„Bastogne"- Aangrijpende film over
het Ardennen-offensief
Goden van de Olympus hebben gesproken
De Holland-Fair te Philadelphia
AMSTERDAMS PODIUM
Over de kellners van Amsterdam
Puzzle-rubriek
Australische troepen naar
Malakka?
Van schrijvers, uitgevers, het boekengeschenk
Allahs profeet
Grote belangstelling voor
Nederlandse producten
De Schenker: specialiteit
in psychologie
MAANDAG 8 MEI 1860
«mj HEBBEN Dinsdagmiddag de
Olympus beklommen op wiens top
literaire goden zetelen en met ons
gingen velen bergopwaarts, zodat het
ten slotte een grote bedevaart werd
naar de mannen en de vrouwen, die
het weten.
Daar zetelen de geweldigen, wier
namen men slechts behoeft te noemen
om allen, die zich op enigerlei wijze
aan de schone letteren gewaagd heb
ben te doen nederknielen en te doen
mompelen: ..Allah is groot en Victor
E. van Vriesland is zijn profeet".
Er zijn wel eens schrijvers die het
met zijn uitspraken niet eens zijn,
maar die hebben er geen verstand van,
althans niet van een der schoonste on
der de schone kunsten. Die zijn ja
loers of kleingeestig, die schrijven zon
der enig kunstgevoel. Wie denkt, dat
hij iets goeds heeft geschapen als
mannen als Victor van Vriesland dat
niet vinden, kan gerust naar huis gaan
en spinazie gaan zaaien of kippen
fokken omdat hij in de literaire we
reld toch nooit een voldoend cijfer op
sijn rapport zal krijgen. Het kan na
tuurlijk zijn, dat het publiek dat zijn
boeken koopt, er anders over denkt.
Maar dan is het toch altijd nog zó,
dat het publiek zich vergist en dat
Victor E. van Vriesland gelijk heeft.
HEBBEN ALTIJD gedacht, dat
schrijvers in navolging van hun
schilderende kunstbroeders men
sen met lange haren en vlinderdasjes
waren, maar als men ze zo bij elkaar
liet is ar eigenlijk niets, dat bijzonder
opvalt.
Zo dachten wij althans toen om
twee uur in het Vondelpark-paviljoen
de expositie van de vijftig best ver
zorgde boeken van 1949 werd ge
opend, maar het bleek al spoedig, dat
wij ons vergist hadden omdat er
eigenlijk meer uitgevers dan schrij
vers waren. Uitgevers zijn mensen
van wie negentig procent een bril
draagt. Ze zijn netjes gekleed en ma
ken een fatsoenlijke indruk, maar iets
artistieks hebben ze niet. Het zouden
grossiers of commissionnairs kunnen
zijn en het enige dat zij dan ook met
de kunst te maken hebben is, dat zij
er aan verdienen. De auteur, die in
zijn wieg door de Muze gekust is
zelfs door die van de kunst met een
kleine k komt vroeg of laat bij een
uitgever terecht, die zijn schepping
in druk doet verschijnen en er aan
tracht te verdienen.
Soms lukt dit en soms niet, maar als
het wèl lukt blijkt, dat de Muze de
verkeerde gekust heeft omdat de uit
gever er veel meer aan verdient dan
de schrijver.
ry. G. W. O VINK heeft een uitvoe-
rige beschouwing over kunst en
derzelver beoefenaren gehouden waar
bij hij o.a. minder aangenaam over de
Bonte Dinsdagavondtrein en zelfs over
het werk van Vestdijk en Anna Bla-
man heeft gesproken. Vooral op de
Bonte Trein schijnt men het op de
Olympus bijzonder begrepen te heb
ben en wie er wel eens met genoegen
naar kan luisteren, werd voor een va
gebond in de kunst uitgemaakt.
Dr. Ovink heeft tevens de beslissing
van de jury toegelicht, die de vijftig
best verzorgde boeken had uitgekozen.
