Bron met radiumhoudend water bij f V oorjaarssymphon
„Essenburgh teHierden
„Een vrouw van slechte reputatie"
ie in een zonnige
Het
AMSTERDAMS PODIUM
De Danser in de Middag
nieuwe
boek
Monniken gaan oude heilbron op
Ik heb m'n vriend
verloren
de Vel uwe exploiteren
Het water bevroor niet
straat j
Jean Kent in een
prachtige I i I
HIJ WAS nog heel jong. Zó jong, dat
z'n huid dof-glanzend was, gaaf en
lichtbruin. Dat bruin van jonge klap
pers, die nog lang aan hun tros zullen
hangen. Zijn tanden leken op het witst
ivoor en zijn ogen waren wijd open en
zagen niemand.
(Van res.-eerste-luitenant Van Dussel)
JK HEB mijn vriend verloren. Wij heb
ben allemaal wel een vriend verloren
In deze maanden, maar ieder voelt rijn
eigen verlies natuurlijk het zwaarst.
Zo maar op een morgen kwamen ze
het me vertellen-, dat ie dood was
Eigenlijk wist ik het wel, want een
voorgevoel had me gezegd, dat hij dit
niet overleven zou. Gek is dat, maar
het is waar. In Nederland heb ik voor
zijn vertrek een foto van hem ge
maakt, een heel grote met een blanke
lijst eromheen. Vanwege het voorge
voel misschien, ik weet het niet
meer.
Twee jaar geleden werd hij gewond
In Indonesië. Ze schoten hem achter
zijn mitrailleur vandaan en z'n arm
was niet veel meer. Anderhalf jaar
Holland, anderhalf jaar in een zieken
huis. We waren daar samen al die
tijd, praatten veel en leerden elkaar
beter kennen. Zo werden we grote
vrienden. Hij had geen plannen zei
hp maar hij wilde het eigenlijk
niet zeggen. Australië was zijn wens;
emigreren, zelf iets opzetten daar,
geld verdienen en trouwen.
Als eerst die arm maar beter
was De arm werd beter, ook
door zijn ijzeren tril, er iets van te
maken. Toen demobiliseerde hij.
«r MAAND was e burger, toen
kwam Korea. „Ik moet erheen",
zei hij alsmaar, „ik moet erheen".
Het was zijn geloofszaak. En hij meld
de zich. Een ongeluk deed hem bijna
thuisblijven, hij kreeg een hersen
schudding. Toen ik hem opzocht, zei-
te tegen me: „Doe wat je kunt om me
mee te krijgen. Probeer het, ik wil zo
graag. Vraag het. Laten ze me niet
alleen laten." Hij is meegegaan. Ze
droegen hem aan boord. Hij lachte.
Hij lachte altijd, maar nu helemaal,
vanwege de kleine overwinning op de
autoriteiten. De hele reis lag-ie in bed,
beneden in de ziekenzaal
Altijd opgewekt, altijd vrohjk.
lachend, monter en vol levenslust:
Even voor Pusan kwam hij voor
het eerst aan dek, bleekjes en wat
mager. Maar de ogen stonden helder
blauw en lachten als van ouds.
In Korea werd-ie sergeant van een
mitrailleur-peleton. Het werd zijn
peleton. Iedereen was wild over zo'n.
commandant. Altijd behulpzaam, altijd
begrijpend, altijd vooraan als er wat
was. Niet dat hij het gevaar onder
schatte, maar omdat hij wist dat nie
mand gaat als het zijn beurt niet is
N cr IS hij dood. Het peleton mist
hem meer dan ooit en zal hem
blijven missen. De lachende vrolijke
kop met het rode haar zal nooit meer
bij ons zijn. We hebben alleen zijn
figuur voor ogen, zijn karakter, zijn
kameraadschap.
En een foto uit de krant uit Neder
land de foto van de blanke lijst,
die nu in de voorkamer hangt.
