Ruslands Amerika militaire macht niet wijken doet „FRANCIS, SPREKENDE EZEL" Krachtige waarschuwing aan Kremlin? "ür ssa ht ;5US. sto.*rv« Slis,?" °r, ïr* £ie"jrhrA,nr w° ,,p hM ^"5 r]^iqUi,,"rdI)k,""t<hUlP kSteisrheetnsta"inTkr;r De 7 December-mannen een dag weer in het vertrouwde uniform AMSTERDAMS PODIUM Mozart of de modder? Malik buit Chinese kwestie te ver uit Lof van N.-Holland II making friends! Harielijk weerzien van ouwe sobats Over fien milliard zenuwcellen Kostelijke Amerikaanse filmklucht (Van onze diplomatieke medewerker) nAT de Koreaanse oorlog de Russen In iiii-,,,„,i„.. rf, divisie vest Gort, kernen vïï deS,l£e Kïld'n XR Z*:\7ZtT Mo.ke, een toMkolt" moet z^n, Japan bij het communistische Imperium in te lijven, zonder dat ÜLi in L h.L u pan over M communistische partij, die het geheel in de hand heeft en bovendien wat noe belane-riiker ruim 300.000 oud-soldaten uit de wereldoorlog, die in Siberie in krijgsgevan genschap hc^en gezeten, daar een aanvullende militaire opleiding hebben genoten en behooripk onderricht z«n in de heilige geschriften vfn Mar" Lenin en Stalln. (De vele honderdduizenden Japanse krijgsgevangenen dié yshur "n Sfe"zien ziin ÏJTX'T' 7" de commiinistisehe^ levensj^hou! entketinen ..volksopstand" tegen de „Amerikaanse imperialisten- te ontketenen. DE VERLEIDING om aldus te han delen moet voor iskou des te g jter gijn, omdat het een zo goede kans als deze naar alle waarschijnlijkheid nooit meer zal krijgen. Het Westen maakt thans werkelijk ernst met de opbouw van zijn defensie en over twee of drie jaren zal de algemene militaire situatie voor de Sowjetunie in het nadeel zijn verkeerd. Het feit echter, dat niets er op wijst, dat het Kremlin deze kans inderdaad wil aangrijpen, kan misschien beschouwd worden als een ondersteuning van de stelling, herhaaldelijk in de kolommen van ons blad verdedigd, dat de Sowjetunie 't risico van een totale oorlog niet wenst te aanvaarden. Want de waarschijnlijk heid is groot, dat de Amerikanen, die als bezetters tot de verdediging van Japan verplicht zijn, in het geval van zelfs de best als „volksopstand" geca moufleerde Russische coup, de aggres- soren zouden zoeken daar, waar zij werkelijk zitten, namelijk in Moskou. Natuurlijk bestaat de mogelijkheid, dat de Sowjets de voor hen voorlopig nog gunstige militaire situatie zuil n uitbuiten in gebieden, welke de Ame rikanen niet gehouden zijn te bescher men en waar dus het risico van de al gemene oorlog aanzienlijk kleiner is. Men denkt in dit verband bij voor beeld aan Birma en Perzie, Voor zover ik weet, onderschat men in Amerika de kans, dat dit gebeuren zal, niet. Amerikaanse waarschuwing. ER zijn zelfs stemmen te beluisteren, die pleiten voor een officiële waar schuwing van Amerika aan het Russi sche adres, dat Washington elke nieu we communistische aggressie, waar ter wereld ook, zal beschouwen als aggres sie van de Sowjetunie. Ongetwijfeld zou een dergelijke verklaring, nu het Westen nog slechts aan het begin van de opbouw van zijn militaire kracht staat, grote gevaren met zich brengen. Aan de andere kant echter zijn er ar gumenten voor de veronderstelling, dat een vastberaden houding tegenover 't Kremlin de beste garantie voor de vre de is, te over. Welk besluit Washington in deze zaak zal nemen, is nog moeilijk te zeggen, maar misschien mag men een vinger- Lied van de week Ik wou dat ik zó fluiten kon Als Hameln's rattenvanger. Vandddg nog trok ik er op uit, Ik wachtte vast niet langer. Ik floot de tragen uit hun bed En nam ze in de kladden, En trok met hen Noord- Holland door, Van 't IJ tot aan de Wadden. Ik voerde hen door stad en land, Door polders en langs dijken, Waar landelijke molens staan En oude gevels prijken. Ik toonde hen de wijde zee, De meren en de vaarten, En heel hoog, boven alles uit De lucht in al zijn klaarte. 