Gromyko lokt in Parijs (tevergeefs) met kleine concessies Vreemd Tussenspel Zwitserland liet oorlogswezen hun eigen kinderdorp bouwen Hersengymnastiek AMSTERDAMS PODIUM LESSEN IN VERKOOPKUNST PUROL GENEEST Westen aanvaardt geen verzwakking meer van eigen posiiie EEN FANTASTISCH PLAN Zal Nederland hei voorbeeld volgen Drie liter sterke drank en f 58,64 aan rokertjes door Bob Wallagh ZATERDAG 10 MAART 1951 QE RUSSEN ZIJN, zoals zij overigens ook hadden aangekondigd, naar Parijs gekomen om de kwestie van de Duitse ontwapening tot het kernpunt te maken van de agenda, bestemd voor een in April of Mei te houden confe rentie van de ministers van Buiten landse Zaken der Grote Vier. Zij be roepen zich daarbij op de overeen komst van Potsdam, die zij zelf tien tallen malen geschonden hebben. Dat kon het Westen natuurlijk alleen maar wantrouwend stemmen. Verder hebben de Russen wel laten blijken, dat zij, in Van onze diplomatieke medewerker). (JROMYKO MOGE IN PARIJS de registers der Sowjet-propaganda nog zo wijd openzetten - tegenover de rust en zelfverzekerdheid van de Westerse gede- jegeerden maken zon sarcasmen, spitsvondigheden en scherpe uitvallen niet ruil voor de permanèüte demilitarisa- meer indruk dan het gekef van een Pekingees tegen een Sint Bernhard. Natuur- *ie van Duitsland, wat concessies over lijk past dit beeld niet op de werkelijke situatie. De verhoudingen zijn zeker „iet zo, dat men het communistische imperium met een drukdoenerig opschep- pertje en de democratische mogendheden met een van eigen kracht overtuigde rens zou mogen vergelijken. Integendeel, de democratieën verkeren nog altijd in Se positie van de man m het oerwoud, die al zijn omzichtigheid nodig heeft om rich de verscheurende dieren van het lijf te houden. Dat desondanks het op treden van de Russische gedelegeerde op de conferentie der plaatsvervangende ministers van Buitenlandse Zaken te Parijs nauwelijks in staat is enige opwin ding in het Westen te wekken, bewijst overduidelijk, dat van het standpunt der democratieën bezien - een gunstiger ontwikkeling in de wereld zich gaat aftekenen. hebben: een vredesvei drag voor Oos tenrijk bijvoorbeeld, el trachtte Gro myko ook direct daaraan de kwestie- Triest. waarmede mi>r alleen maar Zuid-Slavie en Italië tegen elkaar in het harnas kan jagen, te verbinden. (Van onze Haagse redacteur) WERELDOORLOG II heeft naar schatting dertig millioen doden gekost, dat is ongeveer een zeventigste deel van de totale bevolking der aarde. Het aantal weeskinderen in Europa schat men op circa vier millioen en een ontstellend groot aantal van hen mist nog altijd de verpleging, die aangepast is aan de bijzondere behoeften van de opgroeiende jeugd. Meer nog dan kleren, eten en een bed, hebben deze weeskinderen liefde, geduld en echte vrolijkheid nodig. Wij berekenen precies, hoeveel ijzer, hoeveel kolen en olie, hoeveel graan, vet en eiwit de geduldige moeder Aarde kan opbrengen. Doch er bestaat geen enkele statistiek, die aangeeft, hoeveel liefde aan een achtjarig weeskind ge schonken moet worden, hoeveel liefde onze gehele zwaar beproefde beschaving verlangt. Terwijl de physica en de chemie een zegetocht over de wereld maken, is de wetenschap der liefde beangstigend achtergebleven. soort estafettedienst stenen, spijkers, ramen, cement, behang, kolen, schil derijen, enz. die zij cadeau kregen, van dorp tot dorp naar het bewuste ter rein transporteerden. Voor alles echter bomen; daartoe moesten de kinderen aan een boseigenaar in hun gemeente vragen, of hij hun