Het zat 'm in de druk, de band, het
lettertype en de stofomslag en niet
het minst in de illustraties en de pa
piersoort. Het bleek, dat een boek op
houtvrij papier moet gedrukt worden
maar een leek, die een boek koopt zal
moeilijk kunnen constateren of de uit-
Malcolm MacDonald, de Britse com
missaris-generaal in Zuidoost-Azie, zal
wellicht binnenkort met de Australi
sche premier Robert Menzies spreken
over de uitzending van Australische
troepen naar Malakka, ter bestrijding
van de communistische guerilla, zo
heeft Lord Macdonald, de Britse alge
mene betaalmeester te Port Darwin
verklaard. Lord Macdonald is hoofd
van de Britse delegatie op de confe
rentie van het Gemenebest over hulp
aan Zuidoost-Azie die op 15 Mei te
Sydney begint. Macdonald zei dat deze
conferentie zou worden gevolgd door
een, waaraan ook landen buiten het
gemenebest zouden kunnen deelne
men. Hij hoopte, dat ook delegaties
van Engeland, Nederland en Amerika
zouden deelnemen.
gever hem al dan niet iets
waardigs in de handen gestopt heeft,
wij hebben altijd gedacht, dat papier
uit hout wordt gemaakt, maar wij
hebben nu wel begrepen, dat het 't
beste is als er helemaal geen hout bij
te pas komt.
Eigenlijk hebben wij nog het pret
tigste geluisterd naar burgemeester
dAilly, die de tentoonstelling opende
en vertelde, dat als hij een goed ver
zorgd boek kocht, hij vanzelfsprekend
aannam, dat er ook aan de inhoud
wel zorg zou zijn besteed.
Er was in de zaal ook nog een ten
toonstelling van sits-papier, dat wij
eerlijk gezegd voor stukjes afge
scheurd behang uit een dienstboden
kamertje hadden aangezien. Toen het
voorzichtig met cellophaan belegd
werd, hebben wij eerst begrepen, dat
het in de uitgeverswereld toch wel
iets bijzonders moet zijn. Ten slotte
werden de namen van diverse uitge
vers afgeroepen. Er was er niet een
die zich bijzonder verrast of verrukt
toonde, maar zij kregen allemaal een
fraaie oorkonde en daarmee was dit
deel van het boekenfestijn ten einde.
mnMin
minder- J_|ET TWEEDE DEEL was interessan-
GEEN ALGEMENE STAKING
IN FINLAND
De Finse bond van vakverenigingen
en de bond van werkgevers hebben
over een nieuwe loonovereenkomst.
Zondagavond overeenstemming bereikt
waardoor 'n algemene staking is voor
komen De lonen zullen met 15 pet.
worden verhoogd, voordat zij aan de
Index voor de kosten voor levenson
derhoud worden gekoppeld.
Hoewel de staking van het spoor
wegpersoneel voortduurt, zal de vak
bond van spoorwegarbeiders vandaag
beslissen over het eindigen van de
staking.
ORIGINEEL INITIATIEF TE
ROOSENDAAL
Het bestuur van de oudheidkundige
kring De Ghulden Roos te Roosendaal
nam onlangs een origineel initiatief. Het
deed n.1. een beroep op allen, die hier-
°ver de beschikking hadden, om waar
devolle prenten, schilderijen en etsen af
te staan voor een tentoonstelling, die en
kele dagen zou duren. Het resultaat
overtrof alle verwachtingen, en zo heeft
de oudheidkundige kring een expositie
kunnen maken, die bewees, hoeveel
•choons er zich nog in particulier be-
bevindt.
ter omdat daarbij eindelijk de
schrijvers aan bod kwamen. Er waren
er heel wat en zij konden met elkaar
ternauwernood in het zaaltje. Wij
misten ook hier de lange haren, de
fluwelen jasjes en de vlinderstrikjes,
maar er waren blijkbaar vogels van
zeer diverse literaire pluimage.
Voorzitter Leeflang opende ook deze
bijeenkomst. Hij deelde mede, dat
Marianne Philips schrijfster van de
bekroonde novelle „De zaak Beuke-
noot" geweest is.
Marianne Philips was door ziekte
niet aanwezig en dat was te betreu
ren nu zo velen blijkbaar waren ge
komen om haar te complimenteren.
