Amerika weet er
het Kremlin lief
meer van
is IH
dan
Zestig procent der Nederlanders
verwacht nieuwe wereldoorlog
Raadselen op bodem van Oceanen
RUSLANDS STERKE ÉN ZWAKKE PUNTEN
„Lekkèn in het IJzeren Gordijn
Een
vrouwenleven uit de 18e eeuw
Operatie „Regenboog" had
last van storingzenders
India en Pakistan sluiten
een overeenkomst
Verzetsmonument wordt
door Prins Bernhard onthuld
De meeste binnen
twee jaar
Van reusachtige kerkhoven en een
bewegende bodem
Grote schommelingen
LETTERKUNDIGE! r\ \S I Dl 1
verschijningen,' Ue Kunst van de Plaatsvervanger
De uitvoer van strategische
goederen in de V.S.
Breezand
IJmuiden
Visserijbesommingen
tammBBysrg:?
DINSDAG 19 SDrxJui»iBEE 1950
(Van onze correspondent te New-York)
De koude oorlog tussen de beide grote wereldmogendheden wordt in de
eerste plaats met informaties en inlichtingen gevoerd. Toch biedt de nuch
tere werkelijkheid niet veel plaats voor die romantische ideeën, die het on
derwerp vormen van vele spionnagefilms. Negen tiende van alle inlichtingen,
$ie een land over zjn tegenstander verzamelt, wordt verkregen door nauw
keurig uitpluizen van algemeen toegankelijk materiaal, zoals officiële pu
blicaties, kranten, technische tijdschriften e.d. Maar de rollen z(jn hier wel
erg ongelijk verdeeld: de Westelijke wereld schijnt geen geheim te maken van
mededelingen betreffende sterkte en uitrusting, terwijl de Sowjetunie het
degenen, wier taak het is inlichtingen over haar verzamelen, erg moeilijk
maakt.
De officiële vertegenwoordiger» van
éte Geallieerden in Rusland leven onder
strenge bewaking en volkomen afge-
»cheiden van het land zelf. Zij be
schikken niet meer, zoals vóór de oor
log en tijdens de korte periode van
19451947, over officiële gegevens, me
dedelingen van de commissariaten, sta
tistieken, enz. Ze mogen zelfs geen
provinciekranten meer kopen en het
Russische Staatsblad krijgen buiten
landers niet meer in handen. In tech
nische tijdschriften, die in Moskou te
krijgen zijn, staat niets, waar ook maar
iets uit te halen zou zijn. Natuurlijk
worden ook in geen enkel blad berich
ten gepubliceerd over de industriële
ontwik1- Mng, de toestand van de land
bouw i cijfers over bevolkingsbewe
gingen. Het eigenlijke gebied van de
bewapening is helemaal potdicht. En
toch weten de Amerikanen meer over
Rusland dan het Kremlin wil zelfs
meer dan het beseft.
Ten eerste is het IJzeren Gordijn niet
zó dicht, of er druppelen voortdurend
wel informaties doorheen. Er zitten
voor slimme toeschouwers nog steeds
gaatjes in b.v. in Polen, waar de
liefde voor de Russen ondanks (of
door?) de communistische overheer
sing niet erg groot is en waar al een
volledige ondergrondse beweging ont
staan is, maar ook in de Oekraine, de
vroegere Baltische landen, in Honga
rije en Tsjechoslowakije. De gebeurte
nissen in Korea hebben wel bewezen,
dat alle nodige informaties over de mi
litaire voorbereidingen van de Noord-
Koreanen aanwezig waren, al werden
er ook ter bevoegder plaatse niet de
juiste conclusies uit getrokken. Net zo
goed is de C.I.A., de Central Intelli-
gence Agency, op de hoogte van de
tegenwoordige stand van de militaire
voorbereidingen in de satellietenstaten.
Een bijzondere bron van inlichtingen
vormen de Russische overlopers. Zij
zijn zeer talrijk, vooral zijn er veel
officieren onder. Zó veel, dat de Ame
rikaanse inlichtingendienst erg moet
oppassen, of er geen verkapte agenten
van Moskou onder zijn. Tot nu toe zijn
er 15.000 overlopers, onder wie zes
Sowjetrussische generaals, verhoord.
