Eens was Pinksteren het feestelijk besluit van de oogsttijd Illegale emigranten over de Rio Grande De brief van soldaatYendall De oudste oorsprong ligt in de schemering van een ver verleden Harde werkers op Nieuw-Guinea Kruiswoordpuzzle voor de Pinksterdagen Joden vierden het „feest der weken" De oorlog vernietigde wat reeds was opgebouwd VAN INDONESISCHE zijde zijn nog geen officiële stappen bij de Nederlandse regering gedaan om te komen tot wijziging van het Unieverdrag en evenmin heeft men de kwestie-Nieuw Guinea ter sprake gebracht. Ook heeft de Neder landse regering zelf nog geen besprekingen gevoerd over Nieuw Guinea met comminies uit de Staten-Generaal, zo deelde men ons van gezaghebbende zijde mede. Zoals de regeringsverklaring heeft medegedeeld, blijft de status quo over Nieuw Guinea dus gehandhaafd. Dit betekent, dat ons land voortwerkt aan de ontwikkeling van dit land, dat twaalf maal zo groot is als Nederland en dat slechts 750.000 inwoners, of als men eventueel nog onbekende stammen meetelt, misschien één millioen inwoners heeft. Dat is een moeilijke en een kostbare Vele moeilijkheden moeten worden overwonnen miiiiiiiiiiiHiiiiiiini Mexicanen zwemmen hun... ellende tegemoet Arme duivels hebben de sterren tot dak KüJd u-eAkaai DE OOBSPRONG van het Pinksterfeest jn de schemering van een ver ver leden teloor gegaan. Maar er sijn vele aanwijzingen, dat het Pinksterfeest eorspronkelijk een oogstfeest is geweest. Hiermee is tevens gezegd, dat het vóór het zijn huidige wijding en betekenis verkreeg, gevierd moet zijn in andere lucht- ^mtn, in landen met een warmer klimaat, waar men met Pinksteren reeds kon oogsten. IEMAND weet wanneer dit oogstfeest het eerst werd gevierd, maar het is zeker aan te nemen, dat in die ver re dagen ons land voor het grootste gedeelte nog moest worden aangeslibd door het water van de Rijn, de Maas en de Schelde. Of er toen reeds mensen in »ns vaderland leefden weet men niet met zekerheid, het land moet in die da gen wel bijna geheel uit moeras en oer woud hebben bestaan, waar wilde die ren nog onbeperkt de baas waren. In elk geval staat het wel vast, dat in de tijd, toen de vroegste bewoners van onze landstreken nog halfwilde barba ren waren, er in de meer oostelijk en zuidelijk gelegen landen van Europa en Azie reeds hoge beschavingen tot ontwikkeling waren gekomen. En men neemt algemeen aan, dat ons huidige Pinksterfeest ontleend is aan de oogst feesten van die oude volkeren. De „vijftigste dag". ALS dit oogstfeest in de eerste schrif- telijk neergelegde overleveringen tot ons komt, heet het in het Oude Testa ment het „feest der weken", omdat het de zeven oogstweken, die met het Paas feest werden geopend afsloot. Reeds met Pasen was het, dat, volgens voor- «chrift (zie Levitieus 23-10) de kinderen Israëls bij het oogsten „eene garf van de eerstelingen" van hun oogst aan de priester moesten brengen, die deze dan „voor het aangezicht des Heeren" moest bewegen. En vervolgens kwam het voorschrift, dat aan ons Pinkster feest pas zijn preziese tijdsaanduiding gaf, (in Lev. 32-15): „Daarna zult gij tellen van des anderen daags na den sabat. van den dag dat gij de garf des beweegoffers zult gebracht hebben; het zullen zeven volkomen sabatten zijn". Dit komt er op neer, dat er precies Vijftig dagen moesten verstreken zijn nadat deze eerstelingsgave aan de pries ter werd gegeven. De naam „Pinkste ren" heeft het feest pas vele eeuwen later gekregen, hetgeen trouwens wel blijkt uit het feit, dat deze benaming ontstond uit een samentrekking van de Griekse woorden „pentekoste" en „he- mera", die letterlijk „vijftigste dag" be tekenen. Nieuwe betekenis. MA de verwoesting van de tempel te Jeruzalem door de zegevierende Ba by loniërs in het jaar 586 v. Chr. toen de bloem van het volk van Israël naar Babyion werd weggevoerd verloor het feest zijn betekenis als oogstfeest. Want de kinderen Israëls in ballingschap, moesten het land van