een boom cadeau wilde doen. Zij zouden hem dan zelf vellen, klein zagen en van dorp tot dorp brengen. Hieruit groeide de zo genaamde boomactie. Zij is in Zwit serland boven verwachting gelukt. Het hout werd vakkundig aan de man ge bracht en de gehele opbrengst naar het kinderdorp gestuurd. Er werden onge veer 600 bomen gekapt. De opbrengst bedroeg in totaal 170.000'francs. Men is ervan uitgegaan, dat wat een volwassene niet gelukt, namelijk een boom cadeau krijgen, wel gelukt aan kinderen. Dit is een juist uitgangspunt gebleken. De Zwitsers stellen voor om zulke acties in alle landen ter wereld te voeren. J-JET IS een fantastisch, maar toch geen onuitvoerbaar plan, vooral wanneer men beseft, dat het doel is verzachting van het leed van vele kin deren en het opkweken van een ge slacht, dat weer vertrouwen in de mensheid stelt. De wereld schrijdt voort op de voeten onzer kinderen. In Nederland zijn we pas zo ver, dat het denkbeeld van de oprichting van een kinderdorp nog maar gelanceerd kan worden. Aan de uitvoering van het denkbeeld zijn wij nog niet toe. doch er zijn mannen, die hun krachten eraan willen wijden. Wellicht, dat zij - zo zij de sympathie van de bevolking kunnen winnen ook eenmaal trots een Nederlands kinderdorp kunnen tonen. UET IS EEN BITTERE klacht van Walter Rober Corti, de Zwitservdie begaan met het lot van de vele mis deelde kinderen, aanspoorde tot de stichting van een „Kinderdorp" in zijn land. Het is dezelfe Corti, die over tuigd, dat het leed der kinderen in alle landeft hetzelfde is thans aankno pingspunten in Nederland gezocht heeft, om ook hier tot de stichting van zo'n kinderdorp te komen. In Zwitserland staat vlak bij het dorpje Trogen in de buurt van St. Gallen een groep van tien of twaalf huizen: Het Pestalozzidorp. Hier leven ongeveer tweehonderd kinderen van zes of zeven nationaliteiten, allen slachtoffertjes van de oorlog. Zij wo nen in gezinsverband (zij het ook een groot gezin!), zonder aanzien van af komst, politieke richting of religie, met elkaar school gaande, spelende, musi cerende of toneel spelend in hun zelf gebouwde theater. Het is hun dorp, hun wereld. QOK IN OOSTENRIJK is een derge- lijk kinderdorp in voorbereiding. Er zullen goed ingerichte woningen ge bouwd worden, waarin kinderloze echt paren, of echtparen met één kind, pleegouders zullen worden van tien wezen. De taak van de pleegouders zal het zijn om, aan de hand van deskundi ge adviezen, deze kinderen op de voe- en en een prettige onbezorgde jeugd te verschaffen. Zou zo'n kinderdorp in Nederland niet mogelijk zijn? Ongetwijfeld. Er zou sociaal werk van onschatbare bete kenis verricht kunnen worden. De goede wil is meestal wel aanwezig, doch de moeilijkheid is aan de gelden te komen om het kinderdorp te finan cieren. De heer Corti heeft daarvoor een origineel denkbeeld geopperd. Het is in Zwitserland doorgevoerd en heeft daar tot succes geleid. Ook in Neder land zouden er ongetwijfeld goede re sultaten van te verwachten zijn. MEN ONTWIERP in 1945 het plan van een door kinderen te drijven... wereldhandel De Zwitserse jeugd bouwde haar kinderdorp zelf, dat wil zeggen, dat zij door middel van een fuwe huid, ruwe handen, ruwe lippen Per hoofd in 1 950 Volgens een opgave van het C.B.S. is gedurende 1950 299.600 hl. gedistilleerd van 50 pet. ver bruikt. Per hoofd der bevolking betekent dit gemiddeld 2.95 liter van 50 pet. in 1950 tegen 3,20 liter in 1949. In 1950 zijn totaal 655 millioen sigaren, 134 millioen sigarillos, 8038 millioen sigaretten en 11698.000 kg