid, die het voor de best horen den vaak tot een illusie maakt de gehele tekst woordelijk te kunnen vol gen. En een goede uitspraak, duidelijk articuleren, mag toch nog steeds tot het axioma van de toneelkunst gere kend worden. Hoe het wel moet leert men op zo'n avond bij Van Dalsum. Zijn prachtig geluid, donker als een bron zen klok, diep en sonoor, is eigenlijk één voortdurende auditieve verruk king. Zó spreekt een kunstenaar, die het woord geproefd, gewikt en gewo gen heeft. En de taal, het Nederlands, dat hij gebruikt wordt al sprekende \erheven, gecultiveerd tot iets, dat veel méér is dan alleen maar „gespro ken woord". Het is de uiterste verfij ning van een kunst die bijna teloor is gegaan, bijna vergeten: het zeggen van het woord en het zeggen van verzen. Men vindt dit tegenwoordig niet meer zo belangrijk. En er zijn er niet zo heel veel meer, die het woord zijn rechten geven. Louis van Gasteren is een van hen, die dit wèl doen. Van Dalsum een ander. Zij verheffen het woord tot muziek en alleen het luiste ren naar hun woord is een feest voor bet oor. Hoor eens hoe Van Dalsum een simpel, verschaald woord, waar smaak noch heerlijkheid meer aan is, geclicheerd en afgetreden, nieuw en jong en zuiver laat opklinken. Som mige woorden zouden, net als sommi ge begrippen, van tijd tot tijd gedes infecteerd, gereinigd, gesaneerd moe ten worden. Dat kan op de Toneel school. Dat kan op de repetities. En het zou ook kunnen door alleen maar goed te luisteren naar Van Dalsum. Qch ja.... en dan was daar ook nog het pu'oliek, waar men als toneel speler niet buiten kan, hetzelfde pu bliek waarvan een vermaard .Neder lands letterkundige eens heeft ge zegd dat hij het haatte en verachtte Wel, er viel vorige week Zaterdag avond in de Stadsschouwburg zo het een en ander te verachten. Zo bijvoor beeld vanwege de nooit-eindigende hoest- en kuchsalvo's, die vanuit de stalles, parterre, frontloge's en gale rijen opklonken. Nu eens deed 's lands eerste toneelzaal denken aan een sa natorium voor longlijders, dan weer aan de wachtkamer van een kliniek ten behoeve van aamborstigen en asthmatici. Men hoestte in alle tempi en toonaarden. Men hoestte in mineur en majeur, pianissimo en forte, maar meestal forte. Men hoestte onderdrukt en spontaan. Frank en vrij gaf men z'n aanwezigheid te kennen. Ten slotte had men betaald. Van vier tot zes gul den per plaats. Dat geeft zo enkele rechten. Bijvoqrbeeld dat men vrijuit hoesten mag. Men hoestte tijdens de terugkeer van Thomas Becket in de kathedraal van Canterbury. Tijdens het intermezzo, als Becket zich tot zijn beminde gelo vigen wendt. Tijdens de scène, waarin de vier verleiders Becket omringen. En ten slotte: tijdens het magistrale einde van de Aartbisschop. Vroeger, heel vroeger, pleegde het stil in een schouwburg te zijn, maar die tijden liggen ver achter ons. Te genwoordig treedt zeer bewust, zeer paraat, het „koor-der-hoesters" op. Voor de artisten moet dat een gruwel, Men schrijft ons: „Het landelijk comité „Schoonho ven" is tien November bijeen ge weest. Uitvoerig werd het feit bespro ken, dat 82 jongens zijn blijven weige ren, ondanks bedreiging van 7 tot 15 jaar gevangenisstraf, naar Indonesië te gaan. Met de „Zuiderkruis" vertrok ken na die bedreigingen zoals bekend wel 161 andere deserteurs. Dit alles volgens mededelingen in de Heeren- veense Koerier. Het feit, dat er van de 243 deserteurs, die op 23 October bij het afscheid nemen in Schoonhoven nog vastbesloten waren niet naar In- aonesie te gaan en te blijven weige ren, er 161 toch gegaan zijn tenge volge van deze geestelijke geweldple ging, wekt de heftige verontwaardi ging op van alle ouders en vele met hen in Nederland, hetgeen blijkt uit de vele sympathiebetuigingen, die het landelijk comité nog regelmatig ont vangt. Het comité stelt zich dan ook ten doel de belangen van alle ouders, ook van de ouders van de jongens, die wel verscheept zijn, te blijven behartigen. De band, die er tussen de jongens van Schoonhoven bestond, wil zij zien blijven voortbestaan in een band tus sen de ouders. Zij roept daarom alle ouders op zich bij het comité te mel den. Het comité heeft een audiëntie bij de minister van oorlog aange vraagd om opheldering van zaken Voorts wil men over deze zaak folders verspreiden en vergaderingen beleg gen Daartoe verzoekt het aller steun. Het secretariaat van het comité is gevestigd: O. Z. Voorburgwal 6 eer ste etage. Amsterdam-C. Gelden kun nen per postwissel worden overge maakt aan dit adres ten name van P. E. Roffel—Ringalda". nietwaar? Ma de pauze zocht een deel