ïlKleW
De kleine tuin
Kinderen gaan met vacantie
WEER EENS IETS ANDERS
Wat is dat voor een beest?
Vrolijk ongelijk
Leniemode voor 1951
15 ONZE JEUGD VERWILDERD?
De oude klacht (1)
Een vestje met aangeknipte ceintuur
DE RAADSELS
KLEINE GRAPJES
Mode/ uit Parijs
ZATERDAG 12 AUGUSTUS 1950
^n nu hebt u natuurlijk nieuwsgierig
in de krant gekeken, of Saskia ook
werkelijk onder een stroom van brie
ven is bedolven, als antwoord op haar
noodkreet: Houdt een vrouw er ook
een liefhebberij op na? Wat dacht u
dan? Hele groepen plattelandsvrouwen
zijn er over ondervraagd en mijn brie
venbus is bijna verstopt geraakt.
Laten vrouwen elkaar ooit in de
steek? Ik weet dat wel voor u mee.
Wie vandaag een beroep doet op het
goede hart, op de bereidwilligheid van
haar medezusters kan morgen rekenen
op een lawine van schriftelijke en
daadwerkelijke sympathie waar zij ver
legen onder wordt. Dat heeft ook nu
niet gemist. En alleen al het doorlezen
van die genoeglijke en wijdlopige brie
ven was een vreugde op zichzelf. Wat
kunnen de meeste vrouwen toch heer
lijke brieven schrijven. Sommigen ge
haast, overborrelend van geestdrift,
voor het vaderland wegkrabbelend op
haar knie of puntje van de keuken
tafel. Anderen bedachtzaam, op haar
gemak; keurig en helder, zo echt in de
trant van; Daar moet ik nu eens even
rustig voor gaan zitten.
En allen van een weldadige open
hartigheid en vertrouwen. Dat is een
kostelijke ervaring van een rubriek-
schrijfster, die zich dagelijks beroeps
halve moet bezighouden met de mo
derne literatuur, en daarin van de
vrouw een beeld ziet ontworpen dat
haar met koude schrik vervult voor
de toekomst. Als ik dan zo'n stapel brie
ven doorlees, afkomstig van vrouwen
uit alle rangen en standen, geheel ver
schillend in aard, milieu en ontwikke
ling, maar alle getuigend van een rijk
gemoedsleven en een fijne zin voor de
diepere waarden van het leven dan
troost mij dat weer over veel kwa
lijks, dat uit de boeken van vandaag
op mij toekomt.
Inderdaad waren de briefschrijfsters
wel van heel verscheidene maatschap
pelijke stand: de vrouw van een
landarbeider, een arts, een predikant,
een monteur, een boer, om eens een
greep te doen. Moeders met kinderen
zo goed als kinderloze huisvrouwen en
Voor de lente van het volgend
jaar zijn de stoffen, die op het
ogenblik in Engeland worden
geweven, bijna uitsluitend vro
lijk of zelfs hel gekleurd. De
stemmige kleuren, die dit jaar
mode zijn geweest, worden in
1951 opgevolgd door uitgespro
ken oranje, mosterd- of helder
geel, steenrood, hel geel-groen
en diep goudbruin. Pasteltinten
worden door de sterkere kleuren
niet geheel overvleugeld, maar
ook zij zijn voor de komende
lente dieper dan in de vorige ja
ren het geval was.
NU ER ruimte is gekomen omdat ve
le vroege aardappelen al zijn gerooid,
krijgt men weer ruimte voor andere
gewassen. Wat zou de lege plek beter
in kunnen nemen dan winter-andij-
vie? Het is een heerlijke en gezorde
groente, die niet alleen geweckt, doch
ook in het zout ingelegd kan worden.
Bovendien, wanneer men de herfst wat
mee heeft, kan men dikwijls op niet
al te natte gronden, nog tot in No
vember, andijvie van eigen tuin oog
sten. De planten verlangen een onder
linge afstand van ongeveer vijfentwin
tig centimeter, dat is gemakkelijk ten
opzichte van het onderhoud, u kunt
er dan gemakkelijk met de schoffel
tussendoor. Bij warm fel drogend weer
dient de grond eerst vochtig gemaakt
te worden, terwijl ze na het poten even
aangegoten worden. Wanneer dan vóór
het poten de bovenste helft van de
bladeren wordt afgesneden, zullen ze
zich heus wel verder alleen kunnen
behelpen. Andijvie houdt van een
voedzame, goed vochtopgevende grond,
schrale en droge zandgronden heeft ze
een hekel aan, doch grondverbetering
kan hier de uitkomst brengen.
