ïlKleW De kleine tuin Kinderen gaan met vacantie WEER EENS IETS ANDERS Wat is dat voor een beest? Vrolijk ongelijk Leniemode voor 1951 15 ONZE JEUGD VERWILDERD? De oude klacht (1) Een vestje met aangeknipte ceintuur DE RAADSELS KLEINE GRAPJES Mode/ uit Parijs ZATERDAG 12 AUGUSTUS 1950 ^n nu hebt u natuurlijk nieuwsgierig in de krant gekeken, of Saskia ook werkelijk onder een stroom van brie ven is bedolven, als antwoord op haar noodkreet: Houdt een vrouw er ook een liefhebberij op na? Wat dacht u dan? Hele groepen plattelandsvrouwen zijn er over ondervraagd en mijn brie venbus is bijna verstopt geraakt. Laten vrouwen elkaar ooit in de steek? Ik weet dat wel voor u mee. Wie vandaag een beroep doet op het goede hart, op de bereidwilligheid van haar medezusters kan morgen rekenen op een lawine van schriftelijke en daadwerkelijke sympathie waar zij ver legen onder wordt. Dat heeft ook nu niet gemist. En alleen al het doorlezen van die genoeglijke en wijdlopige brie ven was een vreugde op zichzelf. Wat kunnen de meeste vrouwen toch heer lijke brieven schrijven. Sommigen ge haast, overborrelend van geestdrift, voor het vaderland wegkrabbelend op haar knie of puntje van de keuken tafel. Anderen bedachtzaam, op haar gemak; keurig en helder, zo echt in de trant van; Daar moet ik nu eens even rustig voor gaan zitten. En allen van een weldadige open hartigheid en vertrouwen. Dat is een kostelijke ervaring van een rubriek- schrijfster, die zich dagelijks beroeps halve moet bezighouden met de mo derne literatuur, en daarin van de vrouw een beeld ziet ontworpen dat haar met koude schrik vervult voor de toekomst. Als ik dan zo'n stapel brie ven doorlees, afkomstig van vrouwen uit alle rangen en standen, geheel ver schillend in aard, milieu en ontwikke ling, maar alle getuigend van een rijk gemoedsleven en een fijne zin voor de diepere waarden van het leven dan troost mij dat weer over veel kwa lijks, dat uit de boeken van vandaag op mij toekomt. Inderdaad waren de briefschrijfsters wel van heel verscheidene maatschap pelijke stand: de vrouw van een landarbeider, een arts, een predikant, een monteur, een boer, om eens een greep te doen. Moeders met kinderen zo goed als kinderloze huisvrouwen en Voor de lente van het volgend jaar zijn de stoffen, die op het ogenblik in Engeland worden geweven, bijna uitsluitend vro lijk of zelfs hel gekleurd. De stemmige kleuren, die dit jaar mode zijn geweest, worden in 1951 opgevolgd door uitgespro ken oranje, mosterd- of helder geel, steenrood, hel geel-groen en diep goudbruin. Pasteltinten worden door de sterkere kleuren niet geheel overvleugeld, maar ook zij zijn voor de komende lente dieper dan in de vorige ja ren het geval was. NU ER ruimte is gekomen omdat ve le vroege aardappelen al zijn gerooid, krijgt men weer ruimte voor andere gewassen. Wat zou de lege plek beter in kunnen nemen dan winter-andij- vie? Het is een heerlijke en gezorde groente, die niet alleen geweckt, doch ook in het zout ingelegd kan worden. Bovendien, wanneer men de herfst wat mee heeft, kan men dikwijls op niet al te natte gronden, nog tot in No vember, andijvie van eigen tuin oog sten. De planten verlangen een onder linge afstand van ongeveer vijfentwin tig centimeter, dat is gemakkelijk ten opzichte van het onderhoud, u kunt er dan gemakkelijk met de schoffel tussendoor. Bij warm fel drogend weer dient de grond eerst vochtig gemaakt te worden, terwijl ze na het poten even aangegoten worden. Wanneer dan vóór het poten de bovenste helft van de bladeren wordt afgesneden, zullen ze zich heus wel verder alleen kunnen