En in Pusan staat een kruisje op een
heel groot kerkhof. Een helder wit
kruisje met een blikken bordje erop,
waarin de letters hard en onverbid
delijk gestansd staan, onuitwisbaar:
WIM SONNEMANS.
Ik heb mijn vriend verloren.
Wij
hebben allemaal een vriend verloren
in deze maanden, maar ieder voelt zijn
eigen verlies natuurlijk het zwaarst
(Van onze correspondent)
QP DE GOLVENDE VELTJWE ligt onder Hlerden bij Harderwijk, bet oude
holten „De Essenburgh", Juist enige honderden nieters van de drukke ver
keersweg Amersfoort-Zwolle en in de onmiddellijke nabijheid van het IJseimeer.
Nog sijn in het Velnwe-landsehap de sporen te rien, door de gietschers ta de
IJsttjd daarin getrokken. Geologen vinden hier een rijk studie-materiaal. Een
verzameling van prae-historische Veluwse gebruiksvoorwerpen werd enige tjjd
geleden nog geschonken aan de Oudheidkamer „Twente", ter plaatsing in het
Rijksmuseum Twenthe te Enschede. In de barre winter van 19291930 werd nog
een andere belangrijke ontdekking gedaan. In deze strenge winter, toen alle
water bevroor, zelfs dat van de Zuiderzee, bevroor de vijver op De Essenburgh
niet. Bij onderzoek bleek, dat twee bronnen met radiumhoudend water in dese
vijver hiervan de oorzaak waren. De huidige bewoners van „De Essenburgh", de
Witheren van de Abdij Berne te Heeswijk in het Brabantse land, gaan nu dit
heilzame water in sierlijk donker-groene flessen in de handel brengen.
senburgh lustig door, zodat het de be
langstelling trok van de toenmalige
bewoonster mevr. GoekoopDe Jongh.
Geen vliesje kwam er op deze vijver
en in de vroege morgenuren kon men
er een lichte damp als een nevelach
tige adem overheen zien strijken.
Dit was een bewijs voor een bijzon
dere temperatuur van het water, die
boven het vriespunt moest liggen en
daarboven bleef.
Nadere onderzoekingen gaven een
constante temperatuur van 9 i 10 gra
den Celsius boven het vriespunt aan
Bij chemisch onderzoek bleek het wa
ter uit de bronnen radiumhoudend te
zijn. Hoewel mevr. GoekoopDe Jongh
aanvankelijk grote plannen koesterde,
hetgeen onder andere bleek uit de te
kening voor de bouw van een kurhaus
en een mineraalwaterfabriek, welke
ontwerpen ons werden getoond door
pater dr. Ambrosius Pennings. bleef
het heilzame bronwater jarenlang on
gebruikt wegvloeien.
Uit rapporten van onderscheiden la
boratoria. o.a. die van de Polytechni
sche Hogeschool te Delft en van de
Vrije Universiteit te Amsterdam, blijkt
dat in het water duidelijk een radium-
emanatie aanwijsbaar is. naast de aan
wezigheid van calcium, magnesium, na
trium. sulphaat en carbonaat.
De Witheren, niet rijk aan geld en
goed. hebben hierop besloten het wa
ter aan de bron te bottelen en aan de
man te brengen als Essenburgher Bron
water.
Een tweede Karlsbad?
Het lijkt een beetje gewaagd om
reeds nu van een tweede Karlsbad te
spreken, maar pater Ambrosius. onder
wiens waakzaam oog de voorberei
dingen werden getroffen, is, dank zii
de officiële raporten. zeer enthousiast,
temeer daar het gehalte van het Es-
senburgher Bronwater, overeenkomt
met de Sprudelbron te Karlsbad.
Tot nu toe werden alleen radium-
houdende, geneeskrachtige bronnen in
het buitenland- gevonden. Het water
van deze bronnen, ook in Nederland
gebruikt, kost ons land deviezen, die
mogelijk straks op andere wijze aange
wend kunnen worden.
