„Bastogne"- Aangrijpende film over het Ardennen-offensief Goden van de Olympus hebben gesproken De Holland-Fair te Philadelphia AMSTERDAMS PODIUM Over de kellners van Amsterdam Puzzle-rubriek Australische troepen naar Malakka? Van schrijvers, uitgevers, het boekengeschenk Allahs profeet Grote belangstelling voor Nederlandse producten De Schenker: specialiteit in psychologie MAANDAG 8 MEI 1860 «mj HEBBEN Dinsdagmiddag de Olympus beklommen op wiens top literaire goden zetelen en met ons gingen velen bergopwaarts, zodat het ten slotte een grote bedevaart werd naar de mannen en de vrouwen, die het weten. Daar zetelen de geweldigen, wier namen men slechts behoeft te noemen om allen, die zich op enigerlei wijze aan de schone letteren gewaagd heb ben te doen nederknielen en te doen mompelen: ..Allah is groot en Victor E. van Vriesland is zijn profeet". Er zijn wel eens schrijvers die het met zijn uitspraken niet eens zijn, maar die hebben er geen verstand van, althans niet van een der schoonste on der de schone kunsten. Die zijn ja loers of kleingeestig, die schrijven zon der enig kunstgevoel. Wie denkt, dat hij iets goeds heeft geschapen als mannen als Victor van Vriesland dat niet vinden, kan gerust naar huis gaan en spinazie gaan zaaien of kippen fokken omdat hij in de literaire we reld toch nooit een voldoend cijfer op sijn rapport zal krijgen. Het kan na tuurlijk zijn, dat het publiek dat zijn boeken koopt, er anders over denkt. Maar dan is het toch altijd nog zó, dat het publiek zich vergist en dat Victor E. van Vriesland gelijk heeft. HEBBEN ALTIJD gedacht, dat schrijvers in navolging van hun schilderende kunstbroeders men sen met lange haren en vlinderdasjes waren, maar als men ze zo bij elkaar liet is ar eigenlijk niets, dat bijzonder opvalt. Zo dachten wij althans toen om twee uur in het Vondelpark-paviljoen de expositie van de vijftig best ver zorgde boeken van 1949 werd ge opend, maar het bleek al spoedig, dat wij ons vergist hadden omdat er eigenlijk meer uitgevers dan schrij vers waren. Uitgevers zijn mensen van wie negentig procent een bril draagt. Ze zijn netjes gekleed en ma ken een fatsoenlijke indruk, maar iets artistieks hebben ze niet. Het zouden grossiers of commissionnairs kunnen zijn en het enige dat zij dan ook met de kunst te maken hebben is, dat zij er aan verdienen. De auteur, die in zijn wieg door de Muze gekust is zelfs door die van de kunst met een kleine k komt vroeg of laat bij een uitgever terecht, die zijn schepping in druk doet verschijnen en er aan tracht te verdienen. Soms lukt dit en soms niet, maar als het wèl lukt blijkt, dat de Muze de verkeerde gekust heeft omdat de uit gever er veel meer aan verdient dan de schrijver. ry. G. W. O VINK heeft een uitvoe- rige beschouwing over kunst en derzelver beoefenaren gehouden waar bij hij o.a. minder aangenaam over de Bonte Dinsdagavondtrein en zelfs over het werk van Vestdijk en Anna Bla- man heeft gesproken. Vooral op de Bonte Trein schijnt men het op de Olympus bijzonder begrepen te heb ben en wie er wel eens met genoegen naar kan luisteren, werd voor een va gebond in de kunst uitgemaakt. Dr. Ovink heeft tevens de beslissing van de jury toegelicht, die de vijftig best verzorgde boeken had uitgekozen. Het zat 'm in de druk, de band, het lettertype en de stofomslag en niet het minst in de illustraties en de pa piersoort. Het bleek, dat een boek op houtvrij papier moet gedrukt worden maar een leek, die een boek koopt zal moeilijk