'k Zou hen de schoonheid laten zien Van havens en van sluizen, Ik nam ze mee, fabrieken in En glazen warenhuizen. Aanschouwen zouden zij 't werk Van boeren en van bouwers, Van denkers en van technici, Van zwoegers en van sjouwers. Ik bracht hen daar, waar 't boerenvolk De jongens en de meiden, De gouden glorie van de oogst Vol vreugd het land af rijden. Ik liet ze zien het bonte vee. De bongerds en de akkers. Ik zou ze wekken uit hun slaap De stumperds en de stakkers. Op „Van de Wadden tot het IJ" Bewondert gij de schoonheid, Die ons Noord-Holland, boven 't IJ Zo kostelijk tentoonspreidt. Wanneer aij dóór uw kennis een. Een poosje gaat verrijken, Dan zult gij straks Noord- Holland zélf Héél anders gaan bekijken. JABSON wijzing zien m het feit, dat de Ame rikaanse gedelegeerde in de Veilig heidsraad, Warren Austin, het deze week duidelijk heeft gemaakt, dat zijn land in ieder geval op diplomatiek ter rein niet bereid is, zich door de Rus sen in het defensief te laten dringen. In een hartstochtelijk betoog ver klaarde Austin, dat ten minste zijn de legatie er schoon genoeg van had, de raad door Malik's obstructie totaal te laten verlammen. Voor zijn voorstel, Malik 48 uren de tijd te geven om met zijn regering overleg te plegen over een houding, die de raad er nog van zou kunnen weerhouden om wegen te zoeken, die de raad in staat moeten stellen ondanks Russische obstructie te werken, ''reeg hij 9 van de 11 stemmen. Rusland stemde natuurlijk tegen en Zuidslavie onthield zich. Als gevolg van deze Amerikaanse stap en de vrij negatieve Russische reactie daarop (een positieve reactie werd door de Ame rikanen ook nauwelijks verwacht) dreigt de raad thans in een crisis te geraken, waardoor verdere bijeenkom sten twijfelachtig worden. Voor de Verenigde Staten is dit slechts schijn baar een nadeel. De hoofdzaak voor Washington is, Malik de mond te snoeren. China troef aas. OP degeen, die de debatten in de Veiligheidsraad sinds 1 Augustus (de datum van Malik's terugkeer) gevolgd heeft, zonder ze grondig te analyseren, moet het optreden van de Rus wel de indruk hebben gemaakt van een leu genachtige kwajongen, die er pleizer in heeft de boel in de war te schop pen. Maar daardoor alleen laat de Amerikaanse tegenactie zich zeker niet verklaren. De Sowjets hebben in de Veiligheidsraad reeds te dikwijls het enfant terrible gespeeld, zonder dat de Amerikanen zich daarover bijzonder opwonden. De waarheid is, dat Malik wel degelijk een goed doordacht, goed voorbereid en uiterst intelligent spel speelde en daarmede de Amerikanen in een hoek dreigde te manoeuvrer' Voor Korea, waar de Amerikanen op treden met actieve of symbo''sche steun van 53 van de 59 leden van de Verenigde Naties en waar dus voor de Sowjets geen diplomatieke winst te behalen is, toonde de Russische afge vaardigde nauwjlijks interesse. Maar steeds weer speelde hij de Chinese troefkaart uit. Het is niet zo, dat hij werkelijk ernstig poogde, een zetel in de raad voor de vertegenwoordiger van Mao Tse-Toeng te veroveren; men kan zelfs het tegendeel beweren. For- mosa, door de Amerikanen gegaran deerd tegen een communistische over val, was het punt, waarop hij voortdu rend aanviel. De Amerikanen, zo be toogde hij, hebben zich hier in een burgeroorlog aa, de zijde van een door het Chinese volk gehate kleine min derheid geschaard, en dat is aggressie. Hoe zouden de Amerikanen over de Britten geoordeeld hebben, zo vroeg hij op een gegeven 0enblik, indien deze werkelijk eens in de Amerikaan se burgeroorlog aan de zijde der zui delijke staten zouden