Canada, land van vrijheid, ruimte
en ontplooiing
f Er wordi gewerkt aan de agenda
Gevluchte
onthult hun
Russische
geheimen
stafofficier
Uitstekende gids voor a.s. emigranien
Samaritanen
Hersengymnastiek
Den Haag gaat de bloemetjes
buiten zetten
Moskou streeft wereldheerschappij na
T. Cnossen schreef voortreffelijk boek
Enthousiasme, dat zeer
aanstekelijk werkt
door Bob Wallagh
WAT ZIJN DE RUSSEN VAN PLAN?
Stauns regime berust op
leugen en bedrog
Zoek de Zon op
ZATERDAG 81 APRIL 1961
£ANADA staat de laatste jaren in het middelpunt van de belangstelling. Al
vdór de oorlog was het een land, waar velen, wie het oude Europa te klein
en te eng was geworden, een nieuwe toekomst trachtten te vinden. De oorlog
heeft nauwere banden gelegd. Met grote dankbaarheid hebben w« steeds ge
weten, dat de Koningin, toen nog Prinses Juliana, en haar kinderen daarginds
veilig vertoefden temidden van een volk, dat in een strijd op leven en dood naast
ons stond. Nog getuigt ieder jaar een weelde van bloeiende tulpen voor het
parlementsgebouw te Ottawa van onze erkentelijkheid en van die van onze
koninklijke familie. Dan hebben duizenden Canadese jongemannen hun leven
gegeven voor de bevrijding van ons land. Zij beten op Walcheren het spit af,
trokken door het Oosten en Noorden van ons land en dwongen ten slotte Blas-
kowitx de capitulatie» af. Wij beseffen, dat wij daardoor een grote ereschuld
op ons hebben geladen, waarvoor een kostbaar schilderij allerminst een af
betaling. op zijn hoogst een schuldbekentenis kan zijn.
TENSLOTTE en dat legt banden des
bloeds tussen beide volkeren is na
de oorlog de mogelijkheid van immi
gratie in Canada sterk verruimd. Zeer
vele landgenoten hebben de hier gebo
den kansen gebruikt. Zij zijn - vaak met
zeer weinig middelen, want aanvanke
lijk werd de uitvoer van kapitaal en ka
pitaalsgoederen sterk geremd naar
gene zijde van de Oceaan getrokken en
vonden daar een nieuwe levensruimte.
Ze hebben het leven daar stellig niet op
een presenteerblaadje gekregen, al wer
den ze over het algemeen zeer goed ont
vangen en met vele waarborgen om
ringd. Ze hebben hard moeten aanpak
ken, maar kregen in ruil voor hun ijver
en hun energie kansen op een welvaart,
die het oude vaderland hun onvoldoende
bieden. Het zijn de besten van ons volk
geweest, die deze weg hebben gekozen,
al zijn er ook, die op dol avontuur der-
MET VRIENDELIJKE BLIKKEN aan
schouwen de bewoners van de
kleine winkelstraat dagelijks hoe de
schooljeugd (niet zo ingetogen als de
heer Van Alphen ons dat wil doen
geloven) naar zijn onderwijs-instituut
trekt. Het is een kleurig en vrolijk ge
zicht; die huppelende kinderschaar,
nog onbewust van de laaghartigheid
en gemaaktheid van de grote-mensen-
wereld. Eerlijk zijn ze, die kleuters en
daarom is het goed hun luchtig spel
te observeren en te overwegen, dat het
kind ons betere-zelf is.
Hoe begrijpelijk is in dit licht de
kreet van ontzetting, die klonk achter
tal van vensterruiten, toen de kleine
Pietertje Zwalksma juist voor het
snoepwinkeltje van de dames David-
son kwam te vallen! Och arme, de dreu
mes moest zich hevig bezeerd hebben.