kunnen constateren of de uit- Malcolm MacDonald, de Britse com missaris-generaal in Zuidoost-Azie, zal wellicht binnenkort met de Australi sche premier Robert Menzies spreken over de uitzending van Australische troepen naar Malakka, ter bestrijding van de communistische guerilla, zo heeft Lord Macdonald, de Britse alge mene betaalmeester te Port Darwin verklaard. Lord Macdonald is hoofd van de Britse delegatie op de confe rentie van het Gemenebest over hulp aan Zuidoost-Azie die op 15 Mei te Sydney begint. Macdonald zei dat deze conferentie zou worden gevolgd door een, waaraan ook landen buiten het gemenebest zouden kunnen deelne men. Hij hoopte, dat ook delegaties van Engeland, Nederland en Amerika zouden deelnemen. gever hem al dan niet iets waardigs in de handen gestopt heeft, wij hebben altijd gedacht, dat papier uit hout wordt gemaakt, maar wij hebben nu wel begrepen, dat het 't beste is als er helemaal geen hout bij te pas komt. Eigenlijk hebben wij nog het pret tigste geluisterd naar burgemeester dAilly, die de tentoonstelling opende en vertelde, dat als hij een goed ver zorgd boek kocht, hij vanzelfsprekend aannam, dat er ook aan de inhoud wel zorg zou zijn besteed. Er was in de zaal ook nog een ten toonstelling van sits-papier, dat wij eerlijk gezegd voor stukjes afge scheurd behang uit een dienstboden kamertje hadden aangezien. Toen het voorzichtig met cellophaan belegd werd, hebben wij eerst begrepen, dat het in de uitgeverswereld toch wel iets bijzonders moet zijn. Ten slotte werden de namen van diverse uitge vers afgeroepen. Er was er niet een die zich bijzonder verrast of verrukt toonde, maar zij kregen allemaal een fraaie oorkonde en daarmee was dit deel van het boekenfestijn ten einde. mnMin minder- J_|ET TWEEDE DEEL was interessan- GEEN ALGEMENE STAKING IN FINLAND De Finse bond van vakverenigingen en de bond van werkgevers hebben over een nieuwe loonovereenkomst. Zondagavond overeenstemming bereikt waardoor 'n algemene staking is voor komen De lonen zullen met 15 pet. worden verhoogd, voordat zij aan de Index voor de kosten voor levenson derhoud worden gekoppeld. Hoewel de staking van het spoor wegpersoneel voortduurt, zal de vak bond van spoorwegarbeiders vandaag beslissen over het eindigen van de staking. ORIGINEEL INITIATIEF TE ROOSENDAAL Het bestuur van de oudheidkundige kring De Ghulden Roos te Roosendaal nam onlangs een origineel initiatief. Het deed n.1. een beroep op allen, die hier- °ver de beschikking hadden, om waar devolle prenten, schilderijen en etsen af te staan voor een tentoonstelling, die en kele dagen zou duren. Het resultaat overtrof alle verwachtingen, en zo heeft de oudheidkundige kring een expositie kunnen maken, die bewees, hoeveel •choons er zich nog in particulier be- bevindt. ter omdat daarbij eindelijk de schrijvers aan bod kwamen. Er waren er heel wat en zij konden met elkaar ternauwernood in het zaaltje. Wij misten ook hier de lange haren, de fluwelen jasjes en de vlinderstrikjes, maar er waren blijkbaar vogels van zeer diverse literaire pluimage. Voorzitter Leeflang opende ook deze bijeenkomst. Hij deelde mede, dat Marianne Philips schrijfster van de bekroonde novelle „De zaak Beuke- noot" geweest is. Marianne Philips was door ziekte niet aanwezig en dat was te betreu ren nu zo velen blijkbaar waren ge komen om haar te complimenteren. Het werd nog meer betreurd toen be kend werd gemaakt, dat zij reeds ge- ruimen tijd niet meer werken kan en wij gunnen deze