zijn gaan vech ten. Baat bij verdeeldheid. HET DOEL, dat Moskou met deze argumentatie nastreeft, ligt voor de hand. In Azië moet zij onder de natio nalistische leiders wantrouwen tegen Amerika's bedoelingen zaaien. De houding van Pandit Nehroe van India bewijst, dat het Kr nlin daarmede meer succes heeft, dan Washington aangenaam kan zijn. Maar bovendien geeft de Chinese kwestie Moskou een machtig wapen in handen tot verde ling van de Westerse wereld. Toen Moskou vorige week Donderdag de kwestie van de Chinese vertegenwoor diging in de Veiligheidsraad op de agenda wilde zetten, werd dit voorstel afgewezen met 5 tegen vijf stemmen en 1 onthouding (van Egypte). Engeland en Noorwegen stemden met Rusland, India en Zuidslavie mede. Dat Frankrijk met Amerika, Cuba, Equador en de vertegenwoordiger der Formosa-Chinezen tegenstemde, kan de Russen slechts aangenaam zijn ge weest. Dat moet de vijandschap, die Mao wegens de Indochinese kwestie tegen Frankrijk koestert, nog groter gemaakt hebben. In ieder geval bleek uit dit resultaat dat er voor de Russen inderdaad een kans bestaat in de Chinese aangelegen heid een wig tussen Amerika en an dere Westerse staten, onder welke Engeland, te drijven. Onder deze om standigheden was het voor Moskou de aangewezen tactiek, in de Veiligheids raad de Chinese vrucht nog rustig wat verder te laten rijpen. Amerika is thans bezig door deze Russische rekening een streep te ha len. Van Westers standpunt kan men daarover slechts verheugd zijn, want er blijkt uit, dat Washington noch op militair, noch op diplomatiek terrein langer voor Moskou wenst te wijken. En voor degeen, die meent, dat Mos kou slechts naar krachtige taal luis tert, is dit een geruststelling. Men zou echter nog geruster zijn, indien men wist, dat Amerika het respijt, dat het in de Chinese kwestie thans aan het winnen is, zou gebruiken om zijn poli tiek ten aanzien van het Verre Oos ten zodanig te herzien, dat zij de in stemming kan vinden van de overige Westerse naties en vooral ook van de Aziaten zelf. Voor de regering-Tru- man is het waarschijnlijk moeilijk op het ogenblik in dit opzicht een initia tief te nemen, want 1950 is voor de Amerikanen een verkiezingsjaar en er zijn talloze Amerikanen, die van geen vergelijk met Mao willen weten. Maar het is wel mogelijk, dat Amerika's Wes terse bondgenoten in deze actief optre den Naar ik verneem, houdt men zich in Britse diplomatieke kringen ernstig met dit onderwerp bezig. „Hé, die Kees, ouwe baviaan, hoe maak je het?" Zulke kernachtige, har telijke begroetingen waren gisteren op het Amersfoortse stationsplein sche ring en inslag. Kees trok zijn sportjasje recht, zei spontaan iets in dezelfde geest terug en klom in een gereedstaande drietons truck, die weldra boorde vol was met gebruinde, goed-gehumeurde jonge kerels. Terwijl de wagen naar de Prins Willem Hl-kazerne reed, werden er onder de „huif" heel wat herinneringen aan een ver tropisch land opgehaald. En bij aankomst op het kazerneplein werden er handen geschud en schouders beklopt, dat de stuk ken er om zo te zeggen „afvlogen". Want daar op dat plein, onder de strenge hoge kazernemuren, zagen vele mannen van de 7 Dec.