Ruslands
Amerika
militaire macht
niet wijken
doet
„FRANCIS, SPREKENDE EZEL"
Krachtige waarschuwing aan Kremlin?
"ür ssa ht
;5US. sto.*rv« Slis,?" °r, ïr*
£ie"jrhrA,nr w° ,,p hM
^"5 r]^iqUi,,"rdI)k,""t<hUlP kSteisrheetnsta"inTkr;r
De 7 December-mannen een dag
weer in het vertrouwde uniform
AMSTERDAMS PODIUM
Mozart of de modder?
Malik buit Chinese
kwestie te ver uit
Lof van N.-Holland
II making friends!
Harielijk weerzien van ouwe sobats
Over fien milliard
zenuwcellen
Kostelijke Amerikaanse
filmklucht
(Van onze diplomatieke medewerker)
nAT de Koreaanse oorlog de Russen In iiii-,,,„,i„..
rf, divisie vest Gort, kernen vïï deS,l£e Kïld'n XR
Z*:\7ZtT Mo.ke, een toMkolt"
moet z^n, Japan bij het communistische Imperium in te lijven, zonder dat
ÜLi in L h.L u pan over M communistische partij, die het
geheel in de hand heeft en bovendien wat noe belane-riiker
ruim 300.000 oud-soldaten uit de wereldoorlog, die in Siberie in krijgsgevan
genschap hc^en gezeten, daar een aanvullende militaire opleiding hebben
genoten en behooripk onderricht z«n in de heilige geschriften vfn Mar"
Lenin en Stalln. (De vele honderdduizenden Japanse krijgsgevangenen dié
yshur "n Sfe"zien ziin ÏJTX'T' 7" de commiinistisehe^ levensj^hou!
entketinen ..volksopstand" tegen de „Amerikaanse imperialisten-
te ontketenen.
DE VERLEIDING om aldus te han
delen moet voor iskou des te g jter
gijn, omdat het een zo goede kans als
deze naar alle waarschijnlijkheid
nooit meer zal krijgen. Het Westen
maakt thans werkelijk ernst met de
opbouw van zijn defensie en over twee
of drie jaren zal de algemene militaire
situatie voor de Sowjetunie in het
nadeel zijn verkeerd. Het feit echter,
dat niets er op wijst, dat het Kremlin
deze kans inderdaad wil aangrijpen,
kan misschien beschouwd worden als
een ondersteuning van de stelling,
herhaaldelijk in de kolommen van ons
blad verdedigd, dat de Sowjetunie 't
risico van een totale oorlog niet wenst
te aanvaarden. Want de waarschijnlijk
heid is groot, dat de Amerikanen, die
als bezetters tot de verdediging van
Japan verplicht zijn, in het geval van
zelfs de best als „volksopstand" geca
moufleerde Russische coup, de aggres-
soren zouden zoeken daar, waar zij
werkelijk zitten, namelijk in Moskou.
Natuurlijk bestaat de mogelijkheid,
dat de Sowjets de voor hen voorlopig
nog gunstige militaire situatie zuil n
uitbuiten in gebieden, welke de Ame
rikanen niet gehouden zijn te bescher
men en waar dus het risico van de al
gemene oorlog aanzienlijk kleiner is.
Men denkt in dit verband bij voor
beeld aan Birma en Perzie, Voor zover
ik weet, onderschat men in Amerika
de kans, dat dit gebeuren zal, niet.
Amerikaanse waarschuwing.
ER zijn zelfs stemmen te beluisteren,
die pleiten voor een officiële waar
schuwing van Amerika aan het Russi
sche adres, dat Washington elke nieu
we communistische aggressie, waar ter
wereld ook, zal beschouwen als aggres
sie van de Sowjetunie. Ongetwijfeld
zou een dergelijke verklaring, nu het
Westen nog slechts aan het begin van
de opbouw van zijn militaire kracht
staat, grote gevaren met zich brengen.
Aan de andere kant echter zijn er ar
gumenten voor de veronderstelling, dat
een vastberaden houding tegenover 't
Kremlin de beste garantie voor de vre
de is, te over.
Welk besluit Washington in deze zaak
zal nemen, is nog moeilijk te zeggen,
maar misschien mag men een vinger-
Lied van de week
Ik wou dat ik zó fluiten kon
Als Hameln's rattenvanger.
Vandddg nog trok ik er op uit,
Ik wachtte vast niet langer.