onfortuinlijke schrijf ster, wier reeds verschenen werken gunstig beoordeeld zijn, dan ook van harte gaarne de grote onderscheiding. [)E HEER VICTOR E. VAN VRIES- i LAND heeft het woord gevoerd als de grote vriend, die haar al jaren kent en buitengewoon verheugd was. dat juist haar de prijs was ten deel gevallen en hij heeft een sympathieke brief voorgelezen, waarin de schrijf ster haar werk aan een nadere be schouwing heeft onderworpen. Toch bleek uit zijn rede wel, dat niet allen, die zich letterkundige noe men, of het werkelijk zijn, het met de uitspraak der jury helemaal eens waren. Niet alleen in de schilderswe reld maar ook in die van de auteurs komt de jaloesie wel eens om een hoekje kijken wat niet te verwonde ren is als men bedenkt, dat een prijs van f 2000 aan zes en twintig van de zeven en twintig inzenders voorbij gaat. De jury scheen zoiets trouwens zelf ook al gevoeld te hebben en had daarom nog vier troostprijzen van honderd gulden beschikbaar gesteld welke aan de schrijvers Peter van Andel, Olaf Landell. Rico Bulthuis en Johan Fabricius werden toegewezen. GODEN VAN de Olympus hadden gesproken en hun weldoordachte woorden waren rijkelijk met diverse godendranken besproeid geworden. Alles wat literair, half literair of van literaire familie was, daalde de berg weer af met de wetenschap, dat er geen hoger beroep was omdat nie mand het beter weet dan deze jury, waarvan meneer Victor E. van Vries land de criticus bij de gratie Gods is. Na de aankomst vav Z.K.H. Prins Bernhard op het stadhuis te Phila delphia ter gelegenheid van de opening van de „Holland Fair" wérd de Prins begroet door de burgemeester der stad, Samuel, die de Hoge gast de sleutels der stad overhandigde. V.l.n.r.: burgemeester Samuel, de Nederlandse ambassa deur mr. Van Kleffens en Arthur C. Kaufmann, leider van het Gimbel warenhuis. Onder enorme belangstelling is de Holland-Fair te Philadelphia Zaterdag door prins Bernhard geopend. Reeds lang voor het grote monument ver drong zich een grote menigte voor alle toegangen en nadat de prins klokslag elf uur het lint had doorgeknipt, wer den de stands onmiddelijk belegerd door drommen belangstellenden. Vooral in de levensmiddelenafdeling kwamen de verkopers handen te kort. Bij het binnenkomen worden bezoe kers dadelijk begroet door de uit dui zend verse tulpen gevormde letters „Holland Fair". Veel belangstelling trekt de afdeling kunsVnijverheid, die onmiddellijk aansluit bij de afdeling Oud-Nederlandse meesters, waarvan het centrale punt wordt gevormd door een kleine Rembrandt, het Portret van Oude Man, afgestaan door de New Yorkse verzamelaar Bingham. Vooral de jongere bezoekers stellen voorts veel belang in de collectie historische docu menten, waaruit de eeuwenoude Ne derlandsAmerikaanse verbondenheid spreekt. De weinig representatieve afdeling moderne Nederlandse schil derkunst trekt geringe aandacht. De particuliere inzendingen variëren van levensmiddelen, textielwaren, huishou delijke artikelen, aardewerk, speelgoed, klompen, technische artikelen, sigaren en glaswerk tot voorbeelden van Ne derlandse boekkunst. Reeds in de vroege namiddag van de openingsdag moest de leiding van de Fair een drin gend beroep doen op de Amerikaanse douane om aanvulling van de uitgeput rakende voorraden in bepaalde cate gorieën onmiddellijk mogelijk te ma ken. CR ZIJN MENSEN, ZELFS VEEL MENSEN, die een kellnersfunctie als iets minderwaardigs en een kellner als een derderangaburger beschouwen. Voor