-divisie elkander weer. Wat er dan aan de hand was? Het ligt in de bedoeling van de rege ring, om gedurende de maand Augus tus de gehele 7 December-divisie voor één dag op te roepen om het personeel daarvan kleding, uitrustingstukken en wapenen te verschaffen. Dit gebeurt, om, in geval van nood, de manschappen direct te kunnen mobiliseren. In de Prins Willem III-k'azerne komen van daag ongeveer 950 leden van het voor malig Eerste Verkenningsregiment van de 7 Decemberdivisie bijeen. Al deze mannen zijn in Indonesië geweest en hebben bij hun demobilisatie hun wa penen en uitrustingstukken ingeleverd. Nu krijgen ze weer nieuwe „spullen'' terug. Behalve hun kledingstukken krij gen ze ook wapens mee naar huis: ge weren, sten-guns of pistolen, wat wel een bewijs mag heten van het grote vertrouwen dat de regering stelt in de Nederlandse soldaat. Nu moet deze één-dags-opkomst niet worden verward met de opkomst van de 74 compagnieën sinds Maart van dit jaar, welke tot Za terdag voor herhalingsoefeningen onder de wapens komen. Vier en vijftig com pagnieën hebben al een beurt gehad Deze manschappen ontvangen geduren de die vier dagen kleding en uitrusting, welke ze mee naar huis mogen nemen, maar zij ontvangen, wegens organisa torische redenen, geen wapens. Van alle windstreken. In taxi's en op vrachtauto's kwamen ze de kazernepoort binnen, de „zeven- December-mannen". Van alle windstre ken waren ze komen opdagen, de een wat vroeger, de ander wat later. Maar ze kwamenHun gezichten glom men van genoegen bij het zien van oude bekenden en de stemming was in één woord prima. In lange rijen persten ze zich door de nauwe gangetjes in enkele kamers, waar ze hun uitrusting, kle ding en' wapens in ontvangst konden nemen. Dat ging volgens een erg een voudig systeem, zó eenvoudig, dat zelfs de meest-zenuwachtige en minst snuggere „provincialen" zoals ze door de arrogante stedelingen nogal ironisch werden betiteld, de weg konden vin den. Bij de ingang kregen ze een tas in de handen geduwd, welke bij het voortlopen door de gang door ijverige fouriers werd volgestopt met de beno digde „tropheeën", wat de „Mokum rners" deed opmerken, dat het wel een .zelfbedieningswinkel" leek. Enkele deskundigen gaven advies inzake de maten van schoenen en kle dingstukken, want daarvan bleken de meeste „klamen" niet veel verstand te hebben. Ten slotte is het geen pretje, als je met te kleine „kistjes" of te nau we boord op mars moet. „Laatste Pa- rijse mode" verkondigde een der uit- delers en een „cliënt" informeerde rus tig, of zijn nylons niet vergeten wa ren.... Er was een ware rush op de „geldkamer", waar ieder zijn acht gul den kon afhalen. Zo ging het er toe in dé Willem III-kazerne, vrolijk, rustig en gemoedelijk. Toen de oude kamera den elkaar terugzagen met een „spuit" over de schouder, waren de grappen niet van de lucht. Jan Koning uit Vo- lendam, gedost in de bekende kleder dracht, was op een gegeven ogenblik het middelpunt van de belangstelling. Met zijn geweer over zijn boezeroen po seerde hij voor de persfotografen en be antwoordde hij enkele vragen van journalisten, die onder leiding van overste J. J. Ceuvel een rondgang door de diverse uitdelingskamers maakten. MEDERLAND gonst in deze dagen van tentoonstellingen en festivals. Er zijn er die slagen en die mislukken. Sommige trekken een massaal bezoek, andere ebben voort dank zij subsidies, of failleren ten slotte. Maar geslaagd of mislukt, èl deze exposities slaan op de grote trom, teneinde de man te trek ken die elk slagen en ieder mislukken in zijn hand heeft: Jan Publiek. Op één na. En over deze ene expo sitie zouden wij iets willen zeggen. Om dat ze de allerbescheidenste, de alleron- bekendste, de eenzaamste, de minst be zochte en meest voorbijgelopene is. On danks haar zetel in 't hart van Amster dam; ondanks haar exclusiviteit; on danks haar zeldzaamheid. Zeldzaam, omdat men daar wordt geconfronteerd met niets minder dan het leven zelf. Juister gezegd: met het begin van alle leven: de geboorte. Het gaat om de historische tentoon stelling op verloskundig, pharmaceu- tisch en biologisch gebied, gehouden in de Waag op de Amsterdamse Nieuw- markt. Geen plaats had beter gekozen kunnen worden. Omdat de