Het werd nog meer betreurd toen be
kend werd gemaakt, dat zij reeds ge-
ruimen tijd niet meer werken kan en
wij gunnen deze onfortuinlijke schrijf
ster, wier reeds verschenen werken
gunstig beoordeeld zijn, dan ook van
harte gaarne de grote onderscheiding.
[)E HEER VICTOR E. VAN VRIES-
i LAND heeft het woord gevoerd als
de grote vriend, die haar al jaren
kent en buitengewoon verheugd was.
dat juist haar de prijs was ten deel
gevallen en hij heeft een sympathieke
brief voorgelezen, waarin de schrijf
ster haar werk aan een nadere be
schouwing heeft onderworpen.
Toch bleek uit zijn rede wel, dat
niet allen, die zich letterkundige noe
men, of het werkelijk zijn, het met
de uitspraak der jury helemaal eens
waren. Niet alleen in de schilderswe
reld maar ook in die van de auteurs
komt de jaloesie wel eens om een
hoekje kijken wat niet te verwonde
ren is als men bedenkt, dat een prijs
van f 2000 aan zes en twintig van de
zeven en twintig inzenders voorbij
gaat. De jury scheen zoiets trouwens
zelf ook al gevoeld te hebben en had
daarom nog vier troostprijzen van
honderd gulden beschikbaar gesteld
welke aan de schrijvers Peter van
Andel, Olaf Landell. Rico Bulthuis en
Johan Fabricius werden toegewezen.
GODEN VAN de Olympus hadden
gesproken en hun weldoordachte
woorden waren rijkelijk met diverse
godendranken besproeid geworden.
Alles wat literair, half literair of
van literaire familie was, daalde de
berg weer af met de wetenschap, dat
er geen hoger beroep was omdat nie
mand het beter weet dan deze jury,
waarvan meneer Victor E. van Vries
land de criticus bij de gratie Gods is.
Na de aankomst vav Z.K.H. Prins
Bernhard op het stadhuis te Phila
delphia ter gelegenheid van de
opening van de „Holland Fair"
wérd de Prins begroet door de
burgemeester der stad, Samuel, die
de Hoge gast de sleutels der stad
overhandigde. V.l.n.r.: burgemeester
Samuel, de Nederlandse ambassa
deur mr. Van Kleffens en Arthur
C. Kaufmann, leider van het
Gimbel warenhuis.
Onder enorme belangstelling is de
Holland-Fair te Philadelphia Zaterdag
door prins Bernhard geopend. Reeds
lang voor het grote monument ver
drong zich een grote menigte voor alle
toegangen en nadat de prins klokslag
elf uur het lint had doorgeknipt, wer
den de stands onmiddelijk belegerd
door drommen belangstellenden. Vooral
in de levensmiddelenafdeling kwamen
de verkopers handen te kort.
Bij het binnenkomen worden bezoe
kers dadelijk begroet door de uit dui
zend verse tulpen gevormde letters
„Holland Fair". Veel belangstelling
trekt de afdeling kunsVnijverheid, die
onmiddellijk aansluit bij de afdeling
Oud-Nederlandse meesters, waarvan
het centrale punt wordt gevormd door
een kleine Rembrandt, het Portret van
Oude Man, afgestaan door de New
Yorkse verzamelaar Bingham. Vooral
de jongere bezoekers stellen voorts veel
belang in de collectie historische docu
menten, waaruit de eeuwenoude Ne
derlandsAmerikaanse verbondenheid
spreekt. De weinig representatieve
afdeling moderne Nederlandse schil
derkunst trekt geringe aandacht. De
particuliere inzendingen variëren van
levensmiddelen, textielwaren, huishou
delijke artikelen, aardewerk, speelgoed,
klompen, technische artikelen, sigaren
en glaswerk tot voorbeelden van Ne
derlandse boekkunst. Reeds in de
vroege namiddag van de openingsdag
moest de leiding van de Fair een drin
gend beroep doen op de Amerikaanse
douane om aanvulling van de uitgeput
rakende voorraden in bepaalde cate
gorieën onmiddellijk mogelijk te ma
ken.