Naast de winter-andijvie, moet ook
spinazie genoemd worden, waarvan
nu weer uitgezaaid kan worden. Die
vroege voorjaarsgroente zal U heus
ook in de late herfst wel smaken. U
kunt het best op rijtjes zaaien, dan
heeft U het gemakkelijk met het on
derhoud. Wieden is een tijdrovend
werkje, wat toch gedaan moet worden
als U breedwerpig op een bedje wilt
zaaien.
Boerekool is ook zo'n kostelijke
wintergroente, die nu eveneens nog
gepoot kan worden. Ze groeien het
best op leeg aardappelland, dus kunt
U die lege plek ook prachtig voor hen
benutten. Flinke planten kunnen nu
gekocht worden, die niet hoog :n prijs
zijn.
Zelfs prei kan nog gepoot worden,
doch daarvan mag geen dikke prei
meer verwacht worden. Tegen het
voorjaar kunt U er echter nog lang
van profiteren en als U ze dan in tien
centimeter diepe greppeltjes poot.
krijgt U van die lange, witte onderein
den, waar het bij de prei juist om te
doen is. In de loop van de herfst kun
nen die greppeltjes, die op een onder
linge afstand van vijfentwintig centi
meter komen, geleidelijk worden dicht-
geschoffeld. In de greppeltjes komen
de planten dan op een onderlinge af
stand van tien centimeter.
G. KROMDIJK.
een grootmama, een lerares, een vrou
welijke ingenieur en een gezinsver
zorgster: de liefhebberij trekt zich van
het al of niet getrouwd zijn weinig aan.
En variatie! Ik had bepaalde voor
liefden wel verwacht, maar van vele
enthousiaste berichten stond ik toch te
kijken.
Dat er door vrouwen met ware harts
tocht gelezen wordt had ik al meer dan
eens opgemerkt (schreef een bekend
radio-criticus niet onlangs, dat van de
vier brieven die hij kreeg er drie van
vrouwen waren?) Maar dat er vrouwen
zijn die rashonden fokken, die adminis
traties opzetten, die koren dirigeren,
om eens iets te noemen, had u gedacht
dat die er nog zoveel rond liepen?
Trouwens de muziek speelt (en daar
maakte mijn hart een luchtsprong) in
vele vrouwenlevens een grote rol. Zij
zingen in een koor (als zij er niet de
dirigeerstok vóór zwaaien), zij spelen
in een orkest, leiden kinderoperettes,
spelen piano en hoe! Een boerin op
een afgelegen dorp schrijft mij, dat zij
van kind af aan dol op muziek geweest
is, en toen zij eenmaal door een bui
tenkans zich een piano kon aanschaf
fen, met ijver en grote toewijding les
sen is gaan nemen. En de pen trilt
mij werkelijk een beetje van bewonde
ring nu studeert zij het pianoconcert
van Tschaikowsky en Deux Arabes-
ques van Claude Debussy. Weet u
een brief is zo'n prachtig ding. Om te
zien niet-met-al; een of twee dichtbe
schreven doodsaaie velletjes blocnote
papier. Maar toen ik zover was met
dit relaas van liefde en volharding,
toen heb ik die velletjes even moeten
neerleggen.
Ik zag de boerenplaats daar liggen,
eenzaam in de zomerse weelde van het
land. De vlier bloeide als een grote
bruidsboquet, over de stille weg knerp
te een fiets. En door het open raam
van de kamer klonk, wonderlijk in
harmonie met al dat overdadig bloeien,
de zwaarmoedige weelde van Tschai-
kowsky's melodieën. Zo'n brief is een
schat, om zuinig te bewaren. En ik
moest onwillekeurig denken aan de
vele jongedames van goeden huize, die
eens per week met een zuur gezicht
plichtmatig haar tas naar de muziek
les zeulen, en onwillig het boek met
sonatinen op de piano bonken: Ik heb
er deze week niets aan gedaan, hoor.