Een gedeelte van het koetshuis van
De Essenburgh werd in korte tijd om
gebouwd tot een minatuurfabriek.
waarin een impraegneermachine. een
flessenspoelmachine, een automatische
vulmachine en een kroonkurkmachine
hun vaste plaats reeds hebben gevon
den.
Werk zal er voldoende voor zijn.
want de bron het zijn er twee naast
elkaar geeft 400 liter water per uur
ESSENBURGH heeft een rijk
verleden. Een oude weg loopt langs
dit voormalig adellijk slot en wel "ie
Noordelijkste der drie Hessenwegen,
die eens van de IJssel naar het aloude
Utrecht voerden.
Witgehuifde karren kwamen er des
tijds over, waarvan het klare geluid der
haambellen door de schemering der
bossen rinkelde. Komende van Nun-
speet stond men bij een draaiing in de
weg plotseling voor een sterke ridder
burcht. Men verhaastte dan zijn schre
den, want er werd niet veel goeds ver
teld van die kastelen op de Noordelij
ke Veluwe
De meeste zijn ondergegaan, maar
„De Essenburgh" staat er nog, zij het
dan in andere vorm, dan welke oude
afbeeldingen laten zien.
En aan zijn geschiedenis is nu een
nieuw hoofdstuk toegevoegd, sinds
Augustus 1950 de witte monniken van
Sint Norbertus het oude slot zijn gaan
bewonen.
Thans is „De Essenburgh" een
burcht van gebed en offer geworden
na jaren in het grijs verleden dienst te
hebben gedaan als een ridderburcht.
Na gedurende eeuwen in het bezit te
zijn geweest van de geslachten Van
Wijnbergen en Van Wenckom kwam in
1922 ..De Essenburgh" in openbare vei
ling en wel in 40 percelen, waardoor
het landgoed geheel versnipperd werd.
Het huis werd gekocht door mevrouw i
GoedkoopDe Jongh, die geleidelijk
aan verschillende landerijen terug
kocht. zodat het weer een statige be
zitting van 33 ha werd. In 1929 liet zij
het kasteel van binnen grondig re
staureren en moderniseren, in de me
ning. dat haar geslacht er lange tijden
zou wonen. Maar het is anders gelo
pen. Reeds in 1942 kwam er een nieu
we eigenaar op ,.De Essenburgh", de
heer Carp. die kort daarna ons land
verliet. Toen raakte het kasteel leeg,
tot Duitsers, vluchtelingen en Canade
zen er tijdelijk gehuisvest waren.
In begin 1950 werd het aangekocot
door de Norbertijnen van Berne te
Heeswijk. waarmede de Witheren te
ruggekeerd zijn in deze streken, 'waar
zij in de middeleeuwen eens zo talrijk
waren.
De bronnen met heilzaam water.
En thans zfjn het deze bewoners
van „De Essenburgh die een ontdek
king, in de barre winter van 1929—
1930 gedaan, gaan exploiteren. Toen
het water van Noord- en Zuiderzee
zelfs bevroor, kolkte en borrelde het
in een der vijvers van de oude Es-
Joh. Fabricius:
trokken voorbij".
poid, Den Haag.
..Komedianten
- Uitg. Leo-
Van de beroemde trilogie van Johan
Fabricius, bestaande uit „Komedianten
trokken voorbij", „Melodie der Verten"
en „De dans om de galg" verschijnt bij
H. P. Leopolds Uitgeversmij. thans een
geïllustreerde editie. Het eerste deel
kwam reeds van de pers: met tekenin
gen van Karei Thole, die prachtig bij
Ce tekst aansluiten en overigens in een
uitnemende typografische verzorging.