CR ZIJN MENSEN, ZELFS VEEL MENSEN, die een kellnersfunctie als iets
minderwaardigs en een kellner als een derderangaburger beschouwen. Voor
ben is een kellner niets meer dan een gehuurde slaaf, een in tijdelijke dienst ge
nomen vazal. En de wijze, waarop lij kellners plegen tegemoet te treden is ge
heel in overeenstemming met hun oordeel dat dezulken nauwelijks iets meer
betekenen dan alleen maar lucht.
Het is volmaakt overbodig erop te wijzen, dat een dergelijk oordeel, over een
zo sympathiek en nuttig handwerk als het kellnerschap alleen maar wijst op
een volslagen gebrek aan begrip, inzicht en ervaring, en dat dergelijke oordeel
vellingen uitsluitend te verwachten zijn van weltfremde provincialen, blauw
kousen, owé-ers van Wereldoorlog I, ow'é-ers van Wereldoorlog II, ouwevrijsters,
huisjesmelkers en allerhand ander vervelend volk. Want het ambacht van kellner
is meer, aanzienlijk meer, dan het ambacht van glaasjesschenkende servielen
alléén. Het is in wezen: een combinatie van humaniteit en artisticiteit; van ge
duld en overleg; van verregaande psychologie en wijsgerigheid; van diplomatie
en strategie. En dan opnieuw- van artisticiteit.
W/IE VEEL uithuizig iz, vindt in die
uithuizigheid vele vrienden. De
besten daaronder zijn vaak de kell
ners. En als dat voor één stad geldt,
dan geldt dat voor de stad der steden:
voor Amsterdam. Het zou een leugen
zijn te beweren dat Rotterdamse kell
ners niet te pruimen zijn. Haagse kell
ners zijn me te glad en glibberig. Voor
de Amsterdamse heb ik ronduit: eer
bied en bewondering. En enkelen hun
ner zijn mij zeer dierbaar geworden in
de loop der jaren.
Over de aard en het wezen van Am
sterdamse kellners zou niet alleen een
dissertatie zijn samen te stellen, noch
alleen een uiterst belangwekkend essay,
maar een compleet boek. Men zou ze.
in zo'n boek, kunnen rubriceren in
groepen. Bijvoorbeeld de groep Kell
ners (hoofdletter s.v.p. zetter...!) die
opereert in de slagvelden van Leidse-
en Thorbeckeplein. Ik schrijf hun be
roep met een hoofdletter, omdat zij
vaak grootmeesters zijn in de kunst
van het overhevelen uwer gelden in
hun geldtasjes. Het zijn de vakgenoten,
wier énige verdienste bestaat in dat
moderne woord: „link".
En dan zijn er die andefe kellners,
de broeders dié het vak als bijbaantje
uitoefenen. Zogenaamde „Zondagskell-
ners". Overdag zijn ze kouwe bakker of
verzekeringsagent, tuinman of fonds
loper. Employé bij een kattebakcen-
trale of iets bij de Reiniging. En des
avonds maar kellneren, jongens. Ze
zijn feilloos herkenbaar aan de manier,
waarop ze hun zwarte kellnerspakken
dragen. Die hangen steevast schots en
scheef om hun anatomie, en hun uiter
lijk is uitsluitend lachwekkend en gro
tesk. Meestal is alleen reeds de wijze
waarop ze hun boordje dragen een
vernietigend vonnis. Het zijn de beun
hazen. De amateurs. Ze zullen het vak
nooit helemaél leren.
„GRIJSHEMDEN" SLUITEN ZICH
AAN BIJ MALAN
De leider der Zuidafrikaanse „Grijs
hemden", Louis Wepchardt, heeft be
sloten tot de door Malan geleide natio
nalistische partij toe te treden. Hij
heeft alle leden van zijn beweging,
waarvan het aantal niet meer dan
enkele honderden wordt geschat, ver
zocht hetzelfde te doen. De beweging
werd in 1933 gesticht en is antisemi
tisch.