tabak voor binnen lands verbruik beschikbaar ge komen met een totale klein- handelswaarde van f 592.800.000 In '49 fvas dit bedrag f 535.500.000 Per hoofd der bevolking zijn in 1950 verbruikt 65 sigaren, 13 ciflarillos, 793 sigaretten en 1.16 kg. tabak (totale waarde f 58.64) In 1938: 143 sigaren, 36 sigarillos, 349 sigaretten en 1,16 kg tabak. De waarde hiervan was totaal f 15.19. De Russen hebben echter moeten ondervinden, 'dat de tijd, waarin het Westen zich blij liet maken met kleine tegemoetkomingen, voorbij is. De re geringen van Amerika. Engeland en Frankrijk bezien nu eik Russisch voor stel in dit licht: kan het onze positie versterken en die der Sowjets ver zwakken? Voldoet het niet aan deze voorwaarde, dan worat het onherroe pelijk afgewezen. Willen de Russen de Duitse ontwa pening die onder ae huidige om standigheden voor hen even voordelig als nadelig voor het Westen zou zijn dan moeten zij heel wat verder gaan dan het doen van partiële en locale concessies. Om dat te bereiken zou Moskou zijn politiek totaal moeten herzien de aggressiviteit zou moe ten plaats maken voor verzoenings gezindheid en de Russen zouden voor al de bewapening in Oost-Europa dras tisch moeten verminderen. jy|AAR NIETS wijst er op. dat het Kremiin daartoe bereid is en aan de andere kant verliezen in het bij zonder de Amerikanen het geduld. Het wordt daarom wel heel moeilijk, enig succes van het hernieuwd -contact tus sen de Grote Vier te verwachten. Veel eer moet men rekenen op een voort zetting van de bewapeningswedstrijd en een reeks van nog zeer spannende jaren. Op zwakheid van de zijde van het Westen kan het Kremiin echter niet meer hopen. Het verloop van de Parüse conferentie toont duidelijk aan, dat de Atlantische landen niet langer tot wijken bereid zijn en zo nodig hun hogen, waarbij West-l)uitsland de rol defensievo inspanning nog zullen ver- zal spelen, die het toegedacht i& Van verschillende zijden uit onze lezerskring bereikte ons de vraag, wie de uitvinder is van de ball point pen. Nu hangt het geiuk van de wereld weliswaar niet van het beantwoorden van deze vraag af, maar die vraag blijft een vraag omdat er wel drie pretendenten naar de titel -ball-point-uitvinder zijn. Dat is er dus nog één meer dan in de boekdrukkunst, waarvan we nu nog niet weten of het Cu- tenberg of CoSter was. Zo veel is zeker: de beroemde Amerikaanse firma Reynolds distri bueerde al ball-points in 1938, een Hongaar eist in diezelfde tijd op grond van zijn uitvinding ook al de titel op en ten slotte is er een Engelsman die fond '40 zijn ball point zou hebben uitgevonden. Doorhalen wat niet verlang wordt dus En nu volgen de nieuwe vragen: 1 Welke bekende: schrijver heeft een boek gewijd aan een onder zeeër genaamd „Nautilus"? 2 Toen Beethoven zijn derde Sym- phonie OEroica) componeerdei droeg hij die in gedachten op aan een bekend veldheer. Wie was dat? 3 In welke tijd van het jaar wor den tot Afrika de meeste tijgers gevangen? 4 De moderne meubelindustrie gaat hoe langer hoe meer het crème-kleurige berkenhout ge bruiken. Welk land nu levert het allermooiste berkenhout? 5 Nu een vraag voor de kaartlièf- hebbers. Met bridgen wordt af wisselend met twee spelen kaar ten gespeeld. Waarom gebeurt dat eigenlijk? 6 Wat is de Sorbonne? 7 Wat gebeurt er wanneer men het Nirwana bereikt? 8 In welke tijd was men voor het eerst met het gebruik van wol bekend? 9 Wat is het cardinale verschil tussen het boek „Schateiland" en het toneelstuk „De Vrou wen"? 