behelpen. Andijvie houdt van een voedzame, goed vochtopgevende grond, schrale en droge zandgronden heeft ze een hekel aan, doch grondverbetering kan hier de uitkomst brengen. Naast de winter-andijvie, moet ook spinazie genoemd worden, waarvan nu weer uitgezaaid kan worden. Die vroege voorjaarsgroente zal U heus ook in de late herfst wel smaken. U kunt het best op rijtjes zaaien, dan heeft U het gemakkelijk met het on derhoud. Wieden is een tijdrovend werkje, wat toch gedaan moet worden als U breedwerpig op een bedje wilt zaaien. Boerekool is ook zo'n kostelijke wintergroente, die nu eveneens nog gepoot kan worden. Ze groeien het best op leeg aardappelland, dus kunt U die lege plek ook prachtig voor hen benutten. Flinke planten kunnen nu gekocht worden, die niet hoog :n prijs zijn. Zelfs prei kan nog gepoot worden, doch daarvan mag geen dikke prei meer verwacht worden. Tegen het voorjaar kunt U er echter nog lang van profiteren en als U ze dan in tien centimeter diepe greppeltjes poot. krijgt U van die lange, witte onderein den, waar het bij de prei juist om te doen is. In de loop van de herfst kun nen die greppeltjes, die op een onder linge afstand van vijfentwintig centi meter komen, geleidelijk worden dicht- geschoffeld. In de greppeltjes komen de planten dan op een onderlinge af stand van tien centimeter. G. KROMDIJK. een grootmama, een lerares, een vrou welijke ingenieur en een gezinsver zorgster: de liefhebberij trekt zich van het al of niet getrouwd zijn weinig aan. En variatie! Ik had bepaalde voor liefden wel verwacht, maar van vele enthousiaste berichten stond ik toch te kijken. Dat er door vrouwen met ware harts tocht gelezen wordt had ik al meer dan eens opgemerkt (schreef een bekend radio-criticus niet onlangs, dat van de vier brieven die hij kreeg er drie van vrouwen waren?) Maar dat er vrouwen zijn die rashonden fokken, die adminis traties opzetten, die koren dirigeren, om eens iets te noemen, had u gedacht dat die er nog zoveel rond liepen? Trouwens de muziek speelt (en daar maakte mijn hart een luchtsprong) in vele vrouwenlevens een grote rol. Zij zingen in een koor (als zij er niet de dirigeerstok vóór zwaaien), zij spelen in een orkest, leiden kinderoperettes, spelen piano en hoe! Een boerin op een afgelegen dorp schrijft mij, dat zij van kind af aan dol op muziek geweest is, en toen zij eenmaal door een bui tenkans zich een piano kon aanschaf fen, met ijver en grote toewijding les sen is gaan nemen. En de pen trilt mij werkelijk een beetje van bewonde ring nu studeert zij het pianoconcert van Tschaikowsky en Deux Arabes- ques van Claude Debussy. Weet u een brief is zo'n prachtig ding. Om te zien niet-met-al; een of twee dichtbe schreven doodsaaie velletjes blocnote papier. Maar toen ik zover was met dit relaas van liefde en volharding, toen heb ik die velletjes even moeten neerleggen. Ik zag de boerenplaats daar liggen, eenzaam in de zomerse weelde van het land. De vlier bloeide als een grote bruidsboquet, over de stille weg knerp te een fiets. En door het open raam van de kamer klonk, wonderlijk in harmonie met al dat overdadig bloeien, de zwaarmoedige weelde van Tschai- kowsky's melodieën. Zo'n brief is een schat, om zuinig te bewaren. En ik moest onwillekeurig denken aan de vele jongedames van goeden huize, die eens per week met een zuur gezicht plichtmatig haar tas naar de muziek les zeulen, en onwillig het boek met sonatinen op de piano bonken: Ik heb er deze week niets aan gedaan, hoor. Dat vervelende getjiengel ook Maar wij zijn er neg niet met de ver rassingen. Een „doodgewone" vrouw