vreemden bewer ken, de oogst, die werd binnengehaald was niet hün oogst, maar behoorde aan de bezitters van de vreemde grond. Zij, die in Palestina achterbleven, wor den sindsdien als Joden aangeduid, een benaming die een verbastering is van het Latijnse Judaei en het Hebreeuwse Jehoedim. Na vijftig jaar in balling schap te hebben geleefd, kreeg, in 536, «en deel der ballingen van de Perzische heerser Cyrus verlof naar het vader land terug te keren en de tempel te herbouwen. Inmiddels echter had men aan het oorspronkelijke oogstfeest een volkomen andere betekenis gegeven: men bracht het in verband met de wetgeving op de berg Sinaï waar Mo- zes veertig dagen en veertig nachten verbleef, vóórdat hij de twee tafelen der wet naar beneden droeg (Exodus 84-29). Men nam aan, dat dit voor het volk van Israël zo gewichtige feit, zich In deze zelfde maand zou hebben af gespeeld. Maar de herinnering aan de oorspronkelijke betekenis bleef nog be waard in het ook thans nog bestaande gebruik der Joden om met Pinksteren de synagogen en de huizen met bloem kransen te versieren, alsook door bij voorkeur het boek Ruth te lezen. Uitstorting des Heiligen Geestes yOOR de Christenen verkreeg de Pinksterviering een nieuwe beteke nis, doordat op het desbetreffende tijd stip, (als beschreven in het tweede hoofdstuk der Handelingen der heilige Apostelen) de Heilige Geest over Jezus' jongeren kwam. uit welke uitstorting des Heiligen Geestes toen de eerste christelijke kerkgemeente ontstond. Oorspronkelijk werden alle zeven we ken tussen Pasen en Pinksteren als een tijd van feest en blijdschap aangeduid. Maar tegen het begin van de 3e eeuw was de bijzondere viering van de dag, die deze zeven weken afsloot, reeds al gemeen gebruik geworden. Sindsdien is het altijd de vijftigste dag van de meegetelde eerste Paasdag af geweest, waarop de Christenheid het feest van de uitstorting van de Heilige Geest heeft gevierd. Paus Urbar.us II had oorspronkelijk voor Pinksteren drie feestdagen vastgesteld. In sommige streken van ons land speciaal in de Zaanstreek wordt aan die derde Pinksterdag nog vastgehouden („Pink sterdrie"), maar over het algemeen viert men in de Christelijke wereld slechts nog twee Pinksterdagen. Naast Kerstmis en Pasen is Pinksteren een groot Christelijk feest. En omdat het in de schoonste tijd van het jaar valt, zijn de herinneringen er aan altijd met vreugde en zonneschijn verbonden. (Van onze Haagse redacteur) taak. yROÉGER had Nieuw Guinea een re sident in Hollandia en verspreid nog een aantal bestuursambtenaren. Er was een bescheiden geneeskundige dienst en er was een ingenieur van de Water staat met een aantal helpers. Na de oorlog was daarvan weinig of niets meer over. Manokwari en Merauke ble ken vrijwel vernietigd. Op Hollandia en Biak trof men wel dumps van de Japanners aan, doch de goederen daar uit werden afgevoerd naar Indonesië. Na de souvereiniteitsoverdracht moest alles weer opgebouwd worden: een be stuursapparaat en niet te vergeten on derdak voor het leger en marine en vaü enige duizenden kolonisten uit Indone sië. Wat de voorzieningen en de huis- vestiging betreft, had men met grote moeilijkheden te kampen. Desondanks werden maatregelen getroffen voor de bouw en het tot stand brengen van rechtscheepse scheepvaartverbindingen. Geleidelijk kreeg men de zaken weer voor elkaar en naar een bevoegde be oordelaar, die pas nog in Nieuw Gui nea geweest is, ons verzekerde, loopt de bevoorrading thans gunstig. De huisvesting r\E huisvesting verkeert echter nog in een verschrikkelijke toestand; voor de marine en het leger is zij zeer slecht en voor de burgerij nog slechter. Door de regering is de bouw voorgenomen van tweehonderd woningen, van een centraal hospitaal en een regeringsge bouw. In Hollandia wordt veel ver beterd. De overslaghaven Sorong on dergaat eveneens een verbetering en in Merauke en Biak worden steigers aan gelegd. De vliegvelden van Hollandia, Biak, Sorong