Ik floot de tragen uit hun bed
En nam ze in de kladden,
En trok met hen Noord-
Holland door,
Van 't IJ tot aan de Wadden.
Ik voerde hen door stad en land,
Door polders en langs dijken,
Waar landelijke molens staan
En oude gevels prijken.
Ik toonde hen de wijde zee,
De meren en de vaarten,
En heel hoog, boven alles uit
De lucht in al zijn klaarte.
'k Zou hen de schoonheid
laten zien
Van havens en van sluizen,
Ik nam ze mee, fabrieken in
En glazen warenhuizen.
Aanschouwen zouden zij 't werk
Van boeren en van bouwers,
Van denkers en van technici,
Van zwoegers en van sjouwers.
Ik bracht hen daar, waar
't boerenvolk
De jongens en de meiden,
De gouden glorie van de oogst
Vol vreugd het land af rijden.
Ik liet ze zien het bonte vee.
De bongerds en de akkers.
Ik zou ze wekken uit hun slaap
De stumperds en de stakkers.
Op „Van de Wadden tot het IJ"
Bewondert gij de schoonheid,
Die ons Noord-Holland,
boven 't IJ
Zo kostelijk tentoonspreidt.
Wanneer aij dóór uw kennis een.
Een poosje gaat verrijken,
Dan zult gij straks Noord-
Holland zélf
Héél anders gaan bekijken.
JABSON
wijzing zien m het feit, dat de Ame
rikaanse gedelegeerde in de Veilig
heidsraad, Warren Austin, het deze
week duidelijk heeft gemaakt, dat zijn
land in ieder geval op diplomatiek ter
rein niet bereid is, zich door de Rus
sen in het defensief te laten dringen.
In een hartstochtelijk betoog ver
klaarde Austin, dat ten minste zijn de
legatie er schoon genoeg van had, de
raad door Malik's obstructie totaal te
laten verlammen. Voor zijn voorstel,
Malik 48 uren de tijd te geven om met
zijn regering overleg te plegen over
een houding, die de raad er nog van
zou kunnen weerhouden om wegen te
zoeken, die de raad in staat moeten
stellen ondanks Russische obstructie te
werken, ''reeg hij 9 van de 11 stemmen.
Rusland stemde natuurlijk tegen en
Zuidslavie onthield zich. Als gevolg
van deze Amerikaanse stap en de vrij
negatieve Russische reactie daarop (een
positieve reactie werd door de Ame
rikanen ook nauwelijks verwacht)
dreigt de raad thans in een crisis te
geraken, waardoor verdere bijeenkom
sten twijfelachtig worden. Voor de
Verenigde Staten is dit slechts schijn
baar een nadeel.
De hoofdzaak voor Washington is,
Malik de mond te snoeren.
China troef aas.
OP degeen, die de debatten in de
Veiligheidsraad sinds 1 Augustus (de
datum van Malik's terugkeer) gevolgd
heeft, zonder ze grondig te analyseren,
moet het optreden van de Rus wel de
indruk hebben gemaakt van een leu
genachtige kwajongen, die er pleizer
in heeft de boel in de war te schop
pen. Maar daardoor alleen laat de
Amerikaanse tegenactie zich zeker niet
verklaren. De Sowjets hebben in de
Veiligheidsraad reeds te dikwijls het
enfant terrible gespeeld, zonder dat de
Amerikanen zich daarover bijzonder
opwonden. De waarheid is, dat Malik
wel degelijk een goed doordacht, goed
voorbereid en uiterst intelligent spel
speelde en daarmede de Amerikanen
in een hoek dreigde te manoeuvrer'
Voor Korea, waar de Amerikanen op
treden met actieve of symbo''sche
steun van 53 van de 59 leden van de
Verenigde Naties en waar dus voor de
Sowjets geen diplomatieke winst te
behalen is, toonde de Russische afge
vaardigde nauwjlijks interesse. Maar
steeds weer speelde hij de Chinese
troefkaart uit. Het is niet zo, dat hij
werkelijk ernstig poogde, een zetel in
de raad voor de vertegenwoordiger
van Mao Tse-Toeng te veroveren; men
kan zelfs het tegendeel beweren. For-
mosa, door de Amerikanen gegaran
deerd tegen een communistische over
val, was het punt, waarop hij voortdu
rend aanviel. De Amerikanen, zo be
toogde hij, hebben zich hier in een
burgeroorlog aa, de zijde van een door
het Chinese volk gehate kleine min
derheid geschaard, en dat is aggressie.