Zijn jammergehuil drong door tot in
de meest bedompte achterkamers,
waar brave lieden geschrokken uit
riepen: „Een ongeluk!" Het was direct
een hele oploop voor de snoepwinkel
Davidson. In het centrum van de men-
senberg was de bloemetjesjapon van
To Davidson te zien, die met koeste
rende hand de gekwetste Pietertje
over het hoofdje streelde. Haar zuster
Klasien voerde gelijktijdig negerzoe-
nen, ware Jacobs en schuimpjes (vier
voor een cent) aan, die in één zoete
stroom het geopende mondje van Pie
tertje binnenliepen. Toen de hand van
de Samaritaanse Klasien ledig was
kwam de gekwetste overeind en begaf
zich onzeker naar zijn school.
De volgende dag bracht nieuwe
schrik. Wederom stortte er iemand
voor het winkeltje ter aarde. Nu was
het Pimmetje Beukenkamp, die krij
send op het trottoir lag. Onmiddellijk
snelden de dames Davidson weer naar
buiten en troostten het slachtoffer met
strelende handen, Cliever-toffee?s en
de zogenaamde Garibaldi's (tien voor
een cent). Pim had een kwetsuur aan
de knie en werd daarom door ont
stelde schoolmakkertjes weggedragen
Om de hoek echter plaatste men hem
in verticale stand, waarna uit Pimme-
tjes mond keurig de snoepartikelen
werden verdeeld. Er ontstond enig ge
krakeel over de distributie van de
Garibaldi's, want hiervan had Pim er
één bij ongeluk ingeslikt
Achter de vensterruiten begreep
men nu reeds de ongevallen voor de
winkel van de dames Davidson, doch
de goedhartige vrouwen zelf bleven
doorgaan met het verlenen van koste
loze eerste hulp. Elke dag kwam er
iemand te vallen en elke dag was
het verdeling van de buit om de hoek.
Vanmorgen, de twaalfde maal, dat
er iemand voor de winkel zou veron
gelukken, ontdekten de dames David
son de opzet. Voor hun deur werd
hevig gevochten door een achttal kin
deren, waarvan elk schreeuwde, dat
h ij de beurt van vallen had. Verbijs
terd moeten de dames alles aange
hoord hebben. Toen er ten slotte een
slachtoffer was (de roodharige Flipje
Kruispet) ging de winkeldeur open
en verscheen To met een doos- Maar
haar stramme hand voerde geen snoep
goed de kindermond binnen. Neen, ze
nam. de doos en smeet deze woedend
naar de kinderschaar! „Huichelaars!",
rier> ze. De doos bevatte niets, hoe
gretig de kinderhanden ook zochten.
ze werd het bezit van Flipje. We
za9en het kind gaan met het stuk em
ballage. „Ware Jacob" stond erop
TOM.
waarts zijn gegaan en veel meer moei
lijkheden te overwinnen hebben gekre
gen dan bij een goede voorbereiding no
dig was geweest.
Liefde voor het waagstuk.
QOEDE voorbereiding wat omvat
deze zoal?
Zij omvat niet: dat men zich van. te
voren tracht te dekken tegen alle kwade
kansen, die men met mogelijkheid zou
kunnen lopen. Wie naar Canada gaat,
loopt altijd risico's, al zijn die zo groot
niet meer als in het verleden. De immi
granten worden doorgaans in de best
ontwikkelde landbouwprovincies onder
gebracht. De wijze, waarop daar land
bouw en veeteelt worden gedreven, biedt
zeer goede kansen op een behoorlijk
bestaan. Maar men moet toch beschik
ken over wat men in zakenkringen
„1'amour du risque" de liefde voor het
waagstuk op zichzelfpleegt te noe
men. Wie dit waagstuk aandurft en zich
niet door het minste of geringste verlies
uit het veld laat slaan, zal het er na
verloop van enige tijd goed kunnen ma
ken.
Tot de voorbereidingen behoort wel:
goed overwegen, wat men gaat doen.
Nauwkeurig inzien, dat men zich be
geeft naar een land met volkomen an
dere levensopvattingen en gewoonten,
waar men zich zal dienen aan te pas
sen. Men dient ook te beseffen, dat men
een stap doet, waarvan practisch geen
terug mogelijk is. Dat betekent in de
eerste plaats, dat men de taal moet leren
spreken, zodat men zich behoorlijk ver
staanbaar zal kunnen maken. Dat houdt
ook in, dat men dit land moet zien als
zijn nieuwe vaderland, waarheen men
vrijwillig is gekomen. Men dient dus
althans iets te weten van de levensom
standigheden in de verschillende delen
van het land, van zijn klimaat, van zijn
ecenomisch leven, van zijn historische
ontwikkeling, van zijn schoonheid ook.