Dat vervelende getjiengel ook
Maar wij zijn er neg niet met de ver
rassingen. Een „doodgewone" vrouw
bekent, dat zij niets liever doet dan
puzzlen. Zo maar gewoon puzzlen
Een boek lezen is gevaarlijk, als je
eenmaal begonnen bent wil je ook we
ten hoe het afloopt, en dan kan het
wel eens raar vastlopen in het huis
houden. Maar een puzzle: die kun je
bij stukjes en beetjes vierkant krijgen.
En dan heeft zij, spelenderwijs, meestal
ook nog iets opgestoken, vermoed ik.
De schooldeuren zijn voor de tijd van vier tot zes weken achter onze
jeugd dichtgetrokken en de tijd van „heerlijk niets doen" is begonnen.
Wanneer het warm zonnig weer is, doen de kinderen niets liever dan zo
luchtig mogelijk gekleed aan het strand, in de bossen, op de heide of in de
tuin spelen. Het jurkje links is dan voor de meisjes een prettige dracht. Het
is gemaakt van vrolijk gebloemd katoen volgens een heel eenvoudig patroon,
dat iedere moeder voor haar dochtertje zo kan maken. Als het iets kouder is,
zullen de meiskes heerlijk kunnen spelen in het wit met lichtblauw gestreepte
jurkje midden op de foto. Zowel het schouderstukje als een baan in de rok
zijn van effen materiaal. De strikjes op het schouderstukje en de baan bre
ken de overgang van gestreept naar effen.
De zomernachten kunnen in ons land tamelijk fris zijn en dan is een
nachtjaponnetje met lange mouw (tweede van rechts) geen overbodig kle
dingstuk. Voor deze nachtjapon werd rose katoen, met grappige kinderkopjes
bedrukt, gebruikt. Het schouderstuk is van donkerrood katoen. Ook de
pantoffeltjes zijn van hetzelfde materiaal als het nachthemd.
De hansop rechts, is meer voor de winter geschikt. De afknoopbare ca
puchon zorgt er voor, dat de draagster, wanneer het haar is gewassen, op
weg van de badkamer naar de huiskamer, geen kou vat.
Het sprookje van de verwilderde
jeugd is al zo oud als Roodkapje. Is
het dan niet waar, dat de jeugd van
tegenwoordigStellig, het is waar:
de jeugd van tegenwoordig schiet in
velerlei opzichten te kort. Het schort
haar aan wellevendheid; ze gaat zich
aan baldadigheden te buiten; ze heeft
geen ontzag voor de gestelde machten
ze toont weinig eerbied voor de
ouderdom. Laat dit zo zijn, maar is dit
niet steeds zo geweest? De vraag is
of deze tekorten heden erger zijn dan
vroeger. Op de vergelijking komt het
aan. En dan moeten wij voorzichtig
zijn met ons oordeel!
Van wie komt deze klacht? Altijd
weer van de oudere generatie, die ver
geten is, dat ze eens ook zelf jong is
geweest. Jong, met alle voorrechten
van het jong-zijn, maar ook met alle
nadelen van de kalverachtige leeftijd
De volwassenen hebben geklaagd zo
lang de wereld bestaat. De geschriften,
die overgebleven zijn uit de oudste
beschavingstijdperken, getuigen reeds
van deze klacht, en heel de latere
wereldliteratuur herhaalt eeuw-in,
eeuw-uit, dat de jeugd van tegenwoor
dig onhebbelijk, opstandig, over het
paard getild is.
Waarom zou dan ons geslacht op
deze algemene regel een uitzondering
maken? De jeugd, die de ouderen het
hoofd doet schudden, is niet anders dan
vroeger, maar ook de ouderen, die
het hoofd schudden zijn dezelfde oude
ren gebleven. Het is géén sprookje,
maar werkelijkheid, dat de jeugd
reden tot beklag geeft. Maar een
sprookje is het en géén werkelijkheid
dat er juist heden in tegenstelling met
vroeger reden bestaat tot beklag over
de jeugd. Het is in sommige opzichten
Een huisvrouw zonder kinderen mag
zo graag stukjes schrijven over aardi
ge voorvallen, die zij beleeft. „Gedicht
jes rijmen" komt ook in meer dan één
brief voor. (Hoeveel moeders houden
een dagboek bij van haar kinderen?