bekent, dat zij niets liever doet dan puzzlen. Zo maar gewoon puzzlen Een boek lezen is gevaarlijk, als je eenmaal begonnen bent wil je ook we ten hoe het afloopt, en dan kan het wel eens raar vastlopen in het huis houden. Maar een puzzle: die kun je bij stukjes en beetjes vierkant krijgen. En dan heeft zij, spelenderwijs, meestal ook nog iets opgestoken, vermoed ik. De schooldeuren zijn voor de tijd van vier tot zes weken achter onze jeugd dichtgetrokken en de tijd van „heerlijk niets doen" is begonnen. Wanneer het warm zonnig weer is, doen de kinderen niets liever dan zo luchtig mogelijk gekleed aan het strand, in de bossen, op de heide of in de tuin spelen. Het jurkje links is dan voor de meisjes een prettige dracht. Het is gemaakt van vrolijk gebloemd katoen volgens een heel eenvoudig patroon, dat iedere moeder voor haar dochtertje zo kan maken. Als het iets kouder is, zullen de meiskes heerlijk kunnen spelen in het wit met lichtblauw gestreepte jurkje midden op de foto. Zowel het schouderstukje als een baan in de rok zijn van effen materiaal. De strikjes op het schouderstukje en de baan bre ken de overgang van gestreept naar effen. De zomernachten kunnen in ons land tamelijk fris zijn en dan is een nachtjaponnetje met lange mouw (tweede van rechts) geen overbodig kle dingstuk. Voor deze nachtjapon werd rose katoen, met grappige kinderkopjes bedrukt, gebruikt. Het schouderstuk is van donkerrood katoen. Ook de pantoffeltjes zijn van hetzelfde materiaal als het nachthemd. De hansop rechts, is meer voor de winter geschikt. De afknoopbare ca puchon zorgt er voor, dat de draagster, wanneer het haar is gewassen, op weg van de badkamer naar de huiskamer, geen kou vat. Het sprookje van de verwilderde jeugd is al zo oud als Roodkapje. Is het dan niet waar, dat de jeugd van tegenwoordigStellig, het is waar: de jeugd van tegenwoordig schiet in velerlei opzichten te kort. Het schort haar aan wellevendheid; ze gaat zich aan baldadigheden te buiten; ze heeft geen ontzag voor de gestelde machten ze toont weinig eerbied voor de ouderdom. Laat dit zo zijn, maar is dit niet steeds zo geweest? De vraag is of deze tekorten heden erger zijn dan vroeger. Op de vergelijking komt het aan. En dan moeten wij voorzichtig zijn met ons oordeel! Van wie komt deze klacht? Altijd weer van de oudere generatie, die ver geten is, dat ze eens ook zelf jong is geweest. Jong, met alle voorrechten van het jong-zijn, maar ook met alle nadelen van de kalverachtige leeftijd De volwassenen hebben geklaagd zo lang de wereld bestaat. De geschriften, die overgebleven zijn uit de oudste beschavingstijdperken, getuigen reeds van deze klacht, en heel de latere wereldliteratuur herhaalt eeuw-in, eeuw-uit, dat de jeugd van tegenwoor dig onhebbelijk, opstandig, over het paard getild is. Waarom zou dan ons geslacht op deze algemene regel een uitzondering maken? De jeugd, die de ouderen het hoofd doet schudden, is niet anders dan vroeger, maar ook de ouderen, die het hoofd schudden zijn dezelfde oude ren gebleven. Het is géén sprookje, maar werkelijkheid, dat de jeugd reden tot beklag geeft. Maar een sprookje is het en géén werkelijkheid dat er juist heden in tegenstelling met vroeger reden bestaat tot beklag over de jeugd. Het is in sommige opzichten Een huisvrouw zonder kinderen mag zo graag stukjes schrijven over aardi ge voorvallen, die zij beleeft. „Gedicht jes rijmen" komt ook in meer dan één brief voor. (Hoeveel moeders houden een dagboek bij van haar kinderen? Dat is later, met foto's en tekeningen verlucht, een onwaardeerbare herinne ring) Er