Een uitstekende leidsman.
W/ELNU: wat dit aangaat is er een goe-
de gids de oudjournalist T. Cnossen,
thans directeur van de Centrale Stich
ting Landbouw-Emigratie. De heer
Cnossen heeft enige malen het land in
alle richtingen bereisd, en in gesprekken
met tal van personen uit alle geledingen
der samenleving en door een uitge
breide documentatie een schat van ken
nis omtrent Canada en zijn mogelijk
heden verworven. Met deze wetenschap
heeft hij reeds heel wat jonge landbou
wers, die het elders wilden gaan pro
beren, ter zijde gestaan.
Hij heeft nu al die kennis samengevat
in een voortreffelijk boek, dat onder de
titel „Canada, land van vrijheid, ruimte
en ontplooiing" is verschenen bij de N.V.
Gebr. Zomer en Keunings Uitgevers
maatschappij te Wageningen. Dit ook
technisch uitstekend verzorgde werk is
zeer belangrijk voor hen, die overwegen,
naar gene zijde van de Grote Haring-
vijver te gaan. Want het geeft, heel een
voudig opgediend, een overvloed van ge
gevens. Cijfers bevat het gelukkig niet
al te veel. Ze zijn slechts gebruikt, wan
neer zij konden bijdragen tot verduide
lijking van het beeld. Maar het boek
geeft wel een goed overzicht van de
historie van het land, en van de om
standigheden, die de nieuwkomer in de
verschillende provincies zal aantreffen.
Bovenal echter is dit boek aantrekkelijk
geworden door het aanstekelijke enthou
siasme van de schrijer voor dit land, dat
reeds zovelen uit ons volk nieuwe mo
gelijkheden bood.
De teneur.
„I AND van vrijheid, ruimte en ont-
plooiing" noemt de heer Cnossen
het. Hij karakteriseert het reeds op een
van de eerste bladzijden als volgt: „Het
is een fascinerend land. dit Canada.
Een onmetelijke uitgestrektheid met
afwisselend hoog- en laagvlakten, mach
tige bergketens, grote rivieren, en dui
zenden meren, een klimaat waarin de
utiersten zich aftekenen, vruchtbare ge
bieden en woeste streken van onder
scheiden schoonheid en karakter, kale
prairies en onafzienbare wouden, ar
moedige toendra's en rijke ertslagen,
land van romantiek en pioniersgeest,
van verbluffende ontwikkeling en harde
levensomstandigheden.
Een werelddeel, meer dan een land.
Een natie van nog geen eeuw oud, en
toch reeds in het eerste gelid marche
rend; een kort verleden, doch vol be
loften voor de toekomst
Vrijheid is in het beeld van de heer
Cnossen niet alleen het ontbreken van
politieke en andere dwang, maar ook
en zelfs meer nog het bestaan van een
levendig besef van persoonlijke ver
antwoordelijkheid, dat het mogelijk
maakt, met betrekkelijk weinig maat
regelen van boven af toch alles op
rolletjes te laten lopen. Er is dus ook
geen staatsvoogdij op allerlei gebied, al
wordt hier en daar de helpende hand
geboden en zijn er wel degelijk belang
rijke sociale maatregelen getroffen
zoals een progressieve kinderbijslag
progressie naar leeftijd en verzorging
bij ziekte. Men kent er nog levensopti-
misme. Men durft er wat aan, omdat
men de kans ziet, zijn doel te berei
ken, en de nodige armslag heeft. Er is
dus geloof in de waarde van het par
ticuliere initiatief en dit wordt dan ook
zoveel mogelijk gestimuleerd, o.m. door
een belastingpolitiek, die uitgebreide
investering mogelijk maakt.
Investeringen van overheidswege in
het bedrijfsleven zijn slechts zeer be
scheiden van omvang. Aandacht voor
allerlei belangrijke plannen is er vol
doende, doch de overheid huldigt het
standpunt; eerst het volk en dan de
staat.