ben is een kellner niets meer dan een gehuurde slaaf, een in tijdelijke dienst ge nomen vazal. En de wijze, waarop lij kellners plegen tegemoet te treden is ge heel in overeenstemming met hun oordeel dat dezulken nauwelijks iets meer betekenen dan alleen maar lucht. Het is volmaakt overbodig erop te wijzen, dat een dergelijk oordeel, over een zo sympathiek en nuttig handwerk als het kellnerschap alleen maar wijst op een volslagen gebrek aan begrip, inzicht en ervaring, en dat dergelijke oordeel vellingen uitsluitend te verwachten zijn van weltfremde provincialen, blauw kousen, owé-ers van Wereldoorlog I, ow'é-ers van Wereldoorlog II, ouwevrijsters, huisjesmelkers en allerhand ander vervelend volk. Want het ambacht van kellner is meer, aanzienlijk meer, dan het ambacht van glaasjesschenkende servielen alléén. Het is in wezen: een combinatie van humaniteit en artisticiteit; van ge duld en overleg; van verregaande psychologie en wijsgerigheid; van diplomatie en strategie. En dan opnieuw- van artisticiteit. W/IE VEEL uithuizig iz, vindt in die uithuizigheid vele vrienden. De besten daaronder zijn vaak de kell ners. En als dat voor één stad geldt, dan geldt dat voor de stad der steden: voor Amsterdam. Het zou een leugen zijn te beweren dat Rotterdamse kell ners niet te pruimen zijn. Haagse kell ners zijn me te glad en glibberig. Voor de Amsterdamse heb ik ronduit: eer bied en bewondering. En enkelen hun ner zijn mij zeer dierbaar geworden in de loop der jaren. Over de aard en het wezen van Am sterdamse kellners zou niet alleen een dissertatie zijn samen te stellen, noch alleen een uiterst belangwekkend essay, maar een compleet boek. Men zou ze. in zo'n boek, kunnen rubriceren in groepen. Bijvoorbeeld de groep Kell ners (hoofdletter s.v.p. zetter...!) die opereert in de slagvelden van Leidse- en Thorbeckeplein. Ik schrijf hun be roep met een hoofdletter, omdat zij vaak grootmeesters zijn in de kunst van het overhevelen uwer gelden in hun geldtasjes. Het zijn de vakgenoten, wier énige verdienste bestaat in dat moderne woord: „link". En dan zijn er die andefe kellners, de broeders dié het vak als bijbaantje uitoefenen. Zogenaamde „Zondagskell- ners". Overdag zijn ze kouwe bakker of verzekeringsagent, tuinman of fonds loper. Employé bij een kattebakcen- trale of iets bij de Reiniging. En des avonds maar kellneren, jongens. Ze zijn feilloos herkenbaar aan de manier, waarop ze hun zwarte kellnerspakken dragen. Die hangen steevast schots en scheef om hun anatomie, en hun uiter lijk is uitsluitend lachwekkend en gro tesk. Meestal is alleen reeds de wijze waarop ze hun boordje dragen een vernietigend vonnis. Het zijn de beun hazen. De amateurs. Ze zullen het vak nooit helemaél leren. „GRIJSHEMDEN" SLUITEN ZICH AAN BIJ MALAN De leider der Zuidafrikaanse „Grijs hemden", Louis Wepchardt, heeft be sloten tot de door Malan geleide natio nalistische partij toe te treden. Hij heeft alle leden van zijn beweging, waarvan het aantal niet meer dan enkele honderden wordt geschat, ver zocht hetzelfde te doen. De beweging werd in 1933 gesticht en is antisemi tisch. QEEF MIJ MAAR de kellners van het Fredériksplein! En die van de Am sterdamse stationsrestauratie. En van „hét" Koffiehuis op het plein voor het C.S. En onze vrienden van het Dam rak. En de meesten van het Rembrandts- plein. Of die van het Concertgebouw en de Stadsschouwburg. En niet te ver geten die van "beroemde taveernen als daar zijn de Oporto-bar, Scheltema en