Hoe zouden de Amerikanen over de
Britten geoordeeld hebben, zo vroeg
hij op een gegeven 0enblik, indien
deze werkelijk eens in de Amerikaan
se burgeroorlog aan de zijde der zui
delijke staten zouden zijn gaan vech
ten.
Baat bij verdeeldheid.
HET DOEL, dat Moskou met deze
argumentatie nastreeft, ligt voor de
hand. In Azië moet zij onder de natio
nalistische leiders wantrouwen tegen
Amerika's bedoelingen zaaien. De
houding van Pandit Nehroe van India
bewijst, dat het Kr nlin daarmede
meer succes heeft, dan Washington
aangenaam kan zijn. Maar bovendien
geeft de Chinese kwestie Moskou een
machtig wapen in handen tot verde
ling van de Westerse wereld. Toen
Moskou vorige week Donderdag de
kwestie van de Chinese vertegenwoor
diging in de Veiligheidsraad op de
agenda wilde zetten, werd dit voorstel
afgewezen met 5 tegen vijf stemmen en
1 onthouding (van Egypte). Engeland
en Noorwegen stemden met Rusland,
India en Zuidslavie mede.
Dat Frankrijk met Amerika, Cuba,
Equador en de vertegenwoordiger der
Formosa-Chinezen tegenstemde, kan
de Russen slechts aangenaam zijn ge
weest. Dat moet de vijandschap, die
Mao wegens de Indochinese kwestie
tegen Frankrijk koestert, nog groter
gemaakt hebben.
In ieder geval bleek uit dit resultaat
dat er voor de Russen inderdaad een
kans bestaat in de Chinese aangelegen
heid een wig tussen Amerika en an
dere Westerse staten, onder welke
Engeland, te drijven. Onder deze om
standigheden was het voor Moskou de
aangewezen tactiek, in de Veiligheids
raad de Chinese vrucht nog rustig wat
verder te laten rijpen.
Amerika is thans bezig door deze
Russische rekening een streep te ha
len. Van Westers standpunt kan men
daarover slechts verheugd zijn, want
er blijkt uit, dat Washington noch op
militair, noch op diplomatiek terrein
langer voor Moskou wenst te wijken.
En voor degeen, die meent, dat Mos
kou slechts naar krachtige taal luis
tert, is dit een geruststelling. Men zou
echter nog geruster zijn, indien men
wist, dat Amerika het respijt, dat het
in de Chinese kwestie thans aan het
winnen is, zou gebruiken om zijn poli
tiek ten aanzien van het Verre Oos
ten zodanig te herzien, dat zij de in
stemming kan vinden van de overige
Westerse naties en vooral ook van de
Aziaten zelf. Voor de regering-Tru-
man is het waarschijnlijk moeilijk op
het ogenblik in dit opzicht een initia
tief te nemen, want 1950 is voor de
Amerikanen een verkiezingsjaar en er
zijn talloze Amerikanen, die van geen
vergelijk met Mao willen weten. Maar
het is wel mogelijk, dat Amerika's Wes
terse bondgenoten in deze actief optre
den Naar ik verneem, houdt men
zich in Britse diplomatieke kringen
ernstig met dit onderwerp bezig.
„Hé, die Kees, ouwe baviaan, hoe maak je het?" Zulke kernachtige, har
telijke begroetingen waren gisteren op het Amersfoortse stationsplein sche
ring en inslag. Kees trok zijn sportjasje recht, zei spontaan iets in dezelfde
geest terug en klom in een gereedstaande drietons truck, die weldra boorde
vol was met gebruinde, goed-gehumeurde jonge kerels. Terwijl de wagen
naar de Prins Willem Hl-kazerne reed, werden er onder de „huif" heel wat
herinneringen aan een ver tropisch land opgehaald. En bij aankomst op het
kazerneplein werden er handen geschud en schouders beklopt, dat de stuk
ken er om zo te zeggen „afvlogen". Want daar op dat plein, onder de strenge
hoge kazernemuren, zagen vele mannen van de 7 Dec.-divisie elkander weer.
Wat er dan aan de hand was?