Grote welvaart
j_|ET LAND vaart er wel bij, al laten
de omstandigheden daar zich niet ver
gelijken met de onze. Zo is er ruimte,
niet alleen in het landschap, maar ook
in het economische leven men eert
de grote figuren uit handel en industrie
meer dan die uit de politiek, omdat zij
het per slot van rekening zijn, dia de
middelen verschaffen voor een mate
riele verrijking van het leven.
Mogelijkheden zijn er nog meer dan
voldoende. Grote gebieden moeten nog
worden ontsloten, voor landbouw en
industrie is er nog ruimte genoeg om
zich verder te ontwikkelen. Ook op
cultureel en algemeen geestelijk terrein
valt er nog zeer veel te doen. De bewo
ners en hun regering zien de kansen
en zijn vastbesloten, die te gebruiken.
Daarom worden er op het ogenblik dui
zenden mensen van buiten aangetrok
ken. Zij kunnen, door ontplooiing van
eigen energie en activiteit, in belang
rijke mate bijdragen tot de verdere
ontplooiing van dit land.
Dit is dunkt ons de teneur van
Cnossens boek. Hij heeft echter niet
volstaan met de uitwerking ervan. Hij
heeft ook een enthousiaste beschrijving
gegeven van de schoonheden van het
land en van het leven der bevolking.
Zijn boek is ook een waarschuwing. Wie
deze ter harte neemt, komt goed besla
gen ten ijs, wanneer hij naar Canada
gaat. En tenslotte: het boek bevat een
grote collectie prachtige foto's. Deze
vormen op zichzelf een enthousiast en
overtuigend pleidooi voor de grote stap.
Het gevoel voor humor bij onze
lezers wordt kennelijk nog niet ge
dood door de tijdsomstandigheden.
Dat blijkt uit een briefje:
„Weet U wat een „ja-knikker"
is? Een fractie-leider van een onzer
politieke partijen? Een ambtenaar
ten departemente? (Die zal eerder
nee-knikken, dachten wij zo! W.)
Niks hoor: het is zo'n oliepomp in
de Drentse velden, in de buurt van
Coevorden en Schoonebeek. Het
bovenstuk gaat gestadig op en neer.
Vandaar die naam. Apropos, zij
boren in totaal zowat 2 millioen
liter aardolie per dag op"
Dat weten we dus alweer. Over
weten gesproken:
1 Het Romeinse rijk heeft veel
beroemde en evenveel beruchte
keizers gekend. Hoe heette nu
de eerste en hoe de laatste van
deze reeks van keizers?
2 Uit welke bestanddelen bestaat
beton?
3 Waar wordt in ons werelddeel
Europa nog steeds Arabisch ge
sproken?
4 Hoe luidt de naam van het be
roemde en grootste opera-ge
bouw in New-York?
5 Een belangrijk onderdeel van de
amusements-muziek is de even
zo zeer verguisde als verheer
lijkte: „Jazz". Waar komt deze
naam eigenlijk vandaan?
6 Een heerser in Turkije werd sul
tan genoemd. Wat wordt er nu
bedoeld, wanneer men over een
„Sultana" spreekt?
7 Naar wie of wat is het genees-
en verdovingsmiddel: morphine
genoemd?
A Het kortschrift dat wij: steno
grafie noemen, is in onze snelle
tijd al lang onontbeerlijk ge
worden. Maar wat is eigenlijk:
„steganographie"?
9 Is het mogelijk om óp water te
lopen?
10 Dat wij met het woord: boeka
nier, een vrijbuiter aanduiden,
is ongetwijfeld iedereen bekend.
Maar wat is de oorspronkelijke
betekenis van dit woord
(Voor de antwoorden zie men
ons blad van Dinsdag.)
Gromyko op weg naar de duizendste zitting van
plaatsvervangers te Parijs
de vergadering der
Bloemenweek mei attracties
(Van onze Haagse redacteur)
[JEN HAAG GAAT van 30 Juli tot en
met 4 Augustus de bloemetjes bui
ten zetten. In het nette natuurlijk.