soortgelijke etablissementen, die geen chroomstaai bezitten, noch met in tech- nicolor opgesierde kassajuffrouwen, noch onstuimig op de zinnen werkende cocacola- en aanverwante reclame- plaatmejsjes. En d i t zijn de zaken waar ge u thuisvoelt. Ge weet dat ge daar niet wordt getaxeerd op de inhoud TIENTALLEN FILMS ZIJN GEWIJD aan de laatste wereldoorlog, die nu vijf jaar geleden een einde nam, of aan episodes, die voor deze strijd beslissend waren. En onder deze films zijn er enkele, die van bijzondere betekenis zijn en als werkelijke documenten beschouwd kunnen worden. Zo monteerde de Amerikaan Frank Capra een serie films uit journaals, die door de Amerikaanse legerfilmdienst vervaardigd waren: een aangrijpende reeks films „Where we fight for" („Waarom wij vechten"). Evenzeer van betekenis was de film, die door William A. Wellman gemaakt werd over het levenseinde van de Ameri kaanse oorlogscorrespondent Ernie Pyle: „The story of G. I. Joe" („Het verhaal van de soldaat"). Dezelfde regisseur heeft thans ook een film vervaardigd over de strijd in de Ardennen, tijdens Von Rundstedt's krampachtige tegen-offen sief in de winter van 1944, dat ten doel had, de geallieerde opmars ter bevrijding van West-Europa tegen te houden. yEVENTIEN December 1944, 101ste luchtlandingsdivisie. De grote ge vechten zijn voorbij, het nazi-verzet schijnt vrijwel gebroken. De dag bete kent voor het in de oorlog beroemd geworden bataljon der „Screaming Eagles" de lang verwachte rust: verlof in Parijs. Maar Parijs moet wachten. De Duitsers forceren een doorbraak en het is uit met de dromen. Het hele on derdeel moet terug naar het front waar de Duitsers dreigen door te sto ten bij het stadje Bastogne. Daar in de buurt graven de mannen zich in. zen den patrouilles uit en zoeken dekking tegen de onophoudelijk inslaande gra naten. De eerste sneeuw valt en geeft aan de wouden in de Ardennen een bedriegelijke schijn van onschuld en on gereptheid. Maar de Duitse troepen zijn er in doorgedrongen en hun verken ners dragen Amerikaanse uniformen. Een afmattende uitputtingsoorlog begint. Sneeuw en koude blijken ver schrikkelijke vijanden en begunstigen de voor dit offensief goed toegeruste Duitse troepen. De „Screaming Eagles zijn tot machteloos afwachten gedoemd: hun voorraden zijn klein, hun munitie is vrijwel uitgeput en de mist vei hin dert de komst van versterkingen. On derwijl wordt de Duitse druk steeds groter: Bastogne wordt tot puin gebom bardeerd, Duitse penetraties en brugge hoofden leggen de geallieerde opmars lam en de enige hulp, die de ingegra ven ingevroren en ingesloten Amerika nen'krijgen, is de versterking van ijlings bewapende patiënten uit het verwoeste hospitaal. Duitse officieren doemen met een witte vlag uit de mist op. Zij eisen overgave op straffe van alge hele vernietiging. Maar generaal Mc Auliffe spreekt zijn beroemd geworden weigering „Nuts!" „Barst maar!". De geallieerden vechten door, in sneeuw en in koude, ondanks overmacht en te kort aan voedsel en wapens, met de blote bajonet desnoods en de rug tegen de muur. En dan gebeurt het grote wonder: de zon breekt door. Direct vallen dan over de sneeuw de schaduwen van tien tallen, honderden, duizenden vliegtui gen, die parachutes uitwerpen: hulp en versterkingen voor de ingesloten „Screaming Eagles", de „Schreeuwende adelaars". En dan slaan die Adelaars hun klauwen uit. De gevechten laaien op met verbitterde felheid. Ameri kaanse tanks rukken op en de lucht macht