QEEF MIJ MAAR de kellners van het
Fredériksplein! En die van de Am
sterdamse stationsrestauratie. En van
„hét" Koffiehuis op het plein voor het
C.S. En onze vrienden van het Dam
rak. En de meesten van het Rembrandts-
plein. Of die van het Concertgebouw
en de Stadsschouwburg. En niet te ver
geten die van "beroemde taveernen als
daar zijn de Oporto-bar, Scheltema en
soortgelijke etablissementen, die geen
chroomstaai bezitten, noch met in tech-
nicolor opgesierde kassajuffrouwen,
noch onstuimig op de zinnen werkende
cocacola- en aanverwante reclame-
plaatmejsjes. En d i t zijn de zaken waar
ge u thuisvoelt. Ge weet dat ge daar
niet wordt getaxeerd op de inhoud
TIENTALLEN FILMS ZIJN GEWIJD aan de laatste wereldoorlog, die nu vijf
jaar geleden een einde nam, of aan episodes, die voor deze strijd beslissend
waren. En onder deze films zijn er enkele, die van bijzondere betekenis zijn en
als werkelijke documenten beschouwd kunnen worden. Zo monteerde de
Amerikaan Frank Capra een serie films uit journaals, die door de Amerikaanse
legerfilmdienst vervaardigd waren: een aangrijpende reeks films „Where we
fight for" („Waarom wij vechten"). Evenzeer van betekenis was de film, die
door William A. Wellman gemaakt werd over het levenseinde van de Ameri
kaanse oorlogscorrespondent Ernie Pyle: „The story of G. I. Joe" („Het verhaal
van de soldaat"). Dezelfde regisseur heeft thans ook een film vervaardigd over
de strijd in de Ardennen, tijdens Von Rundstedt's krampachtige tegen-offen
sief in de winter van 1944, dat ten doel had, de geallieerde opmars ter bevrijding
van West-Europa tegen te houden.
yEVENTIEN December 1944, 101ste
luchtlandingsdivisie. De grote ge
vechten zijn voorbij, het nazi-verzet
schijnt vrijwel gebroken. De dag bete
kent voor het in de oorlog beroemd
geworden bataljon der „Screaming
Eagles" de lang verwachte rust: verlof
in Parijs. Maar Parijs moet wachten.
De Duitsers forceren een doorbraak en
het is uit met de dromen. Het hele on
derdeel moet terug naar het front
waar de Duitsers dreigen door te sto
ten bij het stadje Bastogne. Daar in de
buurt graven de mannen zich in. zen
den patrouilles uit en zoeken dekking
tegen de onophoudelijk inslaande gra
naten. De eerste sneeuw valt en geeft
aan de wouden in de Ardennen een
bedriegelijke schijn van onschuld en on
gereptheid. Maar de Duitse troepen zijn
er in doorgedrongen en hun verken
ners dragen Amerikaanse uniformen.
Een afmattende uitputtingsoorlog
begint. Sneeuw en koude blijken ver
schrikkelijke vijanden en begunstigen
de voor dit offensief goed toegeruste
Duitse troepen. De „Screaming Eagles
zijn tot machteloos afwachten gedoemd:
hun voorraden zijn klein, hun munitie
is vrijwel uitgeput en de mist vei hin
dert de komst van versterkingen. On
derwijl wordt de Duitse druk steeds
groter: Bastogne wordt tot puin gebom
bardeerd, Duitse penetraties en brugge
hoofden leggen de geallieerde opmars
lam en de enige hulp, die de ingegra
ven ingevroren en ingesloten Amerika
nen'krijgen, is de versterking van ijlings
bewapende patiënten uit het verwoeste
hospitaal. Duitse officieren doemen
met een witte vlag uit de mist op.
Zij eisen overgave op straffe van alge
hele vernietiging. Maar generaal Mc
Auliffe spreekt zijn beroemd geworden
weigering „Nuts!" „Barst maar!". De
geallieerden vechten door, in sneeuw
en in koude, ondanks overmacht en te
kort aan voedsel en wapens, met de
blote bajonet desnoods en de rug tegen
de muur.
En dan gebeurt het grote wonder:
de zon breekt door. Direct vallen dan
over de sneeuw de schaduwen van tien
tallen, honderden, duizenden vliegtui
gen, die parachutes uitwerpen: hulp en
versterkingen voor de ingesloten
„Screaming Eagles", de „Schreeuwende
adelaars". En dan slaan die Adelaars
hun klauwen uit. De gevechten laaien
op met verbitterde felheid. Ameri
kaanse tanks rukken op en de lucht
macht verplettert de Duitse stellingen.