Het ligt in de bedoeling van de rege
ring, om gedurende de maand Augus
tus de gehele 7 December-divisie voor
één dag op te roepen om het personeel
daarvan kleding, uitrustingstukken en
wapenen te verschaffen. Dit gebeurt,
om, in geval van nood, de manschappen
direct te kunnen mobiliseren. In de
Prins Willem III-k'azerne komen van
daag ongeveer 950 leden van het voor
malig Eerste Verkenningsregiment van
de 7 Decemberdivisie bijeen. Al deze
mannen zijn in Indonesië geweest en
hebben bij hun demobilisatie hun wa
penen en uitrustingstukken ingeleverd.
Nu krijgen ze weer nieuwe „spullen''
terug. Behalve hun kledingstukken krij
gen ze ook wapens mee naar huis: ge
weren, sten-guns of pistolen, wat wel
een bewijs mag heten van het grote
vertrouwen dat de regering stelt in de
Nederlandse soldaat. Nu moet deze
één-dags-opkomst niet worden verward
met de opkomst van de 74 compagnieën
sinds Maart van dit jaar, welke tot Za
terdag voor herhalingsoefeningen onder
de wapens komen. Vier en vijftig com
pagnieën hebben al een beurt gehad
Deze manschappen ontvangen geduren
de die vier dagen kleding en uitrusting,
welke ze mee naar huis mogen nemen,
maar zij ontvangen, wegens organisa
torische redenen, geen wapens.
Van alle windstreken.
In taxi's en op vrachtauto's kwamen
ze de kazernepoort binnen, de „zeven-
December-mannen". Van alle windstre
ken waren ze komen opdagen, de een
wat vroeger, de ander wat later. Maar
ze kwamenHun gezichten glom
men van genoegen bij het zien van oude
bekenden en de stemming was in één
woord prima. In lange rijen persten ze
zich door de nauwe gangetjes in enkele
kamers, waar ze hun uitrusting, kle
ding en' wapens in ontvangst konden
nemen. Dat ging volgens een erg een
voudig systeem, zó eenvoudig, dat
zelfs de meest-zenuwachtige en minst
snuggere „provincialen" zoals ze door
de arrogante stedelingen nogal ironisch
werden betiteld, de weg konden vin
den. Bij de ingang kregen ze een tas in
de handen geduwd, welke bij het
voortlopen door de gang door ijverige
fouriers werd volgestopt met de beno
digde „tropheeën", wat de „Mokum
rners" deed opmerken, dat het wel een
.zelfbedieningswinkel" leek.
Enkele deskundigen gaven advies
inzake de maten van schoenen en kle
dingstukken, want daarvan bleken de
meeste „klamen" niet veel verstand te
hebben. Ten slotte is het geen pretje,
als je met te kleine „kistjes" of te nau
we boord op mars moet. „Laatste Pa-
rijse mode" verkondigde een der uit-
delers en een „cliënt" informeerde rus
tig, of zijn nylons niet vergeten wa
ren.... Er was een ware rush op de
„geldkamer", waar ieder zijn acht gul
den kon afhalen. Zo ging het er toe in
dé Willem III-kazerne, vrolijk, rustig
en gemoedelijk. Toen de oude kamera
den elkaar terugzagen met een „spuit"
over de schouder, waren de grappen
niet van de lucht. Jan Koning uit Vo-
lendam, gedost in de bekende kleder
dracht, was op een gegeven ogenblik
het middelpunt van de belangstelling.
Met zijn geweer over zijn boezeroen po
seerde hij voor de persfotografen en be
antwoordde hij enkele vragen van
journalisten, die onder leiding van
overste J. J. Ceuvel een rondgang door
de diverse uitdelingskamers maakten.
MEDERLAND gonst in deze dagen van
tentoonstellingen en festivals. Er
zijn er die slagen en die mislukken.
Sommige trekken een massaal bezoek,
andere ebben voort dank zij subsidies,
of failleren ten slotte. Maar geslaagd
of mislukt, èl deze exposities slaan op
de grote trom, teneinde de man te trek
ken die elk slagen en ieder mislukken
in zijn hand heeft: Jan Publiek.
Op één na. En over deze ene expo
sitie zouden wij iets willen zeggen. Om
dat ze de allerbescheidenste, de alleron-
bekendste, de eenzaamste, de minst be
zochte en meest voorbijgelopene is. On
danks haar zetel in 't hart van Amster
dam; ondanks haar exclusiviteit; on
danks haar zeldzaamheid. Zeldzaam,
omdat men daar wordt geconfronteerd
met niets minder dan het leven zelf.
Juister gezegd: met het begin van alle
leven: de geboorte.