10 Welke ziekte wordt door de „tsetse-vlieg" veroorzaakt? (Voor de antwoorden zie men ons blad van Dinsdag.) HltlHIBIIfffllflBffllWffillllfHIlfflIHIHifilllIHHIftimitiHHIIHnillltlWWIjflWimniltlflWHiWWj JN VRSEGER JAREN plachten schrijvers, naar men zegt, zich te verbergen in zogenaamde Ivoren Torens. In die Torens schreven zij dan hunne werken. En de lezende mensheid kende alleen die werken. Nooit de geestelijke vaders, die huisden in die Torens. Dat was een goede tijd voor schrijvers, lijkt me; ook al werden ze óók toen niet rijk van hun geesteskinderen. Bijna alle Ivoren Torens zijn inmiddels afgebroken. De uitgevers en de boekverkopers hebben de schrijvers eruit gesleurd en den voike getoond. Men zegt dat dit het boek verkopen bevordert. Vandaar dat men dus tijdens de jaarlijkse Boekenweek in iedere stad, in ieder dorp, in ieder vlek schrijvers uitgestald ziet, vér van hun Ivoren Toren. Soms spreken ze over hun werk. Soms dragen ze voor. Sommigen zijn zelfs gedoemd toneel te spelen. En een enkele organisatie gaat zelfs zó ver, dat ze schrijvers verzoekt óf hun eigen boeken aan de man te brengen óf die van collega-auteurs. Dal gebeurde bijvoorbeeld vorige week Zaterdag in, de Amsterdamse Bijenkorf. Wij hadden het genoegen één dier verkopers te mogen zijn. Over onZe indrukken op deze markt mogen wij wellicht op deze plaat» enkele opmerkingen maken. ^/IJ HADDEN nooit veel eerbied voor de kunst van het verkopen van boeken, omdat wij meenden dat "onze boeken (èn die van onze collegaschrij- vers) niet verkocht behoefden te wor den. omdat ze de boekverkopers uit de hand werden gerukt. Omdat het Ne derlandse volk nu eenmaal een naar ontspanning dorstend volk is. In dat opzicht bezorgde deze boeken markt ons een diepe teleurstelling. Men vocht namelijk niét om onze boeken. Noch om de onze. nóch om die onzer collega's. Wij moesten ze moeizaam ver kopen. Trachten te verkopen althans. Wij leerden daar van 's morgens 10 tot 's avonds 6. wat verkepen is. Nu wij het weten, hebben wij besloten nimmer in de verkoop ta gaan. Wij blijven schrijven. Men beweert dat schrijvers psycholo gen zijn, maar wij twijfelei. sinds die Zaterdag aan onze psychologische in zichten. Men bekéék ons in aanzien lijke mate, maar kocht in mindere ma te. Men bekeek ons, en wij leerden dat de Nederlandse Massa (waarvan een onderdeel van een kleine 10.000 langs onze stand ebde) nog steeds veronder stelt dat schrijvende mensen zonder linge mensen zijn. De aanblik kan uit sluitend teleurstellende gevoelens heb ben opgeleverd. Dr. Melchior, vermaard door zijn Wil lem Barentsz-boek, maakt een huis-, tuin- en keukenindruk. Een dokter zo als iedere dokter, die uw bloeddruk meet en uw plasje naziet. Van Dr. Tenhaeff, beroemd parapsy choloog in dit land. scheen verwacht te worden dat hij aanzienlijke doses oc culte kracht uitstiet. De realiteit was anders. Dr. Tenhaeff werd omtrent het middaguur weggevoerd in verband met het feit dat hij vanwege de warmte en de drukte van z'n stokje ging. Volko men menselijk, maar niet groots in de ogen der Massa. Zo zouden wij kunnen doorgaan. Neem nu commissaris Voordewind, die een deel der onsterfelijkheid verwierf met zijn boeken „De Commissaris ver telt" en ..De Commissaris vertelt door" Een meester-verteller. Dat wil zeggen: in zijn boeken. Als verkoper vertelde hij enige versnellingen trager. En het duizendkoppige publiek, dat hem aan staarde en aangaapte, zal zeer waar schijnlijk een figuur in het genre van Sherlock Holmes verwacht hebben. O ja, we hoorden iemand aan de commis saris vragen, hoe hij over