Von Rundstedt's troepen lijden de defi
nitieve nederlaag, die de ondergang van
het Duitse rijk inluidt, en de geallieer
de opmarslijnen worden hersteld: thans
ligt de weg open tot de zuivering van
het laatste nog bezette Westeuropese
land, Nederland. En thans ook kunnen
de „Screaming Eagles" eindelijk af
zwaaien voor hun duurbevochten ver
lof
|")IT IS HET verhaal van Wellman's
film „Battleground", die in Neder-
Adempauze tussen de gevechten in de sneeuw, een scène uit de bijzondere
film „Bastogne".
land vertoond zal worden onder de
titel „Bastogne". Een film, die als één
der beste oorlogsfilms beschouwd mag
worden, omdat zij zo door en door eer
lijk is en zo door een door met eerlijke
middelen gemaakt. Regisseur Wellman
heeft ons hier mensen te zien gegeven:
geen opgedofte filmstudio-helden, maar
werkelijke mensen met hun vrees, hun
heimwee, nun wanhoop en -met hun
doodsverachting, die hen ondanks hun
menselijke zwakheid tot grootse daden
in staat stelt. Aangrijpend eerlijk is
deze film. Dat is het verhaal zelf al, dat
door Rohert Pirosh geschreven werd,
een ou> rldaat die het Ardennen
offensief meemaakte. Dat is ook het
spel der met bijzondere zorg voor deze
film gekozen acteurs: met uitzondering
van Van Johnson (die zich overigens
voortreffelijk in dit milieu weet aan te
passen) geen beroepsacteurs, maar
allen soldaten van het onderdeel der
„Screaming Eagles", die de volle hard
heid van deze winterse strijd hebben
ondergaan.
Wellman heeft van deze ongeschool
de acteurs buitengewoon treffende en
ontroerende prestaties verkregen: zijn
film is daardoor een oorlogsfilm gewor
den in de beste zin, namelijk een film
die zonder gruwelen te laten zien ons
de mensonterende gruwelijkheid van
de ooslog diep doet beseffen.
70ALS in zijn „Verhaal van de sol-
daat" heeft Wellman ook in „Bastog
ne" een uitmuntend gebruik weten te
maken van de camera. Zijn film is een
gespeelde documentaire in de ware
zin: de beelden zijn volkomen docu
mentair, zij ademen volledig de sfeer
van de werkelijkheid. Hard zijn ze,
sober en onopgesmukt, als een journaal.
En bovendien zijn ze met meesterhand
samengebracht in voortreffelijke mon
teringen: de strijd tegen de sluipschut
ters, het bombardement van Bastogne,
het opleven der geallieerde kracht en
de hernieuwe opmars naar de bevrij
ding van West-Europa zijn in prach
tige, suggestieve beeldreeksen ver
teld, aangrijpend, menselijk en drama
tisch. Haar eerlijke menselijkheid voor
al geeft aan de film „Bastogne" zo'n
bijzonder belang. Een film, die verdiend
gezien te worden, veel gezien en voor
al dan ook innerlijk beleefd! Een film
van ontberingen, strijd en offers. Een
film van oorlog, die een groot, harts
tochtelijk pleidooi is voor vrede.
LONG—SHOT.
van uw portemonnaie. Ge weet dat
men daar bediend wordt door mensen
die 't u een half uur aangenaam wil
len maken. Ge weet dat deze kellners,
in die zaken, geschikte lui zijn. Niet
leep en niet link, maar mild en men
selijk. Daarom zijn het onze vrienden.
En daarom vormen die bedrijven rust
punten, oases in de woestijnen van de
dagen in de stad.
Nóg eens: een kellner die vakman is,
doorgrondt uw wensen, verlangens en
hebbelijkheden met één oogopslag. Hij
wikt en weegt u éénmaal en weet het
dan. Voortaan bent u voor hem een
opengeslagen boek. Dat zijn de ware
grootmeesters in de kunst, die kellne
ren heet. Dit zijn de talentvolle specia
listen. Zij behoren tot die kleine groep,
wier reputatie eeuwenlang ongeschokt
bleef. Eeuwenlang... ja-., want treden
er zelfs niet reeds in het Boek der Boe
ken Schenkers op? En wie zal durven
beweren dat deze Schenkers geen fi
guren waren van groot gewicht?