Want alles wat Den Haag doet, is over
wogen en beschaafd! Een week lang
zal alles samenwerken gemeente
bestuur, bloemenkwekers, vellingen,
verenigingen, het bedrijfsleven en par.
ticulieren om de residentie in een
bloemenstad te herschapen. Het is
voor de eerste keer, dat Den Haag op
deze wfjze zijn attractiviteit verhoogt
en poogt landgenoten en vreemdelin
gen naar zich toe te trekken en de
stadgenoten op te vrolijken. Het zal
zeer vermoedelijk niet de laatste maal
(Van onze correspondent te Londen)
J^OLONEL G. A. TOKAJEV, tot 1948 in dienst bij de heer J. Stalin in Moskou,
maar thans woonachtig in Londen, heeft zich sinds kort niet meer af te vra
gen welke plaats zijn naam inneemt op de zwarte lijst van het Kremlin. Boven
aan! Met zes prioriteitssterren voor liquidatie. Van de hand van deze voormalige
Russische stafofficier, een van Stalins beste luchtvaartexperts, die In 1948 naar
Engeland wist te ontsnappen, is in Londen zojuist een boek verschenen over de
oorlogsplannen van het Kremlin. De titel van het boek is „Stalin beraamt
oorlc- De inhoud is dynamiet.
Het EERSTE wat men zich afvraagt,
is uiteraard, waarom deze man, die
zijn hele leven communist is geweest,
die op het hoogtepunt van een bril-
lante militaire loopbaan stond en een
persoonlijke gunsteling van Stalin
was, uit Rusland is weggelopen.
Het antwoord hierop geeft de kolonel
in zijn eigen woorden. „Stalins régime",
zo vertelt hij in zijn boek, „werd voor
mij onhoudbaar om slechts één reden.
Hoe hoger ik opklom, des te duidelij
ker het mij werd, dat het gehele régi
me gebaseerd is op leugens en bedrog
en op de totale onderdrukking der
persoonlijke vrijheid. Op een gegeven
ogenblik werd het mij te machtig. Met
mijn vrouw en kind reed ik in 1948
uit Berlijn de Westduitse zone binnen.
Zonder hindernissen, met mijn officiële
pas in mijn dienstauto. Het was geen
sensationele vlucht; de eenvoudigste
weg is dikwijls de beste".
Er schijnt weinig reden te zijn, om
aan de oprechtheid van Tokasjev'i ont
hullingen te twijfelen. Hij heeft de uit
gebreidste, waardevolste inlichtingen
verstrekt aan de Westerse militaire
autoriteiten. In zijn zojuist verschenen
boek loopt door elk hoofdstuk een
dringende waarschuwing aan de vrije
wereld, dat de Sowjet-„vredes"cam-
pagne slechts een kolossale camou
flagestunt is en dat Stalin in werke
lijkheid in koortsachtige haast de laat
ste hand legt aan zijn oorlogsplannen,
die hij in 1952 ten uitvoer wil bren
gen.... tenzij het Westen de bewape
ningsrace wint.
In hoeverre de gedetailleerde be
schrijving van deze plannen door de
kolonel juist is, zal nog moeten blijken.
Zij kunnen immers wel weer veran
derd zijn sinds zijn vertrek uit het
Kremlin in 1948.
Wat doet het Kremlin?
De waarde van het boek ligt echter
in de grimmige, maar fascinerende
onthullingen over hetgeen zich afspeelt
binnen de muren van het Kremlin.
Kolonel Tokajev verhaalt, hoe hij op
een dag door Stalin in het Kremlin
ontboden werd voor een bespreking
over een nieuw type raketvliegtuig.
Dit was oorspronkelijk door de Duitse
geleerde Sanger voor Hitier ontwor
pen. maar de constructie er van was
nooit uitgevoerd. Het betrof een ont
werp voor een automatisch bestuur
baar raketvliegtuig, dat lange afstan
den zou kuqnen afleggen op een nog
nooit bereikte hoogte, met enorme
snelheid. Op dat tijdstip was Rusland
zelf nog wat ten achter met de ont
wikkeling van raketten.
Nadat Stalin het ontwerp van San
ger aan Tokajev en enige andere hoge
officieren had voorgelegd, had de kolo
nel er op gewezen, dat er eerst nog
veel voorbereidend onderzoekingswerk
verricht moest worden, alvorens men
tot het bouwen zou kunnen overgaan.