en Merauke worden zo danig ingericht, dat alle vliegtuigen er gebruik van kunnen maken. Voorts is het de bedoeling in de buitenplaatsen ziekenhuizen op te richten. In drie jaar hoopt men de plannen, waarvoor zes en twintig millioen beschikbaar is, ge reed te hebben. Alleen aan de bouw spendeert men 4.500.000, Het stadsplan voor Hollandia is op de achtergrond geschoven, omdat het nog niet zeker is, dat deze plaats de hoofd stad zal worden. Men prefereert er namelijk een meer naar het Westen. De voedselvoorziening TN Januari 1950 waren er op Nieuw Guinea nog geen verse groenten te krijgen. Thans is een oppervlakte van 60 ha bij Hollandia in cultuur en men hoopt dit areaal op te voeren tot 150 ha. Bij Merauke is 2000 A 3000 ha goede grond voor de rijstcultuur beschikbaar. Ook deze zal in orde gemaakt worden. Van de kolonisten zal vijf en twintig procent wel slagen. Een moeilijkheid levert de overige vijf en zeventig pro cent op. Een deel kan waarschijnlijk in administratieve functies ondergebracht worden, een ander deel zal werk moe ten vinden in verschillende bedrijfjes. Sorong is provisorisch opgebouwd door de oliemaatschappij, die daar werkt. De uitvoer van olie heeft een hoeveelheid van 300.000 ton per jaar bereikt. In 1948 ontdekte men in het Cycloop-gebergte nikkel en chroom. Onderzocht wordt of exploitatie moge lijk is. Het terrein ligt in ieder geval zeer geschikt. Ten Noorden van Nieuw Guinea is de zee rijk aan tonijn. Op grond daar van zijn reeds verzoeken binnengeko men om aan de Noordkust inrichtingen voor de conservering van tonijn te ves tigen. Een landbouwvoorlichtingsdienst is bezig de Papoea's het landbouwvak te leren en het Waterstaatsbedrijf is belangrijk uitgebreid. Reeds zijn enkele honderden kilometers autoweg bij de grotere plaatsen aangelegd. Van Nieuw Guinea weet men nog be trekkelijk weinig af. Doch dit staat vast, dat de exploratie met kracht ter hand genomen moet worden, wil men er wat van maken. Daarbij gaat men uit van de gedachte, dat de werkers behoorlijke levensomstandigheden moe ten hebben. overhandigen u een wens op bloem rijke en ook op heimelijke wijze: verborgen in puzzle-code. Hoe onze wens luidt kunt u lezen onder of achter de rijen vakjes, aangegeven door ae lette- s A. B, C en D. wanneer u het gehele kruiswoord raadsel zult hebben opgelost. De omschrij vingen zijn: Horizontaal: 1. stiller worden (weerk.); 6. misgunnen; 8. voor (Latijns); 10. zeker onderwijs (afk.); 11. bijwoord; 12. bid (Latijns); 13. vogelziekte; 16. meis jesnaam; 18. stoomschip (afk.); B. twee woorden; 22. klaar; 23. vreemd geldstuk (afk.); 25. Leger des Heils (Engelse afk.): 26. standaard-gewicht; 27. voor de boer; 29. v. Chr.; 31. zijde van een schip (afk.); 33. deel van een wiel; 35. bar-slim; 37. naam van rekenkundig getal; D. woord; 41. geestelijke rede; 43. keur; 44. aanklacht rechtsvervolging; 45. Zonnegod; 46. zang- noot; 47. briefaanvang; 49. bijwoord; 50. slede; 51. heer (Turks); 53. oude lengte maat; 55. opvolgen (b.v. van een bevel). Verticaal: 1. bloem (m.v.); 2. we reldorganisatie; A. woord; 3. gemeente in Gelderland; 4. handel; 5. muziekwerk (Lat.); 7. vogel (meest zwart); 9. edelme taal (Frans); 12. onder anderen; 14. bez. voornaamwoord; 15. rund; 17. thans; 19. de oudere; 20. niet voor; 21. maanstand; 22. vennootschap (Duitse afk.); 24. familie lid; 27. getij; 28. moedigflink; 30. fijn gebak; C. woord; 31. groot pak; 32. hout plaat; 34. heer (Engels); 35. en (Frans): 36. l/100ste ons (afk.); 37. hoofddeksel; 38. deel van de hals; 39. zeker kaartspel; 40. part; 41, luide kreet; 46. potje; 48. Japans geldstuk; 51. reeds; 52. als volgt (afk.) (Van onze correspondent te New-York). £BN van de treurigste hoofdstukken in de economische en sociale politiek van het Noordamerikaanse continent is het probleem van de Mexicaanse sei zoenarbeiders, die over de grens naar de Verenigde Staten stromen, in de hoop de werkloosheid in hun vaderland