Amsterdam se Waag eens de zetel was van het chirurgijnsgilde, waar Rembrandt schilderde en het theatrum anatomicum ook nu nog de geest der zeventiende eeuw oproept. Men kan daar in die oude Waag heel lang ronddolen en zich van zaal tot zaal, van vertrek tot vertrek, van nis tot nis, verbazen over de wijze waarop men in vele landen en bij vele vol ken, dat begin van alle leven, de ge boorte, voorbereidde en deed plaats vinden. En altijd weer blijkt die ge boorte dan te zijn: een wonder, een mysterie. En dan drentelt men daar zowat rond, en blijkt dat het niét de ver droogde koppen van vermaarde gynae cologen zijn die U ontzag inboezemen, noch de strenge hoogleraren in de chirurgie, wier namen een- gevleugeld waren. Het zijn ook niet de tangen en de haken, noch welk ander onderdeel ook van dat zeldzaam instrumentarium, waarmee men in vroeger dagen zo'n klein, ontluikend, nauwelijks aange- rijpt levend ding, dat toen zuigeling en nu baby heet, op onze Planeet bracht Neen. Zomin als het de kraamklopper tjes zijn of de artistieke brandewijn kommen; zomin de kristallijnen kan deelvazen als de ivoren curiosa. Neen. En het zijn ook niet de Helleense zuig- kannetjes of de Romeinse zuigpotjes. Het mooiste, schoonste, verrukkelijkste is daar de Oudhollandse kraamkamer, met een moeder, een dokter en een kindje. Een heel lief kindje, nauwelijks geboren, en met een wit-kanten mutsje op. Een paar dagen geleden lazen we in een tijdschrift dat Amerikaanse ge leerden er in geslaagd zijn de denkma chine te construeren. Een robotmachine, die bijna mens is. Diezelfde geleerden hebben ontdekt dat ieder mens in zijn hersenen de beschikking heeft over tien milliard zenuwcellen, die hem in staat stellen zich iets te herinneren en te verbeelden. „Tien milliard" schrijft men neer met twee woorden, maar het is een onvoorstelbaar aantal. Even onvoorstelbaar is de herinnering en de verbeelding van de mens. Men wordt duizelig en ontroerd als men gaat pro beren zich zoiets voor te stellen. Daar is méér voor nodig dan die tien mil liard cellen. En men denkt aan deze dingen bij het zien van zo'n klein kindje in een eeuwenoud Amsterdams gebouw en gaat zich afvragen: hoe oneindig zijn de mogelijkheden van een mens! Hoe onbegrensd is zijn herinnering en ver beelding! Hoe gelukkig moet een mens zijn, die zoveel onbeschrijflijke, ónvoor- stelbare mogelijkheden meekreeg. Hoe heerlijk moet het zijn te mogen leven! Het is heerlijk te mogen leven. Als men zo klein is als dat kindje met dat witte kapje. Als men voor het eerst uit het duister in het licht wordt gebracht. Als men nog, als elk kindje, mag leu nen, ademen en rusten tegen zijn ma donna, die iedere moeder voor elk kindje is. Als men daar nog ligt, ver rukkelijk naakt en zuiver als de eerste lenteroos in de tuin, rijpend, groeiend en gedijend. En met tien milliard ze nuwcellen ter beschikking! Dat aantal is voor ieder kindje precies even groot. Voor de baby in de gloeiende Kongo en voor die in het kille Engeland. Voor die in de Verenigde Staten en die in centraal Nieuw Guinea, of in het land der kaffers. Allemaal zijn ze gelijk. Elk heeft zijn madonna en elk zijn tien milliard zenuwcellen voor herinnering en verbeelding. En wat is het resultaat? Men loopt over de wenteltrappen in de Waag op de Amsterdamse Nieuw» markt en kijkt naar buiten. In d« gracht van de Geldersekade ligt een baggermolen. Om die baggermolen, in de stank van de gore modder, spelen kinderen. Zelf goor van modder. Er is niets lieflijks, mysterieus of verrukke lijks meer aan die kinderen, als men pas bij dat kindje met dat witte kap«e heeft gestaan. En men vraagt zich af, op die trap in de Waag, wat wordt er van en uit deze kinderen