Stalin stopte zwijgend een nieuwe
pijp, stak hem langzaam aan en ant
woordde: „Natuurlijk is het nodig om
het studiewerk voort te zetten. Dat kan
in elk geval gebeuren. Maar we heb
ben die Sanger-vlieguigen dringend
nodig en daarom moet op staande voet
met de constructie begonnen worden".
Malenkow, die eveneens aanwezig
was, had er in enthousiaste woorden
op gewezen, dat dit type vliegtuigen
non-stop heen en weer over de Atlan
tische Oceaan zou kunnen vliegen.
„Juist", had Stalin hierop geant
woord, dat is de bedoeling en zodra
wij deze vliegtuigen geconstrueerd
hebben zullen we 'n heel ander mondje
kunnen openaoen tegen die meneer-
de-winkelier Harry Truman. Dan zul
len we hem eens goed op zijn plaats
zetten. Tokajev, ik gelast je om onmid
dellijk met de constructie van het San-
ger-vliegtuig te beginnen".
Binnen vijf minuten werd ter plaatse
een wetsontwerp In elkaar gezet, dat
de benoeming inhield van kolonel To
kajev als vice-voorzitter van een spe
ciale raad van ministers, om het San-
(fer-plan ten uitvoer te brengen. Aan
het hoofd van deze speciale raad stond
generaal Serov, de gehate ondercom-
mandant der poütte,
Wat wil het Kremlin?
„Na mijn eerste twee bezoeken aan
het Kremlin", aldus schrijft kolonel
Tokajev in zijn boek, „was ik er van
overtuigd, dat Stalin's doel de beheer
sing der gehele wereld was, de totale
onderwerping der ganse mensheid aan
een handjevol dictators in het Krem
lin".
Maar de kolonel had geen keus. Hij
moest zijn werk voortzetten aan de
constructie van de Sanger-vliegtuigen.
Weigering zou slechts de kogel bete
kend hebben. Zijn besluit was echter
genomen: hij wilde naar het Westen
vluchten, zodra hij er kans toe zou
zien.
Zijn werk aan het Sanger-plan
bracht mee, dat hij dikwijls naar Ber
lijn moest. Daar kwam hij in veelvul
dig contact met Vasili, de zoon van
Stalin, die hij beschrijft als een „her
senloos stuk pedanterie".
Tokajev vertelt, dat hij dikwijls zag,
hoe Duitse geleerden ontvoerd en ge
marteld werden, indien zij weigerden
te werken voor de Russische oorlogs
industrie.
„Op zekere dag in Berlijn", zo schrijft
hij, „waarschuwde ik Vasili, Serov en
enige andere hooggeplaatste collega's,
dat de door hen beraamde ontvoering
van de Duitse geleerde Prandtle uit de
Britse zone, waarschijnlijk een offi
cieel Brits protest tengevolge zou heb
ben.
„Onder een stortvloed van scheld
woorden aan het adres van de Britten,
ging Vasili voor mij staan en zei: „To
kajev, wat kunnen mij die Britse pro
testen schelen. Je lijkt zelf wel een
verd.... liberaal, zo'n drukte als je
maakt over dergelijke kleinigheden.
De Britten zullen nog gelegenheid ge
noeg krijgen om anders te piepen, na
dat we hen op hun eerbare kaken zul
len hebben geslagen. En onthoud goed,
het zeewater reikt slechts tot de knie
van het Rode Leger".
Tokajev geeft vervolgens een indruk
van de tactische plannen van het
Kremlin. Hij zegt, dat Stalin vastbeslo
ten is, eerst heel Duitsland te verove
ren. Deze manoeuvre zal vermoedelijk
voorafgegaan worden door een Rus
sisch voorstel aan de Westerse gealli
eerden om alle bezettingstroepen uit
geheel Duitsland terug te trekken.
„Laat het Westen op zijn hoede zijn.