Hun mededelingen worden natuurlijk
geheim gehouden, want de Russen mo
gen op hun beurt niet weten, wat de
Amerikanen op deze wijze over hen
gehoord hebben.
Cijfers
Vit ontelbare berichten en informa
ties wordt zodoende door uiterst zorg
vuldige berekeningen een betrouwbaar
beeld van de sterkte der Russen sa
mengesteld. Amerikaanse deskundigen
hebben o.a. uitgerekend dat de Russi
sche bevolking vorig jaar boven de
200 millioen gekomen is. Op dezelfde
wijze is men tot de conclusie gekomen,
dat de staalproductie minstens de 25
millioen ton moet hebben bereikt. De
Sowjetunie produceert per jaar 260
millioen ton kolen, 75 i 80 milliard
kilowattuur electriciteit, 35 millioen
ton ruwe olie. Dit betekent, dat de
Russische staalproductie ongeveer ge
lijk staat met de Europese en dus een
kwart van de Amerikaanse bedraagt
De herftsoefeningen van het Ame
rikaanse leger in de Amerikaanse
zone van Duitsland zijn Maandagmid
dag geëindigd. De verbindingen tussen
het hoofdkwartier van het Amerikaan
se leger en de troepen „aan het front
werden Maandag bijna geheel verbro
ken door storingzenders, die op de
zelfde golflengte uitzonden als de
Amerikanen. Men heeft niet kunnen
ontdekken of dit een welbewuste sto
ringpoging was van zenders achter
„het ijzeren gordijn" of een toevallige
storing van vaste zenders. Verbindings
vliegtuigen moesten nu de troepen in
het veld door het uitwerpen van
strooibiljetten berichten, dat de „oefe
ning regenboog" was geëindigd.
OVERVAL OP BERGTUIN TE
TJIBODAS
Vijftig gewapende bendeleden heb
ben Vrijdagnacht een overval gepleegd
in de bergtuin te Tjibodas ten Miiden
van Bogor, waarbij de assistent-hortu-
lanu» werd vermoord. Toen Su
die momenteel op Borneo vertoefd, te
Samarinda het bericht vernam, zond
hij tijdens zijn oponthoud te Bahkpa-
pan zijn adjudant naar de a
wonende zuster van de yermoor
sijn deelneming te betuigen.
COMMANDANT
LUCHTVERDEDIGING.
Tot commandant van het «dj»*8
opgerichte Commando LVcJltv®rfe^j
ging Nederland is benoemd de kolonel
VL wn. J. V. d. Werff.
Aan het eind van deze week zul
len te Washington waarschijnlijk in
leidende besprekingen over een vre-
Jmat Japen begiww».
met de kolen komt Rusland ook bijna
even hoog als de Europese productie,
maar dit is slechts 50 pCt. van de Ame
rikaanse en met de petroleum komt
het nog maar 0p één tiende van de
Amerikaanse cijfers. De bevoegde Ame
rikaanse instanties zijn er zich echter
wel van bewust, dat de Russen snelle
en constante vorderingen maken.
Toch zijn de Amerikanen er van
overtuigd, dat het Russische industriële
potentieel tot nog toe hoogstens een
vijfde van het Amerikaanse bedraagt.
In de oorlog met Duitsland moest
de Russische industrie uit de Oekraine,
het Donbekken en de omgeving van
Leningrad geëvacueerd worden. Sinds
dien zijn deze fabrieken nog steeds niet
teruggebracht en zij zullen ook niet
meer teruggebracht worden. Mensen en
machines blijven waar ze zijn. De in
dustriële wederopbouw van de door de
oorlog verwoeste gebieden geschiedt
slechts zeer langzaam. Zestig percent
van de middelen van het Vijfjarenplan
worden besteed aan de nieuwe indus
triecentra in Azië, dat reeds het groot
ste gedeelte van de Europees-Russische
industrie opgeslokt heeft. De grote ste
den ten Westen van de Oeral hebben
daardoor behalve Moskou hun
vroegere aantal inwoners niet meer
bereikt. Wit-Rusland is vrijwel ont
volkt en de bevolking van de Oekraine
is gelijk gebleven.