verplettert de Duitse stellingen. Von Rundstedt's troepen lijden de defi nitieve nederlaag, die de ondergang van het Duitse rijk inluidt, en de geallieer de opmarslijnen worden hersteld: thans ligt de weg open tot de zuivering van het laatste nog bezette Westeuropese land, Nederland. En thans ook kunnen de „Screaming Eagles" eindelijk af zwaaien voor hun duurbevochten ver lof |")IT IS HET verhaal van Wellman's film „Battleground", die in Neder- Adempauze tussen de gevechten in de sneeuw, een scène uit de bijzondere film „Bastogne". land vertoond zal worden onder de titel „Bastogne". Een film, die als één der beste oorlogsfilms beschouwd mag worden, omdat zij zo door en door eer lijk is en zo door een door met eerlijke middelen gemaakt. Regisseur Wellman heeft ons hier mensen te zien gegeven: geen opgedofte filmstudio-helden, maar werkelijke mensen met hun vrees, hun heimwee, nun wanhoop en -met hun doodsverachting, die hen ondanks hun menselijke zwakheid tot grootse daden in staat stelt. Aangrijpend eerlijk is deze film. Dat is het verhaal zelf al, dat door Rohert Pirosh geschreven werd, een ou> rldaat die het Ardennen offensief meemaakte. Dat is ook het spel der met bijzondere zorg voor deze film gekozen acteurs: met uitzondering van Van Johnson (die zich overigens voortreffelijk in dit milieu weet aan te passen) geen beroepsacteurs, maar allen soldaten van het onderdeel der „Screaming Eagles", die de volle hard heid van deze winterse strijd hebben ondergaan. Wellman heeft van deze ongeschool de acteurs buitengewoon treffende en ontroerende prestaties verkregen: zijn film is daardoor een oorlogsfilm gewor den in de beste zin, namelijk een film die zonder gruwelen te laten zien ons de mensonterende gruwelijkheid van de ooslog diep doet beseffen. 70ALS in zijn „Verhaal van de sol- daat" heeft Wellman ook in „Bastog ne" een uitmuntend gebruik weten te maken van de camera. Zijn film is een gespeelde documentaire in de ware zin: de beelden zijn volkomen docu mentair, zij ademen volledig de sfeer van de werkelijkheid. Hard zijn ze, sober en onopgesmukt, als een journaal. En bovendien zijn ze met meesterhand samengebracht in voortreffelijke mon teringen: de strijd tegen de sluipschut ters, het bombardement van Bastogne, het opleven der geallieerde kracht en de hernieuwe opmars naar de bevrij ding van West-Europa zijn in prach tige, suggestieve beeldreeksen ver teld, aangrijpend, menselijk en drama tisch. Haar eerlijke menselijkheid voor al geeft aan de film „Bastogne" zo'n bijzonder belang. Een film, die verdiend gezien te worden, veel gezien en voor al dan ook innerlijk beleefd! Een film van ontberingen, strijd en offers. Een film van oorlog, die een groot, harts tochtelijk pleidooi is voor vrede. LONG—SHOT. van uw portemonnaie. Ge weet dat men daar bediend wordt door mensen die 't u een half uur aangenaam wil len maken. Ge weet dat deze kellners, in die zaken, geschikte lui zijn. Niet leep en niet link, maar mild en men selijk. Daarom zijn het onze vrienden. En daarom vormen die bedrijven rust punten, oases in de woestijnen van de dagen in de stad. Nóg eens: een kellner die vakman is, doorgrondt uw wensen, verlangens en hebbelijkheden met één oogopslag. Hij wikt en weegt u éénmaal en weet het dan. Voortaan bent u voor hem een opengeslagen boek. Dat zijn de ware grootmeesters in de kunst, die kellne ren heet. Dit zijn de talentvolle specia listen. Zij behoren tot die kleine groep, wier reputatie eeuwenlang ongeschokt