Wat de inhoud van het boek betreft,
kunnen wij volstaan met te verwijzen
naar de faam. die het terecht verwierf
en naar het feit, dat het bekroond
werd met de Van der Hoogtprijs van
de Maatschappij voor Nederlandse
Letterkunde. Het behoort tot het beste
proza, dat ooit in Nederland verscheen
F EN BIJZONDER BOEIENDE, uiterst
knap gemaakte film is „The wo-
man in question" („Een vrouw van
slechte reputatie".) Op het eerste ge
zicht schijnt deze Engelse rolprent niet
meer dan een gewone, suggestief ver
tellende politiefilm, maar na de eerste
paar honderd meters wordt het de
toeschouwer duidelijk, dat hij hier met
een in het genre van dc thriller uit
zonderlijk product te doen heeft: een
film die in haar verhaal een intense
zeggingskracht bereikt, een film, die
zonder zich pretenties aan te mati
gen bepaald verder reikt dan de
oppervlakte en door de intelligentie
waarmee het onderwerp aangepakt
werd, door haar natuurlijkheid en ver
bazingwekkende innerlijke expressie
in seer positieve filmtaal, recht heeft
op het praedicaat: filmkunst. En dit is
dan geen filmkunst van ivoren torens,
die slechts door enkelen te genieten
zou zijn, maar filmkunst in een vorm
welke rechtstreeks spreekt tot de ge
wone bioscoopbezoeker, die van een
film niet meer verwacht dan dat ze
hem verstrooiing zal bieden.
DE TITEL „The woman in question"
slaat op een jonge vrouw, wier le.
ontmaskering van de moordenaar: zijn
motief is de rechercheurs wanneer zij
de vijf verschillende visies aan elkaar
gepast heboen. reeds duidelijk ge
worden.
JN DIT OPZICHT laat de film de toe-
Schouwer vrij spel. De rechercheurs
op het filmdoek hebben op hem geen
enkele voorsprong: wat zij ontdekken,
komt ook de toeschouwer steeds on
middellijk te weten en hij kan dus zijn
intuïtie en fantasie bij deze film vol
komen uitleven op zoek naar de moor.
denaar. Als speurdersfilm is „The wo
man in question" uitstekend geslaagd.
Maar er valt veel meer te bewonderen
aan deze rolprent. Het scenario van
John Cresswell is reeds origineel, de
uitwerking ervan bovendien verras
send intelligent. Iedere visie is met
knap psychologisch inzicht getekend,
zonder overdrijving en tot in ieder de
tail raak.
Het is ook de camera-voering, die
deze film haar kracht geeft door tel
kens details te belichten, die dan
>n een zeer knappe beeldmontage
relief geven aan de verschillende in
het verhaal betrokken figuren. Zo gaan
een zuster van de vermoorde, naar een slechts een lui, sensueel en onbetrouw- de levenloze objecten een taal spreken
VRAAGT ZICH AF welk vreemd en duister lot die Balinese danser naar
Holland had gevoerd, van het hete, zondoorstoofde Bali naar een ijskoud
Holland in de lente. En men vraagt zich af wat voor 9«ort motieven zulk een man
gedreven moet hebben, om in dit land en voor dit volk te gaan dansen. Te dan
sen zoals hjj op Bali danst. Met alle attributen van daar ook hier om zich heen.
Behalve de zon. de gouden maan, de wit-doorhuiverende branding en de demo
nen. Wü waren in het Indisch Instituut om een foto te halen van een Makas-
saarse prauw. Toen we weer weg wilden gaan bloeide er ergens in het Instituut
muziek op. De muziek, waarop de man van Bali ging dansen. Zo maar. op een
doordeweekse middag, zonder publiek en zonder aankondiging.
dansende vuurvliegen tussen de avond
en de morgen. En met tempelklokken
De zeeman (John McCallumziet in Astra Jean Kent) een door haar
moeilijke levensomstandigheden wat verhard maar rechtschapen meisje.