Het aannemen van een dergelijk Rus
sisch voorstel zou zelfmoord zijn voor
de vrije wereld. Dit betekent echter
ook niet, dat Stalin géén aanval zou
lanceren zolang de Westerse landen
hun bezettingslegers in Duitsland hou
den. Stalin Is van plan om in 1952 het
startschot te lossen voor de grote Rus
sische aanval. Slechts een tot de tanden
gewapend West-Europa sou het Krem
lin van een dergelijke aanval kunnen
doen ahdeo".
zijn, want zo mogelijk wil het bestuur
van de Stichting „Den Haag-Bloemen
Zee" dit bloemenfeest tot een jaarlijks
terugkerende gebeurtenis maken.
[JE GEMEENTE zal op ruime schaal
bloembakken op straten en pleinen
plaatsen, de plantsoenen extra verzor
gen, versieringen aanbrengen aan lan
taarnpalen en trammasten, de toegangs
wegen tot de stad met bloemen ver»
fraaien en bijzondere aandacht beste
den aan de wegen, waarlangs op 4
Augustus een bloemencorso zal trek
ken.
Aan de stations en op de toegangs
wegen. alsmede op enige pleinen zal
dank zij de voortreffelijke medewer
king van de bloemenveilingen in het
Westland aan de burgerij een eenvou
dige corsage worden uitgereikt, waar.
voor jeugdorganisaties worden inge
schakeld.
Een bijzondere aankleding krijgen
de school- en kindertuinen. Uit die
tuinen zullen de jongens en meisjes
op 3 Augustus naar een bepaald punt
in de stad bloemen dragen om daarvan
een mozaiek te leggen.
Aan het grote bloemencorso, waar
van een de gehele week regerende
bloemenkoningin het middelpunt is,
staat de deelneming voor het gehele
land open. Waarschijnlijk zal de stoet
ongeveer vijf kilometer lang worden.
Het beginpunt ligt in het centrum
van de stad en het eindpunt op de bou
levard in Scheveningen, waar een
bloemenregen op de toeschouwers zal
neerdalen. De organisatoren hebben
ook gedacht aan internationale deelne
ming en zullen daarom de verschillen
de ambassades verzoeken een versier
de wagen of auto in de stoet te doen
mederijden.
Aan het bloemenfeest zijn enkele
wedstrijden verbonden. Het program
ma vermeldt voorts een bloemen
volksconcert in het Kurhaus, een bloe-
men-sterrit van versierde bromfietsen,
een ruiterfeest in het Westbroekpark,
een demonstratie van bereden- en mo
torpolitie in dat park, een bloemen-
sterrit van de Kon. Ned. Motorrijders
Vereniging, een bloemen-vuurwerk op
Scheveningen, wedstrijden van ver
sierde kinderfietsen en tot slot grote
bloemenbals op een aantal plaatsen in
de stad.
Lied van de week
DEZE WEEK heb ik het blijde
Nieuws eens uit de krant gepikt,
Want waarom de narigheden
Altijd extra aangedikt?
Holland won, wat niets te veel is,
Met 54, dank zij Van Melis,
Kraak en Abe enzovoort.
Het was prima, op m'n woord
Een niet minder blijde tijding
Was de komst in 't vaderland
Van de walvisvaarder Barendsz,
Vol met traan, tot aan de rand.
De belastingambtenaren
Kunnen zoveel niet vergaren
Met hun ainslagen, al wordt
Daarbij óók veel traan gestort
En wat zegt ge van het woordje
„Vrede", dat ik óók al las?
'k Kon mijn ogen niet geloven.
Dacht dat 't een Aprilmop was.
Ja, men wil er over priten,
Doch dat zal alleen maar baten
Wanneer eind'lijk dat gepraat
Omgezet wordt in de daad
Onze Prins houdt Hollands kleuren
In het buitenland weer hoog.
Overal een blijde inkomst,
Wdar Hij zich ook maar bewoog.
Heus, Hij wordt bijkans verlegen
Onder d' onderscheidingsregen.
Holland houdt zich maar weer goed
't Is de Prins die het 'm doet!
En ten slotte zag ons landje
(Niemand dacht meer dat het kon)
Na een reeks van regenweken.
Eindelijk weer eens de zon.
En zo is maar weer bewezen,
Dat men óók de krant kan lezen
Met een glimlacht; waar of niet?
t Iz maar hoe men het beziet
JABSON