is een andere die haar Frans heeft opgepoetst tot zij in die taal gedichten kon lezen. Een volgende plakt interes sante krantenknipsels tot een archief bijeen. Weer een andere heeft er aar digheid in poppen in streekdracht te kleden, alles tot in de fijnste puntjes nagemaakt. Bloemen en planten zijn natuurlijk favoriet: bloemstukjes ma ken van allerlei bloeiend materiaal, tot grassen en dotters toe, of het kweken van stekjes tot weelderige planten wordt enthousiast aanbevolen. Als leze ressen zonder liefhebberijen nu niet op staande voet er eentje uit deze col lectie pikken, is het mijn schuld niet. SASKIA. Wat zoudt U ervan denken om eens iets anders te maken bij uw zonnejurkje dan een bolero? Hier ziet u twee aardige ideetjes. Het ene is een soort vestje, dat bestaat uit een rugpandje en twee voor pandjes, die door de schoudernaad met elkaar verbonden zijn. De onderkanten worden tot ongeveer de helft ingerim- peld en tussen een ceintuur van dubbele stof genaaid, die met een gesp sluit. De zijkanten blijven open en worden even als de voorkanten en de hals met schui ne repen stof of biaislint afgewerkt of omgebiesd. Een ruche of andere garnering erlangs kan ook heel leuk staan. Dat hangt voor een groot deel af van de te gebruiken stof en van het jurkje, dat u er bij wilt dra gen. o. g 3/ O ta. s8. kunt U ook gebruiken in een deux- pièces of onder een wollen pullovertje Desgewenst draagt U de kraag open, En knoop er ter afwisseling eens een grote strik of een fleurig sjaaltje onder! Het patroontje Is getekend voor een bovenwijdte van 92 a 96 c.m., maar U ziet zelf wel, dat het heel eenvoudig is. Niet iedereen kan een kast vol ja ponnetjes hebben, maar met een beet je fantasie en handigheid is het toch wel mogelijk, de zo gewenste variatie in onze kleding aan te brengen. Hier ziet U bijv. een vestje met aan geknipte ceintuur, dat op verschillen de japonnetjes te dragen is, en er een heel ander cachet aan geeft. Hier is 't van wit piqup gemaakt, maar het kan ook even goed van een mooie afste kende kleur zijn. Bij een effen jurkje zal een geruit, gestreept of genopte vestje heel leuk staan, mits de kleu ren goed gekozen zijn. Het wordt geheel van dubbele stof gemaakt. De halsrand naait U tussen de dubbele kraag. Hetzelfde vestje Bij het kleinste figuurtje is de achter kant als een grote kraag rondgeknipt (zie stippellijn). De ceintuur is hier langer genomen, zodat hij van voren kan worden gestrikt. Als u dat aardiger vindt, kunt u de strik ook op de rug nemen. Wilt u de ceintuur ook zonder kraag dragen, dan werkt u de voorpandjes van onderen met een biesje af en bevestigt ze met drukknopen aan de binnenkant van de ceintuur of in de taille van de jurk. Dit modelletje is getekend voor maat 42 maar U kunt het gemakkelijk voor een grotere of kleinere maat veranderen door de lengte en breedte iets te wijzigen Jullie dachten zeker dat het een wal vis was? Nee hoor, het is een Haai! Een haai is zelfs helemaal 'geen familie van een walvis, want hij leeft niet aan de wal en hij is ook geen vis. Een walvis is een zoogdier met een vrij nauw keelgat waar op zijn hoogst een haring door kan. De geschiedenis van „Jonas in de wallevis" is dus waar schijnlijk een zinrijk verhaal, dat aan de Bijbel is ontleend, maar dat niet echt zo is gebeurd. Mogelijk ook was hier sprake van een walvissoort, die nu is uitgestorven, maar die groot ge noeg was om een mens in te slikken! Of het misschien een haai kan zijn ge weest? Haaien zijn snelzwemmende, beweeg lijke roofvissen. Hun bek zit aan ie onderzijde. De kop is snuitvormig ver lengd. In