De Amerikaanse deskundigen gelo
ven enige zwakke punten in de Rus
sische oorlogsberekeningen te hebben
ontdekt. Daar is ten eerste het ontbre
ken van een verkeersnet, dicht genoeg
om het risico van luchtaanvallen te
kunnen verdragen. Duitsland kon al
leen daardoor zo lang weerstand bie
den aan de bombardementen, omdat
het over een fijnverdeeld net van
spoorlijnen, auto- en landwegen be
schikte. Een tweede probleem is de
schaarste van o.a. benzine en smeer
olie. In hun oliebronnen in eigen land
hebben de Russen zich sterk vergist.
De productie loopt langzaam terug;
vorig jaar is er 6,9% minder geprodu
ceerd dan men geschat had. Met het
oog op de eisen van de gemotoriseerde
oorlog, maar ook die van de gemotori
seerde landbouw, acht men dit gebrek
zeer belangrijk. Bovendien schijnt de
beste Russische benzine maar een oc
taangehalte van 91 te bezitten, wat
voor de moderne vliegtuigmotoren veel
te laag is.
Verder bestaat er nog gebrek aan
koper, lood en molybdeen (noodzake
lijk voor de harding van staal), wol en
katoen. Natuurlijke rubber ontbreekt
in Rusland geheel. Vorig jaar wilden
de Russen de gehele rubberoogst van
Ceylon kopen, maar de Amerikanen
waren hen voor. Zodoende is Moskou
alleen op synthetische rubber aange
wezen.
Dat de Russen de atoombom bezit
ten, daarvan is de Amerikaanse inlich
tingendienst zeker. Wat de vervaardi
ging hiervan betreft, neemt men aan,
dat Rusland momenteel tussen de 15
en 50 bommen bezit en per maand tus
sen de 3 en 6 bommen maakt.
De bestuurscommissie van het na
tionaal congres van India heeft haar
goedkeuring gehecht aan de in April
gesloten overeenkomst tussen India en
Pakistan over de minderheden in bei
de landen. Aan deze overeenkomst
gingen uitgebreide ongeregeldheden
tussen Hindoes en Mohammedanen in
beide landen vooraf. Na het sluiten
der overeenkomst trokken duizenden
vluchtelingen van het ene land naar
het andere.
Woensdag 20 September zal Z. K. H.
prins Bernhard te Terneuzen een ver
zetsmonument onthullen. Bij haar be
zoek in 1945 aan Zeeuws Vlaanderen
heeft koningin Wilhelmina de plaats
voor dit monument aangewezen. De
gelden voor dit monument zijn door
de bevolking van Terneuzen bijeenge
bracht.
President Truman heeft aan het
Congres een plan toegezonden voor de
bescherming van de burgerbevolking
tegen een mogelijke atoomaanval.
Voorts heeft hij een wetsvoorstel in
gediend tot oprichting van een „fede
raal verdedigingsbureau".
pERIODIEK onderzoekt het Neder
lands Instituut voor de Publieke
Opinie hoe het staat met de vrees voor
een derde wereldoorlog onder het pu
bliek. In tegenstelling met wat men wel
eens hoort, is het zo, dat op het ogen
blik niet iedereen een wereldoorlog
verwacht, al zijn er heel wat mensen,
die een derde wereldoorlog vrezen.
De antwoorden van vele mannen en
vrouwen uit alle lagen van de Neder
landse bevolking op de vraag: „Wat
verwacht u: komt er nog een wereld
oorlog, of niet?" zijn als volgt verdeeld:
60% verwacht een nieuwe wereldoorlog
21% geloven van niet
19% geen oordeel.
Er is dus altijd nog ruim een vijfde
deel van het publiek, dat geen derde
wereldoorlog verwacht.