Amsterdamse kellners zijn maar al te
vaak verre voorposten van uw huiselijk
geluk. Ze vormen uw laatste aanspraak
in het bivak, dat ge ergens aan de rand
van het stadsoerwoud hebt opgeslagen.
Ze spreken met u, deze Amsterdam
mers. Over uw aanslagbiljet en het
slechte rapport van uw zoon. Over het
slechte en over het goede weer. Over
de komende zeven magere jaren en
over de twee vette jaren, die al weer
lang voorbij zijn. Over Harry Lime en
De Zaak Beukenoot. Over Abe en het
dure fruit. Kortom, over alle dingen
waarover u wilt spreken.
Ze spreken daar niet over als auto
maten. Denk niet dat zo'n kellner iets
onpersoonlijks heeft! Integendeel... hij
zal u nieuwe vergezichten, openen en
u wegen wijzen, die totnutoe voor u
gesloten bleven. En omdat hij zo is, is
deze kellner geen serviele slaaf maar
een denkend organisme, waarmee het
kostelijk is te redeneren, te converse
ren en te fantaseren.
Op het Frederiksplein en daarom
trent vindt ge allerlei restaurants en
café's. Ze zien er aan de buitenkant een
beetje vervelend en dull uit. Vergis u
niet! Ze zijn helemaal niet dull en ver
velend. Dat is alleen maar optisch be
drog. En... zéér expres gekweekt op
tisch bedrog. Omdat men in zulke za
ken helemaal geen belangstelling heeft
voor grove lieden, die kellners als oud
vuil plegen te behandelen en die dus
niet behoren tot de happy few, die in
de termen valt om door zulke voor
treffelijke mensen bediend te worden
in zulke goede, degelijke, plezierige ta
veernen.
De „buitenman" komt daar niet. En
dat is maar goed ook. Hij zou er zich
waarschijnlijk niet geheel thuisvoelen,
in een klimaat waar zélfs een kellner
een persoon van waarde en gewicht
is
ANTHONY VAN KAMPEN.
Puzzle 134. De Twee Vergeten Cijfers.
Copl.)
De twee vergeten cijfers waren de 9
en de 3, waardoor het getal bij invul
ling van die cijfers werd:
5 (5 905495328
Wanneer men dit getal deelde door
9 2 3 8 4, ging de deling precies op en
de uitkomst was 6 1 5 9 6 7.
Véle inzenders verklaarden met veel
genoegen naar deze puzzle te hebben
gezocht en zonden dan ook een geheel
volledige deelsom in. Na loting onder
de inzenders van een goede oplossing
is de wekelijkse prijs van 5.— dit
maal ten deel gevallen aan de Heer
R. de Reus, Giadiolenlaan 38 te Bever
wijk. Gefeliciteerd! Deze prijs zal wor
den toegezonden.
En nu onze nieuwe opgave.
PUZZLE 135. Welke Beroepen?
Gevraagd wordt welke beroepen de
volgende personen uitoefenen (mann.
of vr.) als de naam van dat beroep kan
gevonden worden door de letters van
de namen, (met de voorletters) aanéén
te schrijven in een andere volgorde.
1 I. Grotedoel. 2. K. E. M. Beermula.
3. A. N. O. E. Grootskarnaft. 4. C. Cun-
tonaat. 5. K. B. Karankbeet. 6. H. C. N.
Mosrakee. 7. I. G. Tienrokdor. 8. E. E.
Stelperlon. 9. E. E. Kotaphers. 10. S. L.
Bagrezal. 11. I. C. Cleenriet. 12. R. E. G.
Veelprest.
De namen der gevonden beroepen in
dezelfde volgorde inzenden.
Oplossingen (per briefkaart) tot en
met Donderdag 11 Mei aan de Redactie
van dit blad. (Er wordt weer een prijs
van 5.verloot).
Op 150 km ten Oosten van Patna
(India) is Zondagmorgen vroeg een
posttrein ontspoord. De ramp werd ver
oorzaakt door sabotage en kostte 81
personen het leven. Er werden 100 ge
wonden geteld.
i