Havank dacht. De Commissaris had nooit een Havank-boek gelezen. Geslagen en ver bijsterd spoelde de stroom door. En de Commissaris verkocht dóór! Jan Zeegers verkocht, poogde dat in elk geval, sportboeken. Men vond Jan Zeegers achter zijn stalletje minder op windend dan op de velden. Zo stonden wij daar, prijsgegeven aan de blikken van het publiek, eigen lijk naakt en onbedekt en onbeschermd. En hoé men keek en hoé men gaapte! Ook wij stoffeerden een verkoop-af deling. Wij poogden ons iets te herin- Prachtig toneelwerk van Amerikaanse Nobelprijswinnaar Eugene O'Neill (Van een bijzondere medewerker). £EN DER GROOTSTE TONEELSCHRIJVERS van deze eeuw is zonder enige yREEMD TUSSENSPEL" een der belangrijkste werken van de- twijfel Eugene O'Neill. Van zijn vele werken kreeg vooral „Mourning beoomes ze grote toneelschrijver vloeit wat Electra" hier bekendheid door de opvoeringen enige jaren geleden van de Haag se Comedie. En thans vraagt de Nederlandse Comedie met haar door Johan de Meester geregisseerde vertoning van „Vreemd tussenspel" „Strange interlude" opnieuw de aandacht voor een werk van deze vernieuwer van het Ameri kaanse toneel. Eugene O'Neill, die in 1888 te New-York geboren werd, leefde macht, dat in staat is de mens een zin het grootste deel van zijn jeugd reeds :n de sfeer van het toneel, want zijn vader te verlenen vervallen is, dan zal James O'Neill, was een befaamd romantisch acteur, die zijn gezin steeds mee- deze mens moeten zoeken naar een sleepte op zijn tournèe's door de provincie, waar hij grote roem oogstte in stuk- houding ten opzichte van zichzelf, ken als „De graaf van Monte Cristo". De jonge O'Neill leerde op deze wijze het welke in staat is hem opnieuw zijn toneelvak wel door en door kennen. Aan de andere kant echter werd hij door verloren waardigheid te verlenen. Èn de Schmiere van het goedkoop-romantische succes-stuk, waarmee hij jarenlang niet anders dan dit zoeken de perso- zijn geestelijke inhoud betreft volko men uit O'Neill's hierboven aangehaal de opvatting voort: wanneer religie het geloof in een bovennatuurlijke opgroeide, geprikkeld tot verzet tegen alles wat maar zweemde naar onwaar achtigheid of conventionaliteit. En dit is voor zijn latere carrière van bijzondere betekenis gebleken. nages in „Vreemd tussenspel" voor zich te bereiken. De hoofdfiguur in dit grote toneelwerk is een vrouw, Nina Leeds, die als jong meisje haar ver loofde verloren heeft. Hij was oorlogs- pEN TIJDLANG werkte de jonge met de Provincetown Players en een Eugene als klerk op een handels- enkele andere groep^ vormde hij een vlieger en stortte brandend neer en kantoor, een tijdlang ook was hij -* mede-directeur van een reizende to neelgroep. In 1909 trok hij met een Amerikaanse toneel, expeditie naar centraal-Amerika op zoek naar goud en keerde na enkele maanden terug met malaria. Vervol- avant-garde en bracht een revolutio naire vernieuwing te weeg van het zij wordt gekweld door de idée-fixe, dat zijzelf haar geluk van zich gestó ten heeft door zich niet ten volle aan De meeste toneelwerken," aldus deze jongen te geven. Terwijl zij hem O'Neill, „behandelen de verhouding steeds meer gaat idealiseren is heel van mens tot mens; gens werkte hij twee jaar als matroos mij niet. Ik bekommer me alleen om op de grote vaart, daarna als verslag- de verhouding tussen mens en God. De gever bij een krant in Connecticut om toneelschrijver van nu moet de wor- tenslotte tot rust te komen in een tels blootleggen van de ziekte van sanatorium. Die periode van gedwon- deze