bleef. Eeuwenlang... ja-., want treden er zelfs niet reeds in het Boek der Boe ken Schenkers op? En wie zal durven beweren dat deze Schenkers geen fi guren waren van groot gewicht? Amsterdamse kellners zijn maar al te vaak verre voorposten van uw huiselijk geluk. Ze vormen uw laatste aanspraak in het bivak, dat ge ergens aan de rand van het stadsoerwoud hebt opgeslagen. Ze spreken met u, deze Amsterdam mers. Over uw aanslagbiljet en het slechte rapport van uw zoon. Over het slechte en over het goede weer. Over de komende zeven magere jaren en over de twee vette jaren, die al weer lang voorbij zijn. Over Harry Lime en De Zaak Beukenoot. Over Abe en het dure fruit. Kortom, over alle dingen waarover u wilt spreken. Ze spreken daar niet over als auto maten. Denk niet dat zo'n kellner iets onpersoonlijks heeft! Integendeel... hij zal u nieuwe vergezichten, openen en u wegen wijzen, die totnutoe voor u gesloten bleven. En omdat hij zo is, is deze kellner geen serviele slaaf maar een denkend organisme, waarmee het kostelijk is te redeneren, te converse ren en te fantaseren. Op het Frederiksplein en daarom trent vindt ge allerlei restaurants en café's. Ze zien er aan de buitenkant een beetje vervelend en dull uit. Vergis u niet! Ze zijn helemaal niet dull en ver velend. Dat is alleen maar optisch be drog. En... zéér expres gekweekt op tisch bedrog. Omdat men in zulke za ken helemaal geen belangstelling heeft voor grove lieden, die kellners als oud vuil plegen te behandelen en die dus niet behoren tot de happy few, die in de termen valt om door zulke voor treffelijke mensen bediend te worden in zulke goede, degelijke, plezierige ta veernen. De „buitenman" komt daar niet. En dat is maar goed ook. Hij zou er zich waarschijnlijk niet geheel thuisvoelen, in een klimaat waar zélfs een kellner een persoon van waarde en gewicht is ANTHONY VAN KAMPEN. Puzzle 134. De Twee Vergeten Cijfers. Copl.) De twee vergeten cijfers waren de 9 en de 3, waardoor het getal bij invul ling van die cijfers werd: 5 (5 905495328 Wanneer men dit getal deelde door 9 2 3 8 4, ging de deling precies op en de uitkomst was 6 1 5 9 6 7. Véle inzenders verklaarden met veel genoegen naar deze puzzle te hebben gezocht en zonden dan ook een geheel volledige deelsom in. Na loting onder de inzenders van een goede oplossing is de wekelijkse prijs van 5.— dit maal ten deel gevallen aan de Heer R. de Reus, Giadiolenlaan 38 te Bever wijk. Gefeliciteerd! Deze prijs zal wor den toegezonden. En nu onze nieuwe opgave. PUZZLE 135. Welke Beroepen? Gevraagd wordt welke beroepen de volgende personen uitoefenen (mann. of vr.) als de naam van dat beroep kan gevonden worden door de letters van de namen, (met de voorletters) aanéén te schrijven in een andere volgorde. 1 I. Grotedoel. 2. K. E. M. Beermula. 3. A. N. O. E. Grootskarnaft. 4. C. Cun- tonaat. 5. K. B. Karankbeet. 6. H. C. N. Mosrakee. 7. I. G. Tienrokdor. 8. E. E. Stelperlon. 9. E. E. Kotaphers. 10. S. L. Bagrezal. 11. I. C. Cleenriet. 12. R. E. G. Veelprest. De namen der gevonden beroepen in dezelfde volgorde inzenden. Oplossingen (per briefkaart) tot en met Donderdag 11 Mei aan de Redactie van dit blad. (Er wordt weer een prijs van 5.verloot). Op 150 km ten Oosten van Patna (India) is Zondagmorgen vroeg een posttrein ontspoord. De ramp werd ver oorzaakt door sabotage en kostte 81 personen het leven. Er werden 100 ge wonden geteld. i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1950 | | pagina 3