te ontlopen, doch vaak slechts om in het land van hun verlangen aan een nog grotere ellende ten prooi te vallen. Het verschil in levensstandaard in de twee landen is zo groot, dat het Zuiden van de V. S. een bijna magische aantrekkingskracht uitoefent op de landarbeiders in Mexico, die zich veelal met een onvoorstelbaar laag dagloon van 15 dollarcents tevreden moeten stellen. Nu bestaat er ten noorden van de grens op de grote farms en „ranches" in het seizoen een grote behoefte aan landarbeiders, dit. jaarlijks meer dan een millioen Mexicanen ertoe brengt „zwart" over de grens te komen. Daar deze grens voor het grootste gedeelte gevormd wordt door de Rio Grande, moeten de meesten van hen over de rivier zwemmen, waardoor ze de bijnaam „wetbacks", de „natte ruggen", hebben gekregen. De grens over te :omen lukt vrjjwel altijd, daar ter bewaking van deze 2500 km. lange grens slechts 900 grenswachters, dus slechts één op bijna 8 km., ter beschikking staan. seizoenarbeiders mogen eisen. Doch vaak krijgen ze na afloop van het werk helemaal geen geld, daar ze hun loon reeds in de vorm van eten zou den hebben verteerd. Bovendien i»s volgens de wet nooit de werkgever strafbaar, terwijl een illegale arbeider, die zich over deze behandeling zou beklagen met uitlevering aan de de portatie-ambtenaren bedreigd wordt. Door de belanghebbenden wordt dit systeem, dat de vooruitstrevende kringen in Amerika reeds lang een doorn in het oog is, verdedigd met het oog op het ernstige gebrek aan landarbeiders. De vakbonden, die tot nu toe moedig, doch zonder enig suc ces tegen deze weergaloze verlaging van de loonstandaard gestreden heb ben, beweren, dat er slechts zelden van een tekort sprake is en dan nog maar in enkele streken en dat het door een organisatie ter verdeling van de beschikbare werkkrachten l^AT de immigranten dan echter in het land van hun verlangen te wachten staat, is allesbehalve een pa radijs. Dat ze ach strafbaar maken door illegaal over de grens te gaan, kan hen nog het minste schelen, daar alle gevangenissen ter wereld niet voldoende zouden zijn om ze op te nemen. Niemand heeft er ook be lang bij deze arme duivels te arres teren, daar ze, afgezSen van de ge vangenen in de Russische concentra tiekampen, de goedkoopste arbeids krachten zijn van alle volkeren. Zon der enige bescherming zijn zij aan de genade van hun nieuwe werkgevers overgelaten, bij wie ze om werk be delen. Ze zijn al gelukkig als ze maar 25 cents per uur krijgen, te genover 88 cents, die de wettelijke „VERTEL nooit, dat je een soldaten- kameraden niet zo goed kon opschie- ziel doorgronden kan", zei de ten. We hebben toen wat gepraat over oude oorlogscorrespondent. „Ik heb er zijn werk, zijn vrouw en zijn twee over gepraat met aalmoezeniers, met kinderen. Ik vond hem weinig onder- troepencommandanten, psychiaters en houdend. weet ik wat al meer, maar je komt er Ik zag hem eerst weer terug, eigen- nooit helemaal uit. Een soldaat be- lijk min of meer toevallig, op één grijpt zichzelf waarschijnlijk niet eens. van de schepen, toen we in die Hij gaat zijn dagelijkse gang. Hij atta- vreselijke nacht van 6 Juni de tocht queert als hem een bevel wordt toe- over het Kanaal maakten. Hij was niet geschreeuwd, dekt, als de vijandelijke zeeziek, zoals de meeste van zijn mak artillerie gaat vuren en heeft het idee, kers. Toch leek hem wel iets te man dat op elke kogel een naam staat ge schreven, die de zijne niet per se be hoeft te zijn". Oorlogscorrespondent Kennedy keek zijn jongere collega ernstig aan. „Het is allemaal niet zo gemakkelijk als de mensen en misschien ook de soldaat zelf denken. En misschien is het ook allemaal niet 20 zwaar als buitenstaan ders het zich voorstellen. Een soldaat kan in bepaalde gevallen leven om te sterven. Een soldaat kan moedig zijn door zijn ingeboren lafheid de over hand te geven. En andersom kan het ook". De jongere man knikte langzaam en bood zijn collega vuur voor