tijd: de dood van de oude God en dat interesseert haar leven een wanhopig schuldbesef geactiveerd - door streven de verhouding tussen mens en God. De naar het verloren geluk. Drie mannen zijn bij haar vergeefse gen liggen bracht een keerpunt in zijn leven en hij begon te schrijven: op 24- pogingen betrokken: de goedige, on benullige Sam Evans met wie zij huwt, het falen van wetenschap en mate- niet uit liefde, doch uit behoefte aan rialisme om een nieuwe God te schen- een kind, waarop zij haar liefde voor P ieettjjd zijn eerste toneelstuk, ken aan het overlevende religieuze in- de gesneuvelde verloofde kan projec- Hjj volgde een toneelcursus in Har- h- 1-»- vard kwam in contact met een jonge enthousiaste groep, de Provincetown Players, die één-acters van hem ging spelen, en dat deed hem ten slotte besluiten zich geheel te wijden aan t stinct, dat een zin voor het leven moet teren; vervolgens de bevriende arts vinden en zijn doodsangst tot rust Edmund Darrell, die haar het kind schrijven voor hem gewekte geest van verzet tegen conventionaliteit en verburgerlijking 8 hem boveo mx «ameo brengen." Deze opvatting is in al de schenkt, dat haar echtgenoot haai- niet toneelstukken van O'Neili te herken- geven kan en dan aan haar gebonden nen. Ruim dertig schreef hij er, werk blijft in een gemeenschappelijk, niet van een hevige dramatische intensi- te bevredigen verlangen; en ten slotte een wijsgerige huisvriend Charles Marsden, die voor haar het ideaal beeld van haar vader wordt. Het stuk omapaot. ec-n heel mensenleven, dat toneel De vroeger in teit, waarmee hij een internationale erkenning verwierf: in 1936 werd hem de Nobelprijs voor litteratuur toege- handk vervuld is van een voortdurend, hope loos pogen om een evenwicht te vin den tussen gedroomd geluk en werke lijkheid. Wanneer zij ten slotte een zaam is achtergebleven de echtge noot gestorven, <je minnaar tot berus tende verzaking gekomen en het vol wassen geworden kind van haar ver vreemd leert Nina aan de zijde van Marsden te aanvaarden, dat het leven niet meer is dan ,.een pijnlijke episode, een vreemd tussenspel, een periode van beproevingen, waarin onze zielen wor den schoongewassen en gebleekt tot witte vrede £)JT IN 1927 gereed gekomen stuk is reeds bijzonder belangwekkend om zijn experimentele kant; O'Neill laat hier bijvoorbeeld in de trant van het „terzijde" zijn figuren voortdurend hun diepste gedachten uitspreken en hij doet dat uitermate knap en intel ligent, zodat de psychologie van eik der karakters tot in het diepst gepeild wordt. Belangrijker is dit stuk echter om zijn wezenlijke inhoud, om zijn wijsgerige levensbeschouwing en zjjn atmosfeer van wijze mildheid, die uit groeit boven de wrede tragedie van het dagelijkse menselijk bestaan. O'Neill heeft met dit stuk dramatisch toneel van hoge orde geschreven, uiterst subtiel en in zijn beschouwe lijkheid tevens ook fei levend en van een bijzonder indringende karakter tekening. Hij toont ons hier het drama van de mens in de eeuwige onrust, die hem van zichzelf vervreemd heeft en gaf aan deze zinrijke inhoud een ver rassend knappe vorm. Dat de Neder landse Comedie dit prachtige stuk van de hier veel te weinig gespeelde Ame rikaanse dramaturg eindelijk voor het Nederlandse voetlicht brengt, mag daarom een loneektaad van betekenis genoemd neren uit een boek, dat we jaren ge leden ter lezing kregen van een verze keringsagent. èh dat vérkoop-succes garandeerde. Er stond op: ^Verkopen in één week", en de schrijver was een zekere Dale Carnegie. Daarin