venswandel niet geheel onberispelijk collega-varieté-artist en naar een zee- baar wezen en de zeeman kende haai' vatl grote psychologische indringings-
ïou kunnen heten. Ze geeft zich vooi
waarzegster uit, noemt zich Astra, be
woont een etage ergens in een volks
wijk. waar ze met weinig mensen con
tact heeft en is aan het begin van dt
film reeds ter ziele: vermoord. De po
met wie ze bevriend was. uitsluitend als een in moeilijke om- kracht: een meesterlijk, harmonisch en
En deze verhoren vormen het eigen- standigheden levend maar rechtscha- wet goede smaak vervaardigd staaltje
Hjke, zeer verrassend behandelde the- pen meisje. De nogal buitensporig filmkunst, waarmee de maker Anthony
ma van de film. Want zomin als in hel schijnende tegenstellingen passen els Asquith zich doet kennen als een re-
dagelijks leven een absolute waarheid de stukken van een legpuzzle in elkaar gisseur van groot formaat,
zich manifesteert, zomin ook geven en tezamen leveren ze een volledig Jean Kent speelt de rol van de ver
litie vindt eigenlijk geen aanknopings- deze vijf getuigenverklaringen, die te- beeld van de vermoorde. Nu is het moorde vrouw, eigenlijk dus vijf rol-
Punten, die iets kunnen onthullen over
de identiteit van de moordenaar en
begint met het gewone routine-onder
zoek: iedereen uit de buurt, die ook
ugblikken op het leven van de ver- echter ook zo. dat de visie die men op len, want vijfmaal komt een andere
moorde, hetzelfde beeld van deze een ander heeft ook op zichzelf terug- kant van het karakter dezer figuur in
vrouw: iedere visie is immers subjec- slaat. De vijf verhoren geven niet al- het licht. Zij doet dat met een talent
tief en ieder ziet slechts een deel van leen een beeld van de vermeorde, dat men bij deze tot dusver slechts
maar iets afweet van het leven der de waarheid. In de ogen van haar zus- maar uit iedere visie komt ook een voor ongecompliceerde en onbelang-
ter is Astra een brutale slet, in de beeld naar voren van de getuige zelf. rijke rollen gebruikte actrice nooit
ogen van de werkster een nobele dame; En de krampachtigheid, waarmee een vermoed zou hebben, verrassend scherp,
vermoorde vrouw, wordt gehoord
Eerst de werkvrouw en de vogelhande
laar, die voor haar karweitjes plach- de vogelhandelaar adoreerde haar als der verhoorden de verklaring steeds natuurlijk en beheerst, met sober ac-
ten oo te knappen en hun verklarin- een hulpeloos, huiselijk vrouwtje, haar enigszins ten gunste van zichzelf tracht ceat.
gen l«iden da racharchauf* waar aaarcrilega *c »x -partner zag ia haai ta klauren, leidt taa «lotte naar da LONG-SHOT.
Hij droeg een kostbaar kleed, een*
kleurige slendang en rondom het
hoofd, de benen en de armen klemden
zich gouden banden. Hij was, zoals hij
daar stond en nog even aarzelde om te
beginnen, een koninklijke figuur.
Hij fluisterde en legde daarna snel de
vergulde waaier voor zich neer op 't
podium. En toen schoven z'n voeten
naar voren. Hij danste.
Ik weet niet wie die man van Bali
was. Ik hoorde later z'n naam, maar
het was een naam zoals er honderddui
zend Indische namen zijn. Ik zag hem
alleen dansen in de middag en probeer
de de zin van die dans te begrijpen.