op die vunze gracht, waarvan elk tien milliard her- innerings- en verbeeldingscellen bezit? Zullen ze ooit voor een ets van Rem brandt staan en begrijpen dat dit het leven waard te leven maakt? Zullen ze zich ooit een roes drinken aan een ge dicht of de louterende dronkenschap der muziek ondergaan? Zal ooit Beet hoven, Mozart of Schubert hun hart be spelen? Of zal het alleen maar mod der zijn? En robotten op een gracht, als ze ouder en ouder worden? Op deze tentoonstelling ziet men dat het kindje in het Neolithicum, het Stenen Tijd perk, met evenveel zorg wordt om ringd als de baby in deze tijd. Het wordt beschermd, beschut en behoed. Maar waarvoor dan toch? Om later door de modder te gaan, een grauwe robot, verlaten van elk ding dat al die bescherming, beschutting en behoed zaamheid waard maakte? Of tóch om te mogen luisteren naar de Mondschein- sonate en de Kleine Nachtmuziek? Daar, in de Waag op de Nieuwmarkt, is geen lunapark. Er zijn geen stands en er zijn geen trekautomaten. Er is geen muziek en er is geen restaurant. Er is geen enkel ding dat men op iedere andere expositie aantreft. Maar men kan zich er iets herinneren en verbeel den. Met tien milliard zenuwcellen. Dat kan men tot ultimo September. Entrée 50 cent. ANTHONY VAN KAMPEN. QP DE SCHAARSE DAGEN, dat een lachende zon aan de zomer bestaans recht geeft, gaat er uiteraard niemand bjj voorkeur naar de bioscoop. Een enkeling daargelaten, zoals bijvoorbeeld uw recensent, die er nu eenmaal zjjn brood mee moet verdienen door per jaar zo'n twee tot driehonderd films te consumeren. Maar niet iedere zomerdag brengt zon In dit wisselvallig klimaat en om de vacantietjjd ook bjj minder stralend weer toch aantrekke lijk te doen zijn, brengen de bioscopen overal in den lande zo van Juni tot half September een luchtig programma van verstrooiingsfilms: geen pro blemen, geen drama's, geen filmkunst, maar enkel kluchten, comedie's, show films en musicals en hier en daar een snufje sensatie. Onder dit soort pre tentieloze rolprenten echter schuilt soms filmamusement van bijzonder ge halte, dat 't zien meer dan waard Is. En zulk amusement brengt de film „Francis", een Amerikaanse comedie over een sprekende ezel. DENK NIET dat „Francis" alleen maar kinderachtig vermaak is. Kinde ren zullen er zeker van kunnen ge nieten, maar vooral toch de volwasse nen, omdat onder alle kluchtigheden in deze film een prachtige satyre speelt op onze zo zakelijke maatschap pij en in het bijzonder op de zo effi ciënt geachte samenleving in het le ger. De film vertelt van een onhan dig jong luitenantje in het Amerikaan se leger, dat op een hete middag van zijn troep is afgeraakt en verdwaald is in de jungle van Birma, achter de Japanse linies. Het luitenantje Peter vergaat van angst temidden van al het vuren en denkt door de grond te gaan, wanneer het plotseling vlak achter zich een stem hoort, die hem beveelt zich rustig te houden. Nergens vait echter een mens te bekennen en tot zijn verbijstering ontdekt luitenant Pe ter, dat die stem afkomstig is van een muilezel, die zegt Francis te heten en hem ten slotte veilig in zijn kampem.m terugbrengt. Wanneer u iemand zou ontmoeten, die kwam vertellen dat hij een muil ezel had horen spreken, zou u met uw vinger tegen uw voorhoofd tikken. Wel, dat doen ook alle officieren, wan neer Peter met het wonderbaarlijke verhaal van zijn redding op de prop pen komt. En Peter wordt opgeborgen in de psychiatrische kliniek, waar nij met andere geestesziek geworden sol daten mandjes mag vlechten. Na een tijdje wordt hij er ontslagen en dan -ntnvet hii de ezel Francis weer. Francis is aan de weet gekomen, dat er dicht bij het kampement een vijan delijke observatiepost