de hek bevinden zich reek sen van tanden. De huid is buitenge woon ruw door de harde schubben. Ieder heeft wel eens gelezen van haai en, die schepen op zee volgen en hon gerig alles opslokken wat de schepe lingen aan eetbaars over boord werpen. De meeste haaien nemen de vlucht voor mensen. Alleen in de tropen le ven de grootste haaien en één soort noemt men de mensenhaai, maar ook deze soort is slechts bij uitzondering voor de mens gevaarlijk. Er wordt te genwoordig veel jacht gemaakt op de talloze haaien in de tropische zeeën, omdat gebleken is, dat de haaienhuid goed te verwerken is tot een zachte leersoort. Die haaienhuid of haaienvel diende trouwens van ouds al als een schuurmiddel wegens de ruwe opper vlakte. Haaienvlees wordt wel in lange repen gesneden en gedroogd, om in be paalde streken van Afrika verkocht te worden als gewoon voedsel. Een zeer sterk gedroogde soort wordt ook in Spanje wel als voedsel gebruikt. De vinnen van haaien zijn in China een gewaardeerde lekkernij, de Chinezen zijn er dol op! Een heel vreemd soort haaien zijn de hamerhaaien, zo genoemd omdat ze een zonderling gevormde kop hebben, met een paar zijdelings vlezige lobben, zodat die kop inderdaad op een hamer lijkt. Zo'n hamerhaai wordt wel 5 ne- ter lang; naar Japanse smaak zijn ze zeer goed eetbaar! Smakelijk eten! In onze streken kennen we maar twee soorten haaien, de doornhaai en de hondshaai. De doornhaai heeft ste kels voor de rugvinnen en brengt le vende jongen ter wereld. De honds haai heeft een roodachtige huid met kleine donker vlekjes er op. Hij wordt niet langer dan een halve meter. 1) Met K ben ik maar in de kamer, met M op het schip, met G ben ik op bezoek, met L om te dragen. 2) Mijn geheel wordt met 9 letters geschreven en noemt een meisjesnaam Zonder 8, 2, 5, 6, 4 kan niemand naaien. Zonder 3, 7, 6, 4 kan niemand betalen. Een 1, 9, 5, 3 is een inwendig lichaamsdeel. 3) Eerst een bol uit de grond. Een letter er voor en het is een kw.ade eigenschap. Een letter daar weer ach ter, bah, ik mag het niet noemen. Die zelfde letter er weer voor, dan ben Ik een stadje in Zeeland. GOED AANGEKOMEN Rechter: Gij erkent dus, buiten in het bos de man een oorveeg te hebben gegeven. Doch getuige zegt, dat gij tweemaal geslagen hebt. Boef: Dat was de echo, edelachtbare. IN T BAD Klein Kareltje moest in het bad. Je moet je mondje dicht houden, hoor schat, anders slik je water in, «ei moeder. Dat is toch niets erg, moe, vond Kareltje, want er is toch genoeg water in de kraan! EENVOUDIGE OPLOSSING Reiziger: Hè, juffrouw, wat is 't hier op het land toch heerlijk, in de stad is 't bijna niet uit te houden. Juffrouw: Zegt U dat wel, mijnheer. Ik heb al dikwijls gedacht, waarom ze de grote steden toch ook niet op 't land bouwen. DAT WAS 'T Onderwijzer: Waarom ben je te laat, Zuurboer? Zuurboer: Onze klok was niet goed. Onderwijzer: En jij, Raapsteel? Raapsteel: Ik kon mijn boeken niet vinden. Onderwijzer: En jij, Hanebalk? Hanebalk: Mijn neus bloedde, mees ter. Onderwijzer: En jij, Doedelzak? Doedelzak: Ik moest op mijn broer tje passen. Onderwijzer: En jij, Vlodderbom? (Vlodderbom begint te huilen.) Ze hebben alles al gezegd. Nu weet ik nieiets meer! •smis 'sjni'mi *in (8 •euaiepSeivi (z •jsei ua jseg 'jseui 'tseyi (t ST3SQVVH PNISSOUO De mannequin draagt geen mantel, doch een elegant wandeltoilet van honingkleurige shantung met een die pe vouw in de voorzijde van de gladde rok en grote ballonmouwen onder de cape. Bij dit toilet draagt uien een grote strohoed met een zwarte sluier en zwarte handschoenen. nu erger dan vroeger, toegegeven! maar