Dat is later, met foto's en tekeningen
verlucht, een onwaardeerbare herinne
ring)
Er is een andere die haar Frans heeft
opgepoetst tot zij in die taal gedichten
kon lezen. Een volgende plakt interes
sante krantenknipsels tot een archief
bijeen. Weer een andere heeft er aar
digheid in poppen in streekdracht te
kleden, alles tot in de fijnste puntjes
nagemaakt. Bloemen en planten zijn
natuurlijk favoriet: bloemstukjes ma
ken van allerlei bloeiend materiaal, tot
grassen en dotters toe, of het kweken
van stekjes tot weelderige planten
wordt enthousiast aanbevolen. Als leze
ressen zonder liefhebberijen nu niet op
staande voet er eentje uit deze col
lectie pikken, is het mijn schuld niet.
SASKIA.
Wat zoudt U ervan denken om eens iets
anders te maken bij uw zonnejurkje dan
een bolero? Hier ziet u twee aardige
ideetjes. Het ene is een soort vestje, dat
bestaat uit een rugpandje en twee voor
pandjes, die door de schoudernaad met
elkaar verbonden zijn. De onderkanten
worden tot ongeveer de helft ingerim-
peld en tussen een ceintuur van dubbele
stof genaaid, die met een gesp sluit. De
zijkanten blijven open en worden even
als de voorkanten en de hals met schui
ne repen stof of biaislint afgewerkt of
omgebiesd.
Een ruche of andere garnering erlangs
kan ook heel leuk staan. Dat hangt voor
een groot deel af van de te gebruiken stof
en van het jurkje, dat u er bij wilt dra
gen.
o. g
3/ O
ta. s8.
kunt U ook gebruiken in een deux-
pièces of onder een wollen pullovertje
Desgewenst draagt U de kraag open,
En knoop er ter afwisseling eens een
grote strik of een fleurig sjaaltje
onder!
Het patroontje Is getekend voor een
bovenwijdte van 92 a 96 c.m., maar U
ziet zelf wel, dat het heel eenvoudig is.
Niet iedereen kan een kast vol ja
ponnetjes hebben, maar met een beet
je fantasie en handigheid is het toch
wel mogelijk, de zo gewenste variatie
in onze kleding aan te brengen.
Hier ziet U bijv. een vestje met aan
geknipte ceintuur, dat op verschillen
de japonnetjes te dragen is, en er een
heel ander cachet aan geeft. Hier is 't
van wit piqup gemaakt, maar het kan
ook even goed van een mooie afste
kende kleur zijn. Bij een effen jurkje
zal een geruit, gestreept of genopte
vestje heel leuk staan, mits de kleu
ren goed gekozen zijn.
Het wordt geheel van dubbele stof
gemaakt. De halsrand naait U tussen
de dubbele kraag. Hetzelfde vestje
Bij het kleinste figuurtje is de achter
kant als een grote kraag rondgeknipt (zie
stippellijn). De ceintuur is hier langer
genomen, zodat hij van voren kan worden
gestrikt. Als u dat aardiger vindt, kunt
u de strik ook op de rug nemen. Wilt u
de ceintuur ook zonder kraag dragen,
dan werkt u de voorpandjes van onderen
met een biesje af en bevestigt ze met
drukknopen aan de binnenkant van de
ceintuur of in de taille van de jurk.
Dit modelletje is getekend voor maat
42 maar U kunt het gemakkelijk voor
een grotere of kleinere maat veranderen
door de lengte en breedte iets te wijzigen
Jullie dachten zeker dat het een wal
vis was? Nee hoor, het is een Haai!
Een haai is zelfs helemaal 'geen familie
van een walvis, want hij leeft niet aan
de wal en hij is ook geen vis. Een
walvis is een zoogdier met een vrij
nauw keelgat waar op zijn hoogst een
haring door kan. De geschiedenis van
„Jonas in de wallevis" is dus waar
schijnlijk een zinrijk verhaal, dat aan
de Bijbel is ontleend, maar dat niet
echt zo is gebeurd. Mogelijk ook was
hier sprake van een walvissoort, die
nu is uitgestorven, maar die groot ge
noeg was om een mens in te slikken!
Of het misschien een haai kan zijn ge
weest?
Haaien zijn snelzwemmende, beweeg
lijke roofvissen. Hun bek zit aan ie
onderzijde. De kop is snuitvormig ver
lengd. In de hek bevinden zich reek
sen van tanden. De huid is buitenge
woon ruw door de harde schubben.