lazen wij dat iedereen verkopen kan. KONDEN het niet! Desondank» deden wij ons best, maar waar schijnlijk ontbreekt ons zelfs de gering ste aanleg voor dit werk. De ene maal spraken wij te lang, de andere keer t» kort. Br stond een beeldschoon Bijen korf-meisje naast ons; vanwege de ad ministratie. Misschien keken wij meer naar dat meisje dan naar de boeken die wij moesten verkopen. Wij herin neren ons dat niet zo precies meer. Het meisje waarschijnlijk evenmin. Strikt persoonlijke impres sies, opgedaan tijdens de boekenmarkt van de Amsterdamse Bijenkorf Men keek ons aan en wat zal men daar van zeggen? Dat het een openbaring was? Nee, dat is te veel gezegd. Dat het meeviel? Die kans i» uiterst gering. Dat het tegenviel? Waar schijnlijk. Genoeg hierover. Dit onder werp gaat een te persoonlijke en pijn lijke wending nemen. Eenmaal welde een vriendelijk oud damesgezichtje op uit de onbestemde massa dier duizenden gezichten. Een lieve oude tante. Wij hebben altijd van tantes gehouden, maar van zó een zou den wij het allermeest gehouden heb ben. Zo vriendelijk die ogen, zo zilverig dat haar, zo hoffelijk de vraag of wij iets wilden vertellen over een door ons zelf geschreven boek." HëtgeéiTwij de den. Met wild enthousiasme en tome loos zelfvertrouwen. Het was ons goed recht ons licht niet onder een koren maat1 te zetten. Al vertellend (twintig minuten lang) zagen wij dat tante in tensief luisterde. Zachter en milder werden die ogen. Aan het einde wisten wij: zij zal niet één onzer boeken ko pen, maar wel vijf. Ten slotte was alles verteld en wij hapten naar adem. Dale Carnegie zou plezier in ons gehad hebben. Wij zoch ten onze boeken bij elkaar. Toen zei tante: „Ik ga een straatje verder, me neer. Ik koop tóch maar Claudia. Dag meneer". Waarop wij vrijwel het lot ondergin gen van Dr. Tenhaeff. ^LS WIJ ons zelf een cijfer moesten geven voor verkoop-talent zouden wij overwegen: 5—, Hetgeen wellicht nog iets aan de hoge kant is. Hoe wij 't publiek vonden? Een té tere kwestie om in het openbaar te behandelen. Laat ons maar zeggen: plezierig, aardig, in teressant, opwekkend en inspirerend. Uitgezonderd de uitzonderingen. En één verkoopdag per jaar lijkt ons meer dan genoeg. Van Zaterdag af eren en respecteren wij boekverkopers; hier in Holland of waar ook elders in de wijde wereld. Het is moordend! JK KAN ME nu voorstellen dat de vol gende gebeurtenis enige tijd geleden plaats vond in de Bijenkorf. Er kwam een dame om iets te kopen. Ze stroopte tien verkoopsters af, maar vond alles óf te duur óf te goedkoop, óf te slecht van kwaliteit óf te groot óf te klein. Letterlijk niets deugde. Een klant om op te schieten! Ten slotte kocht ze toch nog een bezemsteel. De verkoop ster, die ook maar een mens was, vroeg daarop belangstellend of mevrouw hem ingepakt wilde hebben of er op naar huis wilde vliegen. Waarop de juffrouw ontslagen schijnt te zijn, omdat de Klant Koning is. Ik kan me zoiets van een verkoopster voorstellen, na Zaterdag. Een honden- baan! Wij kropen snel terug in onze Ivoren Toren. Moe, teleurgesteld en beschaamd. En thans zijn wij bezig een verhan deling te schrijven. Over „De psycholo gie van het verkopen van Boeken; in drukken uit de praktijk; ingeleid door Dr. Tenhaeff" Gratis beschikbaar voor alle deelnemers- aan de Bijenkorf-boe kenmarkt in de Boekenweek 1951, Tot leringhe ende vermaeck. ANTHONY VAN KAMPEN voratandtye vrouw koopt utiatuttend gentiti niseerde wot an woigoodl .iMITIN

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1951 | | pagina 5