Dat na het uitbreken van de Koreaan
se oorlog velen de schrik om het hart
geslagen is, spreekt wel van zelf. En
het is daarom interessant na te gaan,
hoe de stemming sinds de bevrijding
geweest is. Dit zijn de resultaten van de
tot nu toe gehouden NIPO peilingen
sinds 1945:
Verwachten wereldoorlog
December 1945 50%
December 1946 63%
September 1948 71%
Juni 1949 55%
September 1949 53%
Nu 60%
Ondanks het feit, dat de politieke
spanning sinds de bevrijding een hoog
tepunt bereikt heeft, zijn er in vorige
jaren tijdstippen geweest, waarop meer
mensen een wereldoorlog verwachten
dan nu. In September 1948 verwachtte
71%, in December 1946 63% van het
publiek een wereldoorlog. Nu minder
en wel 60%!!
QAAR STAAT echter tegenover, dat
de tijd waarbinnen men een oorlog
verwacht op het ogenblik korter is dan
ooit. Op de vraag van het NIPO: „Over
hoeveel jaar denkt u dat die volgende
wereldoorlog zal beginnen?" zijn de
■esultaten:
Verwacht die oorlog:
Binnen een jaar 8%
twee jaar 10%
drie jaar 6%
vier jaar 2%
vijf jaar 8%
610 jaar
1115 jaar
Over langer dan 15 jaar
Geen oordeel
(Van een bijzondere medewerker)
|)E GEDACHTE, dat de bodem van de Oceaan een tamelijk gelijkmatige
vlakte zou zijn, is door de resultaten van talrijke onderzoekingen naar
de toestanden en het leven ver onder de zeespiegel volkomen weerlegd.
Integendeel: dit ons overigens geheel onbekende gebied ziet er precies eefc
der uit als de oppervlakte van de aarde: doorboord, door kloven uiteeng*»
scheurd en door bergketens in afgesloten stukken verdeeld. Als de mens dit
onderzeese landschap zou kunnen zien, zou hij een waarlijk indrukwekkende
en bizarre wereld ontdekken. Er is echter een belangrijk verschil tussen de
bodem van de zee en de „vaste wal": de diepte van de zee blijft niet ateeih
gelijk. Op sommige plaatsen kan men een voortdurend rijzen en dalen con
stateren. Daarbij schommelt de bodem soms tussen minus 150 en minus 5008
meter op en neer. In deze diepten borrelt een onderaardse heksenketel. De
krachten, die invloed hebben op de vorm van de aardkorst, hebben een
sterkte, die wij ons niet kunnen voorstellen.
derd millioen vierkante kilometer, ia
met een kalklaag bedekt. De kalk-
houdende modder verbindt zich in da
loop der eeuwen met de groeiende
koraalriffen en schelpenbanken tot
machtige rotsblokken. Daarbij gaat 't
inderdaad om enorme hoeveelheden.
Dat bewijst de berekening van een
Amerikaanse onderzoeker: een opper
vlakte van tienduizend vierkante ki
lometer was, zo ontdekte hij, bedekt
met een laag dode zeedieren van twee
meter dikte.
Warm water is arm aan zuurstof.
De meeste vissen kunnen er niet in
leven. Daardoor sterven op iedere
plaats, waar de warme golfstroom de
koude zeeën kruist, duizenden water
bewoners. Zonder ophouden zinken
daar cadavers naar de bodem der
zee. Op deze plaatsen hopen zij zich
op. Op deze diepte vindt geen rottings
proces plaats. De cadavers vallen uit
een. Door de grote druk van de
watermassa er boven ontstaan nieuwe
minerale producten, zoals aardolie.
Men mag dus aannemen, dat er ver
onder de zeebodem nog grote hoeveel
heden van deze zozeer begeerde stof
aanwezig zijn. Of de exploitatie hirr-
van nog mogelijk is, is een kwestie
van technische ontwikkeling.
Wij willen hier niet spreken over de
talloze monsters, die aan de grote
druk van het water zijn aangepast en
die blijkbaar tot in de difepste diepten
leven. Deze wezens, die over de groot
ste kerkhoven ter wereld glijden, tot
dat hun cadavers zelf een kleinig
heid tot de uitbreiding ervan zullen
bijdragen, zijn de spoken van de oce
aanbodem. De ontdekkers, die dit le
ven misschien eens te zien zullen krij
gen, zullen de mensheid nog vele ver
rassingen kunnen bereiden.