dien8 pijp, die was uitgegaan. „Zo gauw heb ik je dus niet ver teld", hernam deze, „wat een oorlogs- corresondent te wachten staat. Ik ver moed, dat je al begrijpt, dat oorlogvoe ren geen spelletje is en dat het er vooral om gaat zo weinig mogelijk na keren. Hij liep met langzame passen over het dek, naar mijn idee; zonder iets te zien. Niet ver bij hem vandaan ging ik over de railing hangen. Ik voelde me niet erg goed. Ik weet niet hoe lang ik daar stond toen hü en kele meters bij me vandaan ook een plaats aan de railing zocht. Hij was geheel in gedachten verdiept, zag ik wel. Hij had een klein pakje in de hand, dat hij om en om draaide. Ik keek wat scherper toe en zag, dat het zijn portefeuille was. Hij maakte het ding open en haalde er een bankbiljet uit. Ik was benieuwd wat hij ging doen. Tot mijn grote verbazing liet hij Een groep Kapaukocs uit Nieuto-Guirvea het bankbiljet eerst een tijdje op de te denken. Leef elke seconde met heel hevige wind wapperen en liet het dan n je wezen en denk niet aan de volgen- los. Het werd door de wind opgeno men en vloog hoog op. Hij pakte wéér een bankbiljet, dat dezelfde weg ging. Er volgden er nog meer. Yendall scheen vrij veel geld te heb ben, dacht ik. Maar dat kon wel uit komen, want de soldijen en een extra soldaat, die ik de minst belangrijke toeslag waren enkele dagen van te van een bataljon vond. Hij heette Yen- voren uitbetaald. En in de depóts was grootste aandacht had gevolgd zei on dall en hij was in zijn burgerberoep niet veel gelegenheid het uit te geven, middellijk: „Geld, waarschijnlijk" Toch leek me deze manier van doen erg vreemd en daarom liep ik op Yen dall toe en zei hem, dat hij dat geld be ter aan zijn vrouw kon sturen. „O, bent u het?", zei hij vrij vlak „Mijn vrouw en de kinderen hebben de. Doch bezwaar je daarmee nog niet. Dat leert iedereen zelf in de kortst mogelijke tijd. Maar belangrijker is de soldaat zelf. Misschien wordt het een beetje duidelijk, als ik je vertel wat ik eens heb ondervonden, juist met een gereedschapsmaker. Ik ontmoette hem in Engeland, in een van de depots, waar onze troepen lagen, vóór de invasie in Normandie zou beginnen. Hij had me eens aange sproken, blijkbaar omdat hq met zijn het geld van mijn delegaties!", zei hij. „Maar daarom hoef je dit geld toch niet weg te gooien", zei ik, een beetje geprikkeld. Hij keek me aan alsof hij me erg dom vond. „Wat heb je er aan?", vroeg hij. „Straks liggen we op het strand, daar ergens in Frankrijk. De één met een kostbare ring, die met een duur horloge, de ander vrijwel naakt. Maar we zijn toch allemaal ge lijk en er is er niet een, die zijn lot met een handvol dollars kan afkopen". Ik besloot er het zwijgen toe te doen. Ik bleef nog even naast Yendall over de railing hangen en maakte toen aan stalten om te verdwijnen. Dat scheen hem tot de werkelijkheid terug te brengen. Hij greep me bij de arm en zei haastig: „Wacht nog even. U had het zojuist over mijn vrouw. Ik heb nog iets. Wilt u het haar geven, als ik....?" Ik begreep hem en nam een enveloppe aan, die met grote bloklet- ters van een adres was voorzien. Nog geen vijf uur daarna lag Yen dall naast zoveel anderen dood op het strand van Normandie. Een tijd lang dacht ik noch aan hem noch aan de enveloppe, die hij me had toevertrouwd. We waren al een paar weken verder toen me het gebeurde plotseling weer te binnen schoot. De enveloppe had ik opgeborgen in mijn ransel. Ik besloot onmiddellijk te doen wat Yendall me gevraagd had en het pakje naar zijn vrouw op te sturen. Misschien zat ze wel erg om geld verlegen. Ik zocht de enveloppe op. Hij bleek door vocht en het smijten met de ransel te zijn ver- Ik zocht een andere enveloppe op, om daar de inhoud van Yendalls pakje in te doen. Ik besloot er een klein briefje bij te doen om mijn ex cuses aan te bieden voor het late ver zenden van het pakje. Ik maakte de oude enveloppe dus open. En wat dacht je dat ik vond?" De jongeman, die het verhaal met de .Neen", zei de ander. „Er zat geen geld in die enveloppe. Wat ik vond waren slechts een paar brieven, wat foto's van Yendall, van zijn kinderen en van zijn vrouw. Het was het enige, dat voor hem waarde had....'