van het publiek, 't zij reeds aangekleed, 't zij jassen en mantels meedragend, zijn plaatsen weer op. Men had haast. En toen het laatste woord der biddende priesters nauwelijks was verklonken, toen menig bezoeker nog nahuiverde tver de beklemmende actualiteit van uit drama, toen het Wagnerdoek dicht- ruiste, en weer, voor het eerst, open scheurde, toen rende een deel van het .gegoede" Amsterdamse toneelpubliek, van deze in bonmantels gehulde en met dure winterjassen omhangen da mes en heren, die op deze Zaterdag avond toch zo kennelijk aan „kunst" deden, naar de uitgangen, alsof déér het opperst geluk hen wachtte. En als of het Leidseplein het Beloofde land was. En op het grote, wijde toneel stond, groot en eenzaam, voornaam en een beetje weemoedig, de eerste toneel speler der lage landen: Van Dalsum. En boog en boog. Maar hij moet de massa, die zich in de wandelgangen kronkelde en verdrong, gezien en ge hoord hebben en hij moet er zich wel gruwelijk aan bezeerd en gekwetst hebben. En, al buigend, zal hij hen ciep veracht hebben. Op de Nederlandse planken mogen koningen gehuldigd en keizers ge kroond worden, daar mag iets van een hoog en goddelijk mysterie door een kathedraal ruisen, daar mag desnoods een aartsbisschop vermoord worden, het geacht publiek hoest dóór en het stort zich, nog tijdens een voorstelling haast, naar de uitgangen. En het begaat daarmee, zij 't onbe wust, opnieuw een moord aan be grippen als: etiquette, burgerlijk fat soen, waardigheid en „stijl" De din gen die men van een theaterbezoeker vroeger als uiterst minimum verwacht te. Het is beschamend, jammerlijk en verachtelijk. En 't mag wel eens ge zegd worden. ANTHONY VAN KAMPEN. INTERNATIONAAL TOURNOOI TE HEITSDEN De damclub te Heusden had des tijds ter gelegenheid van haar 25-jarig bestaan een tournooi georganiseerd, dat een internationaal tintjq, kreeg door de deelneming van enige Belgen onder wie zich ook de Belgische kam pioen O. Verpoest bevond. Deze laat ste won de eerste prijs volgens het SonnenbornBergerstelsel met een gelijk aantal punten als de kampioen van de jubilerende vereniging A. de Graag. Hieronder de partij tussen de beide eerstaankomenden. 0. Verpoest (Belgie) witA. de Graag (Heusden) zwart. 1. 34—29, 19—23; 2. 39—34 (een variant, die als minder gunstig voor Wit bekend staat), 214—19; 3. 44—39, 10—14; (320—25; 4. 3530, enz. leidt tot zeer scherp spel). 4. 29 -24, 20 x 29; 5. 33 x 24, 19 x 30; 6. 34 x 25, 14—19; 7. 50—44, 17—21; 8. 31—26, 5—10; 9. 26 x 17, 12 x 21; 10. 3631, 1014 (Zwart heeft nu 'n behoorlijke voorsprong in ontwikke ling.) 11. 3126, 712 (nu was de consequentie 112127; enz. ge weest. De tekstzet is bijzonder mat.) 12. 26 x 17, 12 x 21; 13. 41—36, 21— 26; 14. 46—41, 11—17; 15. 39—33, 6—11; 16. 44—39, 1—6; 17. 35—30, 17—21; 8. 30—24, 19 x 30; 19. 25 x 34, 14—19 (Wit krijgt alle gelegen heid zich los te werken). 20. 3631, 812; 21. 31-27, 28 (agressiever is 1217 en eventueel 1722 enz.; 22. 49—44, 9—14; 23. 33—28 (voor Wit is het ergste leed geleden). 23 15—20; 24. 34—29! 23 x 34; 25. 39 x 30 (een manoeuvre, die men vaak in de partijen van de wereldkampioen P. Ghestem tegenkomt). 2518— 23; 26. 4339, 1218 (de afwikke ling door 26—31; 11 x 31; 41—36, 20 25 enz. brengt wit het betere spel); 27. 41—36, 11—17; 28. 38—33, 17—22; 29. 28 x 17, 21 x 12; 30. 33—28, 20— 24; 31. 30—25, 4—9; 32. 42—38 (wit heeft zich geheel hersteld en zelfs be vat zijn stand nu meer mogelijkheden tot aanval); 3214—20; 33. 25 x 14, 9 x 20; 34. 4742, 6—11; 35. 3834, (een poging om tot aanval te komen daar zwart nu niet 1117 mag wegens 28—22, 34—29, enz. en wit wint); 3520—25; 36. 48—43? (geeft zijn voordeel prijs daar 36 nu ingesloten blijft. Aangewezen was 36. 3731, 26 x 37; 37. 42 x 31, 11—17; 38. 27—22, 18 x 27; 39. 31 x 11, 16 x 7; 40. 4439, met goede kansen); 36. 39 (en niet 1117 wegens 28—22, 3429 enz. met groot voor deel voor wit). 37. 43—39, 9—14! 38. 40—35 (gedw.) 11—17? (Na wit's uitstapje" bij de 36ste zet kan zwart nu door 24—29!! 14—20; enz. een vrij eenvoudige winst afdwingen). 39. 44 —40, 17—22?? (Voor de tweede maal verzuimt Zwart de winst thans door 391621!! 40. 27 x 16, 1822!! en Wit kan verlies van materiaal niet voorkomen). 40. 28 x 17, 12 x 21- 41 38—33, 8—12: 42. 33—28, 12—17 (aardige verwikkelingen gaf 2429, maar winst is niet meer mogelijk). 43. 3933, 2631; 44. 37 x 26 2430' 45. 35 x 24, 19 x 39 46. 28 x 8, 39 x 8 39 x 48; 47. 8—3, 21 x 32; 48. 3 x SS en na nog enkele minder belangrijke zetten remise gegeven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1949 | | pagina 5