De bewering, dat er op de aardbol
geen witte plekken meer bestaan, gaat
alleen op voor de werelddelen. De bo
dem van de Oceanen is nog steeds on
bekend gebied.
£EN VAN DEZE gebieden, waar
voortdurend werking en beweging
te constateren valt, is de Oceaanbo
dem nabj de Azoren. In 1858 werd
ten Westen van deze eilandengroep
een diepte gepeild van 5000 m. In 1932
vond men een diepte van 200 m. en
drie jaar later leverden de metingen
alweer een resultaat op van 3000 M.
Dit cijfer is intussen ook al weer van
de zeekaarten geschrapt, want nu
komt men nog slechts tot 150 m. Door
het grote tijdsverschil tussen de me
tingen kan men niet zeggen, op welke
tijdstippen en met welke snelheden de
zeebodem hier op en neer is gegaan.
De bodem van de Oceaan is niet
alleen een wild landschap, wilder en
ontoegankelijker dan dat van de maan
hij is ook een groot kerkhof. Alle
zeedieren, die in de loop van duizen
den jaren gestorven zijn, alle resten van
planten en ander vuil, door de rivie
ren de zee ingespoeld, vormen in de
diepte een modderlaag, waarop een
laag water van vaak vele duizenden
meters hoogte een zware druk uit
oefent. Ontelbare zeedieren, van de
kleinste organismen tot de grootste
monsters, hebben hier hun laatste
rustplaats gevonden. Wat er intussen
aan mensenwerk naar de zeebodem is
gezonken, vormt in dit reuzenkerk-
hof slechts een kleinigheid.
Deze kerkhoven zijn overigens aller
minst onbekend. De geweldige kalk-
gebergten, die wij thans kennen, zijn
vaak op dezelfde wijze ontstaan, toen
de zee nog het grootste deel van de
thans bekende wereld overdekte.
Steeds is er wisseling geweest: de
zee week voor het land, het land voor
de zee. Er is nauwelijks een stukje
grond te vinden, dat niet eens door
de zee overspoeld is geweest.
Minerale olie
Hoe warmer de zee is, hoe groter
de kalkafscheiding wordt. Bijna een
derde gedeelte van de gehele zee
bodem, een oppervlakte van bijna hon-
heeft zelfs de stijl van de tijd in zijn
schrijftrant overgebracht. Men krijgt
de gewaarwording, een boek uit de
tijd zelf te lezen.
Julie de Lespinasse (17321776)
was de illegitime dochter van een
Franse edelvrouwe, Julie d'Albon; ze
kwam, na het overlijden van haar moe
der, wonen op het kasteel van haar
stief-zwager, Gaspard de Vichy
Champrond, moest ontwaren, dat deze,
die haar tyranniseerde, in feite haar
vader was, en won het hart van Gas-
pards zuster, de markiezin du Deffand,
die te Parijs woonde en er een litterai
re salon hield die door Voltaire, de
encyclopedisten en vele andere lieden
van geest én verstand bezocht werd.
De belangstelling van sommige dezer
mannen ging al spoedig sterker naar
de jeugdige Julie dan naar de be
jaarde madame du Deffand uit, wat de
naijver van de laatste natuurlijk op
wekte, zodat zj er ten slotte toe over
ging, Julie de deur te wijzen.
Met behulp van haar vriendin sticht
te Julie nu een eigen „salon". Zij
woonde er samen met de secretaris
van de Académie Frangaise, de wijs
geer en grootste wiskundige van zijn
tijd, d'Alembert, die tot haar dood
haar platonische vriend is ge
bleven. Julie heeft twee grote liefdes
in haar leven gehad, één voor de
Spaanse markies Mora, zoon van
Spanje's ambassadeur te Parijs, die
aan longtering bezweek en één voor
de krijgsman en auteur Guibert. Om
streeks 1800 is de correspondentie van
deze belangwekkende en hartstochte
lijke vrouw gepubliceerd. Ze vormt 'n
bjdrage van belang voor de kennis
van het Parjse leven onder Lodewjk
XV en Lodewjk XVI.