Het gaat om de historische tentoon
stelling op verloskundig, pharmaceu-
tisch en biologisch gebied, gehouden in
de Waag op de Amsterdamse Nieuw-
markt. Geen plaats had beter gekozen
kunnen worden. Omdat de Amsterdam
se Waag eens de zetel was van het
chirurgijnsgilde, waar Rembrandt
schilderde en het theatrum anatomicum
ook nu nog de geest der zeventiende
eeuw oproept.
Men kan daar in die oude Waag heel
lang ronddolen en zich van zaal tot
zaal, van vertrek tot vertrek, van nis
tot nis, verbazen over de wijze waarop
men in vele landen en bij vele vol
ken, dat begin van alle leven, de ge
boorte, voorbereidde en deed plaats
vinden. En altijd weer blijkt die ge
boorte dan te zijn: een wonder, een
mysterie.
En dan drentelt men daar zowat
rond, en blijkt dat het niét de ver
droogde koppen van vermaarde gynae
cologen zijn die U ontzag inboezemen,
noch de strenge hoogleraren in de
chirurgie, wier namen een- gevleugeld
waren. Het zijn ook niet de tangen en
de haken, noch welk ander onderdeel
ook van dat zeldzaam instrumentarium,
waarmee men in vroeger dagen zo'n
klein, ontluikend, nauwelijks aange-
rijpt levend ding, dat toen zuigeling en
nu baby heet, op onze Planeet bracht
Neen. Zomin als het de kraamklopper
tjes zijn of de artistieke brandewijn
kommen; zomin de kristallijnen kan
deelvazen als de ivoren curiosa. Neen.
En het zijn ook niet de Helleense zuig-
kannetjes of de Romeinse zuigpotjes.
Het mooiste, schoonste, verrukkelijkste
is daar de Oudhollandse kraamkamer,
met een moeder, een dokter en een
kindje. Een heel lief kindje, nauwelijks
geboren, en met een wit-kanten mutsje
op.
Een paar dagen geleden lazen we in
een tijdschrift dat Amerikaanse ge
leerden er in geslaagd zijn de denkma
chine te construeren. Een robotmachine,
die bijna mens is. Diezelfde geleerden
hebben ontdekt dat ieder mens in zijn
hersenen de beschikking heeft over
tien milliard zenuwcellen, die hem in
staat stellen zich iets te herinneren en
te verbeelden. „Tien milliard" schrijft
men neer met twee woorden, maar het
is een onvoorstelbaar aantal. Even
onvoorstelbaar is de herinnering en
de verbeelding van de mens. Men wordt
duizelig en ontroerd als men gaat pro
beren zich zoiets voor te stellen. Daar
is méér voor nodig dan die tien mil
liard cellen.
En men denkt aan deze dingen bij
het zien van zo'n klein kindje in een
eeuwenoud Amsterdams gebouw en
gaat zich afvragen: hoe oneindig zijn
de mogelijkheden van een mens! Hoe
onbegrensd is zijn herinnering en ver
beelding! Hoe gelukkig moet een mens
zijn, die zoveel onbeschrijflijke, ónvoor-
stelbare mogelijkheden meekreeg. Hoe
heerlijk moet het zijn te mogen leven!
Het is heerlijk te mogen leven. Als
men zo klein is als dat kindje met dat
witte kapje. Als men voor het eerst uit
het duister in het licht wordt gebracht.
Als men nog, als elk kindje, mag leu
nen, ademen en rusten tegen zijn ma
donna, die iedere moeder voor elk
kindje is. Als men daar nog ligt, ver
rukkelijk naakt en zuiver als de eerste
lenteroos in de tuin, rijpend, groeiend
en gedijend. En met tien milliard ze
nuwcellen ter beschikking! Dat aantal
is voor ieder kindje precies even groot.
Voor de baby in de gloeiende Kongo
en voor die in het kille Engeland. Voor
die in de Verenigde Staten en die in
centraal Nieuw Guinea, of in het land
der kaffers. Allemaal zijn ze gelijk.
Elk heeft zijn madonna en elk zijn tien
milliard zenuwcellen voor herinnering
en verbeelding. En wat is het resultaat?