Ieder heeft wel eens gelezen van haai
en, die schepen op zee volgen en hon
gerig alles opslokken wat de schepe
lingen aan eetbaars over boord werpen.
De meeste haaien nemen de vlucht
voor mensen. Alleen in de tropen le
ven de grootste haaien en één soort
noemt men de mensenhaai, maar ook
deze soort is slechts bij uitzondering
voor de mens gevaarlijk. Er wordt te
genwoordig veel jacht gemaakt op de
talloze haaien in de tropische zeeën,
omdat gebleken is, dat de haaienhuid
goed te verwerken is tot een zachte
leersoort. Die haaienhuid of haaienvel
diende trouwens van ouds al als een
schuurmiddel wegens de ruwe opper
vlakte. Haaienvlees wordt wel in lange
repen gesneden en gedroogd, om in be
paalde streken van Afrika verkocht te
worden als gewoon voedsel. Een zeer
sterk gedroogde soort wordt ook in
Spanje wel als voedsel gebruikt. De
vinnen van haaien zijn in China een
gewaardeerde lekkernij, de Chinezen
zijn er dol op!
Een heel vreemd soort haaien zijn de
hamerhaaien, zo genoemd omdat ze
een zonderling gevormde kop hebben,
met een paar zijdelings vlezige lobben,
zodat die kop inderdaad op een hamer
lijkt. Zo'n hamerhaai wordt wel 5 ne-
ter lang; naar Japanse smaak zijn ze
zeer goed eetbaar! Smakelijk eten!
In onze streken kennen we maar
twee soorten haaien, de doornhaai en
de hondshaai. De doornhaai heeft ste
kels voor de rugvinnen en brengt le
vende jongen ter wereld. De honds
haai heeft een roodachtige huid met
kleine donker vlekjes er op. Hij wordt
niet langer dan een halve meter.
1) Met K ben ik maar in de kamer,
met M op het schip,
met G ben ik op bezoek,
met L om te dragen.
2) Mijn geheel wordt met 9 letters
geschreven en noemt een meisjesnaam
Zonder 8, 2, 5, 6, 4 kan niemand
naaien. Zonder 3, 7, 6, 4 kan niemand
betalen. Een 1, 9, 5, 3 is een inwendig
lichaamsdeel.
3) Eerst een bol uit de grond. Een
letter er voor en het is een kw.ade
eigenschap. Een letter daar weer ach
ter, bah, ik mag het niet noemen. Die
zelfde letter er weer voor, dan ben Ik
een stadje in Zeeland.
GOED AANGEKOMEN
Rechter: Gij erkent dus, buiten in
het bos de man een oorveeg te hebben
gegeven. Doch getuige zegt, dat gij
tweemaal geslagen hebt.
Boef: Dat was de echo, edelachtbare.
IN T BAD
Klein Kareltje moest in het bad.
Je moet je mondje dicht houden,
hoor schat, anders slik je water in, «ei
moeder.
Dat is toch niets erg, moe, vond
Kareltje, want er is toch genoeg water
in de kraan!
EENVOUDIGE OPLOSSING
Reiziger: Hè, juffrouw, wat is 't hier
op het land toch heerlijk, in de stad is
't bijna niet uit te houden.
Juffrouw: Zegt U dat wel, mijnheer.
Ik heb al dikwijls gedacht, waarom ze
de grote steden toch ook niet op 't
land bouwen.
DAT WAS 'T
Onderwijzer: Waarom ben je te laat,
Zuurboer?
Zuurboer: Onze klok was niet goed.
Onderwijzer: En jij, Raapsteel?
Raapsteel: Ik kon mijn boeken niet
vinden.
Onderwijzer: En jij, Hanebalk?
Hanebalk: Mijn neus bloedde, mees
ter.
Onderwijzer: En jij, Doedelzak?
Doedelzak: Ik moest op mijn broer
tje passen.
Onderwijzer: En jij, Vlodderbom?
(Vlodderbom begint te huilen.) Ze
hebben alles al gezegd. Nu weet
ik nieiets meer!
•smis 'sjni'mi *in (8
•euaiepSeivi (z
•jsei ua jseg 'jseui 'tseyi (t
ST3SQVVH PNISSOUO
De mannequin draagt geen mantel,
doch een elegant wandeltoilet van
honingkleurige shantung met een die
pe vouw in de voorzijde van de gladde
rok en grote ballonmouwen onder de
cape. Bij dit toilet draagt uien een
grote strohoed met een zwarte sluier
en zwarte handschoenen.
nu erger dan vroeger, toegegeven!
maar in andere opzichten is het nu
minder erg.