giegfried van Praag, die een groot
bewonderaar van Frankrijk, een
uitstekend kenner van de Franse ge
schiedenis, wijsbegeerte en kunst is,
heeft in de publicaties over Julie de
Lespinasse en in haar brieven mate
riaal genoeg gevonden om zich een
beeld van de tjd en de persoon te vor
men. Maar hj heeft dat beeld dan toch
wel voortreffeljk uitgewerkt, met veel
gevoel voor maat en verhouding. Zo
als gezegd, tracht de schrjver de tjd
te ondergaan zoals Julie hem moet
ondergaan hebben. Het eerste deel van
de roman heeft hj de vorm van mé
moires gegeven, door Julie voor haar
vrienS Mora geschreven. In de volgen
de delen treedt hjzelf wel als vertel
ler op, maar last hj voortdurend brie
ven en uitingen van zjn heldin in. Bo
venal bljft Julie bj hem vrouw, dus
niet iemand, die met het manneljk in
tellect van een schrjver de gebeurte
nissen van haar tjd, de wantoestan
den, de politieke en wetenschappeljke
kwesties, welke haar vrienden bezig
honden, aanschouwt en mfti of meer
Siegfried E. van Praag: Caba
ret der Plaatsvervan
gers, tweede herziene druk.
N.V. Em. Querido's Uitgeversmj.
Amsterdam. Julie de Les
pinasse, H. P. Leopolds Uit
geversmj. N.V., 's-Gravenhage.
giegfried van Praag is een veelzjdig
auteur. Een jaar geleden werd hj
vijftig jaar en toen stond hj aan het
hoofd van een oeuvre, waarop menige
oudere trots zou zijn, zowel wat de
omvang als de geaardheid betreft. Ro
mans, studies, essays vloeiden uit zjn
pen en hoewel de stroom allengs wat
trager is geworden (behalve op es
sayistisch gebied) schjnt men in de
naaste toekomst alvast weer het een
en ander te kunnen verwachten.
Inmiddels zjn er thans, twee her
drukken verschenen van eerder gepu
bliceerd werk, en er is aanleiding om
daar even bj stil te staan. Het is op
het ogenblik een beetje komkommer
tijd op de boekenmarkt. De uitgevers
wachten met hun nieuwe productie
liever tot diep in het najaar, wanneer
Sinterklaas en andere feestdagen in
het verschiet komen en de vraag toe
neemt. Zo'n rusttijd in het vooruit
zicht overigens van een niet te ver
werken vloedgolf leent er zich toe
om eens terug te zien op wat werke
lijk van waarde en betekenis was, en
daartoe behoreii zonder twjfel, ieder
in hun soort, de thans in herdruk ver
schenen romans van Van Praag, waar
van „Cabaret der Plaatsvervangers-
in 1932 en „Julie de Lespinasse" in
1934 het licht zag.
Van Praag is Jood, en daarbij zeer
representatief voor zjn volk. Hj
ervaart er ook het noodlot van. Door
twintig eeuwen noodzakeljkheid van
zich handhaven in vreemde milieux
zjn er eisen aan het aanpassingsver
mogen gesteld waaraan andere eisen
wel opgeofferd moesten worden. Zo
vindt men onder de Joden meer re
producerende dan scheppende kunste
naars. De voortdurende omgang met
anders geaarden eiste een zich ver
plaatsen in de mentaliteit van die om
geving en door de wisselkring, welke
ontstond is vooral de Joodse produc
tie beïnvloed. Men speurt er bjna al-
tjd invloeden van buitenaf in of con
stateert een zich (in «en perfectie)
inleven in anderer stjl of uitdrukkings
wijze Het zal interessant zjn om waar
te nemen - het nageslacht al er
toe in de gelegenheid zvjn of de vor-
ming van de Joodse staat, van een ge
heel eigen geestelijk, sociaal en econo
misch centrum tot de vorming van
een oorspronkeljke Joodse cultuur
gij Daniël Silberstein, de hoofdper
soon in „Cabaret der Plaatsver
vangers" is het één doorlopende strijd
tegen het lot, slechts plaatsvervangend,
niet scheppend, te kunnen optreden.