Men loopt over de wenteltrappen in
de Waag op de Amsterdamse Nieuw»
markt en kijkt naar buiten. In d«
gracht van de Geldersekade ligt een
baggermolen. Om die baggermolen, in
de stank van de gore modder, spelen
kinderen. Zelf goor van modder. Er is
niets lieflijks, mysterieus of verrukke
lijks meer aan die kinderen, als men
pas bij dat kindje met dat witte kap«e
heeft gestaan. En men vraagt zich af,
op die trap in de Waag, wat wordt er
van en uit deze kinderen op die vunze
gracht, waarvan elk tien milliard her-
innerings- en verbeeldingscellen bezit?
Zullen ze ooit voor een ets van Rem
brandt staan en begrijpen dat dit het
leven waard te leven maakt? Zullen ze
zich ooit een roes drinken aan een ge
dicht of de louterende dronkenschap
der muziek ondergaan? Zal ooit Beet
hoven, Mozart of Schubert hun hart be
spelen? Of zal het alleen maar mod
der zijn? En robotten op een gracht, als
ze ouder en ouder worden? Op deze
tentoonstelling ziet men dat het kindje
in het Neolithicum, het Stenen Tijd
perk, met evenveel zorg wordt om
ringd als de baby in deze tijd. Het
wordt beschermd, beschut en behoed.
Maar waarvoor dan toch? Om later
door de modder te gaan, een grauwe
robot, verlaten van elk ding dat al die
bescherming, beschutting en behoed
zaamheid waard maakte? Of tóch om
te mogen luisteren naar de Mondschein-
sonate en de Kleine Nachtmuziek?
Daar, in de Waag op de Nieuwmarkt,
is geen lunapark. Er zijn geen stands
en er zijn geen trekautomaten. Er is
geen muziek en er is geen restaurant.
Er is geen enkel ding dat men op iedere
andere expositie aantreft. Maar men
kan zich er iets herinneren en verbeel
den. Met tien milliard zenuwcellen.
Dat kan men tot ultimo September.
Entrée 50 cent.
ANTHONY VAN KAMPEN.
QP DE SCHAARSE DAGEN, dat een lachende zon aan de zomer bestaans
recht geeft, gaat er uiteraard niemand bjj voorkeur naar de bioscoop.
Een enkeling daargelaten, zoals bijvoorbeeld uw recensent, die er nu eenmaal
zjjn brood mee moet verdienen door per jaar zo'n twee tot driehonderd films
te consumeren. Maar niet iedere zomerdag brengt zon In dit wisselvallig
klimaat en om de vacantietjjd ook bjj minder stralend weer toch aantrekke
lijk te doen zijn, brengen de bioscopen overal in den lande zo van Juni tot
half September een luchtig programma van verstrooiingsfilms: geen pro
blemen, geen drama's, geen filmkunst, maar enkel kluchten, comedie's, show
films en musicals en hier en daar een snufje sensatie. Onder dit soort pre
tentieloze rolprenten echter schuilt soms filmamusement van bijzonder ge
halte, dat 't zien meer dan waard Is. En zulk amusement brengt de film
„Francis", een Amerikaanse comedie over een sprekende ezel.
DENK NIET dat „Francis" alleen
maar kinderachtig vermaak is. Kinde
ren zullen er zeker van kunnen ge
nieten, maar vooral toch de volwasse
nen, omdat onder alle kluchtigheden
in deze film een prachtige satyre
speelt op onze zo zakelijke maatschap
pij en in het bijzonder op de zo effi
ciënt geachte samenleving in het le
ger. De film vertelt van een onhan
dig jong luitenantje in het Amerikaan
se leger, dat op een hete middag van
zijn troep is afgeraakt en verdwaald
is in de jungle van Birma, achter de
Japanse linies. Het luitenantje Peter
vergaat van angst temidden van al het
vuren en denkt door de grond te gaan,
wanneer het plotseling vlak achter
zich een stem hoort, die hem beveelt
zich rustig te houden. Nergens vait
echter een mens te bekennen en tot
zijn verbijstering ontdekt luitenant Pe
ter, dat die stem afkomstig is van een
muilezel, die zegt Francis te heten en
hem ten slotte veilig in zijn kampem.m
terugbrengt.
Wanneer u iemand zou ontmoeten,
die kwam vertellen dat hij een muil
ezel had horen spreken, zou u met uw
vinger tegen uw voorhoofd tikken.
Wel, dat doen ook alle officieren, wan
neer Peter met het wonderbaarlijke
verhaal van zijn redding op de prop
pen komt. En Peter wordt opgeborgen
in de psychiatrische kliniek, waar nij
met andere geestesziek geworden sol
daten mandjes mag vlechten. Na een
tijdje wordt hij er ontslagen en dan
-ntnvet hii de ezel Francis weer.