in het oerwoud moet zijn. En op zijn aanwijzing trekt Peter erop uit en weet zelfs met Fran cis' hulp de post te overmannen en twee krijgsgevangenen binnen te brengen. Hij wordt bij zijn terugkeer in het kamp als een held geëerd, maar wanneer hij ook Francis in de eer wil laten delen mag hij weer mandjes gaan vlechten in de kliniek Na korte tijd weer vrijgelaten maakt Peter, alweer dank zij de hulp van Francis, een hele vijandelijke pa trouille onschadelijk. En weer komt hij met zijn verhaal van de «pwkende ezel aan bij zijn chefs, die uitgebreid rapport van hem verlangen. En al weer rest hem dan een grote mand te vlechten. Maar de generaal tenslotte gaat zich met het geval bemoeien en wil die merkwaardige ezel toch wel eens zien. Francis zelf voelt er niets voor zijn bek tegenover anderen open te doen, maar na veel moeite en comman do's krijgt de generaal hem ten slotte aan het spreken. Het gevolg is alleen dat radio Tokio een interessante uit zending geeft over belachelijke Ameri kaanse generaals, die zich door ezels laten voorlichten, en dat de staf van de generaal met enige verbijstering con stateert, dat ook de commandant rijp is voor een mandje. Maar wanneer door de intelligentie van Francis een in voordrachten te houden DAT IS nog niet het einde van de geschiedenis. U zult het hier ook niet te lezen krijgen, want u moet deze film zelf eens gaan zien. Dan zult u genieten van een werkelijk luisterrijke parodie op ons wereldje van ons zo normaal wanende mensen. „Francis" is eer der kostelijkste films die sinds 1°40 verschenen zijn, nergens banaal-grap- pig, wel koddig doch dan tevens wer kelijk door en door geestig# d.w.z.: met geest! De idee de zo zakelijke en zelf verzekerde mens te hekelen door een ezel sprekend in te voeren ontleend aan de roman van David Stern, die ook 't scenario voor de film schreef is op zichzelf reeds origineel en even zeer ook verrast de film weer door Het luitenantje (Donald O'Connor) en zijn sprekende muilezel aangetreden voor rapport in de prachtige Amerikaanse fibnoomedie ^ranoiV het kamp aanwezige spionne ontmas- originele beeldvondsten. Alleen al de kerd wordt, verandert ieders inzicht beelden van de rapport uitbrengende en dan wordt Francis geëerd en gehul- peter 20nder geleidelijke overgang en digd en zelfs uitgenodigd om in Wash- zonder commentaar te laten volgen ington te komen en door heel Amerika door beelden van dezeifde Peter die manden mag vlechten (en dan telken male grotere manden) is al verrukke lijk. Daarbij heeft de maker Arthur Lu- bin ervoor zorggedragen de fout van zoveel andere Hollywood regisseurs, die waneer ze eens een goede vondst hebben, deze tot in den treure en ver velens toe plegen uit te buiten, volko men te vermijden. Goed gemonteerd is deze film en goed gemaakt ook met bij zonder knappe truc-opnamen van het spreken van de overigens verbluf fend gedresseerde ezel, wiens bek- bewegingen verrassend raak aansluiten bij de tekst, di hij heet te spreken. De Amerikaanse dialoog soms vrij zwak in de Nederlandse ondertitels vertaald is sprankelend van humor en dat geldt evenzeer van het spel, waarin Donald O'Connor 't luitenantje Ray Collins de kolonel, Edward Franz een psychiater en Zasu Pitts een aller dwaaste verpleegster bijzonder verve geven. Vooral het luitenantje heef een prachtige typering, vol kostelijke dé tails, gekregen. Door dit alles is „Francis" een film geworden, die wer kelijk uniek is, vol grandioze humor en, al heeft ze dan met filmkunst niets uit te staan, een aanbeveling meer dan waard. Gaan zien! Ook al zou het weer eigenlijk te warm zijn voor de bio scoop LONG-SHOT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1950 | | pagina 5