Silberstein is een cabaret-zanger, die
uitmunt in het weergeven van ver
schillende genres, die zjn Spaanse lied
jes zingt als een Spanjaard, zjn Ita
liaanse als een Italiaan en zjn Parjse
als een Parjse jongen yan de vlakte.
Een mede-artist, Parjzenaar, verwjt
hem, dat hij zelf niets is, en zeker
geen „vertegenwoordiger" zoals hj
zichzelf eens genoemd heeft. Althans
niet iemand, die het recht zou hebben,
namens andere groepen of volkeren op
te treden omdat hj eruit zou voort
komen. Als hj dan al vertegenwoor
digt, dan is het als degeen, die komt
omdat de baas zelf verhinderd is, als
plaatsvervanger dus.
Silberstein worstelt het hele hoek
door met dit lot. Als enig verweer
stelt hj: „als ik zeg „vertegenwoor
digen", denk ik niet aan naapen. Uw
ogen stellen u in staat na te doen.
Alleen uw bloed stelt h in staat te
vertegenwoordigen."
Aan het slot krijgt men wel het be
sef, dieper te zjn gevoerd tot het be
grip van de zielsgesteldheid van deze
zwerverde, losgeslagen Joodse ca-
baretartist (en een tikje tot die van
zijn collega's) maar men behoudt toch
het wrange gevoel, geconfronteerd te
zjn met een wereld waarin men zich
niet alleen niet thuis voelt, doch waar
van men de bestaansnoodwendigheid
moelljk kan erkennen. Waartegenover
men voorzichzelf kan stellen, dat dit
een tameljk provinciaals standpunt is,
en dat volgens Hegel alles wat be
staat, redeljk is. Dat kan dan verder
uitgevochten worden; de erkentenis
dient te bijven, dat Van Praag boeiend
heeft verteld over de wereld, die, of
men het nu nuttig, nodig of aange
naam vindt of niet, in elk geval be
staat, én wel degeljk haar invloed
uitoefent op de loop van zaken in het
algemeen.
gen gans andere uitwerking heeft de
lectuur van de roman „Julie de
Lespinasse", al komt ze juist voort
uit de geestesgesteldheid waarmee Da
niël Silberstein zo omtobt. Want Van
Praag treedt hier op als „plaatsver
vanger" van de befaamde vrouw uit
het Parjse leven van vóór de revolu
tie, de bel esprit en grande amoureu-
se, die de grootste geesten van haar
tjd wist te boeien en die, op haar wij
ze, een steentje bjdroeg tot de voor
bereiding der Franse revolutie. Van
Praag heeft van uit het wezen van
deze vrouw zjn boek geschreven: hj
heeft zioh met haar vereenzelvigd; hj
SIEGFRIED EMANUEL VAN PRAAG,
de op 8 Aug. 1899 te Amsterdam
geboren en thans te Brussel wo
nende romanschrijver, novellist,
essayist en vertaler, van wie twee
boeken in nevenstaand artikel
besproken worden
als spreekbuis fungeert voor een
auteur, die zijn ideeën en inzichten wil
ventileren. Wél schetst Van Praag uit
de volheid van zjn kennis een beeld
van de omgeving waarin Julie verkeer
de, van de salons, kastelen, landgoe
deren waar men destjds leefde, geeft
hj allerlei aardige kunsthistorische
bjzonderheden, maar ook dat doet hj
uitsluitend voorzover het zjn heldin
op de één of andere manier raakt.
In de beschrjving van een feest op
het landgoed Moulin Joll van Watelet
overtreft de schrjver zichzelf, het
geen in dit geval veel zegt. Het is zo
suggestief gegeven, dat men het zon
der veel moeite voor zich ziet en des
te gemakkeljker de aandoeningen van
Julie op dit feest kan meevoelen.