* kan worden verholpen. Zolang de toe standen nu zjjn, worden de in Texas, Arizona en Californië wonende ar beiders door de geweldige stroom uit het Zuiden ieder jaar bij honderd duizenden gedwongen naar het Noor den te trekken, waar zij hogere lonen kunnen krijgen. J7VEN slecht zijn de sociale toestanden in de grote landbouwbedrijven van het Zuiden en verschillende universi teiten en sociologische instituten heb ben zich reeds verdienstelijk gemaakt door deze toestanden aan de kaak te stellen. De „New York Times" schrijft, dat iedere gemiddelde Amerikaan, in dien hij hiervan op de hoogte was. er verontwaardigd over zou zijn. Wie nog in een vervuilde strohut kan wo nen, heeft geluk gehad; voor de mees ten zijn de sterren het enige dak. Aan apothekers en doktershulp kan niet gedacht worden. Onder de Spaans- Amerikaanse bevolking van het Zui den, waarvan ongeveer drie millioen onderdanen van de Verenigde Staten zijn, is het sterftecijfer tengevolge van diphteritis en tuberculose 5 tot 10 keer zo hoog als onder de Engels-Am "riko nen en negers in hetzelfde gebied. Natuurlijk heeft het niet aan be moeiingen ontbroken om aan deze on houdbare toestanden, die de positio van de vroegere Poolse landarbeiders op de landgoederen der Pruisische „Jonkers" nog rooskleurig doen schijnen, een einde te maken. Hierbij doen zich ook bepaalde politieke overwegingen gelden, daar de Sowjet- Unie in de UNO bij de kwestie van de afschaffing van slavenwerk iedere aanval op haar concentratiekampen steeds kon afweren door te wijzen op de Mexicaanse seizoenarbeiders, de „lijfeigenen" van de farms in het Zuiden der Verenigde Staten. Doen de grootgrondbezitters van het Zui den, die uitstekende 'relaties in het Congres hebben, zijn tot nu toe steeds sterker geweest. Wel bestaat er tus sen de Verenigde Staten en Me::ieo een overeenkomst om de kwestie van de landarbeiders langs legale weg te regelen en hun behoorlijke betaling en menswaardige behuizing te garande ren. Deze overeenkomst heeft echter weinig practische waarde, daar de clandestiene arbeiders veel goedkoper zijn. Doch ook in de werkkampen, waar de vertegenwoordigers van de grondbezitters en de ambtenaren van dt immigratiebureaux gezamenlijk de legale arbeiders komen uitzoeken, ziet het er droevig uit en deze kam pen doen sterk denken aan de sla venmarkten uit vroegere tijden. Hier over publiceerden de „New York Times" onlangs een verslag uit Her- mosillo in Mexico, waar 12000 werk- lozen bijeengestroomd waren, in de hoop een baantje in de Verenigde Staten te krijgen. Onder de blote he mel kamperend en hun potje kokend wachtten ze wekenlang op de com missie. Toen deze eindelijk aankwam, liet men 5000 man urenlang in de gloeiende zon staan, terwijl de verte genwoordigers van de grootgrondbe zitters de beste arbeiders uitzochten. Het waren er echter op die dag slechts honderd. In het geheel kregen er maar 2500 op deze wijze een be trekking, zodat het grootste deel van hen maar weer naar het Noor den trok, naar de Rio Grande, om als „wetbacks" of „vrijwillige ont heemden", zoals ze ook genoemd worden, hun geluk te beproeven. JN de laatste tjjd is men er eerder voor te vinden maatregelen te ne men tegen deze ongecontroleerde iin- migratie, met het oog op het daaraan verbonden gevaar van communisti sche infiltratie. „Terwijl op Ellis da- land iedere gewezen Nazi naar ljjf en ziel onderzocht wordt", schreef on langs een blad, „zou Stalin in een kleine vermomming zonder moeit* over de Mexicaanse grens kunnen ko- me'n en niemand zou het merken als hij in New-York aankwam". Zulks woorden zjjn voor de Amerikanen een waarschuwingssein

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1951 | | pagina 11