in andere opzichten is het nu minder erg. Laat ons dit laatste met een enkel voorbeeld staven. Nog maar een halve eeuw geleden was het onder kinderen gewoonte, dat ze kikkers opbliezen, gebrekkigen bespotten en dronken mensen najouwden. Ze zagen er geen kwaad in, nestjes uit te halen, dieren te martelen en gevechten te leveren met kinderen die in een ander dorp woonden of op een andere school gin gen. Vreemdelingen konden er op rekenen, dat hun van de jeugd een warme ontvangst wachtte met stenen, straatvuil en scheldwoorden Een kind, dat een jurk of jasje droeg van een ander snit dan het gewone, kwam thuis met gescheurde en besmette kleren. Een kind met rood haar had geen leven onder kinderen met een andere haarkleur en zwaarder had iemand het nog te verduren, wiens huidskleur van die der omgeving verschilde. Opa en Oma, die nu zo zuchten over het gedrag hunner kleinkinderen, hebben aan dergelijke schanddaden meegedaan, toen ze zelf klein waren, maar ze zijn dit thans vergeten. Hun grootouders vonden die dingen ook niet zo erg, want de kermisvermaken der ouderen waren van hetzelfde kali ber. Het was toen nog niet zo heel lang geleden, dat men bij wijze van volksvermaak de kat knuppelde, de paling uiteen trok en geesteszieken treiterde. Wat kan men van een jeugd verwachten, wier ouders arme oudjes voor spek en bonen lieten mastklim- men en om het hardst lieten lopen en dit „liefdadigheid" noemden? Als men het over de jeugd heeft, mag men nooit over het hoofd zien, dat geen enkele generatie op zichzelf staat, maar dat er een onverbrekelijke samenhang is tussen groot en klein, tussen verleden en toekomst. Het kind is evenals de volwassene gebonden door de zeden en gewoonten van zijn tijd. Iedere tijd bezit niet alleen zijn eigen zeden en gewoonten, maar ook zijn eigen maatstaven van goed en kwaad, van hetgeen gepast en het geen ongepast is. En met die maat staven moet men het kind meten, niet met maatstaven welke verouderd zijn. Toen in een gezelschap iemand de opmerking maakte, dat de tegenwoor dige jeugd zo anders is dan die van vroeger, zei een ander: „Niet de kin deren, maar de ouders zijn anders!" Hij doelde hiermee op de gewijzigde verhouding tussen volwassenen en kin deren ,die onze tijd kenmerkt. Een paar generaties geleden waren vader en moeder, de meester op school en de politie op straat bijna halfgoden voor het kind, dat in hun tegenwoor digheid een nederige, ja slaafse hou ding moest aannemen. Niet van de kinderen, maar van de volwasenen is de nieuwe opvoedingsmethode uit gegaan, waarbij men een kind als een gelijkwaardig, zij het nog onvolgroeid wezen beschouwt en het op voet van gelijkheid behandelt. In huis, op school en op straat heeft een gemoede lijke omgang tussen klein en groot de strenge hiërarchische discipline van vroeger vervangen. Dit meer vrije cfi ongedwongen verkeer tussen groot en klein drukt het eigenaardige stempel op deze tijd. Al heeft elk stelsel zijn gebreken en al zal overdrijving van het moderne opvoedingssysteem noodlottig kunnen werken, toch mag men de natuurlijk heid in de omgang, zowel tussen jon gens en meisjes als tussen volwasse nen en kinderen, als een vooruitgang beschouwen. Veel van wat nog te sterk aan het tijdperk van hun eigen jeugd hangende ouderen als „verwil dering" veroordelen, is uit de nieuwe tijdgeest te verklaren. Wat niet zeg gen wil, dat de nieuwe tijdgeest bij al haar voordelen ook geen nadelen op levert voor het levensgedrag van de jeugd. Maar hierover een volgende keer. C.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1950 | | pagina 7