Maar wat ons bovenal, het hele
boek door, ontroert, dat is de spraak
van een gevoelige, tedere en liefheb
bende vrouwenziel. Zj is vervat in
een lenig en helder Nederlands dat
soms bjna Frans aandoet (en wel
eens te veel, er komen gallicismen in
voor, zoals „tevreden" waar de Ne
derlander „bij" zou zeggen). Ze ge
tuigt van het verlangen naar geluk,
naar liefde, dat van alle tjden is, en
van de angst voor het bereiken van 't
ideaal, het onderbewuste besef van 't
menselijk onvermogen.
W.
Paul Hoffman, leiaer van de ECA,
heeft nogmaals zijn afkeuring uitge
sproken over het voorgestelde verbod
van Amerikaanse steun aan landen,
iie strategische goederen aan Rusland
of zijn bondgenoten verkopen. Men
verwacht deze week een stemming van
bet Huis van Afgevaardigden over
deze kwestie.
1809 METER PER MINUUT
De duiven van „Altijd Verder" vlo
gen j.L Zondag vanaf Vilvoorde, een
afstand van 220 km. Gelost om 7 uur,
arriveerde de eerste duif om 9.01 uur.
De snelheid was 1809 meter per mi
nuut. Prijzen en punten behaalden:
A. Liefhebber 1, 7, 12, 13, 16, 18, 20
met 303 pt.; W. Blaauboer 2, 3, 5, 8, 11,
14, 15, 21 met 325 pt.; C. Okkerse 17,
19 met 216 pt.; H. van Dalen 6 met 138
pt.; Gebr. Janssen 9, 10 met 228 pt.;
S. Brommer 22 met 31 pt.
42 VISSERTJES VINGERT 163 VISSEN
De Helderse hengelsportvereniging
hield Zaterdag en Zondag alhier een
visconcours voor de adspirantleden
Er namen 42 leden aan deel, die teza
men 163 stuks vingen. De uitslag was:
1. Jac. Wiggers Lz., 14 stuks; 2. G.
Wiggers Mz„ 12 st.; 3. C. van Stein. 12
st.; 4. D. de Vries, 9 st.; 5. G. van Da
len, 9 st.; 6. C. Berbee, 8 st.; 7. G.
Schouten, 7 st.; 8. R. Zijp, 6 st.; 9. M.
Wiggers Lz., 5 st.; 10. K. Daalder, 5
st.; 11. R. Zwirs, 5 st.; 12. H. Gerrits,
5 st.; 13. K. Hoekstra, 5 st.
De extra pr js voor de grootste baars
(29 cm) was voor B. Zwirs en die voor
de grootste witvis, 24 cm, voor J. Wig
gers Lz.
De besommingen van Maandag wa
ren: trawlers: IJM 49 f 7490, 57 f 9950,
31 f 1400, 38 f 9250 (allen gedeeltelijke
lading); loggers: IJM 129 f 10.200, 204
f 3240, 53 f 1960, KW 84 f 8550, 51
f 10.000, 17 f 7520, 140 f 3340, 6 f 8950,
65 f 1350, 59 f 8560, 89 f 8880, 155 f 4690,
110 f 1340, 104 f 24, 91 f 3300, 168 830,
HEL 87 8690; kustvissers: BU 33 f 4180,
KW 53 f 1840, 77 f 3570, 94 f 2990, 27
f 3380, IJM 229 f 3830, 228 f 3180, 267
f 3250. Pr jzen per kg: heibot 3.15. gr.
tong 3.30—2.90 grm. tong 2.45—2.15,
kim. tong 1.73—1.36, kl. tong I 1.49—
1.25, idem II 1.41—1.16, tarbot I 1.97—
1.48. Prijzen per 50 kg: tarbot II 89—
72, tarbot III 61, tarbot IV 52—43, tong
schar 83, gr. schol 7162, grm. schol
75—65, kim, schol 68—60, kl. schol I 62—
54, idem II 48—18.50, schar 31—15, verse
haring 159.50, makreel 258, kim,
schelvis 62.5048, kL schevls 53.50—
43.50, idem II 4026, wjting 241U;
gr. gul 4832, mid. gul 37—27, kl. gul
3522.50. Prijzen per 125 kg: gr. kabel
jauw 232—114. De aanvoer bedroeg
11170 kisten, waarvan 7700 kisten