Francis is aan de weet gekomen, dat
er dicht bij het kampement een vijan
delijke observatiepost in het oerwoud
moet zijn. En op zijn aanwijzing trekt
Peter erop uit en weet zelfs met Fran
cis' hulp de post te overmannen en
twee krijgsgevangenen binnen te
brengen. Hij wordt bij zijn terugkeer
in het kamp als een held geëerd, maar
wanneer hij ook Francis in de eer wil
laten delen mag hij weer mandjes
gaan vlechten in de kliniek
Na korte tijd weer vrijgelaten
maakt Peter, alweer dank zij de hulp
van Francis, een hele vijandelijke pa
trouille onschadelijk. En weer komt
hij met zijn verhaal van de «pwkende
ezel aan bij zijn chefs, die uitgebreid
rapport van hem verlangen. En al
weer rest hem dan een grote mand te
vlechten. Maar de generaal tenslotte
gaat zich met het geval bemoeien en
wil die merkwaardige ezel toch wel
eens zien. Francis zelf voelt er niets
voor zijn bek tegenover anderen open
te doen, maar na veel moeite en comman
do's krijgt de generaal hem ten slotte
aan het spreken. Het gevolg is alleen
dat radio Tokio een interessante uit
zending geeft over belachelijke Ameri
kaanse generaals, die zich door ezels
laten voorlichten, en dat de staf van de
generaal met enige verbijstering con
stateert, dat ook de commandant rijp
is voor een mandje. Maar wanneer
door de intelligentie van Francis een in
voordrachten te houden
DAT IS nog niet het einde van de
geschiedenis. U zult het hier ook niet
te lezen krijgen, want u moet deze
film zelf eens gaan zien. Dan zult u
genieten van een werkelijk luisterrijke
parodie op ons wereldje van ons zo
normaal wanende mensen. „Francis" is
eer der kostelijkste films die sinds 1°40
verschenen zijn, nergens banaal-grap-
pig, wel koddig doch dan tevens wer
kelijk door en door geestig# d.w.z.: met
geest! De idee de zo zakelijke en zelf
verzekerde mens te hekelen door een
ezel sprekend in te voeren ontleend
aan de roman van David Stern, die
ook 't scenario voor de film schreef
is op zichzelf reeds origineel en even
zeer ook verrast de film weer door
Het luitenantje (Donald O'Connor) en zijn sprekende muilezel aangetreden
voor rapport in de prachtige Amerikaanse fibnoomedie ^ranoiV
het kamp aanwezige spionne ontmas- originele beeldvondsten. Alleen al de
kerd wordt, verandert ieders inzicht beelden van de rapport uitbrengende
en dan wordt Francis geëerd en gehul- peter 20nder geleidelijke overgang en
digd en zelfs uitgenodigd om in Wash- zonder commentaar te laten volgen
ington te komen en door heel Amerika door beelden van dezeifde Peter die
manden mag vlechten (en dan telken
male grotere manden) is al verrukke
lijk.
Daarbij heeft de maker Arthur Lu-
bin ervoor zorggedragen de fout van
zoveel andere Hollywood regisseurs,
die waneer ze eens een goede vondst
hebben, deze tot in den treure en ver
velens toe plegen uit te buiten, volko
men te vermijden. Goed gemonteerd is
deze film en goed gemaakt ook met bij
zonder knappe truc-opnamen van het
spreken van de overigens verbluf
fend gedresseerde ezel, wiens bek-
bewegingen verrassend raak aansluiten
bij de tekst, di hij heet te spreken. De
Amerikaanse dialoog soms vrij
zwak in de Nederlandse ondertitels
vertaald is sprankelend van humor
en dat geldt evenzeer van het spel,
waarin Donald O'Connor 't luitenantje
Ray Collins de kolonel, Edward Franz
een psychiater en Zasu Pitts een aller
dwaaste verpleegster bijzonder verve
geven. Vooral het luitenantje heef een
prachtige typering, vol kostelijke dé
tails, gekregen. Door dit alles is
„Francis" een film geworden, die wer
kelijk uniek is, vol grandioze humor
en, al heeft ze dan met filmkunst niets
uit te staan, een aanbeveling meer dan
waard. Gaan zien! Ook al zou het weer
eigenlijk te warm zijn voor de bio
scoop LONG-SHOT.