Laat ons dit laatste met een enkel
voorbeeld staven. Nog maar een halve
eeuw geleden was het onder kinderen
gewoonte, dat ze kikkers opbliezen,
gebrekkigen bespotten en dronken
mensen najouwden. Ze zagen er geen
kwaad in, nestjes uit te halen, dieren
te martelen en gevechten te leveren
met kinderen die in een ander dorp
woonden of op een andere school gin
gen. Vreemdelingen konden er op
rekenen, dat hun van de jeugd een
warme ontvangst wachtte met stenen,
straatvuil en scheldwoorden Een kind,
dat een jurk of jasje droeg van een
ander snit dan het gewone, kwam thuis
met gescheurde en besmette kleren.
Een kind met rood haar had geen
leven onder kinderen met een andere
haarkleur en zwaarder had iemand het
nog te verduren, wiens huidskleur van
die der omgeving verschilde.
Opa en Oma, die nu zo zuchten
over het gedrag hunner kleinkinderen,
hebben aan dergelijke schanddaden
meegedaan, toen ze zelf klein waren,
maar ze zijn dit thans vergeten. Hun
grootouders vonden die dingen ook
niet zo erg, want de kermisvermaken
der ouderen waren van hetzelfde kali
ber. Het was toen nog niet zo heel
lang geleden, dat men bij wijze van
volksvermaak de kat knuppelde, de
paling uiteen trok en geesteszieken
treiterde. Wat kan men van een jeugd
verwachten, wier ouders arme oudjes
voor spek en bonen lieten mastklim-
men en om het hardst lieten lopen en
dit „liefdadigheid" noemden?
Als men het over de jeugd heeft,
mag men nooit over het hoofd zien, dat
geen enkele generatie op zichzelf staat,
maar dat er een onverbrekelijke
samenhang is tussen groot en klein,
tussen verleden en toekomst. Het kind
is evenals de volwassene gebonden
door de zeden en gewoonten van zijn
tijd. Iedere tijd bezit niet alleen zijn
eigen zeden en gewoonten, maar ook
zijn eigen maatstaven van goed en
kwaad, van hetgeen gepast en het
geen ongepast is. En met die maat
staven moet men het kind meten,
niet met maatstaven welke verouderd
zijn.
Toen in een gezelschap iemand de
opmerking maakte, dat de tegenwoor
dige jeugd zo anders is dan die van
vroeger, zei een ander: „Niet de kin
deren, maar de ouders zijn anders!"
Hij doelde hiermee op de gewijzigde
verhouding tussen volwassenen en kin
deren ,die onze tijd kenmerkt. Een
paar generaties geleden waren vader
en moeder, de meester op school en
de politie op straat bijna halfgoden
voor het kind, dat in hun tegenwoor
digheid een nederige, ja slaafse hou
ding moest aannemen. Niet van de
kinderen, maar van de volwasenen
is de nieuwe opvoedingsmethode uit
gegaan, waarbij men een kind als een
gelijkwaardig, zij het nog onvolgroeid
wezen beschouwt en het op voet van
gelijkheid behandelt. In huis, op
school en op straat heeft een gemoede
lijke omgang tussen klein en groot de
strenge hiërarchische discipline van
vroeger vervangen. Dit meer vrije cfi
ongedwongen verkeer tussen groot en
klein drukt het eigenaardige stempel
op deze tijd.
Al heeft elk stelsel zijn gebreken en
al zal overdrijving van het moderne
opvoedingssysteem noodlottig kunnen
werken, toch mag men de natuurlijk
heid in de omgang, zowel tussen jon
gens en meisjes als tussen volwasse
nen en kinderen, als een vooruitgang
beschouwen. Veel van wat nog te
sterk aan het tijdperk van hun eigen
jeugd hangende ouderen als „verwil
dering" veroordelen, is uit de nieuwe
tijdgeest te verklaren. Wat niet zeg
gen wil, dat de nieuwe tijdgeest bij al
haar voordelen ook geen nadelen op
levert voor het levensgedrag van de
jeugd. Maar hierover een volgende
keer. C.