Het bleef een poging. Die zin ontging
me volledig en tótaal, heel dat halve
uur. Ik zag eigenlijk ook alleen maar
z'n handen. Die handen waren tegelijk
menselijk en onmenselijk. Menselijk
van warmte, uiterste tederheid en ge
hoorzaamheid aan het hart van die man
waarnaar ze luisterden. En onmense
lijk.. omdat men niet begrijpt dat zulKe
dingen mogelijk zijn met gewone han
den. Die de ene maal jonge vogels wa
ren, losgelaten uit het nest, fladderend
en klapwiekend, aanvlerkend en weer
wegvlerkend, angstig en overmoedig,
timide en tóch vol laaiende lust tot le
ven. En diezelfde handen waren ook
kleine, felle reptielen, schuwe hagedis
sen en spiedende schorpioenen. Uit
schietend en terugtrekkend. En die
handen waren als gesplitste tongen van
adders en slangen, bliksemend en flit
send.
Zo danste die man van Bali voort.
Verloren in zichzelf en eindeloos ver
boven de eenzaamheid van dat middag
uur. Hij was verbijsterend los van de
aarde, toen hij danste. Hij hoorde niets
van het verre, donkere geruis van de
stad. En niets van de mensen die over
de galerijen .an 't Instituut schuifel
den. En niets van die twee donkere he
ren. die zich dicht bij 't podium neer
zetten, en het aan zagen.
Wie zo danst, die is in zichzelf terug
getreden en danst in zichzelf en voor
zichzelf. Ik denk dat de man zich naar
Bali danste. Zijn eigen eiland met
pagoden. Het eiland in de branding,
die wit is als verstoven poedersuiker
Met de wilde, schorre roep der hanen
in de morgen en de hijgende muziek
tui het ctcsdonkoor ia de wroad. Met
en zwaar luidende gongen. En met
overal de schaduwen en schimmen der
demonen.
Men herinnert zich andere dansers.
Kurt Jo; s. Sadler Well's ballet, Monte
Caiio - b t. En men probeert verge
lijkingen te maken. Maar geen van hen
danst zoals déze man van Bali. Geen
van hen vermocht zich zó los te ma
ken van eigen aardsheid als deze on
bekende dromer in de namiddag van
een Hollandse lente.
In welke wonderlijke, ondenkbaar-
verre wereld was die man die middag?
Op welke horizon richtte hij z'n blik
en waarheen voerdfr hem die dans?
Noch die wereld, noch die kim kreeg
ik te zien, daar achter mijn pilaar. En
het bleef tot aan het einde vreemd en
ondoorgrondelijk.
Ten slotte greep hij de vergulde
waaier en danste daarmee weg. En het
was of hij ontwaakte en zich plotseling
bewust werd van de plaats waarop hij
danste. Er was een fractie van een se
conde verwarring en ontwaken. Toen
grepen z'n vingers, de haast los aan de
handen zittende jonge vogels en rappe
hagedissen, in de strakke snaren van
een instrument en plukten daar wat
klanken uit. Hij keek de twee mannen,
die waren komen luisteren en kijken,
aan. glimlachte en, zoals een windvlaag
in de middag ineens wegstuift en niels
meer achterlaat dan de herinnering
eraan, zo was die man verdwenen ach
ter de pilaren van het Instituut.
J^E ACHTERMIDDAG was op datzelf
de ogenblik leeg en hol en dood.
Buiten stond het harde licht der half
bevroren Hollandse lente. En wij ont
waakten achter onze pilaar, een beetje
treurig door het besef, dat dié horizon
en dié wereld voor eeuwig aan ons
verborgen zouden blijven.
De twee mannen bij 't podium ston
den diep in gedachten. Een van hen
liep naar het instrument en liet z'n
mooie, slanke handen over de snaren
glijden. Ik keek hem van terzijde aan
en dacht hem te herkennen van een
krantenfoto. Ook hij had iets met het
Oosten te doen. Bij de portier vroeg ik
of hij hem soms kende. Ja, hij was am
bassadeur van India.
Bij de halte van lijn 9 drong de
waarheid pas tot me door. Zo was 't
goed geweest. Het Oosten had voor het
Oosten gedanst. Waarom zouden ze het
voor ons doen? Wij staan buiten die
wereld en zullen de horizon ervan tóch
nooit kunnen overzien.
AXTHONY VAX KAMPKK.